npyPUROL Buitenland De Italiaansch-Abessinische oorlog. TER NEUZEN, 10 FEBRUARI 1936. V 1 C 1 Usvermaak HOEK. ORISIS-jHYPOTHEEK-AFLOSSINGSWET. Zaterdag 8 Fubruari 1936, is uitgegeven Staatsblad no. 200, wet van den Ten Februari 1936 houdende bijzondere maat- regelen ter voorkoming van cpvordering on- der bepaalde omstandigheden van hoofdsom- men, tot waarborg, waarvan hypotheek op on- roerend goed is bedongen en ter voorkoming van vexatoire beslagen (Crisis-hypotheek- aflossingswet '36). Datum van inwerking- treding 9 Februari 1936. I)E TERECHTSTELLING VAN HAUFTMANN. De New-York Evening Journal" verklaart, dat Trencbard heeft bspaald, dat Bruno Ricbard Hauptmann, de ontvoerder en rnoor- denaar van het kind van Lindbergh, in den nacht van 24 Maart a.s. in den electrischen stoel zal sterven. Het blad voegt hieraan toe, dat gouverneur Hofmann geen enkele verder uitstel meer zal toestaan, tenzij Hauiptmann de namen van ziijn medeplichtige(n), indien hij deze heeft, 2JOU onthullen. De minister van justitie, Cummings, heeft het verzoek van de autoriteiten van New- Jersey om de zaak-Hauptmann weer te her- openen, geweigerd. De kwestie zal dus niet opnieuw door de federale regeering worden onderzoeht. Cum mings motiveerde dit met de afwezigheid van nieuwe feiten. DE TOESTAND AAN DE FRONTEN. De afgeloopen week heeft zich schrijft de N. R. Crt. gekenmerkt door schokkende gebeurtenissen. Van het Zuidelijk front was de bezetting van Lama Scillindi, aan de Webbe Gestro, het meest interessante. Deze plaats ligt ongeveer 90 kilometer van Dolo en het feit, dat de Italianen de plaats eerst tihans bezet hebben, bewijst, dat hun op- marsch over een minder groot terrein verloo- pen is, dan oorspronkelijk vermoed werd. De actie langs de Gestro was wel noodzakelijlk geworden, aangezien de Italianen genood- zaakt waren, de flanken van hun leger, dat aan den opmarsch heeft deelgenomen, te be- schermen. Bovendien moesten zij bij een ver- dere actie van Neghelli uit en langs de Sje- beli, het gebied tusschen deze rivier en de Ganale Doria onder hun controle hebben. Verdere actie langs de Webbe Gestro heeft nog niet plaats gevonden. Blijkbaar willen de Italianen him positie hier eerst consolideeren, mogelijk is ook, dat er inderdaad reeds regens zijn, die hier moeilijkheden veroorzaken. In- middels ligt hiermede de actie van Neghelli uit ook stil. Want, afgezien van verkenningstoch- ten, kunnen de Italianen hier moeilijk grootere operaties ondememen, omdat hun positie hier nog te zeer geisoleerd is. Hun colonnes hou- den zich op het oogenblik bezig met het zui- veren van het terrein. O.u. is een colonne in Ziuidelijke richting gezonden, om bij Goeba, aan de Dawa, een afdeeling Abessiniers te ver- drijven. De mogelijkheid bestaat, dat deze colonne nog verder Zuidelijk langs deze rivier zal trekken, om in samenwerking met de Ita liaansche afdeelingen bij Malca Moeri het ter rein langs de rivier te zuiveren. De Abessi niers zijn in dien tusschentijd in dit gebied tot een guerilla overgegaan. Him troepen schijnen numeriek niet zeer groot te zijn, doch de watervoorziening van de Italianen, die voor de oprukkende troepen gedeeltelijik van Dolo uit moet geschieden, loopt door deze actie toch eenig gevaar. Wat de verdere bedoelingen van Graziani zijn is nog altijd niet duidelijk. Van een ver dere actie in de richting van Wardara en Al- lata heeft hij afgezien. De Abessiniers hebben hun posities hier den laatsten tijd aanzienlijk versterkt, en de mogelijkheid bestaat, dat hij zich verder in Noordoostelijke richting op Ginir zal richten. Een andere mogelijkheid is die van een gelijktijdige actie van de troepen van Nehelli en die langs de Sjebeli op Imi aan dezelfde rivier, welke plaats door een groote hoeveelheid Abessijnsche troepen wordt be zet. De vraag is maar, of het thans inder daad al regent in dit gebied, of anders of Gra ziani den tijd zal hebben opnieuiw tot een groote actie over te gaan voor de regens komen. Dat dit zijn bedoeling is, is wel dui delijk. De posities die de Italianen thans