ALGEMEEH N1EUW5- EN AOVERTENTIEBUO VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
d
Winterploeg van Infanterie en
Wielrijders niet met groot verlof
Het Mystene van Giesfoid Hall,
Ki
No. 9426
VRIJDAG 13 MAART 1936
76e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
EERSTE BLAD
EEN BEETJE H Z GEEFT VEEL SCHOON GOED
De grootste wasch krijgt U door de speciale
werking, die het sop van H. Z. zelfwerkend
waschmiddel bezit, in een oogwenk helder.
Het vuil vliegt er uit. Probeer het eens.
Laat Vrijdag en Zaterdag
Uw M.S.S.-dagen zijn!
de M.S.S.-gewoonte te volgen!
awa wzn.'imtmm nrnwrn^mtmrnr**—iWEWH* - ttr'TTTITWlll
TER NEUZENSCHE COURANT
VliONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1.25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,overige lan den f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitt etaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20
KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij Vooruitbetaling.
Grootere letters en cliohd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgavo.
DIT BLAD VERSCHIJfNT IEDEREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Een zuiver milltair-technische voor-
zorgsmaatregel.
Minister Coign heeft Woensdagavond voor
beide zenders de volgende rede gehouden
Uit de uitvoerige berichten en beschouwin-
gen, de laatste dagen in onze dagbladen ver-
schenen, heeft ook het Nederlandsche volk
kunnen vernemen, dat de politieke spanningen
in Enropa weer grooter geWorden zijn.
Het ligt niet in mijn voornemen tot u te
spreken over het geschil zeif, dat daartoe
aanleiding gegeven heeft. Nederiand is daar-
bij niet rechtstreeks betrokken, omdat wij geen
partij zijn bij het verdrag van Locarno. Met
de intemationale rechtsvragen, die met het
ontstane geschil verbonden zijn, hebben wjj dus
geen directe bemoeienis. Dientengevolge
gaat dus ook de afwikkeling van de strijd-
vraag, zooals ik de zaak thans zie, buiten ons
on.
Daarentegen moet door ons wel rekening
worden gehouden met de mogelijke gevolgen,
die het voorgevallene zou kunnen hebben voor
hot behoud van den vrede in Europa.
En dan prijs ik mij gelukkig er reeds dade-
Ujk op te kunnen wijzen, dat blijkbaar aller-
wege de neiging aanwezig is om het gevaar
voor oorlog te keeren, om langs den weg van
onderlinge besprekingen den vrede in Europa
te handhaven.
Frankrijk heeft zich gewend tot den raad
van aer Volkenbond, Engelands minister van
buitenlandsche zaken heeft een bezadigde
houding aangenomen en tot override daden
is het nergens gekomen. Er is dus, zooals de
zaken nu staan, reden om te vertnouwen, dat
men er in zal slagen, langs vredelievenden weg
lot oplossing van het gerezen geschil te ge-
raken. Bit neemt intusschen niet weg, dat
het geraden moet worden gsacht, de ont-
wikkeling van den gang van zaken met nauw-
keurige oplettendheid te blijven volgen.
Men kan niet zeggen, dat alle gevaren reeds
verdwenen zijn, omdat in de eerste phase van
het conflict koeie beradenheid den toon aan-
gaf. De mogelijkheid van toenemende span
ning mag niet geheel uitgesloten worden ge-
acht en met die mogelijkheid moet dus reke
ning worden gehouden. Dit geldt met name
voor een land met zoo blootgestelde ligging
als Nederiand; een land, welks legerstelsel
bovenaien zoo is ingericht, dat niet het ge-
heele jaar door beschikt kan worden over een
voidoend aantal geoefende militairen om de
noodige voorzorgsmaatregelen te treffen tot
verzekering eener mobilisatie wanneer die
noodig mocht blijken.
In zulk een periode bevinden wij ons thans,
nu a.a. Zaterdag voor de dienstplichtigen van
de z.g. winterploeg het tijdstip zou zijn aan-
giebroken om met groot verlof huiswaarts te
keeren. Ging dit door, dan zou een zoodanige
vermindering van de sterkte aan geoefende
militairen intreden, dat daardoor gemist zou
worden wat juist in dagen van internationale
spanning niet kan worden ontbeerd.
