ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Het Bezuinigingsontwerp
Wat de Voikenbond wil.
'n Barstende Hoofdpfjn
9358
VRIJDAG 4 OCTOBER 1935
75e Jaargang
EERSTE 8LAD
TWEEDE KAMER.
WWRVvttHM
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzeu
fr. per past f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post i 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,overif.e landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANOI5
GIRO 38150 TEEEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KT.F.INF. ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAG A VOND.
In deze dagen, nu het niet alleen in de
natuur over heel de wereld stormt, maar
nu ook opnieuw alle grondslagen van on-
ze samenleving als het ware worden door-
eengeschud, spreekt het ihaast vanzelf, dat
wij ons nog eens gaan bezinnen op het
wezen van den Voikenbond, en moeten
wij, ook al worden wij door de houding
van enkele groote naties diep teleurge-
steld, toch geen oogenblik vergeten, dat
de stichting en instandhouding van dien
Voikenbond een enonme stap vooruit zijn
geweest in de richting van de verwezen-
lijking en handhaving van het internatio
nale recht.
Wij stellen als onze overtuiging voorop,
dat, ook al mocht het zeer gevreesde bij
het verschijnen van dit blad reeds geschied
zijn, en al mocht dus helaas blijken, dat de
Voikenbond met al zijn instellingen en
saneties een zoo groot onrecht niet heeft
kunnen voorkomen als Italie op dit oogen
blik bezig is Abessime aan te doen, inmid-
dels toch reeds gebleken is en nog blijken
zal, dat de Voikenbond, ook indien onver-
hoopt Italie zijn voornemen mocht door-
zetten en zich zelf aan dien Bond zou ont-
trekken, goed werk heeft gedaan, door
geen middel onbeproefd te laten om dit
vreeselijk oniheil nog te voorkomen, en
bovendien in den loop der tijden ongetwij-
feld nog zijn taak zal trachten te ver-
vullen.
Men moet de beteekenis van den Voi
kenbond vooralsnog dus niet zoozeer zoe-
ken in datgene wat zij reeds opleverde en
deed als wel in het enkele feit van zijn
bestaan. Denkt men terug aan den stand
der rechts (of... onrechts) ontwikkeling
in de vooroorlogsche jaren men behoeft
daarbij nog niet eens erg ver in het ver-
leden terug te gaan, en als men daar dan
naast legt de organisatie, waarin thans
het grootste deel der staatsgemeenschap-
pen is gevat, dan beseft men aanstonds
welk een geweldige sprong er is gedaan
op den weg der vooruitgang. Die staten,
die zich bij den Voikenbond hebben ge-
voegd, staan dan nu toch maar in geregeld
contact met el'kander; zij komen elk jaar
samen op dezelfde plaats; zij staan daar
alien op voet van gelijkiheid en op den
grondslag van een gemeenschappelijke
wet. Er is een rechtbank, een forum, bij-
een geroepen, waarop elke staat, die zich
bedreigd gevoelt, een beroep kan doen in
het licht van crpenbaarheid en ten aanhoo-
ren van het geweten van een heele wereld.
De preventieve macht, die de Voikenbond
op deze wijze reeds kan ontwikkelen, is
aanzienlijk. Wij herinneren aan de bord-
jes, die in sommige plantsoenen zijn
geplaatst, en waarop vermeld staat, dat de
beplanting in de zorg en in de bescher-
ming van het publiek worden aanbevolen
Het is natuurlijk zeer wel mogelijk, dat
allerlei mensahen aan deze borden voorbij-
loopen en zich nauwelij'ks tijd of moeite
veroorloven om te lezen, wat daarop staat
geschreven; maar wij hebben het toe/
alien wel eens gezien, hoe deze of gene
wandelaar juist door dit verzoek zich de
vrijheid permitteerde om een ondeugenden
jongen of een brutaal meisje te wijzen op
het onbehoorlijke van hun daden of ge-
drag, en dat er dus van dit enkele beroep
reeds een zegenrijke invloed uitging.
