npyPUROL
Buitenland
De Italiaansch-Abessinische
oorlog.
TER NEUZEN, 10 FEBRUARI 1936.
V 1 C 1 Usvermaak
HOEK.
ORISIS-jHYPOTHEEK-AFLOSSINGSWET.
Zaterdag 8 Fubruari 1936, is uitgegeven
Staatsblad no. 200, wet van den Ten
Februari 1936 houdende bijzondere maat-
regelen ter voorkoming van cpvordering on-
der bepaalde omstandigheden van hoofdsom-
men, tot waarborg, waarvan hypotheek op on-
roerend goed is bedongen en ter voorkoming
van vexatoire beslagen (Crisis-hypotheek-
aflossingswet '36). Datum van inwerking-
treding 9 Februari 1936.
I)E TERECHTSTELLING VAN
HAUFTMANN.
De New-York Evening Journal" verklaart,
dat Trencbard heeft bspaald, dat Bruno
Ricbard Hauptmann, de ontvoerder en rnoor-
denaar van het kind van Lindbergh, in den
nacht van 24 Maart a.s. in den electrischen
stoel zal sterven.
Het blad voegt hieraan toe, dat gouverneur
Hofmann geen enkele verder uitstel meer zal
toestaan, tenzij Hauiptmann de namen van
ziijn medeplichtige(n), indien hij deze heeft,
2JOU onthullen.
De minister van justitie, Cummings, heeft
het verzoek van de autoriteiten van New-
Jersey om de zaak-Hauptmann weer te her-
openen, geweigerd.
De kwestie zal dus niet opnieuw door de
federale regeering worden onderzoeht. Cum
mings motiveerde dit met de afwezigheid van
nieuwe feiten.
DE TOESTAND AAN DE FRONTEN.
De afgeloopen week heeft zich schrijft
de N. R. Crt. gekenmerkt door schokkende
gebeurtenissen. Van het Zuidelijk front was
de bezetting van Lama Scillindi, aan de
Webbe Gestro, het meest interessante. Deze
plaats ligt ongeveer 90 kilometer van Dolo
en het feit, dat de Italianen de plaats eerst
tihans bezet hebben, bewijst, dat hun op-
marsch over een minder groot terrein verloo-
pen is, dan oorspronkelijk vermoed werd. De
actie langs de Gestro was wel noodzakelijlk
geworden, aangezien de Italianen genood-
zaakt waren, de flanken van hun leger, dat
aan den opmarsch heeft deelgenomen, te be-
schermen. Bovendien moesten zij bij een ver-
dere actie van Neghelli uit en langs de Sje-
beli, het gebied tusschen deze rivier en de
Ganale Doria onder hun controle hebben.
Verdere actie langs de Webbe Gestro heeft
nog niet plaats gevonden. Blijkbaar willen de
Italianen him positie hier eerst consolideeren,
mogelijk is ook, dat er inderdaad reeds regens
zijn, die hier moeilijkheden veroorzaken. In-
middels ligt hiermede de actie van Neghelli uit
ook stil. Want, afgezien van verkenningstoch-
ten, kunnen de Italianen hier moeilijk grootere
operaties ondememen, omdat hun positie hier
nog te zeer geisoleerd is. Hun colonnes hou-
den zich op het oogenblik bezig met het zui-
veren van het terrein. O.u. is een colonne in
Ziuidelijke richting gezonden, om bij Goeba, aan
de Dawa, een afdeeling Abessiniers te ver-
drijven. De mogelijkheid bestaat, dat deze
colonne nog verder Zuidelijk langs deze rivier
zal trekken, om in samenwerking met de Ita
liaansche afdeelingen bij Malca Moeri het ter
rein langs de rivier te zuiveren. De Abessi
niers zijn in dien tusschentijd in dit gebied
tot een guerilla overgegaan. Him troepen
schijnen numeriek niet zeer groot te zijn, doch
de watervoorziening van de Italianen, die voor
de oprukkende troepen gedeeltelijik van Dolo
uit moet geschieden, loopt door deze actie
toch eenig gevaar.
Wat de verdere bedoelingen van Graziani
zijn is nog altijd niet duidelijk. Van een ver
dere actie in de richting van Wardara en Al-
lata heeft hij afgezien. De Abessiniers hebben
hun posities hier den laatsten tijd aanzienlijk
versterkt, en de mogelijkheid bestaat, dat hij
zich verder in Noordoostelijke richting op
Ginir zal richten. Een andere mogelijkheid is
die van een gelijktijdige actie van de troepen
van Nehelli en die langs de Sjebeli op Imi aan
dezelfde rivier, welke plaats door een groote
hoeveelheid Abessijnsche troepen wordt be
zet. De vraag is maar, of het thans inder
daad al regent in dit gebied, of anders of Gra
ziani den tijd zal hebben opnieuiw tot een
groote actie over te gaan voor de regens
komen. Dat dit zijn bedoeling is, is wel dui
delijk. De posities die de Italianen thans in
het Zuiden innemen, zijn wel allerongelukkigst
om den regentijd mee in te gaan.
