i
Quaker.
de
kracht-
kweeker
I
Quaker
Havermoui:
Buitenland
De Italiaansch-Abessinische
oorlog.
TER NEUZEN, 17 FEBRUARI 1936.
Quaker Havermout is rijk aan
allerlei stoffen, die voor uw
lichaam noodig zijn. Eiwit en
minerale zouten en niet te ver-
geten de vitamine B, die weinig
in ander voedsei voorkomt en
die zoo belangrijk is voor het
zenuwstelsei en den eetlust be-
vordert. Weet U dat de Cana-
deesche Vijfling ook met Quaker
Havermout wordt grootgebracht?
Een ding is zeker,
het beste havermoui
beet Quaker.
QUAKER QATS-GRAANPROPUCTEN N.V. ROTTERDAM
Ingez. Med.)
productie-methoden te vinden, welke zich
beter aanpassen by de veranderde omstandig-
heden, waartoe zoowel in het binnen- als in
het buitenland, onderzoekingen worden ge-
daan.
Naar een vereenvoudiging van de wijze van
uitvoering van de steun- en andere maat-
regelen wordt ook door den Minister, zooveel
als in zijn vermogen ligt gestreefd.
Naar aanleiding van het door verscheidene
leden gedane verzoek, een gedetailleerd over-
zicht te ontvangen van de personeelsforma-
ties der verschillende crisisdiensten, kan de
Minister mededeelen, dat hij een zoodanig
overzicht hetwelk is vervaardigd ten dienste
van de leden der commissie-Van Loon ter
griffie der Kamer heeft gedeponeerd.
Granen. De financieele positie van het Land-
bouw-Crisisfonds maakt het niet wel moge
lijk een richtprijs te garandeeren, die een
minimum-basis van f 7,50 voor de rogge- en
gerstprijzen geeft.
Peulvruchten. Vooralsnog bestaat niet de
bedoeling den richtprijs voor peulvruchten te
verlagen. Tegen het steunen van erwten op
dezelfde wijize als de gerst bestaan verschil
lende bezwaren.
Aardappelen. De steun voor de ©onsumptie-
aardappelen is zoo gedacht, dat uit de hef-
fing per H.A. de denaturatie-bijslag zal wor
den betaald.
Daar voor kleine verbouwers voor 1936 een
ruimere regeling van vrijstellinig van teelt-
heffing wordt beoogd, acht de Minister geen
voldoende aanleiding aanwezig voor deze
groep tot restitutio van geheven gelden over
te gaan.
VIas. De willige markt van de laatste
maanden en het feit, dat geen voorraden on-
verwerkt vlas van eenige beteekenis in het
volgend voorjaar in Nederland aanwezig zul-
len zijn, hebben den Minister doen besluiten,
te voldoen aan het in het voorloopig gedaan
verzoek om de cultuur uit te breiden.
Suiker. De Minister is van meening, dat
het niet mogelijk is aan de fabricage van sui
ker hier te lande uitbreiding te geven.
Tarwe. De Minister is van meening, dat de
prijs van de tarwe, bezien in het geheel van
de prijzen der landbouwproducten, voor de
verbouwers het voordeeligst mag worden ge-
noemd. In dit verband heeft hij dan ook ge-
meend, den richtprijs van de tarwe met 6en
gulden te mogen verlagen.
De op zich zelf- verantwoorde verlaging van
den richtprijs der tarwe leverde de middelen,
noodig tot het geven van hulp aan kleine
boeren en ncodlijdende tuinders. Daar deze
hulp volstrekt noodig was, kon de verlaging
van dien richtprijs niet leiden tot verlaging
van den prijs der Vita-tarwe.
Voor een wijziging van het tot nu toe ten
aanzien van den tarwesteun gevolgde systeem
bestaat naar de meening van den Minister op
dit moment nog geen aanleiding.
De Minister meent, dat er geen aanleiding
is de veehouders van de betaling van oormer-
ken en schetsen vrij te stellen, wijl het niet
onibillijk geacht mag worden, dat de belang-
hehbenden in de kosten van het vele werk bij-
dragen.
De steun aan de schapenhoudery heeft de
voordurende aandacht van den Minister.
Varkens. De Minister is niet meening, dat
de maatregelen ten bate van de varkenshou-
derij kunnen worden beiperkt tot een teelt-
regeling van zeugen en het geven van export-
premies.
De Minister heeft besloten, om veel meer
dan in het verleden is geschied, in de toe-
kamst de spekprijzen, door de Nederlandsche
Veehouderij-Centrale te betalen, te doen aan-
sluiten bij de mogelijkheid van afzet.
Melk en zuivel. Ook de Minister betreurt
het in hooge mate, dat het oorspronkelyke
plan van de melksteunbeperking geen ver-
wezenlijking kon vinden.
