ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
No. 9407
WOENSDAG 29 JANUARI 1936
76e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
Een liefde in China.
Buitenland
TWEEDE BLAD
mij
VRIJHEID VAN DRUKPERS.
Wijziging van art. 7 der Grondwet
Aan de regeering is toegezonden een vol
gende resolutie, met de mededeeling, dat de
betrokken besturen bereid zijn hoar, desge-
wenscht, nader mondelimg toe te lichten, waar-
aan wij het volgende ontleenen:
De besturen van den Nederlandschen Jour-
nalisten-Kring, de Vereeniging van Directeu-
ren „De Nederlandsche Dagbladtpers", de
Roomseh-Katholieke JoumaUsten-Vereeniging
en de Vereeniging van Directeuren „De Neder-
landsche Roomsch-Katholieke Dagbladpers"
kennis genomen hebbend van de mededee
ling der regeering dat het haar voornemen is
bij de aanstaande Grondwetsherziening ook
een wijziging voor te stellen van art. 7 en dat
deze de strekking zal hebben „om het mogelijk
te maken bij de wet het zeer stringente voor-
schrift van het huidige Grondwets-artikel te
temperen";
Zijn van oordeel, dat zij, als de vertegen-
woordigers der eerst-betrokkenen bij het
gnoote goed der drukpersvrijheid, reeds thans
tot op zekere hoogte hun standpunt kunnen
en moeten vaststellen;
en geven mitsdien het volgende als him
mieening te kennen:
Persvrijheideen volksbelang.
De in art. 7 der Grondwet belichaamde vrij-
heid van drukpers is niet slechts een belang
voor de pers, en voor deze een levensvoor-
waarde om haar arbeid met vrucht te kunnen
vervullen, maar is ook en, vooral een volks
belang, waarborg voor en kroon op onze volks-
vrijheden.
Ongerepte handhaving van de persvrijheid
is daarom in het waar ach tig belang van onze
volksgemeenschap.
Daartegenover is het de volstrekte plicht
der pers, de vrijheid niet te misbruiken; zonder
voorbehoud moeten deswege het recht en de
taiak der regeering en der justitie worden er-
kend, om tegen misbruik van de persvrijheid
met gestrengheid op te treden, vooral in be-
wogen en gevaarvolle tijden als wij thans be-
leven, en de journaldsten, de pers-organen en
de persvereenigingen dienen met dat optreden
him instemming te hetuigen, omdat het mis
bruik der vrijheid een schending is van de vrjj-
heid zeive.
Middelen tegen het misbruik, die neerkomen
op preventieve censuur in welken vorm dan
ook, zijn in wezen een aantasting van de vrij
heid zelve en bergen het gevaar in zich van
een toepassing, welke het doel voorbijschiet;
Een .tempering" van het voorsphrift van
art. 7 ,,bij de wet" bsteekent, dat het groote
beginsel der vrijheid zwakker komt te staan,
en van de Grondwet feitelijk wordt overge-
bracht naar de met zooveel minder waarbor-
gen omringde gewone wet, waardoor tijdelijke
meerderheden gelegenheid krijgen in de be-
perking nog veel verder te gaan dan wellicht
thans in de bedoeling ligt.
De besturen dringen er daarom met alien
nadruk bij de regeering op aan, af te zien van
elken maatregel, welke de vrijheid van druk
pers zou aantasten en preventieve censuur
invoeren, en verklaren zich voor gestrengere
toepassing van de bestaande voorschriften,
zoo noodig met verscherping en uitbreiding
der geldende straffen.
EVANGELINE BOOTH IN ONS LAND.
Evangeline Booth, de vrouwelijike generalis-
simus van het Leger des Heils, zal Nederland
een kort bezoek brengen.
Vrijdag 31 dezer zal zij uit London te Vlis-
singen airriveeren. Aan de verschillende sta
tions, welke zij passeert op haar reis naar
Amsterdam, zullen deputaties uit korpsen
haar begroeten. Voor haar aankomst aan het
Oentraal Station te Amsterdam worden maat-
regelen genomen, opdat het verkeer zoo rnin
mogelijk vertraging zal ondervinden. Op het
Stationsplein en op de trottoirs aan die over-
zijdie langs de Prins Hendrikkade waar het
hoofdkwartier voor Nederland is gevestigd
en de Martelaarsgracht zullen honderden
heilssoldaten met fakkels geposteerd staan.
