Ter Neuzensche Courant Verlaging Onderwijsuitgaven
Tweede Blad
Binnenland
Buitenland
Gemengde Berichten
Maandag 25 October 1935. No. 9365.
Naar het Zuidelijk Front.
DE NIEUWE GOUVERNEUR VAN
OOST-VLAANDEREN
SVEN OLAFSON.
Stilte voor den storm aan het front.
VAN
KONINGIN EN PRINSES TE LEIDEN.
H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses
Juliana hebben Zaterdagmiddag op den door-
tocht van den Ruijgenhioek naar Het Loo een
bezoek gebracht aan het academiegebouw te
Leiden. Dit bezoek stond in verband met het
gobelin, dat de Koningin aan de universiteit
zal schenken.
Do vorstelijke bezoeksters arriveerden zon-
der gevolg tegen twee uur per auto voor het
academiegebouw aan het Rapenburg. Op het
plein voor de academie waren ter 'begroeting
aanwezigProf. Mr. A. ,S. de Blecourt, rector
magnificus; Mr. P. J. Idenburg, secretaris van
het college van curatoren en Dr. J. Kalf, di-
recteur van het Rijksburea.u voor Monumen-
tenzorg.
De aankomst van de vorstelijke person en
ge&chiedde bijna onopgemerkt. Van het ver-
trek was vrij veel publiek getuige, dat de
Koningin en de Prinses hartelijk toejulchte.
DE N LEU WE BRUG OVER HET
HOLLANDSCH DIEP.
Het vijfde brugdeel van de ndeuwe bnug
over het Hollandsch Diep zal Dinsdag op de
pijiers worden geplaatst. Het oonvooi, dat
wederom door de Wits bergings- en trans-
portbedrijf, Rotterdam, versleept wordt, zal
om 8 uur 's ochtends van de machinefabriek
van Penn en Bauduin te Dordrecht vertrek-
ken. Om elf uur zal de overspanning ver-
moedelijik boven de pijiers gebracht zijn Daar
het om 12 uur hoogwater is, wordt op dat uur
met het doen zakkett van het brugdeel be-
gonnen.
DE BETRHKKINGEN TUSSCHEN
NEDERLAND EN BELGIe.
Verschillende Belgische bladen hebben go-
meld, dat spoedig tot een hervatting van de
Nederlandsch—Belgische onderhandelingen be-
treffende de verbinding iScheldeRijn zou
worden overgegaan. De Soir meende zelfs te
weten, dat Nederland als eisch voor de her
vatting van deze besprekingen het intrekken
van de oompensatiepremies, die door de Bel
gische regeering aan de Belgische Rijnscheep-
vaart worden verleend, zou hebben gesteld.
Van offioieele Belgische zijde is aan de
N. R. Crt verzekerd, dat van een dergelijken
eisch te bevoegder plaatse niets bekend is.
Voorts beweert men, dat aan een hervatting
van de Belgisch-Nederlandsche onderhandelin
gen op dit oogenblik niet wordt gedacht.
HYPOTHECAIRE SCHULDEN.
Ingediend is een wetsontwerp, houdende bij-
zondere maatregelen ter voorkoming van on-
redeltjke terugvordering van onder verband
van hypotheek op onroerend goed uitgeleende
gelden.
Aan de toelichting wordt het volgende ont-
leend.
Verschenen is het voorloopig verslag der
Tweede Kamer over het wetsontwerp tot ver
laging van de openbare uitgaven voor het on
derwijs. Het volgende is er aan ontleend:
Onder erikenning, dat het salarisvraagstuk
in het algemeen bvj dit on twerp niet aan de
orde is en de voornemens van de Regeering
met betrekking tot de jeugdsalarissen blijkens
de Millioenennota niet slechts de onderwijzers
maar ook de am'btenaren en werklieden m
Overheidsdienst betreffen, stelden eenige leden
er toch prijs op, bij de behandeling van dit
wetsontwerp h<un standpunt omtrent bet sala-
risvraagstuk uiteen te zetten, voor zoover dit
in het bijzonder betrekking heeft op de sala-
I rieering van onderwijzers.
De Regeering heeft haar voomemen aan-
gekondigd, de arnjbtenaarssalarissen met 5
PCt. te verlagendeze verlaging zal worden
toegepast op alle salarisnormen: op grond-
salarissen, op toesiagen, op peiiodieke ver-
hoo^ir.gcn, enz. Dit is, naar de meening van
deze leden, voor de onderwijzers kwalijk te
aanvaarden.
Grondsalaris der ondr-rvvyzers
moet onveranderd blijvcn.
