GEMEENTERAAD VAN
TER NEUZEN.
sjecuur op te schrijven, op 'n pampierke dat
ie op zynen knie had gelegd.
,,Nog wa, Dre! Da's me onderweuge te bin-
nengeschoten. Nouw den Joost zoo prachtig
zoo deftig kan tillefeneeren, zouwen wij nou
de kraant er nie bij kunnen uitinviteeren
Ik beloof oe, amico, hij vroeg 't zoo seer-
jeus, mee 'nen rimpel boven z'n neus, of ie
prakizeerde over den doopnaam van z'n a.s.
kindje.
,,Blaauwe", proeste-n-ik,,scihei uit! Ge
mokt er 'n schandaal van."
,,'t Peest kan nie onvergetelijk genogt zijn",
zei den Tiest droog; „dus 't mot in de kraant,
met de foto's erbrj. ''t Ga-d-allemaal op mijn
verantwoording. En nou zal ik wel 's will en
zien, of in deuzen tijd, van louter kraant-be-
roemdhedens en huldigingen, ik den Jaan ok
nie in diieen eerestoet geplotst krijg!"
Zoo amico, zoo verliep deuzen griep-Zon-
dag in n paar lachbuien, die alle kouw uit
m*nen buik hebben geschud en 'k heb meteen
de zekerheid, dat de aparte hulide van den
Blaauwe aan den Jaan, iets „onvergetelijks",
iets „groots" wordt, wat het „stanidbeeld",
den Fielp destijds aangebojen, nog overtreft!
En dan weet ge 't wel.
Kom, ik schei er af.
Veul groeten van Trui en als altij geen
haarke minder van oewen
toet a voe
DRe.
Vergadering van Donderdag 14 Nov. 1935.
Voortgezette vengadering des middags
te 2 ure.
Na heropening deelt de VOORZITTER mede
dat de heeren Van Aiken en Den Hamer ieder
5 minuten spreektijd krijgen, om bun stand-
punt in deze politieke kwestie tegenover die
van den beer Scheele te stellen.
De heer VAiN AKEN wenscht de aandacbt
te vestigen op enkele punten, die de heer
Scheele heeft aangehaald. Inzonderbeid be-
treffende de kwestie der bezuiniging op het
lager onderwijs, heeft de heer Scheele een
breed opgezet betoog gehouden, en gezegd,
dat uit de afrekening over'de afgeloopen drie-
jarige periode gebleken is, dat de gemeente-
lijke vergoeddng voldoende was. Deze was toen
aanvankelyk f 10,20 per leerling per jaar en
dit bedrag moet ook voldoende geacht worden.
Spreker heeft juist gezegd, ,,ga niet te ver
met bezuinigen", de vergoedimg van de ge-
meente is thans reeds gedaald tot 6,82 per
leerling. Dat is voor de scholen te weinig,
voor de kleine beslist te weinig. Spreker heeft
hooren vertellen, dat van de zijde van gede-
puteerde staten de opmerking wend gemaakt
als zou niet genoeg op het u.'l.o. onderwijs zijn
bezuinigd, doch spreker is voornemens den
inspecteur van het onderwijs zijn klachten ter
kennis te brengen, indien blijkt, dat steeds
beizuinigd wordt op een wijize waardoor een
tekort zou moeten ontstaan, want met het be
drag, dat thans per leerling is vastgesteld,
kunnen de scholen onmogelijk toekomen.
Wat betreft zijn houding met betrekking tot
de vrrje-anti-revolutionaire partij, heeft de heer
Scheele een ellenlang betoog gehouden, om
zijn houding te verklaren. Gezien de propa-
ganda-drculaire van den heer Scheele most
spreker tot de conclusie komen, dat de heer
Scheele verkeerd moet zijn ingelicht over de
wrjze, waarop in de christelijk-historische kies-
veieeniging de candidaatstelling heeft plaats
gehad. Deze is geheel organisatorisch ge-
sohied. Op den dag voordat de candidaatstel
ling zou plaats hebben, is van den heer De
Bruyn een brief ingekomen, dat hij voor een
zetel niet meer in aanmerking wenschte te
komen. Eenige dagen later werd vernomen,
dat hij candidaat werd gesteld voor de vrij-
anti-revoluticnaire partij, en nog een week
later kwarr bij het bestuur der kiesvereeni
ging een schrijven in, waarin de heer De Brutjn
bedanlrte als lid, waarschijnlijk om te voor-
komen dat deze hem als lid zou royeeren. De
heer Scheele had inzage van deze gegevens
kunnen krijgen, indien hij zich tot het be
stuur der christelijk-historische kiesvereeni-
ging had gewend om inlichtingen. Dan had de
heer Sdheeue geweten, hoe de zaak geloopen
was, en waren waarschijnlijk deze strubhe-
lingen achterwege gebleven. Er is geen kwes
tie van dat den heer De Bruijn een zetel zou
aangetooden zijn op no. 5. Zooiets kan voor-
komen bij de N.S.B., doch bij geen enkele
kiesvereeniging.
Hij heeft voorts nog een kleine opmerking
omtrent de houding van den heer Scheele, n.l.
dat hij het hetreurt, dat de heer Scfneele
iemand in het geding heeft gebracht, die zich
hier niet kan verdedigen.
