De Italiaansch-Abessinische oorlog.
de prijs
van Edelweiss
Buitenland.
Een besfe werkvrouw
i voor 5 cent
Landbouwberichten
TERNEUZEN, 18 OCTOBER 1935.
j gemeenteraad van ter neuzen.
is Edelweiss zeeppoeder.
Een hulp, die steeds voor
U klaar staat. Kraakhelder
zuinig en gemakkelijk.
Edelweiss zeeppoeder per
groot pak 5 cent.
.CENT.
y .VUv/bQe Haas v. Brero, Apeldoorn
politieke situatie, nog wel de noodige schuch-
terheid aan den dag worden gelegd bij het
vastleggen van middelen op langeren termijn.
GROOXE MEETING VAN DE S. D. A. P.
De te 's-Gravenhage gehouden landdag van
de N. S. B. is Woensdagavond beantwoord met
een groote meeting van de S. D. A. P. die door
pl.m. 40.000 bezoekers bezocht werd.
Had de N. S. B. ruim een ton uitgegeven
om den landdag voor te bereiden, de S. D.
A. P. heeft het anders ingepikt. Zij hield een
betooging in de H. T. M.-garage, die aan
18.000 personen een staanplaats kon bieden.
Na een toespraak van den voorzitter der
S. D. A. P., den heer Vorrink, vertrok de me-
nigte om plaats te maken voor de volgende
groep. Omdat ook toen nog niet alle bezoe
kers een plaats konden krijgen, werd daarna
een derde vergadering gehouden, die weer zeer
druk bezccht was.
De heer Vorrink keerde zich in soherpe be-
woordingen tegen de N. S. B., die het optreden
van Mussolini in Abessinie verheerlijikt, terwijl
spr. 't optreden van Minister De Graeff, die
te Geneve verklaarde, dat Nederland bereid
was zijn vrijiwillig aangegane Volkenbonds-
verplichtingen voiledig na te komen, toe-
juichte.
,,Wij zijn bereid om voor de uitvoering der
sancties den krachtigsten steun te verleenen
en offers te brengien op het altaar van den
vrede".
KAN EF.]N TEWERKGESTELDE
RAADSLID ZIJN?
De wijziging van de Gemeentewet, waar-
door in art. 25f bepaald werd, dat ook voor
personen, die op .grond van een arbeidsover-
eenkomst in dienst der gemeente werkzaam
zijn gesteld, het raadslidmaatschap is verbo-
den, heeft voor tal van raadsleden in Neder
land een moeilijke situatie geschapen. In
juridische kringen stelt men zich namelijk op
het standpunt, dat raadsleden die bij de werk-
verschaffing te werk zijn gesteld, op grond
van deze bepaling geen raadslid meer kunnen
blijven.
Het R.S.A.P.-raadslid te Alkmaar, de heer
B. Appel, zal voor de jurisprudentie van dit
artikel als proefkonijn dienen. De man is
reeds geruimen tijd werkloos en werd 4 Oct.
bij de werkverschaffing in het gemeentelijk
sportpark tewerk gesteld. 9 Oct. werd hij bij
den burgemeester onbboden, die hem mede-
deelde, dat 6 Sept. j.l. bovengenoemde wets-
wijziging in werking was getreden, en dat B.
en W. zich op het standpunt stelden, dat
thans deze tewerkstelling onvereenigbaar was
met zijn raadslidmaatschap.
De heer Appel, die zich op het standpunt
stelde, dat de werkverschaffing voor de werk-
loozen een plicht is, aangezien hij bij weige-
ring zijn steun ziet ingehouden, en bovendien
van oordeel was, dat de werkverschaffing voor
het grootste gedeelte rijkszaak is, omdat 'n
werklooze voor de werkverschaffing door den
rijksinspecteur wordt aangewezen, wenschte
een schorsing als raadslid niet te riskeeren
en ging daarom uit de werkverschaffing.
Het gevolg hiervan is echter geweest, dat
hem nu de uitkeering als werklooze geweigerd
wordt, omdat hij vrijwillig uit de werkver
schaffing is gegaan, terwijl hij nu van Maat-
schappelijk Hulpbetoon ook geen steun kan
bekomen, omdat hij in den zin der wet geen
armlastige meer is, maar een bona fide
arbeider.
Aangezien er over deze kwestie nog geen
jurisprudentie bestaat, is het zeer wel moge-
lijk, dat ook B. en W. van Alkmaar zich over
deze aangelegenheid tot het Departement van
Binnenlandsche Zaken zullen wenden.
De tegengestelde meening van
het gemeentebestuur van Eg-
mond aan Zee.
