volledig ook in Zeeland te Vlissingen en in de overige plaatsen waar een ambachtsschool is gevestigd wordt voorzjfn, haar doel voorbijschiet en bovendien een surrogaat van een behoorlijke opleiding van machinist na- streeft, die juist niet direct bevorderlijk is voor een nieuwe ,,glorie" van onze kustvaart. Aangenomen voor kennisgeving. ,i. Een schrijven van den heer E. L. van Hecke, luidende: Ondergeteekende, E. L. van'Hecke, lid van den raad te Ter Neuzen, stelt voor om onder- staand voorstel in uwen raad te behandelen, omreden wij met groote werkloosheid hebben te kampen, waarom ik onderstaand voorstel aa.n den raad doe om in werkverruiming, en dit bij aanbesteding te trachten uit te voeren. Het maken van een nieuwen afvoer van water (waterafvoerj in aansluiting op de be- staande waterleiding door den Oesterput. Te beginnen met het graven van de leiding, 150 M. voor bij het Essehenbruggetje, zoo door den Oesterput heen. Het komt mij voor, dat de besturen der verschillende waterschappen hiertegen geen bezwaren kunnen hebben, daar het water dan een korteren weg af moet leggen en ook veel rechter en alzoo sneller afvoer. Dit werk zal kosten volgens grondprijzen in totaal 344.800 waarvan we toch in de piaats krijgen 140.000 M2. bouwgrond. Van den overtolligen grond zal dan de buiten- digk van den Oesterput aan het peil worden gebracht. Hopende, uwen raad dit voorstel aannemen zai om zoo de groote werkloosheid kwijt te raken; dit werk zal dan ook door den onder- n«mer van de nieuwe badinrichting en ook de badgasten zeker ten goede komen. Specificatie als volgt: Het graven van 800 M. leiding in totaal 86.400, Dempen van de oude waterleiding 90.000, Verplaatsen Essehenbruggetje 10.000,— Grondaankoop oesterputten aan bodemprijs 15.000, Aankoop grond van het Rijk 10 H.A. 7.000,— Aankoop grond Ser Lippenspolder 1 H.A. 1.400, H-jerop te maken straten, rio- leering enz. 135.000, Totaal f 344.800,— Burgemeester en wethouders stellen voor dit voorstel in hunne handen te stellen om bericht en raad. De heer VAN HECKE heeft gezien, dat burgemeester en wethouders voorstellen, zijn voorstel in hunne handen te stellen om be richt en raad. Hij vraagt, of burgemeester en wethouders reeds advies hieromtrent heb ben ingewonnen. De VOORZITTER merkt op, dat burge meester en wethouders dit niet hebben kunnen doen. De raad moet dit eerst toestaan, en dat vragen burgemeester en wethouders nu. De heer VAN HECKE wenscht nog een toeiichting op zijn voorstel te geven. Hij acht het den duursten plicht van den raad het neergeslagen particulier initiatief en de reeks werklooze arbeiders hulp te bieden, door het doen uitvoeren van werk, waaraan de ge- meenschap iets heeft. Zijns inziens dient van den raad iets uit te gaan, dat helpt in de be- hoefte aan werk. Het door hem aangegeven object voorziet zuiver in die behoefte, daar zuiver aan arbeidsloon wordt uitgegeven een bedrag van f 160.000. Wat betreft de finan ciering van zijn plan kan spreker mededeelen, dat hem bij de beschouwing van de begrooting voor 1936 is gebleken, dat voor steun in wel- ken vorm ook, is uitgetrokken 150.000 het- geen neerkomt op 6 jaar rente en aflossing van de voor zijn plan te sluiten leening. Men moet zijn voorstel zoo zien, dat men door tus- schenkomst der gemeente in het algemeen zal kunnen komen tot een opheffing van het algemeene leven. Er is geen enkele bron, die daartoe aange- boord kan worden, er opent zich geen enkel perspectief om te komen tot arbeid voor de werkioozen. De gemeente moet steun ver- leenen, hetgeen ook zeer goed is, en moet trachten, de daartoe noodige financien op de belastingen dicht te zeilen. Dit is een van de moeilrjkheden van een piaats, die zich uit- breidt. Hij vertrouwt, dat bij de beoordeeling van zijn voorstel met deze omstandigheden rekening zal gehouden worden, en dat zoo vlug mogelijk een prae-advies den raad zal worden voorgelegd. (De VOORZITTER is dankbaar voor de ge- geven toeiichting. Burgemeester en wethou ders hebben hiervan