De VOORZTTTER constateert, dat de heer
Den Hamer nog Aiet aanwezig is.
De heer DE BRUIJN merkt op, waar de
heer Van Aiken zijn persoon in het geding
heeft gebracht, wel genoodzaakt te zijn, op
zijn gezegde te antwoorden. Degenen die bui-
ten de vereeniiging staan, zijn van den toe-
stand niet op de hoogte. Spreker heeft een
brief gekregen van een bestuurslid der kies
vereeniging, en er op gestaan, dat deze brief
in de vergadering dier vereeniging zou behan-
deid worden. Men wenschte daar dien brief
niet te behandelen. Het is juist, dat spreker
als 5e candidaat is afgelezen. Dit is niet di
rect de oorzaak geweest, doch de wijze waar-
op de zaken behandeld of heter niet be-
handeld werden is voor spreker reden ge
weest mede te deelen, dat hij niet meer voor
een eandidatuur in aanmerking wenschte te
komen. Hij heeft dit dan ook aan de kies
vereeniging medegedeeld. De heer Scheele
staat geheel buiten deze kwestie. Toen be-
kend was, dat spreker geen eandidatuur voor
de christedijk-historiscbkiesvereeniging aan-
vaardde en liij bed'ankt had als lid der kies
vereeniging heeft hij den heer Scheele ont-
moet, en zeide deze tegen hem: ,,Wat is dat
mi, mijmiheer De Bruijn, bent u niet meer can
didaat gesteld voor de christelijk-historische
partij?" Hierop heeft spreker den heer Scheele
omtrent de situatie ingelicht en heeft de heer
Scheele hem zijn spijt daarover betuigd en
gevraagd, een candidiatuur voor de vrije anti-
revolutionaire partij te aanvaarden.
Spreker heeft dit toen eenigen tijd in be-
raad ge louden, en ten slotte in het idee, dat
hij vroeger steeds met pleizier met den heer
Scheele samengewerkt had, gemeend aan
cliens verzoek te moeten voldoen, en heeft
diens raad opgevolgd.
De heer DE KRAKER merkt op, dat de
heer Scheele een vurige toeapraak heeft ge
houden, omtrent de verkiezingen en wat daar-
aan is vooraf gegaan. Het doet hem genoegen
dat de bedoeling van den heer Scheele niet is
afbraak. Omtrent hetgeen de heer De Bruijn
heeft gezegd, wil hij opmerken, dat hierdoor
wellicht een anderen indruk zou worden ge-
wefct dan overeenkemstig de feiten is. Hij
heeft dan ook den indruk, dat de heer De
Bruijn het met de voorstelling van feiten zoo
nauw niet neemt. Hierop dieper in te gaan,
zou een eindeloos debat, zonder vrucht, ten
gevolge kunnen hebben.
De heer SOHEELE vraagt het woord.
De VOORZITTER stelt vast, dat het hier
geen gemeentebelang betreft, waarom de
spreektijd zoo kort mogelijk moet zijn.
De heer SOHEELE deelt mede, enkel te
willen antwoorden op enkele zaken die de
heer Van Aken naar voren heeft gebracht. In
de eerste plaats de kwestie van de bezuini
ging op het lager onderwijs, en de terug-
brenging van de kosten per leerling van
f 10,20 tot f 6,82.
De kwestie in dazen is niet, of burgemees
ter en wethouiders meer zouden willen geven,
doch de wettelijke bepaling, dat hetgeen het
openbaar onderwijs kost, ook met evenveel
guldens en centen aan bet bijzonder onderwijs
mag worden vergoed. Het gaat er hier niet
om of burgemeester en wethouders al dan niet
het bijzonder onderwijs willen steunen, doch
uitsluitend om de uitvoering van een regeling
die van hoo'gerhand is opgelegd. Misschien
is de gemeente wat betreft de bijdrage aan
het onderwijs vroeger vrijgeviger geweest,
doch waar dit toe kan komen, zonder dat aan
het onderwijs afbreuk wordt gedaan, en de
goede gang van zaiken wordt gestoord, is het
niet mogelijk, aan het bijzonder onderwijs een
grootere bijdrage te geven. Zoodoende is men
op een lager niveau gekomen. Spreker
heeft reeds toegestemd, en stemt het nog toe,
dat het voor de kleinere scholen moeilijker
zal zijn dan voor de grootere, doch burge
meester en wethouders hebben het recht niet,
voor de kleinere soholein meer te doen. Wat
voor het onderwijs noodig is, gsbeurt, en dan
kunnen alien tevreden zijn. Volgens de wet
kan slechts f 6,82 per leerling worden bijge-
dragen. De school aan de Jozinastraat kan
met dit bedrag gemakkelijk toekomen, en er
bestaat bovendien geen wettelijke bepaling
die burgemeester en wethouders het recht
geeft, de kleinere scholen te hulp te komen.
Een hoogere toelage verleenen, dan voor het
openlbaar onderwijs de kosten per leerling be-
dragen, mag niet, dat snijdt de/vet af. De
heer Van Aken kan nu wel van de stelling
uitgaan, dat de gemeente meer moet geven
en dat wat niet noodig is, tocb terug gege-
vem wordt, waardoor de kleinere scholen in
een betere condltie kunnen komen, doch deze
stelling is inconsequent.
