Avanti! Naar Aksoem! Egypte en de dreigende oorlog in de Middeilandsche zee. zooals men weet de stambroeders van de Abessijnsche soldaten. Ze hebben niets van een athleet en hun huidskleur gaat van eb- benhout tot licht brons. 'Het gezicht is ovaal, de neus licht gekromd gelijk waren zonen van Cham betaamt en de baard komt zelden voor. Ze zijn barvoets en loopen goed. Ze volgen bataljonsgewijs den heelen dag onbe- zweken de snelle muilezels, die de Italiaan- sche offioieren berijden. Ze hebben den draf van deze dieren en dit maakt het onmogelijk, hen in het gelid te houden. Wanordelijk komen ze evenals de Abessijnsche soldaten vooruit. De een draagt de kolf van het ge- weer in de lucht, anderen torsen de bagage aan een soort sabel, lange magere armen laten lantaren of theeketel van de eskwade deinen en litanieen, uitentreure herhaald, on- dersteimen dezen dollen maatgang. De refrei- nen zijn heel kort om den ad em niet af te snijden en zonder waarde, b.v. el hahombere, el hahombre... het kan me niet bammen... het kan me niet bommen... kilometers lang gescandeerd. Hun gewone snelheid is die van 7 K.M. in het uur, en 50 tot 60 K.M. per dag, dagen lang leven ze op een handvol meel, thee en j suiker. Twee keer in de week wordt hun vleesch uitgereikt. Ze zijn zeer tegen pijn gehard en als een hunner een ernstige zonde tegen de krijgstucht begaan heeft krijgt hij er in den kring van den troep met een bulle- pees op den naakten romp van langs. De schuldige beperkt zich daarbij gewoonlijk tot het vormen van een hoopje steenen, telkens een na elken slag totdat het aantal steenen met het aantal slagen, dat hij moet krijgen, overeenkomt. Als hij de straf niet stoisch verdraagt vragen de kameraden zelf dikwijls hem uit de troep uit te stooten. Het zijn voorbeeldige soldaten, vooral in het handgemeen, niet in den stellingenoorlog of het bombardement. Emaast bestaan speciale formaties, benden genaamd, ook uit inlanders •bestaande, maar iets beter dan de Ascari's betaald, wier soldij 2 tot 3 lire per dag be- draagt. Zij kunnen als politietroepen en pion- niers beschouwd worden. Zij vertrouwen hun penningen aan hun officier toe en de kans, dat ze overloopen moet uitgesloten zijn. Aan hun vreugde geven ze uiting in fantasia's die met de Arabische niets van doen hebben. Een ander correspondent van Paris Soir meldt, dat de Italiaansche kampen des nachts door een drievoudig cordon van schildwach- ten, elleboog aan elleboog, bewaakt worden. Het minste licht zou een vijandelijken kogel trekken en het is er zelfs verboden te rooken. Hij heeft er in de nabijheid twee lijken naast elkander gezien, een Abessijn en een Ascari. De bulk van den laatste was open en hyena's hadden evenals de helft van het hoofd en de armen van den Abessinier de handen van den ander verslonden. De ligging der resten duid- de aan, dat de mannen gevallen zijn, terwijl ze met elkaar vochten. En de correspondent heeft ook in een gehucht van stuk geschoten hutten een ouden fascist gezien, die een Abes- sijnsch kind wiegde, dat de oogkassen vol vliegen had. De guerilla-oorlog in Eritrea. Volgens den correspondent van de News Chronicle te Addis Abeba, zouden de Abessijn- sche troepen die in de buurt van de Soeda- neesche grens op het gebied van Eritrea zijn binnengedrongen, bestaan uit de legioenen des doods, die elk 300 man sterk zijn en spe- ciaal zijn uitgerust voor den guerilla-oorlog. Zij dringen door op Italiaansch gebied met als eenig doel den invaller achter zijn front en op zijn verbindingslijnen te verontrusten. Het plan van den Italiaanschen opmarsch. De correspondent van de Frankfurter Zei- tung te Parijs meldt, dat in Fransche militaire kringen de strategische beteekenis van Adoea in het Italiaansche veldtochtsplan druk be- sproken wordt. Generaal Santini, die het plaatsje Adigrat genomen heeft, is vandaar met zijn troepen in Zuidelijke richting verder getrokken. Daar bij komt hij nu in een gebied dat ten zeerste geschikt is voor den guerrilla-oorlog, in wel- ken de Abessiniers meesters zijn. Na den val van Adoea moet men aannemen dat de hoofdmacht van het Italiaansche leger in Zuidelijke richting naar Dessie zal