kennis genomen, en steu- nen hem in zijn wensch om te komen tot op heffing van het algemeene leven. Met algemeene stemmen wordt besloten, dit voorstel te stellen in handen van burge meester om bericht en raad. e. Een schrijven van de N.V. Handel Mij. „Ter Neuizen" te Ter Neuzen, van den volgen- den inhoud: Ondergeteekende, N.V. Handel Mij. ,,Ter Neuzen" gevestigd Stationsiweg 4 te Ter Neu zen. verzoekt beleefd, haar vergunning te wil- len verleenen, voor hiet in uitvoering brengen van een gedeelte van het gemeentelijk uitbrei- dlngsplan, voor zoover dit gelegen is in den Noordpolder, aangegeven en overeenkomstlg op de hier in drievoud bijgevoegde detailtee- keningen. De bijgevoegde teekeningen zijnde een de- tailleering van het bedoelde stuk, van het ge meentelijk uitlbreidmgsplan werden opgemaalkt in overleg met den Inspecteur der Volksge- aondheid be Den Haag, wiens goedkeuring wij op 3 October j.l. te Den Haag mochten ont vangen. (Burgemeester en wethouders stellen voor, dat verzoek in hunne handen te stellen om be richt en raad. De heer VAN DRIEL vraagt of de ver- a»oekster dezelfde is als de N.V. „De Hoop". De VOORZITTER deelt mede, dat het een arustermaatschappij dezer ondememing is. De heer VAN DRIEL merkt op, dat hij de adressante niet kende. De VOORZITTER antwoordt, dat een der aoons van den directeur der N.V. „De Hoop" ■directeur is der naamlooze vennootschap, die dit adres heeft gericht. De heer VAN HECKE vraagt wat de be- doeling is van het voorstel van Burgemeester an Wethouders. Zij stellen voor, dit verzoek oen advies in hunne handen te stellen. Naar jiijn meening zal daaraan veel zorg besteed moeten worden, opdat het uitbreioiagsplan shet door particuliere belangen gevaar loope. De VOORZITTER deelt mede, dat burge meester en wethouders vandaag voorstellen, daarmede een begin te maken. Na afloop van hun onderzoek dienen zij een voorstel in om de wijziging vast te stellen. Dan is er alle aanleiding de opmerkingen te malken, die noo- dig geacht worden. Met algemeene stemmen wordt overeen komstig bet voorstel van burgemeester en wethouders besloten. f. Een verzoek van L. de Bruijne te Ter Neuzen, luidende: iGeeft te kennen, ondergeteekende, Levinus de Bruijne, architect, wonende te Ter Neuzen; dat destijds door de gemeente Ter Neuzen aan de vereeniging „Woningtbouwvereeniging Werkmansbelang", gevestigd te Ter Neuzen, ondermeer in erfpacht werd uitgegeven tot 14 Februari 1997 een perceel bouwterrein aan de Van Stcenlbergenlaan te Ter Neuzen; dat bij die uitgifte in erfpacht onder meer werd bepaald, dat het erfpachtsrecht niet aan derden mag worden overgedragen, tenzij met goedkeuring van den raad der gemeente Ter Neuzen dat door gemelde Woninglbouwvereeniging aan hem werd overgedragen het erfpachts recht tot 14 Felbruari 1997 van een gedeelte ter grootte van ongeveer 4 aren 52 centiaren van bedoeld perceel bouwterrein, deel uitma- kende van het kadastraal perceel der ge meente Neuzen sectie C nummer 4841, voor welke overdracht door uwen raad bij besluit van 20 Juni 1935, goedgekeurd door het col lege van gedeputeerde staten van Zeeland op 13 Juli 1935 onder nummer 123 eerste afdee- ling, de vereischte goedkeuring werd verleend; dat hij het erfpachtsrecht van een gedeelte ter grootte van ongeveer 1 are 38 centiaren van bedoeld, thans door hem van uwe ge meente toezeten perceel bouwterrein inmiddels heeft overgedragen onder nader door uwen raad te verleenen goedkeuring; Reden waarom hij zich wendt tot uwen raad met het eerbiedig verzoek goedkeuring te willen verleenen aan: a. bedoelde door hem gedane overdracht van het erfpachtsrecht van een gedeelte ter grootte van ongeveer 1 are 38 centiaren van bedoeld perceel bouwterrein; b. de eventueele nog door hem te doene over dracht of overdrachten van het erfpachts recht van hetzij het geheele, hebzij diverse gedeelten van het resteerend deel van be doeld perceel bouwterrein. Burgemeester en wethouders stellen voor, op dit verzoek guns tig te beschikken, en hen te machtigen, adressant te berichten, dat bij volgende overdrachten met een eenvoudige mededeeling aan hun college kan worden vol- staan, zooals ook geldt voor alle andere erf- pachten. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. g. Een schrijven van gedeputeerde staten van Zeeland. van den volgenden inhoud. In verband met den toestand van 's Lands financien acht de Regeering het noodzakelijk dat met ingang van 1 Januari 1936 op de wed- den en loonen van het Rijkspersoneel een be drag van pl.m. 10 millioen gulden 's jaars wordt bezuinigd. Het ligt in de bedoeling, deze bezuiniging te verkrijgen door toepassing van een alge meene verlaging van pl.m. 5 op de voor het Rijkspersoneel geldende wedde- en loonbedra- gen (zoowel die van de vaste wedden als die van de minima, periodieke verhoogingen en maxima) toelagen, belooningen, vergoedingen, kortingen enz. Hierdoor zal derhalve het Rijkssalarispeil, waaraan ingevolge conclusie 22 van het rap port der commissie-Schouten de belooningen van het middelbaar en hooger personeel der publiekrechtelijke organen behooren te wor den getoetst, met ongeveer 5 dalen, zoodat het voor het behoud van de vereischte over- eenstemming noodig is, die belooningen met ingang van 1 Januari 1936 in het Algemeen eene overeenkomstige verlaging te doen on- dergaan. In verband daarmede heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken ons College uitgenoo- digd, ook de jaarweddenregelingen van bur- gemeesters, secretarissen, ontvangers, wet houders en ambtenaren van den burgerlijken stand aan een herziening te onderwerpen. Na gevoerde correspondentie met genoem- den Minister hebben wij gemeend, daaraan wat betreft de gemeenten met 5001 en meer zielen gevolg te moeten geven, waarom wij u hiernevens een concept doen toekomen van de wijzigingen der regelingen van die func- tionarissen; Overeenkomstig de bepalingen der Gemeen- tewet verzoeken wij u, het gevoelen van den raad in te winnen omtrent die concept-beslui- ten; dat betreffende de ambtenaren van den burgerlijken stand ontvangen wij gaame bij afzonderlijk schrijven. Beide berichten worden vdor 15 November 1935 ingewacht. Mocht v66r of op dien datum geen bericht zijn ontvangen, dan zal worden aangenomen, dat de raad met de concept-besluiten accoord gaat. Bij dit schrijven waren gevoegd een twee- tal concept-besluiten betreffende de herzie ning van de wedden van de daarin genoemde functionarissen. Burgemeester en wethouders zijn van mee ning, dat de algemeenen toestand het nood zakelijk maakt, dat deze salarissen in dalende lijn worden herzien, doch zij vinden het jam mer, dat dit slechts 2% bedraagt. Zij hadden gaame gezien, dat een grootere korting was voorgesteld. Waar al meerma- len pogingen zijn aangewend om een ingrij- pende verlaging toe te passen en deze steeds hebben gefaald, wordt voorgesteld met deze korting mede te gaan met vermelding van bovengenoemde opmerking. Burgemeester en wethouders stellen voor, overeenkomstig het ontwerp-besluit te advi- seeren. De heer SOHEELE merkt op, naar aanlei ding van het verzoek van gedeputeerde staten om te adviseeren betreffende verlaging van de in dit schrijven genoemde functionarissen, dat het hem voorkomt, waar met 1 Januari a.s. de salarissen van het rijkspersoneel met 5 worden verlaagd, gedeputeerde staten een zuiverder weg hadden bewandeld, door ook een overeenkomstig besluit te nemen. Zij hebben thans voorgesteld, de salarissen van verschillende ambtenaren, te weten burge meester, secretaris, wethouders, ontvanger en ambtenaar van den burgerltjken stand te ver- lagen met 2% Daarom wil spreker in deze vergadering het voorstel doen, gedeputeerde staten te verzoe ken, het percentage der verlaging te verhoo- gen tot 5 en deze niet af te trekken van het minimumsalaris, zooals dit college voor- nemens is te doen. In de vorige vergadering is een besluit genomen om te komen tot een korting van 2% op de salarissen der ge- meente-ambtenaren, doch de raad heeft er geen oogenblik