¥thee w.H=i:i»na JAVA heelfjjn KAPAVANEN Ter Neuzensche Courant qoed en toch J goeokoop "N f?uwe handen Binnenland Feuilleton Een liefde in China. Buitenland. van Vrijdag 22 November 1935. No. 9379. TWEEDE BLAD Doos 30 en 60ct. PRINSES JULIANA NAAR DUITSCHLAND. H. K. H. Prinses Juliana heeft zich voor een kort familiebezoek, naar Duitschland begeven, waar H. K. H.> die gast zal zijn van den Vorst en de Vorstin van Bentheim te Burgsteinfurt. Zooals bekend, is de Vorst van Bentheim een neef van wijlen H. M. de Koningin- Moeder. DE PRINSES EN HAAR STUDIECLUB. Evenals het vorige jaar worden ook dit seizoen ten paleize door H. K. H. Prinses Juilana studie-avonden gehouden, waar voor de studieelub, waarvan vroegere Leidsche stu- diegenooten van de prinses deel uitmaken, be- kende Nederlandsche persoonlijkheden uit de financieele en industrieele kringen voordrach- ten houden. Daarna hebben dan besprekingen plaats door de leden van de studieelub, waar- aan ook H. K. H. regelmatig deelneemt. Ook H. M. de Koningin heeft, voordat zij de teugels van het bewind in handen nam, zich geregeld op dergelijke wijze laten voorlichten door vooraanstaande Nederlanders op ver- schillend gebied. TWEEDE RAMER. Nadat in de Woensdagmididag -voortgezette vergadering bij de verdere besprekingen over de P.T.T. begrootinig de heer IJsselmuiden (R.K.) een motie had ingediend ter verrui- ming der werkgelegenheid te bevorderen, dat geleidelijk de arbeidsduur 48 uur per week niet zal oversohrijden, verklaarde Minister De Wilde, dat hij deze zaak ernstig met den direc- teur-generaal zal bespreken en tegen de motie geen bezwaar had. De motie-De Vi-sser betreffenide de aribeid-s- contractanten wend verworpen met 56 tegen 24 stemimen (voor de soc.-dem., de comm., Sneevliet, rev.-soc., Van Houten, chr.-dem. en Arts (K.V.P.). De tweede motie-De Visser (48urige werk- week), wend verworpen met d-ezelfde stem- menivertoouding. De motie- v. IJsselmuiden werd zonder hoofldelijke stemming aangenomen. De begrooting P.T.T. wend eveneens zonder ihoofdelijke stemming aangenomen (tegen de heer Sneevliet). Het anti-cumulatie-ontwerp. Aan de aide was het wetsontwerp tot wijzi- ging en"aanivullin-g van de Pensioenwet 1922, van de wet van 28 Mei 1928, de Gemeentewet, Frovimoiale wet, de wet van 30 Juni 1923 en die van 17 Juli 1923. De heer Zandt (staatk. geref.) sohetst de ergemis, die de cumulatie velen geeft aan dui- zenden werkloozen. Te Amsterdam verdiende eeni-ge jaren geleden de gemeente-secretaris 8000, terwijl zijn echtgenoote referen-d-aris in gemeentedienst was. Spr. noemt voorts versdhiilende gevalien van cumulatie (de voor- zitter roept spr. tot de orde, waarop spr. zegt, het over de wet te hebben). Spr. zegt dat met kraoht tegen de excessen moet wiorden opgetoomen, de regeering is in gebreke geibleven. De heer Lingbeek (herv. ger.) kan een ge- voel van teleurstelling niet onderdrukken. Velen in den lande hebben Ian-gen tijd niet ge- weten dat er cumulatie bestond; door den druk der tijden en belastingen is dit an-ders geworden. Spr. heeft eenbied voor verkregen reohten. Het gaat om de rechtvaardigheid van het spel. De heer Vervoom (plattel.) verklaart, dat het wetsontwerp een teleursteliling is voor wie aan de misstanden een einde willen zien ge- maakt. Van radicale sahoonmaak is geen spra- ke. De ontstemrning over de cumulatie zal door deze wet nog toenemen. 