Gemengde Berichten
Feuilleton-vertellingen
BRABANTSCKE BRIEVEN.
door de vijanden -ontruimd, die het letterlijk
door dooden bezaaid hadden achtergelaten.
■De Slag werd in de streek van Enda Se
lassie geleiverd. Het verslagen Italiaansche
leger stond onder commando van generaal
Diamanti, waarbij de beroem.de zwarthemden-
divisie 28 October was ingedeeld.
De correspondent van ReuterA. N. P. te
Desaie meldt, dat men aldaar officieel ver-
klaart, dat drie Italiaansche vllegtuigen
Tsjeilga en andere dorpen bij Gondar hebben
gebomibardeerd. Koriem werd eveneens ge-
bombardeerd. Men weet evenwel nog niet, hoe
groot de aangerichte schade is.
De correspondent van ReuterA. N. P. bij
de Italiaansche legers in het Noorden meldt,
dat thans tusschen Massoea en Addis Abeba
een weg gereed is, welke voor vradhtauto's
berijdbaar zou zijn.
De Italiaansche en de Abessyniscihe trajec-
ten van deizen weg komen te Sjelicot samen,
welke plaats op 30 K.M. ten Zuiden van Ma-
kalie is gelegen. Spelicot ligt in de zone tus
schen de beide legers, hoewel een Italiaansch
officier den correspondent van ReuterA. N.
P. heeft medegedeeld, dat de bevolking der
stad den Italianen zou hehben verzocht, haar
te willen bezetten. Italiaansche soldaten heb
ben onder bescherming van mitrailleur-afdee-
lingen den breeden weg tot Sjelicot voltooid,
d.-i. tot 6 V2 K.M. voor hun eigen linies op den
heuivel Doghea, welke door prikkeldraadver-
sperringen en Spaansche ruiters beschermd
zijn.
Juist tegenover den heuvel ten Oosten van
Amlba Aradan zijn in de bergrotsen Albessy-
niens genesteld, die onder bevel staan van Ras
Moeloegeta, die evenwel tijdens het Italiaan
sche artillerie-bomibardeiment gewond is ge-
laakt. Het was Ras Moeloegeta, die bevel
heeft igegeven den weg van Addis Abeba tot
Sjelicot te voltooien, welken weg onder leiding
van den Zwitserschen ingenieur Fernand Rie-
try werd aangelegd. In gezelschap van den
kolonel der zwarthemden heeft de correspon
dent een bezoek gebracht aan de bronnen, wel
ke op 2 y2 K.M. van de stad Sjelicot zijn ge
legen. De aanwezigheid van een zeventigtal
Abessynisohe soldaten heeft het evenwel on-
mogelijk gemaakt verder te gaan dan de door
de op den heuvel in stelling gebracht mitrail-
leurs bestreken terreinstrook. Italiaansche
soldaten gaan dagelijk met een gewapend
escorte naar de bronnen bij Spelicot.
In Italiaansche kringen wordt volgens een
Reuter-bericht uit Rome verklaard, dat de
details welke in het Abessynische communi
que worden medegedeeld over een Italiaan
sche nederlaag in Temlbien geheel verzonnen
is. De feiten welke in dit communique wor
den genoemd hebben klaartblijkelijk betrek-
kinig op de actie, welke 30 Januari is gevoerd
op den berg Lata bij den Warieu-pas, doch het
is belachelijk te beweren, dat een divisie
zwarthemden zou zijn vernietigd, dat duizen7
den Italianen zouden zijn gesneuveld en dat de
Abessiniers een groot aantal kanonnen en mi-
trailleurs zouden hebben buitgemaakt.
De waarheid is, dat de divisie zwarthem
den, welke den pas verdedigde, 3 kanonnen
verloor, terwijl 25 officieren sneuvelden en 19
werden gewond, 389 Italiaansche soldaten
sneuvelden of werden gewond en 310 inlan
ders werden gedood of gewond.
DE SANCTIES.
Dreigende taal van de „Popolo d'ltalia".
De ,,Popolo d'ltalia" publiceert een niet on-
derteekend artikel, dat echter kennelijk door
den Duce geinspireerd is, en dat getiteld is:
Een beroep op de studenten van Europa. Na
te hebben verklaard, dat Europa steeds ver
der afglijdt op het hellende vlak der sancties,
dat onvermijdelijk tot oorlog leidt, vervolgt
het artikel: Het is niet Italie, dat den oorlog
wil, dat staat vast. In zijn gedenkwaardige
rede te Bolzano heeft Mussolini uiteengezet,
dat Italie geen enkele reden heeft, om een
Europeesch conflict te ontketenen. De Abes
synisohe kwestie is een koloniaal vraagstuk.
Inldien de sancties worden uitgebreid, zal
Eiuropa de verschrikkelijkste en de onrecht-
vaardigste oorlog -tegemoet gaan, dien de we-
reld ooit heeft aanschouwd. Wij willen dus
alarm aiaan, en een beroep doen op de univer-
siteitsjeugd van Europa, die thans dient te
weten, aan welke zijde de verschrikkelijke
verantwoordelijkheid rust.