opruk- ken. Hier begint de historische Noord-Zuid- verkeersweg die over het plateau van Semie naar de oude Portugeesche hoofdstad Gondar leidt en op welken het mogelijk zal zijn groote troepenafdeelingen voorwaarts te brengen. Van een „straatweg" in Europeescjien zin is ook hier geen sprake, maar er zijn een aantal afgebakende karavaanpaden die eenige ruimte laten. Te Parijs gelooft men dat een sterk Italiaansch leger een poging zal doen tot be- zetting van Gondar. Interessant is eveneens dat nu reeds berich- ten zijn ingekomen over gevechten in den noordwestelijken hoek van Abessinie, het dis trict Wolkait. Hieruit valt af te leiden, dat de Italiaansche legerleiding een omsingeling van de Noord-Abessijnsche hoogvlakte van plan is. Eenzelfde omsingeling schijnt van het Zui- den uit beproefd te worden, waar de opmarsch van een tweede Italiaansch leger van Dolo, aan de grens van Italiaansch Somaliland, ge- meld wordt. De toestand is dus zoo, dat twee legers elk voor zich door de wildemis op den spoorweg DzjiboetiAddis Abeba aanrukken. De eene moet dezen spoorweg ongeveer bij Harrar, de andere bij de brug van Hawasj bereiken. Hoe Has Syoem ontsnapte. De speciale correspondent van de Daily Herald, bij de Italiaansche troepen in Eritrea, schrijft o.a.: Mussolini's soldaten hebben al gauw ge- leerd, hoe gemakkelijk het is voor de krijgs lieden uit Danakil, die gewend zijn aan de ber- gen, zich vrijwel onzichtbaar te maken. Verkenners van de voorhoede zaten plotse- ling in een zee van vuur uit geweren, die voor het bloote oog onzichtbaar waren. Nu, dat de oorlogsmist weggedreven is van het gebombardeerde Adoea, is het mogelijk, de gebeurtenissen van de laatste dagen in een eenigszins juist perspectief te zien. Ras Syoem, de Abessijnsche bevelhebber, heeft den Italianen een overwinning cadeau gedaan, welke de Italiaansche geesidrift mach- tig heeft aangevuurd, maar die, gezien in het koude licht van militaire inspanning, zeer een- zijdig is. De Italianen, die in twee richtingen ver- spreid waren, hadden het plan, Adoea in een „ring van staal" te omsingelen, totdat Ras Syoem met zijn defensieve leger in de val zat. In plaats dat Ras Syoem in deze val ge- raakt is, is hij nu terug in de zorgvuldig uit- gekozen verdedigende stellingen op een lijn, welke den hiaat tusschen Makale en de hei- lige stad Aksoem overbrugt. Door zijn Danakil-krijgslieden in het ge- vecht te brengen, vlak voordat hij Adoea ont- ruimde, heeft hij zijn strijdkrachten handig uit de omsingeling getrokken en is nu, met de ge- weldige versterkingen die optrekken, zelfs een grooter gevaar voor de Italianen dan te- voren. Te Adoea miste Ras Syoem zijn voornaam- ste wapen voor aanval en verdediging, n.l. bewegelijkheid en deze heeft hij nu door de Italiaansche overwinning teruggekregen. Dit is de militaire beteekenis van den toe- stand, die nu door het gejubel der Italianen begint door te dringen. Aan het Noordeiijk front zullen de Italianen van nu af aan verstoken zijn van het initiatief dat hun tot dusver vergund heeft in de cam- pagne te overheerschen. Het land, waardoor zij zullen moeten op trekken, maakt het opstellen van moderne formaties vrijwel onmogelijk en zij zullen stooten op een vijand, die ten slotte in staat is om partij te trekken van zijn natuurlijke behenddgheid. Bedreigen de Abessiniers de rechter- flank der Italianen? Een nieuwe ontwikkeling in den oorlogs- toestand is aan het licht getreden door het te Addis Abeba ontvangen bericht, dat drie Abessijnsche strijdkrachten, onder bevel van Syoem, dtedzjazmatsji Ayeloe en ras Kassa, de rechterflank van de Italiaansche strijd krachten in Eritrea zouden bedreigen, Ras Kassa zou met een leger van 80.000 man oprukken naar de Setit, de grensrivier van Eritrea. Hoevelen vielen? De correspondent van de Daily Chronicle te Rome meldde Maandag aan zijn blad: De roes van Maandag naar aanleiding van den val van Adoea heeft plaats gemaakt voor een katerstemming en nuchtere overpeinzin- gen over hetgeen hij gekost heeft. Hoevelen zijn voor de overwinning geval len?" is de vraag, die van lip tot lip gaat. Het officieele stilzwijgen versterkt slechts vermoedens. In