Ter Neuzensche Courant Verlaging Onderwijsuitgaven Tweede Blad Binnenland Buitenland Gemengde Berichten Maandag 25 October 1935. No. 9365. Naar het Zuidelijk Front. DE NIEUWE GOUVERNEUR VAN OOST-VLAANDEREN SVEN OLAFSON. Stilte voor den storm aan het front. VAN KONINGIN EN PRINSES TE LEIDEN. H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana hebben Zaterdagmiddag op den door- tocht van den Ruijgenhioek naar Het Loo een bezoek gebracht aan het academiegebouw te Leiden. Dit bezoek stond in verband met het gobelin, dat de Koningin aan de universiteit zal schenken. Do vorstelijke bezoeksters arriveerden zon- der gevolg tegen twee uur per auto voor het academiegebouw aan het Rapenburg. Op het plein voor de academie waren ter 'begroeting aanwezigProf. Mr. A. ,S. de Blecourt, rector magnificus; Mr. P. J. Idenburg, secretaris van het college van curatoren en Dr. J. Kalf, di- recteur van het Rijksburea.u voor Monumen- tenzorg. De aankomst van de vorstelijke person en ge&chiedde bijna onopgemerkt. Van het ver- trek was vrij veel publiek getuige, dat de Koningin en de Prinses hartelijk toejulchte. DE N LEU WE BRUG OVER HET HOLLANDSCH DIEP. Het vijfde brugdeel van de ndeuwe bnug over het Hollandsch Diep zal Dinsdag op de pijiers worden geplaatst. Het oonvooi, dat wederom door de Wits bergings- en trans- portbedrijf, Rotterdam, versleept wordt, zal om 8 uur 's ochtends van de machinefabriek van Penn en Bauduin te Dordrecht vertrek- ken. Om elf uur zal de overspanning ver- moedelijik boven de pijiers gebracht zijn Daar het om 12 uur hoogwater is, wordt op dat uur met het doen zakkett van het brugdeel be- gonnen. DE BETRHKKINGEN TUSSCHEN NEDERLAND EN BELGIe. Verschillende Belgische bladen hebben go- meld, dat spoedig tot een hervatting van de Nederlandsch—Belgische onderhandelingen be- treffende de verbinding iScheldeRijn zou worden overgegaan. De Soir meende zelfs te weten, dat Nederland als eisch voor de her vatting van deze besprekingen het intrekken van de oompensatiepremies, die door de Bel gische regeering aan de Belgische Rijnscheep- vaart worden verleend, zou hebben gesteld. Van offioieele Belgische zijde is aan de N. R. Crt verzekerd, dat van een dergelijken eisch te bevoegder plaatse niets bekend is. Voorts beweert men, dat aan een hervatting van de Belgisch-Nederlandsche onderhandelin gen op dit oogenblik niet wordt gedacht. HYPOTHECAIRE SCHULDEN. Ingediend is een wetsontwerp, houdende bij- zondere maatregelen ter voorkoming van on- redeltjke terugvordering van onder verband van hypotheek op onroerend goed uitgeleende gelden. Aan de toelichting wordt het volgende ont- leend. Verschenen is het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot ver laging van de openbare uitgaven voor het on derwijs. Het volgende is er aan ontleend: Onder erikenning, dat het salarisvraagstuk in het algemeen bvj dit on twerp niet aan de orde is en de voornemens van de Regeering met betrekking tot de jeugdsalarissen blijkens de Millioenennota niet slechts de onderwijzers maar ook de am'btenaren en werklieden m Overheidsdienst betreffen, stelden eenige leden er toch prijs op, bij de behandeling van dit wetsontwerp h<un standpunt omtrent bet sala- risvraagstuk uiteen te zetten, voor zoover dit in het bijzonder betrekking heeft op de sala- I rieering van onderwijzers. De Regeering heeft haar voomemen aan- gekondigd, de arnjbtenaarssalarissen met 5 PCt. te verlagendeze verlaging zal worden toegepast op alle salarisnormen: op grond- salarissen, op toesiagen, op peiiodieke ver- hoo^ir.gcn, enz. Dit is, naar de meening van deze leden, voor de onderwijzers kwalijk te aanvaarden. Grondsalaris der ondr-rvvyzers moet onveranderd blijvcn. In de behandeling der onderwijzerssalaris- sen zijn in het verleden fouten gemaakt; deze moet men herstellen, maar niet verergeren en toespitsen. De