De heer Den Hamer komt ter vergadering.
De VOORZITTER verleent hem terstond
het woord.
De heer DEN HAMER deelt mede, gaarne
gelbrui'k te maken van die gelegenheid, die
hem verleend wordt, zijn standpunt tegen
over dat van den heer Scheele te verdedigen
en te rechtvaardigen. Hij is den heer Scheele
dankhaar eenerzijds voor zijn zakelijke critiek,
anderzijds kan hij zijn standpunt niet deelen.
Het manifest van den heer Scheele is naar
spretkers meening, gesteund door de feiten,
onwaar. Dit kan worden veroorzaakt door
een verschillende wijze van zien. Indien 2
menschen een zaak zien, is .het niet onmoge
lijk, dat beiden die op een verschillende wijze
zien. Naar spreikers overtuiging is alles be-
proefd om te komen tot een verzoening. En
zou men daar 8 dagen voor gebruiken, indien
men 2 maanden tijd heeft. Bovendien heeft
de heer Scheele in zijn laatste schrijven mede
gedeeld, dat de tijd te kort was, om verdere
stappen te onldememen. Spreker kan zeer
good zaken en principes van elkander onder-
scheiden. Hij meent dan ook goed te doen,
in elke omstandigheid persoonlijke zaken er
buiten te houden. De heer Scheele heeft ge
zegd, dat de anti-revolutionaire partij te veel
een kerkelijke partij is of wordt. Naar spre-
kers meening streeft de anti-revolutionaire
partij vcortdurend, zich daarvan zooveel mo
gelijk te onthouden; de anti-revolutionaire
partij is een practische partij, die zich be-
weegt op staatkundig terrein. Het is haar
streven alle actie zooveel mogelijk buiten de
kerk te houden. Dat zou gezegd zijn, dat de
heer Scheele niet meeleeft op kerkelijk ter
rein, moet spreker betreuren, deze bewering is
naar zijne meening niet gegromd.
Dat een mededeeling van de Arjia-actie tus-
schen de ,,Officieele Mededeelingen" is ge-
raakt, is te verklaren hierdoor, dat het kan
gabeuren dat een en deizelfde persoon voor de
verspreiding van beide dingen heeft gezorgd.
Dat de heer Scheele opwekt, dat gestreefd zal
worden om te komen tot een eenheidspartij,
is rnaar bezwaariijk te verdiedigen door het
feit, dat hij zelf wegtolijft, en den band met
zijn partij verbreekj. De heer Savomin
Lohman heeft een nieuwe partij gesticht, om-
dat het verschil tusschen Lohmann en Kuij-
per - - die meer stond op den grond der Oal-
vinistiabhe beginselen van dien aard was,
dat de samemwerking er door zoiu worden ge-
schaad. Waarom werd het den heer De Jager
kwalijk genomen, dat deze de vergaderingen
der rechtsche olpb niet bezocht?
De vertegenwoordigers der ohristelijk-
historischen en anti-revolutionairen hebben
gemeenid, getocmd te hebben op goeden voet
de samenwerking te willen bevorderen, doch
zulks werd hen niet mogelijk gemaakt.
De heer Scheele heeft nadrukkelijk afge-
wezen, dat de ovemame van den heer De
Bruijn niet is geschied in de veronderstelling,
daar do or meer kiezers voor zijn eandidatuur
te verkrijigen. Spreker is bereid, dit te aan
vaarden. Wat spreker heeft opgemerkt om
trent de plaats.elijke vereeniging van den heer
Scheele was niet bedoeid op Ter Neuzen al-
leen. Indien men op zijn weg zou voortgaan,
waarom dan geen afzonderlijke partij in Gro-
ningen, waarom geen afzonderlijke partij voor
taoeren, en een afzonderlijke partij voor bur
gers?
De heer COLS EN deelt mede, het te zullen
ontfaouden, dat semmige leden 5 a 6 keer ach-
tereen aan het woord komen.
De heer SCHEELE zal in het kort antwoor
den. De heer Van Aken heeft gezegd, dat
spreker verkeerd zou zrjn ingelicht omtrent
den gang vain zaken bij da candidaatstelling
door de christelijk-historische partij.
De waarheidlievendheid van den heer De
Bruijn staat hem borg, dat dit niet zoo is.
Daar komt bij, dat bij beschouwing van het
manifest der chris.telijk-historisehje partij,
spreker bij de bespreking der candidaten der
vrij anti-revolutionaire partij nog in zijn in
druk omtrent deze zaak werd versterkt, aan-
gezien daarin is vermeld, dat da heer De
Bruijn voor de vrij anti-revolutionaire partij
is candidaat gesteld om kiezers naar die partij
over te hevelen, waarbij de heer De Bruijn
als onderkruiper wordt betiteld. De heer De
Bruijn heeft gedurende de afgeloopen 4-jarige
periode een goede, degelrjke politiek gevoerd.
En is het hi am dan kwalijk te nemen, dat hij
zonder een goed, degelijk onderzoek niet in
den hoek geduwd weneicht te worden. Niet
£6n vraag van den heer De Bruijn heeft men
willen beantwoordisn. En als dan de chris-
telijik-hisfcorisohe kiesvereeniging tegen dien
persoon in haar blaadjes nog bepaalde be-
schuldigingen uit, vindt hij een dergelijke hou
ding voor een christelijke vereeniging absurd.