officieele kringen geeft men toe, dat de opmarsch geenszins vanzelf is ge- gaan. De koppen in de nieuwsbladen krij- schen: ,,De dooden van den vijand tellen duizenden". Maar er is nog geen nieuws van de Italiaansche dooden. De krachtige houding, welke Geneve aan- neemt, vermeerdert de onuitgesproken vrees van Italie. Voor Italiaansche geesten eindigt de ver- overing van Abessinie met Adoea. Het gevoel, dat de campagne zal voortdunen, hoewel de Italiaansche eer gewroken is, heeft gemaakt, dat de natie een houding aamneemt van ter- neergeslagen apathie. De fascistische autoriteiten, partij-organisa- toren, omroep en pers loopen over van de geestdrift van de oorlogskoorts, maar laten na mee te deelen, wat het land wil weten. Maandag heeft de Duee een decreet uitge- vaardigd, waarbij hij zijn toestemming gaf tot het verschijnen van „overwinnings" nummers van de kranten. Deze moesten v66r 12 uur 's middags verschijnen en op deze wijze de natie van Italie's zege op de hoogte stellen. De laatste negen jaren hebben op Maandag- morgen nooit kranten mogen verschijnen. De duizenden 18-jarige fascisten die naar Rome zijn gekomen om den zevenden verjaar- dag van de fascistische jeugdvereeniging te vieren, zetten de viering van de overwinning voort, rijden door de stad in groote autocars en zwaaiden met vlaggen en zingen liederen. Dinsdag zouden ze door den Duce worden ge'inspecteerd. Des avonds hadden er demon strates plaats met het gebruikelijke fakkel- licht. Het Britsche gezantsehap maaikte Dinsdag weer den indruk in staat van beleg te ver- keeren; een detachement van 500 man be waakt het gebouw. Het Abessijnsche gezant sehap is eveneens bewaakt. Men verwacht hier nog steeds dat graaf Vinci uit Addis Abeba zal vertrekken. Technisch zijn de diplomatieke betrekkingen ondanks den oorlog nog vriendschappelijk. Waarschijnlijik zal de graaf wachten op een karavaan Italianen uit alle deelen van Abes sinie; dan zal hij zijn paspoort ontvangen en naar Dzjiboeti vertrekken. De vreemdelingen ontvluchten Addis Abeba. Honderden vreemdelingen, die Addis Abeba wilden ontvluchten, hebben Maandag, naar Reuter meldt, het spoorwegstation belegerd, maar de trein was spoedig vol en velen moes ten teleurgesteld terugkeeren. Het station bood een droeven aanblik. Men zag daar zeer velen bijeen, die eeh zaak, waar zij hun leven aan gegeven hadden, een beroep waar zij volkomen in thuis waren geraakt, in den steek hadden gelaten en nu een onzekere toekomst, zoo geen armoede en ellende tege- moet gingen. Welke sancties zal de Assemblee t.reffen De raad van den Volkenbond is Maandag- middag bijeengekomen onder voorzitterschap van den gedelegeerde van Argentinie. Deze noodigde den vertegenwoordiger van Abessi nie uit plaats te nemen aan de raadstafel, waaraan deze gevolg gaf. Vervolgens wend het woord aan Aloisi (Italie) verleend, die ter- stond voorbehoud op verschillende punten van het rapport maakte en betoogde, dat Italie slechts uit noodweer heeft gehandeld. De mobilisatie van Abessinie was uitsluiitend tegen Italie gericht. Na Aloisi sprak de ver tegenwoordiger van Abessinie, die opnieuw uiting gaf aan zijn vertrouwen in den Volken bond. Bij de stemming over het verslag war den zoowel Italie als Abessinie gevraagd me- de te stemmen. Het verslag werd daarop met algemeene stemmen, behalve die van Italie goedgekeurd. Aan het einde van de raadszitting heeft de voorzitter geconstateerd, dat algemeene over- eenstemming onder de leden van den raad bestond, dat een niet uitgelokte aanval in den zin van art. 12 van het pact is uitgevoerd, zoodat de leden van den Volkenbond vandaag bijeengeroepen zullen worden, om de noodige maatregelen overeenkomstig art. 16 vast te stellen. Een comitd is voor het uitwerken van deze maatregel benoemd.De plenaire verga- dering van den Volkenbond is dus heden bij eengeroepen, schrijft het R. N. Naar de meening van bevoegde Italiaan sche kringen te Rome behoeft de kwestie van een uittreden van Italie pit den Volkenbond ook na bevengenoemd resultaat der vergade- ring van den Bcndsraad nog niet actueel te worden. Men herinnert aan de woorden van Mussolini, dat Italie economische