grondsalarissen behooren niet gekcrt te worden. Mocht korting onvermijde- jiijk zijn, dan zou deze kunnen worden toege past op betgeen daarboven komt. In het belang van de werklooZe onderwijzers, in het belang ook van het onderwijs, verklaar- den verschillende leden zich voorstanders van het ontslag van de gehuwde onderwijzeressen, waardoor voor 193T een bezuiniging van een millioen gulden zou worden verkregen. De steeds dringender noodzaak van bezuiniging achtten zij een red en te meer, de Regeering klem in overweging te geven, tot het van dezen maatregel thans over te voor jeugdige ambtenaren, onderwijzers en werklieden in Overheidsdienst. Hoe weinig deze leden ook met het stelsel van de Regee ring konden instemmen, toch wilden zij niet nalaten, de Regeering in overweging te geven, de jeugdsalarissen niet op f 500, maar ten- minste op f 800 of f 850 te stellen. Moet men tot bezuiniging komen, dan is het beter de totale uitgaven aan salarissen billijker te ver- deelen. Indien de Regeering van oordeel is, dat een zeker bedrag aan salarissen niet kan worden overschreden, dan is het beter, de vrij hooge u.l.o.-marge omlaag te drukken. De verhouding van de salarissen van onderwijzers bij het g.l.o. en het u.l.o. en van de hoofden van scholen bij het g.l.o. is niet goed. Wanneer treedt gewijzigde leer- lingenschaal in werking Gevraagd werd, in het ontwerp te bepalen, met ingang van welken datum, de gewijzigcte leerlingenschaal in werking treedt. Het tijd- stip zal, zoo werd betoogd, zoo moeten wor den gekozen, dat de schoolbesturen zich kun nen houden aan de overeengekomen opzeg- fingstermijnen voor de onderwijzers, die boventallig worden. Aangedrongen werd op een gelijke regeling, bij het g.l.o. als bij het ulo.: n.l. in werking treden der gewijzigde schaal bij het eindigen van den loopenden cursus. j Beperking bijzondere scholen. Grondwettelijke bed©nJkingen. Het ingS'diende ontwerp doet een middel aan de hand, waardoor wordt voorkomen, dat de schuldenaar door een onredelijke terugvorde ring van de geldleening ernstig wordt bena- deeld. De mogelijkheid wordt geschapen voor den debiteur, van den rechter uitstel te ver- krijgen voor de terugebetaling van de hoofd- som en wijziging in de verplichting tot tus- schentijdsche aflossing. De rechter zal in ieder concreet geval heb ben na te gaan, of de schuldenaar in staat is de leening af te lossen, onderscheidenlij k de bovengenoemde tusschentijdsche aflossing te voldoen. Wordt den rechter aannemelijk gemaakt, dat de schuldenaar daartoe niet in staat is, dan overweegt hij in hoeverre de be- langen van den schuldeischer door toewijzing van het door den schuldenaar gedaan verzoek meer zouden worden geschaad dan de belan- gen van den schuldenaar, bij weigering daar- van De rechter zal hierbij de wederzijdsche geldelijke positie van schuldeischer en schul denaar in beschouwing nemen. Van de bescherming der wet zullen kunnen profiteeren zij, die in het algemeen aan hun periodiek wederkeerende betalingsverplichtin- gen hebben voldaan; voorts zij, die niet in staat zijn tot verder verplichte aflossing dan 1 pCt. 's jaars op de oorspronkelijke hoofd- som van de eerste hypotheek; en eindelijk zij, die contraetueel gehouden zijn tot terug- betaling der hoofdsom wegens het niet na- komen van bijkomende verplichtingen, zooals met vertooning van kwitanties van betaalde zakelijke belasting of assurantiepremie. Bij het tekortschieten in de verplichting tot aflossing of bij kleinere tekortkomingen van de zijde van den schuldenaar, kan de rechter in elk voorkomend geval met de bijzondere omstandigheden, waardoor de vordering krachtens de overeenkomst opeischbaar is ge- worden, rekening houden en hetzij het door den schuldenaar gevraagde uitstel weigeren, hetzij zoodanige voorwaarden of bepalingen maken, als hij in het belang van den schulde