'Het kwaad wordt niet in den wortel aangetast. De overgangsbepalinigen boivendien maken vele bezuinigingen ongedaan. Het zal vele ja ren du-ren, alvorems deze wet effect heeft. Waarom de Inldische pensioenen in deze wet niet betrokken? Er zijn voorts veel te veel ge- vallen buiten de wet gehouden. De heer Van Houten (chr. dem.) zegt, dat deze wet voor de toekoms-t het cumu-latie- euvel orivoldoende beperkt. Ten deele kan spr. de argumenten der regeering begiijpen, welke billijlkheids^gevoelsargumenten zijn. Maar alle cumulaties behooren met wortel en tak te worden udtgeroeid. [Het spijt spr. dat dit wetsontwerp de cu mulatie zoo onvoldoende tegengaat. Spr. is ook tegen de overgangsbepalinigen. Spr. ver- wacht dat de algemeene ontevredemheid zoo zai toenemen, dat een einde zal worden ge- maakt aan het ergerlijk onrecht. De heer Westerman (nat. herstel) merkt op, dat er twee jaar over dit wetsontwerp is gewafkt; de vracht is al zeer klein. Verkre gen cumulaties worden nagenoeg niet aange tast. Het is jammer dat de regeering daartoe Uit het Engelsch door BEN BOLT. (Nadruk verboden.) 8) Vervolg. De twee aterke mannen legden het kind zachit in het bedje, ruiimden den rommel op, terwijl Kathleen Barrington haar plaats naast het kind weer innam. Daarna ging dr. Bur nt weg om enkele minuten later terug te komen met den vader van het kind. Zijn gezioh/t was even uitdrukkingloos als dat van een steenen Boeddha, maar door het vlugge bewegen van zijn waaier, terwijl hij zich over het kind heen buikte, merkte men de ontroe- ring, die zijn gezidht verlborg. Een minuut lang keek hij onafgebroken naar het kleine slachtoffer van een barbaarsche gewoonte, toen zochten zijn oogen die van Kathleen Barrington. ,,Zult u goed op mijn duifje passen vroeg hij plotseling. Dr. Burrit begon te spreken, maar werd door Kathleen zelf in de rede gevallen. „Voor een paar dagen, ja als ik mag voegde ze er in het Engelsch aan toe, terwijl ze zich tot dr. Burrit wendde. „Mag!" beet hij haar haast toe. „Ik wilde het u juist vragen, want ik heb wel gemerkt, dat de kleine meid erg op u gesteld is en als ik het kind redden kan dan heb ik met mijn zendingswerk meer bereikt dan in al de vijf jaar, die achter mij liggen." ,,Dan zal ik blijven", antwoordde ze, en na nog een oogenblik op zijn dochtertje geworpen te hebben, groette de mandarijn Kathleen ten afscheid met zijn waaier, waama hij in gezel- sohap van den Amerikaan het vertrek verliet. „Wat zal uw vader zeggen?" vroeg Dick den moed heeft geimist. Dit ontwerp is slechts als een eerste afbetaling te aanvaarden. De heer Albarda (s.d.) betoogt, dat de ge- wekte onrust wellicht voorkom^n ware, als een verder strekkend wetsontwerp was inge diend. Al jaren is er venzet tegen cumulatie, ook hij de soc. democratische fractie. De gevoer- de campagne heeft veel kwaad gedaan. Door demagogie mag men zidh niet laten drijven, doch om demagogie mag men ook niet maar eernvoudig ontkennen. Het werk van een Ka- merlid e.d. eischt teg-enwoordig den geheelen mensch. Kamerleden worden maar al te dik- wijls voorgesteld als baantjesjagers. Boven- dien zijn er vele regelen tegen cumulatie reeds vroeger genomen. Het ontwerp gaat te ver, waar het zich ibemoeit met provincies en gemeenten, maar anderzijds gaat het niet ver genoeg. Sipr. staat op het standpunt, dat verkregen rechten moeten worden geeerbiedigd. Op de wijze van den heer v. Houten, welke veel on recht zou veroorzaken, gaat het niet. De so- ciaal deimocraten aanvaarden de voorgestelde t egeling behoudens enkele wijzigingem op be- paald-e pun-ten. A-antasting van verkregen reohten moet bij afzonderlijke regeling ge- scihieden. De heer Sneevliet (rev. soc.) acht de cu mulatie een ernstig kwaad, waarvoor echter de nat.