in het Zuiden innemen, zijn wel allerongelukkigst om den regentijd mee in te gaan. Het Noordelijk front. De Italiaansche en de Abessijnsche lezingen over den strijd in het Noorden loopen zoozeer uiteen, dat zelfs met een gering percentage waarschijnlijkheid, hier moeilijk iets over valt te zeggen. Een ding is wel zeker: de Abessi niers hebben met hun samenwerking van de troepen van ras Seyoem, ras Kassa, dedzjaz- matsj Kassa en ras Moelogeta niet bereikt wat zij bereiken wilden, n.l. den val van Ma- kalle.j, D,j omistandigheden leken niet ongun- stig ot het is thd.ns de vraag geworden, of de Abessiniers met een dergelijke „eohte ge- vechtsactie" iets kunnen bereiken tegen de wel zeer sterke Italiaansche linies. Het Abes- sijnsche plan om tot een definitieve bezetting van de wegen naar Makalle te komen lijkt. ook in zooverre niet gelukkig, dat het midden tusschen Italiaansche versterkingen en in de onmiddellijke nabijheid van vliegvelden voor de Abessiniers wel uitermate moeilijk zal zijn deze bezetting te handhaven. Dat zij tot hun grootscheepsche actie zijn overgegaan is dan ook vermoedelijik een tekort aan geduld ge- weest, want op den duur is het voor hen v/aar- schijnlijk een gunstiger tactiek bij voortduring de Italianen uit te putten met aanvalien op him transporter. Aanvalien die geen strate- gisch succes -beoogen, maar die toch deze transporten zoo kostbaar maken en zoo ge- vaarlijk, dat het vrijwel onmogelijk v/ordt ze nog langer te doen plaats vinden. Dat de Abessiniers hier op den duur succes mee zouden moeten hebben blijkt wel uit het feit, dat ze ondanks de voortdurende verster- king van de Italiaansche linies, toch steeds dichter hebben weten door te dringen zelfs tot die plaatsen, die het eerste bezet werden. Maar al heeft de Abessijnsche actie in Tem- bien en om Makalle niet het gewenschte re- sultaat opgeleverd, de weeg naar Adoea door Tembien is nog steeds onder hun controle en Italiaansche transporten vinden hier in het geheel niet meer plaats. Ten opzichte van den weg naar Adigrat nemen ze, als zij Agoela nog steeds bezet houden, en het Italiaansche legenbericht heeft nog niet trachben duidelijk te maken dat dit niet het geval is gun- stige posities in. Zij zijn hier tot hun oude guerilla-tactiek teruggekeerd en strategisch zal het nog altijd wel aanlokkelij-k zijn voor de Italianen om MakallG maar te verlaten en zich terug te trekken op Hausien om van hier uit eindelijk Tembien eens grondig te kunnen zuiveren. ONGEVAL. Daar de centrale verwarmingsinstallatie in de Rijks H. B. S. niet voldoende functionneer- de werd aan den ongeveer 28-jarigen tim- mermansknecht K. M„ opgedragen de schoor- steen en de daarmede in verbinding staande kanalen te willen controleeren en schoon te maken, waarvoor hem nog door den concierge instructies waren gegeven. Nia eenigen tijd ging de directeur der H. B. S. even kijken naar de werkzaamheden van M., doch tot zijn schrik zag hjj M. be- wusteloos op den igrond liggen, bevangen door de vrijgekomen gassen. Nadat M. in de frissche lucht was ge- bracht, werd de geneeskundige hulp van Dr. Van Bockstaele ingeroepen en keerde hij vrij spoedig tot het bewustzijn weer. In overleg met den directeur werd voor een mogelijke nabehandeling M. hierop naar het ziekenhuis vervoerd en vernamen wy dat zijn toestand gelukkig van dien aard is, dat hij spoedig zijn werkzaamheden weer zal kunnen hervatten. TOONKUNST. Door de Maatschappij tot Bsvordering der Toonkunst te Amsterdam, is aan onze stad- genoote mevr. A. W. 