ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN No. 9407 WOENSDAG 29 JANUARI 1936 76e Jaargang Binnenland Feuilleton Een liefde in China. Buitenland TWEEDE BLAD mij VRIJHEID VAN DRUKPERS. Wijziging van art. 7 der Grondwet Aan de regeering is toegezonden een vol gende resolutie, met de mededeeling, dat de betrokken besturen bereid zijn hoar, desge- wenscht, nader mondelimg toe te lichten, waar- aan wij het volgende ontleenen: De besturen van den Nederlandschen Jour- nalisten-Kring, de Vereeniging van Directeu- ren „De Nederlandsche Dagbladtpers", de Roomseh-Katholieke JoumaUsten-Vereeniging en de Vereeniging van Directeuren „De Neder- landsche Roomsch-Katholieke Dagbladpers" kennis genomen hebbend van de mededee ling der regeering dat het haar voornemen is bij de aanstaande Grondwetsherziening ook een wijziging voor te stellen van art. 7 en dat deze de strekking zal hebben „om het mogelijk te maken bij de wet het zeer stringente voor- schrift van het huidige Grondwets-artikel te temperen"; Zijn van oordeel, dat zij, als de vertegen- woordigers der eerst-betrokkenen bij het gnoote goed der drukpersvrijheid, reeds thans tot op zekere hoogte hun standpunt kunnen en moeten vaststellen; en geven mitsdien het volgende als him mieening te kennen: Persvrijheideen volksbelang. De in art. 7 der Grondwet belichaamde vrij- heid van drukpers is niet slechts een belang voor de pers, en voor deze een levensvoor- waarde om haar arbeid met vrucht te kunnen vervullen, maar is ook en, vooral een volks belang, waarborg voor en kroon op onze volks- vrijheden. Ongerepte handhaving van de persvrijheid is daarom in het waar ach tig belang van onze volksgemeenschap. Daartegenover is het de volstrekte plicht der pers, de vrijheid niet te misbruiken; zonder voorbehoud moeten deswege het recht en de taiak der regeering en der justitie worden er- kend, om tegen misbruik van de persvrijheid met gestrengheid op te treden, vooral in be- wogen en gevaarvolle tijden als wij thans be- leven, en de journaldsten, de pers-organen en de persvereenigingen dienen met dat optreden him instemming te hetuigen, omdat het mis bruik der vrijheid een schending is van de vrjj- heid zeive. Middelen tegen het misbruik, die neerkomen op preventieve censuur in welken vorm dan ook, zijn in wezen een aantasting van de vrij heid zelve en bergen het gevaar in zich van een toepassing, welke het doel voorbijschiet; Een .tempering" van het voorsphrift van art. 7 ,,bij de wet" bsteekent, dat het groote beginsel der vrijheid zwakker komt te staan, en van de Grondwet feitelijk wordt overge- bracht naar de met zooveel minder waarbor- gen omringde gewone wet, waardoor tijdelijke meerderheden gelegenheid krijgen in de be- perking nog veel verder te gaan dan wellicht thans in de bedoeling ligt. De besturen dringen er daarom met alien nadruk bij de regeering op aan, af te zien van elken maatregel, welke de vrijheid van druk pers zou aantasten en preventieve censuur invoeren, en verklaren zich voor gestrengere toepassing van de bestaande voorschriften, zoo noodig met verscherping en uitbreiding der geldende straffen. EVANGELINE BOOTH IN ONS LAND. Evangeline Booth, de vrouwelijike generalis- simus van het Leger des Heils, zal Nederland een kort bezoek brengen. Vrijdag 31 dezer zal zij uit London te Vlis- singen airriveeren. Aan de verschillende sta tions, welke zij passeert op haar reis naar Amsterdam, zullen deputaties uit korpsen haar begroeten. Voor haar aankomst aan het Oentraal Station