Enkele Leger-muziekkorpsen zullen de volks-
liederen ten gehoore brengen. De generaal
wordt naar een klein podium geleid, waai'
commandant Bouwe Vlas, de leider van het
Leger des Heils in Nederland, haar met een
kort woord zal toespreken. Krachtige luid>-
sprekers, aan weerszijden van het Cenfraa'
Station, zullen de gesproken woorden voor de
menigte tot op het Damrak verstaanbaar
maken.
De Vlissingsche trein komt aan te Amster
dam om 21.07 uur. Met den stationschef, den
heer E. Haak wordt overleg gepleegd over de
te nemen maatregelen, daar aangenomen kan
worden, dat de belangstelling voor de eerste
vrouwelijke generaal van het Leper nog
wel de dochter van „the grand old man" en
stichter van deze wereldiorgamsatie, William
Booth groot zal zijn.
BIJZ. VRIJW. LANDSTORM.
Het aantal vrijwilligers bij den Bijzonderen
Vrijwilligen Landstorm nam, naar wij in het
landstormblad lezen, in 1935 toe met 1120,
waardoor de B. V. L. (de korpsen motordienst,
vaartuigendienst en spoorwegdienst inbegre-
pen) thans 84.296 vrijwilligers telt.
Het aantal aangesloten reserve-officieren
breidde zich uit met 121in totaal hebben zich
2473 reserve-officieren bij den B. V. L. ver-
bonden.
Er konden 21 nieuwe plaatselijke afdeelin-
gen worden opgericht.
De B. V. L. was op 31 December als volgt
samengesteld:
Inspectie van den vrijwilligen landstorm;
19 landstormkorpsen, omvattende:
1310 plaatselijke afdeelingen van bijzondere
vrijwilligers met len ban 61.215 vr., 2en ban
13.219 vr.;
de vrijwillige landstormkorpsen Motordienst,
Vaartuigendienst en Spoorwegdienst 9862 vr.
Totale sterkte der vrijwilligers 84.296 man,
waartoe behooren 2473 reserve-officieren en
1217 plaatselijke leiders.
De sterkte der landstormkorpsen bedroeg
bij het Friesch Verband 5452, Groningsch Ver-
band 3760, Drentsch Verband 2860, Twentsch
Verband 4141, de Ussel en Vollenhove 4141;
Veluwsch Verband 1229, Veluwaoom 3647,
Limburgsche Jagers 5928, de Meijerij 12214,
West-Brabantsch Verband 2159, Zeeuwsch
Verband 2801, Verband Moniden der Maas 838,
Rotterdam 3169, Verband Dordrecht 1978,
Zuid-HalLand: West 6931, Nieuwe Hollandsche
Waterlinie 2636, SteUing van Amsterdam 5114,
Kennemerland 1541, Verband Alkmaar 3895,
motordienst 7815, spoorwegdienst 1414, vaar
tuigendienst 633. In totaal 84296 vrijwilligers.
WERKLOOZENZORG.
De perscommissie van de „Centrale voor
Werkloozenzorg" schrijft ons:
Jong Holland snakt naar werk!
De werkkampen open ook in 1936!
Geeft hun kans!
In het voorjaar van 1935 zette de Cenitrale
voor Werkloozenzorg (gesticht op initiatief
van den Raad van Nederlandsche Kerken voor
practisch Christendom.) onder de hierboven
vermelde leuze een aerie in om een bedrag
van een halve ton bij een te brengen voor de
werkkampen. Dank zij de voortreffelijke
medewerking ook van de pers, slaagde deze
actie sehitterend.
In plaats van 50.000 kregen we ruim
73.000 bijeen Daarom besloot de ,,Centrale"
niet drie kampen, maar er tenminste zeven te
openen. Vooral ook omdat er bij de werklooze
jeugd groote interesse was voor deetoame aan
deze kampen. Niet ten onrechte was de leus
„Jong Holland snakt naar werk" aangeheven.
Zelfs'de zeven kampen waren niet in staat alle
aanvragers op te nemen; er staan niog hon-
derde jeugddge werkloozen te wachten om op-
name. Daarom zal in April a.s. nog een acht-
ste kamp geopend worden in de omgeving van
Breda.
