ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
it:t
De begrooting van het Landbouwcrisisfonds.
ASPIRIN
No. 9401
WOENSDAG 15 JANUARI 1936
76e Jaargang
Feuilleton
Een liefde in China.
gaat het
'niet langeri
Verkouden, hoesten,
tranende ogen.
Hier neemt men:
vitMMEBXJsmaetnmginac:
£SKa3BKc^erurJi«tKTin»iiyr-'»f'.Ti8'ms>'vT>r.:' fv f+.v*-.' -i^ssnwr v.TTX&axmKPJOssumxBaasa
SKmc^nraacrv wv. £&m.Tr rj
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen f 1.25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor j^elgie en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
L'ltgecfster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
AD VERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20
KT.F.TNF, AD VERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgavc.
DIT BLAD VERSCHIJTNT IEDEREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Verschenen is het Voorloopig Verslag van
de Tweede Kamer nopens het wetsontwerp
tot vaststelling van de begrooting van inkom-
sten en uitgaven van het Landbouw-Crisis-
fonds voor het dienstjaar 1936.
Algemeeme beschouwingen.
Sommige leden verklaarden geenszins ge-
rust te zijn, dat de begrooting voor 1936 in-
derdaad sluitend zal blijken.
Wederom sprak men algemeen aLs zijn oor
deel ult, dat regelend optreden ten aanzien
van de prijzen der landbouwproducten en or-
dening van het productie-apparaat nog steeds
niet gemist kunnen worden. Noch tegen het
feit der steunverleening, noch tegen het daar
mee samenhangende overheidsingrijpen als
aoodanig worden dan ook bezwaren inge-
bracht, al zouden verscheidene leden aan een
andere wijze van ingrijpen de voorkeur geven.
Verscheidene leden achtten het hun plicht, op
te komen tegen de veelverbreide opvatting,
dat de crislsmaatragelen de eerste levensbe-
hoeften duur maken.
Sommige leden waren van oordeel, dat de
regeering te kort is geschoten in haar taak,
de krasten van het levensonderhoud te ver-
lagen door vermindering der distributiekosten.
Vaste las ten.
Om een aanmerkeljjke verlaging van de pro-
ductiekositen te bereiken, achtte een groot
aantal leden allereerst verlaging noodzakelijk
van de op het landbouwbedrijf rustende vaste
lasten, waaronder de pachten en hypotheek-
renten de voornaamste plaats innemen. Zij
drongen bij den Minister aan, een spoedige be-
handeling van het wetsontwerp betreffende
de verlaging van vaste lasten en dat betref
fende de landbouwhypotheken.
Landbouw en Industrie.
Sommige leden zouden gaarne van den Mi
nister een uiteenzetting ontvangen over de
verhouding tusschen de landbouwcrisismaat-
regelen en de industrialisatiepoldtiek.
Verscheidene leden meenden t</t hun leed-
wezen te moeten constateeren, dat men met
het tot nu toe gevoerde crisisbeleid niet heeft
bereikt, wat men zich daarvan had voorge-
steld, n.l. het verzekeren van de instandhou-
diing' der bedrijven. De Minister erkent zelf,
dat de nood in land- en tuinbouw stijgende is.
De steun is over het algemeen nog onvoldoen-
de. Sommige dezer leden vestigden de aan-.
dacht op de mogelijkheid van een betere rege-
ling van den export. Verscheidene andere
leden wezen erop, dat de steun niet op de
juiste wijze wordt verdeeld. Voorts drongen
zij er opnieuw op aan, de gesteunde landbou-
wers te verpldchten, een zeker aantal arbeiders
in dienst te nemen en te houden. Bij dezen
laatsten wensch konden verscheidene andere
leden zich aansluiten.
Voorts drongen verscheidene leden er nog-
maals op aan, de mogelijkheid van verbindend-
verklaripg van collectieve arbeidsovereen-
komsten in de plaats te stellen van de thans
bestaande verplichte arbitrage.
De kleine boeren.
Verbetering van den toestand van de kleine
boeren zou kunnen worden verkregen, indien
het tegenwoordige stelsel van steunverleening
werd veranderd in een systeem van garanties.
