GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. sjecuur op te schrijven, op 'n pampierke dat ie op zynen knie had gelegd. ,,Nog wa, Dre! Da's me onderweuge te bin- nengeschoten. Nouw den Joost zoo prachtig zoo deftig kan tillefeneeren, zouwen wij nou de kraant er nie bij kunnen uitinviteeren Ik beloof oe, amico, hij vroeg 't zoo seer- jeus, mee 'nen rimpel boven z'n neus, of ie prakizeerde over den doopnaam van z'n a.s. kindje. ,,Blaauwe", proeste-n-ik,,scihei uit! Ge mokt er 'n schandaal van." ,,'t Peest kan nie onvergetelijk genogt zijn", zei den Tiest droog; „dus 't mot in de kraant, met de foto's erbrj. ''t Ga-d-allemaal op mijn verantwoording. En nou zal ik wel 's will en zien, of in deuzen tijd, van louter kraant-be- roemdhedens en huldigingen, ik den Jaan ok nie in diieen eerestoet geplotst krijg!" Zoo amico, zoo verliep deuzen griep-Zon- dag in n paar lachbuien, die alle kouw uit m*nen buik hebben geschud en 'k heb meteen de zekerheid, dat de aparte hulide van den Blaauwe aan den Jaan, iets „onvergetelijks", iets „groots" wordt, wat het „stanidbeeld", den Fielp destijds aangebojen, nog overtreft! En dan weet ge 't wel. Kom, ik schei er af. Veul groeten van Trui en als altij geen haarke minder van oewen toet a voe DRe. Vergadering van Donderdag 14 Nov. 1935. Voortgezette vengadering des middags te 2 ure. Na heropening deelt de VOORZITTER mede dat de heeren Van Aiken en Den Hamer ieder 5 minuten spreektijd krijgen, om bun stand- punt in deze politieke kwestie tegenover die van den beer Scheele te stellen. De heer VAiN AKEN wenscht de aandacbt te vestigen op enkele punten, die de heer Scheele heeft aangehaald. Inzonderbeid be- treffende de kwestie der bezuiniging op het lager onderwijs, heeft de heer Scheele een breed opgezet betoog gehouden, en gezegd, dat uit de afrekening over'de afgeloopen drie- jarige periode gebleken is, dat de gemeente- lijke vergoeddng voldoende was. Deze was toen aanvankelyk f 10,20 per leerling per jaar en dit bedrag moet ook voldoende geacht worden. Spreker heeft juist gezegd, ,,ga niet te ver met bezuinigen", de vergoedimg van de ge- meente is thans reeds gedaald tot 6,82 per leerling. Dat is voor de scholen te weinig, voor de kleine beslist te weinig. Spreker heeft hooren vertellen, dat van de zijde van gede- puteerde staten de opmerking wend gemaakt als zou niet genoeg op het u.'l.o. onderwijs zijn bezuinigd, doch spreker is voornemens den inspecteur van het onderwijs zijn klachten ter kennis te brengen, indien blijkt, dat steeds beizuinigd wordt op een wijize waardoor een tekort zou moeten ontstaan, want met het be drag, dat thans per leerling is vastgesteld, kunnen de scholen onmogelijk toekomen. Wat betreft zijn houding met betrekking tot de vrrje-anti-revolutionaire partij, heeft de heer Scheele een ellenlang betoog gehouden, om zijn houding te verklaren. Gezien de propa- ganda-drculaire van den heer Scheele most spreker tot de conclusie komen, dat de heer Scheele verkeerd moet zijn ingelicht over de wrjze, waarop in de christelijk-historische kies- veieeniging de candidaatstelling heeft plaats gehad. Deze is geheel organisatorisch ge- sohied. Op den dag voordat de candidaatstel ling zou plaats hebben, is van den heer De Bruyn een brief ingekomen, dat hij voor een zetel niet meer in aanmerking wenschte te komen. Eenige dagen later werd vernomen, dat hij candidaat werd gesteld voor de vrij- anti-revoluticnaire partij, en nog een week later kwarr bij het bestuur der kiesvereeni ging een schrijven in, waarin de heer De Brutjn bedanlrte als lid, waarschijnlijk om te voor- komen dat deze hem als lid zou royeeren. De heer Scheele had inzage van deze gegevens kunnen krijgen, indien hij zich tot het be stuur der christelijk-historische kiesvereeni- ging had gewend om inlichtingen. Dan had de heer Sdheeue geweten, hoe de zaak geloopen was, en waren waarschijnlijk deze strubhe- lingen achterwege gebleven. Er is geen kwes tie van dat den heer De Bruijn een zetel zou aangetooden zijn op no. 5. Zooiets kan voor- komen bij de N.S.B., doch bij geen enkele kiesvereeniging. Hij heeft voorts nog een kleine opmerking omtrent de houding van den heer Scheele, n.l. dat hij het hetreurt, dat de heer Scfneele iemand in het geding heeft gebracht, die zich hier niet kan verdedigen. De VOORZTTTER constateert, dat de heer Den Hamer nog Aiet aanwezig is. De heer DE BRUIJN merkt op, waar de heer Van Aiken zijn