1 ■i mm, Gemengde Berichten Dam- en Schaakrubriek Feuilleton-verlellingen ma, wm, i DAMMEN. BRABANTSCHE BRIEVEN. SCHAKEN. wm, a f y/z mm i WW. HET 23ste. De petroleumventer C. Vork te Noorden (gem. Nieuwkoop), heeft aangifte gedaan van de geboorte van het 23ste kind. Het merkwaardigste is zeker wel, dat alle kinderen nog in leven zijn. Van de 23 spruiten, waarmee het gezin thans is gezegend, zijn er 8 gehuwd of buiten de ouderlijke woning in betrekking, zoodat men dagelijks met 15 kern- geteonde kinderen om den disch geschaard zit. TRACrlSCHE STERFGEVALLEN. Bij de familie H. te Merkelbeek (L.) deed zioh een droevig voorval voor. De echtge- noote van H., die invalide mijnwerker is, lag op sterven. Een tante, die aan het sterfbed Stand, za/kte plotseling ineen, door een beroerte getroffen, en stierf op hetzelfde oogenblik. In- middels overleed ook de stervende. EEN OVERVAE OPGEHELDERD. Het vordge jaar werd ten huize van een landbouwer te Diepenveen een overval met berooving gepleegd door drie personen; de aanvallens moesten terugdeinzen. Een der aangevallenen werd door een van de indrin- gers met een gummistok bewusteloos gesta gen. De marechaussee te Deventer en de ge- meentepolitie te Diepenveen lieten niets na om de aanvallers op te sporen; hetgeen ook eindelijk gelukt is. Men heeft thans gearres- teerd drie Deventenaren, de gebroeders v. d. H., en zekere F., peraonen tusschen 20 en 30 jaar. Zij hebben bekend den overval te heb- ben gepleegd benevens elf diefstallen met in- braak te Deventer, Diepenveen, Gorssel en TweHo. Een deel van de buit is teruggevon- den. De gearresteerden zijn naar Zutphen ge- bracht. „HOlIDT DEN DIEF". In de Eerste Helmersstraat te Amsterdam zag de eigenaar van een rijwiel, dat een man zijn karretje wegnam en er ijlings mee weg- reed. De eigenaar zette_ onmiddellijk de achter- volging in. Luid schreeuwend,,'Houdt den dief", holde hij den handtrappenden man ach- terna en weldra nam een groot aantal bur gers aan de achtervolging deel. Het werd een wilde ren, waaraan ook een auto ging deelnemen. t Was deze auto, die op den Overtoom den dief in het nauw bracht. De man gooide nu het gestolen rijwiel tegen de straat en holde n.b. vlak naast het politiebureau! de Vondelkerkstraat in. Hij hoopte hier het Von- delpark te bereiken en daar in de lanen te kunnen ontkomen. Maar de Vondelkerkstraat loopt dood, een hek scheidt er'straat en park, en derhalve liep de dief hier in vrij letterlijken zin met zijn hoofd tegen den muur. De man koos nu de wijste partij en bleef rustig staan, tot zijn achtervolgers hem gegrepen hadden, waama hij naar het zoo nabije politiebureau werd overgebracht, waar bleek, dat men met een beruchten rijwiel dief te doen had, die reeds vele straffen achter den rug heeft. HOE HET PUBUEK DOOR DE ZWENDELiBANKEN WORDT OPGELICHT. Dezer dagen is de verificatievergadering gehouden in het faillissement van de zwen- delbank, handelende onder de firma J. C. v. d. Meulen te Amsterdam. Deze naam is ech- ter slechts de vlag, waaronder deze dubieuse ondememing zedlde. Een zekere Bertling, Duitscher van geboorte, was de eigenaar. Mr. van der Meulen, oud-Indisch amfbtenaar, had slechts zijn naam geleend. De curator mr. Abel J. Herzberg bracht vers lag uit, waarin hij o.m. het volgende zeide: De ondememing bestond in het drijven van een bucket-shop, een gokkantoor, op de klas- 423. Oplosserswedstrijd. Na 18 problem en is de stand der oplossers als volgt: Alle problemen weriden goed opgelost door de heren C. P. van Maelsaeke, J. Kaan Dz., E. de Bock, Alf. Breepoel, H. Jolijt, J. van den Heuvel, A. van. Driel, K. C. 