De commissie van rapporteurs voegt hier
aan deze beschouwingen enkele opmerkingen
toe omtrent twee zeer belangrij.ke beslissin-
gen van de regeering, genomen na het afdee-
M ngsond erzoe k
1. Uit het Landbouw-Crisisfonds zal aan
noodlijdende kleine boeren een bedrag ineens
worden uitgekeerd.
2. De richtprijs voor tarwe wordt verlaaigd
van 10 tot 9. De commissie betreurt, dat
deze beslissingen genomen zijn op een zoodamig
tijdstip, dat de leden der Kamer zich daar-
Uit het Engelsch door BEN BOLT.
(Nadruk verboden.)
26)
Vervolg.
„Ohing, heto je gehoord wat die vrouw zei?
LA Weng-Ho wordt overmorgen te Pi-Chow
verwacht."
,,Ilk heb het gehoord."
„Dat geeft ons een heelen dag en een nacht
am miss Barrington weg te voeren."
„Als Di-Weng-Ho niet morgen komt, ja.
Miaar Jdecflde laat een man vlug loopem."
„Dat is 'n risico, waarmede we rekenimg
moeten houtden", hemam de dokter. ,,H.et is
meer dan mogelijk, dat de manidarijn eerder
komt, d'an hij aangekondigd heeft; daarom
moeten we zlorgen voor het aanlbreken van
den dag in P'i-Qhow te zijn. Wianneer we ons
daar genesteld kunnen hebben v66r zonsop-
gang, kunnen we een gunstdge gelegenheid
afiwaclbten."
„Als we er niet zijn voor de zon opgaat",
verklaarde de Chinees, ,,moet u wadhiten tot
weer donker. Gevaar genoeg
Ze verenelden hun pas en na een moeiza-
men toclht over den opigeplaveiden stijgenden
en dalenden weg, na een paar halsbrekende
fclimpartijen, zag Forsyth, van den top van
een heuvel, afgeteekend tegen het halfrond
van de an/dergaande maan, de zwarte omtrek-
ken van .een groote pagode, langs welks boven-
kant 'bet witte lichit een zilveren nimbus
weefde.
,,Pi-Chlow", riep hij cpgewonden. ,,Ohing,
we zullen er zijn voor de dageraad."
Met hun einlddioel in ziicht spoedden zij zich
voort. De maan zonk uit het gezicht, die we-
omtrent niet in de afdeelingen hebben kunnen
uitspreken.
Sommige leden vroegen, of de Minister be-
redd is te bevorderen, dat aan de kleine boe
ren credieten verschaft worden, evenals dat
met den middenstand geschdedt.
Anderen waarschuwden opnieuw tegen het
streven, aan de kleine boeren uit het Land-
bouw-Crisisfonds meer steun te verleenen.
Wat men aan de kleine boeren meer geeft,
moet men aan de grooteren ontnemen en
dezen moeten dat verlies weer verhalen op de
landarbeiders en de ambachtslieden. Om in
den nood van de kleine boeren te voorzien, zal,
naar de meening van deze leden, de hulp van
het departement van Sociale Zaken moeten
worden ingeroepen, zooveel mogelijk door te
werkstelling in eigen bedrijf.
Ook tegen het denkbeeld, de eerstgeleverde
hoeveelheid een hoogeren prijs te laten op-
brengen dan hetgeen verder geleverd wordt
werd krachtig gewaarschuwd.
Het had verscheiden leden bevreemd, dat in
de commissie van Loon geen plaats is inge-
ruimd voor vertegenwoordigers van handel en
industrie, van de consumenten en van de
tuinders.
Sommige leden wezen er op, dat op deze
begrooting een bedrag van 6 millioen voor
personeel en 4 millioen aan materieel wordt
uitgetrokken. Reeds deze bedragen toonen
aan, dat vereenvoudiging en bezuiniging nood
zakelijk zijn.
Invoerrechten.
Verscheiden leden drongen er nogmaals op
aan, zoo spoedig mogelijk het bestaande sys
teem van steunverleening te vervangen door
een stelsel van hooge invoerrechten, aanmer-
kelijk hooger dan die, welke thans, ook in den
vorm van monopolierechten, geheven worden.
Als een groot voordeel van zulk een politiek
zagen zij een inkrimping der ambtelijke be-
moeiing.
Van andere zijde kon men zich niet met dit
stelsel vereenigen.
De veehouderij.