Met de openstelling van dit achtste kamp
is de mogelijkheid geopend, dat uit nagenoeg
alle deelen van het land jeugdige werkloozen
van Chr. huize gedurende acht weken ge-
plaatst kunnen worden.
Eind November 1935 hadden reeds 800 jon-
geren gedurende acht weken gewerkt en
40.000 dagen in de kampen doorgebracht. De
werkkampen zijn gelegen te Ede, Rockanje,
Bussum, Ommen, Oude Mirdum (Gaaster-
land)Roden (Dr.) en Rumpen (L.).
De drie laatstgenoemde kampen worden of
zijn uitgebreid, zoodat straks in de kampen
per achtweeksche periode, 750 deelnemers ge-
plaatst worden. Per jaar kunnen dus, omdat
er vijfmaal zulk een periode plaats heeft, 3750
deelnemers een leans krijgen, Er kunnen dan
185.000 dagen dit jaar in de kampen doorge
bracht worden.
Dit alles kan mits Ghristelijk Nederland er
zorg voor draagt, dat het noodige geld daar-
voor bijeengebracht wordt. Dank zij de voor
treffelijke hulp van de Regeering, kunnen deze
kampen gehouden wordenMaar dan moet
de Cenitrale" zorg dragen, dat de ontbrekendie
25 die noodig zijn om de kampen te finan-
cieren (het Rrjk geeft 75 subsddie) bijeen
gebracht wordt.
i Die 25 zal ongeveer 100.000 zijn. En
de ,,Centrale" doet daanom straks weer een
beroep op alle christenen in Nederland, om
die actie te steunen.
In de week van 30 Maart—4 April a.s. zal
over heel het land door middel van bonboekjes
en lijsten bij geestverwanten een bijdrage wor
den gevraagd. Daarvoor zijn thans ongeveer
I 200 comitd's gevormd en op nog meer plaat-
sen worden voorbereidingen getroffen om tot
stichting van comite's te geraken.
1 Ter ondersteuning van deze actie zal een
groote en kleine reclameplaat worden afge-
drukt teneinde het publiek op de actie attent
j te maken. Driehonderdduizend folders wor
den verspreid cm de aspirant-gevers op te
wekken iets voor dit goede doel af te staan.
Straks trekken eenige duizende collectanten
door het land om een bezoek te brengen aan
hen, die voor dit goede doel een bijdrage wil-
len geven, terwijl de „Centrale" plannen in
uitvoering heeft om op ongeveer homderd
plaatsen groote vergaderingen te houder ter
voorliehting van het Christelijk publiek.
Daarenboven komt er een extra-nummer
van het orgaan der „Centrale" Raad en Daad
geheeten, uit, waarin allerlei bijzonderheden
over het werk zijn opgenomen.
De werkkampen open 66k in 1936! Daarvoor
is 100.000 noodig. En tot de Ohristenheid
van Nederland gaat de rpep uit: Geeft hun
(nl. onze jeugdige werkloozen) kans!
DE WERKLOOZENZORG IN NEDERLAND.
Kosten bedroegen verleden jaar f 34
per hoofd of j 2 per gezin per week.
Voor de vereeniging „De Industrieele Club"
en het departement Amsterdam van de Ned.
Mij voor Nijverheid en Handel, sprak Vrijdag-
avond de heer Meyer de Vries, hoofd-inspec-
teur voor de werkverschaffing over Werk
loozen zorg in Nedierland".
Aan de hand van eenige grafieken sohetste
spreker den omvang van de werkloosheid in
ons land, welke nog steeds neiging heeft om-
hoog te loopen. Zoo bedroeg het aantal in-
geschreven werkloo:^en aan het einde van de
maanden December 1933, 1934 en 1935 achter-
eenvolgens rond 293.000, 400.900 en 468.000.
Dezelfde tendenz van stijgdng is waar te
nemen in het aantal personen, dat van over-
heidswege, hetzij door werkverschaffing, hetzij
door steun wordt geholpen. Bedroeg dit aan
tal einde November 1933 rond 189.000. eind
November 1934 was dit gestegen tot 210.600,
om een jaar later te bedragen ruim 242.000.
