1
■i mm,
Gemengde Berichten
Dam- en Schaakrubriek
Feuilleton-verlellingen
ma, wm, i
DAMMEN.
BRABANTSCHE BRIEVEN.
SCHAKEN.
wm, a f
y/z mm
i WW.
HET 23ste.
De petroleumventer C. Vork te Noorden
(gem. Nieuwkoop), heeft aangifte gedaan van
de geboorte van het 23ste kind.
Het merkwaardigste is zeker wel, dat alle
kinderen nog in leven zijn. Van de 23 spruiten,
waarmee het gezin thans is gezegend, zijn er
8 gehuwd of buiten de ouderlijke woning in
betrekking, zoodat men dagelijks met 15 kern-
geteonde kinderen om den disch geschaard zit.
TRACrlSCHE STERFGEVALLEN.
Bij de familie H. te Merkelbeek (L.) deed
zioh een droevig voorval voor. De echtge-
noote van H., die invalide mijnwerker is, lag
op sterven. Een tante, die aan het sterfbed
Stand, za/kte plotseling ineen, door een beroerte
getroffen, en stierf op hetzelfde oogenblik. In-
middels overleed ook de stervende.
EEN OVERVAE OPGEHELDERD.
Het vordge jaar werd ten huize van een
landbouwer te Diepenveen een overval met
berooving gepleegd door drie personen; de
aanvallens moesten terugdeinzen. Een der
aangevallenen werd door een van de indrin-
gers met een gummistok bewusteloos gesta
gen. De marechaussee te Deventer en de ge-
meentepolitie te Diepenveen lieten niets na
om de aanvallers op te sporen; hetgeen ook
eindelijk gelukt is. Men heeft thans gearres-
teerd drie Deventenaren, de gebroeders v. d.
H., en zekere F., peraonen tusschen 20 en 30
jaar. Zij hebben bekend den overval te heb-
ben gepleegd benevens elf diefstallen met in-
braak te Deventer, Diepenveen, Gorssel en
TweHo. Een deel van de buit is teruggevon-
den. De gearresteerden zijn naar Zutphen ge-
bracht.
„HOlIDT DEN DIEF".
In de Eerste Helmersstraat te Amsterdam
zag de eigenaar van een rijwiel, dat een man
zijn karretje wegnam en er ijlings mee weg-
reed.
De eigenaar zette_ onmiddellijk de achter-
volging in. Luid schreeuwend,,'Houdt den
dief", holde hij den handtrappenden man ach-
terna en weldra nam een groot aantal bur
gers aan de achtervolging deel.
Het werd een wilde ren, waaraan ook een
auto ging deelnemen.
t Was deze auto, die op den Overtoom den
dief in het nauw bracht. De man gooide nu
het gestolen rijwiel tegen de straat en holde
n.b. vlak naast het politiebureau! de
Vondelkerkstraat in. Hij hoopte hier het Von-
delpark te bereiken en daar in de lanen te
kunnen ontkomen.
Maar de Vondelkerkstraat loopt dood, een
hek scheidt er'straat en park, en derhalve liep
de dief hier in vrij letterlijken zin met zijn
hoofd tegen den muur. De man koos nu de
wijste partij en bleef rustig staan, tot zijn
achtervolgers hem gegrepen hadden, waama
hij naar het zoo nabije politiebureau werd
overgebracht, waar bleek, dat men met een
beruchten rijwiel dief te doen had, die reeds
vele straffen achter den rug heeft.
HOE HET PUBUEK DOOR DE
ZWENDELiBANKEN WORDT OPGELICHT.
Dezer dagen is de verificatievergadering
gehouden in het faillissement van de zwen-
delbank, handelende onder de firma J. C. v.
d. Meulen te Amsterdam. Deze naam is ech-
ter slechts de vlag, waaronder deze dubieuse
ondememing zedlde. Een zekere Bertling,
Duitscher van geboorte, was de eigenaar. Mr.
van der Meulen, oud-Indisch amfbtenaar, had
slechts zijn naam geleend.
De curator mr. Abel J. Herzberg bracht
vers lag uit, waarin hij o.m. het volgende zeide:
De ondememing bestond in het drijven van
een bucket-shop, een gokkantoor, op de klas-
423.