Het is in verband hiermede, dat de regee-
ring besloten heeft de dienstplichtigen van de
regimenten infanterie en van het regiment
wielrijders, die thans voor eerste oefening
onder de wapenen zjjn en eenetdaags huis
waarts zouden keeren, tot nader order in
werkelijken dienst te houden.
Ik spreek het vertrouwen uit, dat men in
dezen maatregel niet meer zal zien en er
vooral niet meer in zoeken zal dan er werke-
lijk in gelegen is.
De regeering vertrouwt, dat het geschil op
vredelievende wijze zal worden opgelost, maar
zrj acht het niettemin noodzakelijk, aan
de nu eenmaal in ons legerstelsel bestaande
lacune tegemoet te komen op een wijze, die
de gertngste bezwaren voor de betrokkenen
meebrengt en intemationaal het minste stof
Naar het Engelsch van
SIR WILLIAM MAGNAY
(Nadrujr verboden.)
2Vervolg.
„Dat zou ik heel graag willen", antwoordde
Richard, eveneens glimlachend. ,,Maar daar-
om behoef ik nog met bij jou te logeeren."
,,Heusch, dat is toch beter, al was het alleen
maar omdat het gemakkelijker is. Er is zoo-
veel te vertellen en te bespreken. Het zou in
elk opzicht geschikter zijn als je je tenten bij
mij opsloeg."
De courant viel uit Wilson's handen, het
geritsel deed opkijken. De kapitein lag, in zijn
stoel uitgestrekt, te slapen.
„Die is overgekomen voor de jachtpartij",
mompelde Archer.
Richard knikte. ,,Nu, als je er bepaald op
staat", zeide hij, het gesprek hervattend, ,,zal
het mij natuurlijk aangenaam zijn je gastvrij-
heid te aanvaarden. Het is erg vriendelijk van
je die aan te bieden. Maar je zult mijn gevoe-
lens begrijpen, mijn afkeer om mij in te drin-
gen...
.Natuurlijk, beste kerel, maar je bewijst mij
werkelijk een gunst. Afgescheiden van het za-
kelijk gedeelte, zullen wij blij zijn een gast te
krijgen. Het is vrij stil op de Grange."
,,En hoe staat het met Sir Percy Brays-
haw?"
Archers gezicht nam een levendige uitdruk-
king aan. ,,Ik wilde eigenlijk in de eerste
plaats over hem spreken. Wij hebben natuur-
opjaagt. Indien toch de winterploeg aan het
einde der week met groot verlof ging en de
omstandigheden zouden er onverhoopt eens
toe leiden, dat oproeping van groot-verlofgan-
gers noodig werd, dan zou dit 6n in het eigen
land en naar buiten een veel emstiger indruk
maken dan de maatregel. die thans genomen
zal worden. Ik hoop en ik vertrouw zelfs, dat
de aanhouding van de dienstplichtigen, die
anders binnen enkele dagen naar hunne haard-
steden zouden terugkeeren, van zeer korten
duur zal zijn. Binnenkort zal de toestand zich
wel duidelijker gaan afteekensn. En verloopt
de strijdvraag zooals de Regeering denkt dat
zij vermoedelijk verloopen zajl, dan zal de
bijzondere maatregel, die nu genomen wordt,
weer spoedig tot het verleden behooren.
Daarom maan ik nog eens aan om zich niet
te laten verontrusten. Het is beter dat men
later getuigen moet dat de regeering wel heel
erg voorziehtig is geweest dan dat haar, met
hoe geringe kans ook, later verweten zou kun
nen worden, dat zij gedut had op een tjjd dat
waakzaamheid plicht was.
Ik verzoek den luisteraars dan ook wanneer
zij straks hunne legersteden opzoeken, even
rustig te gaan slapen als zjj dat ook andere
nachten doen. Er is voorshands geen enkele
redcn om ongerust te zijn.
DAGORDER VAN DEN COMMANDANT
VAN HET VELDLEGER.
De commandant van het Veldleger heeft de
volgende dagorder uitgevaardigd, welke Don-
derdagochtend op het morgenappdl doior de
regiroentscommandanten is voorgelezen.