't Gilde-van Staveren, toeigekend het lid-kunstenaar diploma dier Maatschappij. NATIONAAL CRISIS-OOMITe B. De afdeeling Ter Neuzen van het Nationaal Crisis-Comite heeft hare werkzaamheden over het jaar 1935 beeindigd. Over het eerste half- jaar werd aan 317 personen voor een bedrag van 3809,83 aan goederen verstrekt. Over het tweede halfjaar werd aan 293 personen voor een bedrag van f 3344,56 aan goederen ver strekt. Over 1935 werd dus in totaal uitge- geven 7154,39, en wel: aan bovenkleeding 2310,81, aan onderkleeding 1974,08, aan schoeisel f 1528,20, aan klompen f 214,10, aan beddegoed f 1118,01, aan wol 9,19. Er zal nader worden bekend gemaakt, wan- neer voor 1936 goederen verstrekt worden. DE KOOIEENDEN. Ged. Staten hebben ingevolge art. 34 der Padhtwet bepaald, dat in 1936 de kooieenden door den kooiman moeten worden opgesloten of gehokt van 1 tot en met 30 April en van 13 Juni tot en met 28 Augustus. N.V. STOOMTRAM WALCHEREN. De directie en Commissarissen van de N.V. Stoomtram Wlalcheren te Koudekerke, zijn, daartoe door de tijdsomstandigheden gedwon- gen, voor de noodzakelijkheid geplaatst voor te stellen de rente van de leening 1906 te ver- lagen van 5 op 3% pet. DE POST IN ZEEUWSCH-VLAANDEREN, „Het is een sprookje, dat Zeeuwsch-Vlaanderen door de regeering wordt achter- gesteld". Naar aanleiding van de ook in de jongste nummers van ons blad gevoerde polemiek betreffende postvervoer per Z.V.T.M., schrijft men van postale zijde aan de Midd. Crt.: Wanneer een postambtenaar zonder eenige kennis van zaken en zondar getracht te heb ben zich te bevoegdex plaatse op de hoogte te stellen van paedagogische toestanden, bijv. op den openbare lagere school te Biervliet, zich daarover in het cpenbaar een oordeel aanmatigde, zou zeer waarschijnlijk het hoofd dier school een van de eersten zijn, om, onder aanhaling van't spreekwoord van den schoen- maker en de leest, een dergelijk optreden te laken. Voor postale ooren moet het daarom wel zeer eigenaardig klinken, dat het bedoelde schoolhoofd zich geroepen meant, postale aan- gelegenheden te beoordeelen op eene wijze, die duidelijk blijk geeft, dat hij wel eens de klok heeft hooren luiden, maar niettemin de plaats van den klepel niet kent. In de op 18 Januari j.l. gehouden verga- dering van obliigatie-houders van de Zeeuwseh- Vlaamsche Tramweg Maatschappij deelde de heer Maas mede, dat de postadministratie voor postvervoer over de route Vlissingen Ter Neuzen eene jaarlijksche vergoeding van 6000 uitkeert. Deze mededeeling is aldus gesteld bezijden de waarheid. De postadministratie betaalt aan de pro- vincie Zealand voor alle igezamelijke post vervoer op de Wester-Schelde een vast bedrag, dat onafhankelijk is van de bootdiensten, waarvan zij me.nt gebruik te moeten maken. De provincie zal bij het vaststellen harer exploitatiexekening deze vergoeding waar schijnlijk over hare verschillende diensten ver- deelen en zoo zal ook de route Vlissingen Tex Neuzen haar evenrediig deel toebedeeld krijgen. Werd het postvervoer over de route VlissingenTer Neuzen gestaakt, dan zou de over de Wester-Schelde te vervoeren post volkomen dezelfde blijven. De vastgestelde vergoeding zou dan ook niet de minste wijziging ondergaan. Slechts de verdeeling over de verschillende bootdien sten zou anders worden. Van een bsschik- baar komen voor andere doeleinden van een gedeelte van bedoelde vergoeding kan dus geen sprake zijn. Het spreekt vanzelf dat hiermede de geheele grondslag van de rede- neering van den heer Maas wegvalt. Van dit alles afgescheiden is natuurlijk de vraag, of de post-administratie, die een com- mercieel Staatsbedrijf is, bereid zou zijn, om zonder dat de uitvoering van den -postdienst daardoor beter wordt zij zou er vermoede- lijk eerder door geschaad worden steun te verleenen aan een ziek trambedrijf, waarvan, zooals de heer Harte aantoonde, de streekbe- woners zich terugtrekken. De postadministra tie streeft er naar haar dienst zoodanig te regelen, dat, rekening houdende met billijke wenschen, die binnen haar finantieele draag- kracht liggen, de aan haar zorg toevertrouwde correspondentie op de vlugste wijze hare be- stemming te doen bereiken. De poststukken van en voor Zeeuwsch-Vlaanderen moeten daartice haar weg over de Schelde vinden, al volgen dan ook de brieven van het 4e district voor Ter Neuzen niet de route Hansweert Walsoorden zooals de heer Maas ten onrechte meent. Een dergelijke omleiding is in den Nederlandschen postdienst zeer gewoon en komt in alle streken van ons land voor. De locale Zeeuwsch-Vlaamsche middelen van ver- voer