te Amsterdam worden maat- regelen genomen, opdat het verkeer zoo rnin mogelijk vertraging zal ondervinden. Op het Stationsplein en op de trottoirs aan die over- zijdie langs de Prins Hendrikkade waar het hoofdkwartier voor Nederland is gevestigd en de Martelaarsgracht zullen honderden heilssoldaten met fakkels geposteerd staan. Enkele Leger-muziekkorpsen zullen de volks- liederen ten gehoore brengen. De generaal wordt naar een klein podium geleid, waai' commandant Bouwe Vlas, de leider van het Leger des Heils in Nederland, haar met een kort woord zal toespreken. Krachtige luid>- sprekers, aan weerszijden van het Cenfraa' Station, zullen de gesproken woorden voor de menigte tot op het Damrak verstaanbaar maken. De Vlissingsche trein komt aan te Amster dam om 21.07 uur. Met den stationschef, den heer E. Haak wordt overleg gepleegd over de te nemen maatregelen, daar aangenomen kan worden, dat de belangstelling voor de eerste vrouwelijke generaal van het Leper nog wel de dochter van „the grand old man" en stichter van deze wereldiorgamsatie, William Booth groot zal zijn. BIJZ. VRIJW. LANDSTORM. Het aantal vrijwilligers bij den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm nam, naar wij in het landstormblad lezen, in 1935 toe met 1120, waardoor de B. V. L. (de korpsen motordienst, vaartuigendienst en spoorwegdienst inbegre- pen) thans 84.296 vrijwilligers telt. Het aantal aangesloten reserve-officieren breidde zich uit met 121in totaal hebben zich 2473 reserve-officieren bij den B. V. L. ver- bonden. Er konden 21 nieuwe plaatselijke afdeelin- gen worden opgericht. De B. V. L. was op 31 December als volgt samengesteld: Inspectie van den vrijwilligen landstorm; 19 landstormkorpsen, omvattende: 1310 plaatselijke afdeelingen van bijzondere vrijwilligers met len ban 61.215 vr., 2en ban 13.219 vr.; de vrijwillige landstormkorpsen Motordienst, Vaartuigendienst en Spoorwegdienst 9862 vr. Totale sterkte der vrijwilligers 84.296 man, waartoe behooren 2473 reserve-officieren en 1217 plaatselijke leiders. De sterkte der landstormkorpsen bedroeg bij het Friesch Verband 5452, Groningsch Ver- band 3760, Drentsch Verband 2860, Twentsch Verband 4141, de Ussel en Vollenhove 4141; Veluwsch Verband 1229, Veluwaoom 3647, Limburgsche Jagers 5928, de Meijerij 12214, West-Brabantsch Verband 2159, Zeeuwsch Verband 2801, Verband Moniden der Maas 838, Rotterdam 3169, Verband Dordrecht 1978, Zuid-HalLand: West 6931, Nieuwe Hollandsche Waterlinie 2636, SteUing van Amsterdam 5114, Kennemerland 1541, Verband Alkmaar 3895, motordienst 7815, spoorwegdienst 1414, vaar tuigendienst 633. In totaal 84296 vrijwilligers. WERKLOOZENZORG. De perscommissie van de „Centrale voor Werkloozenzorg" schrijft ons: Jong Holland snakt naar werk! De werkkampen open ook in 1936! Geeft hun kans! In het voorjaar van 1935 zette de Cenitrale voor Werkloozenzorg (gesticht op initiatief van den Raad van Nederlandsche Kerken voor practisch Christendom.) onder de hierboven vermelde leuze een aerie in om een bedrag van een halve ton bij een te brengen voor de werkkampen. Dank zij de voortreffelijke medewerking ook van de pers, slaagde deze actie sehitterend. In plaats van 50.000 kregen we ruim 73.000 bijeen Daarom besloot de ,,Centrale" niet drie kampen, maar er tenminste zeven te openen. Vooral ook omdat er bij de werklooze jeugd groote interesse was voor deetoame aan deze kampen. Niet ten onrechte was de leus „Jong Holland snakt naar werk" aangeheven. Zelfs'de zeven kampen waren