„Zijne Excellence de minister van Staat,
minister-president, minister van defensie a.i.,
dr. H. Oolijn, heeft Woensdagavond in een voor
de radio uitgesproken rede medegedeeld, dat
de politieke spanningen in den laatsten tijd in
Europa weer grooter geworden zijn.
Hoewel er alle reden is te vertrouwen, dat
men er in zal slagen, langs vredelievenden
weg tot opiossing van het gerezen geschil te
geraken, mag de mogelijkheid van toenemende
spanning niet geheel uitgesloten worden ge-
acht en'moet met die mogelijkheid dus even
eens rekening worden gehouden.
Onder deze omstandigheden acht Harer
Majesteits Regeering het niet verantwoord,
dat een sterke vermmdering van geoefende
troepen onder de wapenen zou intreden, welke
toestand zou ontstaan, indien de dienstplichti
gen van de tweede ploeg (winterploeg) van de
lichting 1935 van de infanterie en wielrijders,
wier eerste oefening op 14 Maart zal zijn ge-
eindigd, op dien datum met groot verlof zou
den vertrekken.
In verband hiermede heeft de Regeering be
sloten, de bedoelde dienstplichtigen, die thans
voor de eerste oefening onder de wapenen
zijn, en eerstdaags huiswaarts zouden keeren,
tot nader order in werkelijken dienst te
houden.
De Regeering vertrouwt, dat het aanhouden
van de dienstplichtigen, die anders binnen
enkele dagen naar hunne haardsteden zouden
terugkeeren, van korten duur zal zijn.
Ik verwacht van alle dienstplichtigen, die
door den genoemden maatregel worden ge-
troffen, dat zij met blijmoedigheid den plicht
zullen vervullen, dien het landsbelang van hen
vordert, en dat zij er een eer in zullen stellen,
bij te dragen tot de veiligheid van het
Vaderland.
Van alle militairen, behoorende tot het Veld
leger, verwacht ik bovenal thans dat zij in-
dachtig zullen zijn, dat de weermacht zich
door stipte plichtsbetrachting en goede krijgs-
tucht zal hebben te onderscheiden. Ik weet,
dat het Vaderland daarop rekenen mag.
Leve de Koningin!
iijk de kwestie van zijn al of niet op de Hall
blijven te overwegen."
..Wenscht hij te blijven?"
Ik vermoed van wel, hoewel ik niet geloof
dat hij het kwalijk zou nemen als hij moest
opstappen. Maar als je een huurder zou wen-
schen tot de tijd aanbreekt dat je er zeif wilt
gaan wonen, zal je zeker nooit iemand vinden
die daar beter voor in aanmerking komt."
,,Nu, dat is mooi."
,,Ja", ging Archer voort. ,,Sir Percy is in
menig opzicht een merkwaardig mensch. Het
zou mij verwonderen, als je niet dadelijk met
hem ingenomen was. Hij is zeer begaafd, we-
tenschap en werktuigkunde zijn bepaald stok-
paardjes van hem; daarbij is hij hoogst popu-
lair en zijn gezelschap ten voile waard. Hij
heeft leven in de brouwerij gebracht en heeft
voortdurend loge's uit de groote wereld. Ik
geloof dat er tegen het eind van de week een
heel gezelschap vooraanstaande gasten ver
wacht wordt."
,,Zoo?"
Kapitein Wilson scheen nu vast in slaap te
zijn.
„Sir Marcus en Lady Grimsworth^daar
heb je wel van gehoord millionair en lid
van het Parlement en andere kopstukken
komen. Ja, Sir Percy is een waardig bewoner
van de Hall en ik geloof dat, wanneer je een
kijkje komt nemen, je tot de conclusie zult
komen dat het jammer zou zijn hem te ver-
jagen."
„Is hij weduwnaar?"
„Ja; Lady Glademuir, een ver familielid ge
loof ik, neemt de honneurs voor hem waar.
Verder heeft hy een dochter."
Richard gaf door een blik te kennen, dat
hij hem begreep. „Ik denk niet, dat het voor-
loopig noodig is hem de huur op te zeggen",
merkte hij onverschillig op.
,,Neen; nu, je zult zeif zien dat alles best
EERSTE KAMER.
Vergadering van Wbensdag.