In de behandeling der onderwijzerssalaris-
sen zijn in het verleden fouten gemaakt; deze
moet men herstellen, maar niet verergeren en
toespitsen. De grondsalarissen behooren niet
gekcrt te worden. Mocht korting onvermijde-
jiijk zijn, dan zou deze kunnen worden toege
past op betgeen daarboven komt.
In het belang van de werklooZe onderwijzers,
in het belang ook van het onderwijs, verklaar-
den verschillende leden zich voorstanders van
het ontslag van de gehuwde onderwijzeressen,
waardoor voor 193T een bezuiniging van een
millioen gulden zou worden verkregen. De
steeds dringender noodzaak van bezuiniging
achtten zij een red en te meer, de Regeering
klem in overweging te geven, tot het
van dezen maatregel thans over te
voor jeugdige ambtenaren, onderwijzers en
werklieden in Overheidsdienst. Hoe weinig
deze leden ook met het stelsel van de Regee
ring konden instemmen, toch wilden zij niet
nalaten, de Regeering in overweging te geven,
de jeugdsalarissen niet op f 500, maar ten-
minste op f 800 of f 850 te stellen. Moet men
tot bezuiniging komen, dan is het beter de
totale uitgaven aan salarissen billijker te ver-
deelen. Indien de Regeering van oordeel is,
dat een zeker bedrag aan salarissen niet kan
worden overschreden, dan is het beter, de vrij
hooge u.l.o.-marge omlaag te drukken. De
verhouding van de salarissen van onderwijzers
bij het g.l.o. en het u.l.o. en van de hoofden
van scholen bij het g.l.o. is niet goed.
Wanneer treedt gewijzigde leer-
lingenschaal in werking
Gevraagd werd, in het ontwerp te bepalen,
met ingang van welken datum, de gewijzigcte
leerlingenschaal in werking treedt. Het tijd-
stip zal, zoo werd betoogd, zoo moeten wor
den gekozen, dat de schoolbesturen zich kun
nen houden aan de overeengekomen opzeg-
fingstermijnen voor de onderwijzers, die
boventallig worden. Aangedrongen werd op
een gelijke regeling, bij het g.l.o. als bij het
ulo.: n.l. in werking treden der gewijzigde
schaal bij het eindigen van den loopenden
cursus. j
Beperking bijzondere scholen.
Grondwettelijke bed©nJkingen.
Het ingS'diende ontwerp doet een middel aan
de hand, waardoor wordt voorkomen, dat de
schuldenaar door een onredelijke terugvorde
ring van de geldleening ernstig wordt bena-
deeld. De mogelijkheid wordt geschapen voor
den debiteur, van den rechter uitstel te ver-
krijgen voor de terugebetaling van de hoofd-
som en wijziging in de verplichting tot tus-
schentijdsche aflossing.
De rechter zal in ieder concreet geval heb
ben na te gaan, of de schuldenaar in staat
is de leening af te lossen, onderscheidenlij k
de bovengenoemde tusschentijdsche aflossing
te voldoen. Wordt den rechter aannemelijk
gemaakt, dat de schuldenaar daartoe niet in
staat is, dan overweegt hij in hoeverre de be-
langen van den schuldeischer door toewijzing
van het door den schuldenaar gedaan verzoek
meer zouden worden geschaad dan de belan-
gen van den schuldenaar, bij weigering daar-
van De rechter zal hierbij de wederzijdsche
geldelijke positie van schuldeischer en schul
denaar in beschouwing nemen.
Van de bescherming der wet zullen kunnen
profiteeren zij, die in het algemeen aan hun
periodiek wederkeerende betalingsverplichtin-
gen hebben voldaan; voorts zij, die niet in
staat zijn tot verder verplichte aflossing dan
1 pCt. 's jaars op de oorspronkelijke hoofd-
som van de eerste hypotheek; en eindelijk zij,
die contraetueel gehouden zijn tot terug-
betaling der hoofdsom wegens het niet na-
komen van bijkomende verplichtingen, zooals
met vertooning van kwitanties van betaalde
zakelijke belasting of assurantiepremie.
Bij het tekortschieten in de verplichting tot
aflossing of bij kleinere tekortkomingen van
de zijde van den schuldenaar, kan de rechter
in elk voorkomend geval met de bijzondere
omstandigheden, waardoor de vordering
krachtens de overeenkomst opeischbaar is ge-
worden, rekening houden en hetzij het door
den schuldenaar gevraagde uitstel weigeren,
hetzij zoodanige voorwaarden of bepalingen
maken, als hij in het belang van den schulde
naar geraden en redelijk^zal oordeelen.
