ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Het Bezuinigingsontwerp Wat de Voikenbond wil. 'n Barstende Hoofdpfjn 9358 VRIJDAG 4 OCTOBER 1935 75e Jaargang EERSTE 8LAD TWEEDE KAMER. WWRVvttHM NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzeu fr. per past f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post i 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,overif.e landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANOI5 GIRO 38150 TEEEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer f 0,20. KT.F.INF. ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAG A VOND. In deze dagen, nu het niet alleen in de natuur over heel de wereld stormt, maar nu ook opnieuw alle grondslagen van on- ze samenleving als het ware worden door- eengeschud, spreekt het ihaast vanzelf, dat wij ons nog eens gaan bezinnen op het wezen van den Voikenbond, en moeten wij, ook al worden wij door de houding van enkele groote naties diep teleurge- steld, toch geen oogenblik vergeten, dat de stichting en instandhouding van dien Voikenbond een enonme stap vooruit zijn geweest in de richting van de verwezen- lijking en handhaving van het internatio nale recht. Wij stellen als onze overtuiging voorop, dat, ook al mocht het zeer gevreesde bij het verschijnen van dit blad reeds geschied zijn, en al mocht dus helaas blijken, dat de Voikenbond met al zijn instellingen en saneties een zoo groot onrecht niet heeft kunnen voorkomen als Italie op dit oogen blik bezig is Abessime aan te doen, inmid- dels toch reeds gebleken is en nog blijken zal, dat de Voikenbond, ook indien onver- hoopt Italie zijn voornemen mocht door- zetten en zich zelf aan dien Bond zou ont- trekken, goed werk heeft gedaan, door geen middel onbeproefd te laten om dit vreeselijk oniheil nog te voorkomen, en bovendien in den loop der tijden ongetwij- feld nog zijn taak zal trachten te ver- vullen. Men moet de beteekenis van den Voi kenbond vooralsnog dus niet zoozeer zoe- ken in datgene wat zij reeds opleverde en deed als wel in het enkele feit van zijn bestaan. Denkt men terug aan den stand der rechts (of... onrechts) ontwikkeling in de vooroorlogsche jaren men behoeft daarbij nog niet eens erg ver in het ver- leden terug te gaan, en als men daar dan naast legt de organisatie, waarin thans het grootste deel der staatsgemeenschap- pen is gevat, dan beseft men aanstonds welk een geweldige sprong er is gedaan op den weg der vooruitgang. Die staten, die zich bij den Voikenbond hebben ge- voegd, staan dan nu toch maar in geregeld contact met el'kander; zij komen elk jaar samen op dezelfde plaats; zij staan daar alien op voet van gelijkiheid en op den grondslag van een gemeenschappelijke wet. Er is een rechtbank, een forum, bij- een geroepen, waarop elke staat, die zich bedreigd gevoelt, een beroep kan doen in het licht van crpenbaarheid en ten aanhoo- ren van het geweten van een heele wereld. De preventieve macht, die de Voikenbond op deze wijze reeds kan ontwikkelen, is aanzienlijk. Wij herinneren aan de bord- jes, die in sommige plantsoenen zijn geplaatst, en waarop vermeld staat, dat de beplanting in de zorg en in de bescher- ming van het publiek worden aanbevolen Het is natuurlijk zeer wel mogelijk, dat allerlei mensahen aan deze borden voorbij- loopen en zich nauwelij'ks tijd of moeite veroorloven om te lezen, wat daarop staat geschreven; maar wij hebben het toe/ alien wel eens gezien, hoe deze of gene wandelaar juist door dit verzoek zich de vrijheid permitteerde om een ondeugenden jongen of een brutaal meisje te wijzen op het onbehoorlijke