niet in staat alle aanvragers op te nemen; er staan niog hon- derde jeugddge werkloozen te wachten om op- name. Daarom zal in April a.s. nog een acht- ste kamp geopend worden in de omgeving van Breda. Met de openstelling van dit achtste kamp is de mogelijkheid geopend, dat uit nagenoeg alle deelen van het land jeugdige werkloozen van Chr. huize gedurende acht weken ge- plaatst kunnen worden. Eind November 1935 hadden reeds 800 jon- geren gedurende acht weken gewerkt en 40.000 dagen in de kampen doorgebracht. De werkkampen zijn gelegen te Ede, Rockanje, Bussum, Ommen, Oude Mirdum (Gaaster- land)Roden (Dr.) en Rumpen (L.). De drie laatstgenoemde kampen worden of zijn uitgebreid, zoodat straks in de kampen per achtweeksche periode, 750 deelnemers ge- plaatst worden. Per jaar kunnen dus, omdat er vijfmaal zulk een periode plaats heeft, 3750 deelnemers een leans krijgen, Er kunnen dan 185.000 dagen dit jaar in de kampen doorge bracht worden. Dit alles kan mits Ghristelijk Nederland er zorg voor draagt, dat het noodige geld daar- voor bijeengebracht wordt. Dank zij de voor treffelijke hulp van de Regeering, kunnen deze kampen gehouden wordenMaar dan moet de Cenitrale" zorg dragen, dat de ontbrekendie 25 die noodig zijn om de kampen te finan- cieren (het Rrjk geeft 75 subsddie) bijeen gebracht wordt. i Die 25 zal ongeveer 100.000 zijn. En de ,,Centrale" doet daanom straks weer een beroep op alle christenen in Nederland, om die actie te steunen. In de week van 30 Maart—4 April a.s. zal over heel het land door middel van bonboekjes en lijsten bij geestverwanten een bijdrage wor den gevraagd. Daarvoor zijn thans ongeveer I 200 comitd's gevormd en op nog meer plaat- sen worden voorbereidingen getroffen om tot stichting van comite's te geraken. 1 Ter ondersteuning van deze actie zal een groote en kleine reclameplaat worden afge- drukt teneinde het publiek op de actie attent j te maken. Driehonderdduizend folders wor den verspreid cm de aspirant-gevers op te wekken iets voor dit goede doel af te staan. Straks trekken eenige duizende collectanten door het land om een bezoek te brengen aan hen, die voor dit goede doel een bijdrage wil- len geven, terwijl de „Centrale" plannen in uitvoering heeft om op ongeveer homderd plaatsen groote vergaderingen te houder ter voorliehting van het Christelijk publiek. Daarenboven komt er een extra-nummer van het orgaan der „Centrale" Raad en Daad geheeten, uit, waarin allerlei bijzonderheden over het werk zijn opgenomen. De werkkampen open 66k in 1936! Daarvoor is 100.000 noodig. En tot de Ohristenheid van Nederland gaat de rpep uit: Geeft hun (nl. onze jeugdige werkloozen) kans! DE WERKLOOZENZORG IN NEDERLAND. Kosten bedroegen verleden jaar f 34 per hoofd of j 2 per gezin per week. Voor de vereeniging „De Industrieele Club" en het departement Amsterdam van de Ned. Mij voor Nijverheid en Handel, sprak Vrijdag- avond de heer Meyer de Vries, hoofd-inspec- teur voor de werkverschaffing over Werk loozen zorg in Nedierland". Aan de hand van eenige grafieken sohetste spreker den omvang van de werkloosheid in ons land, welke nog steeds neiging heeft om- hoog te loopen. Zoo bedroeg het aantal in- geschreven werkloo:^en aan het einde van de maanden December 1933, 1934 en 1935 achter- eenvolgens rond 293.000, 400.900 en 468.000. Dezelfde tendenz van stijgdng is waar te nemen in het aantal personen, dat van over- heidswege, hetzij door werkverschaffing, hetzij door steun wordt geholpen. Bedroeg dit aan tal einde November 