sancties met kalmte en discipline zal weten te verdragen. Zouden evenwel deze economische sancties op een of andere wijze in den vorm van een blokkade van Italie, dus van militaire sanc ties. aannemen, dan zou ook de houding van Italie zich moeten wijzigen en zou dit land, naar men te Rome van meening is, geen ver- antwoording kunnen -treffen voor een uitbrei- ding tot Europa van het huldige, zuiyer kolo- niale conflict tusschen Italie en Abessinie. Naar de slagvelden. Correspondenten van Londensche avondbla- den te Addis Abeba melden, dat de negus er van heeft afgezien verder een beroep te doen op den Volkenbond en er zich toe zal bepalen Geneve van de veranderingen in den oorlogs- toestand op de hoogte te houden. Het diplomatieke corps vergaderde daar Maandag en bealoot aan de verschillende regeeringen te verzoeken er de aandacht van Mussolini op te vestigen, dat Addis Abeba em Diredoea open steden zijn zonder middelen van verdediging tegen luchtaanvallen, dat Addis Abeba 6000 en Diredoea 2000 neutrale vreemcteiingen herbergen en dat die steden daarom niet gebombardeerd mogen worden. In Addis Abeba wordt verder aamgekond'igd. dat een vliegtuig uit het noorden een Italiaan schen kolbnel en twee officieren aanbrengt, die gevangen zijn genomen. Het aantal Ita liaansche tanks, dat in olifantenvallen terecht is gekomen is nu, volgens berichten uit de hoofstad tot zes gestegen. Merkwaandigerwijze schijnt de val van Adoea de Abessiniers in het gebeel niet te hebben ontmoedigd. De stamhoofden verkla- ren, dat de val zoolang is tegengehouden, dat het als een bewijs kan worden beschouwd, dat de Italianen verder gemakkelijk zullen kunnen worden weerstaan. Zij verbazen zich over de kracht van het verzet door eenige losse voor- uitgeschoten Abessijnsche troepen geboden en de berichten uit Addis Abeba verklaren ook dat de Italianen Adoea hebben veroverd ten koste van veel dooden en gewonden, maar eenige nauwkeurigheid in dit opzicht blijft achterwege. bij het stilzwijgen, dat de Italia nen, die het alleen kunnen weten, in acht blijven nemen, wat hun dooden en gewonden betreft. Volgens een bericht uit Addis Abeba heeft de Abessijnsche regeering besloten, den spoor weg naar Dzjiboeti, voor zoover deze op Abes- sijnsch gebied ligt, te requireeren voor het vervoer van troepen en oorlogsmateriaal. Op het terrein van de Belgische legatie is een groot kamp ingericht, waar 2000 buitenlan- ders ondergebraeht kunnen worden. De negus heeft tenten voor dit kamp beschikbaar ge- steld. Adoea-geheimen. De elkaar tegensprekende berichten over de gebeurtenissen op het krijgstooneel in Abessinie tracht men thans op te heffen door een verklaring van Abessijnsche zijde, dat de negus reeds van te voren het plan had, Adoea op te geven, maar dat de stadhouder aldaar, Seyoem, geweigerd heeft aan dit bevel gevolg te geven. De keizer beeft hem herhaaldalijk telegrafisch opgevorderd, zich terug te trek ken en pas toen hij den stadhouder met ont- slag en terugroeping dreigde, heeft ras Seyoem gevolg gegeven aan de bevelen en de troepen teruggetrokken, waarop dit geschied- de in den nacht van Zaterdag op Zondag en dlaarom konden de Italianen volgens het Abes sijnsche bericht Zondagochtend de stad zon der slag of stoot bezetten. In tegenstelling hiermede spreken de Italiaansche berichten van een verovering met strijd en zelfs met hevigen strijd tot op het laatste oogenblik. In el'k geval schijnt vast te staan, dat de Italia nen Zondag in het bezit van Adoea zijn ge- weest en dat ook de overwinningsfeesten, die in geheel Italie zijn gehouden, niet behoeven te worden vertroebeld door de gedachte, dat de stad terug was veroverd, want in een later telegram gaf zelfs de negus aan den Volken bond toe, dat Adoea eindelijk in handen van de Italianen was gelaten. Van Italiaansche zijde verneemt men ook een verklaring, waarom het zoo lang heeft geduurd, eer Adoea werd ingenomen. Men had, aldus deze Italiaansche verklaring, alvo- rens verder te rukken, den troepen een adem- pauze willen gunnen. Tevens wilde men in elk geval ervoor zorgen, dat de voedselvoorziening vmi de soldaten en in het bijzonder de voor- ziening van de