De groote moeilijkheden van het landbouw-
crisisbeleid liggen op het terrein (Jer veehou
derij, meenden sommige leden. Grootere vrij-
heid zal alleen te herstellen zijn, wanneer 'n
groote vrije markt richting geeft aan de pro-
ductie. Ontbreekt zulk een markt, dan zal
Overheidsoontrole op den omvang der vee
houderij niet gemist kunnen worden op straffe
van blijvende overproductie en niet loonende
prijzen. Een zoodanige controle kan evenmin
gemist worden zoolang de export van over-
heidswege moet worden gefinancierd en er in
het buitenland contingenteeringen bestaan.
Verscheidene leden drongen er wederom op
aan, onverwijld een fundamenteele wijziging te
brengen in de landbouwcrisispolitiek in dezen
zin, dat de Overheid zich bepaalt tot het geven
van algemeene richtslijnen en voorts tot het
oefenen van controle en het verleenen van haar
sanctaes, terwijl verder het uitwerken van te
nemen maatregelen zou worden overgelaten
aan de organisaties der belanghebbenden zelf.
Akkerbouw.
Het besluit van den Minister, voor drie jaren
een rogge- en gerstprijs van 7 tot 8 gulden
te garandeeren, werd algemeen toegejuicht.
Enkele leden waren van oordeel, dat men
beter tot een zekere toewijzing van de met
erwten te bebouwen oppervlakte kan overgaan
dan te trachten door niet loonende prijzen den
verbouw te doen inkrimpen.
Eenige leden drongen er op aan, de teelt
van erwten op dezelfde wijze te steunen als
die van gerst.
Verscheiden leden opperden bezwaren tegen
de thans geldende steunregeling voor het ver-
bouwen van aardappelen. Zij drongen er op-
aan, door hoogere denaturatietoeslagen een
reid overl a tend aan het 1'ich.t der sterren. Een
zacht briesje kwam opzetten en woei hun in
het geiziehit. Chintg snoof.
Pli-Chew, ilk ruik het."
Verspredde tenten flankeerdlen beide zijden
van den mddderigen weg; daken en punten
van gebouwen doken weldra in het donker op;
zjj vertraagden hum gang en Forsyth bespeur-
de de stadsmuren. Vlak voor hen lag een der
stadispooriten; direct daarboven een silhouet
tegen den nachthemel het op den muur ge-
bouwde schdldwadhthuisjia, de wactot, zoo die
er was, sliep den slaap des rechhvaardigen.
„We loopen langs", meende Ching. Vrouw
zei Yarnen buiten Pi-Chow. We loopen tot we
vinden."
,,Ja", fluisterde de dokter terug.
OnJdanlks hun pijnlijke voeten en ofechoon
ze haasit onwielen van vermoedends, heigonnen
zij den rondgang lanigs den muur, een allesbe-
halve gemakkelijke taak, want de stad be-
sloeg een uitgetoreide oppervlaikts en er steeg
een stank van afval en verrotting uit op, die
van een Ohineesche inboorlingenstad onaf-
scheidelijik schijnt te zijn.
Ze kwamen ten laatste aan een open plek,
waar zidh niet zooals eiders rondoan Pi-Chow,
alierlei wralkike bouwseJs en tenten vonden en
Ching legde de hand op den arm /an den zen-
dingisairts.
,,De Yamen?" vroeg hij zacht, met zijn an
dere hand wijzend. Dick Forsyth keek in de
aangeduide richting en zag op een afstand
twee lantaams in het donker sehijnen. Hij
staarde er een oogenihlik als gefascineerd
naar, toen antwoordde hij droomeri'g:
,,Ik zou het ook zeggen, Ching".
,,Liclhten aan de poort van de Yamen, waar
Li-WengsHo woont", hernam de zoon van het
Hemelsche Rijk. W|ij gaan in den tudn en wach-
ten tot den morgen, misschien zien wij mis-
sie Barrington. Wie weet
Dick Forsyth vereeniigde zich met Ching's
taktiek. Zij trokken in de richting van de lich-
ten en bereikten na korten tijd den hoogen
billijken standaardprijs tot stand te brengen.
Andere leden verzochten den Minister een dif-
ferentiatie in verband met de grondsoort te
willen aanbrengen. Eenige leden bepledtten,
aan de kleine verbouwers van aardappelen de
van hen gegeven gelden te restitueeren. Ver
scheidene leden waai jeer den. dat een proef
zal worden genomen met het conserveeren van
aardappelen voor veevoederdoeleinden, doch
vroegen, waarom het veel betere vervlokkings-
proedde niet toegepast wordt.
