Ter Neuzensche Courant Het Mysterie van Gresford Hall, Binnenland Feuilleton Buitenland Woensdag 11 Maart 1936. j^No. 9425 TWEEDE BLAD VAN NED. SLAGERSBOND TEGEN AFSL AOHTIN G. Bond wil door afschaffing van de crisisheffing het verbrnik van vleesch helpen bevorderen. In verband met de rede, door ir. W. de Jong, directeur der ,,Veehouderij-Centrale voor de Friesche Mij. van Land'bouw" gehouden, schrijft de Ned. Slagers'bond aan ,,De Telegraaf", dat z.i. een hernieuwde afslachting ook economisch niet te verdedigen is. De Vorige afslachtingen hebben een verlies opgeleverd van bijna 25 millioen gulden, het- geen bij een totale hoeveelheid ingeblikt rund- vleeseh van 39% millioen K.G. een verlies van 0,63 per K.G. blik beteekent! En veehouderij en steunbehoevenden zullen indien men bij de huidige vleeschprijzen dis- tributie noodig acbt veel meer gebaat zijn bij een beschikbaarstelling van verseh rund- vleesch en tevens van spek en reuzel. De huidige prij'zen dezer artikelen en van nuchter kalfsvleesch zijn zoo laag, dat een dergelijke beschikbaarstelling, waarbij van het bestaande distributie-apparaat, het slagersbe- drijf, gebruik dient te wobden gemaakt, veel goedkooper zal zijn dan een hernieuwde in- blikking, waarbij men de eene week vleesch inblikt om het misschien de volgende week al in consumptie te brengen. In aanmerking nemende, dat de beschik baarstelling van het blikvleesch zich momen- teel o.m. uitstrekt tot gestichten en dergelijke inrichtingen, hetgeen uiteraard niet normaal kan worden genoemd, taxeeren wij, aldus schrijft de Bond, dat de eventueele beschik baarstelling van goedkcop versch vleesch zich zou kunnen bepalen tot een kwantum van 10 millioen k 12 millioen K.G. per jaar, waar- mede een bedrag van 4 a 5 millioen gulden ge- moeid zou zijn. Werd ditzelfde kwantum als blikvleesch verstrekt, dan zouden de kosten naar taxatie bedragen 6.5 a 7.5 millioen gul den, dus ongeveer 50 pet. hooger liggen. Gezien het feit, dat er op 1 Januari j.l. naar onze berekening nog een bedrag van 5.8 mil lioen gulden was aan te zuiveren aan verlie- zen op de vorige afslachtingen geleden, moet het economisch niet verantwoord worden ge- acht dit verlies noodeloos nog hooger op te voeren ten laste van de crisisheffing op rund- vleesich van 10 pet., welke heffing bijna nog een jaar op de rundvleescheonsumptie zal moe- ten drukken om het reeds geleden ve*ies aan te zuiveren. Veeleer is de vraag gewettigd of dit verlie3 op afslachtingen die ten bate van de zuivel zijn verlicht, maar waarvan de vleeschpro- ducenten ten slotte mede de lasten kregen te dragen in den vorm van een crisisheffing, eigen'lijk niet uit den crisiszuivelpot dient te worden aangezuiverd, opdat direct de crisis heffing op rund- en kalfsvleesch kan inge- trokken worden, waardoor de vleeschprijzen met 10 pet. zullen dalen en het Vleesch nog meer kan komen binnen ieders bereik. Het stemt tot voldoening te kunnen con- stateeren, dat de regeering blijken ge_eft niets voor een hernieuwde 'afslachting te gevoelen. Minister Deckers zou hiertoe alleen ,,in uiter- ste nood'zaak" willen overgaan. Die noodzaak ligt voorzeker niet in de doeltreffendheid van afslachting als beperking der melkproductie en nog minder in de behoefte aan goedkoop vleesch nu het blikvlleesch, waarmee de i^gee- ring aanvankelijk wel wat in haar rnaag zat, toch opraakt. Onze conclusie is: laat de afschaffing van de crisisheffing het verbruik van rundvleesch helpen bevorderen. De vleeschprijzen zijn dan laag en binnen ieders bereik. Dit is beter, dan door bestendiging van de heffing een distri bute van vleesch, in welken vorm ook, te bestendigen. HET BROOD IS TE DUUR. Nederlandsche Maatsohappij voor Nijverheid en Handel acht de cri- sisheffingen te hoog. Reeds, tiweemaal heeft de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel in adressen aan de Regeering betoogd, dat de landbouwcrisismaatregelen den prijs van het brood te zeer hebben verhoogd. In een gedo- cumenteerd artikel in het Maartnummer van haar tijdschrift ,,Maatschappij Belangen" wordt thans een overzieht gegeven van den invloed van den landbouwcrisissteun op den broodprijs. Reeds bij een vergelijking van den brood prijs van voor den oorlog en thans blijkt, dat deze hier te lande zeer zeker hoog is. Tegen- over een gemiddelden prijs van gebuild tarwe- brood van 14.70 cent per K.G. in 1913 staat een gemiddelde van 19.53 cent in 1935. En sindstiien zijn de prrjzen nog eer verhoogd dan verlaagd. Ook in vergelijking met andere lan- den is onze broodprijs hoog. Dit is niet alleen een gevolg van duurder Naar het Engelsch van SIR WILLIAM MAGNAY (Nad'ruk verboden.) Hoofdstuk I. De man, die dutte. Een heer in jachtcostuum wiens keurige, goedzittende kleeding bemodderd was tenge- volge van een rit door zwaar terrein, reed het stalerf van de ,,Drakenkop" te Long Gresford op en gaf zijn paard over aan den stalknecht. John Bree, de waard, slenterde naar buiten. „Een goeden dag gehad, kapitein Wilson vroeg hij. „Uitstekend," was het antwoord, ,,en Whip- cobd heeft zich prachtig gehouden. Een goed paard!" „Ja, dat mag u wel zeggen. Een van dat aoort dat je vaker op papier dan bij den weg niet. Veel deenemers, kapitein?" „Nogal tamelijk. Niemand van hier, voor zoover ik kon zien". „Geen van de heeren van de Hall Kapitein Wilson wierp den ander een Snellen blik toe. „Niet dat ik weet. Waarom Wie zou er geweest moeten zijn?" JJat weet ik niet, kapitein", antwoordde Bree kleintjes. Ik veronderstelde het alleen maar. Sir Percy heeft dikwijls gasten." Wilson gaf een nonchalant knikje van in- stemming. ,,I'k verwachtte eigenlijk den heer Cardon van de Grange te zien, maar hij was v%ndaag niet opgekomen." grondstof. Andere factoren zijn de bepalingen der Arbeidswet, de hooge loonen en een niet doelmatige organisatie der broodvoorziening. Naar de huidige prijsverhoudingen kan het totaalbedrag aan lasten, dat ingevolge de steunmaatregelen voor de tarweteelt, de mo- nopolieheffing op buitenlandsche granen en wat daarmee samenhangt, gesteld worden op ruim 36 millioen gulden per jaar of 3.61 cent per broodje van 8 ons. Op grond van haar be- rekeningen komt de Maatschappij tot de con clusie dat hiervan slechts 1.76 cent noodig is voor tarwesteun, zooals die nu plaats vindt en dat dus van iederen broodgebruiker nog een extra-belasting geheven wordt van 1% cent per broodje voor dekking van andere uit- gaven ten laste van het Landbouw-Crisisfonds. Dat beteekent een aceijns ter hoogte van 15 pet. van de waarde. Gewezen wordt op het feit, dat juist de ar- beid'ersgezinnen relatief zwaar door de land- bouw-crisismaatregelen wordt gedrukt. Het hoofdbestuur is van oordeel, dat het ka- rakter van maatregelen tot over'orugging van een overgangsperiode, tot geleidelijke aanpas- sing, in de thans gevolgde methode van land- bouwsteun niet voldoende tot uiting komt en dat hierdoor de aanpassing van ons bedrijfs- leven aan de gewijzigde wereldverhoudingen zelfs op bedenkelijke wijze wordt tegengehou- den tot groote schade van onze volkshuishou- ding als geheel. Bij de overweging van wijzigingen, aan te brengen in 't huidige sysiteem van de land bouwcrisismaatregelen, waarover binnenkort een aJdvies van de commissie-van Loon mag worden tegemoet gezien, zal, naar het hoofd bestuur vertrouwt, ook aan dit onderdeel van het vraagstuk meer aandacht worden geschon- ken dan het tot dusver ontving. DE VOORGENOMEN KORTING OP DE RIJKSPSENSIOENEN. Het hoofdbestuur van den Algemeenen Mili- tairen Pensioenbond heeft zich naar aanleiding van het bericht, dat een ontwerp-pensioenkor- ting is gezonden aan het Georganiseerd Over- leg, tot den minister van Defensie gewend met een adres waarin er op wordt gewezen, dat de gepensionneerde militairen hoewel hun be langen bij de onderwerpelijke aangelegenheid in sterke mate zijn betrokken in alle op- zichten van dit overleg zouden zijn buitenge- sloten omdat het militair-belangen-reglement niet toelaat, dat vereenigingen van militairen onder hun leden ook gepensionneerden hebben opgenomen. Genoemd