van hun daden of ge- drag, en dat er dus van dit enkele beroep reeds een zegenrijke invloed uitging. Als nu de organen van den Voikenbond door een wakkere publieke opinie .worden geprikkeld om deze hun macht en invloed op het juiste oogenblik te doen gelden, is daarin, zoo niet een waarborg voor den vrede aanwezig, dan toch een rem voor onrecht. Er is door mannen van gezag en naaim opgemerkt, dat de waarborgen, die reeds zijn aangenomen, niet volkomen voldoen; er is ook beweerd en de huidige complicaties schijnen de juistheid dezer opmerkipgen te staven), dat het Kellogg- Pact met het handvest van den Voiken bond niet volkomen concordeert, maar het feit, dat toch zich boven alle critiek en boven alle bijizaken zich verheft.'is dit, dat de Voikenbond bestaat en dat deze nu reeds een integreerend deel van de inter- nationale rechtsorde is geworden. Zoo staan de zaken. Maar is dit alles nu nog vol te houden in deze dagen, nu belangrijke mogendheden als Japan en Duitschland of zich van dit alles niets bleken aan te trekken of eenvoudig, om wat voor reden ook, den Voikenbond den rug toekeerden? Wij hebben nog kort geleden bij een filmvertooning het tafereel gadegeslagen, op hoe innemende en over- hartelijke wijze de Duitschers, tot den Voikenbond toegelaten, daar, te Geneve, werden verwelkomt. En dan te denken, hoe al kort daarop ditzelfde machtige Rijk er weer uit trok en nu absoluut zijn eigen weg wenscht te gaan! Laten wij het ge- rust maar erkennen (want als wij het niet neerschrijven, denken onze lezers het toch!) dat zich een ernstig scepticisme van de menschen heeft meester gemaakt, en dat velen nauwelijks een zuren of bit- teren glimlach kunnen bedwingen, als zij het woord „Volkenbond" maar hooren noemen. Dat komt zeker niet hieruit voort, dat het nieuwtje van den Voiken bond reeds af zou zijn. Neen, ihet komt voort uit veel ernstig er oorzaak: men voelt zich diep teleurgesteld. Men wijst op de toestanden in de wereld, en men gaat niet alleen zoover, dat men vraagt, hoe het toch mogelijk is, dat dit alles kan bestaan en kan worden toegelaten, maar men gaat nog veel verder, en stelt nu zelfs den Voikenbond voor al deze desillusies min of meer aansprakelijk. De menschen wor den wrevelig, als zij dat wekenlange ge- praat en overleggen vernemen, en als zij dan lezen, hoe de gewichtigste zaken tel- kens maar weer worden uitgesteld, ver- schoven of van de eene commissie naar de andere worden overgekaatst. Men denkt- ook aan de hooge bedragen, die van de Staten voor het werk te Geneve worden gevorderd, en dat in een tijd, nu het alom de grootste moeite kost om zoo iets als een sluitende begrooting klaar te krijgen. Maar men moet toch niet onbillijk zijn. Toen er ook vroeger (in 1931) al eens sprake was van ontevredenheid over de resultaten van de besprekingen te Geneve, heeft niemand minder dan Jhr. Van Kar- nebeek er op gewezen, dat men b.v. bij de behandeling van het vraagstuk der repa- raties en schulden nooit mocht over het hoofd zien, dat een partij, waar alles om draaide, zelf geen lid van den Voikenbond was (Amerika), en dat er dus van bin- dend overleg op dit terrein nimmer sprake kon zijn. Bovendien vergete men niet, hoe moei- lijk de taak is van hen, die te Geneve als vertegenwoordigers van staten en volken optreden. Zij hebben in die internationale sfeer, waarin het overleg gehouden wordt, wel ernstig toe te zien, dat zij zich niet verder laten voeren dan in het oog van het volk, dat thuis op hen wacht en waarin allerlei stroomingen en invloeden werk- zaam zijn, genade kan vinden. Het gaat maar niet aan