Gemengde Berichten Feuilleton-vertellingen BRABANTSCKE BRIEVEN. door de vijanden -ontruimd, die het letterlijk door dooden bezaaid hadden achtergelaten. ■De Slag werd in de streek van Enda Se lassie geleiverd. Het verslagen Italiaansche leger stond onder commando van generaal Diamanti, waarbij de beroem.de zwarthemden- divisie 28 October was ingedeeld. De correspondent van ReuterA. N. P. te Desaie meldt, dat men aldaar officieel ver- klaart, dat drie Italiaansche vllegtuigen Tsjeilga en andere dorpen bij Gondar hebben gebomibardeerd. Koriem werd eveneens ge- bombardeerd. Men weet evenwel nog niet, hoe groot de aangerichte schade is. De correspondent van ReuterA. N. P. bij de Italiaansche legers in het Noorden meldt, dat thans tusschen Massoea en Addis Abeba een weg gereed is, welke voor vradhtauto's berijdbaar zou zijn. De Italiaansche en de Abessyniscihe trajec- ten van deizen weg komen te Sjelicot samen, welke plaats op 30 K.M. ten Zuiden van Ma- kalie is gelegen. Spelicot ligt in de zone tus schen de beide legers, hoewel een Italiaansch officier den correspondent van ReuterA. N. P. heeft medegedeeld, dat de bevolking der stad den Italianen zou hehben verzocht, haar te willen bezetten. Italiaansche soldaten heb ben onder bescherming van mitrailleur-afdee- lingen den breeden weg tot Sjelicot voltooid, d.-i. tot 6 V2 K.M. voor hun eigen linies op den heuivel Doghea, welke door prikkeldraadver- sperringen en Spaansche ruiters beschermd zijn. Juist tegenover den heuvel ten Oosten van Amlba Aradan zijn in de bergrotsen Albessy- niens genesteld, die onder bevel staan van Ras Moeloegeta, die evenwel tijdens het Italiaan sche artillerie-bomibardeiment gewond is ge- laakt. Het was Ras Moeloegeta, die bevel heeft igegeven den weg van Addis Abeba tot Sjelicot te voltooien, welken weg onder leiding van den Zwitserschen ingenieur Fernand Rie- try werd aangelegd. In gezelschap van den kolonel der zwarthemden heeft de correspon dent een bezoek gebracht aan de bronnen, wel ke op 2 y2 K.M. van de stad Sjelicot zijn ge legen. De aanwezigheid van een zeventigtal Abessynisohe soldaten heeft het evenwel on- mogelijk gemaakt verder te gaan dan de door de op den heuvel in stelling gebracht mitrail- leurs bestreken terreinstrook. Italiaansche soldaten gaan dagelijk met een gewapend escorte naar de bronnen bij Spelicot. In Italiaansche kringen wordt volgens een Reuter-bericht uit Rome verklaard, dat de details welke in het Abessynische communi que worden medegedeeld over een Italiaan sche nederlaag in Temlbien geheel verzonnen is. De feiten welke in dit communique wor den genoemd hebben klaartblijkelijk betrek- kinig op de actie, welke 30 Januari is gevoerd op den berg Lata bij den Warieu-pas, doch het is belachelijk te beweren, dat een divisie zwarthemden zou zijn vernietigd, dat duizen7 den Italianen zouden zijn gesneuveld en dat de Abessiniers een groot aantal kanonnen en mi- trailleurs zouden hebben buitgemaakt. De waarheid is, dat de divisie zwarthem den, welke den pas verdedigde, 3 kanonnen verloor, terwijl 25 officieren sneuvelden en 19 werden gewond, 389 Italiaansche soldaten sneuvelden of werden gewond en 310 inlan ders werden gedood of gewond. DE SANCTIES. Dreigende taal van de „Popolo d'ltalia". De ,,Popolo d'ltalia" publiceert een niet on- derteekend artikel, dat echter kennelijk door den Duce geinspireerd is, en dat getiteld is: Een beroep op de studenten van Europa. Na te hebben verklaard, dat Europa steeds ver der afglijdt op het hellende vlak der sancties, dat onvermijdelijk tot oorlog leidt, vervolgt het artikel: Het is niet Italie, dat den oorlog wil, dat staat vast. In zijn gedenkwaardige rede te Bolzano heeft Mussolini uiteengezet, dat Italie geen enkele reden heeft, om een Europeesch conflict te ontketenen. De Abes synisohe kwestie is een koloniaal vraagstuk. Inldien de sancties worden uitgebreid, zal Eiuropa de verschrikkelijkste en de onrecht- vaardigste oorlog -tegemoet gaan, dien de