Vooitgezet wordt le behandeling der be-
grooting van handel, nijverheid en scheep-
vaart. De heer Droogi/.ver Fortuyn (lib.) be-
pleit de haven- en scheepvaartbelangen van
Rotterdam.
Minister Gelissen zegt, dat toen het Ver-
bond voor Nationaal Herstel een politieke par
tij is geworden, hij uit is getreden. Hij is geen
principieel tegenstander van devaluatie, maar
vindt ze nu niet noodig'sn niemand weet waar
zij toe leidt. Rotterdam volge het voorbeeld
van Dordt en verlage zijn haven-tarieven. De
regeering zal het daardoor veroorzaakte gat
van 1.2 millioen bekijken in het algemeen be-
grootingskader.
Inzake ordening moet het algemeen belang
richtsnoer zijn; zij moet voortkomen uit het
bedrijfsleven zeif. Aan de verstarrende wer-
king van de contingenteering is in de latere
jaren tegemoet gekomen, doordat extra-con-
tingenten zijn toegekend. De contingenteering
heeft ons niet zooals men zegt 100 a 150 mil
lioen gekost, maar naar schatting vrifblij-
vend! niet meer dan een millioen. Het
aandeel van de Nederlandsche industrie in de
Nederlandsche markt is door de contingen
teering gestegen. Spreker komt op tegen het
verwijt van gebrek aan voortvarendheid in
zake de industrialisatie.
Spreker zet de werking van den economi-
schen voorlichtingsdienst wat het buitenland
betreft, uiteen. Spreker weet niet wat beters
voor de evenredige scheepSbevrachting in de
plaats te stellen. De zaak is in onderzoek.
Sinds 1932 is er over het geheele land eenige
stijging in de scheeprvaart, doch de verschui-
vingen beangstigen spreker. Spr. overweegt,
wat te doen o.m. wat betreft de Rijnvaartpre-
mies. Over het geheel maakt Nederiand t.o.v.
de scheepvaart geen slecht figuur. Er zijn
verschillende niet ongunstige economische tee-
kenen voor 1936. Voor zoover verantwoord,
kan de industrie op verderen steun der regee
ring rekenen. De werkloosheid ging met de
geringe opleving echter nog niet parallel, doch
men vergete niet, dat andere landen, met
name Amerika, relatief meer werkloozen heb
ben. De geringe vooruitgang weerspiegelt
zich ook in de effectehftoersen.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Lan d bo i i we ri s i s !o n d s.
Voortgezet wordt de behandeling van de
begrooting van het landbouwcrisisfonds.
Minister Deckers zegt, dat de kwestie van
den richtprijs voor de tarvve er steeds een
blijft van appreciatie. Plannen om voo peul-
vruchten den richtprijs te verlagen bestaan er
niet. De lage roggeprijzen vonden oorzaak in
de marktverhoudin'gen. Het verwerken van
aardappelmeel in brocd zal onder de aandacht
worden gebracht van den minister van sociale
zaken. Het denkbeeld cm tegen zeer lagen
prijs vee uit te voeren naar Rusland heeft spr.
afgewezen.
Bij fle afdee'ling melk en zuivei bespreekt de
heer Louwes (lib.) onze zuivelpositie. Er moet
zooveel mogelijk naar exportmogelijkheden
worden gezocht om de behoeften van verschil
lende landen op bepaalde oogentolikken te pei-
len. De regeling voor de consumptiemelk
maakt de melk te duur voor den consument.
De heer Hiemstra (s.d.) bepleit een nieuwe
afslachting ter vermindering van den vee-
stapel.
OPRUIENDE LECTUUR?
Dinsdag zijn ter drukkerij van de fa. J.
Kamminga te Dokkum in beslag genomen het
zetsel en de afdrukken van een preek, j.l. ge
houden door ds. J. W. B. Cohen, aldaar, over
het onderwerp Luchtbescherming.
INTEUPELLATIE-VERZOEK IN DE
TWEEDE KAMER.
Bij den aanvang van de vergadering der
Tweede Kamer heeft Donderdagmiddag de
heer De Visser (cp.) verzocht, eenige vragen
te mogen richten aan den voorzitter van den
ministerraad over de in verband met de ver-
hoogde politieke spanningen en de verscherpte
staatkundige tegenstellingen door de regee
ring getroffen en eventueel nog te treffen
maatregelen. Over dit interpellatieveazaek
zal in de volgende vergadering worden beslist.