persoon in het geding heeft gebracht, wel genoodzaakt te zijn, op zijn gezegde te antwoorden. Degenen die bui- ten de vereeniiging staan, zijn van den toe- stand niet op de hoogte. Spreker heeft een brief gekregen van een bestuurslid der kies vereeniging, en er op gestaan, dat deze brief in de vergadering dier vereeniging zou behan- deid worden. Men wenschte daar dien brief niet te behandelen. Het is juist, dat spreker als 5e candidaat is afgelezen. Dit is niet di rect de oorzaak geweest, doch de wijze waar- op de zaken behandeld of heter niet be- handeld werden is voor spreker reden ge weest mede te deelen, dat hij niet meer voor een eandidatuur in aanmerking wenschte te komen. Hij heeft dit dan ook aan de kies vereeniging medegedeeld. De heer Scheele staat geheel buiten deze kwestie. Toen be- kend was, dat spreker geen eandidatuur voor de christedijk-historiscbkiesvereeniging aan- vaardde en liij bed'ankt had als lid der kies vereeniging heeft hij den heer Scheele ont- moet, en zeide deze tegen hem: ,,Wat is dat mi, mijmiheer De Bruijn, bent u niet meer can didaat gesteld voor de christelijk-historische partij?" Hierop heeft spreker den heer Scheele omtrent de situatie ingelicht en heeft de heer Scheele hem zijn spijt daarover betuigd en gevraagd, een candidiatuur voor de vrije anti- revolutionaire partij te aanvaarden. Spreker heeft dit toen eenigen tijd in be- raad ge louden, en ten slotte in het idee, dat hij vroeger steeds met pleizier met den heer Scheele samengewerkt had, gemeend aan cliens verzoek te moeten voldoen, en heeft diens raad opgevolgd. De heer DE KRAKER merkt op, dat de heer Scheele een vurige toeapraak heeft ge houden, omtrent de verkiezingen en wat daar- aan is vooraf gegaan. Het doet hem genoegen dat de bedoeling van den heer Scheele niet is afbraak. Omtrent hetgeen de heer De Bruijn heeft gezegd, wil hij opmerken, dat hierdoor wellicht een anderen indruk zou worden ge- wefct dan overeenkemstig de feiten is. Hij heeft dan ook den indruk, dat de heer De Bruijn het met de voorstelling van feiten zoo nauw niet neemt. Hierop dieper in te gaan, zou een eindeloos debat, zonder vrucht, ten gevolge kunnen hebben. De heer SOHEELE vraagt het woord. De VOORZITTER stelt vast, dat het hier geen gemeentebelang betreft, waarom de spreektijd zoo kort mogelijk moet zijn. De heer SOHEELE deelt mede, enkel te willen antwoorden op enkele zaken die de heer Van Aken naar voren heeft gebracht. In de eerste plaats de kwestie van de bezuini ging op het lager onderwijs, en de terug- brenging van de kosten per leerling van f 10,20 tot f 6,82. De kwestie in dazen is niet, of burgemees ter en wethouiders meer zouden willen geven, doch de wettelijke bepaling, dat hetgeen het openbaar onderwijs kost, ook met evenveel guldens en centen aan bet bijzonder onderwijs mag worden vergoed. Het gaat er hier niet om of burgemeester en wethouders al dan niet het bijzonder onderwijs willen steunen, doch uitsluitend om de uitvoering van een regeling die van hoo'gerhand is opgelegd. Misschien is de gemeente wat betreft de bijdrage aan het onderwijs vroeger vrijgeviger geweest, doch waar dit toe kan komen, zonder dat aan het onderwijs afbreuk wordt gedaan, en de goede gang van zaiken wordt gestoord, is het niet mogelijk, aan het bijzonder onderwijs een grootere bijdrage te geven. Zoodoende is men op een lager niveau gekomen. Spreker heeft reeds toegestemd, en stemt het nog toe, dat het voor de kleinere scholen moeilijker zal zijn dan voor de grootere, doch burge meester en wethouders hebben het recht niet, voor de kleinere soholein meer te doen. Wat voor het onderwijs noodig is, gsbeurt, en dan kunnen alien tevreden zijn. Volgens de wet kan slechts f 6,82 per leerling worden bijge- dragen. De school aan de Jozinastraat kan met dit bedrag gemakkelijk toekomen, en er bestaat bovendien geen wettelijke bepaling die burgemeester en wethouders het recht geeft, de kleinere scholen te hulp te komen. Een hoogere toelage verleenen, dan voor het openlbaar onderwijs de kosten per leerling be- dragen, mag niet, dat snijdt de/vet af. De heer Van Aken kan nu wel van de stelling uitgaan, dat de gemeente meer moet geven en dat wat niet noodig is, tocb terug gege- vem wordt, waardoor de kleinere scholen in een betere condltie kunnen komen, doch deze stelling is inconsequent. De heer Den Hamer komt ter vergadering. De VOORZITTER verleent hem terstond het woord. De heer DEN