hoofdbestuur, mede optredende namens den Kon. Ned. Bond van Oud-onder- officieren, den Ned. Bond van Oud-onderoffi- cieren, de Ver. van Oud-onderofficieren der Zeemacht, den Bond van Reserve-onderofficie- ren en de Vereeniging Weduwenzorg, verzoekt daarom den minister wel te willen bepalen, dat het dagelijksche bestuur van den Alg. Mil. Pensioenbond in de gelegenheid wordt gesteld de regeering te adviseeren over de aanhangige voorstellen tot korting op de pensioenen. REISBELASTING EN MOTORSPORT. Met een aan den minister van Financien gericht verzoekschrift, betreffende het ont- werp-Reisbelasting, heeft de Kon. Ned. Mo- torwielrijdersvereeniging zich aan de zijde harer zustervereenigingen geschaard en zich eveneens als overtuigd tegenstandster van het ontwerp uitgesproken. Naast de vele bezwaren, welke reeds naar voren zijn gebracht, heeft de K. N. M. V. ge- meend den nadruk te moeten leggen op de moeilijkheden, die bij aanneming van dit veel- besproken wetsontwerp zouden ontstaan met op den dag zelve opgekomen uitstapjes naar bet buitenland. Indien te voren vereischt zou worden een verplicht bezoek aan bepaalde bureaux of belastingfunctionarissen, zou hier door niet alleen aanmerkelijke vertraging ont staan, maar de reis veelal geen doorgang kun nen vinden, tenzij de gelegenheid hiertoe open zou staan op Zaterdagen, benevens op Zon- en Feestdagen, waartegen bij de regeering onge- twijfeld onoverkomenlijke bezwaren zullen be- staan. Wiaar de afstanden in ons land zeer klein zijn en reizen in 't bijzonder in de Zuidelijke provincien bij herhaling gemaakt worden, vooral wanneer de weersgesteldheid, die bij den huidigen stand der meteorologisch weten- schap toch eerat op den dag zelf met eenige zekerheid bekend is, voor dit doel aanlokkend is, ziet de K.N.M.V. bij totstandkoming van de Wet hierin een zeer emstige belemmering van het buitenlandsch toerisme en een feitelijke be perking van de vrijheid van het reizen per auto of motor buiten de grenzen. DE*L.Z. 129 NAAR ONS LAND? Zooals bekend bestaan te Friedrichshafen plannen voor een serie vluchten met de nieu- we Zeppelin, de L.Z. 129 Hindenburg. Volgens een uitlating van dr. Eckener, even v66r de start op Donderdag j.l. zou een tocht naar Amsterdam, vermoedelijk de volgende maand plaats hebben. Deze vlucht zou geen direct verband houden met de eventueele studie- vlucht naar Batavia. De mogelijkheid bestaat, dat aan dezen tocht een trip naar Engeland wordt vastgeknoopt. VRACHTVERKEERSSTATISTIEK. Vanwege de directie van de wegenverbete- ring van den Rijks Waterstaat, worden, spe- ciaal ter verkrijging van gegevens betreffen de het vrachtverkeer, verkeerswaarnemingen „Wat u zegt, kapitein!" De waard voelde zidh nu op veiliger terrein. ,,Dat is een beetje vreemd. Meneer Cardon is een vaste deel- nemer aan jachtpartiijen wanneer hij thuis is." „Ja, hij is een echte liefhebber", merkte Wlilson onverschillig op. ,,Ik zou graag van- avond vroeger eten; over een uur, als dat zoo geregeld kan worden." ,,Daar zal voor gezorgd worden, kapitein." „Geef me eerst een whiskey-soda, meneer Bree en dian ga ik een bad nemen." De waard ging met veel vertoon van ijver aan den gang, terwtjl kapitein Wilson lang- zaam de bar binnenstapte. Hij zag eruit als het type van een militaire sportsman; een weinig boven de gemiddelde lengte, lenig, ter- wijl de onverschillige, eenigszins indolente ma- nieren, welke zijn stand en type kenmerken, niet konden verbergen, dat hij desnoods ook vlug wist te handelen. Zijn gezicht was, behou- dens een onevenredige lengte van de kaak, be- slist knap; de neus, ofschoon groot, was wel- gevormd en de grijs-blauwe oogen bezaten een aantrekkelijkheid, die voor een groot deel toe te schrrjven was aan de levendige en ietwat spottende uitdrukking. Terwijl hij zijn dorst leschte, kwam juffrouw Bree het lokaal binnen en deed, te oordeelen naar het feit, dat er eenige uitdrukking op haar gelaat verscheen, eene belangrijke mede- deeling aan haar man, die zijn wenkbrauwen optrok en het nieuws aan zijn gast