Men schrijft uit Egmond aan Zee aan de
N. R. Crt.
Daar het gemeentebestuur van Alkmaar en
mogelijk van meer gemeenten, bezwaar maken
tegen plaatsing van raadsleden bij de werk
verschaffing, op grond van het nieuwe artikel
25f der Gemeentewet en een raadslid, dat niet
vrijwillig uit de werkverschaffing gaat, met
schorsing als raadslid bedreigen, is het inte-
ressant te weten, dat het gemeentebestuur
van Egmond aan Zee deze meening in het ge-
heel niet deelt. Daar werken nog rustig twee
raadsleden in de werkverschaffing. Hoe dit
dan mogelijk is?
In de eerste plaats meent men dat het
nieuwe artikel 25f der Gemeentewet geen be
zwaar tegen dezen toestand oplevert. Krach-
tens dat artikel zal n.l. iemand, die krachtens
arbeidsovereenkomst in dienst der gemeente
staat, geen raadslid meer kunnen zijn. Een
arbeidsovereenkomst veronderstelt echter een
vrije wil. Dit juridische element der overeen-
komst ontbreekt juist bij tewerkgestelden in
werkverschaffing. Men meent, dat hier even-
min beziwaren aan verbonden zijn, als aan de
ccmbinatie raadslid-brandmeester, mits de
brandmeester wordt aangewezen, krachtens
een verordening op de persoonlijke diensten.
Volgens de officieele interpretatie mag een
brandmeester dan immers wel raadslid zijn,
ook omdat de vrije wil ontbreekt, die hier dan
een der elementen is van het ambtenaar-zrjn.
Overigens is het gemeentebestuur van Eg
mond aan Zee, anders dan dat van Alkmaar,
van meening, dat deze zaak nog niet aan de
orde is. Het nieuwe artikel 25 f der Ge-
gemeentewet is n.l. vastgesteld bij art. XXVI
der wet van 23 Mei 1935. Bij artikel XXVIII
van die zelfde wet is echter bepaald, dat art.
XXVI (het bewuste nieuwe artikel) der wet,
niet geldt ten aanzien van de, krachtens de in
1935 gehouden verkiezingen, als lid van de ge-
meenteraden gekozen personen en de bij va-
cature in hun plaats benoemd verklaarden.
Op grond daarvan hebben de thans zitting
hebbende raadsleden en hun vervangers met
de bepaling, dat zij op arbeidscontract en dus
misschien ook in werkverschaffing niet in
dienst der gemeente mogen werken niets te
maken.
De burgemeester van Alkmaar, Jhr. van
Kinschot, onderschreef de zienswijze van het
gemeentebestuur van Egmond en deelde mede,
dat B. en W. het vraagstuk alleen aan de
hand van de tekst van artikel 26 hadden be-
zien. Hij hoopte, dat in de te houden vergade
ring van B. en W. voor den heer Appel, die,
na de waarschuwing uit de werkverschaffing
was gegaan en thans van elken steun versto-
ken is, een bevredigende oplossing zal worden
gevonden.
ONTEVREDEN MIJNWERKERS.
De Belgische mijnwerkers zijn ontevreden
met de door de Nationale gemengde mijncotn-
missie voorgestelde loonregeling, die een
loonsverbcoging met 2% voorziet. In een
te Brussel gehouden vergadering heeft de
Centrale der vrije mijnwerkers besloten met
ingang van 4 Nov. een nieuwe loonsverhoo-
ging van 5 te vragen en onverwijld een
krachtdadige actie hiervoor op touw te zet- j
ten. Zij waarschuwt echter de mijnwerkers
zich niet door misleiders te laten ophitsen tot j
onbezonnenheden.
EEN DEFILe TE ADDIS ABEBA.
De negus spreekt zijn troepen toe.
Naar Reuter uit Addis Abeba meldt, heeft
de negus een defile van 50.000 soldaten, die
sinds kort in de hoofdstad aanwezig waren,
bijgewoond. Verder heeft hij afscheid geno-
uien van 4000 man van de keizerlijke garde,
die op het punt stonden te vertrekken naar
het front. Tijdens deze revue is ras Moeloe-
geta, de minister van oorlog, naar den negus
toegegaan, is van zijn paard gestegen, heeft
zijn zwaard uit de schede getrokken en zeide,
gereed te zijn om voor Abessinie te sneuvelen.
De negus zal binnen enkele dagen naar Des-
sid vertrekken, dat waarschijnlijk het hoofd-
kwartier zal worden van den generalen staf.