HAMER deelt mede, gaarne gelbrui'k te maken van die gelegenheid, die hem verleend wordt, zijn standpunt tegen over dat van den heer Scheele te verdedigen en te rechtvaardigen. Hij is den heer Scheele dankhaar eenerzijds voor zijn zakelijke critiek, anderzijds kan hij zijn standpunt niet deelen. Het manifest van den heer Scheele is naar spretkers meening, gesteund door de feiten, onwaar. Dit kan worden veroorzaakt door een verschillende wijze van zien. Indien 2 menschen een zaak zien, is .het niet onmoge lijk, dat beiden die op een verschillende wijze zien. Naar spreikers overtuiging is alles be- proefd om te komen tot een verzoening. En zou men daar 8 dagen voor gebruiken, indien men 2 maanden tijd heeft. Bovendien heeft de heer Scheele in zijn laatste schrijven mede gedeeld, dat de tijd te kort was, om verdere stappen te onldememen. Spreker kan zeer good zaken en principes van elkander onder- scheiden. Hij meent dan ook goed te doen, in elke omstandigheid persoonlijke zaken er buiten te houden. De heer Scheele heeft ge zegd, dat de anti-revolutionaire partij te veel een kerkelijke partij is of wordt. Naar spre- kers meening streeft de anti-revolutionaire partij vcortdurend, zich daarvan zooveel mo gelijk te onthouden; de anti-revolutionaire partij is een practische partij, die zich be- weegt op staatkundig terrein. Het is haar streven alle actie zooveel mogelijk buiten de kerk te houden. Dat zou gezegd zijn, dat de heer Scheele niet meeleeft op kerkelijk ter rein, moet spreker betreuren, deze bewering is naar zijne meening niet gegromd. Dat een mededeeling van de Arjia-actie tus- schen de ,,Officieele Mededeelingen" is ge- raakt, is te verklaren hierdoor, dat het kan gabeuren dat een en deizelfde persoon voor de verspreiding van beide dingen heeft gezorgd. Dat de heer Scheele opwekt, dat gestreefd zal worden om te komen tot een eenheidspartij, is rnaar bezwaariijk te verdiedigen door het feit, dat hij zelf wegtolijft, en den band met zijn partij verbreekj. De heer Savomin Lohman heeft een nieuwe partij gesticht, om- dat het verschil tusschen Lohmann en Kuij- per - - die meer stond op den grond der Oal- vinistiabhe beginselen van dien aard was, dat de samemwerking er door zoiu worden ge- schaad. Waarom werd het den heer De Jager kwalijk genomen, dat deze de vergaderingen der rechtsche olpb niet bezocht? De vertegenwoordigers der ohristelijk- historischen en anti-revolutionairen hebben gemeenid, getocmd te hebben op goeden voet de samenwerking te willen bevorderen, doch zulks werd hen niet mogelijk gemaakt. De heer Scheele heeft nadrukkelijk afge- wezen, dat de ovemame van den heer De Bruijn niet is geschied in de veronderstelling, daar do or meer kiezers voor zijn eandidatuur te verkrijigen. Spreker is bereid, dit te aan vaarden. Wat spreker heeft opgemerkt om trent de plaats.elijke vereeniging van den heer Scheele was niet bedoeid op Ter Neuzen al- leen. Indien men op zijn weg zou voortgaan, waarom dan geen afzonderlijke partij in Gro- ningen, waarom geen afzonderlijke partij voor taoeren, en een afzonderlijke partij voor bur gers? De heer COLS EN deelt mede, het te zullen ontfaouden, dat semmige leden 5 a 6 keer ach- tereen aan het woord komen. De heer SCHEELE zal in het kort antwoor den. De heer Van Aken heeft gezegd, dat spreker verkeerd zou zrjn ingelicht omtrent den gang vain zaken bij da candidaatstelling door de christelijk-historische partij. De waarheidlievendheid van den heer De Bruijn staat hem borg, dat dit niet zoo is. Daar komt bij, dat bij beschouwing van het manifest der chris.telijk-historisehje partij, spreker bij de bespreking der candidaten der vrij anti-revolutionaire partij nog in zijn in druk omtrent deze zaak werd versterkt, aan- gezien daarin is vermeld, dat da heer De Bruijn voor de vrij anti-revolutionaire partij is candidaat gesteld om kiezers naar die partij over te hevelen, waarbij de heer De Bruijn als onderkruiper wordt betiteld. De heer De Bruijn heeft gedurende de afgeloopen 4-jarige periode een goede, degelrjke politiek gevoerd. En is het hi am dan kwalijk te nemen, dat hij zonder een goed, degelijk onderzoek niet in den hoek geduwd weneicht te worden. Niet £6n vraag van den heer De Bruijn heeft men willen beantwoordisn. En als dan de chris- telijik-hisfcorisohe kiesvereeniging tegen dien persoon in haar blaadjes nog bepaalde be- schuldigingen uit, vindt hij een dergelijke hou ding voor een