ging over- brengeh. „Het schijnt, kapitein, naar hetgeen mijne vrouw mij vertelt, dat wij op het oogenblik den eigenaar van Gresford Hall in huis heb ben," zei hij gewichtig. .jRichard Cardon." Indien er al een oogen blik een glimp van belangstelling in kapitein Wilsons oogen geschenen had, werd hij onmid- dellrjk gedoofd. gehouden. Deze waarnemingen hebben plaats op 10 punten in de verschillende provincies van ons land. Onder vrachtverkeer wordt verstaan: vrachtauto's, tractors met aanhangwagen of oplegger en personen-auto's, welke voor vrachtvervoer gebruikt worden. De bestuur- ders moeten op verzoek van de waamemers, hier eventueel bijgestaan door personnel van de koninklijke marechauss6e of van de rijks- veldwacht, hun wegenbelastingkaart toonen. Voorts worden de bestuurders een 9tal vragen gesteld. De waarnemingen, welke gedurende 5 maal 24 uur plaats vinden, zijn Maandagochtend om 8 uur aangevangen en eindigen Zaterdag- avond a.s. om 8 uur. OOK MR. MOLENAAR UIT HET HOOFDBESTUUR VAN DEN VRIJHEIDS- BOND. Zooals men weet, is dezer dagen mr. Boon uit het hoofdbestuur van den Vrijheidsbond getreden. Naar gemeld wordt, is ook mr. A. N. Molenaar, secretaris. van het Verbond van Ned. Werkgevers uit het hoofdbestuur getre den. Dit is reeds eenigen tijd geleden ge- sohied, doch daaraan is geen publiciteit ge geven. Evenals mr. Boon blijft mr. Molenaar lid van de partij en vervult hij nog een be- stuursfunctie in den kieskring Leiden. Zijn aftreden vindt oorzaak in een interne partij-aangelegenheid. DUITSCHLAND EN DE NEDERLANDSCHE REISBELASTING. De Duits.Che pers vreest, dat door de Ne derlandsche reisbelasting zoo die tot uitvoe- ring mocht komen, de reislust van vele Ne- derlanders, die nu van de lage reismarken profiteeren kunnen, sterk zal verminderen. Ook zou deze belasting een harde slag zijn voor de in Nederland wonende Duitschers, die hun vacantie dikwijls in hun vaderland gaan doorbrengen, met name voor de 30.000 Duit- sche dienstmeisjes. De Duitsche bladen ma- ken met voldoening melding van de in de Hollandsche pers gepubliceerde kritiek op de ontworpen reisbelasting. UITOEFENING VAN BEROEPEN EN BEDRIJVEN DOOR VREEMDELINGEN. Bij de Tweede Kamer is thans een wetsont werp ingediend, houdende regeling van het zelfstandig uitoefenen van beroepen en be- drijven door vreemdelingen. Aan de memorie van antwoord is het vol gende ontleend: Gelijksoortige overwegingen als die, welke geleid hebben tot een wettelijke regeling in- zake het verrichten van arbeid door vreemde lingen, liggen ook aan het onderhavige wetsontwerp ten grondslag. De motieven voor bescherming van de ar- beidsmarkt gelden ook voor dat deel van ons volk, dat een zelfstandig beroep of bedrijf uit- oefent. De groote en aanhoudende economische moeilijkheden hebben in vele beroepen en be- drijven een toestand geschapen, welke de be- staansmogelijkheid van de daarbij betrokke- nen emstig in gevaar brengt. Meer in het bijzonder is dit het geval met het middenstandsbedrijf op het gebied van den detailhandel, het ambacht en de kleine nijverheid, waar in sterke mate de gevolgen der vermindering van de koopkracht en de daaruit voortvloeiende achteruitgang van de omzetten worden ondervonden. Daar komt nog bij, dat in vele branches van het midden standsbedrijf van een overbezetting moet wor den gesproken, hetgeen de gevolgen der- slechte tijdsiom'standigheden voor betrokkenen nog scherper toespitst. De moeilijke strijd om het bestaan wordt zo^jdoende voor vele Neder- landers door de vestiging van buitenlandsche zakenliedien nog verscherpt. Reeds met het oog op de hierboven ge- schetste toestanden moet een regeling met be- trekking tot de zelfstandige uitoefening van beroepen en bedrijven door vreemdelingen ur gent en gewenscht worden beschouwd. Overigens dient deze regeling te worden be- zien in verband met de wet van 16 Mei 1934 in zake het verrichten van arbeid door vreemde lingen, waarvan zij het noodzakelijk comple ment vormt. Het laat zich immers gemakke- lijk begrijpen, en dit