Dit is zonder eenige wetensohap opzweepen
van de kerkelijke hartstochten tegen een be-
paald pers.oon. Dit geldt niet voor sprekers
Hervormde vrienden, want spreker heeft die,
hij aciht hen zelfs zeer hoog. Hij vraagt den
heer Van Aken dan ook aan te toonan, waarin
hij getoond heeft, eenige afbreuk aan de chris-
te! ij k-'historfschen te hebben willen doen.
Spreker richt zich niet tegen het Harvormde
leven, hij hioopt integendeel, dat het zal groeien
en bioeien. Men heeft dan ook het volste
recht te doen wat men goed aciht, mits men
fcilijft op eigen terrein. Spreker is in zijn
hart gereformeerd:, dat mogen de heeren ge-
rust weteu. Hij had het dan ook van zijn
me:', -Christecnen niet verwacht, dat ze hem
op die manier zouden behandelen. Hij zegt:
En dat hebben jullie gedaan. Niet mijn vrien
den van Hervormde zijde. Men moet niet op
kerkelijk terrein overbrengen, wat op politiek
terrein thuis boort. Men moet in beide
steeds onderworpen blijven aan de Schrift. Ik
heb geen redenen te twijfelen aan de goed-
heid van een bepaald persoon, al waarschuwt
men mij, indien ik weet, dat hij bereid is, de
goede zaak te dienen.
Aan de andere zijde vraag ik jullie: Waar
zgn je bewrjzen voor de bewering dat een ge-
reformeerde politiek wordt gevoerd? Jullie
hebben het geluk gehad, een uurtje den tijd
te hebben. Je hebben inlichtingen kunnen in-
winnen, je hebben links en rechts kunnen tele-
foneeren, je hebben oude schrijvers kunnen
naslaan. Het resultaat is nihil, nihil! Je stel
len je hier in al jullie treurigheid ten toon.
De heer VAN AKENJe moet je ook niet
aandienen als bezuinigingspartij.
De heer SCHEELE vervolgt, dat de heer
Den Hamer heeft medegedeeld, aan de eene
zijde met spreker te kunnen samenwerken,
doch dat hij aan de andere zijde aan zijn ean
didatuur geen steun kon verleenen. Er was
in de vorige periode wel een verschil, doch
niet van dien aard, dat samenwerking uitge-
sloten was.
De heer DEN HAMER merkt op, dat de
heer Scheele waarschijnlijk daelt op het niet-
bezoeken der clubvergaderingen.
De heer SCHEELE gaat verder, dat 7 leden
hadden toegezegd, een bepaalde eandidatuur te
steunen, en de hoop bestond, op den duur een
meerderheid te verkrijgen, waarbij spreker
zich dan ook had neer te leggen. Om een be-
sluit niet te forceeren, werd bedenktijd ver-
zocht, en rezen bezwaren, en het slot was,
dat de heer Den Hamer mededeelde, een ean
didatuur van spreker voor wethouder niet te
zullen steunen. Het is niet te vermijden, dat
men hierdoor in ongelegenheid komt. De frac-
ties hebben eerst uitgesproken, den heer
Scheele te vertrouwen, na de stemming blijkt,
dat zulks niet het geval is. Wel is voldaan
aan de afspraak, op den heer Geelhoedt te
stemmen. Dat de heer Den Hamer de laatste
maal zijn stem op spreker heeft uitgebracht,
telt voor hem niet mee. Spreker had gedacht
indien hij zich met iemand een voelde, dit met
den heer Den Hamer te zijn, doch neen, zegt
de heer Den Hamer, zijn partij is de officieele
partij, en daarom kan hij zijn stem niet op
spreker uitbrengen. De heer Lohman heeft
zich van de anti-revolutionaire partij afge-
scheiden, omdat verschil van meening be
stond tusschen hem en Kuijper. Die groote
verschillen kan men gerust aan Den Haag
overlaten. Maar, vraagt spreker, zijn die
groote verschillen hier niet? Neen, vervolgt
hrj, hier zijn geen groote verschillen, en waar
om kan dan de heer Den Hamer niet even
goed gezamenlijk met spreker werken?
In de anti-revolutionaire partij heeft men
successievelijk gekregen een meer democra-
tisch en een meer aristocratisch deel. Men
loept met principes in den zak, aangaande de
partij, doch er is intusschen ook een strijd
tusschen de zienswijze van het meer democra-
tisch en het meer aristocratisch deel. Hem
komt het vbor, dat de heer Den Hamer zoo
gemiddeld het democratisch vdeel der anti-
re votutoionaire partij vertegenwoordigt. En
dan zou men, in dit licht bezien, elkander
moeten vinden. Het is zeer pijnlijk voor spre
ker, dat er ten slotte aanvankelijk slechts 4
stemmen op hem waren uitgebracht bij de ver-
kiezing voor wethouder. Dat gesft een groote
scheiding en maakt een enorm veischil met de
vorige 4-jarige periode.