De sancties, in plaats van het conflict te
bekorten zullen het nog verscherpen.
Er zal een oogenblik komen, waarop het
emibargo ontaardt in een blokkade, en een
blokkade zal oorlog beteakenen, een moord-
dad-igen oorlog in Europa, een wraakoorlog.
Sommigen, die moohten meenen, dat een oor
log van talrijke landen tegen Italie gemakke-
lijk zou zijn, vergissen zich. Italie zal zich
verdod'igen met zijn tanden en zijn nageis, en
heeft zich reeds sedert eenigen tijd erop voor-
bereid, om aan alle eventualiteiten het hoofd
te kunnen bieden.
Het artikel besluit met een oproep aan de
Europeesche jeugd, om zich geestelij-k aaneen
te sluiten, voor de Eurapeescbe solidariteit en
tegen een nieuwen oorlog.
Hoe de sancties ontdoken worden.
Z.g. Syrische citroenen.
In ons avondblad van Donderdag hebben wij
schrijft de N. R. Crt. melding gemaakt
van het inbeslag nemen van 400 kisten met
Italiaansche citroenen te 'London. Rlijkens
een bericht in ons ochtendblad, laten de Italia
nen het voorkomen, of de Engelschen daarmee
een geweldigen blunder hebben begaan en
citroenen, afkomstig uit Tripolis in Syrie, in
beslag hebben genomen, omdat zij dachten,
dat zij afkomstig waren uit Tripoli in Libye,
zoodat zij niet schenen te weten, dat Libye
geen citroenen voortbrengt.
Dit neemt niet weg, dat vermoedelijk de in
beslagneming wel degelijk op goede gronden
is geschied. Wat toch is het -geval? On-
danks de sancties worden er, niet alleen in
Engieland, maar naar men ons van bevoegde
zijde meedeelt, oak in Nederland nog steeds
Italiaansche citroenen ingevoerd. Deze citroe
nen worden van Sicilie verscheept naar Klein-
Azie en komen dan als Syrische citroenen in
West-Europa op de markt. Vandaar dat ci
troenen uit Tripolis (Syrie) wel degelijk Ita
liaansche citroenen kunnen zijn en als zoo-
danig in beslag kiumnen genomen worden.
Deze citroenen worden verpakt in bianco kis
ten. Om de vruchten zitten papiertjes, die
als merk <een of ander teeken vertoonen, een
driehoek, een kruis of iets dergelijks, maar
verder niets, waaruit de herkomst blijkt.
Vooral in ons land moeten veel Italiaansche
citroenen op die wijze via Hamburg en ook
wel misschien rechtstreeks worden ingevoerd.
Slechts een vakman schijnt Siciliaansche van
Syrische citroenen te kunnen onderscheiden.
Werden er hier te lande niet clandestien Ita
liaansche citroenen ingevoerd, dan zou vol
gens onzen zegsman de prijs van de citroe
nen thans hooger moeten zijn dan het geval is.
Naar wij verder veroamen, schijnen de
sanctie-maatregelen ook ten aanzien van
andere producten ontdoken te worden en zou
men in Den Haag reeds overwegen voor d-er-
gelijke producten voortaan een certificaat van
oorsprong te eischen.
DE MOORD OP DEN PASTOOR TE
GEISTEREN.
In het onderzoek inzake den moord op
pastoor Litjens te Geisteren is nog weinig
licht gekomen. Wel is waar is de justitie
dag en nacht in de weer om het drama op te
helderen, doch tot dusver zijn nog geen tast-
bare resultaten bereikt. De naisporingen wor
den niet weinig bemoeilijkt, doordat op de
plaats van het misdrijf nagenoeg geen aan-
wijzinjgeoi zijn gevonden, welke tot aanhou-
dinig van de daders zouden kunnen leiden.
Inmiddels staat de bevolking de politie, voor
zoover dit mogelijk is, met aanwijzingen ter-
zijde en alle mededeelingen worden terdege
onderzocht.
Zoo werd dezer dagen gemompeld, dat de
overval op den pastoor zou zijn geschied met
het kennelijke doe-1 om in de pastorie d-ocu-
menten te bemachtigen, waarvan de inhoud
voor eenige personen bij publicatie in hooge
mate compromitteerend zou zijn. Dit motief
werd zeer aannmelijk voorgesteld; de daders
zouden den pastoor naar buiten hebben ge-
lokt, buiten gevecht gesteldl en daama de
pastorie bihnengedragen, waarna zij zijn zak-
ken doorzocht en daaruit de sleutels van
brandkast en schrijfbureau genomen zouden
hebben. Het eigenaardige van het geval is,
dat men de portemonnaie van het slachtoffer
waarin zich een aanzienlijk bedrag aan geld
bevond, onaangeroerd heeft gelaten.