OLIESPUITER AANGEBOORD IN
OOST-BORNEO.
Op de terreinen van de Oost-Bomeo Maat-
schappij, ten Nioorden van den Mahakam,
waar de Bataafsche Petroleum Mij, reeds
eenigen tijd opsporing doet, is naar gemeld
wordt een spuiter aangeboord van belangrijke
capaciteit. Zooals men weet, is echter over
de duurzaamheid van zulke spuiters niets te
voorspelien, zoodat het even goed mogelijk is
dat deze bron een groote productie blijft
leveren, als dat zij snel in capaciteit vermin-
dert of zelfs geheel ophoudt.
STEUN AAN DE GROOTE BOEREN.
Verschenen is de memorie van antwoord op
het voorloopig verslag der Eerste Kamer
nopens de begrooting van landbouw voor 1936.
Minister Deckers zegt daarin o.a. het vol
gende
Ten aanzien van het vraagstuk bedrijfs-
steun of individueelen steun komt mij voors
hands 't systeem van bedrijfssteun als het
meest juiste voor. Ik wil niet nalaten, in dit
verband de uitkomsten bekend te maken van
een onderzoek, dat door edn der onder hem
staande diensten is gedaan omtrent de betee-
kenis van den steun aan de z.g. groote boeren,
waaronder werden verstaan zij, die meer dan
50 ha cultuurgrond in eigendom exploiteeren.
Voor dit onderzoek is van een zevental be-
drijven elk bedrijf vormde het typische
grootbedrijf van een bspaalde streek be
rekend, hoe groot de totale steun is, welken
de exploitanten daarvan ingevolge de land-
buuwcrisismaatregelen genieten en daamaast
het bedrag, hetwelk zij in den vorm van di-
recten steun als denaturalisatievergoedingen,
uitkeeringcn enz. cntvangen.
Vastgesteld werd, dat men den totalen steun
per ha van de groote bsdrijven gemiddeld op
f 106 per ha cultuurgrond kon stellen en den
directen steun op f 86 per ha, hetgeen, aan
genomen dat de bedrijven boven 50 ha een ge-
middelden omvang van 73 ha helbben, leidt tot
leidt tot een totalen steun per bedrijf van
HZ 17-A
(Ingez. Med.)
in orde is", antwoordde Archer op luchtiger
toon. ,,Maar tenizij je van veel vertier om je
heen houdt, zal u wel vinden, dat het voor een
jongeman een te groot huis is om te bewonen."
Hij stond op en stak zijn hand uit. ,,Nu, het
zal mij een genoegen zijn je op de Grange wel-
kom te heeten," zei hij hartelijk. „en je kunt
er op rekenen dat ik al het mogelijke zal doen
om je wegwijs te maken. Het is een schitte-
rend bezit en iedereen is blij dat het eindelijk
een eigenaar in levende lrjve heeft. Ik zal je
"zeif om 1.30 komen halen, of iemand sturen,
zoodat je tijdig op de Grange bent voor de
lunch."
Richard was ook opgestaan en zij liepen
langzaam naar de deur. Archer Cardon wierp
in het voorbijgaan een blik op Wilson; maar
daar de oogen van den kapitein gesloten wa-
ren, zei hij hem niet goedendag.
Toen echter de deur aehter de beide man-
nen dicht was, gingen zijne oogen open en
haalde kapitein Wilson, die nu klaar wakker
overeind zat, zijn zakboekje voor den dag en
begon er in te schrijven.
Hoofdstuk II.
Een schandvlek op de Hall.
Den volgenden morgen om half elf was
Archer Cardon in de bibliotheek van Gresford
Hall om den bewoner een vroeg bezoek te
brengen.