1933 rond 189.000. eind November 1934 was dit gestegen tot 210.600, om een jaar later te bedragen ruim 242.000. Het ligt voor de hand, dat de uitgaven voor warkloozeneorg van groote beiteekenis ziijn geworden. Het is niet buitengesloten, dat alleen voor wat de werkloozenzorg betreft in 1935 van overheidswege een bedrag beschik- baar is gesteld, dat niet ver van de 150 mil- lioen gulden ligt. Wanneer men dit bedrag omslaat over alle Nederlanders, dan komt men aan een bedrag van ongeveer 1819 per jaar, per inwoner, hetgeen overeenkomt met ongeveer 1,25 per gezin per week, d.i. dus f 60f 65 per jaar. Wanneer men ook nog rekening houdt met de uitgaven voor armen- zorg, dan zijn de uitgaven voor werkloozen zorg en armenzorg per Nederlander f 34 per jaar of wel dooreengenomen 2 per gezin en per week. In den loop van de jaren heeft de Neder landsche overheid steeds ten voile getoond, dat zij haar plicht ten opzichte van de werk loozen begreep. Op verschillende wijzen is deze hulp tot uiting gekomen. Een van de oudste vormen is die van de werkloosheids- verzekering en het is belangrijk hier mede te deelen dat van 1917 tot 1934 meer dan 194 millioen gulden door middel van de warkloos- heidsverzekering is uitgekeerd, waarvan onge veer 83Yz millioen gulden dioor de arbeiders Uit het Engelsch door BEN BOLT. (Nadruk verboden.) 31) Vervolig. „Wiaar ben je gebleven, Ching, nadat ik je in het gedrang in de stad kwijt raaikte?" ,Zag qpeens mijn broer. Wist niet hij in Pi- Chow is, en ik acbter hem aan en spreeik met hem. Hij rijke man tegeniwoordig en heb geld van hem geleend; draagstoel ook, touw ook. Hij is niet vergeten hoe vader gedood en wil oolk wel Weng-<Ho hak zetten, maar hij te bang om zelf wat te doen. Ik zel, dat u terug- betaalt, wat ik geleend, dokter Forsyth". ,,Ja, dat komt wel in orde. Maar hoe ben je zoo zonder ongelukiken op de Yamen ge komen?" ,,Toem ik u kwijt was tusechen de kramen en niet teruigvinden kon, ik denk dr. Forsyth gaat alleen naar de Yamen en probeerf missie Harrington te redden. Leen stoel en touw en ik ook naar de Yamen. Klim over den muur zie licht in een paar kamers en kijk. In de eerste kamer is niemand en dus stil als slang naar andere kruipen. Hoor stemmen, lig plat op den gronid en wacht. Opeens stem van Li Weng-Ho, dan andere stem en ik denk, dat dokter Forsyth, misschien heeft hij mij noodig. Dus kruip ik naar voren en kijk in de kamer. Hi zie miss Barrington eerst, zij is heel bleek; dan zie ik Li Weng-Ho en ik weet direct wat aan de hand is hem niet aanstaat en dan zie ik u en ik blij want li heeft zwaard in uw hand en denk dat u dien duivel nu dood- maken". die tegen werkloosheid, verzekerd zijn, zelf is opgebracht. In dit verband wees spr. er nog op, dat in sommige kringen wel eens bezwaar wordt gemaakt tegen het feit, dat de werkloosheids- verzekering, hoewdl er belangrijike en initep- sieve controle van de overheid is, voor wat betreft de uitvoering, in handen is van de vakbeweging. Wie aldus spreken, zoo zeide de heer Meyer de Vries, hebben geen voldoen- de imzicht in hetgeen op voorbeeldige wijze al jaren achtereen en meerendeels belangeloos door duizenden eenvoudige arbeiders in den lande wordt gedaan. De heer De Vries hdielid zich vervolgens bezig met het vraagstuk der werkloosheid onder de "jeugd. Het is ndet buitengesloten, dat alleen het rijk in het jaar 1935 voor dit doel ongeveer 1 millioen gulden zal hebben besteed, waarboven dan nog komen de belang- rijke bedragen, door de