Feuilleton-vertellingen
Kunst.
Gemengde Berichten
BRABANTSCEE BRIEVEN.
OUDE VROUW VAN HAAR
SPAARDUITJES BEROOFD.
VeereVrouwepolder een verbeteringsplan is
gemaakt, doch dat de paging om uit het werk-
fonds daarvoor gelden te krijgen is mislukt.
Vender dat op den weg Middelburg—Vlissin-
gen all een op het deel tusschen Soubiurg en
Vlissingen nog geen rijwielpad is aangelegd.
Verder dat de weg Anna JacobaSteenber-
gen een rijksweg is en ook op Zeeuwsch ge-
bied in orde zal worden gebracht, hij staat op
bet plan der urgente wegen. Voor den weg
SluisDraaibrug is geen geld van het rpk
gekregen voor een rijwielpad, doch wel voor
den weg Sluis-grens. Van den weg Walsoor-
aenHulst-grens, zijn de plannen van het rijk
reeds gereed, doch voor den weg Zaamslag-
sohe veerweg Axel-Hulst is alleen nog mede-
werking van de gemeente Zaamslag bekend,
deze weg door te trekken naar Sluiskil, zal
wel afstuiten op het feit, dat men reeds over
het aantal K.M. van het wegenplan heen is.
De weg HoedekenskerkeGoes is ten deele
reeds verbeterd. Het wegwerken der traverse
in Hoedekenskerke en 's Gavenpoider zal op
de kosten afstuiten. De weg BurghWesten-
scbouwen krijgt een kruinbreedte van 11 M.
en een wegbreedte van 5 M.
Op opmerkingen van den heer VAN GOOR,
van de K.N.A.C. zeide de heer VAN LEEU
WEN, dat men Zeeland ten opzichte van de
rijfcs- en de provinciale wegen niet kan ver-
gelijken met andere provincies. Men gaat wat
betreft de maatregelen voor de veiligheid op
de wegen voort met het plaatsen van mist-
paaltjes enz. Over de lintbebouwing wilde
spr. niet veel zeggen in afwacbting van de
wet ter zake. Het nieuwe wegenreglement in
Zeeland houdt wel degelijk rekening met de
algemeene wenschen en gebruiken op dit ge-
bied.
De VOORZITTER wees in dit verband op
de oprichting van de Vereeniging „Het Zeeuw-
scbe Landschap", die als eerste punt op haar
programma heeft den strijd tegen de lintbe
bcvuwing. Spr. wekte op tot die vereeniging
toe te treden.
De beer TEN HOPE vroeg nog het rijden
op den weg MiddelburgVlissingen buiten de
rijwielpaden te verbieden aan wielrijders en
op het deel zonder rijwielpad het rijden met
drie of vier personen naast elkaar tegen te
gaan.
Op vragen van hem antwoordde de heer
VAN LEEUWEN, dat de weg Ter Netuzen-
Sas van Gent een rijksweg is, maar dat de
genoemde veiligheidsmaatregelen, nl. verhoo-
ging van bet wegdeel langs het kanaal en
plaatsen van mistpaaltjes zeker aan te be-
velen zou zijn. Ook de weg GoesWolphaarts-
drjksche veer is thans rijksweg, een bestrate
bocht daarin kan bij nat weer zeker wel wat
glad zijn. Op verbetering is wellicht aan te
sturen, evenals op het korten van een haag
op een andere bocht in dien weg.
De beer MOL bepleitte den aanleg van een
polderweg op St. Philipsland in afwacbting
van den nieuwen rijksweg, maar volgens den
heer VAN LEEUWEN zal de betrokken pol
der daartoe nimmer overgaan. De rijiksweg
aal een goede verbetering zijn en er binnen
drie jaar zeker zijn.
Waterwegen
Deze gaven geen aanleiding tot bespreking.
Autobusdiensten.
De beer TEN HOPE vroeg tegen te gaan
dat in Goes autobussen goederen, zelfs vee
tagelijk met menschen vervoeren.
De VOORZITTER zeide, dat ook de bur-
gemeester van Goes daarop reeds de aandacht
van Ged. Staten heeft gevestigd.
Luchtvaart.
In verband met de inkrimping van de dien-
s»en der K.L.M wekte de VOORZITTER
krachtig op de Zeeuwsche luchtlrjn te blijven
aterunen.
De heer DORIE wees er op, dat bij een
tocht EindhovenAmsterdam maar 1,50
voor RotterdamAmsterdam wordt betaald
e» bij een tocht van VlissingenAmster
dam 3.
De heer GAST, vertegenwoordiger der
K.X.1M., zeide, dat men bij de K.L.M. niet
alleen rekening houdt met de aantal gevlogen
KiM., maar ook met de kosten op een bepaald
treject bij reizen per spoor.