Als nu de organen van den Voikenbond
door een wakkere publieke opinie .worden
geprikkeld om deze hun macht en invloed
op het juiste oogenblik te doen gelden,
is daarin, zoo niet een waarborg voor den
vrede aanwezig, dan toch een rem voor
onrecht. Er is door mannen van gezag
en naaim opgemerkt, dat de waarborgen,
die reeds zijn aangenomen, niet volkomen
voldoen; er is ook beweerd en de huidige
complicaties schijnen de juistheid dezer
opmerkipgen te staven), dat het Kellogg-
Pact met het handvest van den Voiken
bond niet volkomen concordeert, maar het
feit, dat toch zich boven alle critiek en
boven alle bijizaken zich verheft.'is dit, dat
de Voikenbond bestaat en dat deze nu
reeds een integreerend deel van de inter-
nationale rechtsorde is geworden.
Zoo staan de zaken. Maar is dit alles
nu nog vol te houden in deze dagen, nu
belangrijke mogendheden als Japan en
Duitschland of zich van dit alles niets
bleken aan te trekken of eenvoudig, om
wat voor reden ook, den Voikenbond den
rug toekeerden? Wij hebben nog kort
geleden bij een filmvertooning het tafereel
gadegeslagen, op hoe innemende en over-
hartelijke wijze de Duitschers, tot den
Voikenbond toegelaten, daar, te Geneve,
werden verwelkomt. En dan te denken,
hoe al kort daarop ditzelfde machtige Rijk
er weer uit trok en nu absoluut zijn eigen
weg wenscht te gaan! Laten wij het ge-
rust maar erkennen (want als wij het niet
neerschrijven, denken onze lezers het
toch!) dat zich een ernstig scepticisme
van de menschen heeft meester gemaakt,
en dat velen nauwelijks een zuren of bit-
teren glimlach kunnen bedwingen, als zij
het woord „Volkenbond" maar hooren
noemen. Dat komt zeker niet hieruit
voort, dat het nieuwtje van den Voiken
bond reeds af zou zijn. Neen, ihet komt
voort uit veel ernstig er oorzaak: men voelt
zich diep teleurgesteld. Men wijst op de
toestanden in de wereld, en men gaat niet
alleen zoover, dat men vraagt, hoe het
toch mogelijk is, dat dit alles kan bestaan
en kan worden toegelaten, maar men gaat
nog veel verder, en stelt nu zelfs den
Voikenbond voor al deze desillusies min
of meer aansprakelijk. De menschen wor
den wrevelig, als zij dat wekenlange ge-
praat en overleggen vernemen, en als zij
dan lezen, hoe de gewichtigste zaken tel-
kens maar weer worden uitgesteld, ver-
schoven of van de eene commissie naar de
andere worden overgekaatst. Men denkt-
ook aan de hooge bedragen, die van de
Staten voor het werk te Geneve worden
gevorderd, en dat in een tijd, nu het alom
de grootste moeite kost om zoo iets als een
sluitende begrooting klaar te krijgen.
Maar men moet toch niet onbillijk zijn.
Toen er ook vroeger (in 1931) al eens
sprake was van ontevredenheid over de
resultaten van de besprekingen te Geneve,
heeft niemand minder dan Jhr. Van Kar-
nebeek er op gewezen, dat men b.v. bij de
behandeling van het vraagstuk der repa-
raties en schulden nooit mocht over het
hoofd zien, dat een partij, waar alles om
draaide, zelf geen lid van den Voikenbond
was (Amerika), en dat er dus van bin-
dend overleg op dit terrein nimmer sprake
kon zijn.
Bovendien vergete men niet, hoe moei-
lijk de taak is van hen, die te Geneve als
vertegenwoordigers van staten en volken
optreden. Zij hebben in die internationale
sfeer, waarin het overleg gehouden wordt,
wel ernstig toe te zien, dat zij zich niet
verder laten voeren dan in het oog van het
volk, dat thuis op hen wacht en waarin
allerlei stroomingen en invloeden werk-
zaam zijn, genade kan vinden. Het gaat
maar niet aan voor deze mannen om zich
te Geneve te laten guun". Tal van deze
persoonlijkheden hebben, ook al werden
zij te Geneve om hun internationalen zin
luide toegejuicht, bij thuiskomst een echt
koud-water-bad gekregen. Het eigenaar-
dige van den tijd, waarin wij leven, is dit,
dat het organiseeren van de staten-maat-
schappij gepaard gaat met een sterk
groeiend politiek en economisoh nationalis-
me, dat voedsel vindt in de leuze van het
zelfbeschikkingsrecht.