gemeentebestunen uit- getrokken en de eveneens groote geldsommen, welke de verschillende richtingen voor dit doel ter beschikking hebben gesteld. Samenvattende zeide spr., dat men niet I moet denken, dat ondanks den geweldigen omvang van de werkloozenzorg in ons land, er reden is om te wanhopen over den arbeids- lust van de werkloozen zelf. Het overgroote deel van de werkloozen is werkelijk bezield met de gedaohte om te wil- j len werken. Men zij dan ook wel zeer voorzichtig met het uitspreken van woorden als arbeidssehuw- heid en meer dergelijke gezegden. Als men zelf dag in dag uit het voorrecht geniet van te mogen arbeiden, dan beseft men soms niet voldoende, wat het zeggen wil iederen dag weer te moeten opstaan met als eenige taak den gang naar het stempellokaal. Bewonde- ring moet men in feite hebben voor de vele duizenden, die ondanks het naar beneden drukkende van hun leven blijk geven toch nog de kracht hebben om er boven uit te komen. Om aan de moeilijkheden, die ons in de kamende jaren nog wel deelachtig zullen wor den bij de zorg voor de werkloozen, het hoofd te kunnen bieden, zal het noodig zijn, dat ons geheele volk samenwerkt, omdat het voor een groot deel alleen daardoor mogelijk zal zijn betere tijden te doen aanbreken. FINANCIEELE MOEILIJKHEDEN TE ROTTERDAM. Rotterdam's gemeentetoestuur bevindt zich thans nu de maand Januari reeds bijna ver- streken is nog voor de vraag of het op 1 Fefbruari in staat zal zijn aan dfe financieele verplichtingen der stad te voldoen. De voor- waarden, die de regeering heeft gesteld, alvo- rens zij bereid is aan de gemeente nieuwe kas- gelidleeningen te verstrekken, heeft het Rot- terdaimsch college van Burg, en Wetlh. tot dusver niet willen inwill'igen. Het Rijk sclhijnt dan ook niet van zins op- nieuw belangrijke bedragen kort geld ter be- sehikkinig van Rotterdam te stellen. Slaagt het college er niet in andere geldschieters te viraden - een mogelijkheid, die wel uitgeslo- ten lijkt of een regeling te treffen, dan is de kans zeer groot, dat het gemeentebestuur op 1 Februari zelfs de salarissen van het ge- meentepersoneel slechts ten deele zal kunnen betalen. KONING EDWARD EN DE POLITIEK. ..United Pres" sohrijft uit Londen: In den loop der jaren is het een ongeschre- ven privilege der Engelsche regeerende vorsten geworden op subtiele wijze invloed uit te mogen oefenen op de intemationale betrek- kingen. Ook de nieuwe koning, Edward VHI zal van dit recht gebruik mogen maken. Voor de meeste ambassadeurs en gezanten zal Edward VHI, wat zijn politiek standpunt betreft, nog een gesloten boek zijn. Niet- temin gelooft men, dat hrj met betrekking tot minstens twee politieke vraagstukken, een zeer duidelijk standpunt inneemt. Ten eerste zal de nieuwe koning alles in het werk stellen am de banden tusschen het keizerrijk nog nau wer aan te halen en ten tweede zal hij een nauwe samenwerking tusschen de Vereenigdie Staten en Engeland voorstaan. Op 15 Januari j.l. had de koning, toen nog prins van Wales, ter gelegenheid van de ont- vangst van de vlootdelega,ties, een vertrou- welijk onderhoud met Norman Davis, waarin hij dezen verzekerde, dat het zijn innige v;er©ch is, dat tusschen de bedde Angelsak- sische landen een hechtte en enge vriendschap bestaat. Trjdens het gesprek met Norman Davis, den leider van de Amerikaansche vlootdelegatie, was deze vol bewondering over de groote ken nis van zaken, welke -de koning ten toon sprfeidde. Over de houdiing van Edward VIII wat be treft de buitenlandsche