Het Noordelijk front.
De Italiaansche en de Abessijnsche lezingen
over den strijd in het Noorden loopen zoozeer
uiteen, dat zelfs met een gering percentage
waarschijnlijkheid, hier moeilijk iets over valt
te zeggen. Een ding is wel zeker: de Abessi
niers hebben met hun samenwerking van de
troepen van ras Seyoem, ras Kassa, dedzjaz-
matsj Kassa en ras Moelogeta niet bereikt
wat zij bereiken wilden, n.l. den val van Ma-
kalle.j, D,j omistandigheden leken niet ongun-
stig ot het is thd.ns de vraag geworden, of de
Abessiniers met een dergelijke „eohte ge-
vechtsactie" iets kunnen bereiken tegen de
wel zeer sterke Italiaansche linies. Het Abes-
sijnsche plan om tot een definitieve bezetting
van de wegen naar Makalle te komen lijkt.
ook in zooverre niet gelukkig, dat het midden
tusschen Italiaansche versterkingen en in de
onmiddellijke nabijheid van vliegvelden voor
de Abessiniers wel uitermate moeilijk zal zijn
deze bezetting te handhaven. Dat zij tot hun
grootscheepsche actie zijn overgegaan is dan
ook vermoedelijik een tekort aan geduld ge-
weest, want op den duur is het voor hen v/aar-
schijnlijk een gunstiger tactiek bij voortduring
de Italianen uit te putten met aanvalien op
him transporter. Aanvalien die geen strate-
gisch succes -beoogen, maar die toch deze
transporten zoo kostbaar maken en zoo ge-
vaarlijk, dat het vrijwel onmogelijk v/ordt ze
nog langer te doen plaats vinden.
Dat de Abessiniers hier op den duur succes
mee zouden moeten hebben blijkt wel uit het
feit, dat ze ondanks de voortdurende verster-
king van de Italiaansche linies, toch steeds
dichter hebben weten door te dringen zelfs
tot die plaatsen, die het eerste bezet werden.
Maar al heeft de Abessijnsche actie in Tem-
bien en om Makalle niet het gewenschte re-
sultaat opgeleverd, de weeg naar Adoea door
Tembien is nog steeds onder hun controle en
Italiaansche transporten vinden hier in het
geheel niet meer plaats. Ten opzichte van
den weg naar Adigrat nemen ze, als zij Agoela
nog steeds bezet houden, en het Italiaansche
legenbericht heeft nog niet trachben duidelijk
te maken dat dit niet het geval is gun-
stige posities in. Zij zijn hier tot hun oude
guerilla-tactiek teruggekeerd en strategisch
zal het nog altijd wel aanlokkelij-k zijn voor de
Italianen om MakallG maar te verlaten en zich
terug te trekken op Hausien om van hier uit
eindelijk Tembien eens grondig te kunnen
zuiveren.
ONGEVAL.
Daar de centrale verwarmingsinstallatie in
de Rijks H. B. S. niet voldoende functionneer-
de werd aan den ongeveer 28-jarigen tim-
mermansknecht K. M„ opgedragen de schoor-
steen en de daarmede in verbinding staande
kanalen te willen controleeren en schoon te
maken, waarvoor hem nog door den concierge
instructies waren gegeven.
Nia eenigen tijd ging de directeur der
H. B. S. even kijken naar de werkzaamheden
van M., doch tot zijn schrik zag hjj M. be-
wusteloos op den igrond liggen, bevangen door
de vrijgekomen gassen.
Nadat M. in de frissche lucht was ge-
bracht, werd de geneeskundige hulp van Dr.
Van Bockstaele ingeroepen en keerde hij vrij
spoedig tot het bewustzijn weer. In overleg
met den directeur werd voor een mogelijke
nabehandeling M. hierop naar het ziekenhuis
vervoerd en vernamen wy dat zijn toestand
gelukkig van dien aard is, dat hij spoedig zijn
werkzaamheden weer zal kunnen hervatten.
TOONKUNST.
Door de Maatschappij tot Bsvordering der
Toonkunst te Amsterdam, is aan onze stad-
genoote mevr. A. W. 't Gilde-van Staveren,
toeigekend het lid-kunstenaar diploma dier
Maatschappij.
NATIONAAL CRISIS-OOMITe B.
De afdeeling Ter Neuzen van het Nationaal
Crisis-Comite heeft hare werkzaamheden over
het jaar 1935 beeindigd. Over het eerste half-
jaar werd aan 317 personen voor een bedrag
van 3809,83 aan goederen verstrekt. Over het
tweede halfjaar werd aan 293 personen voor
een bedrag van f 3344,56 aan goederen ver
strekt. Over 1935 werd dus in totaal uitge-
geven 7154,39, en wel: aan bovenkleeding
2310,81, aan onderkleeding 1974,08, aan
schoeisel f 1528,20, aan klompen f 214,10, aan
beddegoed f 1118,01, aan wol 9,19.