De bevoegdheid uitstel te verzoeken, be-
staat niet voor een schuldenaar, wanneer de
hoofdsom opeischbaar is geworden, omdat hij
de rente niet tdjdig heeft betaald; betaalt hij
de rente op een tweede hypotheek niet en is,
tengevolge van de door den tweeden hypo-
theekhouder toegepaste dwangmaatregelen, de
eerste hypotheek onmiddellijk opeischbaar,
dan kan evenmin een verzoek tot uitstel voor
de teruggave van de door eerste hypotheek
verzekerde geldleening worden gedaan, al zijn
alle verplichtingen tegenover den eersten hy-
pctthecairen schuldeischer stipt nagekomen.
De bevoegdheid uitstel te verzoeken, is
voorts uitgesloten indien de schuldenaar na-
latig is, op de eerste hypotheek een minimum
van° 1 pCt. van de oorspronkelijke hoofdsom
tusschentijds af te lossen. Doet zich het geval
voor, dat bijv. de leening 50.000 bedraagt en
is bedengen, dat halfjaarlijks /500 zal worden
afgelost, dan kan de schuldenaar de bepalin
gen dezer wet slechts inroepen, indien hij half
jaarlijks 250 heeft betaald.
Tenslotte is de bevoegdheid om de tusschen-
komst van den rechter ingevolge arUkel 1 in
te roepen, uitgesloten, wanneer de hoofdsom
van de hypotliecaire geldleening opeischbaar
is geworden wegens executoriaal beslag ge-
iegd voor c.mcurrente schuld of wegens fail-
lissement van den schuldenaar.
Het scheen gewenscht van de werking der
wet mede te doen profiteeren hen, tegen wie
dwangmaatregelen zijn aangevangen, voordat
deze wet in werking treedt.
met
nemen
gaan.
Andere leden kwamen hiertegen op.
Schoolgeldjieffing weinig bevredigend.
Eenige leden drongen wederom aan op een
wettelijike bepaling, waarin pok voor gemeen-
telijke hoogere burgerscholen en gymnasia
zou worden voorgeschreven heffing van het
schoolgeld, niet lager dan de Rijksregeling.
Andere leden merkten op, dat het Rijk een
dergelijken eisch in elk geval niet dient te
stelien aan gemeentelijke scholen, waarvoor
geen Rijkssubsidie wordt genoten.
Ondaniks de toezegging in de memone van
toelichting, kon de voorgestelde schoolgeld-
regeling verscheidene leden weinig bevrediging
schenken.
Omzetting Hoogere Burgerscholen.
Vele leden konden zich in het geheel niet
vereeniven met het voomemen van de Regee
ring, een aantal Rijks Hoogere Burgerscholen
0m° te zetten in scholen met drie-jarigen
cursus.
Verscheidene leden konden zich met ver-
eenigen met het voorstel van de Regeering
de Rijksvergoeding voor het u.l.o. tot vier leer-
jaren te heperken.
Voorts konden verscheidene leden geen vre-
de hebben met de rol, aan den inspecteur van
het 1. o. toegekend inzake de beoordeeling van
de al of niet geschiktheid der leerlingen om
u.l.o.-onderwijs te ontvangen.
Bezwaren tegen de voorgestelde
jeugdsalarissen
Het stemde vele leden tot voldoening, dat
de Regeering, gehoor gevende aan den ster-
ken aandrang uit de Kamer, haar voorstel tot
invoering van het kweekelingeninstituut heeft
prrjsgegeven.
Met het thans voorgedragen voorstel kon
den verscheidene leden zich echter evenmin
vereenigen. De Regeering kondigt nu haar
voornemen aan, aan alle onderwijzers tot hun
24ste of 25ste jaar een jaarwedde van 500
toe te kennen. Aan de critiek op het voor
nemen, dat deze maatregel alleen voor de on
derwijzers bij het lager onderwijs zou gelden,
is de Regeering in zooverre tegemoet ge-
komen, dat deze bepaling van kracht zal zijn,
Wat betreft de beperking van het aantal
bijzondere scholen g.l.o. stelden verscheidene
leden er prijs op, hun standpunt ten opzichte
van de juiste en redelijke beteekenis van de
leden 4 en 7 van art. 195 der Grondwet nader
uiteen te zetten. De kemvraag is deze, of het
verschil in positie tusschen openbaar en bij
zonder onderwijs tot uitdrukking mag en moet
komen daarin, dat de bekostiging van beide
soorten van onderwijs niet meer naar den-
zelfden maatstaf geschiedt. De Regeering
b&antwoorat deze vraag bevestigend, wijl de
Grondwet ir. dit opzicht geen rechtsgelijkhedd
zou vorderen.