De VOORZITTER meende, dat de K.L.M.
toch goed zal doen haar tarieven te bestu-
deeren. Nu betaalt men van Vlissingen retour
Den Haag 12,80 per K.L.M. en 9,60 eerste
klasse trein.
Post- en goederenvervoer.
Dit gaf geen aanleiding tot besprekingen,
doch bfl de rondvraag drong de afgevaardigde
van Handelsbelangen te Goes er nog op aan,
dat Ged. Staten zullen trachten in alle ge-
ineenten van Zeeland een gelijke regeling te
ver,krijgen voor bet" mogen laten staan van
onverlicbte auto's.
Met dank voor aller opkomst en de aan-
gename wijze van behandeling der verschil-
iande kwesties sloot de VOORZITTER de ver-
gadering.
ren en alle passagewerk zeer vergemakkdijkt
werd en sedert de groote uitvinding van
Adolphe Sax, de saxhoom en saxofoon, is de
belangstel'ling ook in de kringen der compo
nisten wakker geroepen en zijn in den loop der
jaren veel waardevolle composities voor deze
orkesten verschenen.
Daarbij komen de tallooze goede arrange-
menten van werken van groote componisten,
die in harmonie- of fanfarebezetting ook uit-
stekenid kiiriken, mifcs zij met de noodige mu-
zikaliteit en niet dan na degelijke voorberei-
ding onder deskundige leiding worden uitge-
voerd.
Na een uitvoerige omschrijving van het
klankkarakter der verschillende blaasinstru-
menten en van de artistieke mogelijkheden,
welke zij den hanmonde- en fanfare-orkesten
verscbaffen, geeft de schrijver toe, dat lang
niet alle muziekkorpsen muziek maken, die de
moeite van het aanhooren waard is. Er is ook
hier.kaf onder het koren, maar mede door het
c-oncourswezen, de steeds beter wordende lei
ding en de geheele evolutie, die de beoefening
der harmonie en fanfaremuziek doormaakt, is
de gemiddelde prestatie toch op een peil ge-
komen, dat de voile waardeering verdient van
ieder, die voor muiziek gevoelt, zeker van hen,
die in het actief musiceeren door dilettanten
een voomamen factor zien voor de muzikale
cultuur van een volk als geheel. Wiant dit is
toch de eenige manier am binnen te treden
in het rijk der toonkunst: zelf een instrument
besipelen.
Wanneer men, hoe dan ook, zelf muziek
maakt, kan men pas de prestaties van ande-
ren waardeeren. Eerst wanneer men zelf aan
de uitivoering van een gnoot werk voor orkest
heeft meegedaan, weet men, wat het zeggen
wil, een min of meer bevredigend resultaat te
verkrijgen. Dan gaat men beseffen, wat er
voor noodig is geweest zoo'n werk te ,,beden-
ken" (componeeren) en men krijgt respect
voor den dirigent die in den chaos van noten
den weg weet en in staat is een duldelijk en
mooi klankbeeld uit bet orkest op te roepen
Er is ook een sociale kant aan de beoefe
ning van deze orkestrale muziek, welke vooral
tot uiting komt op het plattedand. Wat zou
er van de openbare feestelijkheden terecht-
komen, wanneer er niet waren de plaatse
lijke muziekkorpsen, om ze op te luisteren met
hun vroolijke of plechtdge muziek, al naar de
behoefte van het oogenblik? Het is dan ook
verheugend te constateeren, hoezeer deze har
monie- en fanfaremuziek dan wordt gewaar-
deerd en boe, vooral op kleine plaatsen, de ge
heele beivolkimg dan met „haar" muziekcorps
meeleeft.
Zoo zijn er redenen te over om de aandacht
te vragen voor onze harmonie- en fanfare-
corpsen, die een stuk volksmuziek vertegen-
woordigen, dat zeker equivalent is aan den
koorzang, waaraan tienduizenden actief deel-
nemen en waarvan een niet te sehatten aan
tal personen op bun wijze genieten.
HARMONIE- EN FANFAREMUZIEK.
In bet tijdschrift Musica breekt Andre een
Una voor de hamonie- en fanfaremuziek,
welke hij beschouwt als een cultureelen fac
tor van beteekenis, vooral in dezen tijd van
mechanisatie.
Na eenige verouderde opvattingen, betref-
fende deze muziek te bebben weerlegd, be-
toogt de schrijver, dat niet iedereen aanleg
an talent genoeg heeft, om een virtuoos te
worden op een instrument, waarop men veelal
solo speelt. Niet een ieder kan de dure en
Jangdurige piano- of vioolstudie beta!en, om
aan zijn behoefte om muziek te maken tege-
moet te komen. Voor bem ligt, zoo hij de ge-
schiktheid daartoe heeft, de weg van de har
monie- of fanfaremuziek open. Leert bij een
houten of een koperen blaasinstrument behoor-
lijk bespelen, dan kan hij een gewaardeerde
kracht in zulk een orkest worden en volop
musiceeren tot eigen en anderer genoegen.