zijn daartoe niet toereikend. Het verslag van de Kamer van Koophandel voor Zeeuwsch- Vlaanderen over 1932 bevat dienaangaande waardevolle opmerkingen. Daarenboven is de hoeveelheid der tus schen 't 4e en 5e district uit te wisselen cor respondentie zoo weinig in aantal, dat het absurd zou zijn, alleen daarvoor brievenmalen tusschen beide districten te formeeren, afge zien dan nog van de omstandigheid, dat de bestelling dier correspondentie zich toch zou moeten regelen naar de veel en veel omvang- rijker post van over de Schelde. Met alien eerbied voor de postale kennis van het Bier- vlietsche schoolhoofd is de door hem in zijn laatste schrijven aangegeven werkwijze voor den postdienst niet te aanvaarden. Het zal den heer Maas by zijn onderzoek Wdl gebleken zijn, dat de avondpost te Bres- kens aangebracht wordt met de boot, die daar te 19,25 aankomt. Aangezien de laatste tram naar Biervliet reeds te 18,25 uit Breskens ver- trekt, zou de schuld, dat de heer Maas in het iezen van zijn courant achteraan komt, dus beneden en niet boven de Schelde te zoeken zijn. De welversneden pen van den heer Harte heeft reeds aangetoond, hoe onjuist het is, door overdreiven voorstelling het sprookje ingang te doen vinden, dat Zeeuwsch-Vlaan deren door de hooge regeering bij andere dee- len van ons land wordt achtergesteld. Voor gerechtvaardiigde wenschen vindt men in Den Haag wel degelijk een open oor. Geboren in Zieuwsch-Vlaanderen, een landstreek waar- mede schrijver dezes zich nog steeds een ge- voelt, kan hij het betoog van den secretaris der Kamer van Koophandel te Ter Neuzen slechts toejuichen. Bedoelde overdreven voorstelling bereikt slechts, dat het groote publiek dergelijke bc- toogingen niet au serieux neemt. Men bereikt dan een averechtsch resultaat. Aan Zeeuwsch- Vlaanderen doen zij zeer veel kwaad en weinig- goed. Bij opheffing van den dienst Vlissingen Ter Neuzen zal de postadministratie de post voor het 5e district zeer waarschijnlijk dan ook niet per tram via Breskens of Biervliet leiden. 'Zij heeft daartoe c.q. vluggere ver- keersmogelijkheden te harer beschikking. DE REISBELASTING. Reeds bij de aankondiging van het voor- nemen van den Minister van Financien tot het invoeren van een ,,reisibelasting" is zulks in ons gewest met zeer gemengde gevoelens ver- nomen en hebben wij ook de vrees uitgespro- ken dat dit waarschijnlijk ook weer zou uit- loopen op een bijzonderen druk voor de be- v/oners van Zeeuwsch-Vlaanderen, aangezien het overschrijden der grens door de ligging van deze strook Nederland zoowel ten op zichte van het overig deel van Nederland als van Belgie als een dagelijksche behoefte moet worden beschouwd. Het komt er nu maar op aan, wat volgens het wetsontwerp ten slotte als ,,reizen" zal worden beschouwd. Indien iedere grensover- schrijding daaronder zou vallen, zou het o.i. de beteekenis van een „reis"-belasting, die dan toch alleen het reizen voor zoover dit moet worden beschouwd als een uiting van luxe, verre overschrijden. Nu er over die voorgenomen belasting een ne ander in de pers verschenen is, (hetgeen *de Minister voorbarig heeft genoemd) is, naar ons bleek, de bevolking wakker geworden en ons bereikten al verschillende verzoeken en vragen, die er op wezen, dat men gaarne tegen die bepalingen, welke onze grensstreek bijzonder zouden treffen, tiezwaren zou zien ingebracht. Er zijn in de pers reeds aanwijzingen, dat het aan bezwaren tegen die voorgenomen hef- fing niet zal ontbreken, bezwaren n.l. van algemeenen aard. Zelfs in de hotelhouders- wereld, die aanvankelijk naar een dergelijken maatregel heeft uitgezien, omdat ze meendsn dat hunne bedrijven daar beter van zouden worden, begint men er reeds anders over te praten, behoudens dan den voorzitter van ,,Horecaf" die de belasting nog zwaarder zou wenschen en geen represailles van het buiten land vreest, omdat het voor de hotels, wat be- zoek van vreemdelingen betreft, toch al niet slechter kan worden. i Doch, afgedacht van die algsmeen^Tezwa- ren, zijn wij er van overtuigd, dat daarvoor