-'soc., gezien het Duitsohe voorbeeld, geen aanimertking mogen maken. Spr. zou in den soc. dem. hoek een ander optreden inzake cumulatie verwachten. Door de aanneming van dit wetsontwerp zal de publieke opinie niet bevredigd zijn. Het kwaad kan in de groote partijen gemak- kelijk tot ontwikkeling komen. Het besef, dat er heel wat te verfoeteren valt, is echter v-rij algemeen. Er zou veel strenger moeten wor den ingegrepen. De regeering heeft de ernst van het kwaad niet gezien, misschien niet kunnen zien. Er is nog minder reden, het wetsontwerp nog te bep-erken, zooals de soc. dem. willen. Mag in verkregen rechten niet ingegrepen worden, hier is onmiddellijk ingrijpen plidht. Men onderschatte het onder- scheidingsver-mogen der massa niet. De heer De Visser (comim.) vindt het vreemd dat de N. S. B. zoo spreekt over cu mulatie, want in diotatuurlanden is de toe- stand nog veel erger. Dit wetsontwerp gaat lang niet ver genoeg. Men maakt wel eens -vergelijkingen met sow- jet-Rusland, maar daar kunnen zul-ke toestan- den niet bestaan. Hij zou willen verzoeken, de beraadslagingen te schors-en en de regeering te vragen, met een verder stiek-kend wetsont werp te komen. Spr. dient daartoe een voor- stel in. -Daze schorsingsmotie wordt verworpen met 53 tegen 7 stemmen (comm., v. Houten, Snee vliet, Venvoorn en Westerman). De Minister van Binnenlandsche Zaken, de beer De Wfi-lde, zegt dat er over deze materie niet veel nieuws meer te zeggen is. In 't al gemeen wordt men in Nederland in de poli tick niet rrjk. Bo-vendien is. deze materie reeds vroeger onder oogen gezien. Het wets-ontwerp (berust n-iet op den grond-slag dat verkregen rechten onaantastbaar zijn, willen gem-eent-en w-eth-ouderssalarissen ve.rlagen, dan zal spr. izic-h daar niet tegen verzetten. De heer Al- (banda heeft ten on-rechte betoogd dat het wetsontwerp niet ver genoeg gaat. De heer v. Braamibeek (s.d.) stelt een amen- dement voor om weg te nemen de rege-lirrg der toekenn-ing van wachtgeld en pensioen aan af- getreden wethouders. Deze behoort aan de gemeenten te worden overgelaten en heeft met cum-ulatie niet® te maken. De heer Boon (1-ilb.) bestrijdt dit. De Minister eveneens de autonom-ie der ge meenten wordt niet aangetast. Het amende- m-ent is een verslapping van het wetsontwerp. De heer v. Braamibeek trekt dit en volgende amendementen in. De heer v. Houten verklaart zich tegen de overgangsbepalingen. Evenzoo de communis- ten, de heeren Sneevliet, Wester-man, Ver voom en de staatk. geref. De heer v. Braamibeek ve-idedigt een amen- -dement ter aanvulling en verbetering van art. 10, dat de Minister ovemeemt. Het wetsontwerp werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen, waarop de vergade ring werd verdaagd. EXAMENS M. O. Eisch van algemeene ontwikkeling. Termijn rijstellingen met twee jaar verlengd. Het Staatsblad No. 652 bevat een Konink- lijk besluit, waarbij art. 4 van het id. id. van 27 December 1934 nader gewijzigd wordt. Deze algemeene maatregel van bestuur loopt over den eisch van „voldoende algemeene ont wikkeling" van candidaten voor acten middel- baar ondrwijs. Het K. B. van 1934 heeft deze zaak geiegeld, en eischt voor het afleggen der examens M. O. bepaalde diploma's, gymna sium, vijfjarige H.B.S., resp. -hand-elsschool of mididelb. technische dagschool, acte hoofd- onderwijzer of gewone lagere acte met twee bijacten, enz., enz. De overgangstermijn, die daarbij was ge steld, is thans van 1 Januari 1939 tot 1 Januari 1941 verlengd: tot dien tijd zijn zij, die van Eorsyth, toen hij met het meisje alleen was. ,,Ik weet het niet'", zei ze kalm. Ik kan dit arme kleine ding niet alleen laten. Maar als u alles behalve mijn eigen bagage meeneemt naar Yong-Foo, dan is hij misschien niet kwaad. De vader van het kind is een mandarijn" ze zweeg en liet een schel lachje hooren „en mijn vader wakkert de vriend- scliap met officieele personen graag aan. Mis schien beschouwt hij mijn verblijf hier als 't brood op de wateren." Er klonk iets bitters in haar stem, hetgeen Forsyth niet ontging, maar hij wenschte er geen verdere aandacht aan te schenken. ,,Ik vind het al heel lief van u", klonk het warm. „Als u mij vertelt welke bagage