behoefte aan drimkwater, niet kon worden gestoord. Elke soldaat krijgt iederen ochtend twee liter drinkwater mee. Hiertoe voeren de verschillende afdeelingen sterke colonnes met transport-muildieren met zich mede. Maar men wenscht deze colonnes ajleen onmiddellijk achter het voorste front te gebraiken en richt daarom intusschen de wei- nige paden in het gebied, waarin men reeds is voortgerukt in voor bet transport met kleime vrachtauto's. Hierdoor verkort men als het ware den weg tusschen de troepen- depots. De pioniers hebben dus wel het een en ander te doen. Over den nieuwsten stand van dp operaties wprdt gem eld, dat de Italiaansche troepen over de lijn AdoeaAdigrat en Entisco lang- zaam en ten deele vechtende voorwaarts drin gen. Grooter acties worden voorloopig echter niet verwacht. Een aantal vliegtuigen is op verkerming gegaan en heeft de Abessijnsche troepen op 12 kilometer ten zuiden van Adoea waargenomen. Zij bevonden zich waarschijnlijk op marsch naar Makale. De troepen werden met bommen geworpen en met machinegewe- ren beschoten. Intusschen schijnt echter de guerilla-oorlog reeds te zijn ontbrand. Men leest in het bericht van den correspon dent van de International News Service in het Italiaansche hoofdkwarti©r over honder den Abessijnsche scherpschutters, die zich in het gebergte hebben vastgenesteld en voort- durend de voorbijmarcheerende colonnes lastig vallen. Voordat de bergen van deze francti- reurs zijn gezuiverd, zal men van Italiaansche zijde niet verder kunnen trekken en daarom wordt hieraan ook zeer de aandacht gewijd. Voor de zuivering van het terrein gebruiken de Italianen in het bijzonder Askard's, die vol gens de Italianen tegen de Abessijnen opge- wassen zijn. Men is er zoo al in geslaagd een 3000 Meter hoog bergnest, waar vandaan de Abessijnen de omgeving bestreken, te ver- cveren. De tegenstand bij den opmarsch wordt verder nog als verbitterd gekenschetst. Aksoem gevallen. Toen de Italianen in het bezit waren van Adoea, zijn zij dus overgegaan tot verster- king van hun posities en de voorbereiding van den volgenden gevaarlijken opmarsch naar Abessinie's heilige stad Aksoem en de ten zui den van Adoea liggende bergen, welke den toegang tot het binnenland van Abessinie ver- sperren, Voortdurend kwamen versterkingen aan, duizenden soldaten trekken dag en nacht over de grensrivier de Mareb naar bet zuiden. Ge- lijktijdig bouwen duizenden werkldeden en sol daten bruggen en wegen in het wilde berg- landschap en Noord-Abessinie. Geweldige hoeveelheden munitie, kanonnen en andere onontbeerlijke goederen werden paar het ver- overde gebied gezonden. Dlnsdagmorgen kwam het resultaat: Ak soem, de oude koningsstad was gevallen. Dat zal den Abessiniers aan het hart gaan; zoo goed als het voor de Italianen een eerezaak was Adoea te veroveren vanwege de smade- iijke nederlaag van 1896, zoo goed was het voor de Abessiniers een eerezaak Aksoem te behouden, daar het de oude koningsstad is, het centrum van heilige grafplaatsen, en het sym- bool voor het zwarte Christendom der Kop- tische kerk. iGevecht bij Dolo. Volgens een bericht van het zuidelijk front zijn de Italiaansche troepen in Qgada tus schen Dolo en Jett weer tot dien aanval over gegaan, gesteund door vliegtuigen. De Abes sijnsche troepen bevinden zich op den linker- flank, de Italianen aan de rivier Canale Borje en de oostelijk daarvan liggende heuvels. Vol gens den correspondent van de Corner© della Sera te Asmara, zou de negus plotseling naar Dessie bij Madala zijn vertrokken en zouden zioh daar in alle haast twee af deelin gen van verscheidene duizenden man hebben gevormd. Het Italiaansche tolad ooncludeert hieruit, dat er een strategisch plan bestaat vermoedelijk door eenige buitenlanders opge- steld om in alle richtingen evenwijuig op te rukken. Bovendien wijst het blad crop d'at Dessie door verschillende goede wegen met Harrar en Diredavoea is verbonaen. Die militaire medewerkers der Britsche bla- den waarschuwen ervoor, de sucoessen die de Italianen tot dusver behaald hebben, te over- schatten. Zoo schrijft Generaal-Majoor Tem- perley in de „Daily Telegraph", dat de Italia nen thans een pauze