we- reld ooit heeft aanschouwd. Wij willen dus alarm aiaan, en een beroep doen op de univer- siteitsjeugd van Europa, die thans dient te weten, aan welke zijde de verschrikkelijke verantwoordelijkheid rust. De sancties, in plaats van het conflict te bekorten zullen het nog verscherpen. Er zal een oogenblik komen, waarop het emibargo ontaardt in een blokkade, en een blokkade zal oorlog beteakenen, een moord- dad-igen oorlog in Europa, een wraakoorlog. Sommigen, die moohten meenen, dat een oor log van talrijke landen tegen Italie gemakke- lijk zou zijn, vergissen zich. Italie zal zich verdod'igen met zijn tanden en zijn nageis, en heeft zich reeds sedert eenigen tijd erop voor- bereid, om aan alle eventualiteiten het hoofd te kunnen bieden. Het artikel besluit met een oproep aan de Europeesche jeugd, om zich geestelij-k aaneen te sluiten, voor de Eurapeescbe solidariteit en tegen een nieuwen oorlog. Hoe de sancties ontdoken worden. Z.g. Syrische citroenen. In ons avondblad van Donderdag hebben wij schrijft de N. R. Crt. melding gemaakt van het inbeslag nemen van 400 kisten met Italiaansche citroenen te 'London. Rlijkens een bericht in ons ochtendblad, laten de Italia nen het voorkomen, of de Engelschen daarmee een geweldigen blunder hebben begaan en citroenen, afkomstig uit Tripolis in Syrie, in beslag hebben genomen, omdat zij dachten, dat zij afkomstig waren uit Tripoli in Libye, zoodat zij niet schenen te weten, dat Libye geen citroenen voortbrengt. Dit neemt niet weg, dat vermoedelijk de in beslagneming wel degelijk op goede gronden is geschied. Wat toch is het -geval? On- danks de sancties worden er, niet alleen in Engieland, maar naar men ons van bevoegde zijde meedeelt, oak in Nederland nog steeds Italiaansche citroenen ingevoerd. Deze citroe nen worden van Sicilie verscheept naar Klein- Azie en komen dan als Syrische citroenen in West-Europa op de markt. Vandaar dat ci troenen uit Tripolis (Syrie) wel degelijk Ita liaansche citroenen kunnen zijn en als zoo- danig in beslag kiumnen genomen worden. Deze citroenen worden verpakt in bianco kis ten. Om de vruchten zitten papiertjes, die als merk <een of ander teeken vertoonen, een driehoek, een kruis of iets dergelijks, maar verder niets, waaruit de herkomst blijkt. Vooral in ons land moeten veel Italiaansche citroenen op die wijze via Hamburg en ook wel misschien rechtstreeks worden ingevoerd. Slechts een vakman schijnt Siciliaansche van Syrische citroenen te kunnen onderscheiden. Werden er hier te lande niet clandestien Ita liaansche citroenen ingevoerd, dan zou vol gens onzen zegsman de prijs van de citroe nen thans hooger moeten zijn dan het geval is. Naar wij verder veroamen, schijnen de sanctie-maatregelen ook ten aanzien van andere producten ontdoken te worden en zou men in Den Haag reeds overwegen voor d-er- gelijke producten voortaan een certificaat van oorsprong te eischen. DE MOORD OP DEN PASTOOR TE GEISTEREN. In het onderzoek inzake den moord op pastoor Litjens te Geisteren is nog weinig licht gekomen. Wel is waar is de justitie dag en nacht in de weer om het drama op te helderen, doch tot dusver zijn nog geen tast- bare resultaten bereikt. De naisporingen wor den niet weinig bemoeilijkt, doordat op de plaats van het misdrijf nagenoeg geen aan- wijzinjgeoi zijn gevonden, welke tot aanhou- dinig van de daders zouden kunnen leiden. Inmiddels staat de bevolking de politie, voor zoover dit mogelijk is, met aanwijzingen ter- zijde en alle mededeelingen worden terdege onderzocht. Zoo werd dezer dagen gemompeld, dat de overval op den pastoor zou zijn geschied met het kennelijke doe-1 om in de pastorie d-ocu- menten te bemachtigen, waarvan de inhoud voor eenige personen bij publicatie in hooge mate compromitteerend zou zijn. Dit motief werd zeer aannmelijk voorgesteld; de daders zouden den pastoor naar buiten hebben ge- lokt, buiten gevecht gesteldl en daama de pastorie bihnengedragen, waarna zij zijn zak- ken doorzocht en daaruit de