van u is, zal ik die dadelijk halen en er zorg voor dragen, dat de rest met den grootsten spoed naar uw vader gestuurd wordt!" Ze beschreef de bagage, die ze noodig had en zonder eerst te eten verliet Forsyth het ziekenhuis en begaf zich door de stad naar de rivier. Daar overkwam hem een ongewoon avontuur. In tegenstelling met de stad met de honderd lantaams, was de kade erg donker en nagenoeg verlaten en het kostte hem eenige moeite om een boot te krijgen, die hem naar de sampan zou brengen. Plotseling maakte zich een boot in de duistemis los, waarvan de inzittenden drie Chineezen waren en hij begon met hen te onderhandelen. ,,Ja", zei een van dc mannen, ,,wij roeien u voor twee tael naar de sampan." De prijs was exorbitant hoog, maar zonder af te pingelen, stapte Forsyth in de boot, die -onmiddellijk afvoer. Na de eerste slagen schenen ze in de richting van de sampan te varen, waarvan de lichten heldpr zichtbaar waren, toen veranderden zij van koers en gin- gen stroomopwaarts. „Dat is de boot waar ik heen moet", ver klaarde Forsyth tegen den man aan het roer, terwijl hij naar de sampan wees. Deze echter nam er niet de minste notitie van. ,,-Hoor je me? Dat is de sampan den minister een testimonium hebben gekre- gen, dat zij bij de inwerking trading van het besluit hun examenstudie „op regelmatige wijze en onder voldoende leiding" al waren begonnen, recht op vrijstelling; zij moeten echter bij den Minister van Onderwijs voor 5 Januari 1936 het testimonium daarvan aan- vragen. RADIOPRIJSVRAAG N.C.C. BRENGT f 35.000 OP. De telling der extra-frankeering op de op- lossingen der N. C. C. radioprijsvraag van 1 October „Wie z'n hoed is dat?" is geschied. De uitkomst hiervan is, dat een bedrag van 35.643,88 ten goede van het oomit<§ is ge- komen. Het N. C. C. is uiterst dankbaar voor dit fraaie resultaat en maakt van deze gelegen- heid gebruik nogmaals een ieder, die heeft med-eg-ewerkt aan het welslagen van deze prijsvraag, zijn oprechte erkentelijkheid te betuigen. GEEN WERELDTENTOONSTELLING TE AMSTERDAM IN 1938. In de gehouden vergadering van den raad van Amsterdam heeft de burgeme-ester mede- gedeeld, dat het gemeentebestuur aan voor aanstaande personen en instellingen advies gevraagd heeft over het denkbeeld, in 19-38 te Amsterdam een wereldtentoonstelling te hou den. De conclusie was, dat uitvoering van dat denkbeeld moest worden ofltraden. Intusschen zijn de plannen, om hier ter stede een tentoonstelling te houden, niet los- gelaten. Door den president der Kamer van Koophan-del en Fabrieken, den heer Gottfr. H. Crone, zijn besprekingen gevoerd met enkele vooraanstaande Amsterdammers en met het gemeentebestuur, teneinde hier ter stede een nationale tentoonstelling te houden, waarop Nederland en haar kolonien zouden zijn ver- tegenwoordigd. Op voorstel van den heer Crone is een com- missie benoemd, die in nauw contact met de regeering en in zeer nauw contact met het gemeentebestuur binnen zeer korten tijd aan het werk hoopt te gaan. B. en W. zullen geen moeite nalaten om die tot stand koming van de tentoonstelling te bevorderen. De burgemeester verzekerde ten- siotte, dat het noodige terrein voor zulk een tentoonstelling aanwezig is. EEN WETHOUDER, DIE VAN ZIJN WERK WEGBLEEF. Het Tweede Kamerlid, de heer Scnalker, heeft aan den Minister van Binnenlandsche Zaken de vo.'giende vragen gesteld: Is het den Minister bekend, dat den heer P. Jansen, wethouder der gemeente Finster- wolde, die als arbeider in dienst bij de boer- derijen der gemeente Groningen, door den be- drijfsleider aldaar verhinderd werd de vergade- ringen van Burgemeester en Wethouders bij te wonen, door hem vrij af daartoe te weige- ren en dat, toen hij deson-dlanks deze vergade- ringen bijwoonde en daartoe van het werk op die boerderij