naar geraden en redelijk^zal oordeelen. De bevoegdheid uitstel te verzoeken, be- staat niet voor een schuldenaar, wanneer de hoofdsom opeischbaar is geworden, omdat hij de rente niet tdjdig heeft betaald; betaalt hij de rente op een tweede hypotheek niet en is, tengevolge van de door den tweeden hypo- theekhouder toegepaste dwangmaatregelen, de eerste hypotheek onmiddellijk opeischbaar, dan kan evenmin een verzoek tot uitstel voor de teruggave van de door eerste hypotheek verzekerde geldleening worden gedaan, al zijn alle verplichtingen tegenover den eersten hy- pctthecairen schuldeischer stipt nagekomen. De bevoegdheid uitstel te verzoeken, is voorts uitgesloten indien de schuldenaar na- latig is, op de eerste hypotheek een minimum van° 1 pCt. van de oorspronkelijke hoofdsom tusschentijds af te lossen. Doet zich het geval voor, dat bijv. de leening 50.000 bedraagt en is bedengen, dat halfjaarlijks /500 zal worden afgelost, dan kan de schuldenaar de bepalin gen dezer wet slechts inroepen, indien hij half jaarlijks 250 heeft betaald. Tenslotte is de bevoegdheid om de tusschen- komst van den rechter ingevolge arUkel 1 in te roepen, uitgesloten, wanneer de hoofdsom van de hypotliecaire geldleening opeischbaar is geworden wegens executoriaal beslag ge- iegd voor c.mcurrente schuld of wegens fail- lissement van den schuldenaar. Het scheen gewenscht van de werking der wet mede te doen profiteeren hen, tegen wie dwangmaatregelen zijn aangevangen, voordat deze wet in werking treedt. met nemen gaan. Andere leden kwamen hiertegen op. Schoolgeldjieffing weinig bevredigend. Eenige leden drongen wederom aan op een wettelijike bepaling, waarin pok voor gemeen- telijke hoogere burgerscholen en gymnasia zou worden voorgeschreven heffing van het schoolgeld, niet lager dan de Rijksregeling. Andere leden merkten op, dat het Rijk een dergelijken eisch in elk geval niet dient te stelien aan gemeentelijke scholen, waarvoor geen Rijkssubsidie wordt genoten. Ondaniks de toezegging in de memone van toelichting, kon de voorgestelde schoolgeld- regeling verscheidene leden weinig bevrediging schenken. Omzetting Hoogere Burgerscholen. Vele leden konden zich in het geheel niet vereeniven met het voomemen van de Regee ring, een aantal Rijks Hoogere Burgerscholen 0m° te zetten in scholen met drie-jarigen cursus. Verscheidene leden konden zich met ver- eenigen met het voorstel van de Regeering de Rijksvergoeding voor het u.l.o. tot vier leer- jaren te heperken. Voorts konden verscheidene leden geen vre- de hebben met de rol, aan den inspecteur van het 1. o. toegekend inzake de beoordeeling van de al of niet geschiktheid der leerlingen om u.l.o.-onderwijs te ontvangen. Bezwaren tegen de voorgestelde jeugdsalarissen Het stemde vele leden tot voldoening, dat de Regeering, gehoor gevende aan den ster- ken aandrang uit de Kamer, haar voorstel tot invoering van het kweekelingeninstituut heeft prrjsgegeven. Met het thans voorgedragen voorstel kon den verscheidene leden zich echter evenmin vereenigen. De Regeering kondigt nu haar voornemen aan, aan alle onderwijzers tot hun 24ste of 25ste jaar een jaarwedde van 500 toe te kennen. Aan de critiek op het voor nemen, dat deze maatregel alleen voor de on derwijzers bij het lager onderwijs zou gelden, is de Regeering in zooverre tegemoet ge- komen, dat deze bepaling van kracht zal zijn, Wat betreft de beperking van het aantal bijzondere scholen g.l.o. stelden verscheidene leden er prijs op, hun standpunt ten opzichte van de juiste en redelijke beteekenis van de leden 4 en 7 van art. 195 der Grondwet nader uiteen te zetten. De kemvraag is deze, of het verschil in positie tusschen openbaar en bij zonder onderwijs tot uitdrukking mag en moet komen daarin, dat de bekostiging van beide soorten van onderwijs niet meer naar den- zelfden maatstaf geschiedt. De Regeering