Er zal nader worden bekend gemaakt, wan-
neer voor 1936 goederen verstrekt worden.
DE KOOIEENDEN.
Ged. Staten hebben ingevolge art. 34 der
Padhtwet bepaald, dat in 1936 de kooieenden
door den kooiman moeten worden opgesloten
of gehokt van 1 tot en met 30 April en van
13 Juni tot en met 28 Augustus.
N.V. STOOMTRAM WALCHEREN.
De directie en Commissarissen van de N.V.
Stoomtram Wlalcheren te Koudekerke, zijn,
daartoe door de tijdsomstandigheden gedwon-
gen, voor de noodzakelijkheid geplaatst voor
te stellen de rente van de leening 1906 te ver-
lagen van 5 op 3% pet.
DE POST IN ZEEUWSCH-VLAANDEREN,
„Het is een sprookje, dat
Zeeuwsch-Vlaanderen door
de regeering wordt achter-
gesteld".
Naar aanleiding van de ook in de jongste
nummers van ons blad gevoerde polemiek
betreffende postvervoer per Z.V.T.M., schrijft
men van postale zijde aan de Midd. Crt.:
Wanneer een postambtenaar zonder eenige
kennis van zaken en zondar getracht te heb
ben zich te bevoegdex plaatse op de hoogte
te stellen van paedagogische toestanden, bijv.
op den openbare lagere school te Biervliet,
zich daarover in het cpenbaar een oordeel
aanmatigde, zou zeer waarschijnlijk het hoofd
dier school een van de eersten zijn, om, onder
aanhaling van't spreekwoord van den schoen-
maker en de leest, een dergelijk optreden te
laken. Voor postale ooren moet het daarom
wel zeer eigenaardig klinken, dat het bedoelde
schoolhoofd zich geroepen meant, postale aan-
gelegenheden te beoordeelen op eene wijze,
die duidelijk blijk geeft, dat hij wel eens de
klok heeft hooren luiden, maar niettemin de
plaats van den klepel niet kent.
In de op 18 Januari j.l. gehouden verga-
dering van obliigatie-houders van de Zeeuwseh-
Vlaamsche Tramweg Maatschappij deelde de
heer Maas mede, dat de postadministratie
voor postvervoer over de route Vlissingen
Ter Neuzen eene jaarlijksche vergoeding van
6000 uitkeert. Deze mededeeling is aldus
gesteld bezijden de waarheid.
De postadministratie betaalt aan de pro-
vincie Zealand voor alle igezamelijke post
vervoer op de Wester-Schelde een vast bedrag,
dat onafhankelijk is van de bootdiensten,
waarvan zij me.nt gebruik te moeten maken.
De provincie zal bij het vaststellen harer
exploitatiexekening deze vergoeding waar
schijnlijk over hare verschillende diensten ver-
deelen en zoo zal ook de route Vlissingen
Tex Neuzen haar evenrediig deel toebedeeld
krijgen. Werd het postvervoer over de route
VlissingenTer Neuzen gestaakt, dan zou
de over de Wester-Schelde te vervoeren post
volkomen dezelfde blijven.
De vastgestelde vergoeding zou dan ook
niet de minste wijziging ondergaan. Slechts
de verdeeling over de verschillende bootdien
sten zou anders worden. Van een bsschik-
baar komen voor andere doeleinden van een
gedeelte van bedoelde vergoeding kan dus
geen sprake zijn. Het spreekt vanzelf dat
hiermede de geheele grondslag van de rede-
neering van den heer Maas wegvalt.
Van dit alles afgescheiden is natuurlijk de
vraag, of de post-administratie, die een com-
mercieel Staatsbedrijf is, bereid zou zijn, om
zonder dat de uitvoering van den -postdienst
daardoor beter wordt zij zou er vermoede-
lijk eerder door geschaad worden steun te
verleenen aan een ziek trambedrijf, waarvan,
zooals de heer Harte aantoonde, de streekbe-
woners zich terugtrekken. De postadministra
tie streeft er naar haar dienst zoodanig te
regelen, dat, rekening houdende met billijke
wenschen, die binnen haar finantieele draag-
kracht liggen, de aan haar zorg toevertrouwde
correspondentie op de vlugste wijze hare be-
stemming te doen bereiken. De poststukken
van en voor Zeeuwsch-Vlaanderen moeten
daartice haar weg over de Schelde vinden, al
volgen dan ook de brieven van het 4e district
voor Ter Neuzen niet de route Hansweert
Walsoorden zooals de heer Maas ten onrechte
meent. Een dergelijke omleiding is in den
Nederlandschen postdienst zeer gewoon en
komt in alle streken van ons land voor. De
locale Zeeuwsch-Vlaamsche middelen van ver-
voer zijn daartoe niet toereikend. Het verslag
van de Kamer van Koophandel voor Zeeuwsch-
Vlaanderen over 1932 bevat dienaangaande
waardevolle opmerkingen.
