GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. m. ii. Vergadering van Donderdag 19 Maart 1936, des namiddags half 2 uur. Voorzitter: de heer J. Huizinga, burge- meester. Tegenwoordig de leden: L. J. Gfelhoedt, D. Scheele, C. A.Verlinde, N. J. C. Lambrecht- sen van Ritthem, D. van Aken, D. de Kraker, J. Duurinck, E. L. van Hecke, H. J. Colsen, L. J. van Driel, J. N. 't Gilde, M. de Vos, J. den Hamer, A. de Bruijn en P. van Cadsand. 1. Notulen. Wordt voorgesteld, de notulen der verga- deringen van 14 November 1935, 19 December 1935 en 30 Januari 1936 vast te stellen, zooals deze in druk zijn verschenen. De heer 't GILDE merkt op, dat in de no tulen der vergadering van 14 November 1935 op pagina 36, 2e kolom, 7e alinea van onder, een drukfout is ingeslopen. Er staat, dat met 9 tegen 8 stemmen is besloten tot aanneming van het voorstel-'t Gilde inzake bijdrage aan de commissie voor schoolkleeding en -voeding. Aangezien de raad nog geen zeventien leden telt, is dit foutief, en zal moeten zijn: 9 tegen 6 stemmen. De heer COLSEN heeft niet precies een aanmerking tegen de notulen. Door den heer Scheele is in de notulen van 14 November 1935 iets ingelascht. Spreker acht het van- daag de dag niet, hierop terug te komen, en wil de notulen goedkeuren op de voorwaarde, dat hij in een volgende vergadering op die kwestie terug kan komen. De VOORZITTER merkt op, dat dan de heer Colsen een nieuw voorstel kan doen. De heer SCHEELE geeft te kennen, dat dit naar zijn meening geen kwestie kan zijn van aanmerking maken op de notulen. Indien de heer Colsen omtrent deze kwestie iets zeggen wil, kan hij dit doen naar aanleiding van de notulen van 30 Januari 1936. De notulen van 14 November 1935 hebben hiermede niets te maken. De heer COLSENJawel, ik neem van het- geen ik toen gezegd heb, niets terug. De heer SCHEELE herhaalt, dat dit de kwestie niet is. De vraag is hier, geven de notulen de besprekingen juist weer? Hij vervolgt, dat hij naar aanleiding van het door hem ingezonden schrijven, dat be- handeld is in de vergadering van 30 Januari 1936, met betrekking tot den passus betref- fende den verslaggever van het dagblad ,,De Zeeuw" met den betrokken verslaggever een bespreking heeft gehad, waarin deze de toe- dracht der zaak nader heeft toegelicht. Deze zaak is behandeld en afgewerkt, en door be- trokkenen tot een goed einde gebracht. De notulen der vergadering van 14 Novem ber 1935, 19 December 1935 en 30 Januari 1936 worden, met inachtneming van de door den heer 't Gilde voorgestelde wijziging met algemeene stemmen vastgesteld. 2. Ingekomen stukken. a. Het raadsbesluit van 14 November 1935, tot heffing van opcenten op de gemeente- fondsbelasting, voorzien van bewijs van koninklijke goedkeuring. Aangenomen voor kennisgeving. b. Het raadsbesluit van 14 November 1935 tot heffing van schoolgeld 1. o. en u. 1. o., voorzien van bewijs van koninklijke goedkeu ring. Aangenomen voor kennisgeving. c. Het raadsbesluit van 17 October 1935, tot wijziging van de verordening, regelende de rangen, het aantal, de samenstelling, de eischen van benoembaarheid en de bezoldi- ging der ambtenaren van politie, voorzien van bewijs van goedkeuring door gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. d. Idem van 19 December 1935, tot wijzi ging van het uitbreidingsplan, voorzien van bewijs van goedkeuring door gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. e. Idem van 30 Januari 1930, tot wijziging der begrooting voor den dienst 1935, voorzien van bewijs van goedkeuring door gedeputeer de staten. Aangenomen voor kennisgeving. f. Een schrijven van gedeputeerde staten van Zeeland, waarin wordt medegedeeld, dat