Tegen deze stelling der Regeering kwamen
deze leden met kracht op. Want ware het
inderdaad zoo, dan zou hiermede het middel
Zijn gegeven om alles, wat artikel 195 betref-
fende het bijzonder onderwijs en de financieele
gelijksteUing daarvan met het openbaar on
derwijs bepaalt, volkomen 'denkbeeldig te
Zelfs als men rekening wil houden met de
historisch gegroeide verhouding, dan nog zijn
de vemaderde opheffingsnormen voor de bij
zondere scholen alleen te aanvaarden, wan
neer zij tevens gelden voor de openbare scho
len zij het dan met een restrictie in denzelf-
deri geest als die, bij het amendement-de Geer
aangebracht in de wet van 4 Augustus 1933.
Verscheiden andere leden besehouwden de
paragraafbetreffende de beperking van bet
aantal scnolen voor bijzonder g.l.o. als de kern
van dit ontwerp. De bedoeling er van is, aan
de bijzondere scholen op te leggen, wat aan
de openbare in bet verleden is opgelegd. Het-
geen nu wordt voorgesteld achtten zij echter
zeer mild in vergelijking met datgene, wat de
Regeering met het openbaar ondeiwijs beeft
Aiidere leden, die de grondwettelijke be
zwaren tegen het voorstel der Regeering even
min konden deelen, drongen niettemm aan op
terugnemmg van dit voorstel, vooral op grond
van het betoog, dat zulks voor de publieke
kassen waarschijnlijk meer voor- dan nadeel
zal opleveren.
Instemming met vervrocgdc
pensionneering.
Vele leden juichten de verplichte pension
neering van 60-jarige onderwijzers toe.
Verscheidene hunner drongen aan op uit-
breiding in dien zin, dat reeds op 55-jarigen
leeftijd althans door onderwijaeressen
vrijwillig pensioen aangevraagd zou kunnen
worden.
Andere leden wenschten zich geheel van een
leefthdsgrens los te maken; zij zouden de voor-
keur geven aan een regeling, waarboj voor-
loopige pensionneering na 40 dienstjaren ver-
plicht wordt gesteld.
Adoea zal nimmer aan de Italianen worden
afgestaan.
In het hoofdkwartier van generaal Nasiboe.
(V.P.B.-kahelbrief.)
Harrar, 18 October 1935.
De laatste dag in Addis Abeba.
In verband met de omstandigheid, dat het
in de Abessijnsche hoofdstad hoe langer hoe
moeilij'ker werd aan goed en betrouwbaar
nieuws te komen, behoorde Uw correspondent,
met. nog eenigen zijner collega's tot de eersten
onder de buitenlandsche joumalisten in Addis
Abeba, die tot de regeering het verzoek richt-
ten, om zich naar het front te mogen begeven.
Dit verzoek werd nog geen week geleden van
de hand gewezen en erger nog, ons werd zelfs
verboden naar Harrar te vertrekken, terwijl
wij toch zeker wisten, dat zich daar reeds
eenige buitenlandsche correspondenten, onder
wie b.v. Mr. Enkins van United Press, be-
vonden. Dat wij, over dit meten met twee
maten weinig gesticht waren laat zich be-
grijpen, zoodat wij dan ook besloten een for-
meel protest in te dienen. Dit protest heeft
intusschen een gunstig resultaat opgeleverd,
want eergisteren, in den vroegen morgen,
werd mij medegedeeld, dat ik met den trein,
die nog denzelfden dag van Addis Abeba naar
Dzjiboeti vertrok, naar Harrar mocht reizen.
Over deze toestemming was ik niet weinig
verheugd, want het liet zich aanzien, dat nu
de minister van oorlog ras Moeloegeta op het
punt stond om naar het hoofdkwartier van
den kroonprins in Dessie te vertrekken, en ook
het vertrek van den keizer naar een van de
fronten nog slechts een kwestie van dagen
kon zijn, er van Addis Abeba nit nog minder
te schrijven zou vallen dan zulks reeds het
geval was.
Van Addis Abeba naar Harrar.