Het ligt voor de hand, dat de uitgaven voor
warkloozeneorg van groote beiteekenis ziijn
geworden. Het is niet buitengesloten, dat
alleen voor wat de werkloozenzorg betreft in
1935 van overheidswege een bedrag beschik-
baar is gesteld, dat niet ver van de 150 mil-
lioen gulden ligt. Wanneer men dit bedrag
omslaat over alle Nederlanders, dan komt men
aan een bedrag van ongeveer 1819 per
jaar, per inwoner, hetgeen overeenkomt met
ongeveer 1,25 per gezin per week, d.i. dus
f 60f 65 per jaar. Wanneer men ook nog
rekening houdt met de uitgaven voor armen-
zorg, dan zijn de uitgaven voor werkloozen
zorg en armenzorg per Nederlander f 34 per
jaar of wel dooreengenomen 2 per gezin en
per week.
In den loop van de jaren heeft de Neder
landsche overheid steeds ten voile getoond,
dat zij haar plicht ten opzichte van de werk
loozen begreep. Op verschillende wijzen is
deze hulp tot uiting gekomen. Een van de
oudste vormen is die van de werkloosheids-
verzekering en het is belangrijk hier mede te
deelen dat van 1917 tot 1934 meer dan 194
millioen gulden door middel van de warkloos-
heidsverzekering is uitgekeerd, waarvan onge
veer 83Yz millioen gulden dioor de arbeiders
Uit het Engelsch door BEN BOLT.
(Nadruk verboden.)
31) Vervolig.
„Wiaar ben je gebleven, Ching, nadat ik je
in het gedrang in de stad kwijt raaikte?"
,Zag qpeens mijn broer. Wist niet hij in Pi-
Chow is, en ik acbter hem aan en spreeik met
hem. Hij rijke man tegeniwoordig en heb geld
van hem geleend; draagstoel ook, touw ook.
Hij is niet vergeten hoe vader gedood en wil
oolk wel Weng-<Ho hak zetten, maar hij te
bang om zelf wat te doen. Ik zel, dat u terug-
betaalt, wat ik geleend, dokter Forsyth".
,,Ja, dat komt wel in orde. Maar hoe ben
je zoo zonder ongelukiken op de Yamen ge
komen?"
,,Toem ik u kwijt was tusechen de kramen
en niet teruigvinden kon, ik denk dr. Forsyth
gaat alleen naar de Yamen en probeerf missie
Harrington te redden. Leen stoel en touw en
ik ook naar de Yamen. Klim over den muur
zie licht in een paar kamers en kijk. In
de eerste kamer is niemand en dus stil als
slang naar andere kruipen. Hoor stemmen, lig
plat op den gronid en wacht. Opeens stem van
Li Weng-Ho, dan andere stem en ik denk,
dat dokter Forsyth, misschien heeft hij mij
noodig. Dus kruip ik naar voren en kijk in de
kamer.
Hi zie miss Barrington eerst, zij is heel
bleek; dan zie ik Li Weng-Ho en ik weet
direct wat aan de hand is hem niet aanstaat
en dan zie ik u en ik blij want li heeft zwaard
in uw hand en denk dat u dien duivel nu dood-
maken".
die tegen werkloosheid, verzekerd zijn, zelf is
opgebracht.
In dit verband wees spr. er nog op, dat in
sommige kringen wel eens bezwaar wordt
gemaakt tegen het feit, dat de werkloosheids-
verzekering, hoewdl er belangrijike en initep-
sieve controle van de overheid is, voor wat
betreft de uitvoering, in handen is van de
vakbeweging. Wie aldus spreken, zoo zeide
de heer Meyer de Vries, hebben geen voldoen-
de imzicht in hetgeen op voorbeeldige wijze al
jaren achtereen en meerendeels belangeloos
door duizenden eenvoudige arbeiders in den
lande wordt gedaan.
De heer De Vries hdielid zich vervolgens
bezig met het vraagstuk der werkloosheid
onder de "jeugd. Het is ndet buitengesloten,
dat alleen het rijk in het jaar 1935 voor dit
doel ongeveer 1 millioen gulden zal hebben
besteed, waarboven dan nog komen de belang-
rijke bedragen, door de gemeentebestunen uit-
getrokken en de eveneens groote geldsommen,
welke de verschillende richtingen voor dit
doel ter beschikking hebben gesteld.