Oplosserswedstrijd.
Na 18 problem en is de stand der oplossers
als volgt:
Alle problemen weriden goed opgelost door
de heren C. P. van Maelsaeke, J. Kaan Dz., E.
de Bock, Alf. Breepoel, H. Jolijt, J. van den
Heuvel, A. van. Driel, K. C. 'Hamelink, P. J.
v. d. Bulck, D. Kaan, Joh. Fraanje, A. Geen-
sen, A. de Zeeuw, L. Hangoor, F. A. van de
Welle, Jac. Deij, G. A. Provoost, D. de Jong,
A. J. Geensen, H. Geensen, J. Duurinck, J. P.
Geensen (buiten mededinging) en ,,X.IJ.Z.",
alien te Ter Neuzen.
A. J. Jurrg en L. Dekker te Hoek; Adr. de
Kraker Oz. te Schoondijke; G. M. Kaan te
's Gravenhage; C. P. Oppe, N. M. Scheele, M.
Wisse, J. Scheele Jz., J. M. de Footer, J.
Scheele, A. Hamelink, alien te Zaamslag; L. F.
Kaijser te Driewegen (Ter N.); R. Guilliet te
Beek (bij Breda)J. P. Geensen te Petten
(N.-H.); G. de Blaeij en W. Boogaard te Mid-
delburg; .Misschien lukt het" te Delft; A. van
den Berghe te Luik (B.); D. Luteijn te Oost-
burg; D. M. Jansen te Axel; C. Klaassen te
AxelnSassing; A. A. Geensen te Vlissingen;
J. A. Goedhals te Sluiskil; A. W. Scheele te
St. Kruis; D. Scheele te Aardenburg; A. Kot-
vte Jr. te Zuidzande (alien 18 punten).
Met 17 punten voigen: L. M. van Liere, M.
L. van Liere en' Beginner", alien te Ter
Neuzen.
Voorts P. Hamelink te Amsterdam 9 p.; P.
J. Jansen te Oostlburg en C. van Tatenhove
te Zaamslag, bsiden 4 p.; C. van Ham te
Zaamslag 2 p.
(Totaal 56 oplossers.)
Van den heer J. W. van Dartelen te Heem-
stede, hoofdadministrateur van ,,Het Dam-
spel" moohten we het bericht ontvangen, dat
hij ten behoeve van onze oplosserswedstijrd 4
halfjaars abonnementen op het weekblad ,,Het
Damspel" beschikbaar stelt. Een buitenkansje
voor onze lezers en een onderscheiding voor de
Ter Neuz. Oourant!
Wij zeggen den heer Van Dartelen vriende-
lijk dank voor zijn sportief gebaar, dat wij
meteen ten voorbeeld stellen aan hen, die in
ons schijnbaar zo onsohuldige damwereldje
niet bij maohte zijn zaken van personen te on-
denscheiden!
Ja, er gaat van deze oplosserswedstrijd een
machtige propaganda uit in ons afgelegen
stukje vaderland! Het is ons uit diverse mede-
delingen gebleken. In Ter Neuzen en Zaam
slag, in Hoek en Axel, zijn er nog tal van dam-
mers buiten onze geregelde inzenders, die week
aan week de problemen oplossen en vol be-
langstelling naar de nieuwe vraagstukken uit-
zien!
We willen hopen, dat zij een volgende maal
de rijen onzer inzenders zullen komen vergro-
ten! In dit verband mogen wij, zonder al te
voorbarig te woTden, misschien verklappen, j
dat het in ons voornemen ligt in de a.s.
aomermaanden weer een beginnerscursus in
deze rubrieken te organiseren, om daarna ge-
sieke en beproefde manier. Het ging erom,
het publiek zooveel mogelijk te animeeren ef-
fecten te koopen, voornamelijk op prolongate
en de speculatiezucht van het publiek zooveel
mogelijk te prikkelen door het verzenden van
,,'tips", waarin voorspiegelingen over hooge
winsten werden gedaan. Daarbij deed men
het voorkomen of men bij de bank volkomen
betrouwbaar en volkomen op de hoogte was:
op en de op ..insider".