sleutels van brandkast en schrijfbureau genomen zouden hebben. Het eigenaardige van het geval is, dat men de portemonnaie van het slachtoffer waarin zich een aanzienlijk bedrag aan geld bevond, onaangeroerd heeft gelaten. Deze omstandigheid heeft bij de personen, die aan bovengenoemde lezing van het mis drijf als het meest aannemelij'ke hebben! ge- acht, het vermoeden versterkt, dat roof niet als de drijfveer van het drama kan hebben gegolden, omdat men dan toch zeker de por temonnaie van den pastoor zou hebben mee- genomen. Het is een feit, dat uit de pastorie geen geldwaarde wordt vermist. Wel waren brandkast en schrijfbureau doorzocht en la- gen de daarin aanwezige papieren in de grootste wanorde over den vloer. Deze lezing is oak aan mr. Rieter, officier van justitie te Roermond, ter oore gekomen. Onmiddellijk heeft hij opdracht gegeven deze geruchten na te gaan. De politie acht de kans evenwel gering, dat in deze richting de oplossing van het misdrijf moet worden ge- zocht. Van verschillende zijde heeft men de politie meegedeeld, dat er op den avond van den moord drie verdachte personen in het dorp zijn gezien, zoodat de justitie vrijwel met zekerheid kan aannemen, dat drie man- nen de hand in het misdrijf moeten hebben gehad. De opperwachtmeester van de Koninklijke Marechaussee te Well, die het onderzoek in deze zaak leidt, heeft thans de beschikking gekregen over een motorrijwiel, ten einde zich vlugger te kunnen verplaatsen. AUTOBOTSING TE HILLBXrOM. Vrijdagochtend zijn zeven personen, emstig gewond tengevolge van een aanrijding tus schen twee auto's op de Leidschestraat te Hillegom. Een van de auto's slipte op de tramrails en botste met groote kracht tegen de andere aan. Beide auto's werden! zwaar beschadigd. De passagiers liepen beenbreuken en andere fracturen op. De gewonden kwamen uit den Haag per taxi en uit Haarlem. Een dame is naar het academisch ziekenhiuis gebracht; vier naar de Maria-stichting te Haarlem en een naar het Diaconessenhuis aldaar. De zevende gewonde, de chauffeur van de Haag- sche taxi, is ter plaatse verbonden. De toe- stand van de Haarlemsche gewonden is emstig. HOLLEND PAARD TEGEN AUTOBUS GEREND. Een paard van den landbouwer v. d. Meer uit Monster was op den Monsterscheweg plot- seling op hoi geslagen. In snelle vaart rende het dier de Voorstraat te Poeldijk in, doch werd in zijn vaart tot staan gebracht door een autobus van de N.V. Vios Maatschappij, welke het passeeren in de nauwe straat moeilijk maakte. In snelle vaart liep het dier tegen den autobus aan, tengevolge waarvan het dusdanige verwondinjgen opliep, dat het in het gemeentelijk slachthuis afgemaakt moest worden. De autobius werd vrij ernstig beschadigd en moest naar Wateripgen gesleept worden. Per- soonlijke ongelukken deden zich niet voor. BRUTALE INBRAAK TE UTRECHT. Donderdagnacht om 4 uur heeft te Utrecht een sensationeele inbraak plaats gehad, n.l. in den juwelierswinkel van den heer Esmann aan den Steenweg. Het huis is tegen de Buurkerk aangebouwd en van deze omstandigheid hebben de inbre- kers een goed gebruik gemaakt. Zij klommen aan de zijde van het Buurkerkhof op het dak, wat op zichzelf van buiten af reeds een heele klauterpartij is. Van het dak hingen zij een lang touw tot op 't platte dak van den juwe lierswinkel. Dit touw was voorzien van lus- sen, waardoor zij trapsgewijs, door de voeten telkens in. een volgende lus te steken, konden afdalen. De keuken van het bovenhuis be- vindt zich op de tweede verdieping en ont- vangt haar licht door een groote matglazen ruit. Deze ruit hebben de inbrekers losgemaakt en opgetild, waardoor zij in de keuken konden komen. Twee van hen gingen het huis bin- nen, terwijl de derde op het dak bleef om de wacht te houden en den aftocht te dekken. Het binnenkomen in de keuken ging echter met eenig geraas gepaard, waardoor het diemstmeisje, dat op dezelfde verdieping slaapt, wakker werd en begon te gillen. De mannen stormden haar kamer binnen en trachtten