ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN De Italiaansch-Abessinische oorlog. No. 9384 WOENSDAG 4 DECEMBER 1935 75e Jaargang Binnenland Buitenland EERSTE BLAD bet vertrek van de roode kruis- EQMncEEsaceer* NEUZENSCHE ABONNEMENTSPRUS: Binnen Ter Neuzen f 1.25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20 KLEINE ADVERTENTI8Nper 5 regels 50 cent by vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naa/r plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien by regelabonnement teg en verminderd tarief, betwelk op aabvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgavc. DIT BLAD VERSCHIJNT LEDEREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. GEMEENTE TER NEUZEN. Op Dinsdag 10 December a-s., des namid- dags half drie uur, zal door den gemeente- geneesheer in bet gebouw van de voormalige school A aan het Sdhoolplein, gelegenheid worden gegeven tot kostelooze vaccinatie en revaceinatie. Te 8LUISKIL zal hiertoe gelegenheid wor den gegeven op Vrijdag 13 December 1935, dea namiddags half drie uur, in een der loka- len der openbare lagere school D. Ter Neuzen, 4 December 1935. Bingemeester en Wethouders van Ter Neuzen, J. HUIZENGA, Voorzitter. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. VERZETTEN MARKTDAGEN De marktdagen van Woensdag 25 December 1935 en Woensdag 1 Januari 1936 worden verzet naar Dinsdag 24 en Dinsdag 31 Decem ber 1935. Ter Neuzen, 3 December 1935. Bungemeester en Wethouders van Ter Neuzen, J. HUIZINGA, Voorzitter. B. I. ZONNEVIJLDE, Secretaris. TWEEDE RAMER. Vergadering van Dinsdag. JOeinige kleinere wetsontwerpen worden zon- der dehat en z. h. s. aangenomen, woaronder dat tot wijziging van de artikelen 17 en 18a der Tabakswet en dat tot ruiling van grond te Wageningen. Werkloosheidssubsidiefonds. Aan de orde is de begrooting van het werk loosheidssubsidiefonds voor 1936. De heer Drees (s.-d.) betoogt, dat verschei- dene gemeentebesturen te zeer afhankelijk zijn van beslissingen der regeering. De heer Usselmuiden (r.-k.) vraagt zich af, of de ge- gevens waarvan de regeering uitgaat, wel be- trouwhaar zijn. Minister Oud merkt op, dat de ryksbijdrage elk jaar opnieuw wordt vastgesteld. De ra- mingen zyn nu gebaseerd op verscheidene ge- rrteentebegTootingen voor 1936. Zoo noodig kan de Minister cen extrabijdrage verleenen. Na re- en dupliek wordt de begrooting sen der hoofdeJrjke stemming aangenomen. Contlngenteering van cement. 'Bij dit wetsontwerp dlringt de heer Locke- feer (r.-k.) erop aan, dat de Minister zooveel en zoo spoedig mogelyk zal zergen voor een verlaging van cementprijzen, opdat aan een ahnormaal booge winstmarge spoedig een eind kame. Willen de fabrikanten den prijs niet verlagen, dan beeinddge den Minister de oon- tingenteering. De Minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, de heer Gelissen zegt, dat zyn departement met de twee fabrieken hier te lande onderhandelingen voert, welke trot een resrultaat moeten leiden, voordat de contin- genteering wordt vemieuwd. De Kamer keurt het wetsontwerp goed even- a)s, zonder stemming en debat, de wetsont werpen 6 en 7. Regellng van het afbetalingsbedryf. Aan de orde is de wettelijke regeling van de overeenkomst van koop en verkoop op afbe- taling. De heer Goseling (r.-k.) maakt eenige juri- dische opmerkingen, onder meer over het zoo- genaamde pantoffelheld-artikel, volgens het- welk de man overleg rnoet plegen met de vrouw, en omgekeerd, alvorens een afbeta- Hngsovereenkomst aan te gaan. Spr. keurt dit goed. De beer Donker (s.