Daarenboven is de hoeveelheid der tus
schen 't 4e en 5e district uit te wisselen cor
respondentie zoo weinig in aantal, dat het
absurd zou zijn, alleen daarvoor brievenmalen
tusschen beide districten te formeeren, afge
zien dan nog van de omstandigheid, dat de
bestelling dier correspondentie zich toch zou
moeten regelen naar de veel en veel omvang-
rijker post van over de Schelde. Met alien
eerbied voor de postale kennis van het Bier-
vlietsche schoolhoofd is de door hem in zijn
laatste schrijven aangegeven werkwijze voor
den postdienst niet te aanvaarden.
Het zal den heer Maas by zijn onderzoek
Wdl gebleken zijn, dat de avondpost te Bres-
kens aangebracht wordt met de boot, die daar
te 19,25 aankomt. Aangezien de laatste tram
naar Biervliet reeds te 18,25 uit Breskens ver-
trekt, zou de schuld, dat de heer Maas in het
iezen van zijn courant achteraan komt, dus
beneden en niet boven de Schelde te zoeken
zijn.
De welversneden pen van den heer Harte
heeft reeds aangetoond, hoe onjuist het is,
door overdreiven voorstelling het sprookje
ingang te doen vinden, dat Zeeuwsch-Vlaan
deren door de hooge regeering bij andere dee-
len van ons land wordt achtergesteld. Voor
gerechtvaardiigde wenschen vindt men in Den
Haag wel degelijk een open oor. Geboren in
Zieuwsch-Vlaanderen, een landstreek waar-
mede schrijver dezes zich nog steeds een ge-
voelt, kan hij het betoog van den secretaris
der Kamer van Koophandel te Ter Neuzen
slechts toejuichen.
Bedoelde overdreven voorstelling bereikt
slechts, dat het groote publiek dergelijke bc-
toogingen niet au serieux neemt. Men bereikt
dan een averechtsch resultaat. Aan Zeeuwsch-
Vlaanderen doen zij zeer veel kwaad en weinig-
goed.
Bij opheffing van den dienst Vlissingen
Ter Neuzen zal de postadministratie de post
voor het 5e district zeer waarschijnlijk dan
ook niet per tram via Breskens of Biervliet
leiden. 'Zij heeft daartoe c.q. vluggere ver-
keersmogelijkheden te harer beschikking.
DE REISBELASTING.
Reeds bij de aankondiging van het voor-
nemen van den Minister van Financien tot het
invoeren van een ,,reisibelasting" is zulks in
ons gewest met zeer gemengde gevoelens ver-
nomen en hebben wij ook de vrees uitgespro-
ken dat dit waarschijnlijk ook weer zou uit-
loopen op een bijzonderen druk voor de be-
v/oners van Zeeuwsch-Vlaanderen, aangezien
het overschrijden der grens door de ligging
van deze strook Nederland zoowel ten op
zichte van het overig deel van Nederland als
van Belgie als een dagelijksche behoefte moet
worden beschouwd.
Het komt er nu maar op aan, wat volgens
het wetsontwerp ten slotte als ,,reizen" zal
worden beschouwd. Indien iedere grensover-
schrijding daaronder zou vallen, zou het o.i.
de beteekenis van een „reis"-belasting, die dan
toch alleen het reizen voor zoover dit moet
worden beschouwd als een uiting van luxe,
verre overschrijden.
Nu er over die voorgenomen belasting een
ne ander in de pers verschenen is, (hetgeen
*de Minister voorbarig heeft genoemd) is, naar
ons bleek, de bevolking wakker geworden en
ons bereikten al verschillende verzoeken en
vragen, die er op wezen, dat men gaarne
tegen die bepalingen, welke onze grensstreek
bijzonder zouden treffen, tiezwaren zou zien
ingebracht.
Er zijn in de pers reeds aanwijzingen, dat
het aan bezwaren tegen die voorgenomen hef-
fing niet zal ontbreken, bezwaren n.l. van
algemeenen aard. Zelfs in de hotelhouders-
wereld, die aanvankelijk naar een dergelijken
maatregel heeft uitgezien, omdat ze meendsn
dat hunne bedrijven daar beter van zouden
worden, begint men er reeds anders over te
praten, behoudens dan den voorzitter van
,,Horecaf" die de belasting nog zwaarder zou
wenschen en geen represailles van het buiten
land vreest, omdat het voor de hotels, wat be-
zoek van vreemdelingen betreft, toch al niet
slechter kan worden. i
Doch, afgedacht van die algsmeen^Tezwa-
ren, zijn wij er van overtuigd, dat daarvoor
aangewezen instanties in ons gewest zeker nie'
zullen nalaten, indien daartoe aanleiding is
de Regeering en eventueel de Staten-Generaa
te wijzen op bijzondere nad2e'en voor de be
volking van ons gewest. Echterdaarvoor
zal men de indiening van het wetsontwerp
behooren af te wachten. Men weet nu nog
niet hoe het wetsontwerp er uit zal zien. Tot
dien tijd geduld dus.