van eenige dagen, mis- schien van een week of lunger, moeten nemen, alvorens den opmarsch voort te zetten. Zij moeten wegen aanleggen, levensmiddelen en oorlogsmateriaal aanvoeren en de Abessini- sche krijgslieden, die een guerilla voeren, ver- drijven. Bij den volgenden opmarsch zullen zij waarschijnlijk tegen sterkere Abessinische troepen komen te staan. De Romeinsche correspondent van de .Matin" meldt aan het blad: Men geeft te Rome niet den indruk, dat Mussolini thans tot onderhandelen bereid is. Italie ontmoet in Abessinie zekere militaire moeilijkheden, wel ke de regeering te Rome tot de grootste reserve aanleiding gaven. Ook het besluit van den Volkenbondsraad heeft een zakelijke oplossing van het geschil niet bevorderd, daar het Italie's afkeer tegen den Volkenbond beeft versterkt. In ieder ge val zal thans van Rome niet de eerste stap uitgaan. „Thans is onderhandelen gemakkelijker". De ,,Gazetta del Popolo" schrijft na een terugbiik op de nederlaag van Adoea in 1896, dat thans na de bezettdng van Adoea, het Italie van Vittorio Veneto en van Adoea voor de wereld staat. Men meene niet, dat de zege van Adoea een eenvoudig militair uitstapje is geweest. Italie geeft aan alien, die van goeden wil zijn, te verstaan, dat het vandaag gemakke lijker onderhandelen is dan gisteren, aange- zien na de oplossing van de meest delicate quaestie, die van de eer en het prestige, die slechts een beslechting met de wapenen toe- liet, ten aanzien van de andere problemen steeds de m'Ogelijkheid van onderhandeling heeft bestaan. Natuurlijk is het niet Italie's zaak, op bsspoediging aan te dringen, of voor- stellen te doen. Met den 6en October, zoo schrijft de Popolo d'ltalia" begint een nieuwe geschiedenis, na- melijik de geschiedenis van het nieuwe Italie van Mussolini, dat zich van zijn eigem macht en van zijn eigen recht bewust is. De vrede in Europa is gebaseerd op Italie. Met d'ipiomatiek bedrog kan Italie veroor- deeld worden, doch de opmarsch der Italiaan sche soldaten, van de Italiaansche technici, is de opmarsch der beschaving. Vier tanks in kuilen gevangen Berichten uit Adoea melden, dat de Abes sijnen kuilen hebben gegraven, welke zij met takken en aarde verborgen om er de Italiaan sche tanks in te laten vallen, aldus onschade- lijk te maken. Dergelijke kuilen zijn de inlan ders gewoon te maken bij de jacht op groot wild. Naar verluidt zijn inderdaad vier tanks in de kuilen vastgeraakt. De bemanning zou door de Abessijnsche soldaten zijn omgebracht. Nieuw overleg met Frankrijk en Engeland geopperd. Het officieuse Giornale d'ltalia schrijft: De actie in Oost-Afrika moet ook na den val van Adoea worden voortgezet. In sommige buiten- landsche kringen heeft men gemeend dat Ita lie na de verovering van Adoea halt zou hou den en den verderen gang van zaken aan di plomatieke onderhandelingen zou toevertrou- wen. Dat is een dealing. Voor Italie gaat het niet om een prestige-kwestie of een zaak van nationalen trots; het wil aan de niet-uitge- lokte aanval]en van Abessinie voorgoed een einde maken. De verovering van Adoea en an dere belangrijke punten heeft slechts locale beteekenis. Italie moet doorzetten! Dat sluit evenwel een hervatting van het overleg met de twee belanghebbende mogendheden, Frank rijk en Engeland, op den grondslag van het verdrag van 1906 en de daarmee aansluiten- de overeenkomsten niet uit. De kwestie van de betrekkingen tusschen Italie en Abessinie moet met de wapens worden uitgevochten, de betrekkingen tusschen Italie, Frankrijk en Engeland in verband met Abessinie kunnen langs diplomatieken weg naar recht en billijk- heid worden geregeld. De Italiaansche gezant moet Addis Abeba verlaten. De regeering van Ethiopie heeft den Ita liaanschen gezant te Addis Abeba verzocht het grondgebied van Ethiopie onmiddellijk te verlaten. Deze maatreggl wordt gemotiveerd met de verklaring dat de gezant, niettegenstaande zijn gegeven woord, gebruik maakte van den radiopost van de legatie. De legatie was het middelpunt van spion- nage en intriges tegen het koninkrijk Ethio pie. In de nota, waarin de Abessinische regee ring den secretaris-generaal van den Volken bond mededeelt, dat