haar tot zwijgen te brengen. Zij wilden haar blijkbaar bewusteloos slaan en het meisje liep een gat in het achterhoofd op, benevens een blauw oog. Zij bleef echter gil len, waardoor de familie wakker werd. De juwelier stapte uit zijn slaapkamer en liep in de gang tegen een man op. Hij voelde niets voor een worsteling op de gang en ren de naar beneden. Hij wierp de buitendeur van den winkel open en riep luidkeels hulp. Hoe wel het diep in den nacht was, was er op den Steenweg nog wel zooveel publiek, dat spoe- dig om den winkel en zelfs in den winkel ver- scheidene personen aanwezig waren. Een van de dieven zag niog kans door de dakopening en langs den touwladder weer te verdwijnen. De man tegen wien de juwelier was opgeloopen zag in, dat hij geen kans meer had om te ontvluchten en wachtte ge- duldig tot een agent verscheen om hem te arresteeren. Hij bekende, dat zij met hun drieen waren geweest. In de Buurkerk zijn in den laatsten tijd eenige herstellingen verricht, ook op het dak. Men vermoedt, dat hierdoor de inbrekers de situatie der daken hebben kunnen bekijken en him plan hebben kunnen maken. AI hadden zij het huis ongestoord kunnen binnengaan, dan hadden zij toch niet in den winkel hun slag kunnen slaan, omdat de deur, welke in den winkel toegang geeft naar de trap van het bovenhuis, was afgesloten. Zij zouden dus, de trap afgaande,. voor deze deur zijn blijven steken. Er is dan ook in het geheel niets ver mist. De verwondingen van het dienstmeisje zijn ongevaarlijk. In den loop van den ochtend is de politie overgegaan tot de arrestatie van de twee an dere inbrekers. Deze arrestatie geschiedde op grond van aanwijzingen, welke bij het onder zoek naar voren waren gekomen, hoewel de reeds gegrepen inbreker de namen van zijn medeplichtigen niet wilde opgeven. De gearresteerde personen zijn de metselaar L., de koopman S. en de winkelbediende H., alien personen van 26 tot 28 jaar. DE DIEFSTAL IN 'S RIJKS MUNT TE UTRECHT THANS OPGEHEUDERD. In 1932 is, zooals men zich zal herinneren, aan 's Rijksmunt te Utrecht een diefstal van nieuwe gouden tientjes gepleegd ten bedrage van onigeveer 16.000. Het is de politie te Utrecht thans gelukt opheldering in deze zaak te krijgen. Aangehouden is de 32-jarige machine-bankwerker H., die toen tijdelijk werkzaam was aan 's Rijksmunt. Hij heeft een volledige bekentenis afgelegd en is ter beschikking van den officier van justitie ge- steld. Van andere zijde meldt men nog aan de N. R. Crt.: Sinds den dag van den diefstal, waarvan de opheldering voor de betrckken rijksinstel- ling van groot belang mocht worden geacht, heeft de politie voortdurend aandacht aan deze zaak besteed. Herhaalde malen werden aanwijzinigen in bepaalde richtingen ontvangen, doch tot nu toe bleken deze aanwijzingen slechts op vermoe- dens te berusten, die bij onderzoek onjuist bleken. De vorige week echter kreeg de politie op- nieuw een aanwijizmg, die thans tot de ge- melde arrestatie heeft geleid. De machine- bankwerker H. was tot kort voor den diefstal in 's Rijks munt werkzaam als vakman in de munterij. De bedrijfsleider achtte hem in dien tijd reeds minder geschikt voor het werk in deze omgeving, waar dagelijks met zoo groote waarden moest worden omtgegaan. Van de eigenlijke munterij was hij dan ook afgehaald, het mindere werk, dat hij! daama moest ver- riehten, geschiedde echter op dezelfde zaal. Tot September 1932 is de man in dienst van 'is rijks-munt gebleven. Toen heeft hij, na her- haald aanmanen van een bedrijfsleider, die verklaarde, dat het voor hem beter was, dat hij een andere betrekking zocht, ontslag ge nomen. Er bestond tegen hem, in verband met den diefstal, geen enkele verdenking. Hoe dit kon, is thans gebleken na de bekentenis van H., die hij bij zijn verhoor heeft afgelegd. Het is thans komen vast te staan, dat H. zich op den dag van den diefstal, op de zaal, waar de diefstal werd gepleegd, heeft laten insluiten tijdens de pauze in den middag, wan- neer de arbeiders