'Hamelink, P. J. v. d. Bulck, D. Kaan, Joh. Fraanje, A. Geen- sen, A. de Zeeuw, L. Hangoor, F. A. van de Welle, Jac. Deij, G. A. Provoost, D. de Jong, A. J. Geensen, H. Geensen, J. Duurinck, J. P. Geensen (buiten mededinging) en ,,X.IJ.Z.", alien te Ter Neuzen. A. J. Jurrg en L. Dekker te Hoek; Adr. de Kraker Oz. te Schoondijke; G. M. Kaan te 's Gravenhage; C. P. Oppe, N. M. Scheele, M. Wisse, J. Scheele Jz., J. M. de Footer, J. Scheele, A. Hamelink, alien te Zaamslag; L. F. Kaijser te Driewegen (Ter N.); R. Guilliet te Beek (bij Breda)J. P. Geensen te Petten (N.-H.); G. de Blaeij en W. Boogaard te Mid- delburg; .Misschien lukt het" te Delft; A. van den Berghe te Luik (B.); D. Luteijn te Oost- burg; D. M. Jansen te Axel; C. Klaassen te AxelnSassing; A. A. Geensen te Vlissingen; J. A. Goedhals te Sluiskil; A. W. Scheele te St. Kruis; D. Scheele te Aardenburg; A. Kot- vte Jr. te Zuidzande (alien 18 punten). Met 17 punten voigen: L. M. van Liere, M. L. van Liere en' Beginner", alien te Ter Neuzen. Voorts P. Hamelink te Amsterdam 9 p.; P. J. Jansen te Oostlburg en C. van Tatenhove te Zaamslag, bsiden 4 p.; C. van Ham te Zaamslag 2 p. (Totaal 56 oplossers.) Van den heer J. W. van Dartelen te Heem- stede, hoofdadministrateur van ,,Het Dam- spel" moohten we het bericht ontvangen, dat hij ten behoeve van onze oplosserswedstijrd 4 halfjaars abonnementen op het weekblad ,,Het Damspel" beschikbaar stelt. Een buitenkansje voor onze lezers en een onderscheiding voor de Ter Neuz. Oourant! Wij zeggen den heer Van Dartelen vriende- lijk dank voor zijn sportief gebaar, dat wij meteen ten voorbeeld stellen aan hen, die in ons schijnbaar zo onsohuldige damwereldje niet bij maohte zijn zaken van personen te on- denscheiden! Ja, er gaat van deze oplosserswedstrijd een machtige propaganda uit in ons afgelegen stukje vaderland! Het is ons uit diverse mede- delingen gebleken. In Ter Neuzen en Zaam slag, in Hoek en Axel, zijn er nog tal van dam- mers buiten onze geregelde inzenders, die week aan week de problemen oplossen en vol be- langstelling naar de nieuwe vraagstukken uit- zien! We willen hopen, dat zij een volgende maal de rijen onzer inzenders zullen komen vergro- ten! In dit verband mogen wij, zonder al te voorbarig te woTden, misschien verklappen, j dat het in ons voornemen ligt in de a.s. aomermaanden weer een beginnerscursus in deze rubrieken te organiseren, om daarna ge- sieke en beproefde manier. Het ging erom, het publiek zooveel mogelijk te animeeren ef- fecten te koopen, voornamelijk op prolongate en de speculatiezucht van het publiek zooveel mogelijk te prikkelen door het verzenden van ,,'tips", waarin voorspiegelingen over hooge winsten werden gedaan. Daarbij deed men het voorkomen of men bij de bank volkomen betrouwbaar