aan gedacht, deze 2% te korten van het minimum-salaris. Tusschen minimum en maximum ligt een niet onbelang- rijk verschil. Het is naar spreker meent, nog niet voorgekomen, dat indien een korting piaats hebben moet, deze, zooals gedeputeerde staten hebben vastgesteld, piaats heeft van het minimum. Het is sprekers vaststaande overtuiging, dat, niettegenstaande krachtige tegenstand, een protest zeer weinig uitwerking hebben zal, en het vechten zal zijn tegen de bierkaai. Niettemin acht hij het noodig tegenover deze houding van de meening van den raad te doen big ken. De salarissen van de genoemde functiona rissen worden door gedeputeerde staten vast gesteld, en hjj is van meening, dat dit col lege daarin te ver is gegaan. Hij zal dan ook niet schromen, indien het noodig blijkt, over zulke handelingen zijn beklag in te dienen tot bij den Minister. Het voorstel van den heer Scheele wordt gesteund door de heeren Den Hamer en Van Aken. De her VAN DRIEL moet cp de houding van den heer Scheele in dezen toch even rea- geeren. In de agenda der vergadsring heeft spreker dit stuk aangekondigd, gezien en op den regel gelezen: Burgemeester en wethou ders stellen voor, overeenkomstig het ont werp-besluit te adviseeren". Af. Hij verkeer- de dus in de meening, dat het een voorstel was van het heele college. Thans blijkt, dat dit niet het geval is, tenzij de heer Scheele spreekt als raadslid, en niet in zijn functie van lid van het collage van burgemeester en wethouders. Hij ontzegt natuurlijk den heer Scheele zijn recht niet, als lid van den raad te spreken, doch dan moet hij toch opmerken, dat in het prae-advies. is verzuimd mede te deelen, dat het voorstel een voorstel was van de meerderheid van het college van burge meester en wethouders. Om den heer Lam- brechtsen van Ritthem, wien de situatie in de vorige vergadering niet erg duidelijk was, nader in te lichten, deelt spreker mede, dat, der traditie getrouw de heer Scheele ieder jaar met voorstellen komt tot verlaging van sala rissen. Thans betreft het echter salarissen, waaromtrent de raad niets te zeggen heeft, en die door gedeputeerde staten worden vast gesteld. Hij vraagt: Moet dan de wethouder steeds het hoogste procent vragen Indien dit zoo is, moet noodwendig het voorstel van burge meester en wethouders zijn een meerderheids- of een minderheidsrapport. Hij herinnert zich, in een afdeelingsvergadering ten tijdie van den heer Nolson dezen eens de opmerking te heb ben hoonen maken, dat burgemeester en wet houders zich zouden neerleggen bij een meer derheid srapport. Hij zou het dan ook op prijs stellen, indien het college zich hieraan hield. Thans mist hij in het optreden van het heele college een vaste lijn. De situatie is voor spreker zoo klaar als modder. Zijn burge meester en wethouders na het opstellen van dit rapport van meening veranderd? Hij herhaalt, in het optreden van burgemeester en wethouders de vaste lijn te missen en dit is een tekort van het college. De heer SCHEELE antwoordt, dat de heer Van Driel het voile recht heeft, deze vraag te stellen. Hij kan mededeelen, dat in burge meester en wethouders over de heele zaak eigenlijk niet is gesproken. Het heele college heeft zich bij het besluit van gedeputeerde staten neergelegd. Dit wil niet zeggen, dat spreker daarmede accoord ging. Als raads lid heeft hij gerust het recht, in het openbaar te verklaren, dat gedeputeerde staten met een dergelijke handelwijze niet op den goeden weg is. Want het besluit van gedeputeerde staten sluit niet aan bij het Ministerieele besluit tot verlaging der salarissen van het rijksperso neel. Hij verwacht dan ook, dat de raad daar tegen zijn stem zal verheffen en heeft ge meend, zijn stem tegen deze handelwijze te moeten doen hooren. De heer VAN GABSAND is hot geheel met den heer Scheele eens. Op daze piaats is reeds meermalen, ook dotfr sociaal-democra- ten, betoogd, dat het noodig was, tot verla ging van die salarissen te komen. Aan de hoogste salarissen kan de raad echfcer niets