Dit alles hoewel niemand op het kantoor,
noch v. d. Meulen, noch Bertling, noch een
hunner medeplichtigen lid was van de Ver-
eeniging voor den Effectenhandel en de rela
tes met commercieele en financieele kringen,
waarvan met ophef gewag werd gemaakt, al-
leen hierin bestonden, dat ieder behoorlijk
koopman, die eon der leidens van de onder-
neming op bezoek kreeg, onmiddellijk al zijn
werk in den steek liet, alleen maar om hem
op straat te gooien.
Wat niet wegneemt, dat de zaak succes
had. Een zeer groot aantal particulieren,
ambtenaren, meddci, geestelijken, hoogleeraren
emz., maar ook ervaren kooplieden, konden de
verleiding niet weerstaan en stortten bij de
z.g. fa. v. d. Meulen de bedragen, die voor
aankoop der fondsen werden verlangd.
'Hoe het mogelijk was, dat zij een Hoch-
stapler en avonturier als Bertling was, be-
langrijke bedragen in handen stelden, dan
luidt ter hunner verontschuldiging het ant-
woord, dat zij inderdaad met ware virtuosi-
- teit zijn bewerkt.
Voor den houder van een bucket-shop gaat
het erom de koop- en verkooporders, die hij
binnenkrijgf niet uit te voeren. Hij adviseert
het publiek te koopen, d.w.z. a la hausse te
speculeeren en hij speculeert zelf a la baisse.
Dit is zijn winstkans. Zijn kantoor bestaat
eigenlijk alleen uit een rekening-courant boek.
Bertling bezat, naar de curator meent te
mogen aannemen, geen sou,, al blijkt dit ook
niet uit de onvolledige boek'houding. Zeer veel
doet het er niet toe. Bertling behoorde n.l.
tot die menschen, die men niet verwijten kan,
dat zij zichzelf te kort doen.
Hij leefde met zijn echtgenoote in Neder-
land niet als een vorst, maar als een houder
van een bucket-shop. Zoo hield hij er b.v. drie
prachtige auto's op na; schafte zich met zijn
echtgenoote kostbare juweelen en pelzen aan
en maakte over het algemeen grooten zwier.
Dit alles om vertrouwen te wekken! Om deze
kostbaarheden veilig te stellen namen Bertling
en echtgenoote een leege Naamlooze Vennoot-
schap over, de N.V. Bouw- en Exploitatie Mij.
„Sanga", te wier name allerlei actief werd
overgeschreven en op wier rekening groote
bedragen werden overgeheveld. Het gaat
boven het verstand van den curator aldus
mr. Herzberg wat een bouwmaatschappij
met auto's, tafelzilver, sieraden, bontjassen,
etc. moet doen. Hij heeft zich dan ook ver-
oorloofd een en ander in beslag te nemen en
het faillissement van ,,Sanga" aan te vragen.
Hierdoor kon al het genoemde, waaronder
gouden muntstukken ter waarde van onge-
veer /3000 voor crediteuren van de heftige
protesteerende weduwe Bertling-Rogler wor-
den veilig gesteld.
In April 1935 is Bertling te Berlrjn over-
leden; de weduwe zette de zaak qp denzelfden
voet voort. In feite liet zij de zaken waar-
nemen door den onvolprezen medewerker van
haar overleden echtgenoot, zekeren Charles
Saruco. Bij het overlijden van Bertling zat
in de zaak efen gat van minstens f 100.000,
welk gat niet te stoppen viel, doch grooter
werd. Mevrouw Bertling trok zich hier niets
van aan, kocht een spiksplinternieuwe Horch
en ,,tufte" er van door, aldus de curator.
Een debacle kon niet uitblijvende beurs
liep .op. De justitie hield een drijfjacht op de
zwendelbanken en de financieele pers waar-
schuwde hoe longer hoe luider. De heer
Saruco vroeg op 11 December j.l. het faillis
sement van de weduwe aan, die, aldus de cura
tor, niiets heeft nagelaten om de crediteuren
zooveel mogelijk te dupeeren.
durende de gehele winter een oplosserswed
strijd uit te schrijven. Het is aan de dammers
,,van hier en van ginds" om door him belang-
stelling en him medeleven die plannen te hel-
pen verwezenlijken!