Voorts werd gevraagd of het rapport over
de bereiding van spiritus uit aardappelen
reeds is uitgebracht.
Sommige leden zouden gaarne vememen, of
naar de meening van den Minister uitzicht
bestaat, dat de huidige willige vlasmarkt zal
worden bestendigd.
De suikerbietenteelt.
Verscheidene leden stelden de vraag, of het
in verband met den dalenden wereldvoorraad
aan suiker niet mogelijk is, aan de suiker
bietenteelt hier te lande eenige uitbreiding te
geven.
De commissie van rapporteurs teekent hier
bij aan, dat juist voor het vaststellen van dit
verslag de regeering het voornemen tot een
vermindering van de totale bietengarantie met
5 ten bate van de telers van veenkoloniale
fabrieksaardappelen heeft aangekondigd.
Eenigen dezer leden meenden, dat het beter
is, met verlies suiker te exporteeren dan de
werkloozenuitkeeringen te betalen. Verschei
dene andere leden verzetten zich tegen dezen
aandrang met het oog op de belangen van
Nederlandsch-Indie.
Gevraagd werd, maatregelen te nemen op
dat, voor zoover invoer van suiker hier te
lande noodig is, deze gemrporteerde suiker in
ieder geval uit de Nederlandsche overzeesche
gebieden zal worden betrdkkem.
De richtprijs voor tarwe.
Verscheidene leden waren van oordeel, dat
de richtprijs voor tarwe nog te laag is. Bij de
verlaging van dien prijs is te veel gelet op den
bijzonder grooten oogst van het jaar 1934. Nu
in 1935 de oogst weer normaal is geweest,
werd wederom met verlies gewerkt. In ieder
geval drongen de leden er op aan, den richt
prijs van de tarwe niet opnieuw te verlagen.
Sommige leden weron van oordeel, dat bij
de tarwesteun-regeling niet is gehandeld naar
den regel, dat door de maatregelen ten bate
van den landbouw de overige bevolkings-
groepen niet zwaarder mogen belast worden
dan strikt noodzakelijk is. De tarweprijzen
zijn op de Internationale markt gestegen en
toch is de last, dien de tarwesteun door de
prijzen van bloem en meel en dus ook brood
aan de bevolking oplegt, niet verminderd. In-
tegendeel, de broodprijs is iets gestegen, waar-
toe de verhooging van de monopolieheffing
van tarwe zeker heeft bijgedragen.
Deze leden herinnerden aan het verlies van
f 5.300.000, dat de tarwetransactie van de re
geering in 1934 heeft opgeleverd wegens de
grootte van den oogst en de daaruit vloedende
noodzakelijkheid, veel vrije tarwe met verlies
te verkoopen.
Gevraagd werd of de Regeering de werking
van het stelsel in Engaland, waar de telers
voor him tarwe het verschil tusschen den
richtprijs en den gemiddelden marktprijs
ontvangen en aan het eiinde van het jaar een
toeslag krijgen, een onderzoek wilde instellen.
Verscheidene andere leden, die tegen het in
stellen van dit onderzoek geen bezwaar had-
den, waarschuwden bij voorbaat, aan een ver-
gelijking met de toestanden in andere landen
niet te veel waarde te hechten.
Men meende krachtig te moeten opkomen
tegen de voorstelling, als zouden juist de
maatregelen ten aanzien van de granen en
speciaal ten aanzien van de tarwe, zoo druk-
kend zijn. Nqg altijd kan bijna twee derde van
het broodgraan tegen zeer lagen prijs worden
ingevoerd niettegenstaande de landbouw hier
te lande dien men toch dient te beschouwen,
muur, aan de pooit waarvan de lantaams
brandden. De aanweczigtbeiid van een man in
Li-Wteng-Ho's undfonm, die in die poort rustig
lag te stlapen, avertuigtde ,h'en dat dit inder-
daad de resiidentie van den manidarijn was.
Ergens achtier deze geboeldhouwde poort be-
vond zich Kathleen Barrin'gton als gevamgene.
„Wij gaan door. Achter het buds geen sol-
diaat als je voor het hiuis slaapt," luidide
Changs sitrajtegisohe conclusie. ..Klimmen over
muur en krjken rornd."