Ras Moeloegeta zal naar Dessie vertrekken
als aanvoerder van het zevende leger van
Addis Abeba en in de kwaliteit van opper-
bevelhebber. De negus heeft het geheele Abes-
sijnsche leger toegesproken en zijn troepen den
raad gegeven om nooit in grooite menigten
bijeen te blijven, maar de guerilla-taktiek te
volgen. ,,Weest geduldig, verspreidt u telkens
wanneer ge een vijandig vliegtuig ziet en ver-
wisselt uw witte kleeren tegen khaki-unifor-
men om onzichitbaar te worden."
EEN OPSTAND IN DANAKIL?
Reuter meldt uit Addis Abeba:
Ter gelegenheid van het groote religieuze
feest van den heiligen Abre heeft de Negus
zich naar de kerk, die dezen heilige is toege-
wijd begeven om den zegen af te smeeken voor
de Ethiopische wapenen.
De bevolking behoudt haar kalmte ondanks
de voortdurende beweging van troepen door
de hoofdstad. De buitenlanders zijn in tegen-
stelling tot de inheemsche bevolking geneigd
den toestand somber in te zien.
Er is een gerucht in omloop, dat de Adala
stammen,in de streek tusschen Ankober en de
spoorlijn in opstand zijn. De ieider van den
opstand, die zeer veel menschen het leven zou
hebben gekost, is de sjeik Denen, die zeer be-
rucht is in de woestijnstreken van Danakil.
De regeering heeft alle in civiele zaken ver-
oordeelden uit de hechtenis ontslagen, van
wapens voorzien en naar het front gezonden
met den raad: Toont dat gte mannen zijt en
herwin uw eer door het vaderland te verdedi-
gen. Onder de vrijgelatenen bevindt zich ras
Tafesta, oud-minister van publieke werken,
dde veroordeeld was wegens ontvoering van
zijn schoonzuster. Hem is het commando ge
geven over een klein regiment.
DE INNEMING VAN AKSOEM.
Gouvemeur De Bono heeft, blijkens een foe-
richt uit Asmara, na de inneming van Ak-
soem bevel gegeven, dat groote voorraden
graan, die door de Abessijnsche militaire auto-
riteiten te Aksoem waren opgeslagen voor
oorlogsdoeleinden, onder de bevolking van de
stad moeten worden verdeeld. De bevolking
heeft van deze order met groote blijdschap
kennis gen omen.
Van Italiaansche zijde wordt verder mede-
gedeeld, dat in den sector Entiscio en in de
omgeving van Adoea weer eenige hoofden hun
onderwerping hebben aaugeboden.
GEEN MUNITIE WORDT IN DE
WOESTIJN VERSPILD.
De keizer van Abessinie heeft den specialen
correspondent van de „Daily Telegraph" mede-
gedeeld, dat er nog geen enkele beslissende
slag is geleverd en dat Adoea en Aksoem om
strategische redenen zijn verlaten. De stel-
lingen der Abessiniers in de bergen zijn z66
sterk, zeide hij, dat geen leger ter wereld ze
zal kunnen innemen. Aanvallen zal men steeds
aan de Italianen overlaten, de Abessiniers zul
len zich slechts verdedigen; zij kunnen zich
niet de weelde veroorloven munitie in de woes-
tijn en de laagvlakten te verspillen.
De keizer sprak de berichten over een op
stand in Go jam tegen; de gouvemeur Ras
Emeroe, een neef van den negus, is een loyaal
bestuurder. Hij noemde de berichten over
groote overwinningen of nederlagen verzingels.
De keizer ziet de noodzakelijkheid van een
goeden berichtendienst in, doch hij ontvangt
zelf te weinig inlichtingen, om alles te kunnen
tegenspreken.
ITALIe MAAIKT ZICH GEEN ILLUSIES.
Omtrent het verloop van de Geneefsche
sanctie-onderhandelingen maakt men zich in
Italie, naar het A.N.P. uit Rome meldt, geen
illusies meer. Men is voorbereid op emstige
en ingrijpende maatregelen van den Volken-
bond. Op grond hiervan wordt emstig over-
wogen hoe men tegenstand zal kunnen bieden
aan de dagelijks als meer onvermijdelijk be-
schouwde sanotiegevaren.
Het hoofdartikel van de Giomale d'ltalia
van Woensdag vormde een beroep op eens-
gezindheid van geheel Italie. Het blad deelt
zijn lezers mede, dat Engeland er naar streeft
de eerste week slechts gematigde oeconomi-
sche en financieele sancties toe te passen, de
tweede week over te gaan tot emstige eco-
nomische dwangmaatregelen en na drie weken
een economisohe blokkade in te voeren. Deze
laatste faze noemt het blad echter een mili
taire sanctie, die niet verkeerd begrepen kan
worden en die een agressief karakter draagt.