Samenvattende zeide spr., dat men niet I
moet denken, dat ondanks den geweldigen
omvang van de werkloozenzorg in ons land,
er reden is om te wanhopen over den arbeids-
lust van de werkloozen zelf.
Het overgroote deel van de werkloozen is
werkelijk bezield met de gedaohte om te wil- j
len werken.
Men zij dan ook wel zeer voorzichtig met
het uitspreken van woorden als arbeidssehuw-
heid en meer dergelijke gezegden. Als men
zelf dag in dag uit het voorrecht geniet van
te mogen arbeiden, dan beseft men soms niet
voldoende, wat het zeggen wil iederen dag
weer te moeten opstaan met als eenige taak
den gang naar het stempellokaal. Bewonde-
ring moet men in feite hebben voor de vele
duizenden, die ondanks het naar beneden
drukkende van hun leven blijk geven toch nog
de kracht hebben om er boven uit te komen.
Om aan de moeilijkheden, die ons in de
kamende jaren nog wel deelachtig zullen wor
den bij de zorg voor de werkloozen, het hoofd
te kunnen bieden, zal het noodig zijn, dat ons
geheele volk samenwerkt, omdat het voor een
groot deel alleen daardoor mogelijk zal zijn
betere tijden te doen aanbreken.
FINANCIEELE MOEILIJKHEDEN TE
ROTTERDAM.
Rotterdam's gemeentetoestuur bevindt zich
thans nu de maand Januari reeds bijna ver-
streken is nog voor de vraag of het op 1
Fefbruari in staat zal zijn aan dfe financieele
verplichtingen der stad te voldoen. De voor-
waarden, die de regeering heeft gesteld, alvo-
rens zij bereid is aan de gemeente nieuwe kas-
gelidleeningen te verstrekken, heeft het Rot-
terdaimsch college van Burg, en Wetlh. tot
dusver niet willen inwill'igen.
Het Rijk sclhijnt dan ook niet van zins op-
nieuw belangrijke bedragen kort geld ter be-
sehikkinig van Rotterdam te stellen. Slaagt
het college er niet in andere geldschieters te
viraden - een mogelijkheid, die wel uitgeslo-
ten lijkt of een regeling te treffen, dan is
de kans zeer groot, dat het gemeentebestuur
op 1 Februari zelfs de salarissen van het ge-
meentepersoneel slechts ten deele zal kunnen
betalen.
KONING EDWARD EN DE POLITIEK.
..United Pres" sohrijft uit Londen:
In den loop der jaren is het een ongeschre-
ven privilege der Engelsche regeerende
vorsten geworden op subtiele wijze invloed uit
te mogen oefenen op de intemationale betrek-
kingen. Ook de nieuwe koning, Edward VHI
zal van dit recht gebruik mogen maken.
Voor de meeste ambassadeurs en gezanten
zal Edward VHI, wat zijn politiek standpunt
betreft, nog een gesloten boek zijn. Niet-
temin gelooft men, dat hrj met betrekking
tot minstens twee politieke vraagstukken, een
zeer duidelijk standpunt inneemt. Ten eerste
zal de nieuwe koning alles in het werk stellen
am de banden tusschen het keizerrijk nog nau
wer aan te halen en ten tweede zal hij een
nauwe samenwerking tusschen de Vereenigdie
Staten en Engeland voorstaan.
Op 15 Januari j.l. had de koning, toen nog
prins van Wales, ter gelegenheid van de ont-
vangst van de vlootdelega,ties, een vertrou-
welijk onderhoud met Norman Davis, waarin
hij dezen verzekerde, dat het zijn innige
v;er©ch is, dat tusschen de bedde Angelsak-
sische landen een hechtte en enge vriendschap
bestaat.
Trjdens het gesprek met Norman Davis, den
leider van de Amerikaansche vlootdelegatie,
was deze vol bewondering over de groote ken
nis van zaken, welke -de koning ten toon
sprfeidde.
Over de houdiing van Edward VIII wat be
treft de buitenlandsche politiek in zijn ge-
heel, loopen de meeningen ui'teen.