aangewezen instanties in ons gewest zeker nie' zullen nalaten, indien daartoe aanleiding is de Regeering en eventueel de Staten-Generaa te wijzen op bijzondere nad2e'en voor de be volking van ons gewest. Echterdaarvoor zal men de indiening van het wetsontwerp behooren af te wachten. Men weet nu nog niet hoe het wetsontwerp er uit zal zien. Tot dien tijd geduld dus. Ondertusschen kunnen wij met instemming overnemen hetgeen uit Zeeuwsch-Vlaanderen aan de N. R. Crt. geschreven is, hetgeen de toestand vrij duidelijk schetst: De Zeeuwsch-Vlamingen voelen zich van de week niet eng lekker. De oorzaak hiervan moet ndch in den hoogen waterstand, ndch in de hengstenkeuringen, maar bij minister Oud gezocht worden. Zij hebben namelijk met eenige ontsteltenis kennis genomen van de reisbelastingsplannen en waarlijk niet zonder reden. Immers, volgens de voorloopige be- richten, die dezer dagen gepubliceerd werden in de dagbladen, zal binnenkort elke grens- overschrijding (in uitwaartsche richting al- t'hans) belast worden met lcwartjes of guldens zelfs. Onze medeburgers nu, die hun leven plegen door te brengen in de binnenlanden (Noord- en Zuid-Holland, Utrecht of elders ver van de landspalen) zullen ongetwijfeld met liefide deze penningen offeren, wanneer zij hun jaarlijksche reis maken naar wintersport, Ardennen of Parijs. Met de grensbewoners is het al dadelijik anders igesteld, omdat hun grensoverschrijdingen meestal niet het karak- ter van vacantie-uitstapjes dragen. Schoon gelijk heeft dan ook minister Oud door te bepalen, dat deze landgenooten minder betalen zullen. Maar is ook dit lagere bedrag wel gerechtvaardigd en is het eigenlijk uberhaupt wel billijk onze Nederlanders-van-over-de- Schelde te ,,reisibelasten" Wanneer de volksaard niet veel verschilt en aan beide zij den van de grens ook de religieuse opvattingen overeenkomen, dan is het merk- waardig hoe het dagelijksche leven zich weinig van de staatkundige scheidingslijn aantrekt. Nederlanders kaarten in Belgische cafd's; onze buren koopen aan deze zijde der grens hun sigaren; jongelingen laten, al dan niet met welgevallen, hun blikken glijden over maagden van beiderlei nationaliteit; in ddn familie vindt men trouwe onderdan,sn, zoowel van het Oranje-huis als van den koning der Belgen. Eln gaat het dan waarlijk aan, dit gewone contact, bezoeken van kinderen aan ouders, aan vrienden en magen, te belasten als waren het plezierreizen van rijkaards, in wier weelde de Nederlandsche fiscus zijn aandeel terecht opeischt Ook in Zeeuwsch-Vlaanderen komt dit even gemoedelijke als drukke grensverkeer, dit ,,buurten", op tal van plaatsen voor. In Clinge loopt de grenslijn dwars door het dorp; elders fielste nog niet zoo lang geleden een burge- meester over Belgisch-gelbied van zijn woon- plaats naar zijn gemeentehuis en vddr den# aanleg van den verbindingsweg tusschen Oost- en West-Zeeuwsch-Vlaanderen moesten som- mige Philippijnen (wij bedoelen inwoners van de mosselenstad Philippine) een buitenland- sche reis maken om naar hun laatste rust- plaats geibracht te worden. Tot op zekere hoogte zullen deze eigenaar- digheden ook wel in Brabant, Limburg en andere grensprovincien bestaan. Maar in Zeeuwsch-Vlaanderen zijn ze wel bijzonder veel in aantal en bovendien is men hier a.h.w. tusschen twee grenzen bekneld. Elders toch kan men zich altbans naar edn zijde vrij ver- plaatsen. In dit hoekie van ons land evenwel stoot men in Noordeiyke richting direct op de machtige Wester-Schelde. En al heeft de provincie Zeeland, met hulp van het rijk, enkele prachtige veerdisnsten ingericht, zoo- lang de overvaarten beperkt in aantal en niet kostel-GOs zijn, vormt de stroom esn barri6re, die he den ten dage vele Zeeuwsch-Vlamingen nog nimmer overschreden hebben. Wil men naar een igroote stad: het zijn Antwerpen en Gent, maar niet de Nederlandsche metropolen die in de nalbijheid liggen; voor schouwburg- bezoek moet men evenzoo naar Belgie, omdat er geen bootdiemsten zijn na 's avo-nds acht of negen uur; om een zomeravond aan zee te vertoeven lgt