Het blad maakt hierop in het bijzonder den
Franschen premier, Laval, opmerkzaam. Men
moet afwachten, aldus het blad, hoe de hou-
ding van Frankrijk en van den Volkenbond
zou zijn tegenover een zoodanigen Engelschen
maatregel.
GROOTE AANKOOPEN VAN DE
ITALIANEN IN BRITSCH-SOMALJLAND.
Reuter meldt uit Berbers (Britsch Somali-
land)
De economische gevolgen van den oorlog
voor Britsch-Somaliland zijn zeer gunstig. De
Italianen doen groote aankoopen en vele kara-
vanen zijn op weg naar Abessinie.
De Italianen koopen een groot aantal ka-
meelen; het Italiaansche vrachtsohip „Mare
Pompei" is Dinsdag met 250 kameelen naar
Massawa vertrokken en men verwacht het
schip spoedig terug voor een tweede lading
kameelen.
Over het algemeen is de toestand en in de
kolonie rustig, doch men treft voorzorgsmaat-
regelen om eventueele vluchtedingen en deser-
teurs onder te brengen in kampen.
GEEN 10.000 ZIEHEN.
Van officieele zijde wordt verklaard, dat het
bericht, volgens hetwelk ongeveer 10.000 zieke
Italiaansche soldaten het Suezkanaal zouden
zijn gepaseerd onjuist is.
TWEE ITALIAANSCHE VLIEGTUIGEN
VERGAAN.
Twee Italiaansche watervliegtuigen, die een
nachtelijken verkenningstocht maakten, zijn
niet in de vlieghaven van Livomo terugge-
keerd. De wrakken der machines zijn omtdekt
tusschen Talamone en het eiland Elba. De vijf
leden der bemanning zijn zoo goed als zeker
verdronken.
„EEN WOORD TOT LAVAL".
Onder dit opschrift merkt de Dally Herald
in een hoofdartikel o.a. op: .Engeland beseft
volkomen de bezorgdheid van Frankrijk voor
zijn nationale veiligheid en het is meer nog
dan 10 jaar geleden, toen het verdrag van
Locarno werd geteekend, bereid die veiligheid,
via den Volkenbond, te waarborgen. Daarom
juist is het nu tijd de dingen bij hun naam te
noemen.
Frankrijk heeft thans de kans van een
menschenleeftijd. En Laval loopt gevaar die
kans weg te gooien. Dat is de zuivere waar-
heid, die wij in het hart van de Fransche re
geering en de Fransche pers zouden willen
branden. De geheele toekiomst van Frankrijk
gaat samen met den Volkenbond. Als deze in-
een mocht storten zou de toekomst van Frank
rijk wamhopig zijn. En juist thans, nu vol-
ledige Fransche steun uit den Volkenbond een
stalen slagboom tegen agressie zou kunnen
maken, weifelt en aarzelt Laval. Dat heeft de
openbare meening in Engeland gedreven tot
een razemij, die reeds lang het stadium van
de uiterste verbazing voorbij is.
,,Wie heeft vooraan gestaan bij de stichting
j van den Volkenbond? Frankrijk! Wie was de
j vurigste voorvechter van het stelsel van col-
lectieve veiligheid? Frankrijk! Is het dan te
j begrijpen, kan het waar zijn, dat Frankrijk's
verdediging vernietigd zal worden dioor Frank-
j rijk's hand?
Het is waar dat Frankrijk te kiezen heeft
tusschen Mussolini en den Volkenbond. Maar
het moge zich herinneren, dat men geen ome
lette kan maken zonder eieren stuk te slaan.
,,Als de Volkenbond Abessinie nu niet kan
beschermen tegen agressie, hoe kan men dan
verwachten, dat het morgen Frankrijk wel
tegen agressie zal kunnen beschermen?"
BRITSCHE PARAATHEID IN DE
MIDDELLANDSCHE ZEE.
Het besluit der Britsche regeering, haar
voorzorgsmaatregelen op vlootgebied te hand-
haven, geldt naar Havas vemeemt uit-
sluitend voor de huidige situatie.
A1 staat ook vast, dat de Britsche openbare
meening thans geen enkele verzachting der
maritieme maatregelen zou goedkeuren, die
stemming zou zich misschien wijzigen, indien
het Italiaansche leger, dat aan de Egyptische
grens is geconcentreerd, werd teruggetrokken.