voor deze mannen om zich te Geneve te laten guun". Tal van deze persoonlijkheden hebben, ook al werden zij te Geneve om hun internationalen zin luide toegejuicht, bij thuiskomst een echt koud-water-bad gekregen. Het eigenaar- dige van den tijd, waarin wij leven, is dit, dat het organiseeren van de staten-maat- schappij gepaard gaat met een sterk groeiend politiek en economisoh nationalis- me, dat voedsel vindt in de leuze van het zelfbeschikkingsrecht. Hier is dus zeker een dualisme aan te wijzen, dat tot lastige en pijnlijke conflic- ten leiden moet, en juist daaruit zal groo- tendeels kunnen worden verstaan, hoe het mogelijk is, dat, bij de beste bedoelingen en begeerten, die de afgevaardigden be- zielen, de resultaten dikwijls toch nog maar zoo uiterst poover, ja zelfs helaas nog vaak negatief moeten worden ge- noemd. ..Contact" heeft diezelfde, door ons reeds geciteerde oud-voorzitter van de Assemblee in 1932 te Arnhem gezegd en het zij ons vergund met die massieve woorden dit artikel te besluiten .con tact (als te Geneve wordt gezocht en menigmaal gevonden) is geen toovermid- del. Het werkt moeizaam en langzaam te midden van de oneindige tegenstellingen, maar er ligt toch voor den wereldvrede een waarborg in van zeer groote beteeke nis. Zij, die zonder begrip van de moei- lijkheden, zoo gaarne smalen op dat ein- deloos overleggen, en die daarvoor de schouders ophalen, zien voortbij, dat bij de tegenwoordige spanningen juist daarin nog redding gelegen kan zijn Avondvergadering van Dinsdag 1 October. In de avondvergadering, welke door jhr. mr. Ruys de Beerenbrouck werd- gepresideerd, werd het debat over het capitulantenstelsel voortgezet. iDe heer Tilanus (c.h.) vroeg waarom de Minister een reglement als vorm voor het capitulantenstelsel had ge-kozen. Het is ten- slotte een wet. Er is wel degelijk verscihil tusschen dit ont- werip en het ontwerp-Lambooy. Miet name wat de pensioenslasten betreft, moet als zwaartepunt gelden de enorme pen- sioenlast, die 20 millioen heeft bereikt. De bezuiniging door het capitulantenstel sel zal 5 millioen vergen; het eerste jaar sleohts 80.000. Eerst geleidelijk zullen de 5 millioen worden bereikt. iHet ontwenp wordt geheel tot de onder- officieren, korporaals en manschappen be- perkt. De Regeering moet er echter voor zorgen, dat de capitulanten geen betrekking krijgen die hen vrijstelt bij mobilisatie. De beer Schilthuis (v.d.) voerde als be- zwaar tegen het capitulanten-reglement aan, dat leden van de S.D.A.P. en het N.V.V. uit- gesloten zijn van betrekkingen, die ressor- teeren onder het departement van Defensie, derhalve een belangrijk gedeelte van de bevol- king, waarvan heelemaal niet vaststaat, dat het ongesohikt is voor zekere betrekkingen. De heer Duymaer v. Twist (a.r.) somde de voordeelen van het capitulantenstelsel op, o.a. de verjonging van het beroepskader; de financieele voordeelen, welke op den duur worden bereikt. Hij vroeg tegemoetkoming aan die capitu lanten, die tegen het bekleeden van sommige betrekkingen, waaraan Zondagsarbeid is ver- bonden, bezwaren hebben. De heer Schaepman (r.k.) aoht de bezwaren tegen het capitulantenstelsel wel wat erg op de spits gedreven, al zijn de bepalingen niet overal even duidelijk. De heer Wendelaar (v.b.) zag een bezwaar tegen de bepaling dat capitulanten in een be- paalde volgorde moeten worden genomen. Niettemin is hij bereid met het voorstel mede te gaan. De heer Albarda (s.d.a.p.) besprak de uit- sluiting van de soc.-democraten van defensie- betrekkingen. Wie vrijwillig een verbintenis sluit moet alle verplichtingen daarvan ook nakomen. Dat geldt ook voor soc.