Knocke bij de hand, doch zijn Vlissingen en Domburg onbereikbaar. Dit alles, en nog veel meer, hoort men in ,,Stajats-Vlaanderen", een streek, die nu een- maal geografisch en staatkundig een zeer bijzondere positie inneemt. Minister Oud: vergeet u toch niet hoe trouw aan Nederland zijn bewoners in 1918/19 ge bleken zijn; bescherm de Schatkist maar spaar de Zeeuwsch-Vlamingen. DE SCHAKING VAN EEN M1NDER- JARIGE. In ons nummer van Woensdag j.l. hebben wij vermeld de arrestatie alhier van een schippersknecht wegens schaking van een minderjarig meisje. Thans bevatten verschil lende bladen een verhaal omtrent de aanlei ding en hetgeen met de aanhouding van het paar gepaard ging, waaraan het volgende is ontieend aan de N. R. Crt.: Marietje liet zich schaken. Een Rotterdamsch inspecteur van politie in een Antwerpsche taxi aan, het dolen door Vlaanderen, op zoeii naar een minnend paartje. Rinus, een stoere schippersknecht van 23 jaren heeft een tijd geleden gemonsterd op een Rijnschip en met hem kwam de liefde aan boord, alth.'ins Amor deed een vonk ontbran- den in het hartje van de flink uit de kluiten gewassen, maar niettemin pas 16 lentes tel- lende schippersdochter, Marietje, die, zoodra zij Rinus zag zich zoo vreemd te moede voelde worden. En Rinus van -zijn kant zag de knappe deem graag. Het vonkje blies aan tot een groote vlam en na de eerste reis wa ren Rinus en Rietje het eens met elkaar; zij waren voor elkaar geboren, zij zouden zoo spoedig mogelijk trouwen om verder samen de levenszee te kunnen bevaren, zooals zij nu reeds tezamen een reis op den Riijn hadden ondememen. Maar in dergelijke gevallen is het wel eens lastig, dat vaders ook een woord in het kapittel hebben. Marietje was nog zoo bitter jong en Rinus dacht, dat het niet waarschijnlijk zou zijn, dat zijn aanstaande schoonvader onmiddellijk zijn zegen zou geven. Vrouwen zijn, vooral als het zaken betreft, die de liefde aangaan, bijzonder vindingrijk, ook al tellen zij pas 16 lentes. Marietje wist raad. Marietje zou weldra jari gworden en op den dag, waarop dat feest zou worden ge- vierd zou haar vader wel in een best humeur zijn. Daarvan zou zij gebruik maken om Pa vast zachtjes voor te bereiden en dan dade- lijk daarop moest Rinus maar heel moedig zijn en officieel zijn aanzoek doen. Met dit besluit kon de verliefde Rinus zich vereenigen, maar voor het zoover was, nog geen rweek vddr dat Marietje jarig werd, kwam er een kink in den kabel. Er kwam ruzie. Niet tusschen de twee geliefden, maar tusschen Rinus en den schipper, die hem des- wege ontslag aanzegde. De jongelui waren diep geschokt, want onder deze omstandigheden zou er van een vader- lijken zegen wel heelemaal geen sprake zijn. Maar weer wist de vrouw raad. Zij zouden er samen van door gaan. Rinus moest haar maar schaken. Als hij haar compromitteerde. zou haar vader wel genoodzaakt zijn zijn toestemming te geven. Waarom zou niet hier een happy ending komen, zooals dat in zoo- vele films het geval is? Ze gingen er vandoor. Rinus had hier wel ooren naar en in den nacht Zaterdag op Zondag terwijl het schip in de Rotterdamsche Maashaven lag, zagen Rietje en haar Rinus kans stiekum van boord te komen en de plaats te poetsen. Tevoren hadden zij de foto's, die ervan hen aan boord maar te vinden waren verdonkeremaand, ten- einde de opsporing moeilijker te maken, want het compromitteeren moest geducht zijn, vond Marietje en weer was Rinus het met haar eens Den volgenden morgen miste de schipper zijn dochter en zijn knecht. Van beiden wa ren koffers en kleeren verdwenen, de schip- persvrouw had al eens iets bemerkt van de geschiedenis van Rietje en Rinus en dus lag het voor de hand te veronderstellen, dat de twee er samen vandoor waren gegaan. Ter- stond werd de Rotterdamsche rivierpolitie met het gebeurde in kennis gesteld en inspec teur L. Harp stelde een onderzoek in. Het toeval wilde, dat het paartje bij zijn vlucht den stel kiekjes over het hoofd had ge- zien, zoodat van beiden een beeltenis ter be schikking kon worden gesteld. Het zoeken van een