doen, daar deze door gedeputeerde staten wor den vastgesteld. Hij vindt het billijk, dat ook deze salarissen gekort worden. De heer LAMBREOHTSEN VAN RITTHEM heeft gezien, dat in de toeiichting bij het be sluit van gedeputeerde staten vermeld staat, dat ook de salarissen van de amlbtenaren van den burgerlijken stand gekort worden. Hij vraagt, of dit in deze gemeente de heer Versprille is. De VOORZITTER deelt mede, dat hij en de (heer Versprille ambtenaren zijn van den bur gerlijken stand. De heer LAMBREOHTSEN VAN RITTHEM merkt op, dat het salaris van den heer Ver sprille toch reeds met 2% gekort is, zoodat hij van deze verlaging meer nadeel ondervindt dan de andere amlbtenaren. De VOORZITTERDat wordt gelijk gebreid. Die heer LAMBREOHTSEN VAN RITTHEM vraagt hoe hoog de salarissen van de in het schrijven van gedeputeerde staten genoemde functionarissen zijn in gemeenten van gelijke grootte. Men kan dan beter beoordeelen of deze te hoog of be laag zouden zijn! De heer GEELHOEDT meent, naar aanlei ding van de opmerking van den heer Van Driel dat burgemeester en wethouders incon sequent zouden handelen, te moeten mededee len, dat over deze aangelegenheid in burge meester en wethouders weinig is gesproken, daar er toch niets aan te doen valt. Onge- acht het antwoord, dat de raad aan gedepu teerde staten zal geven, vol gen gedeputeerde staten toch hun eigen plan. Daarom is ook in burgemeester en wethouders over deze zaak niet verder gesproken. Dat er grond is, te spreken van een onibillijke wijze van handelen, stemt spreker toe. Het helpt echter niet, het is vechten tegen de bierkaai. De heer DEN HAMER kan zich aansluiten bij de woorden van de heeren Scheele en Van Oadsand. De heer Geelhoedt heeft opgemerkt, dat er niet veel aan te doen zal zijn, doch, waar gedeputeerde staten den raad om advies vragen, kan toch de raad als zijn meening uit- spreken, dat de salarissen dienen be worden gebracht in overeenstemming met die van het rijk. De heer VAN DRIEL vemeemt thans voor de tweede maal, dat over deze zaak in bur gemeester en wethouders niet is gesproken. Burgemeester en wethouders moeten den raad adviseeren, en geven thans een advies, dat geen advies is. Dit houdt in, dat eigenlijk burgemeester en wethouders niets adviseeren. Hij was van idee, dat men' in de vorige raads- vergadering tevreden was met een loonsver- laging van 2 V2 waar dit voorstel toch de meerderheid had gekregen. Dit blijkt thans niet het geval te zijn, daar dezelfde heeren, die toen accoord gingen met een verlaging van 2V2 thans aan gedeputeerde Staten wil len adviseeren: doe van die salarissen nog wat af, want die zijn te hoog. Dit moet spreker hooren van dezelfde personen, die in de vorige vergadering van meening waren, dat de sala rissen van de ambtenaren in deze gemeente niet te hoog waren, en die in de vorige zit- ting het voorstel tot een verlaging met 2% hebben aangenomen, misschien wel om een grooter kwaad te stulten. Zij waren van meening, dat het beter was een kleinere zonde te begaan, om een groo tere uit te sparen, daar, indien de raad zich uitsprak, dat de salarissen niet te hoog ge acht werden, men van hoogerhand misschien het bevel zou krijgen, de salarissen te ver- lagen, men dan zou moeten verlagen, en voor sommige categorien wel met 10 De raad moet thans adviseeren aan gede puteerde staten, en beschikt over een advies van burgemeester en wethouders, dat geen advies is. Hij had gehoopt, dat thans de loons- verlaging van de baan was. De heer SOHEELE vraagt, wat dit advies aan gedeputeerde staten te maken heeft met de salarisverlaging van de gemeente-ambte- naren. Wat heeft het te maken met de loon- schaal der ambtenaren in gemeentedienst. Voor de in het schrijven van gedeputeerde staten genoemde functionarissen bestaat een aparte loonschaal, die door gedeputeerde sta ten wordt vastgesteld. Gedeputeerde staten vragen thans te korten 2% van de mini- mum-salarissen. Indien men dus beschikt over een salaris van 4000 tot f 5200, zal van die f 