Hier is dus zeker een dualisme aan te
wijzen, dat tot lastige en pijnlijke conflic-
ten leiden moet, en juist daaruit zal groo-
tendeels kunnen worden verstaan, hoe het
mogelijk is, dat, bij de beste bedoelingen
en begeerten, die de afgevaardigden be-
zielen, de resultaten dikwijls toch nog
maar zoo uiterst poover, ja zelfs helaas
nog vaak negatief moeten worden ge-
noemd.
..Contact" heeft diezelfde, door ons
reeds geciteerde oud-voorzitter van de
Assemblee in 1932 te Arnhem gezegd
en het zij ons vergund met die massieve
woorden dit artikel te besluiten .con
tact (als te Geneve wordt gezocht en
menigmaal gevonden) is geen toovermid-
del. Het werkt moeizaam en langzaam te
midden van de oneindige tegenstellingen,
maar er ligt toch voor den wereldvrede
een waarborg in van zeer groote beteeke
nis. Zij, die zonder begrip van de moei-
lijkheden, zoo gaarne smalen op dat ein-
deloos overleggen, en die daarvoor de
schouders ophalen, zien voortbij, dat bij de
tegenwoordige spanningen juist daarin
nog redding gelegen kan zijn
Avondvergadering van Dinsdag 1 October.
In de avondvergadering, welke door jhr.
mr. Ruys de Beerenbrouck werd- gepresideerd,
werd het debat over het capitulantenstelsel
voortgezet.
iDe heer Tilanus (c.h.) vroeg waarom de
Minister een reglement als vorm voor het
capitulantenstelsel had ge-kozen. Het is ten-
slotte een wet.
Er is wel degelijk verscihil tusschen dit ont-
werip en het ontwerp-Lambooy.
Miet name wat de pensioenslasten betreft,
moet als zwaartepunt gelden de enorme pen-
sioenlast, die 20 millioen heeft bereikt.
De bezuiniging door het capitulantenstel
sel zal 5 millioen vergen; het eerste jaar
sleohts 80.000. Eerst geleidelijk zullen de
5 millioen worden bereikt.
iHet ontwenp wordt geheel tot de onder-
officieren, korporaals en manschappen be-
perkt.
De Regeering moet er echter voor zorgen,
dat de capitulanten geen betrekking krijgen
die hen vrijstelt bij mobilisatie.
De beer Schilthuis (v.d.) voerde als be-
zwaar tegen het capitulanten-reglement aan,
dat leden van de S.D.A.P. en het N.V.V. uit-
gesloten zijn van betrekkingen, die ressor-
teeren onder het departement van Defensie,
derhalve een belangrijk gedeelte van de bevol-
king, waarvan heelemaal niet vaststaat, dat
het ongesohikt is voor zekere betrekkingen.
De heer Duymaer v. Twist (a.r.) somde de
voordeelen van het capitulantenstelsel op, o.a.
de verjonging van het beroepskader; de
financieele voordeelen, welke op den duur
worden bereikt.
Hij vroeg tegemoetkoming aan die capitu
lanten, die tegen het bekleeden van sommige
betrekkingen, waaraan Zondagsarbeid is ver-
bonden, bezwaren hebben.
De heer Schaepman (r.k.) aoht de bezwaren
tegen het capitulantenstelsel wel wat erg op
de spits gedreven, al zijn de bepalingen niet
overal even duidelijk.
De heer Wendelaar (v.b.) zag een bezwaar
tegen de bepaling dat capitulanten in een be-
paalde volgorde moeten worden genomen.
Niettemin is hij bereid met het voorstel mede
te gaan.
De heer Albarda (s.d.a.p.) besprak de uit-
sluiting van de soc.-democraten van defensie-
betrekkingen. Wie vrijwillig een verbintenis
sluit moet alle verplichtingen daarvan ook
nakomen. Dat geldt ook voor soc.-democraten
ten aanzien van militaire betrekkingen. Maar
dat neemt niet weg, dat een groote groep
burgers van het bekleeden van burger-be-
trekikingen wordt uibgesloten.
De Minister van Defensie a.i., de heer
Colijn, zegt, dat niet is te ontkennen, dat ons
korps onderofficleren verouderd is. Toen spr.