-d.) prijst de voorberei- cBng van deze materie. De sprekers worden beantwoord door de Ministers Van Schaik en Gelissen, waama het wetsontwerp zonder stemming wordt aange nomen. AMBULANCE NAAR ABESSYNIe. Dinsdagochtend heeft Hare Majesteit de Koningin in het gebouw van bet hoofdbestuur ▼an het Nederl. Roode Kruis afscheid geno- men van de leden der Nederlandsohe Roode Kruis-ambulance, welke in den loop van den namiddag naar Ethiopie zal vertrekken. H. K. H. Prinses Juliana in haar hoedanig- heid van voorzitster van het Ned. Roode Kruis heeft Hare Majesteit in haar werk- vertrek ontvangen en aan de Koningin de in de groote zaal opgestelde leden van de am bulance en van de ambulance-commissie per- aoonlijk voorgesteld. Hare Majesteit heeft zich vervolgens door elk der leden van de ambulance laten inlich- ten omtrent de hun ter plaatse van bestem- ming wachtende humanitaire taak, daarhy haar oprechten wensch uitsprekende, dat deze met succes mag worden vervuld. Tenslotte is aan de ambulance het portr'et ran H. K. H. de Prinses aangeboden, waar- noor de leider der ambulance in bewogen woorden dankte. Voordat de Nederl. ambulance naar Abes- synid gistermiddag te Rotterdam scheep ging, is zij toegesproken door H. K. H Prinses Juliana, voorzitster van het Ned. Roode Kruis. H. K. H. memoreerde, hoe voor de totstand- koming van dit werk van alle kanten, zoowel An Nederiand als in Oost- en West-Indie joedewerking is verleend, een feit dat door het Ned. Roode Kruis met groote dankbaarheid wordt erkend. Uitnemende medici stelden zich ter onzer beschikking. Hun taak zal niet licht zijn. Des te meer waardeeren wij him vastberaden aan- kod. De veelzydige ervaring door den heer De Vries gedurende een verblijf van eenige jaren in Ethiopie opgedaan, zullen hun ongetwijfeld van groot nut zyn. Ons past buiten den eigen kring in de eerste plaats een woord van dank aan de voile en voortvarende medewerking van de regee ring. De aanwezigheid van den burgemeester van Rotterdam wordt op hoogen prijs gesteld. Oprechten dank komt toe aan de Rotter- damsche Lloyd, voor de grootst mogelyke tegemoetkoming betoond ten aanzien van de voorwaarden waaronder het transport van het personeel en het materieel der ambulance als ten opziohte van de levensmiddelenvoorzie- ning, tijdens haar verblijf aldaar. Tenslotte wenschte H. K. H. de ambulance geluk op haar tocht. De heer G. W. F. Winckel, leider der am bulance, antwoordde op de rede van H. K. H. Prinses Juliana. Het was de ambulance een hooge eer aan H. M. de Koningin te worden voorgesteld, en thans door H. K. H. Prinses Juliana uitge- ieide te worden gedaan. Wy zyn ons bewust van onze verantwoor- delijkheid. Wy voelen, dat wy in Afrika niet alieen het Roode Kruis vertegenwoordigen, maar ook het Nederlandsche volk. Het Roode Kruis kan ervan overtuigd zijn, dat wij ons best zullen doen den Nederland- schen naam in den vreemde hoog te houden. INCIDENT IN DE PROV. STATEN VAN FRIESLAND. In de Dinsdag gehouden zitting van de Prov Staten van Friesland vroeg het N.SJ3.- Lid de beer Popping het woord om een verkla- ring af te leggen. De voorzitter: ,,Neen, dat is niet aan de orde". De heer Popping: ,,Dan verwijder ik my uit de vergadering en zal de verkiaring schrifte- lyk ter kennis brengen". Het incident werd gesloten toen de heer Popping de vergadering verliet. DE „HAVIK" HEEFT IN GEVAAR VERKEERD. Naar thans is gebleken, is het vliegtuig, dat Maandag boven Ergelsoh grondgehied de uitwerking van kanonsohoten bij militaire manoeuvres (aan den lijve) heeft ondervon- den, de ..Havik" van de K. L. M. geweest. Gezagvcarder Kooper, die Dinsdagmorgen te half twaaif met deze machine uit Londen is teruggekeerd, heeft gerapporteerd, dat de ,,Havik" Maandagmiddag te 3 uur, toen het toestel in den gewonen lijndienst op weg naar Croydon zijnde, zich op 200 M. hoogte boven den Zuidelijken Theemsoever bevond, een hevige remoustik