De harmonie- en fanfaremuziek biedt daar
toe een gelegenbeid, die door duizenden in
den lande wordt aangegrepen, getuige bijvoor-
beeld het feit, dat er in ons land ongeveer
2200 muizekkorpsen zijn. Het gezamenlrjk
ledental van deze muziekcorpsen mag veilig
geschat worden op 50 60.000 en het aantal
personen, dat alleen reeds uit dien hoofde
belang stelt in bet harmonie- of fanfare
muziek, zal waarlijk niet gering zijn.
De blaasorkesten hebben lang in de ver-
drukking gezeten, niet alleen wat de publieke
belangstelling betreft, maar ook wat de be-
langstelling van de groote componisten aan-
gaat. Nochtans scbreef b.v. Mendelssohn
Bartholdy een paar zeer mooie werken voor
karmonie-orkest. Sedert den grooten voor-
xitgang, die er in de beoefening der harmonie-
ea fanfaremuziek is gekomen door de uitvin
ding van de z.g. pistons op de koperen blaas-
tnstrumenten, waardoor deze cbromatisch
werden, in alle toonaarden te gebruiken wa-
Ulvenhout, 17 Maart 1936.
Menier,
In 't end van 't
ouwe jaar of
was 't aan bet be
gin van't nieuwe?
heb ik oe er al
iets van geschre-
ven: ons veertig-
jarige in den aan-
staanden Met
Daar gaan dagen
om, dat wjj er nie
over spreken, Trui
en ik, maar daar
drupt geen minuu-
tje weg, of we
denken eraan.
Want ja, de kinders komen allegaar af;
zelfs verwacbten wij ons Paula, die in geen
jaren thuis is geweest. (Zij is nonneke in 'n
klooster btj Brussel, ziet ge.)
Natuurlijk; oew gedachten zijn altij veul bij
de kinders!
De tijen zijn moeilijk en ze zijn slecht. ,,Wie
mee pek omgaat, wordt er mee besmeurd,"
zegt 't spreekwoord!
En met den ttjd m6et ge wel omgaan, als
ge geenen kluizeneer zjjt, als ge 'r dus mid-
denin staat.
Dus de moeilijkhedens en de rest, afijn,
ze zijn de pek, de kleffe, de strooperige vullig-
beid, die, nouja
Ge verstaat.
En zoo zijn oew gedachten nog straffer bij
oew kinders! Dus, vaneigens, ook bij de fees-
ten van Mei, want dan zal ons groote tafel
weer 'ns dagenlang „vol" zijn.
Daarom: al wordt soms in dagen nie ge-
sproken over de gebeurtenis, den mensch
zwijgt geren over dingen die in bem woelen,
ons gedachten zijn er geen telleke af.
Alles beeft ook veul, veul meer beteekenis
gekregen. 'Nen brief! Da's iets in deuz
mannden. Eenen uit Amsterdam, eenen uit
Brussel, ja eentje uit den Ouwenbosch, van
ons baaske, 't zijn stuk voor stuk blommen,
die openspringen in den feestelijken boekee
van ons gedachten.
Paschen 't is van evenveul gewicht lijk
veertig jaren geleden! Want 't is weer 't end
van den grooten Vasten, waama de bruilofts-
feesten gaan beginnen, voor ons!
En zoo was ook den aanvang van 't vasten-
tjj, al 'n heel bezonder iets van 't jaar.
Vooral voor mijnen, toeteloeris.
Want't was bet sein voor den grooten
schoonmaak!
En ge verstaat: die is van 't jaar van dub-
bel gewicbt.
Daar moet ik oe 'n ampart vertelsel van
doen. Kunt ge zien, boe die vrouwen, boe oud
ze ook zij n, nog vol streken en vol stlekum-
men trots z(jn.
Veertien dagen gelejen, den Vasten was
sjuust begonnen, kwam ik 's avonds van den
akker. 'k Had groentes uitgedaan voor den
anderen dag, voor m'n klantjes
't Was koud, veul koud! Heel Maart staat
als 'nen venijnigen Noordwester in de velden
die de klieven in oew vel doet springen.
Ik ging rap op huis aa.n. Greet! Graag!
Fel op m'n eigen nest, waarin de plattebuis
zou snorren, waar 't naar den warmen koffie
zou geurenWaarons groote feest
wemelt op 't zwartsel in donkere hoekskes
naast de scbouw, boven de mooie kast en ieve-
rams, waarin ge zoo lekker peinzen kunt.