politiek in zijn ge- heel, loopen de meeningen ui'teen. Dat Edward VHI veei belang stelt in het wereiidrijk, daarvan getuigen niet alleen zijn groote reizen, maar ook uit zijn talrijke uit- latingien bleek zijn speciale belangstelling voor het Britsche imperium. Men mag aan- nemen dat de koning alles zal in het werk stellen, om het in 1937 afloopende Ottawa- verdrag, betreffende economische samenwer king binnen het Britsche wereldrijk, te ver- lengen en uit te breiden. De rol, die Edward VHI in de toekomst in de Europeesche politiek zal spelen, laat zioh moeilijk omschrijven, doch men gelooft in vele kringen, dat hij zekere sympathie voor Duitschland koestert. Omschoon deze nimmer beslissend voor de buitenlandsche politiek van Engeland kan zijn, zou het een machtige fac tor kunnen zijn tegen de pogingen om Duitsch land diplomatiek en militair volkomen in te sluiter; en tegen deelneming van Engeland aan anti-Duitsc'ne bondgenootschappen. Men gelooft voorts, dat de koning tegen- standeir is van bondgenootschappen op het vaste'and. Men herinnert er aan, dat Edward VIII in een rede indirect een toespeling maak- te op een bezoek van het Engeische iegioen aan Duitschland. Deze beweerde Duitsch- gezinde tendenzen van den nieuwen koning zijn niet aan de aandacht van de Fransche dipiomaten te Londen ontsnapt. Toch kan men niet. zeggen, dat de nieuwe konmg in Europeesche aangelegenheden voor of tegen een of ander land ingenomen is. Als prins van Wales is het hem gelukt, met zijn openhartig en oprecht karakter, de mees te dipiomaten ervan te overtuigen, dat hij een vriend van hun land is. In het aJgemeen is men van oordeel, dat koning Edward achter de coulissen een sterkeren invloed zal uit- oefenen, dan zijn vader in de latere jaren heeft gedaan. In vredestijd is deze invloed nooit openlijk zichtbaar en geschiedt door middel van besprekingen met den minister- president of den minister van buitenlandsche zaken of in een particulier gesprek met een buitenlandschen diplomaat. iSpeciaal word't te Londen de nadruk gelegd op de groote belangstelling van koning Ed ward voor de weermacht. Met beslistheid wordt verwacht, dat onder zijto regeering en onder zijn invloed de beweging voor uitbrei ding van de Britsche defeosie in geval van een oorlog een nog hoogere vlucht zal nemen. Koning Edward zal, naar men aan- neemt, vooral groote waarde hechten aan de versterkiug van de luchtmacht, daar hij deze als de dringendSte militaire noodzakelijkheid beschouwt. Afgezien van de bijzondere sympathieen des konings aal hij naar de meening van poli- tkke kringentrachteu Engeland's positie als bemiddelaar in Europeesche aangelegen heden weer te veroveren en elke neiging te bestrijden, om zicn al te veel met continen- tale aangelegenheden te bemoeien. 200.000 SCHERPSCHUTTERS IN MOSKOU. Op 1 Januari van dit jaar telde Moskou 200.760 Worosjilof schutters eerste klas en 6000 Worosjilof sichutters tweede klas. Onder Worosjilof schutters verstaat men schutters, die een hooge klasse bereikt "aehhen in het schijfscihieten met klein kalilber geweren en op 50 meter afsitand tenminste 84 punten van de 100 behalen. HERLEVING VAN HET DUITSOHE STUDENTEN-DUEL Ching gat daarop in zijn schilderachtig taaltje een relaas van het gebeurde in de kamer en van zijn verschijnen als een deus ex machina op het hachelijkst oogenblik. ,,Het komt me voor, dat ik een heeleboel aan je te danken heb, Ching", verklaarde de dokter, toen zijn reisgezel uitgesproken was. ..Misschien dokter