zij genoopt is geweest, den Italiaanschen gezant en het geheele per- soneel van de legatie te verzoeken, het Abes sinische gebied te verlaten, wordt aan het slot nog de verzekering gegeven, dat de Abessini sche regeering alle maatregelen zal nemen voor een hoffelijke behandeling en voor de be- scherming van de Italiaansche ambtenaren tijdens hun vertrek uit Abessinie. Zaakgelastigde van Ethiopie te Rome zal paspoort vragen. De regeering van Ethiopie heeft haar zaak gelastigde te Rome gelast, zijn paspoort aan te vragen. Wat de Italiaansche Soldaat van Aardrijkskunde weet. Het Symbolische Gedenkteeken in Adoea. (Per Koerier tot Asmara, verder telegrafisch) AAN HET FRONT, 8 Oct. 1935 (VPB.) Adoea ligt achter ons. Avanti, avanti! Wij zijn op weg naar Aksoem. Aksoem, de heilige stad der Abessijnen, waar gewoonlijk de kei- zers van., Abessynie werden gekroond. Wij verwachten er dan ook heftigen tegenstand. De Abessijnen zullen er ongetwijfeld alles op zetten, om dit pelgrimsoord niet in handen van de Italianen te laten vallen. Wanneer ik echter om mij been zie en de geestdrift aan- schouw van de uitgelezen troepen, die nog in den roes verkeeren van de verovering van Adoea, moet ik de meening deelen van de of ficieren, die niet ophouden mij te verzekeren, dat het Ras Seyoem niet zal gelukken om zich staande te houden tegen deze vloedgolf van menschen en machines. Volgens de be richten 'van onze verkenners tracht Ras Seyoem, teruggeslagen uit Adoea, stellingen te betrekken tusschen Makale en Aksoem. Tusschen deze beide plaatsen bevindt zich een breede toegangsweg naar het binnenland, dien hij wil trachten te versperren. Niet on- waarschijnlijk is hij er ook van op de hoogte, dat er versterkingen voor hem aanrukken, die reeds door de Italiaansche vliegmachines aan het hoofdkwartier zijn gesignaleerd. De algemeene indruk is evenwel, dat deze niet tijdig genoeg ter plaatse zullen kunnen zijn om nog een rol te spelen. Stofuolken en muskjeten. Ik bewonder den Italiaanschen soldaat, die met zijn model-bepakking langs de primitieve Afrikaansche paden in een dichte stofwolk op het doel afgaat, dat voor hem ligt: Aksoem. De geografische kennis van deze brave kerels laat wel wat te wenschen over. Ze redeneeren ongeveer zoo: ,,Eerst Adoea, dan Aksoem en nog een paar kleine plaatsjes, dan Harrar en dan Addis Abeba en dan is het afgeloopen." Ik laat het maar zoo. Zoo lang de menschen optimistisch zijn, blijft de moed er in. Om mij heen is het gedreun van een trOe- penmaeht op marsch, het gedreun en gerom- mel van het geschut en de tanks, die als korte, dikke, grauwe rupsen voorthobbelen. Deze kleine tanks hebben reeds bij de ver overing van Adoea getoond, wat zij vermogen. Achter de infanterie-linies, die des morgens tot den beslissenden aanval overging volg- den deze kleine, venijnige monsters, elk be- wapend met twee machinegeweren. Met groote snelheid bewogen zij zich over het ter rein, dat zij zonder de minste moeite schoon veegden. Hoe zoiwen de Abessijnen hen ook hebben kunnen tegenhouden? Terugbiik op Adoea. Stof en gedreun van marcheerende voeten om mij heen. Boven ons de Afrikaansche hemei, wolkeloos, van waaruit de onbarmhar- tige zon ons haar stekende stralen toezendt, zoodat het ziweet met straaltjes van onder onze tropenhelm uitvloeit en zich kanalen graaft door het stof, dat op onze wangen kieeft. Ik weet niet, waar ik de voorkeur aan moet geven: aan dit stof, of aan de mus- kieten, die ons in Adoea zoo hebben belaagd, dat het vuur der Abessijnsche troepen daarbij vergeleken slechts een kleinigheid geleek. Ons kort verblijf in Adoea heeft ons belet, om er meer dan een vluchtigen indruk van mede te nemen. Trouwens, veel is er voor een Europeaan niet aan te zien. De huizen zijn meest tegen de glooiing van een heuvel gebouwd. In weerwil van het feit, dat Adoea thans op aller lippen is en men in alle landen der aarde zijn lotgevallen van de laatste dagen heeft gevolgd, heeft het weinig weg van een „hoofdstad"'wat het toch is, namelijk van de provineie Tigre. Het bestaat uit een wir- war van kromme, steile straatjes. De buis- jes veeleer hutten hebben steenen muren en stroodaken; soms