Deze omstandigheid heeft bij de personen,
die aan bovengenoemde lezing van het mis
drijf als het meest aannemelij'ke hebben! ge-
acht, het vermoeden versterkt, dat roof niet
als de drijfveer van het drama kan hebben
gegolden, omdat men dan toch zeker de por
temonnaie van den pastoor zou hebben mee-
genomen. Het is een feit, dat uit de pastorie
geen geldwaarde wordt vermist. Wel waren
brandkast en schrijfbureau doorzocht en la-
gen de daarin aanwezige papieren in de
grootste wanorde over den vloer.
Deze lezing is oak aan mr. Rieter, officier
van justitie te Roermond, ter oore gekomen.
Onmiddellijk heeft hij opdracht gegeven deze
geruchten na te gaan. De politie acht de
kans evenwel gering, dat in deze richting de
oplossing van het misdrijf moet worden ge-
zocht. Van verschillende zijde heeft men de
politie meegedeeld, dat er op den avond van
den moord drie verdachte personen in het
dorp zijn gezien, zoodat de justitie vrijwel
met zekerheid kan aannemen, dat drie man-
nen de hand in het misdrijf moeten hebben
gehad.
De opperwachtmeester van de Koninklijke
Marechaussee te Well, die het onderzoek in
deze zaak leidt, heeft thans de beschikking
gekregen over een motorrijwiel, ten einde
zich vlugger te kunnen verplaatsen.
AUTOBOTSING TE HILLBXrOM.
Vrijdagochtend zijn zeven personen, emstig
gewond tengevolge van een aanrijding tus
schen twee auto's op de Leidschestraat te
Hillegom. Een van de auto's slipte op de
tramrails en botste met groote kracht tegen
de andere aan. Beide auto's werden! zwaar
beschadigd.
De passagiers liepen beenbreuken en andere
fracturen op. De gewonden kwamen uit den
Haag per taxi en uit Haarlem. Een dame
is naar het academisch ziekenhiuis gebracht;
vier naar de Maria-stichting te Haarlem en
een naar het Diaconessenhuis aldaar. De
zevende gewonde, de chauffeur van de Haag-
sche taxi, is ter plaatse verbonden. De toe-
stand van de Haarlemsche gewonden is
emstig.
HOLLEND PAARD TEGEN AUTOBUS
GEREND.
Een paard van den landbouwer v. d. Meer
uit Monster was op den Monsterscheweg plot-
seling op hoi geslagen. In snelle vaart rende
het dier de Voorstraat te Poeldijk in, doch
werd in zijn vaart tot staan gebracht door een
autobus van de N.V. Vios Maatschappij, welke
het passeeren in de nauwe straat moeilijk
maakte. In snelle vaart liep het dier tegen
den autobus aan, tengevolge waarvan het
dusdanige verwondinjgen opliep, dat het in het
gemeentelijk slachthuis afgemaakt moest
worden.
De autobius werd vrij ernstig beschadigd en
moest naar Wateripgen gesleept worden. Per-
soonlijke ongelukken deden zich niet voor.
BRUTALE INBRAAK TE UTRECHT.
Donderdagnacht om 4 uur heeft te Utrecht
een sensationeele inbraak plaats gehad, n.l.
in den juwelierswinkel van den heer Esmann
aan den Steenweg.
Het huis is tegen de Buurkerk aangebouwd
en van deze omstandigheid hebben de inbre-
kers een goed gebruik gemaakt. Zij klommen
aan de zijde van het Buurkerkhof op het dak,
wat op zichzelf van buiten af reeds een heele
klauterpartij is. Van het dak hingen zij een
lang touw tot op 't platte dak van den juwe
lierswinkel. Dit touw was voorzien van lus-
sen, waardoor zij trapsgewijs, door de voeten
telkens in. een volgende lus te steken, konden
afdalen. De keuken van het bovenhuis be-
vindt zich op de tweede verdieping en ont-
vangt haar licht door een groote matglazen
ruit.
Deze ruit hebben de inbrekers losgemaakt
en opgetild, waardoor zij in de keuken konden
komen. Twee van hen gingen het huis bin-
nen, terwijl de derde op het dak bleef om de
wacht te houden en den aftocht te dekken.
Het binnenkomen in de keuken ging echter
met eenig geraas gepaard, waardoor het
diemstmeisje, dat op dezelfde verdieping
slaapt, wakker werd en begon te gillen. De
mannen stormden haar kamer binnen en
trachtten haar tot zwijgen te brengen. Zij
wilden haar blijkbaar bewusteloos slaan en
het meisje liep een gat in het achterhoofd op,
benevens een blauw oog. Zij bleef echter gil
len, waardoor de familie wakker werd.