Op veler verzoek geven we deze week geen
nieuwe problemen, maar herplaatsen we no.
21, 22, 23 en 24, waarmee men hier en daar
nogal last sehrjnt te hebben. Zo moeilijk zijn
ze toch niet
Wedstrijdprobleean no. 21,
van C. P. van Maelsaeke, Ter Neuzen.
ZWART 1 2 3 4 b
16
26
36
46
WIT 47 48 49 50
Wedstrijdprobleem no. 22,
van K. Vemeirt, Merxem (B.).
Zwart9, 10, 12, 17, 18, 19, 20, 23, 45.
Wit; 21, 27, 28, 31, 32, 33, 39, 41, 44.
Wedstrijdprobleem no. 23,
van A. Rubbens, Merxem.
ZWART 12 3 4 5
16
26
36
46
Dat daaraan nog geen radicaal einde is ge-
komen, is slechts aan de omstandigheid te
wijten, dat zij Duitsche is en in Duitschland
woont, zoodat haar uitlevering niet is te ver-
Rrijgen. De weduwe beroept er zich tegen
den curator op, in geen enkel opzicht bekend
te zijn geweest met den aard der door haar
man gedreven zaken. Zij geeft de schuld aan
Saruco, die haar zou hebben bedrogen; ten-
gevolge van dit bedrag aanvaardde zij de erfe-
niis. Hierdoor zou zij naar Duitsch recht thans
nog de bevoegdheid hebben om de aanvaar-
ding der nalatenschap te herroepen en dit zou
tengevolge hebben, dat zij jegens crediteuren
niet aansprakelijk is. De N.V. ..Sanga" fun-
geert zoo'n beetje al/s ,,dubbele bodem" bij den
goochelaar.
In Nederland is een strafvervolging tegen
haar ingesteld en een bevel tot gevangenne-
ming wegens frauduleus bankroet tegen haar
uitgevaardigd. Het passief bedraagt in totaal
f 325.000. Tot het actief behoort een aan
tal vorderingen op debiteuren; een deel hier-
van is al even solvent als de weduwe zelf. De
omvang van het actief is niet te sehatten.
DE HEKS VAN KANSAS.
Eenigen tijd geleden heeft men in een stadje
in Kansas (Amerika) een vrouw van 79 jaar
in de gevangenis gazet. Men had haar eigen
lijk een droeviger lot toegedacht, indien de
wetten in dat land daar heden ten dage nog
heksenprocessen toelieten. In ieder geval zal
men thans haar geestestoestand onderzoeken.
Verschillende gebeurtenissen in de stad hebben
er toe geleid, de vrouw langzamerhand in een
slecht daglicht te stellen. Een jongetje had
op zekeren dag den echtgenoot van de oude
vrouw een lieflijk scheldwoord toegeroepen.
Daarop schreef de vrouw aan de moeder van
den jongen, dat zij 's nachts zou bidden, dat
de dood den jongen zou komen halen, Bijna
direct daarop stierf de knaap.
Later wilde een boer uit de buurt, onl de
een of andere oneenigheid, die hij met de oud-
jes had gehad, geen melk meer leveren; daar
op schreef zij hem, dat zij zou bidden, dat
zijn varkens ziek werden en zouden sterven.
Werkelijk stierven de varkens. De oude
vrouw was echter nog niet tevreden, maar
schreef den boer, dat hij zelf en zijn vrouw
ziek zouden worden. De boer werd kort daar
na door een onverklaarbare ziekte aangetast
die bijna zijn dood tengevolge had, terwijl zijn
vrouw het slachtoffer van bronchitis werd.
Alle bewoners van de stad waren het er over
eens dat de vrouw een soort heksenkunst uit-
geoefend moet hebben en de vrees voor haar
groeide allerwege dermate aan, dat men einde
lijk besloot tegen haar op te treden.
Hoogstwaarschijnlijk zijn de voorvallen
slechts een keten van toevalligheden. Maar
de opgewonden gemoederen zullen zich daar
niet gemakkelijk van laten overtuigen.
Menier,
Ulvenhout, 10 Maart 1936.
WIT 47 48 49 50
Wedstrijdprobleem no. 24,
van N. N.