Aan het door sommige leden aanbevolen
middel: afslachting, zijn ongetwijfeld emstige
bezwaren verbonden. Deze wegen voor den
Minister z66 zwaar dat hij afslachting slechts
als uiterste redmiddel zou kunnen aanvaarden.
Een eventueele verdere beperking van de
margarine kan alleen voldoende effect sor-
teeren, als de prijsverhouding tussohen boter
en margarine gewijzigd wordt.
Ten aanzien van de richtprijzen moge wor
den opgemerkt, dat een diepgaand onderzoek
naar de kosten van voortbrenging der ver
schillende gewassen van den tuinbouw nog-
maals is ter hand genomen.
Bij het verhoogen van den minimum-prys
voor het binnenland tot een den kostprijs be-
naderend peil, doen zich emstige moeilykheden
voor. Een dezer moeilijkheden: een sterke
vergrooting van de hoeveelheden, waarvoor
tegen een verhoogden minimumprijs op de
binnenlandsche markt geen afzet te vinden
is, terwijl ook export niet mogelijk is, zou
kunnen worden ondervangen door uitbreiding
van het systeem van distributie onder arm-
lastigen en werkloozen, zooals momenteel door
de Nederlandsche Groenten- en Fruitcentrale
plaats vindt. Dit systeem heeft er toe ge-
leid, dat van bepaalde producten in 1935 de
minimumprijs verhoogd is kunnen worden,
zonder dat het doorgedraadde product in zijn
geheel aan vernietiging behoefde te worden
prijs gageven.
Bepaalde overwegingen hebben den Minister
er toe geleid het percentage broedeieren, dat
door de kuikenbroeders extra in him broed-
machines mag worden ingelegd, wanneer zij
eieren van fok- vermeerderingsbedrrjven be-
trekken, voor 1936 te verhoogen.
Met de bestaande regeling wordt de ver-
hooging der productiekosten ten gevolge van
de heffingen volledig vergoed.
RBDENEN TOT UITSLUITING VAN
ARBEIDERS BIJ DE WERKVER-
SCHAFFING.
De Minister van Sociale Zaken heeft aan de
rijksinspeeties voor de werkverschaffing een
circulaire, bevattende een nieuwe algemeene
re'geling ter zake van eventueele uitsluiting
van arbeiders, die bij de werkverschaffing zijn
geplaatst, gezonden, teneinde te bevorderen,
dat de langzamerhand ontstane omvangrijke
administratie wordt vereenvoudigd, het ge-
voel ,van rechtszekerheid bij de arbeiders toe-
neemt en tevens meer gelykheid van optreden
bg overcenkomstige gevallen wordt verkregen.
De nieuwe regeling, als neergelegd in de
circulaire luidt als volgt:
le. De aanvang en het einde van de werk-
tijden, benevens de scjhafttijden, Worden door
de leiding van het werk vastgesteld. De ar
beiders hebben zorg te dragen, dat aan de
voorschriften stipt gevolg woidt gegeven.
2e. a. Indien een arbeider zonder gegronde
reden te laat op het werk komt, zal hij, indien
het de eerste maal is in een tijdvak van 3
maanden, een waarschuwing ontvangen.
fb. Indien dezelfde ahbeider voor de tweed?
maal in bovengenoemd tijdvak zonder gegronde
reden telaat komt, dan zal hij geschorst wor
den voor den tijd van een halven dag.
c. Meermalen te laat komen in genoemd
tijdvak, eveneens zonder gegronde reden, zal
schorsing tot nader order ten gevolge hebben.
dr De tijd welke als gevolg van het te laat
komen is verzuimd, zal in geenerlei vorm aan
de tewerkgestelde worden vergoed.
3e. Bij wangedrag volgt schorsing door de
leiding van het werk en uitsluiting van de
tewerkgestelde door de- inspeetie voor de werk
verschaffing, waarbij de inspeetie, wat den
duur van de uitsluiting betreft, handelt over-
eenkomstig de door den minister van sociale
zaken gegeven aanwijzingen (onder wange
drag wordt alles verstaan wat naar algemeene
opvattingen in stryd is met orde en tucht).
Daze regeling geldt indien bij een overtrading
niet meer dan 5 arbeiders betrokken zijn.
De inspeoteur zendt van zijn beslissing af-
schrift aan het gemeentebestuur, dat den be
trokken arbeider inlicht, den minister van
sociale zaken en de vertegenwoordigers van de
vakcentrales.