4000 2% worden gekort, de overige f 1200 blijven vrij. Bij de gemeente-ambtena- ren blijven die verhoogingen niet vrij, en wor den alle salarissen gekort tot het maximum toe. De ambtenaren met groote salarissen hebben dan voordeel, al is het dan voor de gemeente maar een kleintje. Daarom is spre ker er tegen, dat deze regeltng door gedepu teerde staten zoo is vastgesteld, en zal zoo noodig daarover ook zijn beklag doen bij den Minister. Hq vindt het geen werk, dat geen aansluiting wordt verkregen aan de rijks- regeling. Wat zou er van komen, indien de gemeente-ambtenaren ook eens van hun mini mum gekort werden. Spreker noemt als voor- beeid een gemeentewerkman, die een aan- vangssalaris heeft van f 20,en daarover ge kort wordt. Is hij opgeklommen tot 27, dan wordt hij over die meerdere f 7,'niet gekort. De heer VERLINDE deelt mede, dat het hem is tegengevallen. Hij is van meening, dat de redeneering van gedeputeerde staten niet opgaat. Indien een bouwvakarbeider, die met een aanvangssalaris van f 2,50 per week is begonnen, bij loonkorting over zijn aanvangs salaris zou moeten gekort, wat zou er dan practisch van die korting terecht komen? Of een employe van een bureau, die met 10 begonnen is, en thans een 40,- per week verdient Moet die dan over die f 10 gekort worden? Dit besluit van gedeputeerde staten is iets nieuws, het is hem ook opge- vallen, omdat in het ontwerpbesluit van ge deputeerde staten is vermeld 4000. Overi- gens is dit besluit erg onduidelijk, daar ge sproken wordt over 2% korting van het salaris, en niet „van het aanvangssalaris". De heer VAN AKEN meende hetzelfde te moeten zeggen als de heer VeTlinde. Niet be treffende de korting, want daarin doen de heeren toch hetgeen zij willen, doch wel om trent de wijze waarop zij zich de verlaging voorstellen. Spreker had het over het hoofd geloopen, doch waar de heer Scheele er hem op opmerkzaam heeft gemaakt, is hij het er mede eens, dat het iets nieuws is, en meent, dat men zich daartegen dient te verzetten. Spreker zal dan ook tegen het voorstel van burgemeester en wethouders stemmen. De VOORZITTER deelt mede, in het kort te zullen antwoorden omtrent 2 kwesties, die zijn aangeroerd door de heeren Van Driel en Lambrechtsen van Ritthem. De heer Van Driel heeft het gehad over het advies van bur gemeester en wethouders. De heer Scheele heeft daarop geantwoordt, het is in burge meester en wethouders wel- en niet geweest. Dat is juist. In de vorige vergadering besloot de raad omtrent de salarisregeling van het gemeentepersoneel. Het is den heer Van Driel waarschijnlijk niet bekend, dat dit besluit van gedeputeerde staten niet geldt voor alle ge meenten, doch alleen voor de 6 grootste ge meenten in Zeeland, nl. die boven 5000 zielen. Spreker wil den raad adviseeren, ga op het voorstel van den heer Scheele niet in, want dan ziet men hetzelfde, wat men reeds zoo- veel jaren heeft gezien. Men kan bij den Minister tegenover gedeputeerde staten recla- meeren, doch dit baat niet. Daarom is dan ook geadviseerd, dat de raad zich bij de ont- werp-besluiten van gedeputeerde staten zal aansluiten. Men zou ook de salarissen van de gemeente- ambtenaren kunnen korten over het minimum, niet over het maximum. Indien de raad van deze omstandigheid op de hoogte geweest was zou misschien het besluit dat in de vorige ver gadering werd genomen, niet genomen zijn. Men wijfelde toen tusschen de moeilijkheid: zal het moeten of zal het niet moeten. Als alge meene meening werd toen uitgesproken, dat de salarissen niet te hoog waren. Men zou thans niet kunnen doen als gedeputeerde sta ten gedaan hebben, en daardoor het genomen raadsbesluit iets kunnen verzachten, door de salariskorting te nemen over het minimum en niet over het maximum. Hij raadt aan, aan het voorstel-Scheele geen gevolg te geven. Dit wat betreft de kwestie, die aan de orde is. Wat betreft de opmerking van den heer Van Driel betreffende de gestie van burge meester en wethouders, hierop zou spreker kunnen antwoorden, dat