en volkomen op de hoogte was: op en de op ..insider". Dit alles hoewel niemand op het kantoor, noch v. d. Meulen, noch Bertling, noch een hunner medeplichtigen lid was van de Ver- eeniging voor den Effectenhandel en de rela tes met commercieele en financieele kringen, waarvan met ophef gewag werd gemaakt, al- leen hierin bestonden, dat ieder behoorlijk koopman, die eon der leidens van de onder- neming op bezoek kreeg, onmiddellijk al zijn werk in den steek liet, alleen maar om hem op straat te gooien. Wat niet wegneemt, dat de zaak succes had. Een zeer groot aantal particulieren, ambtenaren, meddci, geestelijken, hoogleeraren emz., maar ook ervaren kooplieden, konden de verleiding niet weerstaan en stortten bij de z.g. fa. v. d. Meulen de bedragen, die voor aankoop der fondsen werden verlangd. 'Hoe het mogelijk was, dat zij een Hoch- stapler en avonturier als Bertling was, be- langrijke bedragen in handen stelden, dan luidt ter hunner verontschuldiging het ant- woord, dat zij inderdaad met ware virtuosi- - teit zijn bewerkt. Voor den houder van een bucket-shop gaat het erom de koop- en verkooporders, die hij binnenkrijgf niet uit te voeren. Hij adviseert het publiek te koopen, d.w.z. a la hausse te speculeeren en hij speculeert zelf a la baisse. Dit is zijn winstkans. Zijn kantoor bestaat eigenlijk alleen uit een rekening-courant boek. Bertling bezat, naar de curator meent te mogen aannemen, geen sou,, al blijkt dit ook niet uit de onvolledige boek'houding. Zeer veel doet het er niet toe. Bertling behoorde n.l. tot die menschen, die men niet verwijten kan, dat zij zichzelf te kort doen. Hij leefde met zijn echtgenoote in Neder- land niet als een vorst, maar als een houder van een bucket-shop. Zoo hield hij er b.v. drie prachtige auto's op na; schafte zich met zijn echtgenoote kostbare juweelen en pelzen aan en maakte over het algemeen grooten zwier. Dit alles om vertrouwen te wekken! Om deze kostbaarheden veilig te stellen namen Bertling en echtgenoote een leege Naamlooze Vennoot- schap over, de N.V. Bouw- en Exploitatie Mij. „Sanga", te wier name allerlei actief werd overgeschreven en op wier rekening groote bedragen werden overgeheveld. Het gaat boven het verstand van den curator aldus mr. Herzberg wat een bouwmaatschappij met auto's, tafelzilver, sieraden, bontjassen, etc. moet doen. Hij heeft zich dan ook ver- oorloofd een en ander in beslag te nemen en het faillissement van ,,Sanga" aan te vragen. Hierdoor kon al het genoemde, waaronder gouden muntstukken ter waarde van onge- veer /3000 voor crediteuren van de heftige protesteerende weduwe Bertling-Rogler wor- den veilig gesteld. In April 1935 is Bertling te Berlrjn over- leden; de weduwe zette de zaak qp denzelfden voet voort. In feite liet zij de zaken waar- nemen door den onvolprezen medewerker van haar overleden echtgenoot, zekeren Charles Saruco. Bij het overlijden van Bertling zat in de zaak efen gat van minstens f 100.000, welk gat niet te stoppen viel, doch grooter werd. Mevrouw Bertling trok zich hier niets van aan, kocht een spiksplinternieuwe Horch en ,,tufte" er van door, aldus de curator. Een debacle kon niet uitblijvende beurs liep .op. De justitie