De Britsche ministers waren het er in de
gehouden kabinetszitting over eens, dat met
de Fransche regeering een zoo nauw mogelijk
contact gehandhaafd moet worden, opdat de
door den Volkenbond besloten maatregelen
binnen den kortst mogelijken tijd zoo doeltref-
fend mogelijk zullen zijn.
Den Britschen ambassadeur te Parijs zal
worden opgedragen, de onderhandelingen met
Laval over de diverse punten voort te zetten.
Uit Rome meldt Havas, dat de onderhande
lingen over de voorstellen van Laval ter bij-
legging van het Italiaansch-Abessinische con
flict door Italie niet a priori van de hand wor
den gewezen, al is men in diplomatieke krin
gen van oordeel, dat het oogenblik niet bijster
gunstig is. Men meent te Rome namelijk, dat
onderhandelingen meer kans van slagen zou
den hebben, als de Italiaansche troepen een
grooter gebied zullen hebben bezet.
Italie heeft evenwel herhaaldelijk verklaard,
dat het de deur open zal laten voor eervolle
onderhandelingen en niet zal weigeren tot be-
sprekingen over te gaan. Men meent te Rome
echter, dat Groot-Brittannie vastbesloten is
,,een politick van geweld' te voeren. In Ita
liaansche politieke kringen ziet men de toe
komst zonder zenuwachtigheid tegemoet, al
verheelt men zich den emst van den toestand
niet.
15.000 MAN ITALIAANSCHE TROEPEN
IN LIBIe.
Te Rome bewaart men het grootste stil-
zwijgen over de militaire maatregelen, die de
Italiaansche regeering in Libie neemt in ver-
band met de concentratie van de Britsche
vloot in de Middellandsche Zee. Intusschen is,
volgens de correspondenten van de EngeLsche
bladen te Rome, opgehelderd, dat zich thans
50.000 man Italiaansche troepen in Libie be-
vinden, verdeeld over drie divisies. Een paai
dagen geleden is ae Metaniro-divisie. ten ge-
tale van 17.000 man, volkomen uitgerust van
j Ancona naar Tripoli vertrokken, vergezeld
van bommenwerpers. De andere twee divisies,
die een poos geleden werden gezonden, zrjn de
Assietta-divisie, die thans te Derna is gesta-
tioneerd, en de Cesseria-divisie, die te Beng
hazi ligt. Deze beide divisies waren vroeger
aan de Italiaansch-Fransche grens gelegerd
en werden schijnbaar gemobiliseerd voor Oost-
Afrika. Naar schatting bedraagt het aantal
inlandsche troepen in Libie 25.000 man.
ALBANIe MOBILISEERT ZEVEN
LICHTINGEN.
Een antwoord op de troepenconcen-
traties van Zuid-Slavie aan de Alba-
neesche grens.
De correspondent van de Daily Telegraph
zegt een onbetwistbare bevestiging te hebben
van het eenige dagen geleden verspreide be
richt, dat Albanie bezig is 7 lichtingen te mo-
i biliseeren. Deze mobilisatie zou een antwoord
moeten beteekenen op een aanzienlijks con-
1 centratie van het leger van Zuid-Slavie nabij
de Albaneesche grens. De Zuid-Slavische troe-
penmacht wordt in Albaneesche regeerings-
kringen geschat op ongeveer 60.000 man. De
mobilisatie in Albanie zou 15.000 man om -
vatten.
In de op Donderdag j.l. gehouden vergade
ring van den gemeenteraad drukte de voor
zitter er zijn leedwezen over uit, dat de ver-
slaggever, die gewoon is, het officieel raads-
verslag te verzorgen, de heer Harte, niet aan
wezig was, tengevolge van ziekte. Was er
aanvankelijk hoop, dat de genezing was inge-
■treden., deze is intusschen niet verwezenlijkt,
en is een operatie noodig gebleken. De be
richten, welke hem omtrent den toestand
van den heer Harte (bereikten, waren thans
van dien aard, dat die geruststellend mogen
genoemd worden, en spreker geeft dan ook
uiting aan de hoop, hem binnen niet te langen
tijd weer op deze en op andere plaatsen te
mogen zien, in de vervulling van het werk
dat hem op de schouders is gelegd.
Naar aanleiding van een ingekomen ver-
zoek van de commissie ,,Eigen gebouw" uit
de modeme arbeidersorganisaties om een te-
gemoetkoming, welke speciaal bestemd was
voor de verwarming van het gebouiw dat
gedurende de wintermaanden gratis ter be-
schikking van de plaatselijke werkloozen
wordt gesteld hadden burg, en weth. voor-
gesteld, hierop afwijzend te beschikken.