4e. Indien bij de overtreding meer dan vijf
personen betrokken zijn, gaat de inspecteur,
nadat hij door den leider van het werk van de
overtreding in kennis is gesteld, onverwijld tot
voorloopige schorsing over. Hij stelt zich ech-
ter gelijktijdig met de vertegenwoordigers van
de vakcentrales in verbinding en doet, na dit
owerleg, dat steeds op korten termijn plaats
Vindt, een gemotiveerd voorstel aan den minis
ter, wiens beslissing weer aan de betrokken
partijen wordt medegedeeld.
5e. In geval van handtastelijkheden, gaat
de inspecteur onverwijld tot schorsing van
de(n) betroikkene(n) over, pleegt, wanneer
het meer dan 5 geplaatsten betreft, overleg
met de Vakcentralen als hiervoren is aange-
geven onder 4., waama de minister van sociale
zaken, rekening houdende met de verschillende
omstandigheden, die zich hebben voorgedaan,
een beslissing neemt.
6e. De tewerkgestelde, die wegens een over
treding van de werkverschaffing is uitgeslo-
ten, kan (zulks geldt niet wanneer het geval
betreft bedoeld onder 4 en 5, omdat hier reeds
overleg met de vakcentralen heeft plaats ge-
vonden) indien hij meent, dat daarvoor aanlei
ding bestaat, tegen de toegepaste straf be-
zwaar maken bij het bestuur van zijn orga-
nisatie, welk bestuur zich desgewenscht over
de klacht tot den vertegenwoordiger van de
vakcentrale in het ressort van de inspeetie
wendt, waarna deze vertegenwoordiger, zoo hij
daarvoor voldoende redenen aanwezig acht,
zich in verbinding stelt met de inspeetie voor
de werkverschaffing. Indien inspeetie en vak-
beweging terzake niet tot overeenstemming
kunnen komen, legt de inspeetie het geval den
minister van sociale zaken ter beslissing voor.
7e. Een tewerkgestelde, die niet georgani-
seerd is kan zich, zoo hij zich over de straf
bezwaar gevoelt, tot 't bestuur van zijn ge-
meente wenden, dat zich desgewenscht met de
inspeetie voor de werkverschaffing verstaat,
waarna zoonoodig de beslissing van den minis
ter van sociale zaken kan worden ingeroepen."
MGR. JANSEN AFGETREDEN ALS
AARTSBISSCHOP VAN UTRECHT.
De R.K. bladen bevatten de volgende mede-
deeling van de Pauselijke Intemuntiatuur in
Den Haag:
Mgr. J. H. G. Jansen heeft wegens ernstige
ziekte aan Z. H. den Paus ontslag gevraagd
als Aartsbisschop van Utrecht.
„Met diep leedwezen over het feit, dat ziek
te den Aartsbisschop tot dit besluit heeft ge-
noopt, en met groote bewondering voor zijn
herderlijke leiding en zrjn voorbeeld van groote
deugden, heeft de H. Vader dit ontslag aan-
met het zieleheil van Mgr. Jansen. De Paus
spreekt den wensch uit, dat het Gode moge
behagen, den aartsbisschop na zijn herstel
nog vele jaren ten voorbeeld te stellen, een
voorbeeld van ware godsvrucht en veorbeel-
digen ijver.
De brief besloot met den apostolischen
zegen.
Vervolgens las Mgr. van Schaik den brief
voor, gericht tot den nieuwen aartsbisschop
Mgr. Dr. J. de Jong. Hierin wordt ook her-
innerd aan de ziekte van Mgr. Jansen, die
oorzaak werd van zijn ontslagaanvraag.
Voorts was het de wensch van den paus,
dat de nieuwe bisschop zoo spoedig mogelijk
bezit zal nemen van den aartsbisschoppelijken
troon. Met een bede tot God om Mgr. De
Jong kracht te schenken zijn taak te vervul-
len, eindigt de brief.
De nieuwe bisschop werd daarop door de
oudste twee kanunniken naar zijn zetel ge
leid.
Hier werd hij toegesproken door Mgr. Van
Schaik. ,,De hoogst gewichtige en verant-
woordelijke taak" aldus spr. ,,hebt ge
in goed Godsvertrouwen op u genomen. Ach-
ter grooten eenvoud gaan bij u groote gaven
van geest en hart sohuil. Spr. verzekert, dat
het geheele kapittel den nieuwen aartsbis
schop zal steunen met gebed en toewijding.
Dit getuigen wij hier voor God en ons geweten.
Een smartelijk offer is van Mgr. Jansen ge-
vergd. Moge God hem tot troost en sterkte
zijn in zijn lijden, dat hij nu reeds zoo gerui-
men tijd geduldig draagt."