-democraten ten aanzien van militaire betrekkingen. Maar dat neemt niet weg, dat een groote groep burgers van het bekleeden van burger-be- trekikingen wordt uibgesloten. De Minister van Defensie a.i., de heer Colijn, zegt, dat niet is te ontkennen, dat ons korps onderofficleren verouderd is. Toen spr. 25 jaar geleden minister van oorlog was, waren 77 pet. der segeants ouder dan 30 jaar; thans 95 pet.; de oudsten zijn tegen de 50. Bij een normaal verloop moet men 2828% jaar als sergeant dienen, om in anderen rang over te gaan. Een leger, uitsluitend gebaseerd op een beroepskader, is niet mogelijk, zeker niet in een tijd, dat er ook op defensie moet worden bezuinigd. De modeme oorlog eischt om phy- sieke redenen een jong kader, vooral bij de infanterie. Van aan tasting der au tonomie der gemeen- ten is hier geen sprake. Ten hoogste zou men kunnen spreken van vermindering van het zelfbestuuir der gemeenten, ook al neemt spr. dit niet voor zijn rekening. Wie verlangen alleen van de gemeenten, dat ze de capitu lanten voor bepaalde burgerlijke betrekkingen in aanmerking laten komen, volgens bepaalde lijsten. De capitulanten zullen als regel niet worden ingeschoven in het personeel, doch op beginsalaris aanvangen aan den voet van het personeel. Wat betreft de vraag hoe de regeering staat tegenover de moeilijkheid bij doorvoering van het capitulantenstelsel t.a.v. de uitsluiting van soc.-democraten is de regeering van oordeel dat de moeilijkheid kan en moet worden over wonnen. Spr. kan zich niet uitlaten over plannen, die nog slechts in een begin-stadium zijn. Dit kan spr. wel zeggen: Er moet een synthese zijn tusschen eischen van leger en onrecht van uitsluiting van betrekkingen. Dat onrecht moet uit den weg geruimd. Maar de krijgstucht moet bovenal worden gehandhaafd. Spr. is overtuigd, die synthese te zullen vinden. Bij de artikelen verdedigt de heer Duymaer van Twist (a.r.) een amendement om de Zon- dagrust van capitulanten veilig te stellen. Dit amendement was behalve door eenige anti-revolutionairen ook onderteekend door de heeren Tilanus (c.h.), Krijger (c.h.), v. d. Bilt fr.k.), Bakker (c.h.), Schaepman (r.k.) en Wendelaar (v.b.). De heer Goseling (r.k.) bestrijdt het amen dement. De bedoeling is goed, maar de zaak is op deze wijze incidenteel moeilijk in deze wet te regelen. De heer Wendelaar (v.b.) had dit amende ment mede-onderteekend, omdat hij voor an deren de conscientie-vrijheid geeerbiedigd wilde zien. De heer Schaepman (r.k.) wi'lde ook nu 'n capitulant die bijzondere geschiktheid voor een bepaalde betrekking heeft, de volgorde van de lijst verbreken. De Minister Colijn vindt het amendement overbodig. Er zullen twee lijsten worden aan- gelegd. Een voor degenen, die geen bezwa ren hebben tegen Zondagsarbeid en een voor degenen, die wel bezwaren hebben. De stemming over het amendement wordt aangehouden. Bij een volgende paragraaf verzette de heer K. ter Laan (s.d.) zich tegen eenige verlen- ging van den diensttijd voor hen, die geen lust gevoelen zich verder te bekwamen voor den ondenofficiersrang. De heer Tilanus (c.h.) zeide dat de Regee ring gevoeld heeft dat haar verantwoordelijk- heid niet toeliet alle voorstellen der commis- sie-Iden)burg te aanvaarden. Vandaar dat zij daartege'nover eenige verbeteringen heeft aan- gebracht, o.a. de verlenging van sommige diensttijden. De heer Schaepman (r.k.) had het juister gevonden indien de gemengde verhooging in- zake wijiziging van de Dienstpliohtwet in een apart ontwerp was belichaamd. Minister Colijn gaf toe dat het weinig ele gant was een bepaalde verhooging in het Be- zuiningingsontwerp op te nemen, maar het gold het stoppen van eenige lekken. Enkele der wijzigingen in de Dienstpldchtwet houden eenig verband met het capitulantenstelsel; doch verlenging van de res.