Burg, en weth. verklaarden hun standpunt
nader door mede te deelen, stappen te heb
ben ondernomen voor het organiseeren van
cursussen, voor jeugdige werkloozen, waar-
door automatisch de betreffende instelling
door rijk en gemeente zouden worden gesub-
sidieerd. Na ampele bespreking werd het
voorstel van burg, en weth. aangenomen.
Van de ingekomen stukken stippen wij ver
der aan verzoeken van den Christelijken Be-
sturenbond, den Ter Neuzenschen Bestuur-
dersbond en de R.K. Werkliedenvereeniging
St. Antonius, erop wijzende, dat in de ge
meente kastrekkende werkloozen een lager
bedrag uit de werklcozenkas ontvangen dan
de steuntrekkenden uit de steunregeling, dat
ingevolge Ministerieele beschikking aan de
gemeenten de gelegenheid is geboden, een toe-
slag op die kasuitkeeringen te verstrekken,
waarom dan ook wordt verzocht, hiertoe over
te gaan. Burg, en weth. deelden hierop mede.
besloten te hebben, bedoelde regeling toe te
passen, welke zal ingaan op 1 November a.s.
Naar aanleiding van een voorstel tot wijzi
ging van de gemeentebegrooting voor 1935
gaf de heer Van Driel een expose over de uit
voering der werkverschaffing ten behoeve
van het waterschap Hulster- en Axeler Am-
bacht en deelde mede, dat zijn fractie aan tot-
standkoming van dergelijke werkverschaffin-
gen niet meer zou meewerken. Hij betoogde
voorts, dat een grooter aantal arbeiders uit
de gemeente aan deze werkverschaffing was
tewerkgesteld dan het voor de gemeente vast-
gestelde contingent, en bepleitte een tegengaan
hiervan.
Besloten werd tot toekenning van vergoe-
dingen ex art. 13 der L. O. wet 1920 aan P.
van Leemput en L. van Cadsand, tot het ver-
huren van een gedeelte van het gebouw der
arbeidsbeurs aan het Ingenieursbureau v.h.
Van 'Hasselt en De Koning, tot het verstrek
ken van een subsidie aan een te stichten Bin-
nenvaartschool, en aan een in te stellen cur-
sus voor waterfitter.
Van den minister van Binnenlandsche Za
ken was ingekomen een schrijven betreffende
de a.s. verlaging der salarissen van het rijks-
personeel, en in verband daarmede de ge-
meentelijke salarisregeling, bezien in het licht
van de rijkssalarisregeling. Burg, en weth.
hadden voorgesteld, met ingang van 1 Janu-
ari 1936 op het geheele gemeentepersoneel
een verlaging van 2 (j, toe te passen, met
welk voorstel de meerderheid der commissie
voor georganiseerd overleg bleek accoord te
gaan. Na breedvoerige bespreking werd over-
eenkomstig het voorstel van burg, en weth.
besloten.
Nadat bij de rondvraag was besproken de
wenschelijkheid, eenige kleine straatjes voor
het verkeer met auto's te verbieden, en ver-
betering van den Bangerekschen dijk, terwijl
een lid de wenschelijkheid bepleitte van een
verbod voor het passeeren met koeien door
de straten, en bepleit was het plaatsen van
een vluchtheuvel tegenover de hefbrug aan de
middensluis, sloot de voorzitter de vergade
ring.
LUXOR THEATER.
Eskimo.
De winter is op komst in het eskimodorp
en de vleesehvoorraden raken op. Mala, de
machtige jager, en zijn zoon Orsokidok gaan
ter jacht. Hun speer treft zalm en eend en
dan ontmoeten zij een kudde walrussen. Zij
roepen de mannen van het dorp bijeen, dooden
vele walrussen uit hun kleine bootjes, ook een
beer, en het dorp is weer van leeftocht voor
zien. Als Mala bij zijn vrouw, Aba, terug-
gekeerd is, komt een Eskimo van een anderen
stam, Teparte, met zijn vrouw, hongerig aan
zijn hut, en vindt daar spijziging en onderdak.
Nogmaals trekt Mala ter jacht als de Karihoe
verschijnt. Het dorp is welvarend, Mala
Aba en hun kinderen Puala en de kleine Utik
leven gelukkig.
Dan echter komt een reiziger van ver, een
man met een geweer en met stalen naalden,
waarmede de vrouwen gemakkelijker de hui-
den naaien. Hij vertelt van de witte goden
in het ,,drijvende huis", van hun handel met
de Eskimo's en de wonderen van hun verblijf.
Mala besluit naar de witte mannen te gaan.
Een lange trek vangt aan, 500 mijlen over de
sneeuw, in bcndensleden, waarop Mala zijn
igezin naar het schip vervoert.