Zij liepen langs den muur verder en bevon-
den, dait zoowel de inOdchtdngen van de Ohinee
sche vrouw, als Chang's veronderstelling juist
moesten zijn. Er was geen poort aan den ach-
terkant, maar als bij zooveel Chineesche mu-
ren, die van voren heel imposant lijken, was de
achterzijde aanmerkelijk lager.
,,Geef me een rug, Ching", verzocht For
syth. ,,Ik will pndbeeren een kijfeje in den tuin
te nemen."
Ohinig deed wat van hem verlanigld werd en
Forsyth kon juist den bovenikant van den
muur grijpen en zich optrelkken. Spied end tus
schen de boomen zag hij een plek, domkerder
dan de omgevimg en veranoeddie, dat daar het
huis stonid. Alles was rustig; ergens ontldekte
hij een sichemerlicht. Een minuut zocht zijn
blik de duisitemis of, toen Ching hem opeens
haastig iets toefluistende.
„Komt iemand dokter. Ga plat liggen,
vlug!"
Forsyth strekte zich voorover op den muur
en hoonde Ching weghollen. Een oogenblik
later klonk een schreeuw, direct daarap het
rennen van twee mannen achter hem, achter
z'n vluchtenden vriend aan.
XV.
De stad en de tuin.
Toen het geiuid der voetstappen verstor-
ven was, lag de deleter daar nog steeds, zich
aftvragemd wat hem nu verder te doen stond.
Dat Ching zich zou laten vanigen, vreesde hij
als een van de voornaamste igrondslagen van
onze volkshuishouding, zeker een groot ge-
deelte hiervan zelf zou kunnen voortbrengen.
Varkensh ouderi j.
Verscheidene leden meenden, dat de be-
moeiingen van de overheid met de varkens-
houderij thans geheel of gedeeltelijk beeindigd
zouden kunnen worden. iSommigen hunner
zouden deze bemoeiingen beperkt willen zien
tot een teelt-regeling voor zeugen en het
geven van exportpremies.
Vele andere leden bestreden deze opvatting
met kracht. Een vrije varkenshiouderij is hun
inziens alleen mogelijk bij een vrije markt van
grooten omvang. De gecontingenteerde kun
nen door een vrije varkenshouderij niet zoo
worden bediend, dat daardoor het grootst
mogelijke nationaal voordeel wordt behaald.
Ook de uitbetaling naar kwaliteit zou bij al-
gebeele vrijheid weer verloren gaan. Naar
hun meening zal dus niet alleen een biggen-
toewijzing gehandhaafd moeten blijven, doch
ook ee^ bemoeiing met de export.
Gevraagd werd of ook voor 1936 het be
staande contingent voor den uitvoer van spek
naar Duitschland van 12 millioen K.G. behou-
dem is gebleven.
Melk en zuiveh
Vele leden gaven uiting aan hun ontstem-
ming en bevreemding over het beleid der re
geering ten aanzien van de zuivel. De regee
ring heeft nog steeds geen afdoende maat
regelen genomen om tot een beperkinig van
de melkproductie te geraken. Op de voorge-
nomen beperking van den melksteun, welke op
een rationeele gedachte berust, is deze minis
ter teruggekomen. Weliswaar is daarbij mede-
gedeeld, dat de zaak vanzelf niet van de
baan was, doch tot dusverre is niet gebleken,
op welke wijze de minister dan wel tot een
inkrimping van de melkproductie wil gera
ken. In het bijzonder laakten de hier aan
het woord zijnde leden, dat geruimen tijd te
voren was aangekondigd, dat de melksteun
beperking op een bepaalden dag zou ingaan.
Vele boeren hebben zich daarop ingesteld en
juist aeze boeren worden nu gedupeerd.
Algemeen werd gevraagd om een uiteenzet
ting van de wijze, waarop de minister het
vraag fituk van de melkbeperking thans denkt
op te lessen.
Sommige leden waren van oordeel, dat ter
saneering van de zuivel- en vleeschpositie
nogmaals een afslachting van vee zal moeten
geschieden.
Andere leden betoogden, dat er v66r alles
behoefte is aan een krachtige rundveepoli-
tiek. Het is te betreuren, dat de landbouw-
organisaties zelf niet duidelijker en doelbewus-
ter aangeven, welke koers naar haar inzicht
moet worden ingeslagen.