Tenslotte sprak Mgr. De Jong. Hij dankte
voor den steun hem toftgezegd en wijdde ver
volgens woorden van groote waardeering aan
zijn voorganger. Diens pontificaal is slechts
kort geweest, maar tot vele dingen heeft hij
het initiatief genomen. En onvermoeid is hij
tot het laatst bezig gebleven. Hij is het
slachtoffer geworden van zijn ijver, want hoe-
wel hij zich al lang ongesteld voelde, werd
geen enkele kerkelijke plechtigheid uitge-
steld. Toen het werk hem onmogelijk werd,
heeft hij het offer gebracht. ,,Wij vertrouwen
aldus spr. dat God dit offer heeft aan-
vaard". Voor spr. is het een zware taak het
werk van zijn voorganger over te nemen, maar
hij hoopte het met Gods kracht te volbrengen.
Met een korten dienst eindigde de plechtig
heid.
ZUIDERZEE-INPOLDERING WORDT IN
APRIL HERVAT.
In Waterstaatskringen zoo vernam de
.fStandaard" rekent men er op, dat de wer-
ken tot droogmaking van den Noord-Oostpol-
der nabij het eiland Urk met 1 April a.s. zullen
beginnen.
Er zullen aanvankelijk 400 arbeiders te werk
worden gesteld, van welke de helft Urkers
zullen zijn en de overigen van elders zullen
komen. Het ligt in de bedoeling om aan
voormalige Zuiderzeevtsschers, die thans steun
genieten ingevolge de Zuiderzeesteunwet,
voorrang te verleenen bij de plaatsing.
De eerste werkizaamheden zullen bestaan in
het opspuiten van terreinen en het aanleggen
van een werkhaven ten Zuiden en Zuidoosten
van Urk.
AMERIKA EN DE WERELD.
In weinige maanden kan de toepassing van
een olie-embargo de Italiaansche actie gaan
belemmeren, hebben de deskundigen te Ge
neve uitgemaakt. Zij hebben, schrijft de N.
R. Crt., de kwestie zuiver tedhnisch zonder
overwegingen van politiek of sentiment, on-
derzocht. En dit was het resultaat van hun
becijferingen. Dat beteekent dus dat Italie
binnen niet te langen tijd den oorlog zou moe-
ten opgeven. Want het respijt, dat de deskun
digen den Italianen gegeven hebben tot de
moeilijkheden zouden beginnen, reikt tot juist
in het begin van den grooten regentijd. Dat
A'bessinie voor dien tijd onderworpen zou zijn,
gelooft ook Mussolini niet, blijkens zijn ver-
klaring, dat hij steeds op eenige jaren oorlog
gerekend heeft. Dan komen er een kleine vijf
maanden van wachten, waarin echter de voor-
uitgeschoven troepen bodh van het noodige
zulen moeten worden voonzien, waarin dus
het gebruik van bran'dstoffen door moet gaan.
Hoe zal dan de toestand van de Italiaansche
luchtvloot en van de mechanische middelen
van vervoer by het begin van den nieuwen
veldbccht zijn?
De Volkenbond zou het experiment aan-
durven. Niet met vreugde, dat is duidelijk.
Maar men zou niet terugdeinzen. Al te veel
volken beschouwen nu de doeltreffendheid van
de Vfolkenbondsactie tegen Italie als een proef-
steen voor hun eigen veiligheid. Vrijdag heeft
ook minister Oolijn verband gelegd tusschen
onze militaire behoeften en de snelheid van
actie van den Volkenbond. Nu loon die snel
heid voor ons in geval van een overrompeling
of aanval, van welke zijde deze ook zou ko
men, nooit snel genoeg zyn, als wij niet in
staat waren, den eersten aanval, die altijd
met beperkte krachten van den aanvaller zal
plaats vinden, te weerstaan. Maar het kan
ons lang niet onverschillig zijn, wat er daar-
na in de buitenwereld tot onze hulp geschiedt.
Zoo denkt men er op het oogenblik in tal van
vreedzame landen over. En ook in minder
vreedizame. Men beschtouiwt Geneve weer als
een emstige zaak, en aldus voora'l ook de
actie tegen Italie.
De deskundige te Geneve hebben echter een
beperking gemaakt die waarschijnlijk van be-
slissenden aard zal blijken: Effect van het
embargo is alleen te bereiken, als Amerika er-
aan meedoet, of zijn uitvoer naar Italie be-
perkt tot de hoeveelheden, die het in 1935 aan
Italie gelewerd heeft. Deze hoeveelheid is zoo
gering, in verhouding tot de beboefte van
vaard in een audientie, welke Zijne Heiligheid ftalig 'dat de uitwerking van het embargo er
vt T7 n 4/\v»Jn ,/w O L1 r~ V* vn 1 n V* T r s\ /"W> rl n n
op Zaterdag 8 Februari heeft verleend aan
den secretaris van de H. Congregatie van het
Consistorie, Kardinaal Rossi.