b&antwoorat deze vraag bevestigend, wijl de Grondwet ir. dit opzicht geen rechtsgelijkhedd zou vorderen. Tegen deze stelling der Regeering kwamen deze leden met kracht op. Want ware het inderdaad zoo, dan zou hiermede het middel Zijn gegeven om alles, wat artikel 195 betref- fende het bijzonder onderwijs en de financieele gelijksteUing daarvan met het openbaar on derwijs bepaalt, volkomen 'denkbeeldig te Zelfs als men rekening wil houden met de historisch gegroeide verhouding, dan nog zijn de vemaderde opheffingsnormen voor de bij zondere scholen alleen te aanvaarden, wan neer zij tevens gelden voor de openbare scho len zij het dan met een restrictie in denzelf- deri geest als die, bij het amendement-de Geer aangebracht in de wet van 4 Augustus 1933. Verscheiden andere leden besehouwden de paragraafbetreffende de beperking van bet aantal scnolen voor bijzonder g.l.o. als de kern van dit ontwerp. De bedoeling er van is, aan de bijzondere scholen op te leggen, wat aan de openbare in bet verleden is opgelegd. Het- geen nu wordt voorgesteld achtten zij echter zeer mild in vergelijking met datgene, wat de Regeering met het openbaar ondeiwijs beeft Aiidere leden, die de grondwettelijke be zwaren tegen het voorstel der Regeering even min konden deelen, drongen niettemm aan op terugnemmg van dit voorstel, vooral op grond van het betoog, dat zulks voor de publieke kassen waarschijnlijk meer voor- dan nadeel zal opleveren. Instemming met vervrocgdc pensionneering. Vele leden juichten de verplichte pension neering van 60-jarige onderwijzers toe. Verscheidene hunner drongen aan op uit- breiding in dien zin, dat reeds op 55-jarigen leeftijd althans door onderwijaeressen vrijwillig pensioen aangevraagd zou kunnen worden. Andere leden wenschten zich geheel van een leefthdsgrens los te maken; zij zouden de voor- keur geven aan een regeling, waarboj voor- loopige pensionneering na 40 dienstjaren ver- plicht wordt gesteld. Adoea zal nimmer aan de Italianen worden afgestaan. In het hoofdkwartier van generaal Nasiboe. (V.P.B.-kahelbrief.) Harrar, 18 October 1935. De laatste dag in Addis Abeba. In verband met de omstandigheid, dat het in de Abessijnsche hoofdstad hoe langer hoe moeilij'ker werd aan goed en betrouwbaar nieuws te komen, behoorde Uw correspondent, met. nog eenigen zijner collega's tot de eersten onder de buitenlandsche joumalisten in Addis Abeba, die tot de regeering het verzoek richt- ten, om zich naar het front te mogen begeven. Dit verzoek werd nog geen week geleden van de hand gewezen en erger nog, ons werd zelfs verboden naar Harrar te vertrekken, terwijl wij toch zeker wisten, dat zich daar reeds eenige buitenlandsche correspondenten, onder wie b.v. Mr. Enkins van United Press, be- vonden. Dat wij, over dit meten met twee maten weinig gesticht waren laat zich be- grijpen, zoodat wij dan ook besloten een for- meel protest in te dienen. Dit protest heeft intusschen een gunstig resultaat opgeleverd, want eergisteren, in den vroegen morgen, werd mij medegedeeld, dat ik met den trein, die nog denzelfden dag van Addis Abeba naar Dzjiboeti vertrok, naar Harrar mocht reizen. Over deze toestemming was ik niet weinig verheugd, want het liet zich aanzien, dat nu de minister van oorlog ras Moeloegeta op het punt stond om naar het hoofdkwartier van den kroonprins in Dessie te vertrekken, en ook het vertrek van den keizer naar een van de fronten nog slechts een kwestie van dagen kon zijn, er van Addis Abeba nit nog minder te schrijven zou vallen dan zulks reeds het geval was. Van Addis Abeba naar Harrar. Na een (kort afscheid van den Franschen gezant Bodard, die mij gedurende mijn verblijf in Addis Abeba menigen dienst bewezen had, begaf ik mij met een eenigszins bezwaard hart want Zijne Excellence had mij een verblijf in Harrar, waar het op het oogenblik voor Europeanen