Sir Percy Brayshaw, die tegen den grooten
gebeel'dhouwden schoorsteenmantel geleund
stond, en al pratend met zijn gast een sigaar
rookte, was een man, die den vluchtigsten be-
schouwer den indruk gaf van allesbehalve alle-
daagsch te zijn. Z'.jn werkelijke leeftijd was
halverwege tusschen de vijftig en zestig, maar
hij zag er veel jonger uit. Zijn blond, naar
achteren geborsteld haar, vertoonde geen
spoor van dunner worden of vergrijzen; zijn
blauw-achtig-grijze oogen waren helder en
levendig door jeugdige tinteling. Zijn figuur
was krachtig, en zijn gelaat hij was glad
geschoren, behalve een kleine snor had een
gezonde kleur en vertoonde geen rimpels. Hij
was zonder twijfel meer dan knap. Men voel-
de instinctmatig dat het een gezicht was,
waarachter een helder verstand school; hij was
ongetwijfeld een gestudeerd man en een gen
tleman; zijn gezicht en handen, zijn manieren
wezen op goede geboorte. Alles bijeengenomen
een prettig en innemend mensch.
,,Dus u gelooft, dat uw jonge neef niet on-
redelijk zal zijif?"
,,'Onredelijk zeker niet," antwoordde Gar-
don. ,,Maar het jonge mensch heeft karakter
en zou zich niet tegen beter weten in tot iets
laten verlokken. In deze kwestie echter is de
redelijkheid aan onze kant. Hij zal voorloopig
hier wel niet willen wonen, althans niet tot
hij trouwt."
,,Wat, alles wel beschouwd, niet tang zal
duren."
Cardon haalde de schouders op. „Het is
grootendeels een kwestie van temperament.
Ik vermoed dat hij geen haast zal hebben.
Natuurlijk kan je daarvan nooit zeker zijn.
Maar ik hoop meer van den jongeman te
weten voor de week om is. Hij komt voor een
dag of wat op de Grange."
Een eigenaardige uitdrukking gleed over
Brayshaw's gezicht, een cynische blik van
begrijpen. „Zoo, ik had al verwacht dat je
hem inviteeren zou", antwoordde hij op een
toon, alsof er iets achter zijn woorden stak.
,,Ik kon al niet minder doen", hernam Car
don snel. Natuurlijk moet ik hem bij het ba-
zichtigen van het landgoed rondleiden."
Brayshaw knikte. .Natuurlijk. Maar pas op
dat hij niet te veel ziet."
Caidon gaf een kort lachje. „Dat kunt ge
gerush aan mij overlaten,. waarde vriend
's Morgens zijt Qe laat! Ge kleedt U haas-
tig aan, jaagt Uw ontbrjt door de keel en
denkt slechts aan ten ding: Uw trein,
tram of bus te halen, die U op tgd naar
Uw werk zal brengen
Dit jachten, dat elken Maandagmorgen weer op-
nieuw begint, mat U af. put Uw zenuwen uit.
maar mist zijn ongunstigen invloed ook niet op
Uw inscwanden, die langzaam en moeilijk gaan
werken. waardoor van dag tot dag vergiftigende
afvalstoffen zich in Uw ingewanden vastzetten.
terwijl ook andere organen hun afscheidingstaak
trager vervullen.
—Tin lirm rtrrir^ r;p jn week komt, hoe loomer,
hoe vermoeider en hoe^Tasteieoier Ge U voelt
worden. Het zijn die stoffen, die Uw bloed dikker
maken, onzuiverder en die op Uw geheele gestel
van invloed zijn, Ge wordt nog vermoeider en
en prikkelbaarder, terwijl Uw eetlust verdwijnt.
Is het wonder, onder zulke omstandigheden, dat
dan na afloop van Uw weektaak Uw welverdiende
Zondag een verloren dag wordt, omdat Ge U te
moe, te mat en te landerig voelt om Uw plannen
te volvoeren.
Tenzij.... Ge ook de M.S.S.-gewoonte volgt
Wat dat is Neem Vrtjdag en Zaterdag voor het
naar bed gaan 4en of twde M.S.S.-cachets. welke
bestanddeelen bevatten, die Uw geheele gestel
opfrisschen, Uw ingewanden zuiveren van de
vergiftigende afvalstoffen, op Uw lever, op Uw
bloed een gunstigen invloed hebben. Door zoo'n
reinigend M.S.S.-ertje zal tusschen Zaterdag en
Zondag Uw gestel als door n wonder verbeterd
z(jn. Ge voelt U, als Ge Zondagsmorgens ontwaakt,
een ander mensch. Vroolijk en opgewekt en vol
blije levenslust kunt Ge al Uw Zondags-plannen
ten uitvoer brengen.