De juwelier stapte uit zijn slaapkamer en
liep in de gang tegen een man op. Hij voelde
niets voor een worsteling op de gang en ren
de naar beneden. Hij wierp de buitendeur van
den winkel open en riep luidkeels hulp. Hoe
wel het diep in den nacht was, was er op den
Steenweg nog wel zooveel publiek, dat spoe-
dig om den winkel en zelfs in den winkel ver-
scheidene personen aanwezig waren.
Een van de dieven zag niog kans door de
dakopening en langs den touwladder weer te
verdwijnen. De man tegen wien de juwelier
was opgeloopen zag in, dat hij geen kans
meer had om te ontvluchten en wachtte ge-
duldig tot een agent verscheen om hem te
arresteeren. Hij bekende, dat zij met hun
drieen waren geweest.
In de Buurkerk zijn in den laatsten tijd
eenige herstellingen verricht, ook op het dak.
Men vermoedt, dat hierdoor de inbrekers de
situatie der daken hebben kunnen bekijken en
him plan hebben kunnen maken. AI hadden
zij het huis ongestoord kunnen binnengaan,
dan hadden zij toch niet in den winkel hun
slag kunnen slaan, omdat de deur, welke in
den winkel toegang geeft naar de trap van
het bovenhuis, was afgesloten. Zij zouden dus,
de trap afgaande,. voor deze deur zijn blijven
steken. Er is dan ook in het geheel niets ver
mist.
De verwondingen van het dienstmeisje zijn
ongevaarlijk.
In den loop van den ochtend is de politie
overgegaan tot de arrestatie van de twee an
dere inbrekers. Deze arrestatie geschiedde op
grond van aanwijzingen, welke bij het onder
zoek naar voren waren gekomen, hoewel de
reeds gegrepen inbreker de namen van zijn
medeplichtigen niet wilde opgeven.
De gearresteerde personen zijn de metselaar
L., de koopman S. en de winkelbediende H.,
alien personen van 26 tot 28 jaar.
DE DIEFSTAL IN 'S RIJKS MUNT
TE UTRECHT THANS OPGEHEUDERD.
In 1932 is, zooals men zich zal herinneren,
aan 's Rijksmunt te Utrecht een diefstal van
nieuwe gouden tientjes gepleegd ten bedrage
van onigeveer 16.000. Het is de politie te
Utrecht thans gelukt opheldering in deze
zaak te krijgen. Aangehouden is de 32-jarige
machine-bankwerker H., die toen tijdelijk
werkzaam was aan 's Rijksmunt. Hij heeft
een volledige bekentenis afgelegd en is ter
beschikking van den officier van justitie ge-
steld.
Van andere zijde meldt men nog aan de
N. R. Crt.:
Sinds den dag van den diefstal, waarvan
de opheldering voor de betrckken rijksinstel-
ling van groot belang mocht worden geacht,
heeft de politie voortdurend aandacht aan
deze zaak besteed.
Herhaalde malen werden aanwijzinigen in
bepaalde richtingen ontvangen, doch tot nu toe
bleken deze aanwijzingen slechts op vermoe-
dens te berusten, die bij onderzoek onjuist
bleken.
De vorige week echter kreeg de politie op-
nieuw een aanwijizmg, die thans tot de ge-
melde arrestatie heeft geleid. De machine-
bankwerker H. was tot kort voor den diefstal
in 's Rijks munt werkzaam als vakman in de
munterij.
De bedrijfsleider achtte hem in dien tijd
reeds minder geschikt voor het werk in deze
omgeving, waar dagelijks met zoo groote
waarden moest worden omtgegaan. Van de
eigenlijke munterij was hij dan ook afgehaald,
het mindere werk, dat hij! daama moest ver-
riehten, geschiedde echter op dezelfde zaal.
Tot September 1932 is de man in dienst van
'is rijks-munt gebleven. Toen heeft hij, na her-
haald aanmanen van een bedrijfsleider, die
verklaarde, dat het voor hem beter was, dat
hij een andere betrekking zocht, ontslag ge
nomen. Er bestond tegen hem, in verband
met den diefstal, geen enkele verdenking. Hoe
dit kon, is thans gebleken na de bekentenis
van H., die hij bij zijn verhoor heeft afgelegd.
Het is thans komen vast te staan, dat H.
zich op den dag van den diefstal, op de zaal,
waar de diefstal werd gepleegd, heeft laten
insluiten tijdens de pauze in den middag, wan-
neer de arbeiders de zaal verlaten, om te
gaan eten. De zaal wordt dan aan den bui-
tenkant gesloten. H. heeft echter kans ge
zien, zich te laten insluiten en toen hij zich
alleen in de zaal bevond, zich meeister te ma
ken van 1600 gemunte gouden tientjes, doch
Zoo snel uit de zaal te komen,, dat hij nog
eerder uit het gebouw was dan vele andere
arbeiders, die zich in dien korten tijd hadden
gekleed. Daardoor'had men, toen de arbei-
der, die belast was geweest met het munten
der goudstukken, des middags bij de controle
1600 stuks te kort kwam, geen oogenblik het
vermoeden, dat H. zich had laten insluiten en
den diefstal gepleegd had.