Spreker moet nog even een uiting van den
heer Den Hamer rechtzetten. Bij de bijeen-
komst voor de verkiezing van eian wethouder,
heeft de heer Den Hamer medegedeeld, zich
van stemming te willen onthouden, zich te
willen verwijderen, of wel aan de stemming
deel te nemen zonder verantwoording voor de
gevolgen. Het speet spreker dat de heer Den
Hamer zich toen niet kon uitspreken. Doch
waarom dan niet in eerste instantie gedaan
hetgeien beloofd was? Ten opzichte van spre-
ker's eandidatuur heeft men geen woord ge
houden. Wel heeft men zijn verplichting, den
heer Geelhoedt te steunen, nagekomen.
De VOORZITTER wil omtrent een en an-
der ook nog een kort woord spreken. Er is
gezegd, dat er geen lijn zou zijn in het beleid
in en door burgemeester en wethouders. Spre
ker wil er op wijzen, dat er alleen een minder-
heidsvoorstel is van den heer Scheele in zake
de verlaging der salarissen. Het kan voor-
komen, dat iemands meening afwijkt, er is in
burgemeester en wethouders een conservatief
element, dat wenscht te behouden wat men
heeft, doch de heer Scheele is meer vooruit-
strevend geweest, en is van meening, dat de
salarissen naar beneden moeten. Dit is de
heer Scheele Vrij om te doen. Overigens wordt
in burgemeester en wethouders niet met min-
derheids- en meerderheidsvoorstellen gewerkt.
Er is wel gezegd omtrent het optreden van
burgemeester en wethouders, toen dit be-
sproken werd, dat naar de meening van dien
spreker het in burgemeester en wethouders
niet de goede richting uit ging, doch het is
niet een gevolg van een geschil in burgemees
ter en wethouders dat burgemeester en wet
houders tweemaal voorstellen, een beslissing
aan den raad over te laten, doch een gevolg
van een schikking.
Spreker is den heer Lambrechtsen van Rit-
them dankbaar voor diens hulde. In een slui-
tende begrooting zit meer dan oppervlakkig
bezien zou blrjken. Het is een teeken, dat de
gemeente zich nog vrijelijk kan bewegen, dat
ze nog eenigen tijd voor kan gaan in de rich-
ting, zooals het tot nu toe gaat. Spreker moet
er tegen waarschuwen, dat men niet te ver
gaan moet, en niet moet doen alsof de ge
meente reeds met het hoofd tegen het plafond
zit. Men zal moeten leeren, dat bezuinigen
niet steeds beteekant ,,geen geld uitgeven".
Indien b.v. voor de brandweer geen uitgaven
zouden gevoteerd worden, zou dit een bezui
niging zijn, welke fataal zou blijken.
De beer Van Aken heeft betwijfeld of cen-
trale verwarming noodig is. Spreker ziet hier
ter stede in 5 jaar nog geen nieuw gemeente-
huis bouwen. Zooals de heer Geelhoedt reeds
heeft gezegd, is er een voorziening noodig
voor het archief, een kaohel kan daar van
wege het brandgevaar niet geplaatst worden,
en ligt het in het voomemen, ook de raads-
zaal en in het algemeen alle localiteiten be
neden van centrale verwarming te voorzien.
Deze verbetering van de hand te wtjzen zou
een verkeerde zuinigheid zijn.
De heer Colsen heeft in hoofdzaak gewezen
op twee dingen. Ten eerste wenschte hij meer
reclame voor de gsmeente gemaakt te zien.
Indien de heer Colsen per Provinciale boot
reist, zal hij bespeuren, dat in een tijdschrift.
waarvan thans 3 exemplaren zijn verschenen,
een advertentie der gemeente Ter Neuzen
voorkomt. Dit tijdschrift komt onder de oogen
van een talrijk publiek, en wordt zoowel door
Nederlanders als door buitenlanders gelezen.
Burgemeester en wethouders maken propa
ganda voor Ter Neuzen op de plaatsen, waar
dit het meeste effect kan hebben. Bedoeid
tijdschrift wordt ver buiten Zeeland gelezer
en ook in een landelijk hoofdorgaan is dit jaar
een advertentie der gemeente verschenen,
waaruit men kan lezen, dat Ter Neuzen een
heel goede plaats is voor vestiging zoowel van
personen, als van zaken, industrieen. In het
algemeen ontbreekt in het college niet den
lust, Ter Neuzen vooruit te helpen, doch dat
reclame wordt gemaakt, blijkt niet steeds uit
een post op de begrooting.
Wat betreft de vernieuwing van de West-
zijde loopen burgemeester en wethouders niet
zoo warm, doch houden zich toch ook niet
afzijdig. Het is moeilijk, zaken te doen in
eens anders huis, doch burgemeester en wet
houders hebben van het betreffende Departe-
ment de toezegging gekregen, dat met de be-
langen van Ter Neuzen rekening zal worden
gehouden. De heer Geelhoedt en spreker zijn
voor deze zaak op pad geweest, en hebben
deze toezegging verkregen.
De heer Colsen heeft het voorts gehad over
de belangen der inwoners van Sluiskil. Er is
bij de Regeering een plan aanhangig, om te
komen tot omlegging van de westelijke water-
leiding, waardoor die hooge dijken kunnen ver-
vallen. Ook is men van plan, in de toekomst
sen betonweg of een asphaltweg te leggen op
de door den heer Colsen aangegeven plaats,
doch dat is voor de toekomst, en kan hierover
op het oogenblik niet verder gesproken wor
den.