Als ik op den erf kwam, hing daar al de
stilte van 'n winteravond.
Alleen uit de staldeuren scbemerde nog
gele licht van de stallanteerns. Daar waren
ze dus nog bezig. Ik docbt met het afvoeie-
ren van de beesten. Maar geen geruchtje was
te hooren ,dan 'n stamp van de runders, als
ze overbnd kwamen uit 't krakeride strooi.
'Nen lesten glimp zilver streepte aan deP
Westerender nog sjuust te zien tusschen 't
kleine stalleke en den notenleer. Voor de
rest was den hemel zoo dicht als 'nen pot.
Na de spullen geborgen te bebben, hier en
daar wurvels en grendels voorgescboven, na
in den stal efkes vlucbtige inspectie te heb
ben gehouwen, dee ik de blinden voor de raam,
verlangend naar m'n hoekske onder de
schouw, waar ik al veertig jaren mijnen rust
vond, na veertig jaren arbeid in d'akkers.
ja, 't krijgt allemaal beteekenis deuze
dagen
Maar genoeg. Trui!
'k Zag dalijk: daar is iets mee heur! Ze
was, ze was, ze was 'n tikske te vrindelijk
voor haren doen.
„Veul kou g'ad, Dre?"
,,Nou, Trui, daar op die vlakke akkers
„Ga maar gauw zitten! 'k Heb de platte
buis lekker rood staan. Neee, stik nou al
gin pijp aan! Hier drinkt eerst dit warme
bakske 's uit".
En zoet, zoet amico, dieen koffie
Nou bad 'k zekerheid; daar whs iets.
Ze brocht me de krant, schcnk nog 'n baks
ke in en ging toen ook zitten. Ik pakte weer
m'n pijp, maar toen lichtte zij heuren boven-
rok op, grabbelde in den zak, die daar altij
aan twee banden om heur heupen bungelt en
gaf me 'n nieuwe, 'n mooie pijp.
Nou, eerlijk gezegd, die kwam van pas!
M'n ouwe was wijd op!
„Verdorie, Trui da's goeie". Ik wreef 'm
nog 'ns op en maakte bijna zonde van deus
blinkend, mahoniekleurige pijpke te gaan
gebruiken. 't Spiegelde heelegaar! 'n Lekker
breed mondstuk, 'nen kop als ik geren heb,
locht in den mondik stond op. ,,Ge zijt
uit oewen siof gescboten, toeteloeris, kom
hier......"
(Rest prive, maar in den feestboeSee sprong
weer 'nen schoonen knop los.) Vooral toen
ze zoo ineenen zei: „nog zeuven weken,
Drd!"
Ik liet heur los, sprong omhoog, met m'n
pijpke als 'n overwinnings-trofee in de hand
en riep: „dan vieren me de veertigjarige, dat
er de spanen afvliegen!"
Nou, ge verstaat: daar wierd over niks
anders meer gesproken. Wat we alweer
dagen verzwegen hadden, in zwellender krop,
kwam los.
Eindelijk zei ik: „Waar zijn ze gebleven...
veertig jaren... Trui, als ik zoo rondkijk, deur
m'n huiske, 't is of ik er pas mee jou binnen-
stapte". Ik droomde nog wat verder voor
m'n eigen hardop: „en wat is er toch veul
gebeurd ookons kinders, onsklein-
kinderkensons Paula, terug uit de Mis-
sie; onzen Dorus, weduwmanwat wor-
ren we oud, oud Trui. Ons ouweluikens dood,
ooms en tantes weg, juliien Jan, ons Kee... de
tijen hebben nie stil gestaan, wefke!"
De klok tikte, tikte. Tikte weg den tijd,
in krumelstukskes door de stilte Van den
huis, waarin alleen t suizen van den water-
ketel te hooren was.
,,En 't is Trui, 't is: of ik nog pas hier bin-
nenstapte mee jou en tochveertig jaren...
we zijn lillijk over de helft, toeteloeris
,,Ge kunt anders deksels goed zien, dat wij
hier veertig jaren hebben rondgesjokt, zeg!"
snapte Trui., En met 'n trek van afkeuring
om beuren mond keek ze door den huis. Vlak
bjj m'n voeten bleven heur oogen op den rond-
gang steken. Ik keek ook 'ns.
Oem, 'n paar kapotte plavuizen
oem, bedoelt ze 't z6o
Ze zweeg even. Ik trok aan m'n nieuwe
pijpke. Blaasde wat smook voor de scheuren.
Toen eindelijk: ,,mooi ee?"
,,'n Pracbtig pepke, Trui!''