verschijnsel heeft zich o.a. bij de terrazzo-werkers, kappers en kleer- makers voorgedaan, dat buitenlandsche werk- nemers, ten behoeve waarvan geen vergunnin- g^n ingevolge de zoo juist aangehaalde wet worden verleend, hun vroegeren werkgevers concurrentie gaan aandoen door zich zelfstan dig in het betrokken beroep of bedrijf te ves- tigen. De concurrentie, welke Nederlandsche ar- beiders op de arbeidsmarkt van buitenlanders ondervinden, wordt zoodoende verplaatst naar het terrein, waarop de zelfstandige onderne- mer werkzaam is. Om deze redenen moet een dergelijke verschuiving als ongewenscht wor den aangemerkt. Afgescheiden van het bovenstaande, biedt de ontworpen regeling het voordeel, dat in het tot nog toe op de vestiging van vreemde zakenlieden uitgeoefende toezicht uniformiteit wordt gebracht. Ofschoon tot dusver ongetwijfeld nuttig werk in het belang van het Nederlandsche be- drijfsleven is verricht. zal door toepassing van de Vreemdelingenwet alleen het d'oel, dat dit wetsontwerp zich stelt, nimmer voldoende be- naderd kunnen worden, gezien het verschil in doel en strekking der beide regelingen. Boven- dien kan tot nu toe slechts ten aanzien van John Bree knikte. ,,Het moet Richard Car don zijn. Hij vertelde mijn vrouw zooeven, dat hij overgekomen was am het landgoed eens te bekijken." Kapitein Wilson nam nog een teug. ,,Van Australie gekomen, niet waar?" merkte hij terloops op. „Neef van den vorigen eigenaar, die in een krankzinnigengesticht ge- storven is?" Bree knikte. ,,Nieuw-Zeeland, Juist kapi tein. Wijlen de heer Edward Cardon was jaren lang niet wel bij het hoofd." ,,Ja, dat heb ik gehoord," hernam Wilson kalm, „en dat meneer Cardon van de Grange, een andere neef, zijn zaken behartigde." John Bree kneep de lippen opeen, blijkbaar om het uitdrukken zijner gedachten te belet- ten. ,,En hij verhuurde het van verleden jaar af aan Sir Percy Brayshaw", was alles wat hij zich veroorloofde te zeggen. Wilson ledigde zijn glas en maakte aanstal- ten om te vertrekken. Heeft hij het voor lang verhuurd?" vroeg hij schijnbaar onverschillig. Bree schudde het hoofd. ,,Daartoe was hij niet bevoegd", verklaarde hij. „Hij had alleen wat te zeggen zoolang meneer Edward leef- de. Na diens dood werd het een kwestie van opzeggen met zes maanden; naar verkiezing, geloof ik, van den nieuwen eigenaar." ,,Zoo" Wilson onderdrukte half 'n geeuw en ging naar zijn kamer. Nadat hij gebaad en zich verkleed had, slenterde hij naar de gelag- kamer beneden. Het was een groot vertrek met eikenhouten zoldering en rondom lambrizeering, de „Dra- kenkop" was in lang vervlogen dagen een be langrijke uitspanning en dito posthuis geweest. Toen kapitein Wilson binnentrad, bevonden zich slechts twee mannen in het ruime ver trek. Zij zaten aan dezelfde tafel: de een, dien hij voor den nieuwen landheer van Gresford een klein deel der buitenlandsche zakenlieden worden opgetreden. Het wetsontwerp brengt in deze de mogelijkheid van uitbreiding, zoo- mede de gewenschte eenheid en centralisatie. Het wetsontwerp omvat het uitoefenen van beroepen en bedrijven door vreemdelingen in het algemeen en de werking ervan zal zich derhalve ook uitstrekken over hen, die bij het in werking treden de wet reeds gevestigd zijn. Ten aanzien van deze laatsten zal de beslis- sing, geval voor geval, omtrent het al of niet verleenen der vergunning, uiteraard met de noodige omzichtigheid dienen te worden geno- men. In het bijzonder zal ertegen moeten worden gewaakt, dat aan hen, die reeds lan- geren tijd hier gevestigd zijn, voor zoover tegen de voortzetting van hun werkzaamheid hier te lande geen emstige bezwaren bestaan, het leven worde onmogelijk gemaakt. De aanwijzing van de beroepen en bedrijven, waarvoor een vergunning wordt vereischt, ge- schiedt bij algemeenen maatregel van bestuur. Indien voor de uitoefening van een bepaald beroep of een bepaald bedrijf een vergunning verplicht is gesteld, zijn aan die verplichting onderworpen a. alle natuurlijke personen, die noch Nederlander, noch uit anderen