Forsyth. Maar nu nog niet over praten Nog altijd gevaar". „En of. We kunnen er wel op rekenen, dat wanneer Li Weng-Ho verlost is, hij onmid- dellijk een achtervolging zal beginnen met grof geschut en een net zal spannen, over de heele provincie om ons te vangen". Ching, die opnieuw betreurde dat de dokter geen korte metten met den mandarijn en zijn secretaris had gemaakt, beaamde dit volko men en gaf ads zijn meening te kennen, dat ze den tocht den geheelen nacht moesten voort- zetten, om als het licht werd, een plekje te zoeken, waar zij zich konden verbergen. Ze waren tot aan de eerste, lage heuvels genaderd en kwaunen aan een punt, waar de weg overging in een lange, moeizame trap- helling. De steilte deed bijna het heele ge- wicht van draagstoel en passagier op de schouders van Forsyth drukken en de dokter dankte den hemel, toen hij, buiten adem en hijgend bij een bocht in het pad een plaats ontdekte, waar zij den draagstoel konden neerzetten. Tf^n het primitieve vervoermdddel op den grond stond, werd het gordijn terzijde ge- schoven en verscheen het hoofd van Kathleen. Dokter Forsythbegon zij, maar de zendingsarts viel haar onmiddellijk in de rede: „Ik heet Dick" „Ja", antwoordde zij met een laohje, ,,ik herinner me. dat u me eens verteld hebt, dat uw goede vrienden u Dick noemden". „Je wou me wat vragen, Kathleen?" I !ja, Dick!" De intieme naam werd uitge sproken met een verlegen aarzeling, die hem nauwelijks luider deed klinken dan een fluiste- ring. Ik Wilde vragen waar we waren "we zijn juist bij het begin van de heuvels "ft. zooals ik- Zie, staan we hier op een van die ellendige, lange hellingen. Ik stap uit en go, verder loopen.411k Jtan werkelyk niet toe- staan, dat Ching en jij zich zoo moe maken" ,,Het is heusch. niet zoo erg, Kathleen. We kunnen jouw gewieht best aan". „Je kunt praten wat je wilt, ik ga loopen hie'ld ze vol. „Ik zou me op een heuveltrap als deze zelfs niet door koelies laten dragen. Bovendien kunnen we niet samen praten als ik in den stoel zit, en ik wou wel eens wat van jullie avonturen hooren. Je begrijpt toch zeker wel, dat ik brand van nieuwsgierigheid, om gewaar te worden hoe je op die jonk van Li Woeng-Ho kwam en hoe je het gelukt is te ontsnappen en Pi-Chow te bereiken Ze sprong op don grond, en toen Ching en Forsyth den thans veel lichter geworden draagstoel weer .-op hun schouders namen, stapte zij naast den dokter voort, gelijk met hem op. „Vertel me nu alles Dick". Hij gaf een levertcbg verslag van de gebeur- tenissen sedert het ontvangen van haar brief je en zijn verhaal was nog niet geheel geeindigd toen ze de bovenste ruwe treden beklommen. Eensklaps liet Ching, die voorop liep, een lichte waarschuwende kreet hooren. ,,Wat is er?" vroeg Forsyth direct be- zorgd. ,,Daar voor ons vuur. Lijkt kampvuur Een oogenblik later zag ook Forsyth het, een klein rond vuur,terwijl op den achter- grond de omitrekken van een tent zichtbaar waren. „Wat kan1 dat zijn, Ching?" „Weet niet. Kan niet zeggen tot wij zien" En stilstaande staarden zij alle drie in de door het vuur verlichte duisternis naar de silhouet van die onheilspellende tent. In de bijeenkomst heeft DerichsweUer, vol- gens Reuter, nog madegedeeld, dat de Leider zich in principe heeft uitgesproken voor een nieuwe eere-code d©r Duitsche studenten. vol- gens welke de eer slechts met bloed kan wor den gewroken. Volgens deize varklaringen zal het duel waarsdhijnlijk voor alle Duitsche stu denten verplicht worden. XVIII. Langs het bergpad. Een paar