opnieuw goedkeuring wordt verleend aan de vastgestelde verordening op de keuring van war en. Aangenomen voor kennisgeving. g. Een schrijven van den Commissaris der Koningin in Zeeland, luidende: Aan den heer J. Huizinga is op zijn verzoek bij Koninklijk besluit van 3 Maart 1936, no. 51, eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Neuzen, met dankbetuiging voor de langdurige diensten, door hem in die be trekking bewezen. Ik verzoek u, hiervan mededeeling te doen aan den raad. Aangenomen voor kennisgeving. h. Het verslag der commissie tot wering van schoolverzuim in de kom, over 1935, waar- uit blijkt. dat het jaar 1935 zich niet veel on- derscheidde van 1934, wat betreft ongeoorloofd schoolverzuim, enkele gevallen meer dan het jaar tevoren werden door de commissie be handeld. Het meerendeel der gevallen betrof meisjes, die bijna den leeftijd bereikt hadden, de school te verlaten en al bij voorbaat gebniikt wer den door de moeders voor huiselijke werk- zaamheden. Enkele kinderen werden in den tijd van den aardbeien en bessenpluk en later in den tijd van het aardappelen rooien door den vader geexploiteerd, voornamelijk door onmacht zich van vreemde hulp te voorzien. Een ander geval betrof een vader, weduw- naar met twee kinderen, die werkloos was en daardoor in de gelegenheid toezicht te houden op zijn nog niet schoolgaand zoontje. Toen de man bij de werkverschaffing werd mge- deeld, ontbrak hem die gelegenheid hield hij zijn schoolgaand meisje thuis en kwam daar door in conflict met de leerpliehtwet. Een keer moest proces-verbaal worden op- gemaakt, en werd de aansprakelijke persoon veroordeeld. De commissie onderging in den loop van het iaar een kleine wijziging door het bedan- ken van het lid Fl. de Bakker, welke door herhaaldelijke uitstedigheid niet langer in staat was zijn functie waar te nemen. In zrjn plaats werd door den raad benoemd de heer Th. Vaal. Aangenomen voor kennisgeving. i. Een schrijven van gedeputeerde staten van Zeeland, die daarbij mededeelen, dat door den raad der gemeente Oost- en West-Souburg is besloten, de kermis, welke tot dusver placht te worden gehouden op den derden Pinkster- dag, met ingang van 1936 af te schaffen. Indien daartegen bij den raad der gemeente bezwaren mochten bestaan, verzoeken zij, on der mededeeling der motieven, daarvan vdor 1 April a.s. mededeeling te doen. Aangenomen voor kennisgeving. j. Een schrijven van J. Huizinga te Ter Neuzen, luidende: Ondergeteekende, J. Huizinga, ambtenaar van den burgerlijken stand uwer gemeente, belast met het voltrekken van huwelijken, vraagt u, hem als zoodanig ontslag te willen geven, met ingang van 25 Maart 1936. Burgemeester en wethouders stellen voor, aan adressant, met ingang van 25 Maart 1936 eervol ontslag te verleenen. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. k. Een schrijven van J. A. van Rompu en N. J. Harte, resp. voorzitter en secretaris van het comite uit de ingezetenen, tot het huldi- gen van den Edelachtbaren heer J. Huizinga, ter gelegenheid van het beeindigen zijner ambtsperiode als burgemeester, die daarin te kennen geven: dat het nevens de rechtstreeksche hulde die het voornemens is te brengen aan den schei- ddnden burgemeester, gaarne in de gemeente zag gesticht of aangebracht een blijvende her- innering aan het zoo gewaardeerde bewind van Burgemeester Huizinga, gedurende bijna een kwart eeuw, welke ook bij het nageslacht deze waardeering in herinnering zal houden; dat het hierbij een beroep doet op de mede- werking van den raad, zonder welke het comite dat doel niet kan bereiken; dat het comite zich daarom tot den raad wendt met de vraag of hij bereid