wegbleef, hem ontslag werd ge- gev-en Is de Minister niet van meening, dat het in het algemeen gewenscht is, dlat overheidsbe- drijven, die bij hen in dienst zijnde arbeiders, waar dit voorkomt, zoo weinig mogelijk moe ten bemoeilijken in het behoorlijk vervullen van openbare functies, voor zoover die volgens de wet met de uitoef-ening van hun betrek- king vereenigbaar zijn? Is de Minister bereid, aan het gemeente bestuur van Groningen te verzoeken, bedoelden P. Jansen weer in dienst te nemen en hem het vervullen van zijn functie van wethouder van de gemeente Finsterwolde mogelijk te maken DE VVERKLOOSHEID ONDER DE JEUGD. De Minister van Sociale Zaken heeft alsnog benoemd tot lid van de rijkscommissie inzake het vraagstuk van de werkloosheid onder de jeugd, den heer ir. A. W. van de Plassche, in- specteur van den tuinbouw en het tuinbouw- onaerwijs bij het Departement van Landbouw en Visscherij. lngez. Med. Hij maakte zijn zin niet af. Tot zijn ver- bazing nam de man vlug zijn roeiriem uit het water en zwaaide die boven zijn hoofd om te slaan. Maar Dick Forsyth was een handig man. Bliksemsnel greep hjj de be-enen van den Chinees vast, en toen de man struikelde, vielen ze samen overboord. Onder water liet de dokter zijn slachtoffer los en beven ge- komen, zwom hij snel naar de sampan, den Chinees aan zijn lot overlatend. Een gorge- lende kreet achter hem verried hem, dat de aanvaller zich in nood bevond, maar vermoe- dend, en terecht, dat de mannen in de boot zich eerder om hun makker dan om hem zouden bekommeren, vervolgde hij zijn weg. Bij de boot gekomen, klauterde hij op het dek, en keek, druipend van het water achter- om, toen een van de bemanning hem onder het lidht van de lantaam zag staan. „0, mi-sta Forsyth", riep hij, zonder op de natte kleeren van den dokter acht te slaan, „er is hier zoo iets geks gebeurd." ,,Zoo, Ching en wat is dat?" Toen u aan wal gegaan was, kwamen er vijf mannen in een boot ze dreven ons in de hut en hebben alles doorgezocht, vijf leelijke mannen. Ze begonnen de bagage na te kijken, voomamelijk missie Barrington's bagage. Toen braken ze twee kisten open en gingen daarna weg. Ze zagen er uit als echte zeeroovers." „Hebben ze iets gestolen?" vroeg Forsyth ontsteld. „Neen, ze hebben nietS gestolen, dat is juist zoo gek. Toen ze weg waren heb ik de kisten weer dichtgespijkerd." Het was zeker gek en het ging, evenals die dwaze aanval op hem, boven Forsyth's bevat- tingsvermogen. Een moment staarde hij over -het water naar het kleine stadje met de veel- kleurige lantaams. Toen kreeg hij een idee. „Toen die zeeroovers, zooals jjj ze noemt, weggegaan waren, welken kant gingen ze toen uit, Ching?" Ohing wees stroomopwaarts. ,,Daarheen, daar ligt een groote jonk, dezelfde, die van- morgen de rivier opgevaren is." DE KORTENAER IN AANVARING MET EEN EGYPTISCH VAARTUIG. De Nederlandsche torpedojager Kortenaer is bij het verlaten van de haven in botsing ge komen met een gouvemementsvaartuig van de Egyptische regeering. De Kortenaer is met averij in de haven teruggekeerd en zal in een droogdok worden opgenomen, waar drie platen aan den boeg zullen worden vemieuwd. Het Egyptische vaartuig is in zinkenden toestand op het strand gezet. Drie opvarenden van dit schip zijn ernstig gewond in een zie kenhuis opgenomen. WEDEROM EEN GUNSTIGE WEEKSTAAT VAN DE NEDERLANDSCHE BANK. Uit den nieuwen weekstaat van de Neder landsche Bank blijkt, dat de goudvoorraad wederom met f 9 mill, is toegenomen, vooma melijk door invoer uit Frankrijk. Deze goud- arbitrage schijnt grootendeels door particu- liere banken te zijn verricht. Ook overigens geeft de weekstaat een gunstig beeld te zien: vermindering der beleeningen en disconteerin- gen, terwijl er in de positie van het Rijk ten opzichte van de