25 jaar geleden minister van oorlog was,
waren 77 pet. der segeants ouder dan 30 jaar;
thans 95 pet.; de oudsten zijn tegen de 50. Bij
een normaal verloop moet men 2828% jaar
als sergeant dienen, om in anderen rang over
te gaan.
Een leger, uitsluitend gebaseerd op een
beroepskader, is niet mogelijk, zeker niet in
een tijd, dat er ook op defensie moet worden
bezuinigd. De modeme oorlog eischt om phy-
sieke redenen een jong kader, vooral bij de
infanterie.
Van aan tasting der au tonomie der gemeen-
ten is hier geen sprake. Ten hoogste zou men
kunnen spreken van vermindering van het
zelfbestuuir der gemeenten, ook al neemt spr.
dit niet voor zijn rekening. Wie verlangen
alleen van de gemeenten, dat ze de capitu
lanten voor bepaalde burgerlijke betrekkingen
in aanmerking laten komen, volgens bepaalde
lijsten. De capitulanten zullen als regel niet
worden ingeschoven in het personeel, doch op
beginsalaris aanvangen aan den voet van het
personeel.
Wat betreft de vraag hoe de regeering staat
tegenover de moeilijkheid bij doorvoering van
het capitulantenstelsel t.a.v. de uitsluiting van
soc.-democraten is de regeering van oordeel
dat de moeilijkheid kan en moet worden over
wonnen. Spr. kan zich niet uitlaten over
plannen, die nog slechts in een begin-stadium
zijn. Dit kan spr. wel zeggen: Er moet een
synthese zijn tusschen eischen van leger en
onrecht van uitsluiting van betrekkingen. Dat
onrecht moet uit den weg geruimd. Maar de
krijgstucht moet bovenal worden gehandhaafd.
Spr. is overtuigd, die synthese te zullen
vinden.
Bij de artikelen verdedigt de heer Duymaer
van Twist (a.r.) een amendement om de Zon-
dagrust van capitulanten veilig te stellen.
Dit amendement was behalve door eenige
anti-revolutionairen ook onderteekend door
de heeren Tilanus (c.h.), Krijger (c.h.), v. d.
Bilt fr.k.), Bakker (c.h.), Schaepman (r.k.)
en Wendelaar (v.b.).
De heer Goseling (r.k.) bestrijdt het amen
dement. De bedoeling is goed, maar de zaak
is op deze wijze incidenteel moeilijk in deze
wet te regelen.
De heer Wendelaar (v.b.) had dit amende
ment mede-onderteekend, omdat hij voor an
deren de conscientie-vrijheid geeerbiedigd
wilde zien.
De heer Schaepman (r.k.) wi'lde ook nu 'n
capitulant die bijzondere geschiktheid voor
een bepaalde betrekking heeft, de volgorde
van de lijst verbreken.
De Minister Colijn vindt het amendement
overbodig. Er zullen twee lijsten worden aan-
gelegd. Een voor degenen, die geen bezwa
ren hebben tegen Zondagsarbeid en een voor
degenen, die wel bezwaren hebben.
De stemming over het amendement wordt
aangehouden.
Bij een volgende paragraaf verzette de heer
K. ter Laan (s.d.) zich tegen eenige verlen-
ging van den diensttijd voor hen, die geen
lust gevoelen zich verder te bekwamen voor
den ondenofficiersrang.
De heer Tilanus (c.h.) zeide dat de Regee
ring gevoeld heeft dat haar verantwoordelijk-
heid niet toeliet alle voorstellen der commis-
sie-Iden)burg te aanvaarden. Vandaar dat zij
daartege'nover eenige verbeteringen heeft aan-
gebracht, o.a. de verlenging van sommige
diensttijden.
De heer Schaepman (r.k.) had het juister
gevonden indien de gemengde verhooging in-
zake wijiziging van de Dienstpliohtwet in een
apart ontwerp was belichaamd.