kreeg, waardoor de machine heftig heen en weer werd geschud. Het voor- loopig onderzoek heeft uitgewezen, dat ter plaatse militaire manoeuvres werden gehou den, waarbij stukken veldgeschut van verschil- lend kaliher in actie waren. Er werd echter niet met scherp geschoten, zoodat de Havik" uitsluitend de gevolgen heeft ondervonden van de luchtdrukverplaatsing. Er zaten in het toestel verscheidene passagiers. De K.L.M. heeft over het gebeurde aan het ministerie van Luchtvaart te Londen nadere inlichtingen gevraagd. DE DIESELTREINEN AFDOENDE VERBETERD. In zyn Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer over de begrooting van het Verkeersfonds schrijft de minister van Water- staat, dat na onderzoek de oorzaken, die noopten de Dieseltreinen na korten tijd weder grootendeels aan het bedrijf te onttrekken, en welke voornamelijk aan motordefecten moeten worden toegeschreven, zijn vastgesteld en proeven met de wenschelyk geachte verbete- ringen konden worden genomen. Aangenomen mag thans worden, dat hoogst- waarschijnlijk die verbeteringen afdoende zullen blyken. De gebreken, die zich voor- deden, konden by den tegenwoorddgen stand der motortechniek niet worden voorzien. E>e kosten voor onderzoek naar de gebreken en de verbeteringen aan de motoren komen alle ten laste van den leverancier, evenals de kosten voor het onderhoud van de motoren, die v66r de verbetering in bedrijf zyn gehou den. De schade voor de Spoorwegen hestaat in hoofdzaak slechts in het gedeeltelyk bui ten gebruik zyn van 't nieuwe D.E.-materieel. EEN MONUMENT VOOR KONING ALBERT TE VERVIERS. Te Verviers is een monument opgericht ter hermnering aan koning Albert. Het wordt 5 dezer onthuld in het bijzijn van den minister van landsverdediging, mr. Devize. Denzelf- den dag zal een plechtige doodenmis worden geceiebreerd voor de zielerust van den betreur- den koning en de niet minder hetreurde ko ningin Astrid. De troepen van het garnizoen zullen na afloop van de plechtigheden voorbij het monument defileeren. HET SYSTEEM DER VERTALINGEN IN DE BELGISCHE KAMER. De correspondent der N. R. Crt. te Brussel meldt, dat het besluit van de leden der Kath. Vlaamsche Kamerfractie in het Parlement, voortaan steeds Nederlandsch te spreken, tot een wisseling van gedachten in den schoot van het kabinet-Van Zeelana aanleiddng heeft ge geven. Het Vlaamsche besluit leidde steeds tot incidenten. Teen, de vorige week, Vlaam sche sprekers in de Kamer aan het woord kwamen, verlieten verscheidene Walen op de- monstratieve wijze de ver.gaderzaal. In een Kameroommissie werd door een Waalsch socialistisch afgevaardigde geruimen tijd Lui- ker-waalsch gesproken. Waar de Vlamingen eischen, dat alle ministers hen voortaan in het Nederlandsch te woord zouden staan, (de Waalsche ministers zouden evenwel door Nederlandsch kennende adjuncten worden bij- gestaan), heeft dit alles een toestand gescha- pen. die een spoedig oplossing vergt. Naar Vlaamsche bladen weten te melden, hebben de ministers, in hun jongste vergade ring, het adjunctezistelsel niet in overweging genomen, daar het strydig zou zijn met den geest van den Belgischen grondwet. ,,De regeering zelf",' aldus deze bladen, ,,hecht meer beteekenis aan een voorstel- Carton de Wiart, die voorstander is van het systeem gebruikt te Geneve. Daar spreekt elkeen de taal van zijn keuze. Maar er luis- teren vertalers, die oogenblikkeiijk in de an- dere taal vertalen. De vertaling wordt uitge- sproken voor een microfoon en de leden in de zaal hoevem slechts een koptelefoon op te zet- ten om den redenaar te verstaan. De regee ring neemt dus ddt stelsel in overweging. Echter heeft niet zij, maar hebben de kwesturen van Kamer en Senaat te beslissen over de oplossing die kan