hoofde Neder- landsch onderdaan zijn; b. alle buiten Nederland en zijn overzee- sche gebieden gevestigde lichamen, hetzij in handen van Nederlanders of van vreemdelin gen; c. alle in Nederland of zijn overzeesche ge bieden gevestigde naamlooze vennootschappen, codperatieve vereenigingen en andere vereeni gingen met rechtspersoonlijkheid en stichtin- gen, waarvan een of meer der bestuurders of commissarissen vreemdeling is. Dus in het algemeen de Nederlandsche rechtspersonen met een buitenlandsch karakter. De mogelijkheid is geopend een vergunning slechts voor te schrijven voor een bij het be treffende besluit aangewezen gedeelte van Nederland. Waar het hier gaat om de zelf- standigen, voor wie dikwijls plaatselijke fac toren een grooter rol spelen dan voor den arbeider, kan het wellicht somtijds voldoende zijn, het zelfstandig uitoefenen van een beroep of bedrijf door vreemdelingen slechts in een bepaalde streek te belemmeren, b.v. in grens- gebieden, maar elders in den lande vrij te laben. Wat betreft het geval, dat een vreemdeling in het buitenland zijn beroep of bedrijf uit- oefent, maar hier te lande in dat beroep of bedrijf werkzaamheden verricht of doet ver richten, wordt opgemerkt, dat het ter verze- kering van een goede uitvoering van de wet wenschelijk is, dat hij, voor wat betreft de werkzaamheden in Nederland, aan een ver gunning kan zijn gebonden. Er zijn echter meerdere soorten werkzaamheden, welke niet behoeven te worden belet, als daar is de aan- koop van materialen. De regeering heeft ge- meend, te dezen een juiste beperking in te voeren door te bepalen, dat alleen voor werk zaamheden ten behoeve van derden (in casu: opdrachtgevers, olienten, enz.) de vergunnings- plicht kan worden gesteld. Voorts geldt ook hier het voorschrift, dat de aanwijzing voor een bepaald gedeelte van Nederland kan ge- schieden. Het ligt in de bedoeling, zoo noodig aan een vergunning voorwaarden en beperkingen te verbinden. Een beperking kan b.v. gelegen zijn in de aanwijzing van een bepaalde ge- meente, waarvoor de vergunning zal gelden. De vreemdeling is strafbaar, zoo hij de ver- eischte vergunning niet heeft. Daamaast is strafbaar degene, die voor een vreemdeling hier te lande werkzaamheden verricht, of een filiaal beheert, zonder dat de vreemdeling ver gunning verkregen heeft. De straf is gesteld op een hechtenis van ten hoogste een maand of een geldboete van ten hoogste vijfhonderd gulden. Al zal worden gewaakt tegen een overma- tige belasting van het bedrijfsleven te dezer zake, zoo is het toch wenschelijk, dat van de belanghebbenden een bijdrage in de kosten, die de uitvoering van de wet uit den aard der zaak medebrengt, kan worden geheven. Tenslotte is het wenschelijk de bevoegdheid te bezitten, zoo noodig door overleg met vreemde regeeringen tot nadere regelingen te komen, waarbij de wederzijdsche belangen zoo- veel mogelijk zullen worden behartigd. Niet uit het oog mag worden verloren, dat de bin- nenlandsche maatregel zijn terugslag kan hebben op de behandeling van de eigen onder- danen in het buitenland. PLANNEN VAN MINISTER-PRESIDENT VAN ZEELAND. De correspondent der N. R. Crt. te Brussel meldt Donderdag a.s. zal minister-president Van Zeeland in zijn kwaliteit van minister van bui tenlandsche zaken bij de openbare behande ling door de Kamer van de begrooting van dit departement een groote rede houden over de buitenlandsche politiek van Belgie, het vraagstuk van de intemationale verdragen en de kwestie van het Fransch-Belgische mili taire accoord. Voorts doet in parlementaire kringen het gerucht de ronde, dat de heer Van Zeeland het voornemen zou hebben te kennen gegeven omstreeks Pasehen, na het debat over de wijze Hall hi eld, gebruikte zijn avondmaal; zijn metgezel, die daaraan niet deelnam, maar met jachtzweep en rijhandschoenen in de hand, een weinig van de tafel afzat, herkende hij als Archer Cardon van The Grange, die als naaste bloedverwant bij 't welzijn van het landgoed geinteresseerd was. Cardon was een man van een jaar of