„Door dit ontslag is Mgr. Dr. J. de Jong,
coadjutor van den Aartsbisschop van Utrecht,
die als zoodanig was benoemd met het recht
van opvolging, van ihetzelfde oogenblik af
Mgr. Jansen opgevolgd als Aartsbisschop van
Utrecht."
Vrijdagmiddag om 12 uur heeft de co-adju-
tor van den aartsbisschop van Utrecht, Mgr.
Dr. J. de Jong, in de kathedrale kerk aan de
Lange Nieuwstraat te Utrecht, den bisschop-
pelijken troon bestegen en daarmede alle
waardigheden van Mgr. Jansen overgenomen,
die wegens gezondheidsredenen ontslag aan
den Paus had verzocht.
Onder zacht orgelspel betrad Mgr. De Jong
de kerk, omgeven door vrywel het voltallige
metropolitaan-kapittel van het aartsbisdom.
Hij nam midden voor het altaar plaats, het
gezicht naar de kerk gewend.
Daama trad de proost van het metropoli
taan-kapittel, Mgr. van Schaik, naar voren
om ©erst in het Latijn, daama in het Neder-
landsch de briefwisseling tusschen Mgr. Jan
sen en den apostolischen mmtius voor te lezen.
De nuntius bericht allereerst, dat de Paus
gezien den ziektetoestand van den aartsbis
schop, welke hem het bestier over het bisdom
onmogeiyk maakte, het ontslag heeft aan-
vaard, hoewel ongaame, en alleen in verband
niet door bedorven kon worden. Maar het
blijkt nu, dat van Wiashington niets te ver-
wachten is. Amerika, dat zoo groote woorden
sprtkende, begonnen is met het opstellen van
een neutraliteitspolitiek, die een politiek van
bestrijding van den oorlog zou moeten worden,
en dat Europa zelfs ziwakheid en nalatigheid
in dezen verweet, is, uit vrees voor allerlei bin
nenlandsche invloeden teruggevlucht naar een
politiek, die noch vleesc(h noch visch is. Bij die
politiek van Washington zou een olie-embargo
slechts door een blokkade afdoende beteekenis
kunnen krijgen. Op die manier bevordert Ame
rika den vrede. Zelf zou het van die blokkade
geen oorlogsgevaar te vreeizen hebben, daar
het zich niet meer, als vroeger, met alle
macht ertegen zou verzetten, ter bescherming
van den Amerikaanschen handel en van de
levens van AmerikaansChe burgers die zich
in de blokkadeizone zouden wagen. Maar in
Europa zou de, d!oor Amerika uitgelokte,
blokkade een oorlog veroorzaken, die verme-
dien had kunnen worden als Amerika zijn
groote woorden, en zijn prat gaan op het
pact-Kellog met de werkelijkheid eenigszins
in overeenstemming had gebracht.
Maar Washington durft dat niet. Juist Vrij
dag hadden wij bezaek van een Engelsch poli-
ticus, erkend kenner van de politiieke stroo-
mingen in Amerika, die rechtstreeks terug-
kwam van een politieke studiereis door de
Vereenigde Staten.
■Men kan de wijzigingen in de intematio-
nale politiek van Amerika niet begrijpen"
zoo zeide hij, .,als men niet kennis heeft ge
nomen van de diepe cvertuiging, die onder
het Amerikaansche volk heerscht, dat een
oorlog onmiddellijk voor de deur staat. Overal
en bij iedereen zal men deze diiepgewortelde
opvatting ontmoeten. Steeds sterker is bij de
Amerikanen de vrees geworden, zelf op-
nieuw in een dergeiyken oorlog te worden
meegesleept. Deze zorg komt bij andere zor-
gen. Al is er op het oogenblik een belangrijke
opleving in die Vereenigde Staten, vertrouwen
in de duurzaamheid heeft men niog niet, en om
goede redenen. Nog steeds heeft de Ameri-
kaan niet het gevoel, voorgoed beveiligd te
zijn tegen de gevaren, die de sociale construe-
tie van zijn land van zoo nabij hebben be-
dreigd. De vroeger sociaal en politiek zoo zor-
gelooze Amerikaan denkt nu heel veel na over
den toestand van zijn land en over die van de
wereld, in betrekking tot zijn land. Maar hij
staat onwennig tegenover deze problemen en
zijn nadenken erover is veel minder ge-
schoold dan dat van oudere volken met erva-
ring in dergelijke zorgen. Het spant hem zeer
in, en hij voelt, dat hij er niet mee klaar komt.
Hij vindt heel weiinig houvast. Het gevolg is
zenuwacbtigheid, vrees, vrees bcvenal voor een
actieve, bui'tenlandsche politiek. Daarom ziet
de groote meerderheid van het publiek een
gevaar in alles. wat zweemt naar bemoeiing
met hetgeen in de buitenwereld gebeurt. De
handen eraf houden, dat is de eenige wijsheid".