aangenomen worden. De vraag is evenwel, of de atmosfeer van de debatten in Kamer en Senaat, welke niet vergelijkbaar is met die van Geneve, de toe- passing van het stelsel-Carton de Wiart wel toeiaat". TELEURSTELLING VOOR DE BRUSSELSOHE WERKLOOZEN. In tegenstelling met wat zekere officieele communique's en verklaringen door hoogge- piaatste personen aan de pers gedaan, voor- spiegelden, is, het aantal werkloozen dat men bij de afbraak van de wereldtentoonstelling aan den arbeid heeft kunnen helpen maar zeer gering, ierwijl o.m. de Brusselsche wet- houder van openbare werken verzekerd had, dat ongeveer 10.000 arbeiders aldaar geduren de ten minste drie maanden werk zouden vin- den, blijkt het aantal aangeworven werkloo zen slechts drie- of vierhonderd te bedragen. Aan de in nood verkeerende arbeiders heeft dit een groote teleurstelling bezorgd. DE ZW ARTE ADELAAR TE PARIJS. Hubert Julian, de neger-vlieger, die eenigen tijd deel heeft uitgemaakt -tan de Abessyn- sche luchtmacht, doch die met ruzie daar- vandaan vertrokken is, is te Parijs aange- komen, waar een vertegenwoordiger van de Parijsche editie van de New York Herald een onderhoud met hem heeft gehad. Abessinie, mompelde de vlieger, volgens de N. R. Crt., met een dramatiseh gebaar. Dat woordMijn avonturen in Abessinie zou den een roman vullen. Maar geen gewone krantenroman. Ik ben niet meer die geluk- kige jonge man, die ik eens was. Die tijd is voorbij. Ik heb geen- behoefte meer aan pu- biiciteit. Indien u aan de waarheid van wat ik u vertel twijfelt, ga naar bevoegde perso nen en controleer mijn beweringen. Toen ik pas te Parijs was aangekomen en een bad nam, deelde men my mede, dat er vier ver- slaggevers waren en eenige fotografen, die mij wenschten te spreken. Ik liet hen in mijn kamer, doch even later ging de deur van de badkamer open en begon een van de fotogra- fen^en foto te nemen van mij, zittende in mijn bad. Hy dacht blijkbaar dat ik een Abessijn- sche wilde was. die nog nooit eerder een bad- kuip had gezien. Uiterst beheerscht heb ik hem gevraagd mijn badkamer te verlaten. Vervolgens kwam ik uit mijn bad, kleedde mij en verzocht de heeren beleefd en kalm rich te verwijderen uit het hotel. Doet een man, die publiciteit zoekt, zooiets? Ik weet, dat ik „nieuws" ben. Ik weet waar ik sta. Maar ik weet ook heel goed wat ik kan vertellen en wat ik moet achter- houden. Ik kan u niets omtrent Abessinie vertellen. Dat zal ik de wereld zelf vertellen. Ook over zijn ruzie te Addis Abeba zweeg de vlieger. Hij liet een manuscript zien van 68 getikte vellen met het opschrift: Waarom ik het Abessijnsche leger verliet, en verklaarde dat dit geschrift iedere gewenschte inlichting zou geven. Hij hoopte tevens veel exemplaren ervan te verkoopen. En werkelijk vervolgde Julian er zijn redeDen genoeg geweest om het leger te ver laten. Zou ik anders een zoo wiinstgevende positie hebben opgegeven? Hier begon de vlieger, volgens het blad waar wij dit aan ontleenen, wild in het rond te kijken om vervolgens ailerlei foto's te laten zien. Mijn gescshiedenis wordt aangevuld en be- vestigd door foto's die duidelijk laten zien, wat er in Abessinie gebeurt. U ziet zeide hij verder dat ik wel degelrjk redenen had om te vertrekken. Een man van mrjn ondervinding, van mijn orato- rische bekwaamheden en mijn persoonlijkheid, zal niet zoo belangrijke besluiten nemen, als er geen reden toe is. Ik heb verschrikkelijke dingen gezien. Hij besloot het onderhoud met de vraag of de Verslaggever teleurgesteld was over zijn persoo.