Ondertusschen kunnen wij met instemming
overnemen hetgeen uit Zeeuwsch-Vlaanderen
aan de N. R. Crt. geschreven is, hetgeen de
toestand vrij duidelijk schetst:
De Zeeuwsch-Vlamingen voelen zich van de
week niet eng lekker. De oorzaak hiervan
moet ndch in den hoogen waterstand, ndch in
de hengstenkeuringen, maar bij minister Oud
gezocht worden. Zij hebben namelijk met
eenige ontsteltenis kennis genomen van de
reisbelastingsplannen en waarlijk niet zonder
reden. Immers, volgens de voorloopige be-
richten, die dezer dagen gepubliceerd werden
in de dagbladen, zal binnenkort elke grens-
overschrijding (in uitwaartsche richting al-
t'hans) belast worden met lcwartjes of guldens
zelfs. Onze medeburgers nu, die hun leven
plegen door te brengen in de binnenlanden
(Noord- en Zuid-Holland, Utrecht of elders
ver van de landspalen) zullen ongetwijfeld met
liefide deze penningen offeren, wanneer zij hun
jaarlijksche reis maken naar wintersport,
Ardennen of Parijs. Met de grensbewoners
is het al dadelijik anders igesteld, omdat hun
grensoverschrijdingen meestal niet het karak-
ter van vacantie-uitstapjes dragen. Schoon
gelijk heeft dan ook minister Oud door te
bepalen, dat deze landgenooten minder betalen
zullen. Maar is ook dit lagere bedrag wel
gerechtvaardigd en is het eigenlijk uberhaupt
wel billijk onze Nederlanders-van-over-de-
Schelde te ,,reisibelasten"
Wanneer de volksaard niet veel verschilt en
aan beide zij den van de grens ook de religieuse
opvattingen overeenkomen, dan is het merk-
waardig hoe het dagelijksche leven zich weinig
van de staatkundige scheidingslijn aantrekt.
Nederlanders kaarten in Belgische cafd's; onze
buren koopen aan deze zijde der grens hun
sigaren; jongelingen laten, al dan niet met
welgevallen, hun blikken glijden over maagden
van beiderlei nationaliteit; in ddn familie
vindt men trouwe onderdan,sn, zoowel van het
Oranje-huis als van den koning der Belgen.
Eln gaat het dan waarlijk aan, dit gewone
contact, bezoeken van kinderen aan ouders,
aan vrienden en magen, te belasten als waren
het plezierreizen van rijkaards, in wier weelde
de Nederlandsche fiscus zijn aandeel terecht
opeischt
Ook in Zeeuwsch-Vlaanderen komt dit even
gemoedelijke als drukke grensverkeer, dit
,,buurten", op tal van plaatsen voor. In Clinge
loopt de grenslijn dwars door het dorp; elders
fielste nog niet zoo lang geleden een burge-
meester over Belgisch-gelbied van zijn woon-
plaats naar zijn gemeentehuis en vddr den#
aanleg van den verbindingsweg tusschen Oost-
en West-Zeeuwsch-Vlaanderen moesten som-
mige Philippijnen (wij bedoelen inwoners van
de mosselenstad Philippine) een buitenland-
sche reis maken om naar hun laatste rust-
plaats geibracht te worden.
Tot op zekere hoogte zullen deze eigenaar-
digheden ook wel in Brabant, Limburg en
andere grensprovincien bestaan. Maar in
Zeeuwsch-Vlaanderen zijn ze wel bijzonder
veel in aantal en bovendien is men hier a.h.w.
tusschen twee grenzen bekneld. Elders toch
kan men zich altbans naar edn zijde vrij ver-
plaatsen. In dit hoekie van ons land evenwel
stoot men in Noordeiyke richting direct op
de machtige Wester-Schelde. En al heeft de
provincie Zeeland, met hulp van het rijk,
enkele prachtige veerdisnsten ingericht, zoo-
lang de overvaarten beperkt in aantal en niet
kostel-GOs zijn, vormt de stroom esn barri6re,
die he den ten dage vele Zeeuwsch-Vlamingen
nog nimmer overschreden hebben. Wil men
naar een igroote stad: het zijn Antwerpen en
Gent, maar niet de Nederlandsche metropolen
die in de nalbijheid liggen; voor schouwburg-
bezoek moet men evenzoo naar Belgie, omdat
er geen bootdiemsten zijn na 's avo-nds acht
of negen uur; om een zomeravond aan zee te
vertoeven lgt Knocke bij de hand, doch zijn
Vlissingen en Domburg onbereikbaar.