Washington heefft daarmede rekening te
houden, omdat nu eenmaal de verkiezingen
voor het presidentschap naderen. Het zal een
.strijd worden voor en tegen Roosevelt, minder
zelfs dan anders dloor partijgrenzen bepaald.
Die strijd zal buitengewoon fel zijn. Nog heeft
Roosevelt alle kans te winnen, al kan men die
kans ook niet als veilig beschouwen, gelijk het
een oogenblik leek, na den dood van Huey
Long, den gevaarlijiken demagoog. Dit kan
de onsmakelijkste verkiezingsstrijd worden, die
Amerika nog heeft gevoerd. Ik hab in de oude
Zuidelijke staten, 9 maanden nog voor de ver
kiezingen, vergaderingen bijgewoond waarin
op een wijze, die geen nazi-agitator zou ver-
beteren, socialen haat werd gepredikt, en ras-
senhaat tegen negers, tegen Joden, ja, zelfs
tegen de Jankee's. Herinneringen uit den bur-
geroorl'Gg wenden wakker geroepen. Een ruig
en onontwikkeld publiek juicjhte geestdriftig.
Men zal hiervan pleizier beleven."
Deze mdrukken maken de politiek van
Washington begrijpelijker, maar stemmen
tevens nog somberder ten opzichte van de mo
gelijkheid, dat Amerika een element van be-
lang zou kunnen worden voor de consolidatie
van den zoo hevig geschokten politrieken toe
stand in de wereld.
Het is altijd machteloos in de incu'batiepe-
riode van zijn vierjaarlijkschen koorts, de pre-
sidentsverkiezing, die dezen keer bij zonder
langdurig schijnt uitgevallen.
DE TOESTAND AAN DE FRONTEN.
Met het naderen van 't regenseizoen neemt,
schrijft de N. R. Crt.,, de spannihg aan de
fronten toe. Het is wel duidelijk, dat de
Italianen, ondanks de bescheidenheid van him
officieele mededeelingen, de hoop om voor
het begin van de regens nog een beslissend
succes te behalen, nog niet hebben opge-
geven.
Hun intensieve bombardemenben op Dessie,
die naar men wel mag aannemen op de lei
ding van de Abessiniers gemunt zijn, duiden
hier op. Zou de negus of andere leden van het
oppercommando gedood worden, dan zouden
de Abessijnsohe troepen waarschijnlijk in min
der dan geen tijd in wanorde geraken en de
Italiaansche mogelijkheden zouden dan plot-
seling veel grooter worden.
Dat het Abessijnsche oppercommando uit-
nernend werk verricht is wel zeker. De Italia
nen zijn in hun eerste verwachtingen °en snel
succes in een strijd met zeer ongelijke mid
delen te behalen wel deerlijk teleurgasteld.
Groote strijd met ongelijke middelen is er nog
niet veel geweest, wel was er een voortduren-
de bedreiging van de Italiaansche achterhoede
en er zyn veel extra troepen naar Abessinie
geroepen om de afmattende werking van deze
bedreiging wat op te heffen.
Niettemin ziet het er in het Noorden naar
uit, of de Italiaansche posities iets gunstiger
geworden zijn. Eventueel zy'n ze alleen hier-
door al gunstiger geworden, doordat de Abes
sijnsche posities in deze kostbare weken niet
gunstiger geworden zyn. Dit is namelijk wel
met zekerheid vast te stellen uit de spaar-
zamen berichten van het Noordelijke front.
Weliswaar duurt de bedreiging van de we
gen naar Adoea en Adrigrat voort, maar naar
het schijnt zijn de Italianen bezig om den weg
naar Hausien en Adrigrat te ontzetten. Het
legerbericht van Vrijdag spreekt van een ge-
weldige activiteit van patrouilles ten Zuiden
van Makalld en dit zal beteekenen, dat de
Italianen bezig zijn den weg naar Scelicot en
Amba op nieuw te bezetten. Als zij hier in
slagen dan zouden de verbindingen van het
leger van dedzjazmatsj Kassa bij Agoela heb
ben doorgesneden en deze zou of een nood-
sprong kunnen maken en een nieuwen aanval
kunnen ondememen, met een uiterst geringe
kans op succes, of genoodzaakt zijn zich terug
te trekken.