Minister Colijn gaf toe dat het weinig ele
gant was een bepaalde verhooging in het Be-
zuiningingsontwerp op te nemen, maar het
gold het stoppen van eenige lekken. Enkele
der wijzigingen in de Dienstpldchtwet houden
eenig verband met het capitulantenstelsel;
doch verlenging van de res.-onderofficiers-
opleiding met 3 maanden is noodzakelijk door
de steeds voortschrijdende techniek, ook bui
ten het capitulantenstelsel om. Het is niet
mogelijk de andere dienstplichtige onderoffd-
cieren buiten de verlenging te houden. Voor
den zeedienst gaat de verlenging om een
kleine groep personen.
Stemming over de paragraaf werd aange
houden tot Woensdag.
De heer Tilanus (c.h.) sprak vervolgens
over de wij'ziging van het militair onderwijs,
waarvan bij Kon. besluit kan worden afge-
weken. Had die afwijking niet bij de wet
tot stand kunnen komen?
die U kwelt en belei ie werken? Neem
een "AKKERTJE" en binnen een kwarjier
voelt Ge de hoofdpijn wegirekken als mist
voor de zon. Heb steeds AKKER-CACHETS
in huis, vannacht kunnen zij te pas komen
bij Hoofdpijn, Kiespijn, Zenuwpijn, Spier-
pijn. Slechts 52 cent per 12 stuks. Overall
Vraagt ooki „Laxeer-Akkertjes", de nieuwe
vinding van Apotheker Dumont tegen ver-
itopping, hardlijvigheH, enz. Werken zachL
(Ing. Med.)
Minister Colijn erkende dat een eenvoudige
wetswijziging mogelijk ware geweest. Doch
wat in de praktijk reeds gebeurt, wordt nu
gedekt door de voorgestelde paragrafen. De
Minister zeide overigens overweging toe.
Om 12 uur werd de vergadering verdaagd
tot Wtoensdagmiddag 1 uur.
Vergadering van Woensdag.
In den aanvang der vergadering is tot lid
der Kamer geinstalleerd (in de vacature-
Brautigam) Mr. L. A. Donker, over wiens ge-
loofsbrieven in de vergadering van Dinsdag
rapport was uitgebracbt.
Mr. Donker, door den griffier binnen geleid,
legde in handen van den voorzitter de ver-
eischte geloften af, waama hij zitting nam.
Vervolgens werd de behandeling van het
Bezuinigingsontwerp hervat.
Gestemd werd over bet amendement-Duy-
maer van Twist om terwille van capitulanten,
die bezwaar hebben tegen een betrekking,
waaraan Zondagarbeid verbonden is, van de
volgoirde der lijst af te wijken.
Het werd verworpen met 48 tegen 30 stem-
men.
V6br stemden de A.R., de CjH., de V.B. (be
halve de beer Bierema), de beeren v. d. Bilt,
Bongaerts, Schaepman en mej. Meyer (alien
RjK.Lingbeek (H.G.S.) en van Houten
(C.D.U.).
De heer <K. ter Laan (S.D.A.P.) vroeg stem
ming over de geheele paragraaf (het Capitu-
lantenreglement)
Zij werd met 56 tegen 26 stemmen aange
nomen.
Tegen stemden de S.D.A.P., de communis-
ten, voorts de heeren Steinmetz en IJssel-
muiden (beiden R.K.) en de beer van Houten
(CD.U.).
De wijziging van de Dienstplichtwet (oa.
inhoudend verlenging van opleidingstijd voor
res.-onderofficieren en een indirecte kleine
verhooging van het contingent) werd goedge-
keurd met 59 tegen 23 stemmen.
Tegen stemden de S.D.A.P., de C.P. en de
heer van Houten (C.D.U.)
Bij de afdeeling waterstaat van het be
zuinigingsontwerp betoogt de heer Van
Braambeek (S.D.A.P.), dat we nog in bet
duister verkeeren over wat de Minister co-or-
dineeren wil. Met het beginsel den Minister
te machtigen tot invoering van een vergun-
ningsstelsel voor het vervoer van personen
en goederen kan spreker zich vereenigen. De
co-ordinatie van het verkeer blijve geen theo-
retisch wetensehappelijk vraagstuk.
De heer Ebels (V.D.) vraagt zich af of voor-
heen bij een belangrijke aangelegenheid als
regeling van bet verkeerswezen de Staten-
Generaal mogen worden uitgesohakeld.
De heer Van den Heuvel (A.R.) zegt dat
deze materie eigenlijk niet in bet bezuinigings
ontwerp thuis behoort.