minuten beraadslaagden de vluch- telingen, tot Ching aanbood op verkenning uit te gaan. Forsyth stemde toe en toen zijn trouwe lijftrawant wegglipte, bleef hrj, met den arm om Kathleen, naar het vuur kijken. „Het kunnen geen majnnen van de Yamen zijn", meende het meisje, ,,want ik heb Li- Werrg Ho order hooren geven, dat niemand h-. zou laten villen, zooals hij ge nn-flnnllarcn ^jloilCPl VSOI de Yamen _1 M UoJWT IxurrnPT der mijn kleinen hamdikoffer en schoenen, en toen hij op me toekwam, klaagde ik over de warmte en zei, dat ik even naar buiten wilde gaan in zijn particulieren tuin. Hij stond erop mij te begeleiden en daarop wandelde ik lang- zaam naar de kamer waar je aohtengebleven was, luid pratend om je te waarschuwen en in de hoop, dat je een goed heenkomen zou zoeken. Ik was cntzettend angstig over je." ,,En iik over jou. Maar ik zou niet wegge- gaan zijn en jou met dien schavuit alleen heb- iben gelaten, zelfs al had ik zeker geweten, dat in den particulieren vleugel van de Yamen binnen mocht gaan en Chineesche bedienden zijn de gehoorzaamste ter wereld. Het zal nog verscheidene uren duren, voor er van eenige vervolgirag sprake kan zijn". „Ik hoop het", was het wederwoord, „en het is een geluk, dat we niiet veel sporen heb ben achtergelaten. Het zal zelfs Li Weng-Ho met alle hulpmididelen waarover hij beschikt, eenAgen tijd kosten am ons spoor te vinden. tenzrj wij den tegenvaller mochten hebben, remand te ontmoieten, die hem het nieuws overbrengt". Hij zweeg eenige oogenblikken; toen vroeg hij: „Je zegt, dat je Li Weng-Ho de order hebt hooren geven? Wanneer was dat?" ..Hoonde je die gong?" „Ja, dat deed mij den angst om het hart „Het was toen. Ik had schoenen en een mantel gehaalid zooals we afgesproken hadden en op den terugweg ontmoette ik Li Weng- Ho. Ik was vreeselijk geschrokken, want ik wist niet, dat hij thuis was." ,,'Hij moet thuis gekomen zijn terwijl wij met elkaar praatten. We hebben ontzettend geboft, dat hij ons niet verrast heeft." „ja", gaf KatiMeen toe. „Toen ik hem zag, j was ik gewoon wanhopig. Ik wou je waar- schuwen, maar wist niet zoo gauw hoe ik dat doen moest. Maar opeens kreeg ik een idee, j Ik had den mantel aver mijn arm en daaron- dreigd heeft. Hoe je een seconde hefbt kunnen denken, Kathleen, dat ik zou weggaan en je alleen laten, begrijp ik niet." ,,Ik geloof ocik niet, dat ik werkelijk ver- waohtte, dat je dat doen zou". luidde het be- scheid. „Maar ik wilde je de kans geven". .Daarom bleef je in de deur staan? Terwijl hij sprak, voelde hij haar huiveren. „Wat is er?" wilde hij weten. ,,0", fluistende zij, „dat was een vreeselijk oogenblik. Ik moest coquetteeren en dien ellendeling aanmoedligen. Hij legde zijn afschu- welijke hand op mijn scihouder. Ik had het wel kunnen uitschreeuwen, maar in plaats daar van gaf ik hem lonkjes en om te ontkomen aan wat komen moest, tnok ik het gordijn op zij. Bij den eersten bilk dadht ik dat de kamer leeg was, dat je was weggegaan; toen zag ik je achter het scheirn staan en om te verhin- deren, dat Li Wenig-Ho je ook zou zien, ma- noeu/vreerde ik zoo, dat hij met zijn rug naar je toekwam, en daar ik begreep, dat je op een gegeven moment tusschenibeide zou komen, leidde ik het gesprek zoo, dat je op het juiste oogenblik je kans zou krijgen, ofschoon ik al dien tijd wel had kunnnen huilen". „Ie bent heel moedi'g. Kathleen", antwoord de hij ernstig, haar hand aan zijn lippen bren- gend. (Wordt vervoigd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 5