Na een (kort afscheid van den Franschen
gezant Bodard, die mij gedurende mijn verblijf
in Addis Abeba menigen dienst bewezen had,
begaf ik mij met een eenigszins bezwaard hart
want Zijne Excellence had mij een verblijf
in Harrar, waar het op het oogenblik voor
Europeanen levensgevaarlijk moest zijn, zeer
afgeraden naar het station, waar de zwarte
portier van het Imperial Hotel mij reeds met
mijn begage opwachtte. Het station bood
denzelfden aanblik als op andere dagen, dat
er een trein naar het oosten vertrekt: Een
luid tierende menigte, veel politie, die tever-
geefs tracht orde te bewaren, een zenuwach-
tio-en Franschen stationsohef en wagens vol-
irKo IWIflT Vip1
Koning Leopold heeft het besluit ondertee-
kend, waarhij oud-mmister Ingenbleek tot
gouverneur van de provlncie Oost-Vlaande-
ren is benoemd in vervanging van mr. K.
Wleyler, dezer dagen overleden. De pogingen,
van Gentsche anti-Vlaamsche zijde gedaan
om een der voormannen van de franskiljon-
sche liberalen uit deze stad de plaats van mr.
Weyler te zien innemen, zijn dus zonder suc-
cesgebleven. Oud-minister Ingenbleek heeft
deel uitgemaakt als minister zonder porte-
feuille van het k&binet de Brocqueville. Hij
is lid van den Senaat, waar hij een zeer ge-
ziene persoonlijkheid was en behoort tot de
zeer gematigden Viaamschen vleugel van de
liherale partrj.
HET VERBOD VAN VVAPENUITVOER
NAAR ITALJe.
Thans hebben ook de regeeringen van
Australie, Denemarken, Iran en Nederland
aan het Volkenbondssecretariaat medegedeeld
dat zij de noodige maatregelen hebben ge-
troften voor de toepassing van het besluit der
coordinatie-commissie inzake het verbieden
van den uitvoer van wapenen,, munitie en
oorlogsmateriaal naar Italie. In het gehee
hebben thans dus 18 regeeringen een derge-
lijke mededeeling aan den Volkenbond reeds
doen toekomen.
het BEZOEK VAN DRUMMOND AAN
MUSSOLINI.
Reuter meldt uit Londen;
Frankrijk's ontwoord aan Engeland hetref-
fende art. 16 zal niet worden gepubliceerd. De
mededeelingen van Laval hebben te Londen
groote voldoening gewekt en men is van oor
deel dat ieder misverstand thans uit den weg
is g'eruimd. Men gelooft dat het grootste ge-
deelte van het antwoord van Laval er aan
gewijd is, de Fransche buitenlandsche politiek
ten opzichte van het Italiaansch-Abessijnsche
geschil te rechtvaardigen. Tevens hoopt men
dat de Italiaansch-Britsche betrekking min
der gespannen zal blijven na het onderhoud
dat Mussolini met Sir Eric Drummond heeft
gehad.
Te Londen heeft men een lang telegram van
Drummond ontvangen over het onderhoud.
Zateidagavond is te Londen en te Rome een
Engelsch-Italiaansch communique geputali-
ceerci, dat alleen den nadruk legt op het in-
treding van een verbetering der Italiaansch
Britsche betrekkingen, nu de misverstanden
uit den weg zijn geruimd.
JHet communique maakt echter geen mel-
ding van de kwestie van de vermindering der
Britsche strijdkrachten in de Middellandsche
Zee. Het is mogelijk dat Engeland in ver
band met de verbetering der betrekkingen
met Italie twee slagschepen van Gibraltar
zal terugtrekken. Bij den huidigen stand van
zaken bestaat er echter geen mogelijkheid
dat de Britsche strijdkrachten in le Middel
landsche Zee tot haar vroegere sterkte zullen
worden teruggebracht.
Het communique,
Het officieele communique, dat Zaterdag,
in den loop van den avond. te Rome en Lon
den is gepubliceerd, luidt als volgt:
De Britsche gezant te Rome heeft op 18
October j,l. een bezoek gebracht aan den chef
van de Italiaansche regeering. Drummond
heeft Mussolini opnieuw de verzekering ge
geven, dat de Britsche regeering allerminst
van plan is in verband met het geschil tus
schen Italie en Abessinie eenige actie te on-
dememesn, die verder gaat dan haar collec-
tieve verplichtingen als trouw lid van den Vol
kenbond met zich meebrengen, of verder dan
de maatregelen waartoe de Volkenbondssta-
ten in overeenstemming met het Volkenbonds-
pact hebben besloten.