levensgevaarlijk moest zijn, zeer afgeraden naar het station, waar de zwarte portier van het Imperial Hotel mij reeds met mijn begage opwachtte. Het station bood denzelfden aanblik als op andere dagen, dat er een trein naar het oosten vertrekt: Een luid tierende menigte, veel politie, die tever- geefs tracht orde te bewaren, een zenuwach- tio-en Franschen stationsohef en wagens vol- irKo IWIflT Vip1 Koning Leopold heeft het besluit ondertee- kend, waarhij oud-mmister Ingenbleek tot gouverneur van de provlncie Oost-Vlaande- ren is benoemd in vervanging van mr. K. Wleyler, dezer dagen overleden. De pogingen, van Gentsche anti-Vlaamsche zijde gedaan om een der voormannen van de franskiljon- sche liberalen uit deze stad de plaats van mr. Weyler te zien innemen, zijn dus zonder suc- cesgebleven. Oud-minister Ingenbleek heeft deel uitgemaakt als minister zonder porte- feuille van het k&binet de Brocqueville. Hij is lid van den Senaat, waar hij een zeer ge- ziene persoonlijkheid was en behoort tot de zeer gematigden Viaamschen vleugel van de liherale partrj. HET VERBOD VAN VVAPENUITVOER NAAR ITALJe. Thans hebben ook de regeeringen van Australie, Denemarken, Iran en Nederland aan het Volkenbondssecretariaat medegedeeld dat zij de noodige maatregelen hebben ge- troften voor de toepassing van het besluit der coordinatie-commissie inzake het verbieden van den uitvoer van wapenen,, munitie en oorlogsmateriaal naar Italie. In het gehee hebben thans dus 18 regeeringen een derge- lijke mededeeling aan den Volkenbond reeds doen toekomen. het BEZOEK VAN DRUMMOND AAN MUSSOLINI. Reuter meldt uit Londen; Frankrijk's ontwoord aan Engeland hetref- fende art. 16 zal niet worden gepubliceerd. De mededeelingen van Laval hebben te Londen groote voldoening gewekt en men is van oor deel dat ieder misverstand thans uit den weg is g'eruimd. Men gelooft dat het grootste ge- deelte van het antwoord van Laval er aan gewijd is, de Fransche buitenlandsche politiek ten opzichte van het Italiaansch-Abessijnsche geschil te rechtvaardigen. Tevens hoopt men dat de Italiaansch-Britsche betrekking min der gespannen zal blijven na het onderhoud dat Mussolini met Sir Eric Drummond heeft gehad. Te Londen heeft men een lang telegram van Drummond ontvangen over het onderhoud. Zateidagavond is te Londen en te Rome een Engelsch-Italiaansch communique geputali- ceerci, dat alleen den nadruk legt op het in- treding van een verbetering der Italiaansch Britsche betrekkingen, nu de misverstanden uit den weg zijn geruimd. JHet communique maakt echter geen mel- ding van de kwestie van de vermindering der Britsche strijdkrachten in de Middellandsche Zee. Het is mogelijk dat Engeland in ver band met de verbetering der betrekkingen met Italie twee slagschepen van Gibraltar zal terugtrekken. Bij den huidigen stand van zaken bestaat er echter geen mogelijkheid dat de Britsche strijdkrachten in le Middel landsche Zee tot haar vroegere sterkte zullen worden teruggebracht. Het communique, Het officieele communique, dat Zaterdag, in den loop van den avond. te Rome en Lon den is gepubliceerd, luidt als volgt: De Britsche gezant te Rome heeft op 18 October j,l. een bezoek gebracht aan den chef van de Italiaansche regeering. Drummond heeft Mussolini opnieuw de verzekering ge geven, dat de Britsche regeering allerminst van plan is in verband met het geschil tus schen Italie en Abessinie eenige actie te on- dememesn, die verder gaat dan haar collec- tieve verplichtingen als trouw lid van den Vol kenbond met zich meebrengen, of verder dan de maatregelen waartoe de Volkenbondssta- ten in overeenstemming met het Volkenbonds- pact hebben besloten. Drummond heeft verder uitgelegd, dat de houding van de Britsche regeering in dit ge schil op geenerlei wijze door egoistische mo- tieven werd ge'influenceerd. Alle verklarin- gen, die hierop doelden, zijn