Het onderzoek in deze zaak wordt geleid
door den commissaris van politie in de eerste
afdeeling, mr. D .J. Hamoein, die H. ter be
schikking van de justitie heeft doen stellein.
De arrestatie zelf is reeds vier dagen geleden
geschied, doch eerst Donderdagavond heeft
H. een bekentenis afgelegd.
Van de 16.000, die hij zich heeft toegei-
eigend, was thans, na bijna vier jaren, niets
meer over. Waar het geld gebleven is, is nog
niet bekend. De politie stelt een onderzoek
in. H. was thans werkloos en steuntrekker.
ZWART FRONT EN WITTE MUIZEN.
Te Nijmegen hebben Donderdagavond, in de
Vereeniging, op een vergadering van de
N.S.B. gesproken de heeren van Bdnninghau-
sen, gewezen praesus van het R.-K. studen-
tencorps Carolus Magnus en van Geelkerken.
Onder de onigeveer duizend aanwezigen waren
een tachtig Nederlanders uit (Kleef en een
zeer groot aantal mannen en vrouwen van het
Zwarte Front. Toen de heer van B. eenigen
tijd aan het woord was, brachten de Zwart-
fronters de zaal door geroep en geschreeuw
in opschudding en meer nog door op het bal-
con en in de zaal witte muizen los te laten.
De Zwart-fronters werden door de politie,
die een paar doozen muizen in beslag nam,
uit het gebouw verwijderd. Sommigen tracht
ten langs een omweg in de zaal terug te
keeren, doch de politie verijdelde dit, met ge-
bruikmaking van den gummistok. De verga
dering had verder een rustig verloop.
NOODLOTTIG ONGELUK VAN EEN
JACHTOPZIENER.
©onderdagmorgen ongeveer elf uur, toen
eenige boschwachters aan het jagen waren in
de bosschen van het Kroondomein te Niersen,
onder de gemeente Vaassen, ten Noorden van
Apeldoom, ging onverwachtis het geweer af
van den opperwachtmeester Modderkolk, ten
gevolge waarvan hij zichzelf in den buik
schoot.
In zorgwekkenden toestand is hij naar het
ziekenhuis te Apeldoom vervoerd.
Ulvenhout, 28 Januari 1936.
Menier,
Twee tiepen.
Twee schoolmees-
ters. Geert Blom
en Drs. Karel J.
M. Potters.
En als ik van de
week eenen brief
spendeer aan twee
tiepen, dan is daar
niet mee gezegd,
dat den Geert en
den Doctorandus
maar half zoo be-
langrijk zijn als
Jan Godsschalk,
den gevangenis-
boef, of Sjang de Boer, den goeiegen leuge-
neer, of Moeke, het vrouwke zonder naam, of
Krisje van den Meulen den beeldhouwer,
Mijnlheer Schmoelen den fotograaf van verle-
jen week en alle andere tiepen, die hier al
door oewen krant stapten, och-neee! Want
alle menschen zijn belangrijk, zijn evenveul
interessant, zooals 't simpelste dingske uit
God's schepping de moeite van 't bekijken altij
overweerd is!
Zelfs, al is t dingske" z6o klein, dat
ge 't alleen met 'nen loupe maar zien kunt!
En..., wat ontgaat ons dan nog niet!
'n Voorbeeldeke is hier op z'n plaats.
"k Wed zeker, amico, dat gij misraadt, als
ik oe vraag: „wie vliegt sneller: de wilde eend
of de zwaluw?"
Wij hebben allemaal den zwaluw wel 'ns
over den weg, over 't water zien scheren in
z'n sierlijke, z'n pijlsnelle vaart. We hebben
'm zien duiken vanuit de locht naar d'eerde,
waar ie dan, als den pijl uit den boog langs
suisde met zo'nen sierlijken zweef dat we zelf
wel 'ns efkens zo'nen veugel wilden zijn!
En ook hebben we allemaal de wilde eend,
ge weet, - dat leelijke, muschkleurige veu-
geldier, door de locht zien pagaaien met
'n lawijt als 't geklepper in 't scheepswant en
met 'nen veugelslag als van meulenwieken.
lEn als we raaien moeten, wie van deus
twee veugels 't snelste vliegt, dan kiezen we
den pijlsnellen zwaluw en niet dieen loggen
eendveugel.
En toch...? Toch is dat sjuust fout!
Toch is het dat meulenpeerd onder de veu
gels, toch is 't den eendveugel, die niet al
leen sneller door de locht vaart, dan dieen
sierlijke zweeftvlieger den zwaluw, neee,
den eerste is zelfs den allersnelsten, den zwa
luw den traagsten veugel in de Schepping.
Zelfs wint de eend het in snelheid van den
valk, denjachthond" onder 't geveugelte.