Dit alles, en nog veel meer, hoort men in
,,Stajats-Vlaanderen", een streek, die nu een-
maal geografisch en staatkundig een
zeer bijzondere positie inneemt.
Minister Oud: vergeet u toch niet hoe trouw
aan Nederland zijn bewoners in 1918/19 ge
bleken zijn; bescherm de Schatkist maar spaar
de Zeeuwsch-Vlamingen.
DE SCHAKING VAN EEN M1NDER-
JARIGE.
In ons nummer van Woensdag j.l. hebben
wij vermeld de arrestatie alhier van een
schippersknecht wegens schaking van een
minderjarig meisje. Thans bevatten verschil
lende bladen een verhaal omtrent de aanlei
ding en hetgeen met de aanhouding van het
paar gepaard ging, waaraan het volgende
is ontieend aan de N. R. Crt.:
Marietje liet zich schaken.
Een Rotterdamsch inspecteur van
politie in een Antwerpsche taxi aan,
het dolen door Vlaanderen, op zoeii
naar een minnend paartje.
Rinus, een stoere schippersknecht van 23
jaren heeft een tijd geleden gemonsterd op een
Rijnschip en met hem kwam de liefde aan
boord, alth.'ins Amor deed een vonk ontbran-
den in het hartje van de flink uit de kluiten
gewassen, maar niettemin pas 16 lentes tel-
lende schippersdochter, Marietje, die, zoodra
zij Rinus zag zich zoo vreemd te moede voelde
worden. En Rinus van -zijn kant zag de
knappe deem graag. Het vonkje blies aan
tot een groote vlam en na de eerste reis wa
ren Rinus en Rietje het eens met elkaar; zij
waren voor elkaar geboren, zij zouden zoo
spoedig mogelijk trouwen om verder samen
de levenszee te kunnen bevaren, zooals zij nu
reeds tezamen een reis op den Riijn hadden
ondememen. Maar in dergelijke gevallen is
het wel eens lastig, dat vaders ook een woord
in het kapittel hebben. Marietje was nog zoo
bitter jong en Rinus dacht, dat het niet
waarschijnlijk zou zijn, dat zijn aanstaande
schoonvader onmiddellijk zijn zegen zou geven.
Vrouwen zijn, vooral als het zaken betreft,
die de liefde aangaan, bijzonder vindingrijk,
ook al tellen zij pas 16 lentes. Marietje wist
raad. Marietje zou weldra jari gworden en
op den dag, waarop dat feest zou worden ge-
vierd zou haar vader wel in een best humeur
zijn. Daarvan zou zij gebruik maken om Pa
vast zachtjes voor te bereiden en dan dade-
lijk daarop moest Rinus maar heel moedig
zijn en officieel zijn aanzoek doen.
Met dit besluit kon de verliefde Rinus zich
vereenigen, maar voor het zoover was, nog
geen rweek vddr dat Marietje jarig werd,
kwam er een kink in den kabel. Er kwam
ruzie. Niet tusschen de twee geliefden, maar
tusschen Rinus en den schipper, die hem des-
wege ontslag aanzegde.
De jongelui waren diep geschokt, want onder
deze omstandigheden zou er van een vader-
lijken zegen wel heelemaal geen sprake zijn.
Maar weer wist de vrouw raad. Zij zouden er
samen van door gaan. Rinus moest haar
maar schaken. Als hij haar compromitteerde.
zou haar vader wel genoodzaakt zijn zijn
toestemming te geven. Waarom zou niet hier
een happy ending komen, zooals dat in zoo-
vele films het geval is?
Ze gingen er vandoor.
Rinus had hier wel ooren naar en in den
nacht Zaterdag op Zondag terwijl het schip
in de Rotterdamsche Maashaven lag, zagen
Rietje en haar Rinus kans stiekum van boord
te komen en de plaats te poetsen. Tevoren
hadden zij de foto's, die ervan hen aan boord
maar te vinden waren verdonkeremaand, ten-
einde de opsporing moeilijker te maken, want
het compromitteeren moest geducht zijn, vond
Marietje en weer was Rinus het met haar
eens
Den volgenden morgen miste de schipper
zijn dochter en zijn knecht. Van beiden wa
ren koffers en kleeren verdwenen, de schip-
persvrouw had al eens iets bemerkt van de
geschiedenis van Rietje en Rinus en dus lag
het voor de hand te veronderstellen, dat de
twee er samen vandoor waren gegaan. Ter-
stond werd de Rotterdamsche rivierpolitie
met het gebeurde in kennis gesteld en inspec
teur L. Harp stelde een onderzoek in.
Het toeval wilde, dat het paartje bij zijn
vlucht den stel kiekjes over het hoofd had ge-
zien, zoodat van beiden een beeltenis ter be
schikking kon worden gesteld.