De heer Bongaerts (R.K.) had eveneens be-
denkingen tegen de verstrekkende machti-
gingen en achtte ze eveneens onnoodig in ver
band met de bestaande wetgeving.
De beer van Kempen (V.B.) kon zich over
't algemeen wel met de gevraagde machti-
gingen vereenigen al bleven er ook bij hem
nog wel eenige vragen onbeantwoond.
De heer van Voorst tot Voorst (R.K.)
waarschuwde bij voorbaat tegen een te groote
beperking van het vrachtvervoer door middel
van hooge tarieven.
De Minister van Waterstaat, Jhr. Ir. Van
Lith de Jeude, beantwoordde daama de spre-
kers.
Hij behandelde eerst het vervoersvraagstuk
en in verband daarmede de centrale vervoers-
commissie. Deze zal worden uitgebreid met
eenige leden, die uit het bedrijfsleven voort-
komen. Daardoor zullen alle belangen tot him
recht kunnen komen. De commissie is nog
niet met de ingewikkelde studie gereed.
De Minister zette vervolgens uiteen, dat hij
het verkeer als edn geheel ziet. De kosten van
het vervoer moeten dus door dat vervoer in
zjjn geheel worden betaald. Op economischen
grondslag moet elke tak van verkeer zijn taak
vervullen.
Men is bang, dat het wegverkeer zal dood-
bloeden ter wille van de spoorwegen, maar men
bedenke, dat er zoovele millioenen zijn en zul
len worden besteed aan de wegenverbetering,
dat het niet de bedoeling kan zijn, bet ver
keer, dat de wegen gebruikt, te vernietigen.
Wat betreft de spoorwegtekorten, men
houde rekening met de in bet spoorwegnet be-
legde millioenen. Ons geslacbt moet evenwiobt
scheppen tusschen spoorweg- en motor-ver-
keer. Voorloopig is nog academisch de vraag,
of op den duur de spoorbanen moeten worden
opgebroken en door wegen voor motorverkeer
moeten worden vervangen.
De spoorwegtekorten moeten verdwijnen,
want dat wordt werkelijk een onhoudlbare toe-
stand. Er zullen voorstellen worden gedaan
om de kapitaallasten der spoorwegen te ver-
lichten en om het geheel der financieele las-
ten van het spoorwegbedrijf onder het oog te
zien.
Er zullen ook maatregelen moeten worden
genomen inzake de technische en administra-
tieve bedrijfsvoering, waarvoor geen wetswij
ziging noodig is.
Men moet den toestand verbeteren door
grootere frequentie en snelbeid op lange af-
standen, door vervanging van stoomlocomo-
tieven door Diesel- of electrische motoren enz.
Spr. zal met krachtige band ingrijpen, om
dat dit onafwijsbaar noodzakelijk is. Hij
vraagt daartoe medewerking der Kamer.
Paragraaf 47, verleening van vergunningen
door de Kroon betreffende, wordt met 65 tegen
9 stemmen aangenomen. Tegen de CjP. en de
heeren van der Weijden en van Voorst tot
Voorst (RK.), Snoeck Henkemans (C.H.) en
Van Dijken, Terpstra, Van den Heuvel en
Duymaer van Twist (A.R.)
Bij de afd. Sociale Zaken komt aan de orde
het voorstel om het percentage van het loon,
dat krachtens Ziekte- en Ongevallenwet wordt
uitgekeerd, te verlagen van 80 tot 70 pet.
De heer Kupers (iSD.) heeft hiertegen be
zwaar. Een besparing van eenige importan-
tie brengt dit niet. Aanneming van dit voor
stel bedreigt de goede verstandhoudiing tus
schen werkgevers en arbeiders; een verzwak-
king van bonafide vakvereenigingen; een ver-
woede concurrentiestrijd ziet spr. ontstaan
tusschen de bedrijfsvereenigingen onderling en
de Raden van Arbeid.
De heer Smeenk (AjR.) dringt er op aan,
dat de Minister deze verlaging terugneemt en
de bezuiniging op andere wijze tracht te be-
reiken.
De heer Lioerakker (RK.) verklaart zich
ook tegen de verlaging en vraagt eveneens bet
voorstel terug te nemen.
De heer Bakker (C.H.) sluit zich bij de
vorige sprekers aan.