hield een drijfjacht op de zwendelbanken en de financieele pers waar- schuwde hoe longer hoe luider. De heer Saruco vroeg op 11 December j.l. het faillis sement van de weduwe aan, die, aldus de cura tor, niiets heeft nagelaten om de crediteuren zooveel mogelijk te dupeeren. durende de gehele winter een oplosserswed strijd uit te schrijven. Het is aan de dammers ,,van hier en van ginds" om door him belang- stelling en him medeleven die plannen te hel- pen verwezenlijken! Op veler verzoek geven we deze week geen nieuwe problemen, maar herplaatsen we no. 21, 22, 23 en 24, waarmee men hier en daar nogal last sehrjnt te hebben. Zo moeilijk zijn ze toch niet Wedstrijdprobleean no. 21, van C. P. van Maelsaeke, Ter Neuzen. ZWART 1 2 3 4 b 16 26 36 46 WIT 47 48 49 50 Wedstrijdprobleem no. 22, van K. Vemeirt, Merxem (B.). Zwart9, 10, 12, 17, 18, 19, 20, 23, 45. Wit; 21, 27, 28, 31, 32, 33, 39, 41, 44. Wedstrijdprobleem no. 23, van A. Rubbens, Merxem. ZWART 12 3 4 5 16 26 36 46 Dat daaraan nog geen radicaal einde is ge- komen, is slechts aan de omstandigheid te wijten, dat zij Duitsche is en in Duitschland woont, zoodat haar uitlevering niet is te ver- Rrijgen. De weduwe beroept er zich tegen den curator op, in geen enkel opzicht bekend te zijn geweest met den aard der door haar man gedreven zaken. Zij geeft de schuld aan Saruco, die haar zou hebben bedrogen; ten- gevolge van dit bedrag aanvaardde zij de erfe- niis. Hierdoor zou zij naar Duitsch recht thans nog de bevoegdheid hebben om de aanvaar- ding der nalatenschap te herroepen en dit zou tengevolge hebben, dat zij jegens crediteuren niet aansprakelijk is. De N.V. ..Sanga" fun- geert zoo'n beetje al/s ,,dubbele bodem" bij den goochelaar. In Nederland is een strafvervolging tegen haar ingesteld en een bevel tot gevangenne- ming wegens frauduleus bankroet tegen haar uitgevaardigd. Het passief bedraagt in totaal f 325.000. Tot het actief behoort een aan tal vorderingen op debiteuren; een deel hier- van is al even solvent als de weduwe zelf. De omvang van het actief is niet te sehatten. DE HEKS VAN KANSAS. Eenigen tijd geleden heeft men in een stadje in Kansas (Amerika) een vrouw van 79 jaar in de gevangenis gazet. Men had haar eigen lijk een droeviger lot toegedacht, indien de wetten in dat land daar heden ten dage nog heksenprocessen toelieten. In ieder geval zal men thans haar geestestoestand onderzoeken. Verschillende gebeurtenissen in de stad hebben er toe geleid, de vrouw langzamerhand in een slecht daglicht te stellen. Een jongetje had op zekeren dag den echtgenoot van de oude vrouw een lieflijk scheldwoord toegeroepen. Daarop schreef de vrouw aan de moeder van den jongen, dat zij 's nachts zou bidden, dat de dood den jongen zou komen halen, Bijna direct daarop stierf de knaap. Later wilde een boer uit de buurt, onl de een of andere oneenigheid, die hij met de oud- jes had gehad, geen melk meer leveren; daar op schreef zij hem, dat zij zou bidden, dat zijn varkens ziek werden en zouden sterven. Werkelijk stierven de varkens. De oude vrouw was echter nog niet tevreden, maar schreef den boer, dat hij zelf en zijn vrouw ziek zouden worden. De boer werd kort daar na door een