men dan wel einde- loos met meerderheids- en minderheidsvoor- stellen zou kunnen werken. Algemeene regel is, dat de minderheid zich bij het voorstel der meerderheid neerlegt. De heer Scheele is in dit geval evenwel teleurgesteld, dat zijn frac- tiegenoot niet met dit voorstel is gekomen, waardoor hij als raadslid gedesavoueerd werd. Dit gebeurt wel meer. Den heer Lambrechtsen van Ritthem kan spreker antwoorden, dat deze waarschijnlijk met de bestaande salarisschaal niet op de hoogte is. Indien de salarissen van de in het schrijven van gedeputeerde staten genoemde functionarissen zouden zijn vastgesteld over eenkomstig het rapport-Raaymakers, ziou sprekers salaris thans niet 5000, doch /7000 zijn. Zoover staan de ambtenaren in deze ge meente achter bij de rijksambtenaren. Dat gedeputeerde staten niet voorstellen, 5 korting toe te passen, vindt zijn oorzaak in het feit, dat de salarissen van het gemeente personeel zooveel achter staat beneden het peil der rijkssalarissen. Indien men niet over eenkomstig het voorstel van gedeputeerde staten zou besluiten, en hierop verder zou gaan, loopt men de kans zijn hoofd te stooten, en hjj vertrouwt, dat de meerderheid van den raad zoo verstandig zal zijn, dit niet te doen. Het voorstel Scheele wordt in stemming ge bracht en aangenomen met 8 tegen 7 stem- men. Voor stemmen de heeren Van Cadsand, Geelhoedt, Scheele, Verlinde, Van Aken, Duurinck, Den Hamer en De Bruijn; tegen stemmen de heeren Lambrechtsen van Rit them, De Kraker, Van Hecke, Colsen, Van Driel, 't Gilde en De Vos. h. Een voorsftel van H. J. Colsen, luidende: Ondergeteekende stelt voor om bij de be grooting het volgende voorstel te behandelen: Om den eersten kierk, tegenwoordig den heer Kwaak, zijn aanvangssalaris met honderd gulden te verhoogen. i. Idem van alsvoren: Ondergeteekende stelt voor om bij de (be grooting het volgende voorstel te behandelen: Den ambtenaar van Gemeentewerken een aanvangssalaris van twaalf honderd gulden toe te kennen, met twee tweejaarlijksche ver hoogingen van honderd vijftig gulden. Den tegenwoordigen amlbtenaar zijn eerste verhooging toe te kennen op 1 Januari 1936. j. Idem van alsvoren: Ondergeteekende stelt voor om bij de be grooting vier duizend gulden uit te trekken voor de Vlooswijkstraat te beleggen met klinkers op een met brikken gewalste onder- laag. Dit werk zou niet vroeger mogen uitge- voerd worden dan zoodra de aansluitingen voor de waterleiding zijn gelegd. Ook stel ik voor, dit werk aan te besteden. Burgemeester en wethouders stellen voor, de stukiken, genoemd onder h t/m j te behan delen bij de vaststelling van de gemeentebe- grobting dienst 1936. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. ft. Een verzoek van den Nederlandschen Landarbeidersbond en den Christelrjken Land- arbeidersbond, luidende: Ondergeteekenden, respectievelijk voonzit- ter en secretaris van den Nederlandschen Landarbeidersbond en van den Christelrjken Landarbeidersbond wenden zich tot u edel- achitbare heeren met dit verzoekschrift om in uw a.s. vergadering een besluit te nemen: om aan bovengenoemde organisatieleden een kolenbon te verstrekken gedurende dezen winter tijdens de bondsuitkeering aan de l'eden van bovengenoemde orga- nlsatie b. gezien deze leden juist hun uitkeerin^ in de wintermaanden krijgen vanaf 1 Decem ber en reeds een geringe uitkeering ont vangen, vragen wij als besturen om een besluit van u te mogen vernemen om hun een kolenbon te verstrekken tijdiens zij hun kasuitkeeringen krijgen. De VOORZITTER deelt mede, dat burge meester en wethouders zich omtrent het bovenvermelde verzoek hebben uitgesproken, dat zij voomemens zijn, de regeling betreffen de de verstrekking van kolenbons toe te pas- sen, indien de ministerieele circulaire zeker- heid geeft, dat dit mogelijk is. Zij stellen voor, dit verzoek te stellen in handen van burge meester en wethouders ter afdOening. De heer DE VOS vraagt of ook, zooals in de vorige vergadering is gevraagd, een toe- slag op de kasuitkeeringen dergenen die uit de bondskassen trekken, zal worden gegeven. De VOORZITTER antwoordt bevestigend, indien althans de ministerieele regeling daar toe ruinate laat. 3. Voorloopige vaststelling gemeentereke- ning en die van het woningbedryf, dienst 1934. INKOMSTEN. Gewone dienst. Achterstallige inkomsten van vorige dienstjaren 553,94 Uitk. uit het gemeentefonds in- gev. art. 3 onder a der wet van 15 Juli 1929 3000.