Zwart: 3, 4, 5, 8, 16, 19, 20, 28.
Wit: 18, 21, 34, 35, 38, 40, 43, 44.
Al vroeg, als
kleir manneke van
'n jaar of tien,
twaalf, had ik 'm
in de gaten, den
tiep, die 'k oe
deuze week be-
schrijven wil
Dat kwam zoo
ge weet, ik mag
geren zoo nou en
dan 'ns alleen zijn.
Alleen met de
boomen, alleen
met den verzelen-
den wind over de
veld en.
Voor alle problemenWit speelt en wint.
Oplossingen v66r 28 Maart a.s.
(Jorre.spondentie.
A. H. te Zaamslag. Uw problemen komen
spoedig aan de beurt.
L. M. van L. en M. L. van L. te Ter N.: Zie
voor de goede oplossing van no. 12 de vorige
rubriek.
P. H. te Amsterdamno. 12 was foutief
G. K. te Den Haag: De standen op brief-
kaart waren juist. Zie ook deze rubriek.
Beginner" te Ter N.: Nog even geduld!
J. S. te Zaamslag en A. v. d. B. te Luik: Ge-
feliciteerd met Uw succes in de prijsvraag van
,,Damleven".
Joh. Fr. te Ter N.Oplossingen in orde.
K. V. te MerxemDank voor problemen.
Worden geplaatst.
De oudste geschriften over one schaakspel,
een handschrift van 1490, in Gottingen be-
waara, een ooekje veui den Spanjaard Lucena
van 1497 en een van den Portugees Damiano
(1512) vermelden reeds de opening in de vol
gende partij, die men niet geheel terecht het
Damiano-gambiet noemt.
Wij voigen een partij, waarvan Damiano
zegt, met Wit gespeeld te hebben, maar waar
van hij den Zwartspeler niet noemt.
Wit: Damiam. Zwart N. N.
Gespeeld omstreeks 1500.
1. e2e4 e7e5
2. Pgl—f3 f7f6
Deze dekking is in beginsel onjuist: deze
pion ontneemt het paard g8 zijn beste veld en
verzwakt de rochadestelling. Bovendien is het
geen dekking.
3. Pf3Xe5! f6Xe5?
Beter is het, met te nemen en Dd8e7 te
speleS, waarop Kan voigen 4. Pe5f3 (niet
Dh5t? g6. 5. Pg6: De4:f en Dg6:), d7d5.
5. d2d3, d5Xe4. 6. d3Xe4, De7Xe4f. 7.
Rfle2 en Wit staat iets beter, daar de
zwarte koningin aanvallen te verduren heeft.
4. Ddlh5f Ke8e7
Op g7g6 volgt De5:f en Dh8:, een bekende
combinatie.
5. Dh5Xe5f Ke7—f7
6. Rflc4f d7d5
Om het veld f5 aan de witte dame te ont-
nemen. Op 6, Kf7g6volgt 7. De5f5f, Kg6
h6. 8. d2d4f, g7—g5. 9. h2—4i4, d7—d5. 10.
Df5f7en Zwart is hulpeloos.
7. Rc4Xd5f Kf7g6
8. h2ih4!
Moge de opening zelf niet van Damiano af-
komstig zijn, deze sterke zet heeft hij het eerst
aangegeven. Wit heeft nu twee pionnen voor
het paard met voortdurenden aanval.
8Rf8d6
Het beste voor Zwart is nog h7h6, waarop
volgt 9. Rd5Xb7! Rf8d6 (niet Rb7: wegens
Df5 mat). 10. De5—a5, Pb8—c6. 11. Rb7X
c6, Ta8— b8 en Zwart is vier pionnen achter,
maar onmiddellijk mat is niet in het zicht.
9. h4h5f Kg6—h6
10. d2d4t g7g5
Het eenige.
11. h5Xg6tt
Alleen met den storm in de bosschen of
samen met den zonsondergang.
Samen met de flierende blaaikes in 't Na-
jaar, of samen met 'nen eekhoom.