onverklaarbare ziekte aangetast die bijna zijn dood tengevolge had, terwijl zijn vrouw het slachtoffer van bronchitis werd. Alle bewoners van de stad waren het er over eens dat de vrouw een soort heksenkunst uit- geoefend moet hebben en de vrees voor haar groeide allerwege dermate aan, dat men einde lijk besloot tegen haar op te treden. Hoogstwaarschijnlijk zijn de voorvallen slechts een keten van toevalligheden. Maar de opgewonden gemoederen zullen zich daar niet gemakkelijk van laten overtuigen. Menier, Ulvenhout, 10 Maart 1936. WIT 47 48 49 50 Wedstrijdprobleem no. 24, van N. N. Zwart: 3, 4, 5, 8, 16, 19, 20, 28. Wit: 18, 21, 34, 35, 38, 40, 43, 44. Al vroeg, als kleir manneke van 'n jaar of tien, twaalf, had ik 'm in de gaten, den tiep, die 'k oe deuze week be- schrijven wil Dat kwam zoo ge weet, ik mag geren zoo nou en dan 'ns alleen zijn. Alleen met de boomen, alleen met den verzelen- den wind over de veld en. Voor alle problemenWit speelt en wint. Oplossingen v66r 28 Maart a.s. (Jorre.spondentie. A. H. te Zaamslag. Uw problemen komen spoedig aan de beurt. L. M. van L. en M. L. van L. te Ter N.: Zie voor de goede oplossing van no. 12 de vorige rubriek. P. H. te Amsterdamno. 12 was foutief G. K. te Den Haag: De standen op brief- kaart waren juist. Zie ook deze rubriek. Beginner" te Ter N.: Nog even geduld! J. S. te Zaamslag en A. v. d. B. te Luik: Ge- feliciteerd met Uw succes in de prijsvraag van ,,Damleven". Joh. Fr. te Ter N.Oplossingen in orde. K. V. te MerxemDank voor problemen. Worden geplaatst. De oudste geschriften over one schaakspel, een handschrift van 1490, in Gottingen be- waara, een ooekje veui den Spanjaard Lucena van 1497 en een van den Portugees Damiano (1512) vermelden reeds de opening in de vol gende partij, die men niet geheel terecht het Damiano-gambiet noemt. Wij voigen een partij, waarvan Damiano zegt, met Wit gespeeld te hebben, maar waar van hij den Zwartspeler niet noemt. Wit: Damiam. Zwart N. N. Gespeeld omstreeks 1500. 1. e2e4 e7e5 2. Pgl—f3 f7f6 Deze dekking is in beginsel onjuist: deze pion ontneemt het paard g8 zijn beste veld en verzwakt de rochadestelling. Bovendien is het geen dekking. 3. Pf3Xe5! f6Xe5? Beter is het, met te nemen en Dd8e7 te speleS, waarop Kan voigen 4. Pe5f3 (niet Dh5t? g6. 5. Pg6: De4:f en Dg6:), d7d5. 5. d2d3, d5Xe4. 6. d3Xe4, De7Xe4f. 7. Rfle2 en Wit staat iets beter, daar de zwarte koningin aanvallen te verduren heeft. 4. Ddlh5f Ke8e7 Op g7g6 volgt De5:f en Dh8:, een bekende combinatie. 5. Dh5Xe5f Ke7—f7 6. Rflc4f d7d5 Om het veld f5 aan de witte dame te ont- nemen. Op 6, Kf7g6volgt 7. De5f5f, Kg6 h6. 8. d2d4f, g7—g5. 9. h2—4i4, d7—d5. 10. Df5f7en Zwart is hulpeloos. 7. Rc4Xd5f Kf7g6 8. h2ih4! Moge de opening zelf niet van Damiano af- komstig zijn, deze sterke zet heeft hij het eerst aangegeven. Wit heeft nu twee pionnen voor het paard met voortdurenden aanval. 8Rf8d6 Het beste voor Zwart is nog h7h6, waarop volgt 9. Rd5Xb7! Rf8d6 (niet Rb7: wegens Df5 mat). 10. De5—a5, Pb8—c6. 11. Rb7X c6, Ta8— b8 en Zwart is vier pionnen achter, maar onmiddellijk mat is niet in het zicht. 9. h4h5f Kg6—h6 10. d2d4t g7g5 Het eenige. 