De heer Colsen heeft voorts gevraagd naar
een program. Spreker heeft voor zich per-
soonlijk een plan gemaakt, bestaande uit 15
punten. Hij stipt er enkele van aan. Ie ver
nieuwing van de Axelsche brug. Burgsmeester
en wethouders hebben zich hieromtrent tot de
Overheid gewend.
2e. zou eigenlijk in deze vergadering aan
de orde moeten komen een algeheele herzie-
ning der politieverordening. Dit is een admi-
nistratieve maatregel, en spreker heeft het
verstandiger gevonden, dat zulks gebeurt on
der zijn opvolger.
Een andere kwestie hebben de heer Den
Hamer en Colsen beiden aangeroerd. Hoewel
spreker persoonlijk meer voelt voor het idee
van den heer Den Hamer, stelt hrj zich op
het standpunt, dat men bij een zoodanig ge-
mengde bevolking als die van Ter Neuzen het
beste doet, den weg te gaan, zooals burge
meester en wethouders dien tot nu toe heb
ben bewandeld.
De heer Van Hecke heeft het gehad over
de beerruimtng, en hetgeen daaromheen ge
beurt. De heer Geelhoedt heeft hem reeds van
antwoorid gediend, doch spreker wil er toch
nog even opmerken, dat het voorkomt, dat er
menschen zijn, die buiten de inkomsten^belas-
ting vallen, doch wel Venmogensibelasting be-
talen. Dan zeggen burgemeester en wethou
ders niet, dat deze mens alien geen ruimlngs-
rechten moeten ibetaflen, en betreft dit ge-
woonlijk ook ingezetenen, die in hiet hoogste
tarief vallen. 'Het zou toch niet billyh zijn,
indien deze van betaling der rechten werden
vrijgesteld.
Burgemeester en wethouders moeten vast-
stellen, wie al dan niet de rechten betalen,
en spreker is er van overtuigd, dat zij dit op
de beste wijze doen.
De heer VAN HECKE: Dat vind ik
prachtig!
De VOORZITTER wil de beerruiming thans
de beerruiming laten, indien deze materie bij
een andere gelegenhiedid wordt geregeld, kan
de heer Van Hecke de gelegemheid krijgen,
hiercrver zijn gevoelen te zeggen. Thans kan
men dit hieit beste laten rusten.
De heer SOHEELE meent, hier iets te moe
ten rechtzetten. Het is het voortdurend stre
ven van burgemeester en wethouders, tusschen
de meeningen van de heeren Den Hamer en
Colsen door te zeilen. Spreker staat als wet
houder ongeveer aan de zijde van den heer
Den Hamer, en zal dan ook tegenover den
Vooneither den heer Den Hamer bijvallen.
Den heer DEN HAMER merkt op> aan het
geen hy heeft gezegd, te hebben toegevoegd,
dat het naar zijn meening in strijd was met
de Zondiagswet.
Da VOORZITTER antwoordt, dat men een
wet moet lezen zooals die er ligt. Aan elke
zaak zijn evenwel twee zijden. Burgemeester
en wethioudens zorgen er voor, dat tijdims in-
en uitgaan der kerken de kerkgangers rustig
huns weegs kunnen gaan. Nu was voor de
gelegenheid waarop de heer Den Hamer doelt,
de aanvamg gesteld op 4 uur, dod.i bleek, dat
dit moeilijkheden schiep, daar een gedeelte der
deelnemers aan de wedstrijden dan genood
zaakt was, hier te ovemaehten. Daarom is
gevraagd, deze gelegenheid een uur vroeger
te mogen openen.
De heer SCHEELE: En daar gingen de
Voorzitter en.ik uiteen.
De VOORZITTER: De heer Scheele zei
,,neen", en ik zei ,,ja".
De heer COLSEN is blij, dat hij thans be-
schikt over cijfers betreffende de gemeente-
werkiieden. Het zal hem niet kwalijk geno
men kunnen worden, dat hij hierop verder
wenscht in te gaan. Spreker deelt mede, zich
in de vorige vergadering in het jaartal te
hebben vergist, dit was niet, zooals hij mede
deelde, 1920, doch 1918. Spreker is in 1919
in den raad geikomen, niet in 1920. Sinds dien
tijd zijn in het algemeen de inkcimens veel ver-
minderd, doch ook toen reeds stond de heer
Scheele tegen verbooging van de salarissen
der ambtenaren. Toen verdiende de agent
Kwaak 750 per jaar, of 13,46 per week,
Van Doom had /650 per jaar, Witte 750
per jaar. In dat jaar is voorgesteld een ver-
hoegiing van deze salarissen. doch ook toen
was de heer Scheele tegen een verbooging.