„Ik bedoel, dieen gescheurden vloer,
potd...!
„Nou, mensch, maakt oe nie zoo dik! Da
zal 'k laten repareeren, natuuriyk!"
,En dan denkte gij, da ge 'r mee klaar zijt,
zeker?"
„Oem, 'k zal denken wa 'k wil".
Toen sprong ze op, amico, liep naar 't op-
kamerke en schudde aan 't leuninske van den
trap.
Nou, onder ons, dat stond erg zwak, amico.
„Stond", ja, want Trui schudde nog 'ns en
toen hield ze 't beele paalje in de hand, ter-
wijl ik sjuust gezegd had: „daar slaan we
wel 'nen spyker in".
Ze hield 't paatje vlak voor m'n neus. Zo6
dicht, da'k onwillekeurig m'n hoofd achteruit
trok.
„Mokte da mee 'nen spijker goed
vroeg ze.
Mensch, gaat mee da paaltje by m'n boofd
weg; dadeiyk stoot ge 'r den lesten tand uit!"
Toen ging ze, gedank, weer zitten, zette 't
paaltje naast den stoel.
„En kekt da verfwerk 'ns aan! Kaal, kaal
as 'n luis. De durpelsOf ze nooit verf
gezien hebben!"
Ik zweeg. Wou iets zeggen. M'n oog viel
op m'n nieuwe pijpkeik zweeg.
,,Ik schaanl me veur ons kinders! Veural
veur d'aangetrouwden...!" (Ze begost op m'n
geweten te werken). „En veur m'n eigen
familie, die altij gedocht hee, da'k 't zoo goed
had
Nou gq, amico!
,,En m'n muren?"
,,Die zien er nog net zoo goed uit, as mijn
muren", zei ik.
En da bovenlieht? Al twee jaren zit ik
teugen die barst aan te kijken!"
,Had da nou eerder gezeed, wijf, dan badden
wij van plots verruild! Ik zit er mee m'n
gewitwel naar toe!"
„Veur 't lest! Wordt de boel gerepareerd,
gescbilderd en gewit ,of mot ik op mijnen
trouwdag veur scbandaal staan Of motten
we ons huiske as veurbeeld kunnen stellen aan
kinders, familie en kermissen".
zg de leegstaande woning boven haar etage
wild en huren, tijdens haar afwezigheid de drie
door haar IbeWoonde kleine vertrekken door-
zocht, waarbij hun aandacht al zeer spoedig
gevestigd moest zijn op de kachel, aangfezien
deze door een deken was afgedekt.
Behalve het geld hebben zij ook nog een
gouden sieraad meegenomen.
De bes.tolene heeft de vermissing reeds in
het begin der vorige week ontdekt, doch pas
eenige dagen later aangifte gedaan, zoodat er
weinig kans is, dat zij ha,ar bezittingen zal
terug zien.
SLAAPMIDDEL ONTPLOFT.
In een chemisohe fabriek te Grindsted in
Jutland is een mengsel voor een slaapmiddel
ontploft. De zware vijzel, waarin het slaap-
poeder werd vervoerd, vloog als een projec-
tiel door de lucht en doorboorde de betonnen
zoldering van het lokaal. Drie personen wer
den zwaar gewond.
,,Trui, windt oe nie zoo op! Anders loop
ik nog gevaar van alleen de veertigjarige te
motten vieren. Maar lustert goed naar twee
dingskes:
1°. Daar wordt geschilderd, gewit, gerepa
reerd, kortom: alles wordt vemieuwd!"
,,En ten tweede, Dr6?"
„Ten tweede Trui, is ditte 'n verroest
duur pepke!"
Of denkte gij er anders over, amico?
Kom, ik schei er af. M'n velleke is stamp-
vol en ge hoort er nog veul meer van!
Veul groeten van Trui en as alty geen
haarke minder van oewen
toet a voe
DRe.
Dat een oogenschynlijk goed gekozen berg-
plaats voor een geldschat soms weinig waarde
heeft, is de bibtere ervaring geweest van een
70-jarige vrouw die geheel alleen op de boven-
verdieping van een perceel in de Korte Hout-
straat te Amsterdam woont en haar spaar-
duitjes ten bedrage van ruim /700 verstopt
had in een kachel, die nooit gestookt werd.
Waarsiohijnlijk hebben twee tot dusiver onbe-
kend gebleven personen, die de vrouw op het
Waterloopletn, waar zij sigaren verkoopt, bad
den aangesproken onder het voorwendsel, dat
VV'OL VENPLAAG.
In de streek van Gorki heeft de platte-
landsbevolking zeer te lijden onder de aanval-
len van troepen hongerige wolven, die zelfs
by klaarlichten dag de doipen binnendringen.