ook zijn ze gedekt met ruwe leiplaten. Er zijn opvallend veel kapel- letjes en kerken. Bovenop den berg staat de kathedraal, die schijnbaar niet te lijden heeft gehad van het Italiaansche vuur. Voorwaarts op naar Aksoem. Hoe zeker de Italianen van hun zaak waren, hoe overtuigd zij er van waren, dat zij Adoea zouden innemen, bleek mij wel het beste, toen ik getuige was van het oprichten van het ge denkteeken, dat men reeds bij voorbaat had medegevoerd. De titel „gedenkteeken" is overigens rijkelijk weidsch; het is zeer een voudig van uitvoering en draagt niets meer dan twee data's: 1 Maart 1896 en 6 October 1935. Doch ondanks zijn eenvoud symiboliseert het den vasten wil, dien de Italianen getoond hebben om zich te wreken over de nederlaag van 1896. Het is zaak, om goed de oogen te openen en zooveel mogelijk indrukken in zich op te nemen en te verwerken. Van Italiaansche zijde komt men niet veel te weten, ondanks de hoffelijkheid, waarmede uw correspondent overigens wordt behandeld. Daarover heb ik in het minst niet te klagen. In de rustpoozen klamp ik zoo dezen en genen mindere wel aan, om mijn licht op te steken. De Italiaansche soldaat is mededeelzaam maar hij weet niets. De Italiaansche officier weet w61 wat maar hij is niet mededeelzaam, ondanks zijn hoffelijkheid. Veertig kilometer zijn wij nu zoowat in Abessinie doorgedrongen. Het is niet veel, als men de kaart bekijkt. En het is nog het ge- makkelijkste gedeelte geweest. Maar dank zij de aanvankelijke successen, behaald ten kosten van gerintge verliezen, zit de moed er in bij de troepen. De zon steekt en het stof stuift. De mannen marcheeren en zingen liedjes, die ik niet ver- sta. Avanti! Ewiva il Duce! Aksum a moi! (Aksoem aan ons!) SVEN ODAFSON. Oorlogscorrespondent asm het Italiaansche (Nadruk verboden.) front. Een voorproefje van de werkelijkheid. Is een conflict niet meer te vermijden (Van onzen V.P.B.-correspondent.) (Kabelbrief.) Alexandria, 7 October 1935. Nu de oorlog in Abessinie werkelijkheid is geworden en de Italianen er zelfs reeds in ge slaagd zijn Adoea te veroveren, treft Enge land met nog meer spoed en grooter energie zijn militaire maatregelen in Egypte. Voor de oogen van hem, die een rondvaart door de havens van Alexandrie maakt, vertoont zich een beeld, dat volkomen in een oorlogstoe- stand past. Voor de haven liggen twee reus- achtige vliegtuigmoederschepen, met elk 1100 man aan boord, en twee enorme slagschepen. Deze vier eenheden konden met het oog op hun grooten diepgang niet in de haven zelf worden ondergebraeht. Langs de kaden van de Engelsche marinehaven liggen nog twaalf andere slagschepen gemeerd, benevens 18 tor- pedojagers, eenige kleine kruisers en een aan tal lazeretschepen. Bovendien worden hier nog voortdurend troepen en allerlei oorlogs materiaal aan wal gezet. Gisteren bijvoor- beeld nog kwamen in Alexandrie 170 groote kisten met vliegtuigonderdeelen aan. Het aantal vliegtuigen op het groote versterkte vliegveld van Aboekir (ten Oosten van Ale xandria aan den Golf van Aboekir), waar reeds eenmaal een militaire beslissing, die van groote beteekenis voor de wereld was, is gevallen, neemt voortdurend toe. De stalen netten, die er toe moeten dienen de haven van Alexandrie af te sluiten, hangen reeds voor het gebruik gereed aan drijvende tonnen en het zou het werk van slechts enkele minuten zijn om de haven voor het onderzeebootgevaar te beveiligen. Bommen op Alexandrie. Midden in Alexandrie ligt op een plaats, die de geheele omgeving beheerscht, de citadel. Deze vesting is op het oogenblik geheel bezet met Britsche troepen; hierbij aan sluit zich direct het Britsche militaire kamp van Moes- tafa-Pasja. Het komt in de laatste dagen zeer dikwijls voor, dat de inwoners van Alexandrie, die zonder dat al reeds zeer opge- wonden zijn, uit den siaap worden gewekt, doordat de in Aboekir gestationeerde vliegtui gen 's nachts oefeningen houden. Onder veel lawaai worden dan de citadel en het militaire kamp aangevallen, zoodat wij reeds een voor proefje krijgen van de werkelijke gebeurtenis sen, die elk oogenblik verwacht worden.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 2