is, het saldo der bijdragen van de ingezetenen, dat zal over- blijven na aftrek der kosten voor de recht streeksche hulde aan den seheidenden burge meester en de daarmede in verband staande uitgaven, welk saldo is te schatten op onge- veer f 100,voor de gemeente te aanvaar- den, onder verplichting, alsdan voor hare reke- ning te laten vervaardigen een geschilderd portret van burgemeester Huizinga, ter ver- siering van de raadszaal of het stichten van een andere blijvende herinnering. Burgemeester en wethoudste stellen voor, in beginsel gunstig te beschikken op het ver zoek en later te overleggen, wat met de gel- den zal worden gedaan. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 1. Een verzoek van M. W. E. Millenaar en M. de Visser, resp. voorzitter en secretaris der Oudercommissie te Sluiskil, die daarin te ken nen geven: dat in de ouderavond op 13 Februari j.l. de aandacht gevestigd is op het veel te kleine speelpleip; dat daardoor de kinderen genoodzaakt zijn, de straat voor speelplein te gebruiken; dat zoo iets toch zeker op bedoelde plaats gevaarlijk moet geacht worden; m. Een verzoek van A. Dumoleijn en 52 anderen, luidende: Ondergeteekenden, alien eigenaren van wo- ningen, schuren en perceelen grand, staande en liggende aan de Pierssenspolderstraat te Sluiskil, verklaren zich z. m. bereid, en ver- binden zich zonder eenig voorbehoud diens- overeenkomstig door onderteekening dezes, wanneer van gemeentewege mocht worden overgegaan tot het rioleeren, bestraten en be- leggen met trottoirs (geheel overeenkomstig de voorwaarden der bouwverordening)van de' geheele bebouwde Pierssenspolderstraat, hunne heggen, afheiningen en hekken, op de eerste aanzegging der gemeente geheel kos- teloos te zullen opruimen, alsmede hunne eventueel hiervoor benoodigde grond, gelegen voor of achter hunne woningen, tusschen weg en rooilijn woningen, hiervoor geheel gratis af te staan aan de gemeente Ter Neuzen, als mede het recht te verleenen, deze gronden af te graven of te verhoogen, al naar gelang tijdens het uitvoeren der voornoemde werken zal blijken noodig te zijn. Een voorstel van het lid H. J. Colsen, lui- diende Ondergeteekende stelt voor bij de eerst- volgende vergadering te behandelen het vol gende om den gemeentebouwmeester op te dragen een plan en een berekening om de Pierssens polderstraat te beklinkeren, en een stoep te leggen zoo ver de huizen van die straat staan; om met den polder in onderhandeling te treden om te tracijten tot een accoord te komen. De VOORZITTER deelt mede, dat burge meester en wethouders voorstellen, dit stuk in hunne handen te stellen om bericht en raad. De heer COLSEN licht nader toe, dat zijn bedoeling is, dat de bouwmeester zal opmaken een plan en een berekening der kosten van bestrating en het leggen van een trottoir. Spreker heeft voorts met het bestuur van den Pierssenspolder gesproken, en deze verklaar- den beried te zijn, te onderhandelen betreffen- de overgave van de Pierssenspolderstraat. In dien dan aan zijn voorstel voldaan kan worden, en onderhandelingen zouden geopend worden met het bestuur van den Pierssenspolder, zou de raad zich hieromtrent later kunnen uit- spreken. De VOORZITTER meent, namens den heer Geelhoedt te spreken, indien hij verklaart, dat burgemeester en wethouders genegen zijn, deze zaak opnieuw in behandeling te nemen. Burgemeester en wethouders zullen hierop te zijner tijd dan terug komen. De heer COLSEN deelt mede, dat op het verzoek 12 personen niet geteekend hebben. Daarvan waren er 4, die niet konden teekenen, en 8 die verklaarden, wel te willen medewer- ken, doch die zich niet op zegel wilden ver- bftiden. De VOORZITTER geeft te kennen, dat men thans toch een stap in de goede richting ge- vorderd is. Met algemeene stemmen wordt overeen komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. reden, waarom genoemde ouders in het be- la-ng van de veiligheid hunner kinderen, den raad beleefd verzoeken, te willen medewerken, dat het speelplein op de een of andere manier wordt vergroot. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM deelt mede, dat dit verzoek zijn bijzondere aandacht heeft gehad. Hij heeft zich hierom trent dan ook om inlichtingen gewend tot den ingenieur van den rijkswaterstaat. Gemaakt zou kunnen worden een bordes achter de school, ter lengte van de school, met een breedte van 6 meter. De mogelijkheid hiertoe zou waarschijnlijk wel bestaan, mits dit werk zou worden uitgevoerd op een zoodanige wijze, dat de waterstaatswerken aldaar niet in het gedrang komen. De ingenieur heeft dan ook in overweging gegeven, de palen, waarop het stuk speelplein zou komen te rusten, niet in het water te plaatsen, daar hiertoe geen toe- stemming zou kunnen verleend worden, doch om in het talud cementen neuten te plaatsen, en daarop de palen te plaatsen. Het lijkt spreker, dat, indien de plannen tot verdere uit- werking komen, het wel goed zal zijn den in genieur een nadere toelichting te verzoeken. De heer VAN CADSAND merkt, naar aan leiding van het door den heer Lambrechtsen van Ritthem gesprokene op, dat het naar zijn meening geen bezwaar zal zijn, te handelen op de door hem voorgestelde manier. Van het plaatsen van palen kan bij de voorgestelde breedte kwalijk gesproken worden, daar de afstand van de school tot het water 8 meter bedraagt, en de palen dus bij een waterstand zooals nu het geval is, niet in het water komen. De waterstand is wel afwisselend, doch bij een waterstand als thans komt men daarmede niet in het gedrang. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM deelt mede, dat de ingenieur deze nchtmg aangaf, omdat de palen niet voorbij het be- staande landhoofd mogen komen. Wel kan men over de palen heen bouwen, waardoor de oppervlakte dan grooter zou kunnen worden. De VOORZITTER merkt op, dat het hem bekend is, dat de steunpunten van het even tueel te stichten schoolplein niet in de water- leiding mogen komen. De heer GEELHOEDT deelt mede, ter plaatse geweest te zijn, hij is van oordeel, dat er voldoende ruimte is om het plan uit te voeren. De heer COLSEN is van meening, dat, om een goeden toestand te krijgen, het 't beste zou zijn, dat de waterleiding over de lengte van school overwulfd zou worden. De heer GEELHOEDT: Wie zal dat be- 13»l6n De heer COLSEN merkt op, dat de kosten van het maken van de uitbreiding in beton, en zware palen ook niet gering zullen zijn. De heer GEELHOEDT gelooft bovendien niet dat het toegestaan zou worden. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM wrist er op, dat de kosten van de betonnen neutjes, die dan eenigszins in het talud mge- graven zouden moeten worden, en waarop de steunpalen zouden komen te rusten, met zoo hoog zullen loopen. De heer COLSEN vraagt, of met den inge nieur reeds gesproken is over eventueele over- name van een stukje grond, in verband met den gevaarlijken hoek ter plaatse De VOORZITTER deelt mede, dat dit in be handeling is bij burgemeester en wethouders, De heer COLSEN raadt aan, met het oog op het bouwen daar, er niet te lang mede te wachten. Indien een aanvraag om een bouw- vergunning zou inkomen, leek het hem beste dat deze aangehouden zou worden. De VOORZITTER deelt mede, dat burge meester en wethouders voorstellen, het ver zoek van de oudercommissie te stellen m han den van burgemeester en wethouders. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 3. Reorganisatie openbaar lager onderwijs. Burgemeester en wethouders schrijven den raad: Bij de wet van 22 Februari 1936 (Staatsblad no. 100) zijn verschillende voorschriften ge geven betreffende verlaging van de openbare uitgaven van het onderwijs. Een dezer be- palingen is, dat onderwijizers, die den leeftijd van 60 jaren hebben bereikt en meer dan 36 dienstjaren hebben, den dienst met vervroegd pensioen moeten iverlaten, voor zoover zij geen minderjarige kinderen meer te hunnen laste hebben. In verband ijiet deze bepaling heeft het hioofd van school A, de heer C. F. Kohler, ontslag aangevraagd. iHierlbij komt nu de vraag naar voren, of aanvulling der vacature zal geschieden door overplaatsing dan wel door vrije oproeping. Bij een vorige gelegenheid heeft de gem=ente- raad zich voor vrije opnoeping uitgesproken, door ons zal dan ook een -oproeping worden gedaan. Het leerlingenaantal der scholen A en C is zoodanig dat het niet mogelijk is school A een 6-klassige school te doen blijven en school C een 3-klassige school. Het zou alleen mogelijk zijn, het aantal leerlingen van schoolA op peil te hlouden, wan neer aan school C het leerlingenaantal verder zou worden verminderd en daartoe is van ons college geen voorstel te wachten. Het zal daarom gefwenscht zijn te bepalen dat school A een school wordt met 5 leerkrachten en school C met 3 leerkrachten. De heer de Kraker, opderwij-zer aan school A heeft met ingang van 1 Mei a.s. ontslag ge- vraagd als zoodanig. Waar het niet bekend is of de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetensohappen al of niet toepassing zal geven aan art. 28 lid 8 der L. O. wet 1920, waardoor het ..aantal onderwijzers reeds voor Januari a.s. tot 5 zou worden verlaagd, zal het raad- saam zijn voorloopig een tijdelijke leerkracht in ziin plaats te benoemen. Past de Minister bedofekl arti'kel niet toe, dan kan binnen vier maanden na het ontstaan der vacature, die leerkracht voor vast worden benoemd. Met ingang van 1 Mei a.s. wordt hel^leer lingenaantal per onderwijzer der U.L.O. scho len opgevoerd, zoodat het aantal leerkrach ten tot 3 moet 'wojrden teruggebracht. In overeenstemming met belanghebibende stellen wij voor eervol ontslag te verleenen aan de school voor uitgebreid lager onderwijs wegens opheffing harer betrekking. 6. Aan de openbare U.L.O. school met in gang van 1 Mei a.s. een tijdelijke vakonder- wijzeres ts benoemen voor de nuttige en fraaie handwerken. De heer t GILDE deelt mede, zich in het algemeen te kunnen vereenigen met het voor stel van burgemeester en wethouders, zooals dit door het college is samengesteld. Spreker kan ook accoord gaan met den wensch van burgemeester en wethouders, een vrije oproe ping voor de noodig wordende vacatures te doen plaats hebben, doch zag dan gaarne dat, waar meerdere onderwijskrachten in de ge meente gevestigd zijn, deze, indien ze ge- schikt zouden zijn, ook zullen kunnen mede- dingen, en de voordracht zoodanig zal wiorden samengesteld, dat zij eventueel ook de kans hebben, te worden benoemd. Spreker zegt dit niet direct om de personen hier uit de gemeente te bevoordeelen, dioch het zou kunnen voorkomen, dat indien een of meer van de in de gemeente aanwezige krach- ten, die de gemeente jaren lang trouw gediend hebben, een sollicitatie zouden inzenden, dan niet benoemd zouden kunnen worden, hetgeen naar zijn meening niet billijk is. Het is spreker bekend, dat er hier een moei- lijkheid zit, nl. de verplichting van de ge meente om hoofden en hoofden-wachtgelders in de eerste plaats te benoemen, doch er kan gevraagd worden, van deze bepaling ont- heven