In een der dorpen zijn vijftien bewoners door
bonderden der ondieren aangevallen en ge-
dood.
GRIEPEPIDEMIE TE HELSINGFORS.
In Helsingfors heerscbt een uitgebreide
griepepidemie. Zonder overdrijving kan ge
zegd worden, dat de belft der bevolking ziek
ligt. De meeste scbolen zijn gesloten. De
ziekenhuizen zijn overvol, en kunnen geen
nieuwe patienten meer opnemen. Het bedrijfs-
leven heeft zeer onder de epidemie te lijden.
De banken bebben bijna de helft barer loket-
ten moeten sluiten wegens gebrek aan ar-
beidskrachten. De tram rydt zonder bijwagens
daar verscheidene bonderden conducteurs ziek
zijn.
Intusscben zijn de meeste griepgevallen van
licbten aard.
TRAM RIJDT OP POLITIEMANNEN IN.
In een der boofdstraten van Bogota (Co
lumbia) is 'n tramwagen op een groep politie-
agenten ingereden. Volgens ooggetuigen gaf
de bestuurder geen signalen; de wagen kwam
eerst tot stilstand, toen 20 agenten waren
overreden of aangereden. De tram moest
worden opgevijzeld om een deel der slacht-
offers te kunnen bevrijden.
Andere agenten, die na het ongeluk kwa
men toesnellen, wilden den bestuurder te lpf
gaan, doch een officier voorkwam erger. De
bestuurder verklaarde, dat by de voor hem
marcbeerende mannen niet had gezien door
de weerkaatsing van het licht binnen in den
wagen. Hij en de conducteur zpn ge-
arresteerd.
VIJFHONDERD MENSCHEN VERBRAND.
In China bebben twee branden gewoed
een in een theater te Toelioetsjen en een aan f
boord van een jonk die buitengewoon
noodiottige gevolgen hebben gehad. In totaal
zyn bij beide branden circa vijfhonderd per
sonen om bet leven gekomen.
De theaterbrand was te Toelioetsjen, dat
op circa dertig kilometer afstand van Tient
sin is gelegen. Hij eischte ongeveer 220
dooden, terwijl het aantal gewonden nog niet
kon worden vastgesteld.
De oorzaak van den brand is niet bekend.
De schouwburg was geen permanent gebouw,
doch bestond uit een geraamte van bamboe-
stokken dat bedekt was met matten. De voor-
stelling was juist aan den gang, toen de
brand uitbrak. Het theater was tjokvol bezoe-
kers, waaronder een paniek ontstond toen de
vlammen zich met razende snelheid in het
brandbare materiaal voortplantten. In weini-
ge seconden was de geheele toeschouwers-
ruimte een ziedende vuurzee, waaruit naar
alle zijden de bezoekers in doodsangst vlucht-
ten. Velen hunner werden in het angstwek-
kend gedrang, onder de voeten geloopen en
kwamen op die wijze om bet leven. Boven-
dien steeg bet doodencyfer van de ramp nog
aanzieniyk doordat vele menschen, die met
brandende kleeren uit het theater badden we-
ten te ontsnappen, zich in de vlak langs het
theater stroomende rivier stortten en daar de
verdrinkingsdood vonden.
De tweede brand, die een nog grooter aan
tal dooden eischte, brak uit aan boord van
'n jonk die zich tusschen Honkong en Joeh-
tsjeng bevond. Het vaartuig vervoerde een
groot aantal pelgnms, van wie er in de vuur
zee driehonderd om bet leven zijn gekomen.
Het meerendeel der slachtoffers bestond uit
vrouwen en kinderen.
OPTOCHT VAN DEN VETTEN OS.
Te Parijs is, meldt bet „Handelsblad", een
oude traditie, welke jaren lang niet meer
gevolgd werd, in eere hersteld: de optocht
van den vetten os. Het ,,Comite du Boeuf
Gras" beeft Jeanjan een feeststoet laten
samenstellen vol humoristische tableaux, wel
ke eenigszins aan een carnavals-optocht doet
denken, en welke de Parijzenaars beden in de
voomaamste straten van het centrum van
bun stad zullen kunnen toejuichen. De stoet
begint met een groep soldaten in uniformen
van alle tijden, soepterrines dragend; dan
volgen de soepgroenten: prei en kool. Een
rookende os, in zyn geheel gestoofd, wordt ge
volgd door wandelende uien, tomaten en een
olie- en azijnstel. Er komt dan een groote
kar met een reusacbtigen ketel erop, waarin
een geheel rund wordt gebraden, een zeeroo-
verscbip met zwelgende piraten, een kinder-
wagen met een mansgroote wynflescb, de
,zeven magere koeien", de „boeuf snr le
toit" „la vacbe enragee" en tenslotte de
praalwagen van den vetten os. Zooals men
ziet een soort camavalsoptocht, waarin ook
zinspelingen op actualiteiten voorkomen men
ziet byvoorbeeld een uiterst verzwakte pa
tient op een draagbaar voorbij torsen: „la
Bourse"
De boeuf gras" 1936 heet „Thibault" en
weegt 1190 kilogram. Het zal zijn taak zijn,
zyn opwacbting te maken bp den president
van het parlement van Parijs en verder het
volk van Parijs tijdens den optocht van be-
wondering te vervullen voor den omvang van
zijn taille.