En sjuust daarom viel dat baaske me al rap
°P' vvas °P zulke oogenblikken van al-
leen-zijn. t was daar op onbegaande wegels
en pajen, t was op plekken waar 'n lelieke-
der-dalen heelegaar uit kost bloeien, (waar 't
niet geplukt wierd, wil ik zeggen), waar de
veugeltjes bun eikes broeiden, waar de stilte
thuis was; waar de stilte teugen de boomen
leunde of suizelde door 't wild gewas 't was
op plekken kortom, waar geen bordek'ens van
„Art. 461 W. v. S." meer staan, da'k den
Ineinen Gieljom van Noord dikwijls teugen-
kwam. 6
Dan liep ie daar zoo maar, mee 'n gras-
pijltje tusschen z'n tanden, den kop naar be
ne jen, wat al heel casueel was! Al heel
casueel, ja, voor zo'n baaske van dieen ouwer.
Want hij scheen al te weten (zonder te besef-
fen nochtans) dat ge den buiten het schoon-
ste ziet, als ge met naar 'm kijkt.
Dat ge den buiten het diepste in z'n „zier
puurt, als ge 'm niet aangaapt. Dat wil'zeg
gen: als ge 'm niet loopt te ,,bewonderen" met
'n paar touristenoogen, als ge me verstaat
amico.
Want zoo kijkend, ziet ge geen bal! Dan
ziet ge alleen maar den boom, de blom den
vleugel en misschien zien zulken 66k wel 'ns
de lucht. Maar ge ziet geen harmonie! Geen
stemming. Geen geheel.
Da's sjuustement als met muziek! Ge luis-
tert toch niet naar de noten? Ge luistert ge
geniet toch de harmonie van al die noten
samen
Den kleinen Gieljom van Noord „wist" dat
al op zn tiende jaar!...
Hij had het geleerd, zooals de eendkiekens
„leeren" plodderen in 't. water. Hij had 't
vaneigens.
Hij was al vroeg alleen, deus keareltje, wil
ik zeggen. En hij kost alleen zijn! Dat kost
ik m aanzien. Hij had liever te doen met 'n
kapelleke, dan met 'nen mensch.
'Nen keer sprak 'k hum 'ns aan
Witte gij den weg hier achter de bosschen?
Ge zit hier op 't Belze, witte da?"
,,Oow," zee-t-ie onverschillig.
Z'n groote, heldere oogen zagen me koud
aan. Drie zweetpeerltjes stonden op den punt
van z'n eigenwijze neuske. Z'n krullen lagen
verwaaid over z'n kopke. En wat me bezon-
derst opviel: de wimpers van z'n oogen! Die
stonden dik en gekruld langs z'n klare oogen.
als vaiens langs de zwartglanzende boschbeek!
Witte gij den weg hier, hoe hiette gij?'
.Gielvannoord.
•„Hoe?"
„Gi0lvanuoord."
„Waar heurde gij thuis, Giel?"
„De stad."
Witte nou, hoe ge thuis mot komen?"
„Ja."
„Hoe dan?"
„Weet ik nie. Ge komt altij goed uit."
Daar moest ik om lachen. „Da's waar, Giel!
Ik bedoel, da geldt veur alle dieren en veur
sommigte menschen."
„Oow," zee-t-ie.
,,Ge zijt zekers nog op school?"
,,Ja."
„En ge kunt zekers wel puik leeren?"
„Sommigte dingen. Aandere nie."
„Wa-d-is veur jou moeilijk op school?"
,,Rekenen!"
Alleen 't rekenen?"
,,Neee. Geschiedenis ok!"
,,Da's toch makkelijk genogt! Alleen maar
uit oew bol leeren."
„Kan ik nie!"
i,Da wilde gij nie, deugniet!"
Hij lachte. Wel te verstaan: z'n oogen gin-
gen schuil achter de „varens".
„En wa doede geren op school?"
„Teekenen!"
Merkwaardig: de pion speelt, maar twee
andere stukken geven schaak.
11Kh6Xg6
12. De5h5f Kg6f6
13. Dh5f7 mat.
WMMW.
a
abcdefgh
Slotstand.
Die oude schakers moesten de openingen-
theorie nog geheel opbouwen; hun openings-
varianten zijn voor zwakkere spelers zeer leer-
zaam. De Italiaan Greco, die omstreeks 1560
leefde deelt de volgende partij mee, door hem
met Zwart gewonnen:
1. e2e4 e7e5
2. Pglf3 Pb8c6
3. Rflc4 Rf8c5
4. 0—0 Pg8f6
5. Tfl—el 0—0
6. c2c3 Dd8e7
Op Pg4 volgt d2d4 en Zwart heeft niets.