Dat inmiddels deze Italiaansche actie moge
lijk is, kan niet anders beteekenen, dan dat
de aanval die ras Seyoem in het begin van de
week volgens de Abessijnsche berichten op
Makalle heeft ondemomen, met meer resul
taat voor de Italianen is afgeslagen, dan de
Abessiniers hebben doen voorkomen. Men
kan de resultaten van deze Italiaansche actie
ten Zuiden van Makalld met spanning af-
wachten. Dat de Abessiniers het hier niet
zoo gunstig inzien blijkt uit de haast waar-
mede zij him wegen naar het Noorden gaan
aanleggen en herstellen. Aan den anderen
kant melden de Abessiniers een succes bij
Jekabon, een 100 kilometer ten Zuiden van
Aksoem. Hieruit blijkt, dat de Abessiniers
op hun beurt heil blijven zien de verbinding
met Adoea onmogeiyk te maken. Op het
oogenblik is het dus nog steeds zoo, dat aan
den eenen kant van het front de Italianen
vorderingen maken en aan den anderen de
Abessijnen, doch als de Italianen er in sla
gen het leger bij Agoela te verdrijven, dan
hebben zij meer vrijheid van handelen, en dan
zal het voor de Abessiniers in Tembien, Ghe-
ralta en in de buurt van Aksoem een zeer
spannende aangelegenheid worden om zich te
handhaven.
Interessant zijn de doodencijfers die vorige
week gepubliceerd zijn. Het zal wel nood-
zakelyk zijn deze cijfers met eenige reserve
te lezen. Alleen in de maand Januari, die de
groote gevechten tusschen de 20e en de 30e
van die maand opleverde, zouden er 440 offi-
cieren en manschappen gesneuveld zijn, ter
wijl er tot 31 December van het vorige jaar
slechts 404 gesneuveld waren. Deze getallen
laten dus zien, dat de strijd in Tembien in die
dagsn bijzonder hevig geweest is. De Abes
siniers zeggen, dat hy zoo emstig was, dat
er 15.000 Italianen sneuvelden. Ook; dit ge-
tal zal wel niet geheel en al kloppen. Niet
temin is er een ietwat macabere brief van ras
Seyoem naar Addis Abeba gegaan, waarin
hij mededeelt, een nieuwe afdeeling gevormd
te hebben, die de uniformen draagt van sol-
daten van de divisie 28 October.
Het Zuidelijk front.
Ook in het Zuiden is de toestand spannend.
De Italiaansche actie in den sector van DoJo
blijft succesrijk hoewel nog niet zeer vlot
verloopen. Van Neghelli uit heeft gene-
raal Graziani op energieke wijze de zuivering
van het terrein in handen genomen, om al-
thans aan dit gedeelte van het front zooveel
mogelijk voor de Abessijnsche guerilla ge-
spaard te blijven. Zijn colonnes hebben met
afwisselend succes geopereerd, maar het is
vermoedelijk al een groot succes, dat de Abes
siniers er tot dusverre niet in geslaagd zyn,
de bijzonder lage verbinding met Dolo op eeii
emstige wijze te bedreigen. Dat zij dit wel
geprobeerd hebben, blijkt uit het gevecht bij
Lontoelo, aan de samenstrooming van de
Ganale Doria en de Webbe Mana. Hier was
een sterke Abessijnsche afdeeling binnen-
gedrongen, misschien om de Italiaansche
transporten aan te vallen, misschien ook am
de Abessijnsche troepen aan de Webbe Gestro
te hulp te komen en de Italianen zyn er in
geslaagd deze afdeeling vrywel volledig te ver-
nietigen.
Ook Noordelijk van Neghelli hebben zij een
ontmoeting gehad met de Abessiniers, het is
echter niet waarschijnlijk, dat het hierby de
Italianen om strategische voordeelen ginig.
want het wordt steeds waarschijnlijker, dat
hun actie zich op de provincie Bali en Ginor
of eventueel Magalo zal concentreeren.
Het Italiaansche front loopt in het Zuiden
nu van Wal Wal, langs Gerlogoebi, Borrahei,
Zuidelijk langs Imi, met een bocht naar het
Zuiden naar de Webbe Gestro en vervolgens
weer naar het Noorden naar Neghelli. De
Abessiniers hebben na langen tijd in Ogaden
het initiatief genomen, doch het is zeer de
vraag of zij hiermee niet te laat gekomen zyn.
Zij zijn van Sassah Baneh uit in Zuidelyke
richting opgetrokken waarbij Koerati op de
Italianen werd veroverd. Wanneer de Ita
lianen deze plaats bezet hebben is niet dui-
delyk. Het Italiaansche legerbericht heeft
er nooit melding van gemaakt. Van Koerati
uit zijn de Abessiniers al weer verder opge
trokken om ten Noorden van Gerlogoebi op-
nieuw den strijd met de Italianen aan te bin-
den.
Over de resultaten van deze gevechten is
nog niets bekend.