Het zoeken van een weggeloopen paartje
lijkt op het zoeken van een naald in een hooi-
berg, want er zijn zooveel verliefde paartjes
zelfs in deze door de crisis zoo zwaar getrof-
fen stad. Maar weer kwam het toeval te
hulp. In een cafe aan de Maashaven wist de
kastelein te vertellen dat een jongeman, wiens
signalement met dat van Rinus overeenkwam,
had gevraagd naar een spoorboekje, met de
buitenlandsche treinv.srbindingen, want hij
wilde naar Belgie. De draad, die men in han-
den kreeg was dun, maar na overleg met de
justitie werd besloten het onderzoek in Belgie
voort te zetten en Dinsdagmorgen vertrok de
heer Harp naar Antwerpen, want een schip
persknecht die naar Belgie vlucht, zal wel in
de eerste plaats zich aangetrokken voelen tot
de Belgische havenstad aan de Schelde. En
weer kwam het toeval hem te hulp, want na
een morgen van zoeken en vragen langs de
Antwerpsche kaden en dokken en in de vele
estaminetjes langs de Schelde, trof hij een
kastelein, die een dag tevoren het paartje had
gezien. De jongelui hadden bij hem gegeten
en de jongeman was daarna naar het kantoor
van een reederij gegaan, die een schippers
knecht kon gebruiken. Terstond stelde de
heer Harp zich in verbinding met de reederij
en to en bleek, dat Rinus had gemonsterd voor
een reis van Gent naar Vilvoorde, met een
schip, dat erts vervoerde. Het schip was ech
ter al van Gent vertrokken.
De heer Harp rekende uit, dat de vaarweg
van Gent naar Vilvoorde loopt via Sas van
Gent, Ter Neuzen, de iSchelde en het Kanaal
van Antwerpen naar Brussel, dat het schip
dus over Nederlandsch grondgebied zou komen
en dat als hij heel vlug te Ter Ndfizen -zou
kunnen komen, hq Rinus op Nederlandsch ge
bied zcu kunnen vatten, wat veel soesah over
uitlevering enz. zou kunnen voorkomen.
Achtervolging per taxi met hinder-
nissen.
Maar met den trein zou Ter Neuzen niet
op tijd te halen zijn, want het schip, dat om
6 uur des morgens van Gent was vertroikken,
zou vermoedelijk tusschen drie en vijf te Ter
Neuzen achutten en op dat oogenblik was het
al kwart over twaalf. Dies nam de inspeoteur
een taxi. Hij verzocht di.n chauffeur zoo snel
mcgelijk op te schieten, want er was groot
fcelang bij de zaak. De chauffeur bei cofde zijn
best te zullen doen. En dat heeft hi} ook ge-
daan. Tot Sint Nicclaas ging alles best,
maar daarna raakte hij den weg kwijt. Hirj
durfde dit evenwel met te zeggien en op de
vraag van den heer Harp, of men nu weldra
in Sas van Gent zou zijn antwoordde hij
prompt: Seffens, mieneer!
De heer Harp keek op een wegwijzer en zag,
dat het tot Sas van Gent nog vyf kilometer
was. De mededeeling van den chauffeur kon
dus kloppen.
Toen duurden de vijf kilometer verbazend
lang. Een tijdje later kwam er weer een weg
wijzer in het ziciht. Op het moment, dat de
taxi er lang stoof, las de heer Harp, tot zgn
ontsteltenis: Sas van Gent 7 kilometer (De
chauffeur had den terugweg via Lckeren in-
geslagen.) Toen bekende de chauffeur, dat
hij aan het dolen was geslagen. Met onver-
minderde snelheid zette hij zijn tocht voort.
geeft ruwe huid
verzacht - geneest
(Ing. Med.)
Met groot aplomb sloeg hjj hoeken om, draai-
de dwarswegen in en weldra was Sas van
Gent tien kilometer ver. Maar toen waren
zij ook op den goeden weg. Sas van Gent was
spoedig bereikt. Bij de brug werd geinfor-
meerd. Het schip was daar al lang gepas-
seerd en het zou vermoedeiy'k al door de sluis
van Ter Neuzen heen zjjn ook. Met nog
grooteren spoed zette de taxi de reis naar
Ter Neuzen voort. Maar dichtbij het eind-
doel gaf de motor het op. De benzinetank
was leeg en in geen veklen of wegen was een
benzinftpomp te vinden. De chauffeur beloofde
hard te zullen loopen, maar het duurde toch
nog bijna een half uur, voordat er voldoende
benzine was geladen, om den tocht naar Ter
Neuzen voort te kunnen zetten. Eindelijk
om bij vieren arriveerde de taxi by de sluis
van Ter Neuzen. Het schip was niet te zien
en reeds dacht de heer Harp, dat alle moeite
vergeefsch was geweest, toen de sluiswacto-
ter hem meedeelde, dat het schip pech had
gehad maar dat 't wel spoedig zou aamkomen.