christelijke vereeniging absurd. Dit is zonder eenige wetensohap opzweepen van de kerkelijke hartstochten tegen een be- paald pers.oon. Dit geldt niet voor sprekers Hervormde vrienden, want spreker heeft die, hij aciht hen zelfs zeer hoog. Hij vraagt den heer Van Aken dan ook aan te toonan, waarin hij getoond heeft, eenige afbreuk aan de chris- te! ij k-'historfschen te hebben willen doen. Spreker richt zich niet tegen het Harvormde leven, hij hioopt integendeel, dat het zal groeien en bioeien. Men heeft dan ook het volste recht te doen wat men goed aciht, mits men fcilijft op eigen terrein. Spreker is in zijn hart gereformeerd:, dat mogen de heeren ge- rust weteu. Hij had het dan ook van zijn me:', -Christecnen niet verwacht, dat ze hem op die manier zouden behandelen. Hij zegt: En dat hebben jullie gedaan. Niet mijn vrien den van Hervormde zijde. Men moet niet op kerkelijk terrein overbrengen, wat op politiek terrein thuis boort. Men moet in beide steeds onderworpen blijven aan de Schrift. Ik heb geen redenen te twijfelen aan de goed- heid van een bepaald persoon, al waarschuwt men mij, indien ik weet, dat hij bereid is, de goede zaak te dienen. Aan de andere zijde vraag ik jullie: Waar zgn je bewrjzen voor de bewering dat een ge- reformeerde politiek wordt gevoerd? Jullie hebben het geluk gehad, een uurtje den tijd te hebben. Je hebben inlichtingen kunnen in- winnen, je hebben links en rechts kunnen tele- foneeren, je hebben oude schrijvers kunnen naslaan. Het resultaat is nihil, nihil! Je stel len je hier in al jullie treurigheid ten toon. De heer VAN AKENJe moet je ook niet aandienen als bezuinigingspartij. De heer SCHEELE vervolgt, dat de heer Den Hamer heeft medegedeeld, aan de eene zijde met spreker te kunnen samenwerken, doch dat hij aan de andere zijde aan zijn ean didatuur geen steun kon verleenen. Er was in de vorige periode wel een verschil, doch niet van dien aard, dat samenwerking uitge- sloten was. De heer DEN HAMER merkt op, dat de heer Scheele waarschijnlijk daelt op het niet- bezoeken der clubvergaderingen. De heer SCHEELE gaat verder, dat 7 leden hadden toegezegd, een bepaalde eandidatuur te steunen, en de hoop bestond, op den duur een meerderheid te verkrijgen, waarbij spreker zich dan ook had neer te leggen. Om een be- sluit niet te forceeren, werd bedenktijd ver- zocht, en rezen bezwaren, en het slot was, dat de heer Den Hamer mededeelde, een ean didatuur van spreker voor wethouder niet te zullen steunen. Het is niet te vermijden, dat men hierdoor in ongelegenheid komt. De frac- ties hebben eerst uitgesproken, den heer Scheele te vertrouwen, na de stemming blijkt, dat zulks niet het geval is. Wel is voldaan aan de afspraak, op den heer Geelhoedt te stemmen. Dat de heer Den Hamer de laatste maal zijn stem op spreker heeft uitgebracht, telt voor hem niet mee. Spreker had gedacht indien hij zich met iemand een voelde, dit met den heer Den Hamer te zijn, doch neen, zegt de heer Den Hamer, zijn partij is de officieele partij, en daarom kan hij zijn stem niet op spreker uitbrengen. De heer Lohman heeft zich van de anti-revolutionaire partij afge- scheiden, omdat verschil van meening be stond tusschen hem en Kuijper. Die groote verschillen kan men gerust aan Den Haag overlaten. Maar, vraagt spreker, zijn die groote verschillen hier niet? Neen, vervolgt hrj, hier zijn geen groote verschillen, en waar om kan dan de heer Den Hamer niet even goed gezamenlijk met spreker werken? In de anti-revolutionaire partij heeft men successievelijk gekregen een meer democra- tisch en een meer aristocratisch deel. Men loept met principes in den zak, aangaande de partij, doch er is intusschen ook een strijd tusschen de zienswijze van het meer democra- tisch en het meer aristocratisch deel. Hem komt het vbor, dat de heer Den Hamer zoo gemiddeld het democratisch vdeel der anti- re votutoionaire partij vertegenwoordigt. En dan zou men, in dit licht bezien, elkander moeten vinden. Het is zeer pijnlijk voor spre ker, dat er ten slotte aanvankelijk slechts 4 stemmen op hem waren uitgebracht bij de ver- kiezing voor wethouder. Dat gesft een groote scheiding en maakt een enorm veischil met de vorige 4-jarige periode. Spreker moet nog even een uiting van den heer Den Hamer rechtzetten. Bij de bijeen- komst voor de verkiezing van eian wethouder, heeft de heer Den Hamer medegedeeld, zich van stemming te willen onthouden, zich te willen verwijderen, of