Verscheidene andere leden hadden tegen
verdere afslachting van vee ernstig bezwaar.
Vermeerdering van het gebruik van rund-
vleesch is te verkrijigen door afschaffing van
de heffing daarop. Dit zou leiden bot inkrim
ping van den veestapel en tevens tot verbe
tering van de prijzen der gemeste koeien.
Sommige leden meenden, dat door een nieu-
we vee-afslachting de kapitaalkrachtiige boe
ren bevoordeeld zullen worden, tenzij er een
toewijzing van het aantal koeien per bedrijf
aan verbonden wordt. En geschiedt dit laatste
dan zal een uitgebreide en kostbare controle
noodig zijn.
Sommige leden betoogden opnieuw, dat de
majrgarineproductie verder beperkt dient te
worden.
Andere leden konden den aandrang tot ver
dere beperking der margarineproductie geens
zins deelen.
Wel meenclen verscheidene leden, dat op de
margarine een zoodanige heffing gelegd be-
hoort te worden, dat de margarine-industrie
geen onredelijke winsten maakt. Zij meenden,
dat deze industrie inderdaad onredelijke win
sten maakt en dat de heffing dus niet hoog
genoeg is.
geen oogenlblik, en dat hij zoodra hij daartoe
gelegenheid kreeg, zou terugkeeren, daarvan
was hij zeker. De kwestie was alleen of hij
teruig zou zijn voordat het licht werd. Als hij
dat niet deed
Hij keek naar beneiden. In de duistemis van
den buin. Daar scheen een ovenvload van boo-
mien te zijn en zijn oor werd getroffen door
kabbelen van water. Hij overlegde of het't ri-
sico zou loonen een nauwkeurig onderzoek in
te stellen en was het nag niet met zichzelf
eens, toen hij voorzicbtige stappen onder zich
hoonde, onimdddellijk gevolgd door de stem van
Ching.
,,Vlu'g, dokter Forsyth, voor de mannen te-
rugkomen. Dag breekt ook aan".
Dit laatste was ongetwijfeld juist; in het
Gosten vertoonde de lucht reeds eenige lichte
plekken. De dokter liet zich zakken en Ching
nam hem bij de hand.
,,Deize kant! Wij moeten heel vlug zijn."
Dick Fonsytlh vroeg niet wat zijn metgezel
in den zin had. Hij gaf er zich rekenschap
van dat ze zich weer van de stad verwijderden,
maar hij wadhtbe rustig af tot Ching iets zou
zeggen.
„Dagliciht de stad heel slecht voor uw ge-
zondheid, dokter Forsyth", verlbrak Ching ten-
slotte de stilte. ,,Proclamatie is overal ver-
spreid, en Chinaman zullen prabeeren u te
pakken te krijgen om de belooninig. Moet u
vehbergen bet donker."
,,Tot donker?" pnotesteerde Forsyth.
„Ja. Mannen van Manidarijn overal. Als zij
u pakken wat zal dan miiissie Barrington doen
Dan Li Wen'g-Hio met hoar trouwen en ik niets
doen kan. Moet ook rijist hebben. Ik hongerig,
u oolk hougering, dokter."
„Maar waar ga je me verbergen?"
„Weet nog niet. Zien wat we vinden. Zoo
gauw mogelijk. Dan ik naar stad terug. Li
Weng-IHo niet wteet dat .ik hier ben, rijst kc>-
ipen, toestand onldenzioeken; dan teruig bij u,
dokter.'
Forsyth moest erkennen, dat er nietis an-
het product van vertrouwen
Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbuisjes van
20 tabl. 70 cts. en oranjezakjes van 2 rabl. a 10 cts.
(ingez. Med.)
Ook werd opnieuw aangedrongen op kleu-
ring van margarine en op het imvoeren
van een verplichting tot het bakken van melk-
brood. Hiertegen hadden andere leden ernstig
bezwaar.
Eenige leden vroegen of het niet beter zou
zijn, de menging van boter door de margarine
te laten vervallen.
Voorts werd gevraagd, of het niet mogelijk
is, de positie van onze boter in verhouding
tot die van de Deensche boter in Engeland te
verbeteren.