te worden, en indien burgemeester en wethouders dit zouden vragen is het zeer waarschijnlijk dat hun verzoek toegestaan zou worden. Bovendien zou men nog even kunnen wach ten met het doen van een oproeping, tot de pensionneering op 60-jarigen leeftijd een feit geworden is. Er zullen er dan zooveel afvallen, dat er een tekort zal zijn, en de hoofden en hoiofden-wachtgelders automatisch geplaatst zullen kunnen worden. IDe VOORZITTER deelt mede, dat het standpunt van den heer 't Gildie ook dat van burgemeester en wethouders is. Dit is ook met den inspecteur van het onderwijs bespro- ken en het voornemen bestaat, alien op voet van gelijkheid te behandelen. iHet tweede, door den heer 't Gilde aange- voerde punt is voor burgemeester en wethou ders aanleiding, zeer voorzichtig te handelen. Het is spreker wel bekend, dat het aantal hoofden bij invoering van bedoelden maat- regel belangrijk zal inkrimpen. De heer 't GILDE: Er zal een tekort ont staan. Dit is door den Bond van Nederland- sche onderwijzers onderzocht en uitgemaakt. De VOORZITTER vervolgt, dat het hem ook bekend is, dat de mogelijkheid bestaat dispensatie te verkrijgen van de bepaling, dat hoofden en hoofdwwachtgelders in de eerste plaats zullen mededingen. Hij zegt Mijnheer "t Gilde, u ziet dus, dat Burgemees ter en Wiethouders geheel gaan in de richting van uw wensch. Hij stelt achtereenvolgens de verschillende ondendeelen van het voorstel van Burgemees ter en Wethouders aan de orde, die met alge meene stemmen worden aangenomen. 4. Ontheffing ingevolge art. 42, letter o, van het motor- en rijwielreglement. Naar aanleiding van een ingekomen ver zoek van A. F. de Bruijn te Hulst om ont heffing te verleenen van het bepaalde in art. 42, sub o, van het motor- en rijwielreglement, ten behoeve van een motorrijtuig op twee assen, gemerkt Fordson, letter en nummer K 4767, inschrijvingslbewijs no. O 14/946, geldig tot 1 November 1936, en afgegeven 29 Maart 1934, stellen Burgemeester en Wethouders voor, aan adressant de gevraagde ontheffing te verleenen ten aanzien van de wegen ge legen binnen de bebouwde kommen der ge meente Ter Neuzen en geen Rijks- of provin- ciale wegen zijnde, onder voorwaarde 1. dat deze ontheffing uitsluitend van kracht is voor het vervoer van plantboo- men, welke niet verder dan 5 Meter bui- ten de achterzijide van het motorrijtuig reiken 2. dat het vervoer der sub 1 bedoelde boomen uitsluitend geschiedt tusschen zorusop- en -ondergang; 3. dat bij het suib 2 bedoelde vervoer door of vanwege den houder dezer ontheffing overigens de noodige zorg 'wordt gedra- gen, dat het verkeer over de wegen niet in gevaar wordt gebracht, en zoo weinig mogelijk wordt gehinderd. De heer COLSEN vraagt of het noodig is, dat bedoelde ontheffing per persoon wordt verleend. De VOORZITTER deelt mede, dat voor elke persoon ieder jaar ontheffing moet worden verleend. De heer OOLSEN heeft dit gevraagd, om dat hij in een krant gelezen heeft, dat in een plaatsje in Brabant een algemeene ont heffing verleend is. Misschien dit kan spreker niet juist zeggen betreft dat een andere categorie, of misschien ook hebben de te vervoeren goederen niet die lengte, als waarvoor deze ontheffing loopt, De VOORZITTER herhaalt, dat deze ont heffing ieder jaar opnieuw verleend moet worden. Er zijn er bovendien slechts enkele. Het 'betreft hier het vervoer van boomen en lang uitstekende dingen. Met algemeene stemmen wordt overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. loonsehaal voor den volledigen vakman in gemeentedienst. Uit de aldus verkregen loonsehaal van den volledigen vakman, kunnen de loonschalen der overige gemeente-werklieden worden