wel aan de stemming deel te nemen zonder verantwoording voor de gevolgen. Het speet spreker dat de heer Den Hamer zich toen niet kon uitspreken. Doch waarom dan niet in eerste instantie gedaan hetgeien beloofd was? Ten opzichte van spre- ker's eandidatuur heeft men geen woord ge houden. Wel heeft men zijn verplichting, den heer Geelhoedt te steunen, nagekomen. De VOORZITTER wil omtrent een en an- der ook nog een kort woord spreken. Er is gezegd, dat er geen lijn zou zijn in het beleid in en door burgemeester en wethouders. Spre ker wil er op wijzen, dat er alleen een minder- heidsvoorstel is van den heer Scheele in zake de verlaging der salarissen. Het kan voor- komen, dat iemands meening afwijkt, er is in burgemeester en wethouders een conservatief element, dat wenscht te behouden wat men heeft, doch de heer Scheele is meer vooruit- strevend geweest, en is van meening, dat de salarissen naar beneden moeten. Dit is de heer Scheele Vrij om te doen. Overigens wordt in burgemeester en wethouders niet met min- derheids- en meerderheidsvoorstellen gewerkt. Er is wel gezegd omtrent het optreden van burgemeester en wethouders, toen dit be- sproken werd, dat naar de meening van dien spreker het in burgemeester en wethouders niet de goede richting uit ging, doch het is niet een gevolg van een geschil in burgemees ter en wethouders dat burgemeester en wet houders tweemaal voorstellen, een beslissing aan den raad over te laten, doch een gevolg van een schikking. Spreker is den heer Lambrechtsen van Rit- them dankbaar voor diens hulde. In een slui- tende begrooting zit meer dan oppervlakkig bezien zou blrjken. Het is een teeken, dat de gemeente zich nog vrijelijk kan bewegen, dat ze nog eenigen tijd voor kan gaan in de rich- ting, zooals het tot nu toe gaat. Spreker moet er tegen waarschuwen, dat men niet te ver gaan moet, en niet moet doen alsof de ge meente reeds met het hoofd tegen het plafond zit. Men zal moeten leeren, dat bezuinigen niet steeds beteekant ,,geen geld uitgeven". Indien b.v. voor de brandweer geen uitgaven zouden gevoteerd worden, zou dit een bezui niging zijn, welke fataal zou blijken. De beer Van Aken heeft betwijfeld of cen- trale verwarming noodig is. Spreker ziet hier ter stede in 5 jaar nog geen nieuw gemeente- huis bouwen. Zooals de heer Geelhoedt reeds heeft gezegd, is er een voorziening noodig voor het archief, een kaohel kan daar van wege het brandgevaar niet geplaatst worden, en ligt het in het voomemen, ook de raads- zaal en in het algemeen alle localiteiten be neden van centrale verwarming te voorzien. Deze verbetering van de hand te wtjzen zou een verkeerde zuinigheid zijn. De heer Colsen heeft in hoofdzaak gewezen op twee dingen. Ten eerste wenschte hij meer reclame voor de gsmeente gemaakt te zien. Indien de heer Colsen per Provinciale boot reist, zal hij bespeuren, dat in een tijdschrift. waarvan thans 3 exemplaren zijn verschenen, een advertentie der gemeente Ter Neuzen voorkomt. Dit tijdschrift komt onder de oogen van een talrijk publiek, en wordt zoowel door Nederlanders als door buitenlanders gelezen. Burgemeester en wethouders maken propa ganda voor Ter Neuzen op de plaatsen, waar dit het meeste effect kan hebben. Bedoeid tijdschrift wordt ver buiten Zeeland gelezer en ook in een landelijk hoofdorgaan is dit jaar een advertentie der gemeente verschenen, waaruit men kan lezen, dat Ter Neuzen een heel goede plaats is voor vestiging zoowel van personen, als van zaken, industrieen. In het algemeen ontbreekt in het college niet den lust, Ter Neuzen vooruit te helpen, doch dat reclame wordt gemaakt, blijkt niet steeds uit een post op de begrooting. Wat betreft de vernieuwing van de West- zijde loopen burgemeester en wethouders niet zoo warm, doch houden zich toch ook niet afzijdig. Het is moeilijk, zaken te doen in eens anders huis, doch burgemeester en wet houders hebben van het betreffende Departe- ment de toezegging gekregen, dat met de be- langen van Ter Neuzen rekening zal worden gehouden. De heer Geelhoedt en spreker zijn voor deze zaak op pad geweest, en hebben deze toezegging verkregen. De heer Colsen heeft het voorts gehad over de belangen der inwoners van Sluiskil. Er is bij de Regeering een plan aanhangig, om te komen tot omlegging van de westelijke water- leiding, waardoor die hooge dijken kunnen ver- vallen. Ook is men van plan, in de toekomst sen betonweg of een asphaltweg te leggen op de door den heer Colsen aangegeven plaats, doch dat is voor de toekomst, en kan hierover op het oogenblik niet verder gesproken wor den. De heer Colsen heeft voorts gevraagd naar een program. Spreker heeft voor zich per- soonlijk een plan gemaakt, bestaande uit 15 punten. Hij stipt er enkele van aan. Ie ver nieuwing van de Axelsche brug. Burgsmeester en wethouders hebben zich hieromtrent tot de Overheid gewend. 