7. d2d4 e5Xd4
8. e4e5
Drijft het paard juist waar het wezen wil.
8Pf6g4
9. c3Xd4 Pc6Xd4!
Lokt het paard weg van den koningsvleugel.
10. Pf3Xd4 DdS—h4
11.Pd4f3
Verhindert tenminste het schaak op h2.
11Dh4Xf2f
12. Kgl—hi Df2glf
13. Pf3Xgl Pg4f2 mat
Ook aan dezen stand wij den wij een diagram.
„Alleen maar teekenen?"
„Ja!"
,,Wa motte gij worren, Giel?"-
Toen kreeg ie 'n kleur en zei: „sch....
weet ik nog nie!"
Wat 'n tiepke, wat 'n tiepke! Ik kreeg pht-
zier m deuzen verwaaiden krullenbol die al
^Percies wist, wat ie wilde, al!,wist t*
T„Toe'1 beb ik 'm °P m'n fiets gezet en tot
Ulvenhout gerejen.
Hier woon ik, Giel. Ik ben den Dre va«
Ulvenhout. As ge op stap zijt, komt dan hier
maar is 'n glas melk halen of zoo iets Hedde
dorst?"
Voor ie „neee" had gezegd, hadden a'n
00^fn^.™ f1 verrajen. Trui gaf m 'n kom
melk, Giel z'n oogen gluurden onder't drinkea
over den rand van de kom en ik wist, als ie
na v.jf minuten opstapte, dat ie m'n huis kost
uitteekenen.
Hij stapte weg in den schemer, 'n Klein, vief
silhouetje teugen de koperen avondlucht
Da's me altij het beste bijgebleven. Dat aii-
houetje van 'm, teugen dieen zonsondergane
aan, die in z'n krullen gloeide.
Toevallig zag ik 'm niet meer voor 't win
ter was. Op 'nen Zondagmiddag in 't end vau
t jaar kwam ik 'm weer teugen, bij Meersel
teugen de grens. Hij zag me niet. Hij liep 'nen
stok te snijen.
„Hah! Den Giel!"
Hij schrok efkens. Bleef staan.
„Gin dorst g'ad van den zomer, Giel?"
„Aanderen kaant op gewiest."
„Waar
„Heusdenhout, Oosterhout, Tilburg."
„En nou zijn wij hier weer aan de beurt""
„Ik ben hier liever."
,,Waarom
„Weet ik nie. Maar toch!"
„Hoe ga-g-et op school
,,Vacantie!"
"Oh! Dan ga-g-et vaneigens goed, ee?"
De „varen5" wuifden over de oogglanzingu
„Gade weer mee op de fiets?"
Hrj knikte gretig.
Toen begost ie wat te praten.
Gezeten achter me, op de fiets vertelde-n-ie
van n teekening die hij onderhanden
thuis ,,Heb ik heel de vacantie werk aan Ek
maak 'm heelemaal met verf."
,,Mag ik 'm zien as ie klaar is, Giel?"
.Misschien wel."
Misschien
,,Ja, as ie heel erg mooi wordt, aanders nie."
Toen wist ik wel, dat 'k de prent nooit zien
zou. Wat ook uitkwam. Keareltjes als m'nen
G-iel zijn nooit tevrejen over hun eigen.
Later vertelde-n-ie dan ook, dat ie aan 'n
veui moeilijker en veul prachtiger teekening
bezig wds. Die zou ik misschient wel meugen
zien. Niks van gekomen!
Die tiepkes zijn allegaar eender. 'k Heb oe
n half jaar gelejen Krisje van den Meulen
beschreven. Dieen ouwen beeldteouwer. Die
op z'n zeuventigste nog altij bezig was aan 't
beste vvat ie ooit in z'n heele leven gemaakt
had. Ondertusschen zat de heele provincie vol
met trotsche bezitters van Krisjes' ..afgekeur-
de" werkstukken!