Zulk een heerlijken. door niets verstoorden dag
van rust en ontspanning, al naar Uw eigen op-
vattingen, kunt Ge U verzekeren door elke week
M.S.S.-cachets (ook wel genaamd Laxeei -
Akkertjes) zijn verkrijgbaar bij alle apothekers
en drogisten en wel in blauwe ronde kokertjes
of in de nieuwe blauwe vierkante kokertjes.
De samenstelling is echter van beide geheel
gelijk. Als Uw gewone leverancier soms gefn
voorraad mocht hebben, vraag hem dan ze
even voor U te willen bestellen. Ze kosten per
12 stuks slechts 60 cent. Overal verkrijgbaar
(Ingez. Med.)
rond f 7700 en tot een directen steun van rand
6300.
Indien men nu zou besluiten, dat de groote
boeren niet meer voor steun in aanmerking
komen, kan zulks uiteraard alleen betVekking
hebben op den directen steun. Een groote
boer zou dan, om zijn bedrijf te kunnen voort-
zetten, jaarlijks 6300 van zijn kapitaal moe-
ten interen. Hierbij is uitgegaan van de ver-
ondersteilling, dat de tegehwoordige prrjzen
der producten met inbegrip van den steun, de
productiekosten dekken; voor zoover dit niet
het geval is, wordt het jaarlijksche verlies
grooter.
Op grand van berekeningen ten aanzien van
den vermogenstoestand van de landbouwers op
1 Mei 1932 en 1 Mei 1933 is nu kunnen wor
den vastgesteld, dat de groote boeren in ten
hoogste tien jaren hun geheele vermogen zou
den verliezen, wanneer zij geen directen steun
meer zouden ontvangen en toch genoopt zou
den zrjn, hun bedrijf voort te zetten.
Ten gevolge van uitsluiting der groote be
drijven van den steun zouden, naar de Minis
ter meent, de eigenaren dezer bedrijven hun
bedrijven geheel of gedeeltelijk gaan verpach-
ten aan minder goed gesitueerde landbouwers
of hun gronden braak laten liggen, hetgeen
van ru'ineuzen invloed op de werkgelegenheid
voor iandarbeiders en op de instandhouding
van de productieve beteekenis van den bodem
zou zijn.
Daarop keek hij naar de klok en stond op.
„Ik ga het jongemensch omstreeks twaalf uur
afhalen", zei hij kalm. „Het is, alles wel be
schouwd, beter dat hij rondkrjkt met mij. dan
dat hij op eigen gelegenheid rondscharrelt."
Sir Percy knikte. ,,Je bent dan in de gele
genheid hem alles in gedekte tinten te schet-
sen, inplaats van in de levendige kleuren, die
zich aan zijn vrije waameming zouden kunnen
voordoen", merkte hij ironisch op.
„In ons eigen belang zal ik het zoo kleurloos
mogelijk maken", antwoordde Cardon op den-
zelfden toon. „Hoe is 't vanavond? Komen
zij
„Met den trein van 5.47. In vollen luister.
vermoed ik. Sibyl kreeg vanmorgen een
brief", voegde hij er met een veelbeteekenen-
den glimlach aan toe.
De deur ging zachtjes open en Sibyl Brays
haw kwam binnen, een knap meisje met het
levendige en opgewekte temperament van
haar vader.
,,Zoo, vader - goeden morgen, meneer Car
don, ik wist niet dat u hier was". Zij kwam
naderbij en gaf den bezoeker een hand, waar-
na zij zich tot Sir Percy keerde. Vader, ver-
wachtte u majoor Flordon?"
Een eigenaardige blik scheen voor een cogen-
bUV R-avshaw'® oogen te verharden. en als
instinctmatig keken ze vluchtig naar Cardon.
..Aiajoor Fiordon? Neen, lieverd, waarom..."
„Hij is hier."
„Hier?"
,,In de huiskamer, hij zit met Lady Glade
muir te p'raten."
,,Wat wil lyj?"
Sibyl trok lachend de schouders op. „Ik
weet het niet. Maar hij kwam in een huur-
riituig van het station, hij kwam misschien
langs en wilde hij even een praatje komen
(Wordt vervolgd.)