11. h5Xg6tt Alleen met den storm in de bosschen of samen met den zonsondergang. Samen met de flierende blaaikes in 't Na- jaar, of samen met 'nen eekhoom. En sjuust daarom viel dat baaske me al rap °P' vvas °P zulke oogenblikken van al- leen-zijn. t was daar op onbegaande wegels en pajen, t was op plekken waar 'n lelieke- der-dalen heelegaar uit kost bloeien, (waar 't niet geplukt wierd, wil ik zeggen), waar de veugeltjes bun eikes broeiden, waar de stilte thuis was; waar de stilte teugen de boomen leunde of suizelde door 't wild gewas 't was op plekken kortom, waar geen bordek'ens van „Art. 461 W. v. S." meer staan, da'k den Ineinen Gieljom van Noord dikwijls teugen- kwam. 6 Dan liep ie daar zoo maar, mee 'n gras- pijltje tusschen z'n tanden, den kop naar be ne jen, wat al heel casueel was! Al heel casueel, ja, voor zo'n baaske van dieen ouwer. Want hij scheen al te weten (zonder te besef- fen nochtans) dat ge den buiten het schoon- ste ziet, als ge met naar 'm kijkt. Dat ge den buiten het diepste in z'n „zier puurt, als ge 'm niet aangaapt. Dat wil'zeg gen: als ge 'm niet loopt te ,,bewonderen" met 'n paar touristenoogen, als ge me verstaat amico. Want zoo kijkend, ziet ge geen bal! Dan ziet ge alleen maar den boom, de blom den vleugel en misschien zien zulken 66k wel 'ns de lucht. Maar ge ziet geen harmonie! Geen stemming. Geen geheel. Da's sjuustement als met muziek! Ge luis- tert toch niet naar de noten? Ge luistert ge geniet toch de harmonie van al die noten samen Den kleinen Gieljom van Noord „wist" dat al op zn tiende jaar!... Hij had het geleerd, zooals de eendkiekens „leeren" plodderen in 't. water. Hij had 't vaneigens. Hij was al vroeg alleen, deus keareltje, wil ik zeggen. En hij kost alleen zijn! Dat kost ik m aanzien. Hij had liever te doen met 'n kapelleke, dan met 'nen mensch. 'Nen keer sprak 'k hum 'ns aan Witte gij den weg hier achter de bosschen? Ge zit hier op 't Belze, witte da?" ,,Oow," zee-t-ie onverschillig. Z'n groote, heldere oogen zagen me koud aan. Drie zweetpeerltjes stonden op den punt van z'n eigenwijze neuske. Z'n krullen lagen verwaaid over z'n kopke. En wat me bezon- derst opviel: de wimpers van z'n oogen! Die stonden dik en gekruld langs z'n klare oogen. als vaiens langs de zwartglanzende boschbeek! Witte gij den weg hier, hoe hiette gij?' .Gielvannoord. •„Hoe?" „Gi0lvanuoord." „Waar heurde gij thuis, Giel?" „De stad." Witte nou, hoe ge thuis mot komen?" „Ja." „Hoe dan?" „Weet ik nie. Ge komt altij goed uit." Daar moest ik om lachen. „Da's waar, Giel! Ik bedoel, da geldt veur alle dieren en veur sommigte menschen." „Oow," zee-t-ie. ,,Ge zijt zekers nog op school?" ,,Ja." „En ge kunt zekers wel puik leeren?" „Sommigte dingen. Aandere nie." „Wa-d-is veur jou moeilijk op school?" ,,Rekenen!" Alleen 't rekenen?" ,,Neee. Geschiedenis ok!" ,,Da's toch makkelijk genogt! Alleen maar uit oew bol leeren." „Kan ik nie!" i,Da wilde gij nie, deugniet!" Hij lachte. Wel te verstaan: z'n oogen gin- gen schuil achter de „varens". „En wa doede geren op school?" „Teekenen!" Merkwaardig: de pion speelt, maar twee andere stukken geven schaak. 