— Id. onder b der wet van 15 Juli '29 91.802,13 Secretaire leges en rechten bur gerlijken stand 2.519,10 Rechten ingev. vuurwapenregl. 25, Restitutie ged. jaarw. weth. 120, Id. te veel betaalde kosten ver- zekering tegen ongevallen Verhaal van pensioensbijdragen 10.500,09 Verg. van bedrijven in kosten van verz., pensionn. enz. van ambt. en beambtem 41,85 Rest. wisk. reserve en intr. ambt. secretaire601,97 Rechten ingevolge art. 8 der Bios- coopwet Ink. ter zake van huisvesting per soneel der gemeente-politie 150, Dividend aandeel, N.V. P.Z.E.M. Bijdragen geneeskundlge behan- deling politiepersoneel Keur- en slaohtloon 3476,76 Storting Gezondheidscommissie in pensioensbijdrage van haren secretaris Kassaldo Gezondheidscommissie 259,96 Renten en aflossing voorschotten volkshuisvesting 33.504,64 Bijdragen van rijk krachtens art. 56, 3e lid Woningwet 11.268,35 Huur van arb.woningen geb. in bel. verb, volkshuisvesting 424,75 Huur van noodwoningen 522,50 Erfpacht van grond uitgegeven in belang volkshuisvesting 1944,12 Voordeelig saldo exploitatiereke- ning middenstandswoningen Restitutie afrekening rijksbrjdrage door Woningbouwvereeniging Werkmansbelang 1178,13 Marktgelden, wik-, weeg- en meetgelden3565,79 Begrafenisrechten 1715,38 Rechten wegens door gemt. reini- gingsdienst verstrekte diensten 2989,41 Verkoop asch, vuilnis en faecalien Bel. wegens geb. eigend. en daar- bij beh. erven, die aan openb. land- of waterwegen in de gem. belenden of in onmididell. na- bijheid daarvan gelegen zijn en wegens ongeb. eigend. die aan deze wegen belenden of op deze wegen uitgang bebben 4806,50 Terugontvangst kosten van ver- stratingen244,52 Gpbrengst grasverpachtingen Opbrengst verkochte bestekken Opbrengst verkoop van oude materialen enz15, Stoepengeld112,80 Uitk. van verzek. krachtens de Ziektewet93,63 Idem krachtens Ongevallenwet 46,44 Bijdrage van hoofdst. HI, Vin 2, VIH 4 gew. dienst wegens kosten van de vaste gemeente- werklieden 859,67 Huur van huiizen en andere geb. 1035,83 Idem van landerijen 68,31 Cijnzen en erfpachten3853,33 Recognition t. z. vergunningen 1427,32 Renten van kapitalen 6913,64 Schoolgelden lager onderwijs 1397,67 Vergoeding van het rijk in zake lager onderwijs31.081,90 Bijdrage van andere gemeenten 264,23 Te weinig ontv. vergoeding vol gens art. 56 over vorigen dienst 861,25 Vergoeding gebruik schoollokaal 20,68 Rest, door rijk over een vorigen dienst te veel in rek. gebrachte pens.bijdragen der onderwijzers ,t 439,44 Schoolgelden uitgebreid L. O. 1095, Rijksvergoeding12.378,10 Terugbetaling te veel betaalde jaarweddie onderwijzers 21,82 Schoolg. bijz. lager onderwijs 2915,80 Uitk. van gem. ingev. art. 86 99,68 Uitk. van gem. ingev. art. 104 616,77 Uitk. van andere gemeenten in de aan schoolbest. te bet. vergoe ding bedoeld in art. 205 der L. O. wet 1920 1167,25 Rente van waarborgsommen 412, Terugstorting door bijz. scholen wegens te veel genoten vergoe ding ingev. art. 101 L.O.wet '20 over 1929 in 1931 vastgesteld Schoolg. bijz. uitgebreid L. O. 1874,50 Uitk. gem. art. 86 L. O. 1196,64 Uitk. van gem., art. 104 L. O. 486,55 Uitk. van andere gem. in aan schoolbesturen te betalen ver goeding art. 205 L. O. ,f 554,34 Rente van waarborgsommen ,j 159, Bijdragen van gemeenten in kos ten nrjverheidsonderwijs 4168,71 Rest, wegens bij afrekening ge bleken te veel betaalde subsidie voor lager nijverheidsonderwijs 716,51 Subsidie van de prov. in kosten verpl. arme krankzinnigen 21,11 Bijdr. van particulieren in kosten krankzinnigenverpleging 1078,23

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 7