vijf en vijftig, gediwongen en krachtig van gestalte, zijn grauw-zwart krul'lend haar omlijstte het gladgeschoren gelaat, dat op dit oogenblik een uitdrukking van sluwe opgewektheid had, Geen onprettig uiterlijk, maar toch was Ar cher Cardon onmiskeribaar een man, met wien men het beter niet aan den stok kon hebben. Zijn metgezel en neef, Richard Cardon, was een knappe, jonge kerel met de bruine gelaats- kleur, welke een even in de openiucht ken- merkt. AJ ontbrak hem de gemakkelijke manier van optreden, die iemand van Engelsche op- voeding en in dezelfde positie kenmerkt, had hij toch eene rustige zelf-verzekerdheid over zich, welke op flinke karakter-eigenschappen wees. Hij bezat blijkbaar de noodige pit en in weerwil van een waarschijnlijk ruwe leer- school in de kolonien zag hij eruit als een man van stand. Hij stamde dan ook af van een der oudste families van het Graafschap. Kapitein Wilson verborg een geeuw, toen hij door de kamer slenterde. Terwijl hij deed, alsof hij Cardon pas opmerkte toen hij langs hem heen kwam, knikte hij hem toe als een vluchtigen kennis. „U bent vandaag niet meegereden", merkte hij op. ,,Neen, ik moest voor zaken naar Gilchester, jammer genoeg. Ik hoor dat u een stevige rit he'bt gemaakt." „Ik zou zeggen, zoo goed als men in dit land verwachten kan." Cardon grijnsde instemmend-. Wilson liet waarop de regeering van de haar verleende volmachten gebruik heeft gemaakt, om den economischen toestand van het land te her- stellen, ontslag te nemen. Het is echter ook zeer goed mogelijk, dat de heer Van Zeeland heel eenvoudig eenige weken gaat rusten in het Zuiden. Er zou in dit laatste geval, naar het socialistische hoofdorgaan Le Peuple be- vestigt, alleen 'n interimair minister-president worden aangesteld. Dit zou de katholieke Vlaamsche minister van staat, burggraaf Poullet kunnen zijn. In het andere geval zou een zoogenaamd tijdelijk verkiezingskabinet worden gevormd met den katholieken minister van staat, graaf Carton de Wiart, als eerste- minister. Bij de voorzitters van de Kamer en den Se- naat is door den minister van buitenlandsche zaken aangedrongen op bespoediging van de werkzaamheden. Er zouden eventueel zeven vergaderingen per week worden gehouden. Men wil tegen 17 Maart met al de begrootin- gen klaar zijn, waarna het debat over de vol machten zou wofden ingezet. Aan dit debat hcopt men niet meer dan twee dagen te moe ten besteden. De Kamer zou vervolgens in af- wachting van de verkiezingen, die op 21 Juni plaats hebben, met vacantie gaan. HET GEBRUIK VAN STERKEN DRANK. Door den socialistischen Belgischen minister van justitie, mr. Soudan, is bij de Kamer een wetsvoorstel ingediend waarbij het alcoholver- bod wordt verscherpt. Tot nog toe was het schenken van alcohol in de clubs niet verbo den, wat aanleiding gaf tot allerlei misbruiken. Dit zou, indien het wetsvoorstel door het par- lement wordt aangenomen, in de toekomst niet meer mogelijk zijn, daar het verbod niet alleen meer voor de hotels, cafe's, winkels, enz. maar ook voor de clubs zal gelden. HELDENMOED MET DEN DOOD BETAALD. Er heeft zich een roerende episode van zelf- opoffering afgespeeld tijdens een brand in een Italiaansch bombardementsvliegtuig, dat te- rugkeerde na een vlucht te hebben gemaakt over de rivier de Takkaze. De commandant van het vliegtuig, luitenant-kolonel Oliveti, gaf den leden der bemanning, kapitein Erco- lani, den sergeant-marconist Carrano en den soldaat-mecanicien Cecconi, bevel zich per pa rachute te redden, met dien verstande, dat men de rangvolgorde in omgekeerden zin zou volgen. Terwijl de soldaat en de sergeant uit het toestel sprongen, drong kapitein Ercolani er op aan, dat de luitenant-kolonel voOr hem het toestel zOu verlaten. Maar de commandant, vastbesloten om als laatste uit het toestel te springen, weigerde en dwong den kapitein den sprong met de parachute te wagen. iHet vliegtuig, dat inmiddels tot 200 meter hoogte was gedaald, werd een prooi der vlam- men en luitenant-kolonel Oliveti stortte neer, terwijl de