-onderofficiers- opleiding met 3 maanden is noodzakelijk door de steeds voortschrijdende techniek, ook bui ten het capitulantenstelsel om. Het is niet mogelijk de andere dienstplichtige onderoffd- cieren buiten de verlenging te houden. Voor den zeedienst gaat de verlenging om een kleine groep personen. Stemming over de paragraaf werd aange houden tot Woensdag. De heer Tilanus (c.h.) sprak vervolgens over de wij'ziging van het militair onderwijs, waarvan bij Kon. besluit kan worden afge- weken. Had die afwijking niet bij de wet tot stand kunnen komen? die U kwelt en belei ie werken? Neem een "AKKERTJE" en binnen een kwarjier voelt Ge de hoofdpijn wegirekken als mist voor de zon. Heb steeds AKKER-CACHETS in huis, vannacht kunnen zij te pas komen bij Hoofdpijn, Kiespijn, Zenuwpijn, Spier- pijn. Slechts 52 cent per 12 stuks. Overall Vraagt ooki „Laxeer-Akkertjes", de nieuwe vinding van Apotheker Dumont tegen ver- itopping, hardlijvigheH, enz. Werken zachL (Ing. Med.) Minister Colijn erkende dat een eenvoudige wetswijziging mogelijk ware geweest. Doch wat in de praktijk reeds gebeurt, wordt nu gedekt door de voorgestelde paragrafen. De Minister zeide overigens overweging toe. Om 12 uur werd de vergadering verdaagd tot Wtoensdagmiddag 1 uur. Vergadering van Woensdag. In den aanvang der vergadering is tot lid der Kamer geinstalleerd (in de vacature- Brautigam) Mr. L. A. Donker, over wiens ge- loofsbrieven in de vergadering van Dinsdag rapport was uitgebracbt. Mr. Donker, door den griffier binnen geleid, legde in handen van den voorzitter de ver- eischte geloften af, waama hij zitting nam. Vervolgens werd de behandeling van het Bezuinigingsontwerp hervat. Gestemd werd over bet amendement-Duy- maer van Twist om terwille van capitulanten, die bezwaar hebben tegen een betrekking, waaraan Zondagarbeid verbonden is, van de volgoirde der lijst af te wijken. Het werd verworpen met 48 tegen 30 stem- men. V6br stemden de A.R., de CjH., de V.B. (be halve de beer Bierema), de beeren v. d. Bilt, Bongaerts, Schaepman en mej. Meyer (alien RjK.Lingbeek (H.G.S.) en van Houten (C.D.U.). De heer <K. ter Laan (S.D.A.P.) vroeg stem ming over de geheele paragraaf (het Capitu- lantenreglement) Zij werd met 56 tegen 26 stemmen aange nomen. Tegen stemden de S.D.A.P., de communis- ten, voorts de heeren Steinmetz en IJssel- muiden (beiden R.K.) en de beer van Houten (CD.U.). De wijziging van de Dienstplichtwet (oa. inhoudend verlenging van opleidingstijd voor res.-onderofficieren en een indirecte kleine verhooging van het contingent) werd goedge- keurd met 59 tegen 23 stemmen. Tegen stemden de S.D.A.P., de C.P. en de heer van Houten (C.D.U.) Bij de afdeeling waterstaat van het be zuinigingsontwerp betoogt de heer Van Braambeek (S.D.A.P.), dat we nog in bet duister verkeeren over wat de Minister co-or- dineeren wil. Met het beginsel den Minister te machtigen tot invoering van een vergun- ningsstelsel voor het vervoer van personen en goederen kan spreker zich vereenigen. De co-ordinatie van het verkeer blijve geen theo- retisch wetensehappelijk vraagstuk. De heer Ebels (V.D.) vraagt zich af of voor- heen bij een belangrijke aangelegenheid als regeling van bet verkeerswezen de Staten- Generaal mogen worden uitgesohakeld. De heer Van den Heuvel (A.R.) zegt dat deze materie eigenlijk niet in bet