Drummond heeft verder uitgelegd, dat de
houding van de Britsche regeering in dit ge
schil op geenerlei wijze door egoistische mo-
tieven werd ge'influenceerd. Alle verklarin-
gen, die hierop doelden, zijn van iedere waar-
heid ontbloot en kunnen slechts verspreid zijn
door menschen die siecht op de hoogte waren
van den stand van zaken of onheil wenschten
te stichten.
el ad en met zwarte krijgslieden, die naar het
front in Harrar vertrekken.
De gereserveerde coupe, waarin ik de reis
naar Harrar moest maken, decide ik met mr.
Grant, correspondent van een Amerikaansch
courantenconcem, die eenige dagen geleden
een flink pak slag had opgeloopen, omdat men
hem voor ©en Italiaan hield, en twee oude
Ajbessijnsche leg"eraanvoreders, waarvan er een
reeds den Menelikslag hij Adoea had mede-
gemaakt. Deze laatste heeft mijn collega en
mij gedurende de reis zoo aangenaam onder-
houden, dat, wij er bijna de verschrikkingen
van een gloeiendheete coupd door vergaten.
D© strategische beteekenis van Adoea.
Op ons verzoek eens mede te deelen welke
strategische waarde er nu eigenlijk aan het
door de Italianen bezette Adoea moet worden
toegekend, vertelde hij ons het volgende:
iStrategisch gezien is de waarde van Adoea
niet zeer groot. De Abessijnsche stellingen,
die den over Assab verwachten hoofdaanval
der Italianen in de flank liggen, zijn veel ge-
wichtiger. Des te hooger moet echter de
moreele waarde van de stad worden aange-
slagen. Deze is zoo groot, dat er waarschijn
lijk geen Ethiopisch regent te vinden zal zijn,
die Adoea voor goed prijs zou geven. Daarbij
komt nog, dat de priesterstad Aksoem, die het
groote nationale heiligdom, de Ark des Ver-
bonds, binnen haar muren herbergt, in de na-
bijheid van Adoea ligt. Adoea voor goed aan
den vijand te laten, wil zeggen Aksoem op te
geven. Dit zou echter de geheele kerk van
het land, die zooals bekend een zeer groote
macht bezit, in een opstand op leven of dood
brengen.
Op mijn vraag, of de Abessijnsche legers dus
zouden trachten de beide steden weer zoo
spoedig mogelijk in hun bezit te krijgen, ant-
woo rdde mijn zegsm-an ontkennend. „Onze
legerleiding weet zeer goed", zoo verklaarde
hii „dat zich het Ethiopische leger bij een
aanval op de door de Italianen versterkte
steden op een gebied zou begeven, waar zijn
kansen zoo goed als nihil zijn
In Harrar.
Evenals Addis Abeba biedt Harrar op het
oogenblik den aanbliik van een Afrikaansch
militair schouwspel. Van den vroegen mor
gen tot den laten avond weerklinkt de wilde,
onregelmatige muziek van de Ethiopische
militaire kapellen, vermengd met -het eigen-
aardige gezang van de soldaten. Harrar is
het hoofdkwartier van den opperbeveihebber
van het zuidelijke Abessijnsche leger generaal
Nasiboe. In tijden van vrede is het de groot
ste handelsplaats van dit deel van Afrnka en
lang® de talrijke karavaanwegen worden hier
alle voortbrengselen uit deze streken aan de
markt gebracht. Daar deze handel in hoofd-
zaak door Arabieren wordt gedreven heeft de
stad een meer Oostersch dan Afrikaansch
karakter gekregen, wat vooral tot uitdiukking
komt in de typisch Oostersche herbergen, m
een waarvan Uw correspondent een verre van
zindelijk onderkomen heeft gevonden. Op deze
plaats van groote strategische beteekenis
schijnt het leger van generaal Graziam het
thans gemunt te hebben. De Abessijnen heb
ben intusschen niet stil gezeten. Het Steele
gebied i: in staat van verdedigmg gebracht
en de stad zelf evenals Addis Abeba op lucht-
aanvailen voorbereid. Van een pamekstem-
ming die er in de stad met het oog op een
Italiannschen aanval zou heerschen, heb ik
echter tot nog toe niets gemerkt. Mannen en
vrouwen zijn vol goeden moed en beloven den
Italianen een warme ontvangst.
ANORe LATEILLADE.
Neen, dit zijn nog niet de groote gevechten,
waarop ieder Zich had geprepareerd. Men
maakt zich hier dan ook nog geen groote
voorstellingen van de tot dusver behaalde
overwinnmgen, al is men met deze resultaten
natuurlijk zeer tevreden, vooral omdat zij ten
koste van zoo geringe verliezen zijn behaald.