En om 't nou maar percies te zeggen: de
eend vliegt met 'n gemiddelde snelheid van
120 K.M. per uur, de zwaluw met 'n gemid
delde van 45 K.M. per uur.
Ge kunt 't ook wel opmerken, amico, in den
trein,
Als ge dan aan 't couperaamke zit, zult ge
dikwijls zien, hoe gij den zwaluw, die daar
over den sloot naast de spoorbaan scheert, hoe
gij dien voorbij komt. Terwijl de vlucht
wilde eenden, daar hoog in de locht, ver jou-
wen trein vooruitkomen!
Twee dingskes wil ik hiermee duidelijk
maken: lo. dat den mensch 'nen slechten
waarnemer is en daarom meestal verkeerd
oordeelt;
2o. dat ik eend en zwaluw noodig had voor
een bewijs, zooals ik nou den Geert en den
Doctorandus noodig heb voor eenen brief.
Ze dejen gelijktijdig examen, den Geert en
Karel Potters.
Ze kwamen van dezelfde school, ze wieren
gelijk bekwaam geacht, kortom: ze waren
even ,,wijs", ,,machtig", ,,eeuiwig"; „en>zoo-
voort".
Ochja, de sc'hooljaren!
Eenigste waarachtige democratie in 't
leven
't Kleine verschil tusschen Geert en Potters
was: den Geert vertrouwde 't zaakje nog niet,
al had den Directeur 'm n goeie kans voor-
speld en daarom zette-n-ie z'n ouwe school-
petje nog maar op.
Potters had meer vertrouwen, - ge kunt
toch oewen Directeur wel gelooven, en'hij
zette alvast z'n eerste bolhoedje op.
'Zoo gingen ze naar stad, naar 't examen.
Den Geert slaagde.
Potters baksteende.
Den Geert begreep 't niet en deuzen uitslag
vergalde halvelings zijn su-cces.
Potters begreep 't nog minder, want wat
was dieen Geert-met-z'n-petje nou toch eigen-
lijk voor 'n verschijning om voor de klas te
-gaan staan...!
Den Directeur begreep 't niet, want als een
van tweeen had moeten zakken en als ie had
moeten raaien, dan wel, dan had ie... ver
keerd geraaien!
En zoo ging Geert voor de klas staan in
't komende jaar en Potters bleef nog 'n jaarke
in de schoollbanken,
(Ge begrijpt, amico, ik spreek nog uit de
jaren, dat 'nen jongen mensch na 'n school-
meesteropleidin-g, ook scboolmeester wier. En
niet z'n eigen, na z'n examen voor scbool
meester af moest vragen; „en wat zal
ik nou worden
Den Geert werkte als 'n peerd!
Den Geert stond op den dag voor de klas,
gaf na de dagtaak lessen en na die tweede
taak kwam 'n derde: z'n verdere studie.
Hij verdienide geld voor ,,thuis". Hij ver-
diende 't toekomst voor z'n eigen. Plus 'n
pijpke tabak en 'n Zondagsch pak.
Den Geert werkte, dus leefde-n-ie. Want
hij had 't leven lief. Niet, dat ie dat wist,
maar hij floot 'n deuntje als ie z'n eigen
's morgens waschte, hij neuriede 'n liedeke als
ie op de fiets naar sclftol stampte, anderhalf
uur ver, op 'n dorpke aan de grens. Hij vond
't schoolmeesteren 'n lollig baantje. Zijn
,,klas", wel, ,,daar had ie nou ginnen cent
moeite mee, allemaal goele jong", zei ie thuis.
Den hoofdonderwijzer was 'n gewichtig man-
neke, met 'nen langen Siinterklaasbaard. Z'n
collega's kosten slecht met „het" hoofd op-
schieten, maar den Geert zei thuis: ,,'t is
sjuust 'nen kabouter, as ie nog maar 'n rooi
piekske op wou zetten"; hij deed 'm na, dat
z'n moeder schokte van den lach en niemand
kost zoo goed met den kabouter apschieten
als den Geert.
Ja den Geert hield van 't leven, pakte 'n
vast sjuust zooals 't in z'n handen kwam en
de school, den arbeid was 'm plaizierig.
Thuis stelden ze 't best- Wlant den Geert
bracht aardig wat binnen (inplaats van geld
te kosten!) dus hij kwam mee zijn nieuwe
fiets, z'n Zondagsch pak, z'n pijpke heeren-
baai en zijnen goeien thuis, niks te kort. Hij
hield van muziek, van 'n mooi boek, 't
leven was voor hem 'n goed, zorgzaam wijf,
dat ie elken dag 'ns ferm pakte en in de
wangen kneep
Hij hield van timmeren, knutselen, z'n han
den zaagt 't aan. Hij vergat dikwijls naar
den barbier te gaan en... z'n bolhoedeke, dade-
lijk aangeschaft als ie aangesteld was, ver-
ruilde-n-fe weer voor z'n petje, omdat 't lek-
kerder op z'nen kop zat, vooral als ie drie
uren per dag moest fietsen, met altij... ander
half uur teugen den wind op!