-,, waarbij de correspondent van het blad aanteekent, dat wel niemand teleurge steld kan zyn in kolonel Hubert Fauntleroy Julian, de zwarte adelaar van Harlem. PRINSES VICTORIA OVERLEDEN. Geen, parlementsopening door den Koning. Prinses Victoria, zuster van koning George, is Dinsdagnacht in haar huis te Coppins-Iver in Buckinghamshire, overleden. Het bulletin der geneesheeren vermeldt, dat H.K.H. een vredigen dood heeft gehad. De prinses is 67 jaar oud geworden. De koning heeft thans nog 66n zuster in leven, koningin Maud van Noorwegen, die thans in het Buckingiham- palace vertoeft, en telefonisch op de hoogte werd gebracht met de droevige trjding. De koning en de koningin hadden oorspronkelyk het voomemen rich na de opening van het parlement Dinsdag naar Sandringham te be- geven. Met het oog op de ernstige riekte der prinses hebben zij van de reis afgezien. De prinses is sedert 3 weken ongesteld geweest en tengevolge van een acute maagbloeding, is, ondanks de toepassing van bloedtransfusie, de dood ingetreden. Zij was noch aanwezig bij het huwelijk van den hertog van Gloucester noch bij de doop- i plechtigheid van den zoon van den hertog van Kent. Ongeveer een week geleden was haar toestand verergerd. In verband met dit overlyden werd het par lement gisteren niet door den koning geopend. De troonrede werd voorgelezen door den lord-kanselier. DE ENGELSCHE TROONREDE. In den aanvang der rede wordt om. gezegd: ,,Mijn betrekkingen tot de buitenlandsche mogendheden birjven vriendschappelijkde buitenlandsche politiek van myn regeering zal, zooals totnutoe, gebaseerd blijven op krachti- gen steun aan den Volkenbond. Myn regee ring blijft bereid de verplichtingen van het pact in samenwerking met de overige leden van den Bond te vervullen en is in het bij- zonder vast besloten te alien trjde al haar in- vloed aan te wenden tot het behoud van den vrede. Krachtens deze verplichtingen heeft mijn regeering zich genoodzaakt gezien, met een vijftigtal andere mogendheden samen te werken tot het toepassen van eenige eoono- mische en financieele maatregelen tegen Italie, doch tegelijkertijd gaat mijn regeering voort, haar invloed aan te wenden voor een vrede, welke aannemelijk is voor Italie, Ethiopie en den Volkenbond. ,,De nakoming van onze internationale ver plichtingen overeenkomstig het Volkenbonds- pact en niet mindfer de veiligheid van mijn Rijk maken het dringend noodig, dat tekortko- mingen in mijn verdedigingskrachten worden aangevuld. Te gelegener tijd zullen mijn mi nisters bij het parlement voorstellen indienen, welke de minimum-eischen bevatten voor deze beide doeleinden." KONING GEORGE U EN KONDYLIS. Koning George II van Griekenland gaat met groote voorzichtigheid te werk. Hij toont zich afkeerig van alles, wat naar dictatuur zweemt Kondylis heeft, blijkbaar niet met genoegen, voor de vastberaden gematigdheid van den Koning moeten wijken. Toch mag men aan- nemen, dat zekere aantiangers hem onrecht hebben gedaan, toen zij met de kreten „Leve Kondylis, leve de dictatuur" door de straten van Athene trokken. Want als Kondylis dic tator had willen zijn, zou deze eerzucht reeds veel vroeger bevrediging hebben kunnen vin- den. Hij was de leider van den militairen staatsgreep, welke op 22 Augustus 1926 den i dictator Pangalos, die, ook al door een mili tairen staatsgreep, aan de macht was geko- men, uit die macht ontzette. Kondylis heeft zich toen ertoe ibepaald, een constitutioneel gezag voor te bereiden. Hij stelde zich tevre- den met het premierschap in een voorloopig be wind, dat de voorlooper was van een parle- mentaire regeering, met een kabinet-Zaimis, samengesteld uit alle Grieksc-he partijen, be- halve de communisten. Kondylis zelf raakte toen meer op den achtergrond. Zijn actie bleek op den duur den weg geeffend te heb ben voor den terugkeer van Venizelos, die zich toen in zyn eerste Iballingschap bevond. In 1935 zou Kondylis als