Dat Edward VHI veei belang stelt in het
wereiidrijk, daarvan getuigen niet alleen zijn
groote reizen, maar ook uit zijn talrijke uit-
latingien bleek zijn speciale belangstelling
voor het Britsche imperium. Men mag aan-
nemen dat de koning alles zal in het werk
stellen, om het in 1937 afloopende Ottawa-
verdrag, betreffende economische samenwer
king binnen het Britsche wereldrijk, te ver-
lengen en uit te breiden.
De rol, die Edward VHI in de toekomst
in de Europeesche politiek zal spelen, laat zioh
moeilijk omschrijven, doch men gelooft in vele
kringen, dat hij zekere sympathie voor
Duitschland koestert. Omschoon deze nimmer
beslissend voor de buitenlandsche politiek van
Engeland kan zijn, zou het een machtige fac
tor kunnen zijn tegen de pogingen om Duitsch
land diplomatiek en militair volkomen in te
sluiter; en tegen deelneming van Engeland aan
anti-Duitsc'ne bondgenootschappen.
Men gelooft voorts, dat de koning tegen-
standeir is van bondgenootschappen op het
vaste'and. Men herinnert er aan, dat Edward
VIII in een rede indirect een toespeling maak-
te op een bezoek van het Engeische iegioen
aan Duitschland. Deze beweerde Duitsch-
gezinde tendenzen van den nieuwen koning
zijn niet aan de aandacht van de Fransche
dipiomaten te Londen ontsnapt. Toch kan
men niet. zeggen, dat de nieuwe konmg in
Europeesche aangelegenheden voor of tegen
een of ander land ingenomen is.
Als prins van Wales is het hem gelukt, met
zijn openhartig en oprecht karakter, de mees
te dipiomaten ervan te overtuigen, dat hij een
vriend van hun land is. In het aJgemeen is
men van oordeel, dat koning Edward achter
de coulissen een sterkeren invloed zal uit-
oefenen, dan zijn vader in de latere jaren
heeft gedaan. In vredestijd is deze invloed
nooit openlijk zichtbaar en geschiedt door
middel van besprekingen met den minister-
president of den minister van buitenlandsche
zaken of in een particulier gesprek met een
buitenlandschen diplomaat.
iSpeciaal word't te Londen de nadruk gelegd
op de groote belangstelling van koning Ed
ward voor de weermacht. Met beslistheid
wordt verwacht, dat onder zijto regeering en
onder zijn invloed de beweging voor uitbrei
ding van de Britsche defeosie in geval van
een oorlog een nog hoogere vlucht zal
nemen. Koning Edward zal, naar men aan-
neemt, vooral groote waarde hechten aan de
versterkiug van de luchtmacht, daar hij deze
als de dringendSte militaire noodzakelijkheid
beschouwt.
Afgezien van de bijzondere sympathieen
des konings aal hij naar de meening van poli-
tkke kringentrachteu Engeland's positie
als bemiddelaar in Europeesche aangelegen
heden weer te veroveren en elke neiging te
bestrijden, om zicn al te veel met continen-
tale aangelegenheden te bemoeien.
200.000 SCHERPSCHUTTERS IN MOSKOU.
Op 1 Januari van dit jaar telde Moskou
200.760 Worosjilof schutters eerste klas en
6000 Worosjilof sichutters tweede klas. Onder
Worosjilof schutters verstaat men schutters,
die een hooge klasse bereikt "aehhen in het
schijfscihieten met klein kalilber geweren en
op 50 meter afsitand tenminste 84 punten van
de 100 behalen.
HERLEVING VAN HET DUITSOHE
STUDENTEN-DUEL
Ching gat daarop in zijn schilderachtig
taaltje een relaas van het gebeurde in de
kamer en van zijn verschijnen als een deus ex
machina op het hachelijkst oogenblik.
,,Het komt me voor, dat ik een heeleboel
aan je te danken heb, Ching", verklaarde de
dokter, toen zijn reisgezel uitgesproken was.
..Misschien dokter Forsyth. Maar nu nog
niet over praten Nog altijd gevaar".
„En of. We kunnen er wel op rekenen, dat
wanneer Li Weng-Ho verlost is, hij onmid-
dellijk een achtervolging zal beginnen met
grof geschut en een net zal spannen, over de
heele provincie om ons te vangen".