weggeloopen paartje lijkt op het zoeken van een naald in een hooi- berg, want er zijn zooveel verliefde paartjes zelfs in deze door de crisis zoo zwaar getrof- fen stad. Maar weer kwam het toeval te hulp. In een cafe aan de Maashaven wist de kastelein te vertellen dat een jongeman, wiens signalement met dat van Rinus overeenkwam, had gevraagd naar een spoorboekje, met de buitenlandsche treinv.srbindingen, want hij wilde naar Belgie. De draad, die men in han- den kreeg was dun, maar na overleg met de justitie werd besloten het onderzoek in Belgie voort te zetten en Dinsdagmorgen vertrok de heer Harp naar Antwerpen, want een schip persknecht die naar Belgie vlucht, zal wel in de eerste plaats zich aangetrokken voelen tot de Belgische havenstad aan de Schelde. En weer kwam het toeval hem te hulp, want na een morgen van zoeken en vragen langs de Antwerpsche kaden en dokken en in de vele estaminetjes langs de Schelde, trof hij een kastelein, die een dag tevoren het paartje had gezien. De jongelui hadden bij hem gegeten en de jongeman was daarna naar het kantoor van een reederij gegaan, die een schippers knecht kon gebruiken. Terstond stelde de heer Harp zich in verbinding met de reederij en to en bleek, dat Rinus had gemonsterd voor een reis van Gent naar Vilvoorde, met een schip, dat erts vervoerde. Het schip was ech ter al van Gent vertrokken. De heer Harp rekende uit, dat de vaarweg van Gent naar Vilvoorde loopt via Sas van Gent, Ter Neuzen, de iSchelde en het Kanaal van Antwerpen naar Brussel, dat het schip dus over Nederlandsch grondgebied zou komen en dat als hij heel vlug te Ter Ndfizen -zou kunnen komen, hq Rinus op Nederlandsch ge bied zcu kunnen vatten, wat veel soesah over uitlevering enz. zou kunnen voorkomen. Achtervolging per taxi met hinder- nissen. Maar met den trein zou Ter Neuzen niet op tijd te halen zijn, want het schip, dat om 6 uur des morgens van Gent was vertroikken, zou vermoedelijk tusschen drie en vijf te Ter Neuzen achutten en op dat oogenblik was het al kwart over twaalf. Dies nam de inspeoteur een taxi. Hij verzocht di.n chauffeur zoo snel mcgelijk op te schieten, want er was groot fcelang bij de zaak. De chauffeur bei cofde zijn best te zullen doen. En dat heeft hi} ook ge- daan. Tot Sint Nicclaas ging alles best, maar daarna raakte hij den weg kwijt. Hirj durfde dit evenwel met te zeggien en op de vraag van den heer Harp, of men nu weldra in Sas van Gent zou zijn antwoordde hij prompt: Seffens, mieneer! De heer Harp keek op een wegwijzer en zag, dat het tot Sas van Gent nog vyf kilometer was. De mededeeling van den chauffeur kon dus kloppen. Toen duurden de vijf kilometer verbazend lang. Een tijdje later kwam er weer een weg wijzer in het ziciht. Op het moment, dat de taxi er lang stoof, las de heer Harp, tot zgn ontsteltenis: Sas van Gent 7 kilometer (De chauffeur had den terugweg via Lckeren in- geslagen.) Toen bekende de chauffeur, dat hij aan het dolen was geslagen. Met onver- minderde snelheid zette hij zijn tocht voort. geeft ruwe huid verzacht - geneest (Ing. Med.) Met groot aplomb sloeg hjj hoeken om, draai- de dwarswegen in en weldra was Sas van Gent tien kilometer ver. Maar toen waren zij ook op den goeden weg. Sas van Gent was spoedig bereikt. Bij de brug werd geinfor- meerd. Het schip was daar al lang gepas- seerd en het zou vermoedeiy'k al door de sluis van Ter Neuzen heen zjjn ook. Met nog grooteren spoed zette de taxi de reis naar Ter Neuzen voort. Maar dichtbij het eind- doel gaf de motor het op. De benzinetank was leeg en in geen veklen of wegen was een benzinftpomp te vinden. De chauffeur beloofde hard te zullen loopen, maar het duurde toch nog bijna een half uur, voordat er voldoende benzine was geladen, om den tocht naar Ter Neuzen voort te kunnen zetten. Eindelijk om bij vieren arriveerde de taxi by de sluis van Ter Neuzen. Het schip was niet te zien en reeds dacht de heer Harp, dat alle moeite vergeefsch was geweest, toen de sluiswacto- ter hem meedeelde, dat het schip pech had gehad maar dat 't wel spoedig zou