11Kh6Xg6 12. De5h5f Kg6f6 13. Dh5f7 mat. WMMW. a abcdefgh Slotstand. Die oude schakers moesten de openingen- theorie nog geheel opbouwen; hun openings- varianten zijn voor zwakkere spelers zeer leer- zaam. De Italiaan Greco, die omstreeks 1560 leefde deelt de volgende partij mee, door hem met Zwart gewonnen: 1. e2e4 e7e5 2. Pglf3 Pb8c6 3. Rflc4 Rf8c5 4. 0—0 Pg8f6 5. Tfl—el 0—0 6. c2c3 Dd8e7 Op Pg4 volgt d2d4 en Zwart heeft niets. 7. d2d4 e5Xd4 8. e4e5 Drijft het paard juist waar het wezen wil. 8Pf6g4 9. c3Xd4 Pc6Xd4! Lokt het paard weg van den koningsvleugel. 10. Pf3Xd4 DdS—h4 11.Pd4f3 Verhindert tenminste het schaak op h2. 11Dh4Xf2f 12. Kgl—hi Df2glf 13. Pf3Xgl Pg4f2 mat Ook aan dezen stand wij den wij een diagram. „Alleen maar teekenen?" „Ja!" ,,Wa motte gij worren, Giel?"- Toen kreeg ie 'n kleur en zei: „sch.... weet ik nog nie!" Wat 'n tiepke, wat 'n tiepke! Ik kreeg pht- zier m deuzen verwaaiden krullenbol die al ^Percies wist, wat ie wilde, al!,wist t* T„Toe'1 beb ik 'm °P m'n fiets gezet en tot Ulvenhout gerejen. Hier woon ik, Giel. Ik ben den Dre va« Ulvenhout. As ge op stap zijt, komt dan hier maar is 'n glas melk halen of zoo iets Hedde dorst?" Voor ie „neee" had gezegd, hadden a'n 00^fn^.™ f1 verrajen. Trui gaf m 'n kom melk, Giel z'n oogen gluurden onder't drinkea over den rand van de kom en ik wist, als ie na v.jf minuten opstapte, dat ie m'n huis kost uitteekenen. Hij stapte weg in den schemer, 'n Klein, vief silhouetje teugen de koperen avondlucht Da's me altij het beste bijgebleven. Dat aii- houetje van 'm, teugen dieen zonsondergane aan, die in z'n krullen gloeide. Toevallig zag ik 'm niet meer voor 't win ter was. Op 'nen Zondagmiddag in 't end vau t jaar kwam ik 'm weer teugen, bij Meersel teugen de grens. Hij zag me niet. Hij liep 'nen stok te snijen. „Hah! Den Giel!" Hij schrok efkens. Bleef staan. „Gin dorst g'ad van den zomer, Giel?" „Aanderen kaant op gewiest." „Waar „Heusdenhout, Oosterhout, Tilburg." „En nou zijn wij hier weer aan de beurt"" „Ik ben hier liever." ,,Waarom „Weet ik nie. Maar toch!" „Hoe ga-g-et op school ,,Vacantie!" "Oh! Dan ga-g-et vaneigens goed, ee?" De „varen5" wuifden over de oogglanzingu „Gade weer mee op de fiets?" Hrj knikte gretig. Toen begost ie wat te praten. Gezeten achter me, op de fiets vertelde-n-ie van n teekening die hij onderhanden thuis ,,Heb ik heel de vacantie werk aan Ek maak 'm heelemaal met verf." ,,Mag ik 'm zien as ie klaar is, Giel?" .Misschien wel." Misschien ,,Ja, as ie heel erg mooi wordt, aanders nie." Toen wist ik wel, dat 'k de prent nooit zien zou. Wat ook uitkwam. Keareltjes als m'nen G-iel zijn nooit tevrejen over hun eigen. Later vertelde-n-ie dan ook, dat ie aan 'n veui moeilijker en veul prachtiger teekening bezig wds. Die zou ik misschient wel meugen zien. Niks van gekomen! Die tiepkes zijn allegaar eender. 