bezuinigings ontwerp thuis behoort. De heer Bongaerts (R.K.) had eveneens be- denkingen tegen de verstrekkende machti- gingen en achtte ze eveneens onnoodig in ver band met de bestaande wetgeving. De beer van Kempen (V.B.) kon zich over 't algemeen wel met de gevraagde machti- gingen vereenigen al bleven er ook bij hem nog wel eenige vragen onbeantwoond. De heer van Voorst tot Voorst (R.K.) waarschuwde bij voorbaat tegen een te groote beperking van het vrachtvervoer door middel van hooge tarieven. De Minister van Waterstaat, Jhr. Ir. Van Lith de Jeude, beantwoordde daama de spre- kers. Hij behandelde eerst het vervoersvraagstuk en in verband daarmede de centrale vervoers- commissie. Deze zal worden uitgebreid met eenige leden, die uit het bedrijfsleven voort- komen. Daardoor zullen alle belangen tot him recht kunnen komen. De commissie is nog niet met de ingewikkelde studie gereed. De Minister zette vervolgens uiteen, dat hij het verkeer als edn geheel ziet. De kosten van het vervoer moeten dus door dat vervoer in zjjn geheel worden betaald. Op economischen grondslag moet elke tak van verkeer zijn taak vervullen. Men is bang, dat het wegverkeer zal dood- bloeden ter wille van de spoorwegen, maar men bedenke, dat er zoovele millioenen zijn en zul len worden besteed aan de wegenverbetering, dat het niet de bedoeling kan zijn, bet ver keer, dat de wegen gebruikt, te vernietigen. Wat betreft de spoorwegtekorten, men houde rekening met de in bet spoorwegnet be- legde millioenen. Ons geslacbt moet evenwiobt scheppen tusschen spoorweg- en motor-ver- keer. Voorloopig is nog academisch de vraag, of op den duur de spoorbanen moeten worden opgebroken en door wegen voor motorverkeer moeten worden vervangen. De spoorwegtekorten moeten verdwijnen, want dat wordt werkelijk een onhoudlbare toe- stand. Er zullen voorstellen worden gedaan om de kapitaallasten der spoorwegen te ver- lichten en om het geheel der financieele las- ten van het spoorwegbedrijf onder het oog te zien. Er zullen ook maatregelen moeten worden genomen inzake de technische en administra- tieve bedrijfsvoering, waarvoor geen wetswij ziging noodig is. Men moet den toestand verbeteren door grootere frequentie en snelbeid op lange af- standen, door vervanging van stoomlocomo- tieven door Diesel- of electrische motoren enz. Spr. zal met krachtige band ingrijpen, om dat dit onafwijsbaar noodzakelijk is. Hij vraagt daartoe medewerking der Kamer. Paragraaf 47, verleening van vergunningen door de Kroon betreffende, wordt met 65 tegen 9 stemmen aangenomen. Tegen de CjP. en de heeren van der Weijden en van Voorst tot Voorst (RK.), Snoeck Henkemans (C.H.) en Van Dijken, Terpstra, Van den Heuvel en Duymaer van Twist (A.R.) Bij de afd. Sociale Zaken komt aan de orde het voorstel om het percentage van het loon, dat krachtens Ziekte- en Ongevallenwet wordt uitgekeerd, te verlagen van 80 tot 70 pet. De heer Kupers (iSD.) heeft hiertegen be zwaar. Een besparing van eenige importan- tie brengt dit niet. Aanneming van dit voor stel bedreigt de goede verstandhoudiing tus schen werkgevers en arbeiders; een verzwak- king van bonafide vakvereenigingen; een ver- woede concurrentiestrijd ziet spr. ontstaan tusschen de bedrijfsvereenigingen onderling en de Raden van Arbeid. De heer Smeenk (AjR.) dringt er op aan, dat de Minister deze verlaging terugneemt en de bezuiniging op andere wijze tracht te be- reiken. De heer Lioerakker (RK.) verklaart zich ook tegen de verlaging en vraagt eveneens bet voorstel terug te nemen. De heer Bakker (C.H.) sluit zich bij de vorige sprekers aan. De