Bank weinig verandering is gekomen. Het gouddekkingspercentage van alle direct opeischbare verplichtingen badraagt thans 74.34 tegen 73.69 in de vorige week. NEDERLAND EN BELGIe. Nu mr. Frans van Cauwelaert in Vlaande- ren niet meer de beschikking had over een eigen blad (immers, de Brusselsche ,,<Stan- daard" is hem ontglipt, terwijl verschillende nieuwe tijdschriften en weekbladen zijn ver- schenen, die een Vlaamsche politiek voorstaan, welke Van Cauwelaert niet wil) heeft hij te Brussel een eigen blad opgericht „Elcerlyk", waarin hij zijn opvatting over de oplossing van het Vlaamsche vraagstuk, nl. tot gelding bren gen der Vlaamsche eischen via een serie van wetten binnen het verband van 'n en ondeel- baar Belgie, verdedigt. In het onlangs verschenen eerste nummer is van zijn hand een artikel over de buitenland- sche politiek van Belgie verschenen. Hij pleit daar voor een politieke onzij-diigheid en onaf- hankelijkheid. Hij betreurt het, dat tusschen Nederland en Belgie nog geen intieme samen- werking bestaat, hetgeen een gevolg is van het feit, dat in den roes der overwinning de Bel- gische regeering zekere dingen gedaan of aan- vaard heeft, waarvan men -die schade niet vol doende beseft. In 1918 is de kans verbruikt om met Nederland een verdrag te sluiten, dat voor de toekomst een intieme samenwerking zou waarborgen. Nu zou de sfeer daarvoor beter zijn. De heer Van Cauwelaert is wel een beetje optimistiseh. Niet alleen in 1918 heeft men van Belgische zijde een goedie verstan-dhou- ding met Nederland verbrod, maar ook nadien omdat men in een der voomaamste kwesties tusschen Nederland en Belgie, nl. de Schelde- Rijnverbinidlingen aanspraken blijft stellen ten aanzien van Nederland, die in wezen overeen- komen met de imperialistische eischen van 1918. Bovendien vergeet de heer Van Cauwe laert ook, dat hij als burgemeester van Ant- werpen in dit opzicht niet weinig gedaan heeft door zijn onderhandelingen met Dr. Colijn om een goede regeling te...... voorkomen. ARBEID DOOR VREEMDELINGEN. Aanvragen om verleening van vergunning. De directeur van den rijksdienst der werk- loosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling maakt bekend, dat aanvragen om verleening van vergunning ingevolge de wet van 16 Mei 1934 (Staatsblad nr. 257) tot het dloen ver- richten van arbeid door vreemdelingen tijdig, d.w.z. uiterlijk op 10 December a.s., bij hem moeten worden ingediend. De -verlenging kan per brief worden aangevraagd onder vermel- ding van het nummer der vergunning en den naam van den vreemdeling. Voor tijdige af- doening van aanvragen, welke na 10 December worden ingezonden, kan niet worden ingestaan. IR. P. J. VAN VOORST VADER JR. Blijkens een bericht in de -Staatsoourant is de hoofdingenieur-directeur titulair van den Rijkswaterstaat, ir. P. J. van Voorst Vader Jr.. te Haarlem, benoemd tot hoofdingenieur-direc teur van den Rijkswaterstaat in vasten dienst. Ir. Van Voorst Vader zal zich te Arnhem vestigen, waar hij belast wordt met de directie van de bovenrivieren. De heer Van Voorst Vader is in 1884 gebo- ren en studeerd-e van 1902 tot 1907 te Delft; in dat jaar werd hij benoemd tot adjunct-inge- nieur van den Rijkswaterstaat te Ter Neuzen, waar hij speciaal bij het kanaal van Ter Neu- zeniSas van Gent werd te werk gesteld. In 1909 volgde zijn overplaatsing naar Ooltgens- plaat, waar hij o.a. een steiger bouwde ten be- hoeve van de uitbreidingswerken voor de Rot- terdamsche Tramwegmaatschappij. In datzelfd-e jaar nog werd de heer Van Voorst Vader overgeplaatst naar Breda, waar hij gediurende drie jaar belast was met den dienst van de veren aan de Bergsche Maas „Ah!" Forsyth had den sleutel op het raadsel ge- vonden. Li Weng-Ho was waarschijnlijk aan- sprakelijk voo-r den aanslag op hem, vanw-ege