afgeleid door telkens een verschil te nemen van 3 cent per uurloon of f 1,44 per weekloon. Bij het door ons, overeenkomstig bovenver- melde missives, ingesteld onderzoek naar het plaatselijk loonpeil van de volledige vaklieden, bleek ons dit gemiddeld looncijfer te zijn f 23,84. Voor de vaklieden der gemeente kan, in verband met het verpli-cht pensioenpremie- verhaal dit cijfer met 5 worden verhoogd. Het gemiddel loon wordt dan j 25,03. De saLarischaal kan een versohil vertoonen in minimum en maximum van 5,76. De schaal van den volledigen vakman wordt dan in loongroep IVf 22,15 27,91loiongroep III: f 20,71 f 26,47; loongroep II: f 19,27 25,03; loongroep I: f 17,83 f 23,59. Door vermindering met 1,44 is uit voor- gaande, telkens de volgende loongroep af te leiden. Bij schrijven van 24 Januari 1936, no. 63, •van Gedeputeerde Staten, werden wij in ken- nis gesteld met het schrijven van den Minis ter van Binnenlandsche Zaken, d.d. 20 Janu ari 1936, no. 26316, afdeeling: Ambtenaren- zaken, waarin wordt medsgedeeld, dat, naast aanpassing van het plaatselijk loonpeil, mede hergroepeering der werklieden noodzakelijk is. In deze gemeente bestaan thans voor de gemeente-werklieden slechts 2 loongroepen, n.l. vaklieden en overige werklieden. 'Het is duidelijk, dat hierdoor het verschil in vakbe- kwaamheid tusschen de verschillende werk lieden niet genoeg tot uitdrukking komt. Wij stellen u, in verband met bovenstaande, voor de loonen te regelen als volgt: Loongroep IV22 - 28. Het hiervoor thans geldende loon is 24,37* f 28,27. Voor de korting per 1 Januari 1936 was de loonsehaal 25 - 29. Onder de volledige vaklieden te verstaan den metselaar (C. Hangoor), den timmerman (P. J. Smolders) en den straatmaker (L. de Blaeij Loongroep III: f 20,50 26,50. Thans geldend loion is 22,43 f 26,33. Voor de korting per 1 Januari 1936 Was de loonsehaal f 23 27. Onder de half-vaklieden te verstaan den hoofdman van den reinigingsdienst (E. J. Bakker) en den grafdelver (P. van den Hout). In overeenstemming met de circulaire van den Minister, stellen wij nog voor de toelage aan den hoodman van den reinigingsdienst, 59 bedragende, te doen bestendigen. Loongroep II: f 19,50 25,50. Thans geldend loon is 22,43 26,33. Voor de kiorting per 1 Januari 1936 was dit loon 23 27. Onder de routine-arbeiders te verstaan de werklieden J. A. Adriaansen, W. Dees, G. Faas, J. Harte, A. C. Riemens, C. Meeusen en S. Jansen. Wij vestigen er nog de aandacht op, dat in deze gemeente zeer weinig vaste gemeente-werklieden zijn aangesteld. Bij uitvoering van groote onderhoudswer- ken of nieuwe werken, wordt steeds personeel op arbeidscontract aangenomen, dat na afloop weer kan worden ontslagen. Loongroep I: Arbeiders 18 f 24. iHet is de bedoeling van ons College om, wanneer een arbeider op arbeidscontract wordt aangesteld, deze het loon van die groep te gerven. De routine-arbeiders J. Harte en S. Jansen zijn beiden op hun minimum-salaris werk- zaam en ondergaan bij ongdwijzigde invoering een korting van f 3,50 per week. Wij achten het billijk voor deze arbeiders direct hun eerste periodieke verhooging te doen ingaan met ingang van den datum waar op de voor te stellen wijziging van hoofdstuk VI van de verordening, regelende de jaarwed- den van het personeel in dienst der gemeente Ter Neuizen, d.d. 19 Mei 1921, in werking zal treden. Hieronder volgt een overzicht van de loonen der verschillende arbeiders, waaruit de toe te passen korting blijkt: Bruto-loonen der gemeente-werklieden: op 31/12/35 1/1/36 regeling Korting naar de NieV:wi toestand op 31/12/35 onderwijzeres J. T. d'e Ktaker. Ten einde aan genoemde school het vak nuttige handwerken te