heer Kortenhorst (RK.) zegt, dat bet bedrijfsleven haakt naar verlichting, doch de regeering komt met nieuwe lasten, zwaarder omzetbelasting e.d. De verlichting welke dit voorstel biedt is al heel gering. Mocht de Minister dit voorstel terugnemen, dan is er op andere wijze wel in de sociale verzekeringen te bezuinigen, zonder op de uitkeeringen te bekrimpen: Besparing op de organisatie, ver vanging van fondsvorming door een omslag- stelsel e.d. De Minister van Sociale Zaken, de heer Slingenberg, heeft geen steun voor het voor stel in de Kamer beluisterd. Spr. kan zich niet vereenigen met het betoog van hen, die de besparing miniem noemden. De Staat be- taalt f 170.000 ziektepremie voor 8.5 millioen loon, de besparing zou 20 A 25 mille bedragen niet zoo heel veel, doch toch een bedrag om op te letten. De suggesties van den heer Kortenhorst zal spr. gaarne overwegen. Nu gebleken is, dat van alle zijden groote bezwaren bestaan tegen dit ontwerp, vooral waar het betreft verlaging voor de allerlaagste loonen, zal de regeering dit onderdeel terugnemen, al wordt het onder- werp niet losgelaten. Spr. zal trachten de on- billijkheden uit het ontwerp te verwijderen. Spr. neemt dit onderdeel dus terug. Thans komt in behandeling paragraaf 55: vermindering van de uitkeering aan ouder- doms- en invaliditeitsfonds. De heer Kupers (S.D.) betoogt, dat de rijksbijdragen voor het ouderdomsfonds A en het invaliditeitsfonds in de laatste jaren her- haaldelijk zijn verlaagd Daardoor is de schuld, welke de staat aan deze fondsen heeft, tot een zeer hoog bedrag opgeloopen. De rechten van de verzekerden acht spr. na de periode van 5 jaar ibedreigd. De heer Smeenk (A.R.) meent, dat de Staat op het punt is onrechtvaardige dingen te doen, door premies, voor een bepaald doel gestort, voor een ander doel aan te wenden. Spr. houdt zich zoo lang mogelijk vast aan het stelsel van de kapitaaldek'king. Minister Slingenberg zet uiteen, dat de re geering in 1919 begon met een tekort van 1 milliard. Op den duur gaat de schuld te zwaar drukken. Het gaat hier slechts om een andere wijze van financiering, het kapitaai, noch de rechten van de verzekerden worden aange- tast. Spr. dringt op aanneming aan. De paragraaf wordt z.h.st. aangenomen. Het Bezuinigingsontwerp wordt daama in stemming gebracht en aangenomen met 51 tegen 23 stemmen. Tegen soc.-aem., comm. en de heeren Arts (R.K.D.) en van Houten (C.D.U.). Hierna werden een reeks wetsontwerpen en conclusies bebandeld. Vermelding verdient bet wetsontwerp, dat de regeering maehtigt tot het uitvaardigen van uitvoerverboden ter be- vordering van de internationale samenwerking in bet belang van den vrede of ter bescher- ming van de levensbelangen van het Rijk in tijden van buitengewone internationale span ning. Dit wetje dankt zijn ontstaan aan het geschil tusschen Bolivia en Paraguya, waar- bij onze regeering onvoldoende bevoegdheid bleek te bezitten om over te gaan tot de maatregelen, die, als uitvloeisel van de onder- nomen gemeenschappelijke internationale ac- tie, gewenscht worden geacht. Het kan nu ook b.v. bij bet ItaliaansehAbessijnsch con flict dienst doen, als dit onverhoopt noodig mocht blijken. Het voorloopig verslag noemt deze landen, de memorie van antwoord noemt ze wtjselijk niet. De machtiging verplicht de regeering overigens tot niets, terwijl ook het Volkenbondisveildrag „eieh zeer groote zelf- standigheid laat bij de beslissing of aan sane- ties zal worden deelgenomen of niet." De vergadering woTdt tot nadere bijeenroe- ping verdaagd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 1