Op weg daarheen ontmoet Mala een vriend,
die pas zijn vrouw verloren heeft en Mala
leent hem overeenkomstig de moraal van het
Eskimovolk de zijne, om hem geluk en ver-
getelheid te brengen van „haar, die nu
slaapt". Gezamenlijk zetten zij den tocht
voort. Zij bereiken het schip. Mala begeeft
zich met de zijnen aan boord en brengt de
prachtigste huiden mee. De kapitein geeft
hun een geweer in ruil, houdt hem ontzagge-
lijk voor den gek als Mala weg gaat, houdt
hij Aba bij zich. Mala maakt bezwaar, omdat
hij den witten man pas ke»t en deze het hem
niet eens gevraagd heeft, maar de tolk be-
weert, dat de witte man altijd gelijk heeft en
Mala moet alleen terug naar zijn hut, waar
de kinderen hem wachten. Eerst laat op den
avond keert Aba, dronken, bij hem terug.
Het verhaal wordt weer even afgebroken,
am er een walvischjacht in te vlechten, waar
op Mala den harponier van de blanken, die
gewond is, vervangt. Hij heeft den kapitein
laten beloven, dat hij Aba in zijn afwezigheid
met rust zal laten, maar nauwelijks is hij
weg, of deze haalt ze toch weer aan boord.
Als zij later naar huis terug wil keeren, ver-
dwaalt zij in de sneeuw en een van de jagers
van het schip, die haar uit de verte voor een
zeehond houdt, schiet haar dood. Terugge-
komen, wreekt Mala zich door zijn harpoen in
het lichaam van den kapitein te jagen, waar-
na hij met zijn kinderen naar zijn dorp terug-
keert.
Zijn vriend Teparte staat hem in zijn ver-
driet zijn vrouw Iva af en verlaat zelf het
dorp!
Intusschen heeft de politie in het Poolge-
bied van het gebeurde gehioord en twee van
haar mannen gaan er op uit, om Mala te
arresteeren. Deze wordt gekweld door de
herinnering aan den man, dien hij gedood
heeft en op het altaar van zijn goden neemt
hij een anderen naam, dien van Kripik, aan
am te zorgen, dat de geest van den kapitein
hem niet meer vinden kan. IKripik zelf is het,
die de mannen van de politie in eien sneeuw-
storm het leven redt, en ze in zijn hut op-
neemt. Zij worden goede vrienden en als zij
ontdekken, wie hij werkelijk is, nemen zij hem
ook in goeden gemoede mede naar hun post,
waar hij op zijn belofte, niet te zullen ont-
vluchten, vrij kan blijven rondloopen.
Als hij echter verneemt, dat er toch sprake
van is, dat hij zal worden opgehangen, neemt
hij de vlucht, met medeneming van een slede
en pen geweer. Het wordt een wanhopigen
tocht, want het blijkt, dat de patronen, die
hij gestolen heeft, niet bij het geweer pas
sen, en door den honger wordt hij gedwongen
om geleidelijk al zijn honden op te eten. Te
voet moet hij zrjn tocht vervolgen, terwijl de
politie hem op de hielen zit. Een wolf, die
op zijn weg komt moet hij met zijn handen
dooden. Eindelijk bereikt hij zijn dorp. In
gezelschap van Iva zet hij zijn vlucht voort,
na zijn kinderen onder de hoede van zijn oud-
sten zoon gesteld te hebben. Als de politie
(Ingez. Med.)
komt, ziet zij hem nog juist in de verte ver-
dwijnen, maar zij kan er niet toe besluiten
nu nog op den man te schieten. Zij wuiven
Mala-Kripik een laatst vaarwel toe, terwijl
hij met zijn vrouw in het verre Noorden ver-
dwijnt.
ZEEUWSCHE LANDBOUW MIJ.
Maandag hield het Dag. bestuur der Zeeuw-
sche Landbouw Maatschappij, onder leiding
van Mr. P. Dieleman, te Middelburg een ver
gadering, waarbij o.m. de volgende punten in
bespreking kwamen.
Nederlandsche Veehouderij-Centrale. Bij bet
Landbouw-Oomite was het verzoek ingekomen
er op te willen aandringen dat bij een even
tueele reorganisatie van de Veehouderijcen-
trale, waarvoor plannen bij de Regeering zou
den bestaan, het aanvoerapparaat dier in
stelling te ibehouden. Het intact blijven van dit
aanvoerapparaat wordt van het grootste be-
lang geacht, speciaal om de uitbetalingen
naar kwaliteit in stand te houden.