De examens gingen door. 'Hoafdacte, talen,
en als ie in de stad op 'n deftiger school
kwam had ie moeite, veel moeite, om z'n ouwe
dorpsso'nooltje-met-den-kabouter te vergeten
en... 't mollige onderwijizereske
Den Geert had nou net overal tijd voor. Voor
z'n dagelijkschen arbeid, voor z'nen thuis,
voor z'n studie, voor z'n leerlingen, voor mu
ziek, literatuur, voor knutselarij en... dan
had ie nog ruim tijd om te vrijen. Hij
pagaaide door 't leven als 'nen weinig aan-
zienlij'ken wilden woerd, maar hij schoot hard
op! Niet omdat ie opschieten wou! Maar om
dat ie zoo gerenpagaaide!
'Natuurlijk trouwde-n-ie.
Want sjuust zo'nen wilden, ruigen veugel
heeft 't meest behoefte aan 'nen eiges-ge-
maakten nest. 'Nen nest mee veul eiers en
'n st-ruisch wijfke daarop. Dat wier z'n Eer
ste, z'n mollige collega-onderwijzereske van 't
dorpsschooltje
Wat ook natuurlijk is! Want menschen
als den Geert mogen tijd voor veul hebben,
ze hebben geenen tijd voor twintig meiskes,
tien verlovingen en drie echtscheidingen.
Geenen tijd voor balzalen, clubs, tennis en
alles wat „Sport" heet. Hij was lenig geble
ven met vijf jaren lang elken dag drie uren
stampen op de fiets, door alle weer!
Den Geert en z'n mollig Anneke kregen
n huis vol kinders. En hij ploeterde voor zijn
zwaar geizegende huishouwen! Hij kleedde
's morgens met Anneke de kinders aan. Snee
twee groote broojen kapot, smeerde er 'n pak
boter op. Onderwijle stopte den oudste
Vaders pijp, poetste Vader's schoenen.
En Anneke? Allez? Die stond voor zeu-
ven bedden en... altij 't wiegske! Voor de
kachels, voor 't dagmeiske, ge verstaat!
In den tuin hield den Geert 'n stouw kip-
pen, (want „versohe eiers voor de kinders
was je!") die moesten ook nog afgevoed wor
den 's morgens en als 't dan tien over half
negen was, dan had ie al danig in 't zweet ge-
staan, - en trok ie met vijf kinders van
huis. Naar z'n school, onderweuge eerst 'n
paar afleverend aan 't Nonnekens-schooltje.
Hij woonde in z'n eigen huis, waar ie zelf
karperkens timmerde, telkens als als er
weer 'n ei uitkwam, zal 'k maar zeggen! Waar
ie verfde, witte en in't voorjaar 'n nuuw pam-
pierke plakte."
Hij zong op 't kerkkoor, schreef in de krant,
besprak boeken, versloeg muziek-uitvoeringen,
was veul thuis en veul... weg. Hij klapwiekte
door het leven, nog steeds als 'nen wilden
woerd. Onsierlijk maar rap. Den barbier ver
gat ie; als Anneke er niet om daeht, den
Geert zou alles laten groeien! In den bojem
van z'n broek stond altij 'nen vierkanten lap.
t Leek wel of ie dien er in liet maken als
ie 'n pak kocht.
Toen ie tien kinders had, nam ie nog 'n
weeske op, ,,omda-d-et erme bloeike toch ok
'nen goeien oppa-s noodig had."
's Zomers zat ie (op zijnen vierkanten lap)
in examencommissdes, 's winters leidde-n-ie 't
kinderkoor van de kerk en 's Zondags hield
ie altij nog 'n paar uren over om met twee of
drie kinders, die op dat oogenblik nog
toon'baar waren, naar z'n ouwe moeder te
gaan en onder 'n bakske koffie den ouwen
tijd op te halen van „toen". Toen V-ader er
nog was. Toen Geert nog iederen dag naar
den Kabouter stampte. Toen ie Anneke voor
't eerst thuisbracht. Toen, toen, toen! Niks
vergat ie. Niemand vergat ie. Voor alles en
alien had ie tijd. Ja, als ie iemand vergat...
z'n eigen!
Z'n studeerkamer was voor de groote kin
ders nou. Geert werkte, tusschen bordjes en
kommekes aan taifel in de buiskamer. Dan
kost hij meteen op de ,,kleintjes" tetten!