aamkomen. Inderdaad arriveerde de boot tegen vyven bij de sluis. De heer Harp sprong aan boord em trof daar Rinus en Marietje. Een half uur later verlieten Rinus en Ma rietje per schip Ter Neuzen. Maar het was niet aan boord van het schip met erts. Het was aan boord van de Provinciale -boot op Hoedekenskerke en in het gezelschap van den heer Harp. Met de tram werd de reis naar Goes en vandaar per trein naar Rotterdam voortgezet, waar twee telegrafisch verwittig- de rechercheurs voor een bescheiden commlB- sie van cntvangst zorgden. Rinus is naar het Huis van Bewaring over- gebracht en Marietje is naar het bureau van de Kinderpolitie geleid. Haar vader is inmid- dels met zijn schip al weer naar Duitschland vertrokken. Na de reis zal hij zijn gecompro- mitteerde dochter hier kunnen afhalen. Of hij clan zijn toestemming zal geven tot de echt- verDintens met Rinus is echter nog een groote vraag. Ouderavond. Vrij dag 7 Februari werd in de Christeiyke school op de Knol de jaarlijksche ouderavond gehouden. 'De voorzitter der schoolvereeniging, de heer P. Scheele, liet zingen Psalm 68 10 en las daama voor Psalm 89 119. Hiema wexd gebeden. In zqn openingswoord riep de voorzitter alle aanwezigen, onder wie zich ook bevonden de burgemeester, Mr. Van Tienhoven, en domine Vink, een harteiyk welkom toe. De heer J. J. Dieleman W.Gzn. sprak ver- volgens over: „De Schoolstryd". Spreker herinnerde aan den stryd van vroe- ger en die van thans en wijst op verschillende moeiiykheden in het schoolleven waaraa hi] zijn referaat met enkele practische opmer kingen besluit. In de nu volgende pauze werd gezorgd voor thee en koekjes, terwijl tevens gelegenheid bestond om het werk der leerlingen te bezich- tigen. Het keurig teekenwerk trok aller be- langstelling. Ook het vervaardigde op het gebied van nuttige handwerken ontging niet aan de aandacht. Na de pauze refereerde de heer Geelhoed over „,Opvoeding tot levensbetrouwen". Spr. staat stil by het pessimisme en de levensmoeheid onzer dagen, dat tot vemieti- ging leidt, waartegenover staat het geloofs- vertrouwen, dat door alle eeuwen heen door Gods voorzienigheid en trouwe vaderzorg heeft gezegevierd. Als toepassing hierop werd gezomgen Ps. 27 7. Ds. Vink sprak nog een kort woord dat door het hoofd der school werd beantwoord. Mej. Verslugs las ons nu een stukje voor: ,,Den kinderkens geopenbaard". Een en ander werd afgewisseld door zang van de oudste leerlingen, begeleid door orgel en viool. De heer Geelhoed sprak een korte slotrede waama nog gezongen werd Psalm 72 11. Hiema sloot de voorzitter deze goedgeslaag- de ouderavond en eindigde hi) met dahkgebed. Jaarvergadering „De Eendracht". De geitenfokvereeniging „De Eendracht" alhier hield op Zaterdag 8 Februari haar jaar- vergadering op de bcwenzaal van cafd s Lands Wielvaren bij den heer W. Nieuwelink. Uit het jaarverslag van den secretaris bleek dat de vereeniging thans 24 leden telt en S donateurs. Het financieele verslag liet zien, dat de in- komsten over 1905 99,16 bedroegen en de uitgaven f 95,40, zoodat er een batig saldo was van 3,76. De aftredende bestuursleden, de heeren Jac. Veerlinde, M. de Putter en C. van Tatenhove, werden met byna algemetne stemmen her- kozen. Gezien de financieele moeilijkheden waarin dle vereeniging verkeert werd het bestuurs- voorstiel, het salaris van den bokhouder te verlagen, aangenomen zonder hoof del ijkc stemming. [De vereeniging herdacht tevens het feit, dat ze op 27 Januari 1911 was opgericjht en ze dus nu 25 jaar bestaat. Ze was opgericht met 35 leden en 15 donateurs. De heer P. Haak vierde zijn 25-jarig jubileum als bestuuralid. Door ziekte afwezig werd hij door den voor zitter toch herdacht en namens de vereeniging gelukgewenscht. Van eenige feestelijke her- denking moest, ook al met het oog op de financien worden afgezien. Door den secretaris werd nog verslag ult- gebracht van de vergadering der provinciale vereeniging, die te Middelburg was gehouden. Nadat nog enkele zaken als keuring enz.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 2