En dat, terwijl .er een raadslid was, die een
aanslag in den hoofdelij'ken omslag had van
f 12.600, of wed 242 per week. Datzelfde
raadslid stond toen niet aan de zyde van de
gemeente-amibtenaren. Dit wil niet zeggen,
dat men, indien men het later minder zou
krijgen, ook weer maar van de salarissen der
ambtenaren zou moeten af doen. Spreker
wil bier even vastleggen, dat er in 1919 bij
de beuandeling der begrooting voor 1920, toien
de politie-agenten een inkomen hadden van
f 12,50 en f 13,46 per week, toen de gemeente-
weriklieden verdienden van de 500 tot de
600 en de secretarie-ambtenaren, met uit-
zondering van De Vos die 1100 verdiende
traktementen hadden van 650 en 550,
dat toen datzelfde raadslid, met esn inkomen
van f 12.600 of 242 per week, zich keerde
tegen een verbooging van deze salarissen. Het
is er toen in 1919 hardhandig toegegaan. Doch
naar zijn meening mag men den toestand van
toen niet uitspelen tegen dien van thans.
Spreker heeft gemeenid, hierop eens te moe
ten wijzen.
In eerste instantie heeft spreker voorts ge
sproken omtrent het aanleggen van trottoirs
aan de zijde der huizen op den weg van Sluis-
kil naar Sas van Gent. Spreker heeft vanmid-
dag even tijd gehad, om daar nog eens te kij-
ken. Het is daar geen straat om te voet over
te gaan. Van Kooman tot Vermeulen is de
weg 6 meter br:ed voor snelverkeer. Bij zulk
snelverkeesr als er thans is, is het volstrekt
geen luxe, dat er daar een trottoir komt. Er
is daar voor de voetgangers geen plaats meer.
De auto's ryden tot bijna tegen.de woningen,
het is er levenEgevaarlijk, over den weg te
passeeren. Men moet daar op den weg komen.
Er zijn menschen, die er niet meer durven
gaan. Waar het snelverkeer zoo buitengewoon
toeneemt, is het niet te verwonderen, dat men
niet over den weg durft te gaan. Er is pas
geleden een ongeluk gebeurd, men moet er
zich over verfbaizen, dat er niet meer ongeluk-
ken gebeuren. Het is naar sprekers meening
den plicht van de gemeente, te zorgen, dat
de voetgangers hier kunnen passeeren. En
dan is het mooi voor de menschen zoowell als
voor de automobilistendat er daar een trot
toir komt. Dit zal zoowel het wegverkeer als
de voetgangers ten dienste zijn. Wat betreft
de Pierssenspolderstraat, het spijt spreker. dat
de leden daar vanmiddag eens geen kijkje
konden nemen, vooral daar aan den oprit.
Spreker geeft toe, dat het polderbestuur niet
meewerkt. Voor 30 jaar was dit gedeelte al
bijna zoo bebouwd als tegenwooidig. Een deel
van het volk woont er al 80 jaar, en heeft al
80 jaar belasttng betaald. Dit pleit voor flea.
dat ze al een 60-70-80 jaar aan him verplich-
tingen hebben voldaan. Spreker wil een tipje
oplichten en zeggen, dat het niet het slecht-
ste deel is, dat er woont. De Pierssenspolder
straat kan en mag zoo niet blijiven, ook ai is
het dan zonder steun van het polderbestuur,
een oplossing moet gevonden wooden; het pol
derbestuur kan toch niet blijiven tegenwerikien.
Bovendien zal het geen duizenden moeten kos
ten, zooals de oplossing, die destijds aan het
ziekenhuis en verder is gevonden.
De VOORZITTEJt merkt op, dat buige-
meester en wethouders met de bewoners een.
vergadering hebben belegd, en dat de bewo
ners toen hebben geweigerd op him voorstel
in te gaan.
De heer COLSEN antwoordt, dat dat er
twee of drie waren. Daar kan toclh niet de
heele Piersaenispolderstraat iets aan doen?
Ook in de Kerkstraat raadt hij den leden
aan, een kijkje te komen nemen. Van wege
den Waterstaat is een gedeelte der Blikstraat
gebetonneerd en daar is een groote verbete
ring verkregen. De Kerkstraat zou ook een
mooie straat kunnen zijn, doch indien de leden
vanavond zouden komen zien, zouden zij een
modderpoel vinden. Het is een breede straat,
en denken burgemeester en wethouders dan,
dat ze die met een klein beetje macadam in
orde kunnen houden. Neen, de zaak is zoo,
dat, indien er eemig snelverkeer is, men na
enkele dagen de macadam aan de kanten van
den weg kan opvegen. Vorig jaar is reeds toe
gezegd, dat er een proefjie zou genomen wor
den, en spreker dringt er op aan, dit thans
ook te doen. Indien hier een betere vooTzie-
ning kon worden getroffen en dit proefje werd
toegepast, dan was in den aamer het stof weg
en zat men in den winter niet in de slik, Dit
als kort antwoord op hetgeen hem is opge
merkt omtrent de wegen waarover spreker het
heeft gehad.
Burgemeester en wethouders hebben voorts
gezegd, dat geadverteerd is in een blad om
trent Ter Neuzen. Spreker reist veel per Pro
vinciale boot, doch heeft dit nog niet mogen
ervaren. Hij wil er op wijzen, dat man met ad-
verteeren in een klein blaadje niet opschiet.
De heer GEELHOEDT merkt op, dat dit
ook niet het geval is geweest.