van iedere waar- heid ontbloot en kunnen slechts verspreid zijn door menschen die siecht op de hoogte waren van den stand van zaken of onheil wenschten te stichten. el ad en met zwarte krijgslieden, die naar het front in Harrar vertrekken. De gereserveerde coupe, waarin ik de reis naar Harrar moest maken, decide ik met mr. Grant, correspondent van een Amerikaansch courantenconcem, die eenige dagen geleden een flink pak slag had opgeloopen, omdat men hem voor ©en Italiaan hield, en twee oude Ajbessijnsche leg"eraanvoreders, waarvan er een reeds den Menelikslag hij Adoea had mede- gemaakt. Deze laatste heeft mijn collega en mij gedurende de reis zoo aangenaam onder- houden, dat, wij er bijna de verschrikkingen van een gloeiendheete coupd door vergaten. D© strategische beteekenis van Adoea. Op ons verzoek eens mede te deelen welke strategische waarde er nu eigenlijk aan het door de Italianen bezette Adoea moet worden toegekend, vertelde hij ons het volgende: iStrategisch gezien is de waarde van Adoea niet zeer groot. De Abessijnsche stellingen, die den over Assab verwachten hoofdaanval der Italianen in de flank liggen, zijn veel ge- wichtiger. Des te hooger moet echter de moreele waarde van de stad worden aange- slagen. Deze is zoo groot, dat er waarschijn lijk geen Ethiopisch regent te vinden zal zijn, die Adoea voor goed prijs zou geven. Daarbij komt nog, dat de priesterstad Aksoem, die het groote nationale heiligdom, de Ark des Ver- bonds, binnen haar muren herbergt, in de na- bijheid van Adoea ligt. Adoea voor goed aan den vijand te laten, wil zeggen Aksoem op te geven. Dit zou echter de geheele kerk van het land, die zooals bekend een zeer groote macht bezit, in een opstand op leven of dood brengen. Op mijn vraag, of de Abessijnsche legers dus zouden trachten de beide steden weer zoo spoedig mogelijk in hun bezit te krijgen, ant- woo rdde mijn zegsm-an ontkennend. „Onze legerleiding weet zeer goed", zoo verklaarde hii „dat zich het Ethiopische leger bij een aanval op de door de Italianen versterkte steden op een gebied zou begeven, waar zijn kansen zoo goed als nihil zijn In Harrar. Evenals Addis Abeba biedt Harrar op het oogenblik den aanbliik van een Afrikaansch militair schouwspel. Van den vroegen mor gen tot den laten avond weerklinkt de wilde, onregelmatige muziek van de Ethiopische militaire kapellen, vermengd met -het eigen- aardige gezang van de soldaten. Harrar is het hoofdkwartier van den opperbeveihebber van het zuidelijke Abessijnsche leger generaal Nasiboe. In tijden van vrede is het de groot ste handelsplaats van dit deel van Afrnka en lang® de talrijke karavaanwegen worden hier alle voortbrengselen uit deze streken aan de markt gebracht. Daar deze handel in hoofd- zaak door Arabieren wordt gedreven heeft de stad een meer Oostersch dan Afrikaansch karakter gekregen, wat vooral tot uitdiukking komt in de typisch Oostersche herbergen, m een waarvan Uw correspondent een verre van zindelijk onderkomen heeft gevonden. Op deze plaats van groote strategische beteekenis schijnt het leger van generaal Graziam het thans gemunt te hebben. De Abessijnen heb ben intusschen niet stil gezeten. Het Steele gebied i: in staat van verdedigmg gebracht en de stad zelf evenals Addis Abeba op lucht- aanvailen voorbereid. Van een pamekstem- ming die er in de stad met het oog op een Italiannschen aanval zou heerschen, heb ik echter tot nog toe niets gemerkt. Mannen en vrouwen zijn vol goeden moed en beloven den Italianen een warme ontvangst. ANORe LATEILLADE. Neen, dit zijn nog niet de groote gevechten, waarop ieder Zich had geprepareerd. Men maakt zich hier dan ook nog geen groote voorstellingen van de tot dusver behaalde overwinnmgen, al is men met deze resultaten natuurlijk zeer tevreden, vooral omdat zij ten koste van zoo geringe verliezen zijn behaald. Ik heb een