Den Geert en Anneke waren zoowat efkens
■in de vaertig jaren, den Geert slank en
jong, geren lachend en nog altij timmenhanden
en den lap in z'n broek. Anneke rond als 'n
tonneke en veranderd van naam, ze heette
nou Moeke, als er op zekeren voorjaarsdag,
sjuust als den Geert stond te behangen, 'n
taxi voorreed. Den Gasrt keek van zijnen
trap door 't bovenlicht van p'n raam en
hij liet de natte baan vallen, kwekte 'nen In-
diaanschen zegeroef) van de Kostschool, van
vijf en twintig jaren gelejendaar kwam
Drs. Karel J. M. Potters binnengestapt met
'n dame! Den Geert veegde z'n handen aan
z'n broek af, was dolgelukkig zijnen ouwen
vrind te zien, schudde 'm de handen, maakte
kennis met mevrouw Potters, klopte Potters
telkens op de schouders, stuundie een van de
kinders om tien sigaren en vertelde aan Moeke
tien keer in vijf minuten: ,yen da's nou den
Karel, waarvan ik oe dikkels vertelde!"
Karel lachte dan weer efkens en mevrouw
Potters keek geregeld rond heur rokken, bang
dat ze vuil wieren in dit schoonmaakhuis.
,,Guilie treft 't slecht," zei Moeke telkens.
Maar Mevrouw Potters antwoordde dan heel
vrindelijk, opgelucht vrindelijk: ,,dat 't niets
gaf, maar dat -ze dan maar eens spoedig terug-
kwam."
,,Wegging" bedoelde ze, maar Geert en
Moeke legden 't zoo leelijk niet uit.
En," zed den Geert: ,jViertel me nouw
eerst 's Karel, wa-d-is-t-er van jouw terechte
gekomen
,,Lk heb D.R.S. voor m'nen naam," zei Pot
ters iets te bescheiden.
Eln den goeien Geert, zonder eenige bedoe-
ling, riep dn hartelijke verbaizing: ..Maar
Karel, wie had da nouw ooit van jouw
gedocht
Karel verwerkte den Geert z'n -verbazing
zooals 't 'nen Drs. past en vroeg: „En gij,
Geert?"
,,Ik Karel, ik ben Hoofd van de school ge-
worren, ingaande 1 Mei a.s."
„En gij? Hebt ge 'n baantje?"
,,Ik sta op twee voordraohten voor H.B.S."
,,En waar leven guilie dan van...?" sehrok
den Geert.
,,'We moesten maar gaan, man," zei Me
vrouw.
„Oh eh m'n vrou eh we hebben
georven!"
,,0! Da's gelulkkig! En hoeveul kinders?"
,,Wij zijn pas getrouwd. Ik heb twintig
jaar gestudeerd mot ge denken, Geert."
,,Oow," zei den Geert. Hij keek naar bui
ten, peinsde.
,,En gij Geert, veul kinders?"
„iElf," zei Geert.
,,Tien," venbeterde Moeke. ,,Ons Bets is nie
van ons eigen."
,,Da ben 'k vergeten," lachte den Geert.
,,'Elf kinders...!" Karel fronste z'n brau-
wen. ,,Enne... #h - verdienen ze al wa?"
Den Geert schaterde! „Verdienen? Hahaha.
Neee Karel. Onizen Geert," den oudste, zit in
Nijmegen. Was mee z'n zeuventiende al stu
dent. Mot dokter worren. Onzen Piet, die
er op volgt, drukt vaders' voetstappen, die zit
op dezelfstc banken waar gij en ik gezeten
hebben! Ons Pauiientje wordt Nonneke. On
zen Koos is op de H.B.S. Wil ingenieur wor
ren. En d'anderen, nou die zijn nog te kleine
om 'n richting te verkiezen. Hoewel, as on-
z-n Pierre ginnen kunstschilder wordt, dan
weet ik 't nie. Op mijn school hebben ze nog
nooit zoaiets meegemokt!"
Potters werd moe van al het gepraat. Veeg
de met z'n zakdoek over het voorhoofd.
Ze zijn rap vertrokken.
iGe zult zeggen: waar is oewen tweeden
tiep? Ik heb zoo weinig van Potters ge-
hoord
Almico, daar is zoo weinig van te zeggen!
Die had twintig jaren voor z'n eigen alleen
geleefd!
Van ego'istische menschen is zoo weinig te
vertellen, dat plazierig is. Ze zijn niet diep.
Niet... wrjs!
Zekers, hij was Drs.
'n Sierlijke vlucht had ie gemaakt in die
twintig jaren! 'n... Zwaluwvlucht45 K.M.
per uur.
Den Geert -had meer gedaan in die 20 jaren
'n Wilde eendenvlucht! 120 K.M. per uur!
Daar is meer van te vertellen.
Maar gek kan 't loopen, ee, met twee jonge-
mannen, waarvan den eene voor schoolmeester
straalde en d'n andere slaagde...!
Wij oordeelen veul venkeerd, amico
Maar ge zou zoo zeggen: ,,Slagen" zat den
Geert in 't bloed. Niet den Doctorandus. die
veul meer examens had gedaan.
iKom, ik schei er af. Twee in een bestek,
wil niet zeggen: twee in een dufobel bestek.
Veul groeten van Trui en als altrj geen
haarke minder van oewen
tost a voe
DRe.