De heer COLSEN vraagt, of burgemeester
en wethouders wel hebben geinformeerd naar
de kosten voor het maken van reclame op de
Wereldtentoon3telling. Spreker heeft dit wed
gedaan, deze bedrcegen 35 per meter. Door
een vereeniging is daar dan ook gelbruik van
gemaakt om de aandacbt te v-estigen op
Sluiskil als plaats van vestiging van fahrie-
ken. De kosten waren voor die vereeniging
niet zoo erg.
De heer VAN DRIEL wil ook nog iets zeg
gen. Na het betoog van daarstraks is het hem
nogal meegevadlen. Dit tusschen haakjes.
Den heer Den Hamer kan hy verzekeren,
dat zyn fractie hem wederzijds steun zal ver
leenen, zij is bereid samen te werkien met alle
menschen van goeden wil. Hij stelt diaarby op
den voorgrond, dat de heer Den Hamer dan
zal moeten tioonen cp dezelfde realiteit te
steunen als wijlen de heer De Jager deed. Het
spreekt vanzelf, dat de heer Van Cadsand zich
heeft uitgelateni dat er geen betere wethou
der is als de heer Sch:ele. Spreker henflaalt,
dat de gemeente er niet sleehter voorstaat
dan in de vorige periode. Er blijkt, dat er nog
iets af kan, dat er zelfs nog groote brokstuk-
ken overschieten. Dit neemt niet weg, dat de
heer Scheele handelt in strijd met het bezui-
nigingsplan waarmede hij zich heeft aange-
diend. De heer Scheele heeft zich noadgedron-
gen aangepast en hij hioopt, dat hij zich in de
thans aanvangende 4jarige periode weer zal
aanpassen aan de yzeren realiteit. Daarvoor
ifleeit spreker grooten lot. Doch dat is heel
iets anders, dan met zijn zienswijze omtrent
de gemeente en de gemeentefmancien accoord
gaan. De verzekeringen van den hear Sciheele
hebben spreker en diens fractie te aanvaar
den. Er is toegezegd, dat voor de school op
Java de noodzakelijke voorzieningen zullen
worden getroffen. By den betreffenden post
zal de heer 't Gilde zoo noodig ncg een en
ander uiteenzetten. De heer 't Gilde is daar
van buitengewoon op de hoogte. De heer
Scheele heeft zich beklaagd over de saamhoo-
righeid die er niet is. Dit is een zaak die spre
ker niet zoozeer raakt, dit komt omdat de
heer Scheele niet op de menschen steunt,
waarop hij zou moeten steunen. Spreker dieelt
niet het gevoelen van den heeT Sciheele, dat
de gemeente met die financien nog verder den
put in zou gaan. Het blykt, dat de personeele
belasting ziafl in stijgende lijn bewocgl. Spre
ker vindt het op zichzeif reeds een prestatie,
dat in dezen crisistyd een oversohot kan wor
den gekregen van f 26.000. Dat dit overschot
intusschen is temggeloopen tot f 9000, daar-
aan kan spreker niets doen. Hij is van mee
ning, dat men in dezen jaargang niet f 9000,
doch wel 90.000 zou kunnen overhouden. In
dien de meergegoeden flink werden nagereden,
zou ongetwijfeld de belastingopbrengst nog
stijigen.
Aan bezuiniging is in het algemeen heel
weinig gedaan. Bezuinigen is bij een begroo
ting, die zoo sober is ingericht, niet wel mo
gelijk. Spreker kan egenlrjk nog niet begrij-
pen, hoe het in deze gemeente van kan wor
den gedaan, hy zou willen zeggen, dat er eigen
lijk reeds teveel bezuinigd is.
By de stemming voor de wethoude rszetels
is door den uitslag dier stemming de heer
Scheele de wethouder, onze wethouder ge-
worden. Ook die der socdaal-democraten, De
Voorzitter heeft het eenigszins anders gezegd
dan spreker, doch hy blijft er bij, dat by her-
haling blijkt van verschil van gevoeiens In de
voorstellen van burgemeester en wethouders.
Het is steeds een trekken en duwen, ontstaan
door het verschil, en door het gelbrek aan
saamhoorigtoedd van burgemeester en wet-
I'aouders. Er is geen lijn in de leiding, dit blykt
ook wel hieruit, dat burgemeester en wethou
ders tot de conclusie komen, en bepaalde be
slissing aan den raad te mcetien overlaten.
Dit wyst er toch wel op, dat er geen lijn is
in hun voorstellen en burgemeester en wet
houders een beslissing op den raad willen af-
scbuiven. Er zyn ten slotte 8 verschillende
partijen in den raad vertegenwoordiigd en kan
het niet anders, of een wethouder moet steu
nen op de meerderheid, waartoe men overeen
komen moet. Gezien evenwel de verhouding
recti ts-links moet spreker opmerken, dat de
sociaal-democraten het al heel ongelukkig
getroffen hebben. Wat betreft de belangen
van Sluiskil, hierop kan bij hetzelfae zeggen,
wat bij ook vroeger gezegd heeft. Het is te-
leurstellend, dat men hierbij steeds terecht
komt in het gemodder van persoonlyke kwea-
ties. Spreker en zyn fractie zrjn bereid, samen
te werken om te tract:ten een verbetering te
krijgen, zoo dit mogelijk is. Spreker beeiSt de
begrooting thuis grondig bestudeerd, en zal
te zyner tijd verder zijn op- en aanmerkingen
maken.
(Wordt vervolgd.)