zijn antipathic voor Forsyth, maar hij begreep niet, waarom Kathleen Barrington's bagage doorzocht was. Hij piekerde een uur lang over dit proibleem, maar hij kon geen bevredigende verklaring vin-den. Hij -besloot niets tegen het meisje te zeggen, hoezeer hij ook in de verlei- ding kwam om haar te ondervragen. En 's morgens, toen hij de rivier o-pkeek, was de jonk van den mandarijn verdwenen. V. Chineesch recht. Vijf dagen later kwam de sampan in het ge- zicht van Yong-Foo, 'n ommuurde stad, op een heuvel gelegen, waarvan op het hoogste ge- deelte een, uit vier verdiepingen bestaande pagode gebouwd was de pagode van den Rechtvaardigen weg". Een menigte jonken lag in de rivier buiten de stad verankerd en Forsyth vroeg zich af, hoe ze daar tusschen door moesten, toen de sampan in een kanaal voer, dat om de stad heen liep, en zijn weg vond tusschen schepen met koopwaar, woonschuiten, die aan den oever gemeerd lagen en allerhande vaartuigen die op het water in de omgeving van een Chineesche stad plegen te liggen. Ze dreven onder een brug door, die zoo laag was, dat de mast neergelaten werd en de sam pan met de boomen neergelaten moest worden. Toen ze de sluizen achter zich hadden, wist Dick Forsyth, dat ze zich nu in stad Yong- Foo bevonden, waar Li Weng-Ho heer en meester was. Terwijl Dick op den landingssteiger stapte, herinnerde hij zich zijn belofte aan Kathleen Barrington en besloot die onmiddellijk na te komen. „Ching", zei hij, ,,weet je ook waar mr. Bar rington woont?" ,,Mista Barrington?" Een bjjna onmerk- bare verandering kwam in het gezicht van den Oosterling. (Ingez. Med.) en bij de bemalingsinrichtingen. Inmiddels was hij bevorderd tot ingenieur eerste klas. In 1912 werd hij te 's-Gravenhage geplaatst en in Februari 1914 kwam hrj te Haarlem. In de een-en-twintig jaar, die de heer Van Voorst Vader in die directie is geplaatst, heeft hij gewerkt aan de verbetering van den weg AmsterdamHaarlem, de wegen Amsterdam- Gooi, HaarlemVelsen, HaarlemBennebroek en aan den Rijksweg door den Haarlemmer- meer; voorts heeft hij plannen ontworpen voor den weg GoudaRotterdam. Ook aan de ver betering van het Merwedekanaal heeft de heer Van Voorst Vader deel gehad. In 1928 werd hij benoemd tot lid van de Rijkscommissie voor d-e wegen, een commissie die in 1932 is ont- bonden. Na in 1923 te zijn bevorderd tot hoofd- ingenieur, werd de heer Van Voorst Vader op 1 December 1930 belast met de leiding van den dienst van het Noordzeekanaal, eerst met standplaats Amsterdam en in Mei 1934 te Haarlem, waarheen het bureau was overge plaatst. De verbreeding van het Noordzee kanaal is in die jaren voor een groot deel uit- gevoerd, het aantal ponten te Velzen is uit- gebreiid en er zijn ook andere werken tot stand gekomen, waaraan de heer Van Voorst Vader heeft deelgehad. DE OPRICHTING VAN EEN LUOIiFERS- FABRIEK TE WEERT. De heer R. Gielen, directeur van het Oeco- nomisch-Technologisch Instituut in Limburg, deelt mede, dat de lucifersfabriek, die te Weert zal worden gevestigd, een capaciteit zal krijgen van een achtste van het Neder- landsch verbruik en een vijfde van den totalen import. Er blijft voor de beide bestaande Ne derlandsche fabrieken voldoenide afzetgelegen- heid over om op voile capaciteit te werken. Volgens het advies van de E.T.I.L. aan de oprichters hebben deze den minister gevrsbagd, zich voor oprichting van een trustvrije fabriek uit te spreken, hetgeen ook reeds geschied is. Ook zonder deze officieele uitspraak zou deze fabriek er zijn gekomen. Voor de nieuwe fabriek zal tevens de gelegenheid open staan, de voor de vroegere trustvrije Nederlandsche fabrieken verloren exportmarkten te herwin- nen, terwijl het gebruik van lucifers in ver band met de toeneming van de bevolking en het meerdere verbruik