de zaal verlaten, om te gaan eten. De zaal wordt dan aan den bui- tenkant gesloten. H. heeft echter kans ge zien, zich te laten insluiten en toen hij zich alleen in de zaal bevond, zich meeister te ma ken van 1600 gemunte gouden tientjes, doch Zoo snel uit de zaal te komen,, dat hij nog eerder uit het gebouw was dan vele andere arbeiders, die zich in dien korten tijd hadden gekleed. Daardoor'had men, toen de arbei- der, die belast was geweest met het munten der goudstukken, des middags bij de controle 1600 stuks te kort kwam, geen oogenblik het vermoeden, dat H. zich had laten insluiten en den diefstal gepleegd had. Het onderzoek in deze zaak wordt geleid door den commissaris van politie in de eerste afdeeling, mr. D .J. Hamoein, die H. ter be schikking van de justitie heeft doen stellein. De arrestatie zelf is reeds vier dagen geleden geschied, doch eerst Donderdagavond heeft H. een bekentenis afgelegd. Van de 16.000, die hij zich heeft toegei- eigend, was thans, na bijna vier jaren, niets meer over. Waar het geld gebleven is, is nog niet bekend. De politie stelt een onderzoek in. H. was thans werkloos en steuntrekker. ZWART FRONT EN WITTE MUIZEN. Te Nijmegen hebben Donderdagavond, in de Vereeniging, op een vergadering van de N.S.B. gesproken de heeren van Bdnninghau- sen, gewezen praesus van het R.-K. studen- tencorps Carolus Magnus en van Geelkerken. Onder de onigeveer duizend aanwezigen waren een tachtig Nederlanders uit (Kleef en een zeer groot aantal mannen en vrouwen van het Zwarte Front. Toen de heer van B. eenigen tijd aan het woord was, brachten de Zwart- fronters de zaal door geroep en geschreeuw in opschudding en meer nog door op het bal- con en in de zaal witte muizen los te laten. De Zwart-fronters werden door de politie, die een paar doozen muizen in beslag nam, uit het gebouw verwijderd. Sommigen tracht ten langs een omweg in de zaal terug te keeren, doch de politie verijdelde dit, met ge- bruikmaking van den gummistok. De verga dering had verder een rustig verloop. NOODLOTTIG ONGELUK VAN EEN JACHTOPZIENER. ©onderdagmorgen ongeveer elf uur, toen eenige boschwachters aan het jagen waren in de bosschen van het Kroondomein te Niersen, onder de gemeente Vaassen, ten Noorden van Apeldoom, ging onverwachtis het geweer af van den opperwachtmeester Modderkolk, ten gevolge waarvan hij zichzelf in den buik schoot. In zorgwekkenden toestand is hij naar het ziekenhuis te Apeldoom vervoerd. Ulvenhout, 28 Januari 1936. Menier, Twee tiepen. Twee schoolmees- ters. Geert Blom en Drs. Karel J. M. Potters. En als ik van de week eenen brief spendeer aan twee tiepen, dan is daar niet mee gezegd, dat den Geert en den Doctorandus maar half zoo be- langrijk zijn als Jan Godsschalk, den gevangenis- boef, of Sjang de Boer, den goeiegen leuge- neer, of Moeke, het vrouwke zonder naam, of Krisje van den Meulen den beeldhouwer, Mijnlheer Schmoelen den fotograaf van verle- jen week en alle andere tiepen, die hier al door oewen krant stapten, och-neee! Want alle menschen zijn belangrijk, zijn evenveul interessant, zooals 't simpelste dingske uit God's schepping de moeite van 't bekijken altij overweerd is! Zelfs, al is t dingske" z6o klein, dat ge 't alleen met 'nen loupe maar zien kunt! En..., wat ontgaat ons dan nog niet! 'n Voorbeeldeke is hier op z'n plaats. "k Wed zeker, amico, dat gij misraadt, als ik oe vraag: „wie vliegt sneller: de wilde eend of de zwaluw?" Wij hebben allemaal den zwaluw wel 'ns over den weg, over 't water zien scheren in z'n sierlijke, z'n pijlsnelle vaart. We hebben 'm zien duiken vanuit de locht naar d'eerde, waar ie dan, als den pijl uit den boog langs suisde met zo'nen sierlijken zweef dat we zelf wel 'ns efkens zo'nen veugel wilden zijn! En ook hebben we allemaal de wilde eend, ge weet, - dat leelijke, muschkleurige veu- geldier, door de locht zien pagaaien met 'n lawijt als 't geklepper in 't scheepswant en met 'nen veugelslag als van meulenwieken. lEn als we raaien