minister van oor- log. Venizelos als gevaarlijk opstandeling, opnieuw uit het land verdrijiven. Dat Kondylis zich ook dezen keer niet van de dictatuur heeft willen verzekeren, mag men opmaken uit het feit, dat hy zijn, nog weer eens door een staatsgreep verkregen macht, gebruikt heeft om den terugkeer van den Koning te bevorderen. Hij deed dit door het venvroegde en in zijn methoden wellicht wat geforceerde plebisciet, dat een zoo ondubbel- zinnigen uitslag had. Trouw aan bet konings- huis, uit overwegingen van gevoel, kan niet zijn drijfveer zijn geweest. Want de geschie- denis van Kondylis leert, dat hij wel degelyk zeer critisch kon staan tegenover de monar chic. Van aanhanger van George II was hij zijn vijand geworden kort na zijn troonsbe- stijging in 1922. De Koning was toen, na de revolutie van kolonel Plastiras op Chios, zijn Verdrerven vader Konstantijn opgevolgd. George II had niet de macht of den moed be- zeten zich te verzetten tegen de executie van de zes ministers Goenaris, Stratos, Baltadzes, Theotokis, Protopajpakis en Hadzjianestis. Kondylis is vurig revolutionair gebleven tot hij 't vorig jaar weer tot even vurig royalist bekeerd is. Deize ammekeer is by hem meer uit inzicht in het politiek gewenschte, dan uit in- nerlijke gevoelens voortgesproten. Als men deze oude dingen ophaalt, is het misschien aarddg er terioops nog aan te her- inneren, dat de repuhiikeinen in 1926, toen Pangalos zich tot president-dictator zou laten verkiezen, het nog geprobeerd hebben een tegencandidaat op te stellen, die persoonlyk van richting geanatigd monarchist was. Deze tegencandidaat was de gewezen minister van marine, Deanerdzis, dezelfde man, die nu het voorloopig kablnet voor Koning George ge- vormd heeft. Deanerdzis heeft rich echter te- ruggetrokken, toen het bleek dat onder de macht van Pangalos van een werkelijk vrije verkiezing geen sprake zou kunnen zijn. Hij toonde zich een voorzichtig en practisch man, zooals hij het nu ook geweest is, toen hij een kabinet samenstelde van lieden uit het be- drijfsleven, van wien er geen erukele tot de politici van beroep behoort. Dit moeten mi nisters zijn, wier wrok voor de toekcxmst niet te vreezen is, als een, waarschynlijk niet ver verwijderd oogenblik van hen eischt, dat zij van hun waardigheid weer afstand doen. "Hoe staat het echter met Kondylis? Het heet dat hij zich teruggetrokken heeft, beseffend, dat de Koning op het oogenblik meester is van den toestand. Het leger heet beu van alle politiek, waarin en waarvoor het nu zoo langen tijd is gebruikt. Het leger is, voorloopig tenminste, te/vreden met de restau- ratie en is daarom een bolwerk voor de posi tie van den Koning. Kondylis, die, zoo hij al geen dictatuur heeft nagestreefd, zeker erop gerekend had, zelf een groote portie mede- zeggenschap te behouden, heeft daarvoor moeten zwichten. Men weet, de uiterlijke hoofdoorzaak van het geschil tusschen den Koning en den „re- gent" was het vraagstuk van de amnestie. Kondylis zou zich nog in deze amnestie heh- hen kunnen schikken, als zij niet ook Venize los had cumvat. Maar de Koning wilde niemand buitensluiten. Hij heeft waarschijnlijk over- wogen, dat Venizelos in het buitenland wel licht gevaarlijker is dan nu in Griekenland. Zal Venizelos het echter wagen, naar Grieken land terug te komen? Doet hij dat, dan be- teekent dit een onderwerping aan de monar chic, en tegelijk een aanzienlij-ke versterking van de positie van den Koning. Doet hij het niet, dan is er op zijn minst niets verspeeld en heeft men hem van het aureool van mar- telaarschap beroofd. Men kan de bezwaren van Kondylis begrijpen, want Griekenland blijft het best vein Venizelos verschoond, zoo- lang de felle eerzucht van deze