Inderdaad arriveerde de boot tegen vyven bij
de sluis. De heer Harp sprong aan boord em
trof daar Rinus en Marietje.
Een half uur later verlieten Rinus en Ma
rietje per schip Ter Neuzen. Maar het was
niet aan boord van het schip met erts. Het
was aan boord van de Provinciale -boot op
Hoedekenskerke en in het gezelschap van den
heer Harp. Met de tram werd de reis naar
Goes en vandaar per trein naar Rotterdam
voortgezet, waar twee telegrafisch verwittig-
de rechercheurs voor een bescheiden commlB-
sie van cntvangst zorgden.
Rinus is naar het Huis van Bewaring over-
gebracht en Marietje is naar het bureau van
de Kinderpolitie geleid. Haar vader is inmid-
dels met zijn schip al weer naar Duitschland
vertrokken. Na de reis zal hij zijn gecompro-
mitteerde dochter hier kunnen afhalen. Of hij
clan zijn toestemming zal geven tot de echt-
verDintens met Rinus is echter nog een groote
vraag.
Ouderavond.
Vrij dag 7 Februari werd in de Christeiyke
school op de Knol de jaarlijksche ouderavond
gehouden.
'De voorzitter der schoolvereeniging, de heer
P. Scheele, liet zingen Psalm 68 10 en las
daama voor Psalm 89 119. Hiema wexd
gebeden.
In zqn openingswoord riep de voorzitter alle
aanwezigen, onder wie zich ook bevonden de
burgemeester, Mr. Van Tienhoven, en domine
Vink, een harteiyk welkom toe.
De heer J. J. Dieleman W.Gzn. sprak ver-
volgens over: „De Schoolstryd".
Spreker herinnerde aan den stryd van vroe-
ger en die van thans en wijst op verschillende
moeiiykheden in het schoolleven waaraa hi]
zijn referaat met enkele practische opmer
kingen besluit.
In de nu volgende pauze werd gezorgd voor
thee en koekjes, terwijl tevens gelegenheid
bestond om het werk der leerlingen te bezich-
tigen. Het keurig teekenwerk trok aller be-
langstelling. Ook het vervaardigde op het
gebied van nuttige handwerken ontging niet
aan de aandacht.
Na de pauze refereerde de heer Geelhoed
over „,Opvoeding tot levensbetrouwen".
Spr. staat stil by het pessimisme en de
levensmoeheid onzer dagen, dat tot vemieti-
ging leidt, waartegenover staat het geloofs-
vertrouwen, dat door alle eeuwen heen door
Gods voorzienigheid en trouwe vaderzorg
heeft gezegevierd.
Als toepassing hierop werd gezomgen Ps.
27 7.
Ds. Vink sprak nog een kort woord dat door
het hoofd der school werd beantwoord.
Mej. Verslugs las ons nu een stukje voor:
,,Den kinderkens geopenbaard".
Een en ander werd afgewisseld door zang
van de oudste leerlingen, begeleid door orgel
en viool.
De heer Geelhoed sprak een korte slotrede
waama nog gezongen werd Psalm 72 11.
Hiema sloot de voorzitter deze goedgeslaag-
de ouderavond en eindigde hi) met dahkgebed.
Jaarvergadering „De Eendracht".
De geitenfokvereeniging „De Eendracht"
alhier hield op Zaterdag 8 Februari haar jaar-
vergadering op de bcwenzaal van cafd s Lands
Wielvaren bij den heer W. Nieuwelink.
Uit het jaarverslag van den secretaris bleek
dat de vereeniging thans 24 leden telt en S
donateurs.
Het financieele verslag liet zien, dat de in-
komsten over 1905 99,16 bedroegen en de
uitgaven f 95,40, zoodat er een batig saldo
was van 3,76.
De aftredende bestuursleden, de heeren Jac.
Veerlinde, M. de Putter en C. van Tatenhove,
werden met byna algemetne stemmen her-
kozen.
Gezien de financieele moeilijkheden waarin
dle vereeniging verkeert werd het bestuurs-
voorstiel, het salaris van den bokhouder te
verlagen, aangenomen zonder hoof del ijkc
stemming.
[De vereeniging herdacht tevens het feit, dat
ze op 27 Januari 1911 was opgericjht en ze
dus nu 25 jaar bestaat. Ze was opgericht met
35 leden en 15 donateurs. De heer P. Haak
vierde zijn 25-jarig jubileum als bestuuralid.
Door ziekte afwezig werd hij door den voor
zitter toch herdacht en namens de vereeniging
gelukgewenscht. Van eenige feestelijke her-
denking moest, ook al met het oog op de
financien worden afgezien.
Door den secretaris werd nog verslag ult-
gebracht van de vergadering der provinciale
vereeniging, die te Middelburg was gehouden.
Nadat nog enkele zaken als keuring enz.