Mijnen kleinen Gieljom was op z'n twaalfde
jaar al percies eender als Krisje van den
Meulen op zijn zeuventigste n6g was!
Ik verloor den Giel uit 't oog. Hjj scheen
„volleerd" te zijn op school en dus wierd z'n
leventje veranderd.
Maar op 'nen goeien keer, 'n jaar of tien
later, kom ik op 'nen morgen met m'nen
groentenwagel voorbij 'nen voornamen kunst-
handel en daar stond 'n schilderij. zoo groot
als de vitrine.
Ik bleef als geschrokken staan. Ik kost de
plek niet thuiswijzen en toch
Die hei! Die kolessale ruimte, waarin den
brand gloorde van den verganen dag. Diebn
eenen, eenzamen spar, die als 'nen moeiec
mensch, op gebogen schouwers, 'n lang zwaar
leven stond te torsen. Alleen. Eenzaam in de
pracht van den buiten. Samen met de Stilte,
die daar om den krommen spar henen stond.
Drommels, wat was da schoon!
'Nen plesieagent kwam me vertellen dat
m'nen wagel in den weg stond. En bekans
had ik 'm verwonderd gevraagd: ,,hier? Is
hier op de hei gin ruimte genogt veur ctteen
den?"
Ik ree m'nen wagel uit de drukte en ging
nog 'ns werom kijken, naar dieen hoog-ge-
schouwerden, eenzamen spar, wien de tragiek
van 'n heel menschenleven op zijnen kroon lag.
t Licht brak in d'oogen van den dag. Hen
lesten nevelachtigen glimp van gouwen sche
mer vaagde over de geschilderde stilte van
deus forsche schilderij, die in Oenen boom het
drama van den ouwerdom gaf, zooals de
weareld het kende van Adam af.
Wie kon dat zoo begrepen en daarna zoo
geschilderd hebben?
En ik schrok voor den tweeden keer.
„Gielvannoord" stond in den hoek.
En ineens zag ik 't silhouetje daar weer
weggaan in den schemer van den vallender
avond, van den kleinen Gieljom met 't avond-
goud in z'n krullen.
Ik ging binnen.
,,-Die schilderij, van Giel van Noord, wa
wawaar woont den schilder menier aste-
blief
„In Brussel."
,,OowJaJaeh... waar is da
geschilderd? Welke plek stelt het veur?"
,,'t Mot 'n fantasie zijn. Den naam van 't
stuk is „Herinnering".
-Herin—neringOem, ik begreep
zooietsZeker erg duur."
„Vijftienhonderd gulden."
,^Ja ja 't spet me. Zooveulneee.
Maar 't is het weerd! Goeiendag, menier!"
,,Goeiendag".
,,Eh komt den schilder wel 'ns hier?"
,,Neee. Hij heeft twee lamme beenen.
schildert, alles uit z'n fantasie."
Ik kon 't nie helpen, dat twee tranen in
m'n oogen sprongen.
Daarna ben 'k elken dag gaan kijken. Twee
keer. Bij 't komen in en by 't gaan uit de
stad.
Dertig keeren heb ik 't gouwen drama ge-
zien. Toen, na veertien dagen, wierd *t ver-
kocht.
Als ik aeht dagen naar de leege" vitrine
had gekeken, kost ik 't niemeer uithouwen,
en ben ik naar Brussel gegaan.
Dat had ik niet moeten doen. Ik had 't bij
de ,,Herinnering" mioeten laten
De schoonste dingen, amico, komen vort als
goud uit 'nen smeltkroes. Uit 'n gloeiende
hei van leed, van triestigheid, van harteptjn.
Ik zal de Herinnering niet licht verge ten.
De geschilderde niet en 't kleine baaske niet,
dat als 'n veugeltje door den buiten dwerrelde
om ten slotte, op vollen wasdom gekomen,
gevangen te worden, vleugellam en gekooid in
de steenen stad.. Waar 't droeve herinnetrin-
gen fluit als nachtegalenzang zoo schoon. Om
nou en dan 't hoofd tot bloedens kapot te
stooten, teugen de spijlen van de kooi.
Vol.
Veul groeten van Trui en as altij geen
haarke minder van oewen
Hij
c d e f
Slotstand.
t. a. v.
DR6.