Untenant van de genie lachend hooren beweren, dat er „meer band,en van de auto's waren gesneuveld, dan soldaten Wil het oppercommando de buitenlandsche correspondenten weg hebben? Uw correspondent mag geenszins klagen over de behandeling, die hem hier ten deel valt integendeei. Iedereen is de hoffelijk- heid zelf en alle inlichtingen, die met moge lijkheid te verstrekken zijn, worden hem met, de meeste bereidwilligheid verschaft. Toch krijgt men af en toe den indruk, dat de jour- nalisten worden beschouwd als niet in het kader behoorende. Deze indruk werd ver- sterkt 'door het feit, hetwelk ik u mededeelde, dat wij voor de overgave van Aksoem achter- waarts werden gedirigeerd. Dit brengt uw correspondent in verband met de uitlatingen van een kapitein, met wien hij op vriendschappelijiken voet is geraakt en die hem ook wel eens over dingen pra&t, die niet direct den dienst raken. Deze dan zeide hem, bij geruchte te hebben gehoord, dat er aan het zuidelijk front sprake van zou zijn, de buitenlandsche journalisten niet tot het eigenlijke geveohtsterrein toe te laten. Wat hiervan de reden zou kunnen zijn, kon of wilde hij uw correspondent niet vertellen. Het is niet te hopen, dat deze maatregel ook tot het noordelijk front zal worden uitge- strekt. Ik kan geen enkelen grond zien voor het nemen van een dergelijken stap, daar geen enkel buitenlandsch journalist hier buiten zijn boekje gaat. Wel is bet een open geheim, dat er enkelen onder zijn, die zich niet bepaald als persona grata kunnen beschouwen. Dit is evenwel over het algemeen meer te wijten aan hun nationaliteit, dan aan hun optreden. Het Italiaansche leger versterkt zjjn posities. Zooals ik reeds in den aanvang zeide, gaat er hier weinig om. De hoofdzaak is op het oogenblik de versterking der verschillende iinies en de verzekering der verbindingen met het achterland. Generaal De Bono heeft er den nadruk op gelegd, dat hieraan onophou- delijk de meeste zorg zal worden besteed. Men is dan ook inderdaad al zoo ver, dat de tra nsport-colonnes kunnen doondringen tot de voorste Iinies, zij het dan ook, dat het laatste deel van den weg nog verre van ge- baand is. Er wordt in alle opzichten veel ge- vergd van de auto's. De meeste vrachtwa- gens, die ik in dezen sector aan het front heb opgemerkt, zijn van Amerikaansch fabrikaat. Zij°houden zich uitstekend. Naar ik verneem, heeft men in Asmara een reusachtig depot aangelegd van allerlei onderdeelen, waarvan men zich ruimschoots heeft voorzien. In dat opzicht maakt men zich hier dan ook niet bevreesd voor de gevolgen van de door den Volkenbond aangeikondigde blokkade of weiken anderen naam men daaraan dan ook mag geven. Iedereen ziet met verlangen uit naar het bevel om verder op te rukken. Het versterken der huidige posities is echter een hoogst nood- zakelijke maatregel, daar het succes van den verderen opmarsch daarvan in hooge mate Aksoem wordt ontzien. dat van OPGESLOTEN PREDIKANTEN IN DUITSCHLAND IN VRIJHEID GESTELD. Naar Reuter uit Berlijn seint schijnen de kerkelijke tegenstellingen te worden over- brugd. Minister Kerrl heeft een decreet uit- eevaardigd, krachtens hetwelk alle discipli- naire vervolgingen tegen de predikanten moe ten worden opgeschort. De leiders van de con- fessioneele synode verklaren in een procla- matie dat, hoewel de nieuwe kerk-commissie, welke door minister Kerrl is ingesteld ten- einde het kerkelijk conflict bij te leggen wet- telijk geen bevoegdheid heeft, zij de commis- sie toch erkennen, daar deze zich klaarblijke- lijk ten doel stelt een einde te maken aan het gebruiken van geweld op kerkelijk gebied. Alle predikanten, die in de concentratie-kam- pen in Saksen waren ge'interneerd, zijn over- eenkomstig minister Kerrl's order vrij ge laten. Het betreft uw correspondent, Italiaansche zijde al het mogelijke wordt ge daan om de gevoelens