moeten, wie van deus twee veugels 't snelste vliegt, dan kiezen we den pijlsnellen zwaluw en niet dieen loggen eendveugel. En toch...? Toch is dat sjuust fout! Toch is het dat meulenpeerd onder de veu gels, toch is 't den eendveugel, die niet al leen sneller door de locht vaart, dan dieen sierlijke zweeftvlieger den zwaluw, neee, den eerste is zelfs den allersnelsten, den zwa luw den traagsten veugel in de Schepping. Zelfs wint de eend het in snelheid van den valk, denjachthond" onder 't geveugelte. En om 't nou maar percies te zeggen: de eend vliegt met 'n gemiddelde snelheid van 120 K.M. per uur, de zwaluw met 'n gemid delde van 45 K.M. per uur. Ge kunt 't ook wel opmerken, amico, in den trein, Als ge dan aan 't couperaamke zit, zult ge dikwijls zien, hoe gij den zwaluw, die daar over den sloot naast de spoorbaan scheert, hoe gij dien voorbij komt. Terwijl de vlucht wilde eenden, daar hoog in de locht, ver jou- wen trein vooruitkomen! Twee dingskes wil ik hiermee duidelijk maken: lo. dat den mensch 'nen slechten waarnemer is en daarom meestal verkeerd oordeelt; 2o. dat ik eend en zwaluw noodig had voor een bewijs, zooals ik nou den Geert en den Doctorandus noodig heb voor eenen brief. Ze dejen gelijktijdig examen, den Geert en Karel Potters. Ze kwamen van dezelfde school, ze wieren gelijk bekwaam geacht, kortom: ze waren even ,,wijs", ,,machtig", ,,eeuiwig"; „en>zoo- voort". Ochja, de sc'hooljaren! Eenigste waarachtige democratie in 't leven 't Kleine verschil tusschen Geert en Potters was: den Geert vertrouwde 't zaakje nog niet, al had den Directeur 'm n goeie kans voor- speld en daarom zette-n-ie z'n ouwe school- petje nog maar op. Potters had meer vertrouwen, - ge kunt toch oewen Directeur wel gelooven, en'hij zette alvast z'n eerste bolhoedje op. 'Zoo gingen ze naar stad, naar 't examen. Den Geert slaagde. Potters baksteende. Den Geert begreep 't niet en deuzen uitslag vergalde halvelings zijn su-cces. Potters begreep 't nog minder, want wat was dieen Geert-met-z'n-petje nou toch eigen- lijk voor 'n verschijning om voor de klas te -gaan staan...! Den Directeur begreep 't niet, want als een van tweeen had moeten zakken en als ie had moeten raaien, dan wel, dan had ie... ver keerd geraaien! En zoo ging Geert voor de klas staan in 't komende jaar en Potters bleef nog 'n jaarke in de schoollbanken, (Ge begrijpt, amico, ik spreek nog uit de jaren, dat 'nen jongen mensch na 'n school- meesteropleidin-g, ook scboolmeester wier. En niet z'n eigen, na z'n examen voor scbool meester af moest vragen; „en wat zal ik nou worden Den Geert werkte als 'n peerd! Den Geert stond op den dag voor de klas, gaf na de dagtaak lessen en na die tweede taak kwam 'n derde: z'n verdere studie. Hij verdienide geld voor ,,thuis". Hij ver- diende 't toekomst voor z'n eigen. Plus 'n pijpke tabak en 'n Zondagsch pak. Den Geert werkte, dus leefde-n-ie. Want hij had 't leven lief. Niet, dat ie dat wist, maar hij floot 'n deuntje als ie z'n eigen 's morgens waschte, hij neuriede 'n liedeke als ie op de fiets naar sclftol stampte, anderhalf uur ver, op 'n dorpke aan de grens. Hij vond 't schoolmeesteren 'n lollig baantje. Zijn ,,klas", wel, ,,daar had ie nou ginnen cent moeite mee, allemaal goele jong", zei ie thuis. Den hoofdonderwijzer was 'n gewichtig man- neke, met 'nen langen Siinterklaasbaard. Z'n collega's kosten slecht met „het" hoofd op- schieten, maar den Geert zei thuis: ,,'t is sjuust 'nen kabouter, as ie nog maar 'n rooi piekske op wou zetten"; hij deed 'm na, dat z'n moeder schokte van den lach en niemand kost zoo goed met den kabouter apschieten als den Geert. Ja den Geert hield van 't leven, pakte 'n vast sjuust zooals 't in z'n handen kwam en de school, den arbeid was 'm plaizierig. Thuis stelden ze 't best- Wlant den Geert bracht aardig wat binnen (inplaats van geld te kosten!) dus hij kwam mee zijn nieuwe fiets, z'n Zondagsch pak, z'n pijpke heeren- baai en zijnen goeien thuis, niks te kort. Hij hield van muziek, van 'n mooi boek, 't leven was voor hem 'n goed, zorgzaam wijf, dat ie elken dag 'ns ferm pakte en in de wangen kneep Hij hield van timmeren, knutselen, z'n han den zaagt 't aan. Hij vergat dikwijls naar den barbier te gaan en... z'n bolhoedeke, dade- lijk aangeschaft als ie aangesteld was, ver- ruilde-n-fe weer voor z'n petje, omdat 't lek- kerder op z'nen kop zat, vooral als ie drie uren per dag moest fietsen, met altij... ander half uur teugen den wind op! De examens gingen door. 