2e. zou eigenlijk in deze vergadering aan de orde moeten komen een algeheele herzie- ning der politieverordening. Dit is een admi- nistratieve maatregel, en spreker heeft het verstandiger gevonden, dat zulks gebeurt on der zijn opvolger. Een andere kwestie hebben de heer Den Hamer en Colsen beiden aangeroerd. Hoewel spreker persoonlijk meer voelt voor het idee van den heer Den Hamer, stelt hrj zich op het standpunt, dat men bij een zoodanig ge- mengde bevolking als die van Ter Neuzen het beste doet, den weg te gaan, zooals burge meester en wethouders dien tot nu toe heb ben bewandeld. De heer Van Hecke heeft het gehad over de beerruimtng, en hetgeen daaromheen ge beurt. De heer Geelhoedt heeft hem reeds van antwoorid gediend, doch spreker wil er toch nog even opmerken, dat het voorkomt, dat er menschen zijn, die buiten de inkomsten^belas- ting vallen, doch wel Venmogensibelasting be- talen. Dan zeggen burgemeester en wethou ders niet, dat deze mens alien geen ruimlngs- rechten moeten ibetaflen, en betreft dit ge- woonlijk ook ingezetenen, die in hiet hoogste tarief vallen. 'Het zou toch niet billyh zijn, indien deze van betaling der rechten werden vrijgesteld. Burgemeester en wethouders moeten vast- stellen, wie al dan niet de rechten betalen, en spreker is er van overtuigd, dat zij dit op de beste wijze doen. De heer VAN HECKE: Dat vind ik prachtig! De VOORZITTER wil de beerruiming thans de beerruiming laten, indien deze materie bij een andere gelegenhiedid wordt geregeld, kan de heer Van Hecke de gelegemheid krijgen, hiercrver zijn gevoelen te zeggen. Thans kan men dit hieit beste laten rusten. De heer SOHEELE meent, hier iets te moe ten rechtzetten. Het is het voortdurend stre ven van burgemeester en wethouders, tusschen de meeningen van de heeren Den Hamer en Colsen door te zeilen. Spreker staat als wet houder ongeveer aan de zijde van den heer Den Hamer, en zal dan ook tegenover den Vooneither den heer Den Hamer bijvallen. Den heer DEN HAMER merkt op> aan het geen hy heeft gezegd, te hebben toegevoegd, dat het naar zijn meening in strijd was met de Zondiagswet. Da VOORZITTER antwoordt, dat men een wet moet lezen zooals die er ligt. Aan elke zaak zijn evenwel twee zijden. Burgemeester en wethioudens zorgen er voor, dat tijdims in- en uitgaan der kerken de kerkgangers rustig huns weegs kunnen gaan. Nu was voor de gelegenheid waarop de heer Den Hamer doelt, de aanvamg gesteld op 4 uur, dod.i bleek, dat dit moeilijkheden schiep, daar een gedeelte der deelnemers aan de wedstrijden dan genood zaakt was, hier te ovemaehten. Daarom is gevraagd, deze gelegenheid een uur vroeger te mogen openen. De heer SCHEELE: En daar gingen de Voorzitter en.ik uiteen. De VOORZITTER: De heer Scheele zei ,,neen", en ik zei ,,ja". De heer COLSEN is blij, dat hij thans be- schikt over cijfers betreffende de gemeente- werkiieden. Het zal hem niet kwalijk geno men kunnen worden, dat hij hierop verder wenscht in te gaan. Spreker deelt mede, zich in de vorige vergadering in het jaartal te hebben vergist, dit was niet, zooals hij mede deelde, 1920, doch 1918. Spreker is in 1919 in den raad geikomen, niet in 1920. Sinds dien tijd zijn in het algemeen de inkcimens veel ver- minderd, doch ook toen reeds stond de heer Scheele tegen verbooging van de salarissen der ambtenaren. Toen verdiende de agent Kwaak 750 per jaar, of 13,46 per week, Van Doom had /650 per jaar, Witte 750 per jaar. In dat jaar is voorgesteld een ver- hoegiing van deze salarissen. doch ook toen was de heer Scheele tegen een verbooging. En dat, terwijl .er een raadslid was, die een aanslag in den hoofdelij'ken omslag had van f 12.600, of wed 242 per week. Datzelfde raadslid stond toen niet aan de zyde van de gemeente-amibtenaren. Dit wil niet zeggen, dat men, indien men het later minder zou krijgen, ook weer maar van de salarissen der ambtenaren zou moeten af doen. Spreker wil bier even vastleggen, dat er in 1919 bij de beuandeling der begrooting voor 1920, toien de politie-agenten een