De heer Kortenhorst (RK.) zegt, dat bet
bedrijfsleven haakt naar verlichting, doch de
regeering komt met nieuwe lasten, zwaarder
omzetbelasting e.d. De verlichting welke dit
voorstel biedt is al heel gering. Mocht de
Minister dit voorstel terugnemen, dan is er op
andere wijze wel in de sociale verzekeringen
te bezuinigen, zonder op de uitkeeringen te
bekrimpen: Besparing op de organisatie, ver
vanging van fondsvorming door een omslag-
stelsel e.d.
De Minister van Sociale Zaken, de heer
Slingenberg, heeft geen steun voor het voor
stel in de Kamer beluisterd. Spr. kan zich
niet vereenigen met het betoog van hen, die
de besparing miniem noemden. De Staat be-
taalt f 170.000 ziektepremie voor 8.5 millioen
loon, de besparing zou 20 A 25 mille bedragen
niet zoo heel veel, doch toch een bedrag om
op te letten.
De suggesties van den heer Kortenhorst zal
spr. gaarne overwegen. Nu gebleken is, dat
van alle zijden groote bezwaren bestaan tegen
dit ontwerp, vooral waar het betreft verlaging
voor de allerlaagste loonen, zal de regeering
dit onderdeel terugnemen, al wordt het onder-
werp niet losgelaten. Spr. zal trachten de on-
billijkheden uit het ontwerp te verwijderen.
Spr. neemt dit onderdeel dus terug.
Thans komt in behandeling paragraaf 55:
vermindering van de uitkeering aan ouder-
doms- en invaliditeitsfonds.
De heer Kupers (S.D.) betoogt, dat de
rijksbijdragen voor het ouderdomsfonds A en
het invaliditeitsfonds in de laatste jaren her-
haaldelijk zijn verlaagd Daardoor is de schuld,
welke de staat aan deze fondsen heeft, tot een
zeer hoog bedrag opgeloopen.
De rechten van de verzekerden acht spr. na
de periode van 5 jaar ibedreigd.
De heer Smeenk (A.R.) meent, dat de Staat
op het punt is onrechtvaardige dingen te doen,
door premies, voor een bepaald doel gestort,
voor een ander doel aan te wenden. Spr. houdt
zich zoo lang mogelijk vast aan het stelsel van
de kapitaaldek'king.
Minister Slingenberg zet uiteen, dat de re
geering in 1919 begon met een tekort van 1
milliard. Op den duur gaat de schuld te zwaar
drukken. Het gaat hier slechts om een andere
wijze van financiering, het kapitaai, noch de
rechten van de verzekerden worden aange-
tast. Spr. dringt op aanneming aan.
De paragraaf wordt z.h.st. aangenomen.
Het Bezuinigingsontwerp wordt daama in
stemming gebracht en aangenomen met 51
tegen 23 stemmen.
Tegen soc.-aem., comm. en de heeren Arts
(R.K.D.) en van Houten (C.D.U.).
Hierna werden een reeks wetsontwerpen en
conclusies bebandeld. Vermelding verdient bet
wetsontwerp, dat de regeering maehtigt tot
het uitvaardigen van uitvoerverboden ter be-
vordering van de internationale samenwerking
in bet belang van den vrede of ter bescher-
ming van de levensbelangen van het Rijk in
tijden van buitengewone internationale span
ning. Dit wetje dankt zijn ontstaan aan het
geschil tusschen Bolivia en Paraguya, waar-
bij onze regeering onvoldoende bevoegdheid
bleek te bezitten om over te gaan tot de
maatregelen, die, als uitvloeisel van de onder-
nomen gemeenschappelijke internationale ac-
tie, gewenscht worden geacht. Het kan nu
ook b.v. bij bet ItaliaansehAbessijnsch con
flict dienst doen, als dit onverhoopt noodig
mocht blijken. Het voorloopig verslag noemt
deze landen, de memorie van antwoord noemt
ze wtjselijk niet. De machtiging verplicht de
regeering overigens tot niets, terwijl ook het
Volkenbondisveildrag „eieh zeer groote zelf-
standigheid laat bij de beslissing of aan sane-
ties zal worden deelgenomen of niet."
De vergadering woTdt tot nadere bijeenroe-
ping verdaagd.