kunnen geven, zal het noodig zijn een vakonderwijzeres te benoemen. Met een tijdelijke benoeming kan worden vol- staan, omdat per 1 September a.s. toch een leerkracht zal moeten worden benoemd, om dat odk de heer v. d. Peijl den dienst zal ht.b- ben verlaten en kan dan brj aanvulling der vacature met bovenstaande worden rekenmg gehouden. Op grond van bovenstaande stellen wij ii voor: 1. Aan den heer C. F. Kohler met ingang van een door ons college te bepalen datum eervol ontslag te verleenen als hoofd van de opienbare lagere school A. 2. Te bepalen dat in de toekomst de open- bare lagere school A een school zal zijn met 5 leerkrachten en de openbare lagere school C eien met 3 leerkrachten en deze regeling te bestendigen zoolang de omstanddgheden uit mogelijk zullen maken. '3 Aan den heer A. de Kraker met ingang van 1 Mei a.s. eervol ontslag te verleenen als onlderwij'zer van bijstand aan d'J openbare lagere school A. 4. In diens plaats een tijdelijke leerkracht aan te stellen. 5. Aan mej. J. T. de Kraker met ingang van 1 Mei a.s. eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres van bijstand aan de openbare 5. Herziening bezoldigmg gemeentewerk- lieden. Burgemeester en Wethouders schrijven den Raad: Bij ulw besluit van 14 November 1935 zijn de salarissen van alle gemeente-ambtenaren verlaagd met 2% Deze besli'ssing werd genomen in verband met de aanschrijving van den Minister van Binnenlandsche Zaken, d.d. 4 September 1935, inzake de salarieering van het personeel der lagere publiekrechterlijke organen. In dit schrijven nu wordt o.a. medegedeeld, dat de loonen der gemeente-werklieden in de allereerste plaats behooren te worden getoetst aan den plaatselij'ken loon- en levensstandaard. In het nader schrijven van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, d.d. 7 November 1935, no. 24784, worden nadere richtlijnen ge steld inzake de berekening van deze loonen. De werklieden behooren te worden inge- deeld in vier groepen: vaklieden half-vaklieden routine-afbeiders arbeiders loongroep IV. i. Met het verplicht pensioenpremie-verhaal van 10 kan in zooverre rekening- worden gdhouden, dat het gemiddelde looncijfer van den volledigen vakman in particulieren dienst eerst met 5 wordt verhoogd, om alsdan dienst te doen als het gemiddelde van de Loongroep IV Hangoor, metselaar 29,— 28,27 28,—i 1, p j. Smolders, timmerman 29_ 28,27 28,— 1,— L de Blaeij, straatmaker 29,— 28,27 28,— 1,— Loongroep III: E. J. Bakker, hoofdman v. d. rein, dienst (met toelage) 27,96 27,26 27,46 0,50 P v. d. Hout, grafdelver 27,26,32 26,50 0,50 Loongroep II: J. A. Adriaansen, routine-arbeider 27,26,33 25,50 1,50 W Dees, routine-arbeider 26,— 25,35 24,— 2,— G Faas, routine-arbeider 27 26,33 25,50 1,50 J Harte, routine-arbeider 23,— 22,42% 19,50 2,— Korting 3,50 door toekenning eerste perio dieke verhooging f 1,50 wordt 2, A C Riemens, routine-arbeider 27,— 26,32% 25,50 1,50 C Meeusen, routine-arjieider 24,— 23,30 21,— Korting 3,—. Periodieke verhooging per 1 April 1936. Wedde wordt hierdoor 22,50. en de korting 1'50 S J Jansen, routine-arbeider 23— 22,42% 19,50 2,— als bij J. Harte. In verband met vorenstaande, stellen wij u voor het navolgende besluit te nemen. De gemeenteraad van Ter Neuizen besluit Hoofdstuk VI van de verordening, regelende de jaarwedden van het personeel in dienst der gemeente Ter Neuzen, 19 Mei 1921, zooals die nadien is gewij'zigd, wordt gelezen als volgt, zulks met ingang van 1 Mei 1936: Van de werklieden: Artikel 17. De werklieden worden onderscheiden in: vaklieden loongroep IV. half-vaklieden nI- routine-arbeiders arbeiders

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 6