drie anderen den dans ontsprongen. De troepen te Aksoem hebben het stoffelrjk overschot van Oliveti plechtig een laatste hulde gebracht. HET HELLEND VLAK. Er is, schrijft de N. R. Crt., op het oogen blik geen gevaar voor oorlog. Dat is duide- lijk, ondanks de forsche politiek, die Frank- rijk schijnt te willen voeren. Maar als men niet oppast heeft men weer een flinken stap gedaan in de richting van een oorlog. Als het aanzien van het recht, en de onschendbaarheid van verdragen niet worden hersteld, moet het onvermijdelijk daarop uitloopen. Men ziet den weg daarheen reeds uitgestippeld. Het zou onverantwoordelijk zijn, daar met zoetsappig- heid omheen te redeneeren. Het zal nu moe ten worden uitgemaakt, of wij, wat de inter- nationaie politiek betreft, bezig zijn terug te vallen in een toestand van reehtloosheid, die voor 1914 reeds lang overwonnen was. Hitler heeft de eene overeenkomst na de andere overhoop geworpen. Wij hebben daarbij voortdurend zijn ongeduld begrepen. Zijn methode moest echter onbehagelijke gevoelens wekken om twee redenen. Hij had haar jaren tevoren reeds beschreven; en daardoor moest men vreezen, 'dat hij consequent zijn oude denkbeelden, die men in begin van uitvoering zag, zou doorzetten. Dan was de heerschappij van Duitschland in Europa zijn doel. Dat hij dit doel ontkende, zoolang het aan voldoende macht ontbrak, behoorde tot het stelsel. Maar een verantwoordelijk staatsman is een ander man dan een onverantwoordelijk plannenmaker. Men mocht hopen, dat de staatsman Hitler zekere grenzen niet te bui ten zou gaan. Men zou daarop zelfs hebben durven rekenen, als zijn beleid in het binnen land niet reden had gegeven tot bezorgde gedachten. Daar zag men hetzelfde: Altijd handelen bij overrompeling, nadat eerst iedere tegenstander of zelfstandige bondgenoot, zoo lang hij moest worden ontzien, met gerust- stellende verzekeringen, ja, menigmaal met verzekeringen van pathetischen klank, was gerustgesteld. De lotgevallen van den Stalen Helm, die als machtig bondgenoot bsgonnen, stapje voor stapje teruggedrongen werd tot hij genoeg verzwakt was om verboden te kunnen worden, zijn een studie waard. Er was nog een ander punt, dat bedenkelijk kon stemmen: De 25 punten van het ,,Hof- brauhaus", die het program gebleven zijn van de nationaal-socialistische partij, heeft inder- tijd niemand heel ernstig opgevat'. Zij leken zich in een stoel aan de tafel ernaast neer- vallen. ,.Ik zou er niet op tegen hebben als ik wat te eten kreeg", merkte hij op, terwijl hij een courant openvouwde en een houding aannam die te kennen gaf, dat hij de conver- satie niet wenschte voort te zetten. Cardon had zich tot zijn metgezel gewend. ,,Nu, wanneer kom je bij ons op de Grange?" vroeg hij opgewekt. Morgenochtend, he? Wij moeten je voor dezen nacht aan den braven John Bree overlaten." ,,Erg vriendelijk van je, Cardon." antwoord de Richard. ,,Ik zal graag overkomen om je op te zoeken, maar niet om te blijven. Het was een inval van mij om hierheen te komen en niet mijn bedoeling bij familie in te kwa:- tieren. Ik behoef geen gebruik te maken van je gastvrijheid, ik wil alleen eens op het land goed rondkijken zonder dat iemand last van mij heeft." Archer Cardon maakte een gebaar van pro test. „Beste kerel, dat is overdreven van je. Wij begrijpen zooiets niet hier in het land. Heusch, al mag je dan ook een comfortabel onderdak hebben, dan zullen toch binnen een week allerlei belachelijke praatjes over onze verhouding de ronde doen." ,,Het zou mij zeer spijten als ik hiertoe aan leiding gaf, maar ,,Maar wij moeten in ieder geval samenwer- ken", vulde Archer aan, niet wachtende tot de ander uitgesproken was. ,,Jij moet mij voor het noodige laten zorgen, tenminste tot je wat georienteerd bent en eenig inzicht in de zaken hebt gekregen". „Kom, voegde hij er lachend aan toe, het is niet meer dan billijk, dat je je door mij laat rondleiden en mij rekening en verantwoording laat afleggen voor mijn be- heer." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 9