inkomen hadden van f 12,50 en f 13,46 per week, toen de gemeente- weriklieden verdienden van de 500 tot de 600 en de secretarie-ambtenaren, met uit- zondering van De Vos die 1100 verdiende traktementen hadden van 650 en 550, dat toen datzelfde raadslid, met esn inkomen van f 12.600 of 242 per week, zich keerde tegen een verbooging van deze salarissen. Het is er toen in 1919 hardhandig toegegaan. Doch naar zijn meening mag men den toestand van toen niet uitspelen tegen dien van thans. Spreker heeft gemeenid, hierop eens te moe ten wijzen. In eerste instantie heeft spreker voorts ge sproken omtrent het aanleggen van trottoirs aan de zijde der huizen op den weg van Sluis- kil naar Sas van Gent. Spreker heeft vanmid- dag even tijd gehad, om daar nog eens te kij- ken. Het is daar geen straat om te voet over te gaan. Van Kooman tot Vermeulen is de weg 6 meter br:ed voor snelverkeer. Bij zulk snelverkeesr als er thans is, is het volstrekt geen luxe, dat er daar een trottoir komt. Er is daar voor de voetgangers geen plaats meer. De auto's ryden tot bijna tegen.de woningen, het is er levenEgevaarlijk, over den weg te passeeren. Men moet daar op den weg komen. Er zijn menschen, die er niet meer durven gaan. Waar het snelverkeer zoo buitengewoon toeneemt, is het niet te verwonderen, dat men niet over den weg durft te gaan. Er is pas geleden een ongeluk gebeurd, men moet er zich over verfbaizen, dat er niet meer ongeluk- ken gebeuren. Het is naar sprekers meening den plicht van de gemeente, te zorgen, dat de voetgangers hier kunnen passeeren. En dan is het mooi voor de menschen zoowell als voor de automobilistendat er daar een trot toir komt. Dit zal zoowel het wegverkeer als de voetgangers ten dienste zijn. Wat betreft de Pierssenspolderstraat, het spijt spreker. dat de leden daar vanmiddag eens geen kijkje konden nemen, vooral daar aan den oprit. Spreker geeft toe, dat het polderbestuur niet meewerkt. Voor 30 jaar was dit gedeelte al bijna zoo bebouwd als tegenwooidig. Een deel van het volk woont er al 80 jaar, en heeft al 80 jaar belasttng betaald. Dit pleit voor flea. dat ze al een 60-70-80 jaar aan him verplich- tingen hebben voldaan. Spreker wil een tipje oplichten en zeggen, dat het niet het slecht- ste deel is, dat er woont. De Pierssenspolder straat kan en mag zoo niet blijiven, ook ai is het dan zonder steun van het polderbestuur, een oplossing moet gevonden wooden; het pol derbestuur kan toch niet blijiven tegenwerikien. Bovendien zal het geen duizenden moeten kos ten, zooals de oplossing, die destijds aan het ziekenhuis en verder is gevonden. De VOORZITTEJt merkt op, dat buige- meester en wethouders met de bewoners een. vergadering hebben belegd, en dat de bewo ners toen hebben geweigerd op him voorstel in te gaan. De heer COLSEN antwoordt, dat dat er twee of drie waren. Daar kan toclh niet de heele Piersaenispolderstraat iets aan doen? Ook in de Kerkstraat raadt hij den leden aan, een kijkje te komen nemen. Van wege den Waterstaat is een gedeelte der Blikstraat gebetonneerd en daar is een groote verbete ring verkregen. De Kerkstraat zou ook een mooie straat kunnen zijn, doch indien de leden vanavond zouden komen zien, zouden zij een modderpoel vinden. Het is een breede straat, en denken burgemeester en wethouders dan, dat ze die met een klein beetje macadam in orde kunnen houden. Neen, de zaak is zoo, dat, indien er eemig snelverkeer is, men na enkele dagen de macadam aan de kanten van den weg kan opvegen. Vorig jaar is reeds toe gezegd, dat er een proefjie zou genomen wor den, en spreker dringt er op aan, dit thans ook te doen. Indien hier een betere vooTzie- ning kon worden getroffen en dit proefje werd toegepast, dan was in den aamer het stof weg en zat men in den winter niet in de slik, Dit als kort antwoord op hetgeen hem is opge merkt omtrent de wegen waarover spreker het heeft gehad. Burgemeester en wethouders hebben voorts gezegd, dat geadverteerd is in een blad om trent Ter Neuzen. Spreker reist veel per Pro vinciale boot, doch heeft dit nog niet mogen ervaren. Hij wil er op wijzen, dat man met ad- verteeren in een klein blaadje niet opschiet. De heer GEELHOEDT merkt op, dat dit ook niet het geval is geweest. De heer COLSEN vraagt, of burgemeester en wethouders wel hebben geinformeerd naar de kosten voor het maken van reclame op de Wereldtentoon3telling. Spreker heeft dit wed gedaan, deze bedrcegen 35 per meter. Door een