Inmiddels is de Abessijnsche tactiek hier
wel duidelijk. Men rekent te Addis Abeba
met een opmarsch van de Italianen op Imi
en byaldien richt de Abessijnsche aanval zich
meer op den rechtervleugel der Italianen, am
de actie op den linkervleugel tegen te gaan
of uit te stellen.
Verder hebben ongeregelde troepen van sul
tan Olol Dinle weer iets van zich doen hooren
door een aanval die zy in de richting van
Jigo hebben ondemomen, doch die afgeslagen
schijnt te zijn.
Van de Abessijnsche troepen tusschen de
Ganale Doria en de grens van Kenia hoort
men niets meer. Waarschijniyk zyn de Ita
lianen er in geslaagd deze troepen te verdrij
ven. Het is mogelijk, dat de Italianen zoo
lang zij niet verder kunnen in de richting
van Bali het Boran-gebied langs de grems van
Kenia eerst willen bezetten.
OMHOOGGEVAREN.
Een der veerbooten van den Provincialen
Stoomlbootdienst op de Wester-Schelde, n.l.
de ,,Prins Hendrik" is Zondagmorgen tydens
mist op de Suikerplaat omhooggevaren en blij
ven zi'tten. Uit Vlissingen is een andere boot
van dezelfde maatschappij uitgevaren voor
bet verleenen van assistentie. Naar verluidt
zou de ,,Prins Hendrik" tijdens opkomend wa
ter vlotgekomen zijn, waama de reis is voort-
gezet.
AAN DEN GROND GEVAREN.
De sleepboot „Gouwe" die met het binnen-
schip ,,Vol Streven" ter hoogte van den hoek
van Baarland voer, is aldaar aan den grond
gevaren en blijven izitten. De sleepboot ,,Zaan"
vertoefde in de nabyheid voor het verleenen
van bijstand. De „Gouwe" is later tijdens
vloed in diep water gebracht, waama het de
reis heeft voortgezet. De „Vol Streven" was
niet omhooggevaren en ter plaatse voor anker
gekomen.
TOONEELUITVOERING IN HET
PATRONAAT.
Gisterenavond gaf de tooneelcluib ,,St. Jozef",
een onderafdeeling van de R.K. werkliedeiwer.
St. Antonius alhier een tooneeluitvoering in
het Patrtonaatsgebouw.
Gespeeld werd het mooie tooneelspel „Toen
de ,zon op'gingTom Mensing is in zyn
prille jeugd een echte kwajongen, maar met
een gul karakter en een gouden hart. Zijn
vader, de meubelfabrikant, begreep het ka
rakter van zijn zoon niet, en deed ook geea«
moeite hem te leeren begrijpen. Hij vond zijn
zoon een lastpost, die hem 't bloed van onder
de nagels haalde. Op zekeren dag zag Tom
een kostbaren vulpenhouder op tafel liggenhij
griste hem weg em er mee te teekenen. De
pen behoorde aan een rijken klant. De be-
schaamde en vertoomde vader zei dat zijn zoon
hem gestolen had, ranselde hem met de zweep
en zond hem naar een inricihting, waar hy tot
zijn meerderjarigheid moest blijven. 't Was een
ellendigen tijd voor Tom. Hij wilde edhter laten
zien, wie hij was. Later, na enkele jaren de
wereld rondgezworven te hebben en veel ken
nis te hebben vergaard, kwam hij door toe-
doen van zijn oom Theo weer naar huis. De
zaken van Mensing gingen slecht. Toen zou
er nog een groot ere en meer moderner inge-
riehte faibriek bijkomen, waarvan zijn zoon di-
recteur zou worden. Dat zou zijn ondergang
zijn, dat zou hij niet owerleven. Als de zon op-
gaatzal hij een einde aan zijn leven ge
maakt hebben, zoo denkt hy. Maar toen de
zon opging, leerde de vader zijn kind begrij
pen, hem waardeeren en liefhetoben, vond hij
in hem zijn redding van den tijdelijken en
eeuwigen ondergang, vond hij zijn genialen
zoon weer, die zijn ouden dag gelukkig en zyn
fabriek groot zou maken.
Voordat met de opvoering van het stuk werd
begonnen, besteeg de weleerw. heer Kapelaan,
als geestelijk adviseur der vereeniging, het
podium om de talrijke aanwezigen een kort
welkomstwoord toe te voegen.
(Het is voor de spelers altijd iets aanmoedi-
gends, als ze zoo'n welgevulde zaal voor zich
zien. Daar zal 't dan ook wel gedeeltelyk aan
gelegen hebben, dat de spelers zco hun beste
beentje hebben voorgezet, zoodat 't mooie
stuk met des te meer aandacht door de aan
wezigen werd gevolgd.
Aan het slot van den avond sprak de heer
Dubois, ondervoorzitter der R.K. werklieden-
vereeniging, nog een kort dankwoord.