'Hoafdacte, talen, en als ie in de stad op 'n deftiger school kwam had ie moeite, veel moeite, om z'n ouwe dorpsso'nooltje-met-den-kabouter te vergeten en... 't mollige onderwijizereske Den Geert had nou net overal tijd voor. Voor z'n dagelijkschen arbeid, voor z'nen thuis, voor z'n studie, voor z'n leerlingen, voor mu ziek, literatuur, voor knutselarij en... dan had ie nog ruim tijd om te vrijen. Hij pagaaide door 't leven als 'nen weinig aan- zienlij'ken wilden woerd, maar hij schoot hard op! Niet omdat ie opschieten wou! Maar om dat ie zoo gerenpagaaide! 'Natuurlijk trouwde-n-ie. Want sjuust zo'nen wilden, ruigen veugel heeft 't meest behoefte aan 'nen eiges-ge- maakten nest. 'Nen nest mee veul eiers en 'n st-ruisch wijfke daarop. Dat wier z'n Eer ste, z'n mollige collega-onderwijzereske van 't dorpsschooltje Wat ook natuurlijk is! Want menschen als den Geert mogen tijd voor veul hebben, ze hebben geenen tijd voor twintig meiskes, tien verlovingen en drie echtscheidingen. Geenen tijd voor balzalen, clubs, tennis en alles wat „Sport" heet. Hij was lenig geble ven met vijf jaren lang elken dag drie uren stampen op de fiets, door alle weer! Den Geert en z'n mollig Anneke kregen n huis vol kinders. En hij ploeterde voor zijn zwaar geizegende huishouwen! Hij kleedde 's morgens met Anneke de kinders aan. Snee twee groote broojen kapot, smeerde er 'n pak boter op. Onderwijle stopte den oudste Vaders pijp, poetste Vader's schoenen. En Anneke? Allez? Die stond voor zeu- ven bedden en... altij 't wiegske! Voor de kachels, voor 't dagmeiske, ge verstaat! In den tuin hield den Geert 'n stouw kip- pen, (want „versohe eiers voor de kinders was je!") die moesten ook nog afgevoed wor den 's morgens en als 't dan tien over half negen was, dan had ie al danig in 't zweet ge- staan, - en trok ie met vijf kinders van huis. Naar z'n school, onderweuge eerst 'n paar afleverend aan 't Nonnekens-schooltje. Hij woonde in z'n eigen huis, waar ie zelf karperkens timmerde, telkens als als er weer 'n ei uitkwam, zal 'k maar zeggen! Waar ie verfde, witte en in't voorjaar 'n nuuw pam- pierke plakte." Hij zong op 't kerkkoor, schreef in de krant, besprak boeken, versloeg muziek-uitvoeringen, was veul thuis en veul... weg. Hij klapwiekte door het leven, nog steeds als 'nen wilden woerd. Onsierlijk maar rap. Den barbier ver gat ie; als Anneke er niet om daeht, den Geert zou alles laten groeien! In den bojem van z'n broek stond altij 'nen vierkanten lap. t Leek wel of ie dien er in liet maken als ie 'n pak kocht. Toen ie tien kinders had, nam ie nog 'n weeske op, ,,omda-d-et erme bloeike toch ok 'nen goeien oppa-s noodig had." 's Zomers zat ie (op zijnen vierkanten lap) in examencommissdes, 's winters leidde-n-ie 't kinderkoor van de kerk en 's Zondags hield ie altij nog 'n paar uren over om met twee of drie kinders, die op dat oogenblik nog toon'baar waren, naar z'n ouwe moeder te gaan en onder 'n bakske koffie den ouwen tijd op te halen van „toen". Toen V-ader er nog was. Toen Geert nog iederen dag naar den Kabouter stampte. Toen ie Anneke voor 't eerst thuisbracht. Toen, toen, toen! Niks vergat ie. Niemand vergat ie. Voor alles en alien had ie tijd. Ja, als ie iemand vergat... z'n eigen! Z'n studeerkamer was voor de groote kin ders nou. Geert werkte, tusschen bordjes en kommekes aan taifel in de buiskamer. Dan kost hij meteen op de ,,kleintjes" tetten! Den Geert en Anneke waren zoowat efkens ■in de vaertig jaren, den Geert