Ching, die opnieuw betreurde dat de dokter
geen korte metten met den mandarijn en zijn
secretaris had gemaakt, beaamde dit volko
men en gaf ads zijn meening te kennen, dat ze
den tocht den geheelen nacht moesten voort-
zetten, om als het licht werd, een plekje te
zoeken, waar zij zich konden verbergen.
Ze waren tot aan de eerste, lage heuvels
genaderd en kwaunen aan een punt, waar de
weg overging in een lange, moeizame trap-
helling. De steilte deed bijna het heele ge-
wicht van draagstoel en passagier op de
schouders van Forsyth drukken en de dokter
dankte den hemel, toen hij, buiten adem en
hijgend bij een bocht in het pad een plaats
ontdekte, waar zij den draagstoel konden
neerzetten.
Tf^n het primitieve vervoermdddel op den
grond stond, werd het gordijn terzijde ge-
schoven en verscheen het hoofd van Kathleen.
Dokter Forsythbegon zij, maar de
zendingsarts viel haar onmiddellijk in de
rede:
„Ik heet Dick"
„Ja", antwoordde zij met een laohje, ,,ik
herinner me. dat u me eens verteld hebt, dat
uw goede vrienden u Dick noemden".
„Je wou me wat vragen, Kathleen?"
I !ja, Dick!" De intieme naam werd uitge
sproken met een verlegen aarzeling, die hem
nauwelijks luider deed klinken dan een fluiste-
ring.
Ik Wilde vragen waar we waren
"we zijn juist bij het begin van de heuvels
"ft. zooals ik- Zie, staan we hier op een van
die ellendige, lange hellingen. Ik stap uit en
go, verder loopen.411k Jtan werkelyk niet toe-
staan, dat Ching en jij zich zoo moe maken"
,,Het is heusch. niet zoo erg, Kathleen. We
kunnen jouw gewieht best aan".
„Je kunt praten wat je wilt, ik ga loopen
hie'ld ze vol. „Ik zou me op een heuveltrap
als deze zelfs niet door koelies laten dragen.
Bovendien kunnen we niet samen praten als ik
in den stoel zit, en ik wou wel eens wat van
jullie avonturen hooren. Je begrijpt toch
zeker wel, dat ik brand van nieuwsgierigheid,
om gewaar te worden hoe je op die jonk van
Li Woeng-Ho kwam en hoe je het gelukt is
te ontsnappen en Pi-Chow te bereiken
Ze sprong op don grond, en toen Ching en
Forsyth den thans veel lichter geworden
draagstoel weer .-op hun schouders namen,
stapte zij naast den dokter voort, gelijk met
hem op.
„Vertel me nu alles Dick".
Hij gaf een levertcbg verslag van de gebeur-
tenissen sedert het ontvangen van haar brief je
en zijn verhaal was nog niet geheel geeindigd
toen ze de bovenste ruwe treden beklommen.
Eensklaps liet Ching, die voorop liep, een
lichte waarschuwende kreet hooren.
,,Wat is er?" vroeg Forsyth direct be-
zorgd.
,,Daar voor ons vuur. Lijkt kampvuur
Een oogenblik later zag ook Forsyth het,
een klein rond vuur,terwijl op den achter-
grond de omitrekken van een tent zichtbaar
waren.
„Wat kan1 dat zijn, Ching?"
„Weet niet. Kan niet zeggen tot wij zien"
En stilstaande staarden zij alle drie in de
door het vuur verlichte duisternis naar de
silhouet van die onheilspellende tent.
In de bijeenkomst heeft DerichsweUer, vol-
gens Reuter, nog madegedeeld, dat de Leider
zich in principe heeft uitgesproken voor een
nieuwe eere-code d©r Duitsche studenten. vol-
gens welke de eer slechts met bloed kan wor
den gewroken. Volgens deize varklaringen zal
het duel waarsdhijnlijk voor alle Duitsche stu
denten verplicht worden.
XVIII.
Langs het bergpad.
Een paar minuten beraadslaagden de vluch-
telingen, tot Ching aanbood op verkenning
uit te gaan. Forsyth stemde toe en toen zijn
trouwe lijftrawant wegglipte, bleef hrj, met
den arm om Kathleen, naar het vuur kijken.