Sommige leden wezen er opnieuw op, dat
er ondanks herhaalden aandrang tot onder
zoek en ondanks toezeggingen van 's minis
ters ambtsvoorgangers nog niets positiefs ge-
beurd is om in ons land te geraken tot een
meer geregelde melkproductie.
Groente en fruit.
Algemeen juichte men het toe, dat voor de
groente- en fruitteelt ook voor 1936 wederom
een steunbedrag van 12 millioen is uitgetrok
ken. Men sprak de hoop uit, dat nu ook het
geheele verschil tusschen de werkelrjke op-
brengst en de richtprijzen zal worden uitge
keerd.
Verscheidene leden meenden, dat de richt
prijzen zoo dienen te worden vastgesteld, dat
zij den kostprijs althans benaderen. Deze leden
ontraadden voorts de invoering van een hef
fing op groenten en bevalen verhooging van
de minimumprijzen aan.
Eenige leden wenschten, dat met name in
den zomer en den herfst de monopoldeheffin-
gen op den invoer van fruit, zuidVruchten en
warmoezerij-gewassen zou worden verhoogd,
om betere en meer stabiele prijzen voor de in-
landsche producten te verkrijgen. Andere
leden waarschuwden tegen een te hoog houden
van deze heffingen.
Men meende, dat groentevemietiging
slechts op geringe schaal geschiedt en dat al
leen in tijden, dat de groente zelfs tegen zeer
lage prijzen niet te verkoopen is. Intusschen
waren ook zij van meening, dat getracht moet
worden het onverkoopbare product zooveel
mogelijk een bestemming te geven ten behoeve
van personen, die de groente tegen normalen
prijs niet kunnen koopen.
Eenige leden zouden gaarne zien, dat uit
het Landbouwcrisisfonds een bedrag ter be-
schikking gesteld werd ten behoeve van de
proeven, welke aan de Landbouwhoogeschoo 1
te Wageningen genomen werden om voor het
NederJandsche fruit een afzetgebied te zoe'een
in de fabricage van goede dranken.
Sierteelt.
Verscheidene leden waren van meerung, dat
de saneering van de bloembollenteeli niet in
ders op zat en hoe het hem ook aan het hart
ging het eenige was zich te schiklken. Ter
wijl zij voortldepen werd de lnchit al helderder,
ergens bagon een onzichtlbare wgel te fluiteii
en de dingen om hem heen g'.ngen vorm en
gestalte aannemen. Zij gingen lanigs een open
ianjdrweg, in de richting van den heuvelrug,
die hun al meer dan eens bescherming had ge-
baden.
Plotseling hief Ohiinig een snel-onderdrukten
juidhkreet aan en wees naar rechits. Te mid
den der rijistvelidien rees een vervallen gelbouw
opklaarblijkeiijk een tempelruine.
,,U daar vehbergen, dokter", besliste hij.
Zonder tegenspraak wemdide Dick Forsyth
zich niaar een smal p>aid, dat de paddievelden
doorsnead. Gouden daglicht scheen thans over
het landischap uit, binnen enkele minuten zou
de wereflld wear in beweging zijn en het was
hoog noodig, dat hij deiklking gevondem had
voordat de veMarfbeilders aan het werk togen,
of h&t landivolik zioh staidiswaarts be-gaf.
Zij voniden den tampel beiwoond dioor een
troep vagels. De wildemiis van struiken en
bloemen, waar zij doo,rheen moesten breken
otm er in te "komen, bewees duildelijk, dat dit
eenizame plekjie gronid nooit werd beaocht door
menschen uit de omigeiwing en het een uitge-
zochite schiudiplaats was voor een man, die
zich aan de belamgsitelling zijner achtervolgers
wilde onittrekken.
Ze passeerden een inigangspoort waarvan de
steenen met mios begroedid waren; daarachter
lag aan alle zijlden open voorplein. Links was
een kiocsti,: r.gang met een betegeld dak, dat
beschutfiing tegen de zon bood, en waarin
ronidom steenien banken stoinden, die in het
ver verleden Boedldhiiistdische monniiken tot zit-
plaats hadden gediend. Ching liet zijn goed-
keurenden blik over de ruimte gaan.
..Prima sclhudlipilaats, dckter Forsyth. U hier
blijven sir.pen ik naar stad. Porrten nu
open; eetwarien koopen. Praatjes maken en
zien wa.t gewaar te word'en."
(WoT'dt vervo'lgd.)