slank en jong, geren lachend en nog altij timmenhanden en den lap in z'n broek. Anneke rond als 'n tonneke en veranderd van naam, ze heette nou Moeke, als er op zekeren voorjaarsdag, sjuust als den Geert stond te behangen, 'n taxi voorreed. Den Gasrt keek van zijnen trap door 't bovenlicht van p'n raam en hij liet de natte baan vallen, kwekte 'nen In- diaanschen zegeroef) van de Kostschool, van vijf en twintig jaren gelejendaar kwam Drs. Karel J. M. Potters binnengestapt met 'n dame! Den Geert veegde z'n handen aan z'n broek af, was dolgelukkig zijnen ouwen vrind te zien, schudde 'm de handen, maakte kennis met mevrouw Potters, klopte Potters telkens op de schouders, stuundie een van de kinders om tien sigaren en vertelde aan Moeke tien keer in vijf minuten: ,yen da's nou den Karel, waarvan ik oe dikkels vertelde!" Karel lachte dan weer efkens en mevrouw Potters keek geregeld rond heur rokken, bang dat ze vuil wieren in dit schoonmaakhuis. ,,Guilie treft 't slecht," zei Moeke telkens. Maar Mevrouw Potters antwoordde dan heel vrindelijk, opgelucht vrindelijk: ,,dat 't niets gaf, maar dat -ze dan maar eens spoedig terug- kwam." ,,Wegging" bedoelde ze, maar Geert en Moeke legden 't zoo leelijk niet uit. En," zed den Geert: ,jViertel me nouw eerst 's Karel, wa-d-is-t-er van jouw terechte gekomen ,,Lk heb D.R.S. voor m'nen naam," zei Pot ters iets te bescheiden. Eln den goeien Geert, zonder eenige bedoe- ling, riep dn hartelijke verbaizing: ..Maar Karel, wie had da nouw ooit van jouw gedocht Karel verwerkte den Geert z'n -verbazing zooals 't 'nen Drs. past en vroeg: „En gij, Geert?" ,,Ik Karel, ik ben Hoofd van de school ge- worren, ingaande 1 Mei a.s." „En gij? Hebt ge 'n baantje?" ,,Ik sta op twee voordraohten voor H.B.S." ,,En waar leven guilie dan van...?" sehrok den Geert. ,,'We moesten maar gaan, man," zei Me vrouw. „Oh eh m'n vrou eh we hebben georven!" ,,0! Da's gelulkkig! En hoeveul kinders?" ,,Wij zijn pas getrouwd. Ik heb twintig jaar gestudeerd mot ge denken, Geert." ,,Oow," zei den Geert. Hij keek naar bui ten, peinsde. ,,En gij Geert, veul kinders?" „iElf," zei Geert. ,,Tien," venbeterde Moeke. ,,Ons Bets is nie van ons eigen." ,,Da ben 'k vergeten," lachte den Geert. ,,'Elf kinders...!" Karel fronste z'n brau- wen. ,,Enne... #h - verdienen ze al wa?" Den Geert schaterde! „Verdienen? Hahaha. Neee Karel. Onizen Geert," den oudste, zit in Nijmegen. Was mee z'n zeuventiende al stu dent. Mot dokter worren. Onzen Piet, die er op volgt, drukt vaders' voetstappen, die zit op dezelfstc banken waar gij en ik gezeten hebben! Ons Pauiientje wordt Nonneke. On zen Koos is op de H.B.S. Wil ingenieur wor ren. En d'anderen, nou die zijn nog te kleine om 'n richting te verkiezen. Hoewel, as on- z-n Pierre ginnen kunstschilder wordt, dan weet ik 't nie. Op mijn school hebben ze nog nooit zoaiets meegemokt!" Potters werd moe van al het gepraat. Veeg de met z'n zakdoek over het voorhoofd. Ze zijn rap vertrokken. iGe zult zeggen: waar is oewen tweeden tiep? Ik heb zoo weinig van Potters ge- hoord Almico, daar is zoo weinig van te zeggen! Die had twintig jaren voor z'n eigen alleen geleefd! Van ego'istische menschen is zoo weinig te vertellen, dat plazierig is. Ze zijn niet diep. Niet... wrjs! Zekers, hij was Drs. 'n Sierlijke vlucht had ie gemaakt in die twintig jaren! 'n... Zwaluwvlucht45 K.M. per uur. Den Geert -had meer gedaan in die 20 jaren 'n Wilde eendenvlucht! 120 K.M. per uur! Daar is meer van te vertellen. Maar gek kan 't loopen, ee, met twee jonge- mannen, waarvan den eene voor schoolmeester straalde en d'n andere slaagde...! Wij oordeelen veul venkeerd, amico Maar ge zou zoo zeggen: ,,Slagen" zat den Geert in 't bloed. Niet den Doctorandus. die veul meer examens had gedaan. iKom, ik schei er af. Twee in een bestek, wil niet zeggen: twee in een dufobel bestek. Veul groeten van Trui en als altrj geen haarke minder van oewen tost a voe DRe.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 6