De traditie van den optocbt van den „boeuf
gras" schijnt al terug te gaan tot het oude
Egypte. Het feest van den vetten os viel in
den tijd van de Pharao's ongeveer samen met
de komst van de lente, zoo ongeveer ons
Paschen. Het feest was in dien tijd zeer bloe-
dig: jongelingen vertoonden de kunst" een os
met 6en enkelen dolksteek te dooden. De Gal-
liers namen dit feest van ossenslachten over
en verbonden er allerlei spelen en vermaken
aan. Later namen de slagers de leiding van
de feestelijkheden en werd het gewoonte het
volk de mooiste exemplaren van bet slacbtvee
te vertoonen.
In de 18e eeuw werd een kind aangewezen
om, gekleed in een koninklpk costuum, de ver-
makelijkheden te presideeren. In dien tpd gaf
men den optocht het doel dat thans weer zal
gelden; men leidde den vetsten os naar het
paleis van den president van het parlement
van Parijs, bij wijze van betuiging van eer-
bied, waarop de presidenten in dien tyd erg
gesteld schenen te zijn. De resolutie deed den
vetten os uit Parijs verdwijnen maar in Fe-
bruari 1805 herstelde Bonaparte bp decreet
dit feest, dat echter meer verliep en tenslotte
niet meer gevierd werd. Heden zal men echter
een poging wagen het oude gebruik te her-
stellen.
UNCLE SAM, DE MODERNE MIDAS.
Nu de goudvoorraad van de Amerikaansche
schatkist sinds kort tot meer dan tien milliard
dollar is aangegroeid, kan Uncle Sam als de
gelukkige bezitter van de helft van bet in de
wereld aanwezige goud worden beschouwd,
aldns meldt de United Press. De National
Geographie Society heeft eenige vergelpkingen
opgesteld om te doen uitkomen, wat een ge-
weldige hoeveelheid goud tien milliard dollar
eigenlijk is een bedrag, dat wel nooit eer
der in het bezit van een enkele regeering ge
weest zal zijn.
De Inka Atahuallpa, zoo voert de National
Geographie Society o.a. aan, bracht de wereld
in verbazing door zijn rpkdom aan goud, toen
hp den Conquistador Francisco Pizarro zijn
vrpheid trachtte af te koopen, door een ver-
trek van 20 voet lengte en 20 voet breedte
tot manshoogte met het gele metaaLte vullen.
De huidige goudvoorraden van Amerika ech
ter zouden een kubus, wanrvan de zpden 36
meter lang en breed zpn, kunnen vullen, d.i.
een huis van twaalf verdiepingen. Deze mas-
sieve kubus zou uit 715.000 gouden tegels,
ongeveer ter grootte van een gewone tegel,
bestaan .waarvan elk 400 ounces (1 ounce is
24.6 gram) zou wegen en een waarde van
14.000 dollar zou vertegenwoordigen.
Als men dit goud zou gebruiken om er een
straat met een vierduims luxe-wegdek van te
voorzien, dan zou het toereikend zijn om een
16 voet breeden dubbelen rpweg van New-
York naar Chicago, een derde van den weg
dwars door bet Noord-Amerikaansche conti
nent, mee te plaveien.
Deze goudscbat wordt uiteraard met de
grootste zorgzaamheid, bewaakt, dichtbp
Fort Knox in Kentucky, bijna duizend kilo
meter van de kust verwpderd, wordt thans
een ware vesting van staal en beton gebouwd,
waarin een groot deel van bet goud in hyper-
moderne, inbraakvrije stalen kluizen zal wor
den ondergebracht, bewaakt door de nieuwste,
gemotoriseerde cavalerie-eskadrons van bet
fort. Een ander deel van de goudvoorraden
is van San Francisco naar Denver overge-
bracbt, dus eveneens diep naar het binnen-
land, watat ofschoon het gevaar voor een
invasie niet meer dan denkbeeldig is, wil de
Amerikaansche regeering toch liever niets
riskeeren.