der Abessijnsche bevol- king te ontzien. Zoo heeft men Aksoem met direct betrokken in dit versterkingsplan Men heeft zich vergenoegd met een hetrekkenjk groot aantal troepen rond de plaats samen te trekken. Praktisch gesproken heeft het eigen lijke bezit van de stad dan ook geen strate gische waarde voor het leger. Het gaat er natuurlijk alleen om, zich zekerheid te ver- schaffen, dat van die zijde geen gevaar meer kan dreigen. Met dit doel zijn dan ook verschillende bat- terijen bouwdtsers bij Aksoem in steUing ge bracht, die ik heb mogen bezoeken. Men houdt er rekening mede, dat de Abessijnen te eeniger tijd een tegenaanval zouden kunnen ondernemen. Deze zou echter m.i. niet de minste kans van slagen hebben. Op hoog bevel moet het heilige karakter van de stad Aksoem heilig dan voor de Abessijnen worden geeerbiedigd, voor zoo ver dit vereenigbaar is met den goeden gang van de militaire operaties. Naar men hier wil, zou niemand minder dan Mussolini zelf hiertoe bevel hebben gegeven. Als een man achter dpn Duce. Als dit zoo is, behoef ik mij er niet over te verwonderen, dat zijn bevelen letterlijk worden nagekomen. De minste wenk van den Duce is een bevel voor deze soldaten. Uw correspondent waagt het te betwijfelen, of wel ooit een leger een zoo treffend blijk van eens- gezindheid heeft gegeven, als dit, hetwelk optrekt tegen Abessinie. Van den h.oog'ste tot den laag^ste is men overtuigd van het goede recht van Italie om dit land de Europeesche beschaving te oren- g-en door bemiddeling van Italie. En dit o-eheele Italiaansche streven wordt gedragen door den naam van den Duce. Nooit kan een naam groo.ter wonderkracht hebben uitge- oefend op een volk, dan die van Mussolini uitgezonderd misschien in zijn tijd Napoleon. Men bescbouwt het dan ook als een groote eer, dat zijn beide zoons aan dit front staan. Oorlogscorrespondent aan het Italiaansche front. (Nadruk verboden.) Copyright V.P.B.) Nadruk verboden). (Copyright V.P.B.) Aksoem voor bezetting gespaard. Langs het Noorderfront worden de posities versterkt. (Telegrafisch via Asmara en Rome.) Aan het front, 18 Oct. 1935. (V.P.B.) Op het oogenblik leven wij hier in een toestand van afwachting en voorbereiding. Er gaat, voor zoover dit van hier uit te beoordeelen is, weinig van belang om. Af en toe worden wij opgeschrikt door wat schoten, die plotseling kraken, beantwoordt door het nijdige geknet- de Italiaansche mitrailleurs. Dan TREINONTSPORING IN DE WATERGRAAFSMEER TE AMSTERDAM. Donderdagnacht om 2 uur'40 zijn van een goederentrein, komende uit de richting Amers- foort, zeven wagons ontspoord, toen de trein hmnenkwam op het rangeerterrein Water- graafsmeer hij de Zuider Ringvaart. Persoon- lijke ongelukken zijn er niet gebeurd; de materieele schade is echter zeer groot. Het verkeer naar en van het Gooi ondervond door deze ontsporing groote vertraging, daar de treinen, komende van Weesp, over verkeerd spoor geieid moesten worden. Van den goederenwagen, een Belgische, die de cuts poring veroorzaakt heeft, was niets meer te bekennen dan een stuk van het onder- stel. De wielen lagen wijd uiteen. De wagen, die het hoofdspoor versperd had, was reeds weggehaald. Dat had heel wat voeten in den aarcf gehad, want de wagen was volgeladen met zakken cement. De Belgische wagen moet van Weesp tot Diemen buiten het spoor hebben geloopen, daarna is hij er weder op gekomen, maar met defect loopwerk. Dit werd noodlottig, toen ter van bliikt het, dat enkele tirailleurs van de over- yiifjp pen ofverromneling op kleine schaal op j defect loopwerk. uit wera noomocug, ,4w hadden gazet, die natuurlijk eindigt met i de goederentrein op het rangaerterrem m de hun teru^tocht, onder achterlating van een Watergraafsmeer aankwam, en op een zij- erfkelen doode of gewonde. spoor werd geieid.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 5