Ik heb een Untenant van de genie lachend
hooren beweren, dat er „meer band,en van de
auto's waren gesneuveld, dan soldaten
Wil het oppercommando de buitenlandsche
correspondenten weg hebben?
Uw correspondent mag geenszins klagen
over de behandeling, die hem hier ten deel
valt integendeei. Iedereen is de hoffelijk-
heid zelf en alle inlichtingen, die met moge
lijkheid te verstrekken zijn, worden hem met,
de meeste bereidwilligheid verschaft. Toch
krijgt men af en toe den indruk, dat de jour-
nalisten worden beschouwd als niet in het
kader behoorende. Deze indruk werd ver-
sterkt 'door het feit, hetwelk ik u mededeelde,
dat wij voor de overgave van Aksoem achter-
waarts werden gedirigeerd.
Dit brengt uw correspondent in verband
met de uitlatingen van een kapitein, met wien
hij op vriendschappelijiken voet is geraakt en
die hem ook wel eens over dingen pra&t, die
niet direct den dienst raken. Deze dan zeide
hem, bij geruchte te hebben gehoord, dat er
aan het zuidelijk front sprake van zou zijn,
de buitenlandsche journalisten niet tot het
eigenlijke geveohtsterrein toe te laten. Wat
hiervan de reden zou kunnen zijn, kon of wilde
hij uw correspondent niet vertellen.
Het is niet te hopen, dat deze maatregel
ook tot het noordelijk front zal worden uitge-
strekt. Ik kan geen enkelen grond zien voor
het nemen van een dergelijken stap, daar
geen enkel buitenlandsch journalist hier buiten
zijn boekje gaat. Wel is bet een open geheim,
dat er enkelen onder zijn, die zich niet bepaald
als persona grata kunnen beschouwen. Dit is
evenwel over het algemeen meer te wijten
aan hun nationaliteit, dan aan hun optreden.
Het Italiaansche leger versterkt
zjjn posities.
Zooals ik reeds in den aanvang zeide, gaat
er hier weinig om. De hoofdzaak is op het
oogenblik de versterking der verschillende
iinies en de verzekering der verbindingen met
het achterland. Generaal De Bono heeft er
den nadruk op gelegd, dat hieraan onophou-
delijk de meeste zorg zal worden besteed.
Men is dan ook inderdaad al zoo ver, dat
de tra nsport-colonnes kunnen doondringen tot
de voorste Iinies, zij het dan ook, dat het
laatste deel van den weg nog verre van ge-
baand is. Er wordt in alle opzichten veel ge-
vergd van de auto's. De meeste vrachtwa-
gens, die ik in dezen sector aan het front heb
opgemerkt, zijn van Amerikaansch fabrikaat.
Zij°houden zich uitstekend. Naar ik verneem,
heeft men in Asmara een reusachtig depot
aangelegd van allerlei onderdeelen, waarvan
men zich ruimschoots heeft voorzien. In dat
opzicht maakt men zich hier dan ook niet
bevreesd voor de gevolgen van de door den
Volkenbond aangeikondigde blokkade of
weiken anderen naam men daaraan dan ook
mag geven.
Iedereen ziet met verlangen uit naar het
bevel om verder op te rukken. Het versterken
der huidige posities is echter een hoogst nood-
zakelijke maatregel, daar het succes van den
verderen opmarsch daarvan in hooge mate
Aksoem wordt ontzien.
dat van
OPGESLOTEN PREDIKANTEN IN
DUITSCHLAND IN VRIJHEID GESTELD.
Naar Reuter uit Berlijn seint schijnen de
kerkelijke tegenstellingen te worden over-
brugd. Minister Kerrl heeft een decreet uit-
eevaardigd, krachtens hetwelk alle discipli-
naire vervolgingen tegen de predikanten moe
ten worden opgeschort. De leiders van de con-
fessioneele synode verklaren in een procla-
matie dat, hoewel de nieuwe kerk-commissie,
welke door minister Kerrl is ingesteld ten-
einde het kerkelijk conflict bij te leggen wet-
telijk geen bevoegdheid heeft, zij de commis-
sie toch erkennen, daar deze zich klaarblijke-
lijk ten doel stelt een einde te maken aan het
gebruiken van geweld op kerkelijk gebied.
Alle predikanten, die in de concentratie-kam-
pen in Saksen waren ge'interneerd, zijn over-
eenkomstig minister Kerrl's order vrij ge
laten.