Het Dagelijksch Bestuur kon zich met dit
standpunt niet vereenigen. Gemeend werd,
dat de bezwaren, die bij bet tegenwoordige
stelsel van de Veehouderijcentrale voorkomen
van zoodanigen aard zijn, dat deze toestand
niet behoort te worden bestendigd.
Veeleer moet er naar worden gestreefd dat
door accijnsheffing prijsregelend wordt opge-
treden; overigens late men de prijsbepaling
over aan vraag en aanbod zonder inmenging
van Overheidswege, al moet het worden be-
treurd dat dan. de uitbetaling naar kwaliteit
komt te vervallen.
Teeltplan 1936. Besloten werd het Land-
bouw-Comitd te verzoeken bij de Regeering
aan te dringen op spoedige bekendmaking
der maatregelen, welke voor het jaar 1936
voor den landbouw zullen worden genomen,
zulks met bet oog op het vaststellen van het
zaaiplan.
iMede aan de hand van een ontwerp dat was
opgesteld door het Bestuur van de Holland-
sche Mij. van Landbouw heeft het Dagelijksch
Bestuur voor de maatregelen. ten behoeve van
het akkerbouwbedrijf de navolgende richtlij-
nen aangegeven voor de onderscheidene ge-
wassen:
Tarwe. Het Dag. Bestuur is van oordeel
dat in verband met het gevaar dat bestaat
voor het optreden van voetziekte de teelt van
dit gewas zonder bezwaar beperkt kan blijven
tot een derde van het bouwland, terwijl ge
meend werd dat op grond van een productie-
kostenberekening de richtprijs op f 11 per
100 K.G. moet worden gesteld.
Gerst. Beperking van de teelt van dit ge
was werd niet wenschelijk geacht, terwijl de
richtprijs zal moeten worden gehandhaafd op
f 7 a f 8 per 100 K.G.
Peulvruchten. In verband met de wen
schelijkheid van het behoud eener goede
vruchtwisseling werd gemeend, dat voor de
verbouw van peulvruchten geen teeltbeper-
king moet worden toegepast, terwijl de richt
prijs voor erwten op f 10 per 100 K.G., voor
schokkers op 11 per 100 K.G. en die voor
veldboonen op 8 a f 9 per 100 K.G. zal die
nen te worden gesteld.
iSuikerbieten. De teeltregeling van suiker-
bieten zal moeten worden teruggebracht op
basisjaar 1933, dus een uitbreiding van de
teelt tot tenminste 1640 mill. K.G. garantie-
bieten, met een garantieprijs van 11 per 1000
K.G. bieten.
De verbouiw van dit gewas schept groote
werkgelegenheid, terwijl zij onmisbaar is voor
een goede vruchtwisseling.
iVIas. Gemeend werd dat de vlassteunrege-
ling van 1935 moet worden voortgezet, zoodat
de steunregeling wordt gelimiteerd tot een
oppervlakte van 10.000 H.A., met dien ver-
stande, dat een afzonderlijke teelt- en repel-
premie geiwenscht wordt geacht met het oog
op de bewerking van het product in het bin-
nenland.
Aardappelen. Verbouw te limiteeren tot
100 pet. van 1935. Geen teeltheffing per H.A.
met behoud van de denaturatiesteun.
Aardappdsteun regeling. Uitvoerig werd
van gedachten gewisseld over de aardappel-
steunregeling. De thans geldende denaburatie-
toeslag is volgens de meening van het Dag.
Bestuur vooral bedoeld voor de zandaardap-
pelen, al hoewel niet kan worden ontkend,
dat de markt van consumptieaardappeien
van de klei er door gesteund wordt.
Ten aanzien van de denaturatie van con
sumptieaardappeien van de klei werd mede-
gedeeld, dat de denaturatietoeslag die vanaf
1 Fehr. 1936 is vastgesteld op 1,50 per 100
K G., ook geldt voor de z.g. bonken. Gemeend
werd dat deze denaturatietoeslag hoewel niet
hoog genoeg am vooral voor de goede con
sumptieaardappeien de praductiekosten te
dekken, toch in elk geval voorkomt dat de
aardappelprijzen belangrijk terugloopen. De
prijzen zullen in elk geval niet lager dalen
dan de denaturatietoeslag, vermeerderd met
een matige voederwaarde.
Besloten werd er bij het K. N. L. C. op aan
te dringen, dat bij de aardappelsteunregeling
voor 1936 de impopulaire heffing van 30
per H.A. komt te vervallen met behoud van de
denaturatietoeslag. Door deze heffing worden
niet alleen de productiekosten verhoogd,
maar het wordt niet juist geacht alleen voor