vereeniging is daar dan ook gelbruik van gemaakt om de aandacbt te v-estigen op Sluiskil als plaats van vestiging van fahrie- ken. De kosten waren voor die vereeniging niet zoo erg. De heer VAN DRIEL wil ook nog iets zeg gen. Na het betoog van daarstraks is het hem nogal meegevadlen. Dit tusschen haakjes. Den heer Den Hamer kan hy verzekeren, dat zyn fractie hem wederzijds steun zal ver leenen, zij is bereid samen te werkien met alle menschen van goeden wil. Hij stelt diaarby op den voorgrond, dat de heer Den Hamer dan zal moeten tioonen cp dezelfde realiteit te steunen als wijlen de heer De Jager deed. Het spreekt vanzelf, dat de heer Van Cadsand zich heeft uitgelateni dat er geen betere wethou der is als de heer Sch:ele. Spreker henflaalt, dat de gemeente er niet sleehter voorstaat dan in de vorige periode. Er blijkt, dat er nog iets af kan, dat er zelfs nog groote brokstuk- ken overschieten. Dit neemt niet weg, dat de heer Scheele handelt in strijd met het bezui- nigingsplan waarmede hij zich heeft aange- diend. De heer Scheele heeft zich noadgedron- gen aangepast en hij hioopt, dat hij zich in de thans aanvangende 4jarige periode weer zal aanpassen aan de yzeren realiteit. Daarvoor ifleeit spreker grooten lot. Doch dat is heel iets anders, dan met zijn zienswijze omtrent de gemeente en de gemeentefmancien accoord gaan. De verzekeringen van den hear Sciheele hebben spreker en diens fractie te aanvaar den. Er is toegezegd, dat voor de school op Java de noodzakelijke voorzieningen zullen worden getroffen. By den betreffenden post zal de heer 't Gilde zoo noodig ncg een en ander uiteenzetten. De heer 't Gilde is daar van buitengewoon op de hoogte. De heer Scheele heeft zich beklaagd over de saamhoo- righeid die er niet is. Dit is een zaak die spre ker niet zoozeer raakt, dit komt omdat de heer Scheele niet op de menschen steunt, waarop hij zou moeten steunen. Spreker dieelt niet het gevoelen van den heeT Sciheele, dat de gemeente met die financien nog verder den put in zou gaan. Het blykt, dat de personeele belasting ziafl in stijgende lijn bewocgl. Spre ker vindt het op zichzeif reeds een prestatie, dat in dezen crisistyd een oversohot kan wor den gekregen van f 26.000. Dat dit overschot intusschen is temggeloopen tot f 9000, daar- aan kan spreker niets doen. Hij is van mee ning, dat men in dezen jaargang niet f 9000, doch wel 90.000 zou kunnen overhouden. In dien de meergegoeden flink werden nagereden, zou ongetwijfeld de belastingopbrengst nog stijigen. Aan bezuiniging is in het algemeen heel weinig gedaan. Bezuinigen is bij een begroo ting, die zoo sober is ingericht, niet wel mo gelijk. Spreker kan egenlrjk nog niet begrij- pen, hoe het in deze gemeente van kan wor den gedaan, hy zou willen zeggen, dat er eigen lijk reeds teveel bezuinigd is. By de stemming voor de wethoude rszetels is door den uitslag dier stemming de heer Scheele de wethouder, onze wethouder ge- worden. Ook die der socdaal-democraten, De Voorzitter heeft het eenigszins anders gezegd dan spreker, doch hy blijft er bij, dat by her- haling blijkt van verschil van gevoeiens In de voorstellen van burgemeester en wethouders. Het is steeds een trekken en duwen, ontstaan door het verschil, en door het gelbrek aan saamhoorigtoedd van burgemeester en wet- I'aouders. Er is geen lijn in de leiding, dit blykt ook wel hieruit, dat burgemeester en wethou ders tot de conclusie komen, en bepaalde be slissing aan den raad te mcetien overlaten. Dit wyst er toch wel op, dat er geen lijn is in hun voorstellen en burgemeester en wet houders een beslissing op den raad willen af- scbuiven. Er zyn ten slotte 8 verschillende partijen in den raad vertegenwoordiigd en kan het niet anders, of een wethouder moet steu nen op de meerderheid, waartoe men overeen komen moet. Gezien evenwel de verhouding recti ts-links moet spreker opmerken, dat de sociaal-democraten het al heel ongelukkig getroffen hebben. Wat betreft de belangen van Sluiskil, hierop kan bij hetzelfae zeggen, wat bij ook vroeger gezegd heeft. Het is te- leurstellend, dat men hierbij steeds terecht komt in het gemodder van persoonlyke kwea- ties. Spreker en zyn fractie zrjn bereid, samen te werken om te tract:ten een verbetering te krijgen, zoo dit mogelijk is. Spreker beeiSt de begrooting thuis grondig bestudeerd, en zal te zyner tijd verder zijn op- en aanmerkingen maken. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 6