Het betreft uw correspondent,
Italiaansche zijde al het mogelijke wordt ge
daan om de gevoelens der Abessijnsche bevol-
king te ontzien. Zoo heeft men Aksoem met
direct betrokken in dit versterkingsplan Men
heeft zich vergenoegd met een hetrekkenjk
groot aantal troepen rond de plaats samen te
trekken. Praktisch gesproken heeft het eigen
lijke bezit van de stad dan ook geen strate
gische waarde voor het leger. Het gaat er
natuurlijk alleen om, zich zekerheid te ver-
schaffen, dat van die zijde geen gevaar meer
kan dreigen.
Met dit doel zijn dan ook verschillende bat-
terijen bouwdtsers bij Aksoem in steUing ge
bracht, die ik heb mogen bezoeken. Men
houdt er rekening mede, dat de Abessijnen te
eeniger tijd een tegenaanval zouden kunnen
ondernemen. Deze zou echter m.i. niet de
minste kans van slagen hebben.
Op hoog bevel moet het heilige karakter
van de stad Aksoem heilig dan voor de
Abessijnen worden geeerbiedigd, voor zoo
ver dit vereenigbaar is met den goeden gang
van de militaire operaties. Naar men hier
wil, zou niemand minder dan Mussolini zelf
hiertoe bevel hebben gegeven.
Als een man achter dpn Duce.
Als dit zoo is, behoef ik mij er niet over
te verwonderen, dat zijn bevelen letterlijk
worden nagekomen. De minste wenk van den
Duce is een bevel voor deze soldaten. Uw
correspondent waagt het te betwijfelen, of wel
ooit een leger een zoo treffend blijk van eens-
gezindheid heeft gegeven, als dit, hetwelk
optrekt tegen Abessinie.
Van den h.oog'ste tot den laag^ste is men
overtuigd van het goede recht van Italie om
dit land de Europeesche beschaving te oren-
g-en door bemiddeling van Italie. En dit
o-eheele Italiaansche streven wordt gedragen
door den naam van den Duce. Nooit kan een
naam groo.ter wonderkracht hebben uitge-
oefend op een volk, dan die van Mussolini
uitgezonderd misschien in zijn tijd Napoleon.
Men bescbouwt het dan ook als een groote
eer, dat zijn beide zoons aan dit front staan.
Oorlogscorrespondent aan het Italiaansche
front.
(Nadruk verboden.) Copyright V.P.B.)
Nadruk verboden).
(Copyright V.P.B.)
Aksoem voor bezetting gespaard.
Langs het Noorderfront worden de posities
versterkt.
(Telegrafisch via Asmara en Rome.)
Aan het front, 18 Oct. 1935. (V.P.B.) Op
het oogenblik leven wij hier in een toestand
van afwachting en voorbereiding. Er gaat,
voor zoover dit van hier uit te beoordeelen is,
weinig van belang om. Af en toe worden wij
opgeschrikt door wat schoten, die plotseling
kraken, beantwoordt door het nijdige geknet-
de Italiaansche mitrailleurs. Dan
TREINONTSPORING IN DE
WATERGRAAFSMEER TE AMSTERDAM.
Donderdagnacht om 2 uur'40 zijn van een
goederentrein, komende uit de richting Amers-
foort, zeven wagons ontspoord, toen de trein
hmnenkwam op het rangeerterrein Water-
graafsmeer hij de Zuider Ringvaart. Persoon-
lijke ongelukken zijn er niet gebeurd; de
materieele schade is echter zeer groot. Het
verkeer naar en van het Gooi ondervond door
deze ontsporing groote vertraging, daar de
treinen, komende van Weesp, over verkeerd
spoor geieid moesten worden.
Van den goederenwagen, een Belgische,
die de cuts poring veroorzaakt heeft, was niets
meer te bekennen dan een stuk van het onder-
stel. De wielen lagen wijd uiteen. De wagen,
die het hoofdspoor versperd had, was reeds
weggehaald. Dat had heel wat voeten in den
aarcf gehad, want de wagen was volgeladen
met zakken cement.
De Belgische wagen moet van Weesp tot
Diemen buiten het spoor hebben geloopen,
daarna is hij er weder op gekomen, maar met
defect loopwerk. Dit werd noodlottig, toen
ter van
bliikt het, dat enkele tirailleurs van de over-
yiifjp pen ofverromneling op kleine schaal op j defect loopwerk. uit wera noomocug,
,4w hadden gazet, die natuurlijk eindigt met i de goederentrein op het rangaerterrem m de
hun teru^tocht, onder achterlating van een Watergraafsmeer aankwam, en op een zij-
erfkelen doode of gewonde. spoor werd geieid.