'k Heb oe n half jaar gelejen Krisje van den Meulen beschreven. Dieen ouwen beeldteouwer. Die op z'n zeuventigste nog altij bezig was aan 't beste vvat ie ooit in z'n heele leven gemaakt had. Ondertusschen zat de heele provincie vol met trotsche bezitters van Krisjes' ..afgekeur- de" werkstukken! Mijnen kleinen Gieljom was op z'n twaalfde jaar al percies eender als Krisje van den Meulen op zijn zeuventigste n6g was! Ik verloor den Giel uit 't oog. Hjj scheen „volleerd" te zijn op school en dus wierd z'n leventje veranderd. Maar op 'nen goeien keer, 'n jaar of tien later, kom ik op 'nen morgen met m'nen groentenwagel voorbij 'nen voornamen kunst- handel en daar stond 'n schilderij. zoo groot als de vitrine. Ik bleef als geschrokken staan. Ik kost de plek niet thuiswijzen en toch Die hei! Die kolessale ruimte, waarin den brand gloorde van den verganen dag. Diebn eenen, eenzamen spar, die als 'nen moeiec mensch, op gebogen schouwers, 'n lang zwaar leven stond te torsen. Alleen. Eenzaam in de pracht van den buiten. Samen met de Stilte, die daar om den krommen spar henen stond. Drommels, wat was da schoon! 'Nen plesieagent kwam me vertellen dat m'nen wagel in den weg stond. En bekans had ik 'm verwonderd gevraagd: ,,hier? Is hier op de hei gin ruimte genogt veur ctteen den?" Ik ree m'nen wagel uit de drukte en ging nog 'ns werom kijken, naar dieen hoog-ge- schouwerden, eenzamen spar, wien de tragiek van 'n heel menschenleven op zijnen kroon lag. t Licht brak in d'oogen van den dag. Hen lesten nevelachtigen glimp van gouwen sche mer vaagde over de geschilderde stilte van deus forsche schilderij, die in Oenen boom het drama van den ouwerdom gaf, zooals de weareld het kende van Adam af. Wie kon dat zoo begrepen en daarna zoo geschilderd hebben? En ik schrok voor den tweeden keer. „Gielvannoord" stond in den hoek. En ineens zag ik 't silhouetje daar weer weggaan in den schemer van den vallender avond, van den kleinen Gieljom met 't avond- goud in z'n krullen. Ik ging binnen. ,,-Die schilderij, van Giel van Noord, wa wawaar woont den schilder menier aste- blief „In Brussel." ,,OowJaJaeh... waar is da geschilderd? Welke plek stelt het veur?" ,,'t Mot 'n fantasie zijn. Den naam van 't stuk is „Herinnering". -Herin—neringOem, ik begreep zooietsZeker erg duur." „Vijftienhonderd gulden." ,^Ja ja 't spet me. Zooveulneee. Maar 't is het weerd! Goeiendag, menier!" ,,Goeiendag". ,,Eh komt den schilder wel 'ns hier?" ,,Neee. Hij heeft twee lamme beenen. schildert, alles uit z'n fantasie." Ik kon 't nie helpen, dat twee tranen in m'n oogen sprongen. Daarna ben 'k elken dag gaan kijken. Twee keer. Bij 't komen in en by 't gaan uit de stad. Dertig keeren heb ik 't gouwen drama ge- zien. Toen, na veertien dagen, wierd *t ver- kocht. Als ik aeht dagen naar de leege" vitrine had gekeken, kost ik 't niemeer uithouwen, en ben ik naar Brussel gegaan. Dat had ik niet moeten doen. Ik had 't bij de ,,Herinnering" mioeten laten De schoonste dingen, amico, komen vort als goud uit 'nen smeltkroes. Uit 'n gloeiende hei van leed, van triestigheid, van harteptjn. Ik zal de Herinnering niet licht verge ten. De geschilderde niet en 't kleine baaske niet, dat als 'n veugeltje door den buiten dwerrelde om ten slotte, op vollen wasdom gekomen, gevangen te worden, vleugellam en gekooid in de steenen stad.. Waar 't droeve herinnetrin- gen fluit als nachtegalenzang zoo schoon. Om nou en dan 't hoofd tot bloedens kapot te stooten, teugen de spijlen van de kooi. Vol. Veul groeten van Trui en as altij geen haarke minder van oewen Hij c d e f Slotstand. t. a. v. DR6.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 6