van sigaretten boven sigaren blijft toenemen. De nieuwe fabriek zal zooals gemeld, aan 70 menschen werk ver- schaffen. BELGEN GAAN VOOR. Het Belgische koninklijke besluit van 1 Oct. j.l. waarin bepaald wordt, dat bij aanbestedin- gen van openbare instellingen en daarmede ge- lijkgestelde lichamen -de voorkeur moet wor den gegeven aan Belgische firma's, blijkt niet alleen in het buitenland ontstemrning te wek- ken, maar heeft ook in Belgische kringen aan- leiding gegeven tot critiek. In de gehouden vergadering van de Senaats- commissie van economische zaken hebben eenige leden bij de behandeling van de begroo- ting naderen uitleg omtrent dit Koninklijk Besluit gevraagd en er daarbij op gewezen, dat de daarin tot uiting komende strekking niet zonder gevaar is voor de arbeiders, die bij de verschillende Belgische doch met buitenlandsch kapitaal werkende of onder buitenlandsche leiding staande firma's hun brood verdienen. Men dacht hierbij aan de montagefabrieken van Ford en van de General Motors te Ant- werpen, aan de fabrieken van Philips te Brus sel en te Leuven, enz. Inderdaad vindt men in al deze ondernemingen vele duizenden Bel gische arbeiders, behoorlijk betaald. Toepas- sing van het gewraakte koninklijke besluit zo-u er zonder twijfel toe leiden, dat deze onder nemingen het bedrijf aanmerkelijk zouden moeten inkrimpen, zoodat een groot aantal arbeiders werkl-oos zou worden. Daar dit toch niet in de bedoeling van de regeering kan lig gen, drongen de sprekers er met, klem op aan dat de regeering deze quaestie nog ems aan een nieuw onderzoek zal onderwerpen. ADMIRAAL JELLICOE. f De Britsche Admiraal Viscount Jellicoe of Scapa, is Woensdag overleden. Bij het uitbreken van den wereldoorlog was hij tweede zeelord der admiraliteit en werd tot opperbevelhebber van alle Engelsche strijd- krachten ter zee van de thuiswateren benoemd. Hij trad voor het eerst naar voren in den zeeslag in het S-kagerak op 31 Mei 1916, die ,,Ja, weet zijn huis heel goed." „Ik wil, dat de bagage, die miss Barrington bij zich had, daar dadelijk bezorgd wordt. Haal een kruiwagen en een stuk of wat k-oelies en stuur ze er onder aanvoering van een van je mannetjes heen." ,,Ja, ik zal doen", antwoordde Ching; toen vroeg hij abrupt; ,,Weet u wat in de kisten is, mr. Forsyth?" „Neen, Ching. Handelswaar denk ik. Dat gaat ons trouwens ook niet aan." Ching aarzelde zichtbaar, 't was alsof hij iets wilde zeggen toen, er van overtuigd, dat Forsyth niet voor een praatje te vinden was, keerde hij zich om en maakte t-oebereidselen om de bagage uit te laden. Forsyth sloeg hem gade, en nadat hij gezien had, dat de kisten op een kruiwagen geladen waren en Ching gereed was, begaf hij zich op weg met hem naar het zendingsstation. Na verscheidene walgelij-k riekende, morsige straten doorgeloopen te hebben, kwamen ze aan een soort plein, omgeven door boomen, waar aan het eene eind een groot huis stond, omringd door een hoogen steenen muur. De poort was niet gesloten, ze liepen door een laan met oranje boomen naar het huis, waar van het dag gebogen was met breede over- stekende randen en de deurposten met draken besneden waren. Een lange ascetisch uitziende Chinees haast- te zich hen tegemoet te komen en een oogen blik later stelde Ching hem voor aan zijn col- lega en assistent. -Dokter Wang-Hi. De dokter hier i-s een groot geleerde. Hij zal u helpen arme zielen gezond te maken." Forsyth vond hem sjmipathiek en begroette hem hartelijk na een minuut of tien, toen ze van de thee genoten, werd hij het een en ander over Yong-Foo gewaar. Wang-Hi, die in Londen gestudeerd had, sprak perfect En gelsch en na een poosje stelde Forsyth hem een directe vraag: „Is de mandarijn Li Weng-Ho erg lastig." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 5