De National Geographie Society verklaart
dat het onmogelpk is, met juistheid bet be
drag van het in de wereld beschikbare goud
vast te stellen. De gouden munten en goud-
reserves, die in verschillende landen als dek-
king van de valuta dienen, beloopen in totaal
633.400.000 ounces; waarscbpnlpk is er een
zelfde hoeveelheid goud in den vorm van gou
den sieraden, vullingen in tanden en kiezen,
kerk-, moskee- en tempelomamenten, blad-
goudversieringen en -letters, alsook van parti-
culiere goudschatten in de wereld verspreid.
Vooral in Britsch-Indie bevinden zich nog on-
metelijke goudschatten, die de fabelachtige
rijke Indi-sche vorsten in den loop der eeuwen
hebben vergaard. Het meerendeel van bet
goud, waarover de wereld thans beschikt, is
in den lateren tijd geproduceerd. Zuid-Afrifea
produceerde in 1935 9.900.000 ounces, Sov-
jet-Rusland 3.900.000, Amerika 3.3000.000 en
Canada 3.000.000.
EEN BEZOEK AAN 's WERELDS
GROOTSTE EN MODERNSTE
ZIEKENHUIS.
Men sohrijft uit Lois Angeles:
Het is onize bedoeling in dezen brief iets te
vertellen over het County Hospital" of „Ge-
neral Hospital" te Los Angeles. Wp hebben
reeds vele uren in dit ziekenhuis vertoefd, dat
naar men beweert, niet alleen bet grootste,
doch, wat de inrichting betreft, ook het mo-
dernste ziekenhuis ter wereld is.
Wiij kunnen dit natuurlijk niet nagaan, maar
wel weten we, dat hoe vaker wp deze reus-
aehtige ,,stad der zieken en lpdenden" bezoe-
ken, hoe meer het tot ons doordringt, welk
een verbazingwekkenden vooruitgang de me-
disohe wetenschap in de laatste jaren heeft
gemaakt. Dit monumentale ziekenhuis kan
men beschouwen als een voorbeeld van wat
men op het gelbied der modeme ziekenverple-
gimg heeft bereikt en wij kunnen niet nalaten
eenige interessante bijzonderheden betreffen-
de dit hospitaal te geven.
iDe plannen voor het gebouw zpn in 1922 ge
reed gekomen. Het was echter 1927 voor dat
men met den bouw er van began. Zes jaar
later, den 12en December 1933, werd het zie
kenhuis officiecl geopend en reeds na enkele
weken waren er honderden patienten ter ver-
pleging opgenomen. De (bouiwltosten van bet
gebouw beliepen 13 millioen dollar (zegige en
schrijve 13 millioen dollar) en ongetwijfeld
hebben de moderne meubileering en de medi-
scbe inrichting eenizelfde bedrag gekost. Het
hoofdigehouw is 19 verdiepingen hoog en het
eigenaardige er van is, dat alle ziekenzalen,
groot en klein, ramen naar buiten hebben. De
vloeren van deze negentiem verdiepingen heb
ben een gezamenlijke oppervlakte van niet
minder dan 31 acres, welke geheel belegd is
met het zoogenaamde ..battleship linoleum".
In totaal heeft men plaats voor ongeveer 4000
patienten en tijdens ons bezoek waren er 3000
ter verpdeging opgenomen. Op de 15e verdie-
ping bevinden zich 16 groote, naar de eischen
des tp'dis ingerichte operatiezalen, alsmede een
groot ,,operatie-ampitheater", waar 200 stu-
denten, die daar aanschouiwelpk onderwps
ontvangen, plaats kunnen vinden.
Aan het ziekenhuis zijn 750 doktoren en
1650 verpleegsters verbonden, terwpl het ge
heele dienstdoende personeel bestaat uit 3500
mannen en vrouwen. De voeding en verzor-
ging van al deze menschen, patienten en per
soneel is een probleem op zich zelf, maar ook
op dit gebied beschikt men over moderne mid-
delen. De keukens hebben een vloeropper-
vlakte van meer dan een acre en ondanks het
feit, dat er iederen dag 10.500 schoteis moeten
worden opgedischt, bereikt het voedsel de leden
van de groote ,,huishouding" binnen 15 minu-
ten, nadat bet de keuken heeft verlaten. In
deze ,,stad der lijdende menschheid" huldigt
men trouwens een bewonderensiwaardig sys-
teem, dat bovendien met feillooze zekerheid
werkt.
De kennismaking met den geneeskundigen
staf en met de verpleegsters was van zeer
aangenamen aard en leidde er toe, dat de
hooge dunk, dien wij van den vooruitgang
van de medische wetenschap en van de zie-
kemverzorging reeds hadden, nog versterkt
werd.
Dit monumentale ziekenhuis is hiervan een
schitterend voorbeeld.