„Het kunnen geen majnnen van de Yamen
zijn", meende het meisje, ,,want ik heb Li-
Werrg Ho order hooren geven, dat niemand h-. zou laten villen, zooals hij ge
nn-flnnllarcn ^jloilCPl VSOI de Yamen _1 M UoJWT IxurrnPT
der mijn kleinen hamdikoffer en schoenen, en
toen hij op me toekwam, klaagde ik over de
warmte en zei, dat ik even naar buiten wilde
gaan in zijn particulieren tuin. Hij stond erop
mij te begeleiden en daarop wandelde ik lang-
zaam naar de kamer waar je aohtengebleven
was, luid pratend om je te waarschuwen en
in de hoop, dat je een goed heenkomen zou
zoeken. Ik was cntzettend angstig over je."
,,En iik over jou. Maar ik zou niet wegge-
gaan zijn en jou met dien schavuit alleen heb-
iben gelaten, zelfs al had ik zeker geweten, dat
in den particulieren vleugel van de Yamen
binnen mocht gaan en Chineesche bedienden
zijn de gehoorzaamste ter wereld. Het zal
nog verscheidene uren duren, voor er van
eenige vervolgirag sprake kan zijn".
„Ik hoop het", was het wederwoord, „en
het is een geluk, dat we niiet veel sporen heb
ben achtergelaten. Het zal zelfs Li Weng-Ho
met alle hulpmididelen waarover hij beschikt,
eenAgen tijd kosten am ons spoor te vinden.
tenzrj wij den tegenvaller mochten hebben,
remand te ontmoieten, die hem het nieuws
overbrengt". Hij zweeg eenige oogenblikken;
toen vroeg hij: „Je zegt, dat je Li Weng-Ho
de order hebt hooren geven? Wanneer was
dat?"
..Hoonde je die gong?"
„Ja, dat deed mij den angst om het hart
„Het was toen. Ik had schoenen en een
mantel gehaalid zooals we afgesproken hadden
en op den terugweg ontmoette ik Li Weng-
Ho. Ik was vreeselijk geschrokken, want ik
wist niet, dat hij thuis was."
,,'Hij moet thuis gekomen zijn terwijl wij
met elkaar praatten. We hebben ontzettend
geboft, dat hij ons niet verrast heeft."
„ja", gaf KatiMeen toe. „Toen ik hem zag, j
was ik gewoon wanhopig. Ik wou je waar-
schuwen, maar wist niet zoo gauw hoe ik dat
doen moest. Maar opeens kreeg ik een idee, j
Ik had den mantel aver mijn arm en daaron-
dreigd heeft. Hoe je een seconde hefbt kunnen
denken, Kathleen, dat ik zou weggaan en je
alleen laten, begrijp ik niet."
,,Ik geloof ocik niet, dat ik werkelijk ver-
waohtte, dat je dat doen zou". luidde het be-
scheid. „Maar ik wilde je de kans geven".
.Daarom bleef je in de deur staan?
Terwijl hij sprak, voelde hij haar huiveren.
„Wat is er?" wilde hij weten.
,,0", fluistende zij, „dat was een vreeselijk
oogenblik. Ik moest coquetteeren en dien
ellendeling aanmoedligen. Hij legde zijn afschu-
welijke hand op mijn scihouder. Ik had het wel
kunnen uitschreeuwen, maar in plaats daar
van gaf ik hem lonkjes en om te ontkomen
aan wat komen moest, tnok ik het gordijn op
zij. Bij den eersten bilk dadht ik dat de kamer
leeg was, dat je was weggegaan; toen zag ik
je achter het scheirn staan en om te verhin-
deren, dat Li Wenig-Ho je ook zou zien, ma-
noeu/vreerde ik zoo, dat hij met zijn rug naar
je toekwam, en daar ik begreep, dat je op een
gegeven moment tusschenibeide zou komen,
leidde ik het gesprek zoo, dat je op het juiste
oogenblik je kans zou krijgen, ofschoon ik al
dien tijd wel had kunnnen huilen".
„Ie bent heel moedi'g. Kathleen", antwoord
de hij ernstig, haar hand aan zijn lippen bren-
gend.
(Wordt vervoigd.)