onrustige per soonlijkheid niet tot rust is gekomen. Maar het is waarsohijnlijk dat er ibetere methoden zijn om hean onsohadelijk te maken, dan een doodvonnis hij versteik. DE SANCTIES. Een laatste beroep? De Times verneemt uit Parijs, dat Laval opnieuw een dringend verzo-ek tot Mussolini heeft gericht om het Abessijnsche geschil bij te leggen. Zoo niet, dan zal Frankrijk zich genoodzaakt zien te stemmen voor een petro leum-embargo. Ecu toespraak van Mussolini. Zondag heeft Mussolini in het Palazzo Venezia, meldt de N. R. Crt., de moeders en weduwen van de gesneuvelden uit den grooten oorlog ontvangen, die uit naam van de vrou- wen van geheel Italie naar Rome waren ge komen om te protesteeren tegen de sanctigs. Mussolini hield een toespraak, waarin hij op- merkte dat in de tragische uren van den grooten, oorlog de Italiaansche vrouwen als een boozen droom de veronderstelling zouden hebben afgewezen, dat er een dag zou kunnen komen, dat de landen, voor wie zij de levens harer zonen offerden, wapens en andsre moordtuigen zouden leveren aan vyanden, die de Italiaansche troepen bestrijden. Thans is.zulks echter waarheid. Zij, die indertijd hulp van Italie hebben ont vangen, smeden thans een samenzwering tegen dit land, dat toch geen enkele misdaad heeft bedreven, tenzij men als een misdaad zou willen aanmerken het dragen van de be- schaving tot in achterlijke landen en den aan- leg van wegen, den bouw van scholen, het verbeteren van hygienische toestanden, het brengen van vooruitgang op ailerlei gebied. Wat de Italianen het ergste tegenstaat bij de sancties is dat Abessinie en Italie op een- zelfde pedl worden geplaatst, dat men het Italiaansche volk, dat zooveel bijgedragen heeft tot de beschaving van de wereld, be- schouwt als een laboratorium-object, waarop de deskundigen van Geneve ongestraft hun wreede proefnemingen kunnen toepassen. Mussolini besloot met te zeggen, dat zelfs als alles zal zijn afgeloopen, de diepe wonde, die deze maatregelen hebben aangebracht in de Italiaansche ziel, zal blijven schrijnen. 1 Aan het slot van de bijeenkomst namen de vrouwen een motie aan, waarin de vrouwen van Italie besluiten op 18 December bij de plechtigheden die dan in alle gemeenten zul len worden gehouden bij de gedenkteekenen voor de gesneuvelden of op de kerkhoven, hun trouwring te schenken aan het vaderland. Naar aanleiding van deze toespraak schrijft de Giomale d'ltalia in haar Zondagsblad: Vijftig gecivOiseerde regeeringen en volke- ren stonden vandaag tegenover een phalanx van moeders, die niet alleen streden als on- derdanen van de Italiaansche natie, maar ook als wreeksters van de ontheiligde glbrie der door hen gebrachte offers. Het blad wijst er nogmaals op, dat Italie zich afzijdig had kunnen houden van den wereldoorlog en dat het Frankrijk en Enge- land en alle andere landen rustig aan hun lot had kunnen overlaten. Het had destyds zon der noemenswaardige kans op verzet van de zijde van andere naties zrjn krachten op het Afrikaansche continent kunnen benutten om Abessinie te bezetten. Het zou in die jaren noch diplomatieke protesten noch embargo's of bedreigingen op zijn weg gevonden heb ben het zou in weinige maanden het ge- heele koloniale probleem tot een bevredigende oplossing hebben kunnen brengen. De loyale houding van de Italiaansche wapenbroederschap, waaraan de geallieerden zooveel van him bestaan en hun welvaart te danken hebben, is thans de voomaamste oor- zaak van de aanmatigende houding dezer mo gendheden. De samenkomst van deze Italiaansche vrou wen beschouwe men derhalve als een oorlogs- geste. De krijg is opnieuw begonnen hij is minder loyaal en minder heldhaftig dan de

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 1