Als de heide bloeit Ter Neuzensche Gourani Tweede Blad Binnenland Feuilleton Feuilleton-vertellingen Gemengde Berichten Maandag 30 September 1935. No. 9356. nation aliteit in het huweujk. ALS DE OVERHEID ZAKEN GAAT DOEN BRABANTSCHE BRIEVEN. VAN Aan het verslag der bijzondere commissie betreffende de ingediende wetsontwerpen in- zake nationaliteit, ontleenen wij, dat deze met de regeering van oordeel is, dat op het ge- bied der nationaliteit unificatie van wet- geving niet te bereiken is. De commissie kan zich met de voorstellen van de regeering zioowel tot goedkeuring van het verdrag van 12 April 1930 nopens zekere vragen betreffende wetsconflicten en van twee der daarbij behoorende protocollen als tot wijziging van verschiUende wetten, welke daanmede verband houden, in hoofdzaak zeer wel vereenigen. Van de gelegemheid tot het zenden van op- merkingen, is gebruik gemaakt door het Tweede Kamerlid mevr. BakkerNort. In haar nota wordt uitgegaan van het standpunt dat op het gebied der nationaliteit rechtsge- lijkheid tusschen man en vrouw behoort te be- staan in dien zin, dat een vrouw, die met een vreemdeling huwt, haar eigen nationaliteit steeds of althans zoo dikwijls het echtpaar in het vaderland der vrouw blijft wonen, zou be- houden. Ddit standpunt kan de commissie niet tot het hare maken. Zij vereenigt zich in tegendeel met de opvatting van de regeering, dat het beginsel van eenhedd van nationali teit in het huwelijk zooveel mogelijk gehand- hoofd dient te worden. HET OFTROEDEN VAN MELK- CONTROLEURS. Naar aanleiding van een door de Holland- sche Maatsdhappij van Landbouw bij den mi nister van Landbouw en Visscherij aanhangig gemaakite zaak betreffende klachten over het optreden van melkcontroleurs, heeft de ambtsrvoorganger van den tegenwoordigen minister, zoodra hij deze klachten vemam, aanstonds een onderzoek bevolen. De op- dracht hiertoe was reeds verrstrekt voor de klacht den minister van de zijde van de Hol- landsche Maatschappij van Landbouw had be- reikt. Bij het uiitgebreide onderzoek, dat nog met ten einde is, zijn reeds tal van personen ge- hoord. Er zal niet worden nagelaten krachtige maatregelen te nemen, indien het resultaat van het onderzoek daartoe aanleiding zou geven. 700.009 K.G. gezouten spek (welk spek op t oogenblik wordt gezouten) tegen een prijs van acht cents beneden den officieel door de Vee- houderijcentrale vas'bgestelden spek-export- prijs. (Hierbij dient te worden opgemerkt, dat 700 ton spek geenszins een kolossaa] kwantum is dat dus een speciaal offer waard is. Vorig jaar heeft Duitschland 10.000 ton spek van ons land gekocht.) In deskundige kringen acht men dezen prijs abnormaal laag, waarvoor de volgende argu- menten worden aangevoerd. De Centrale heeft melt uitsluiting van alle anderen, al het voor uitvoer ibeschikbare spek in handen. Iedere exporteur krijgt maande- lijks, berekend naar rato van zijn vroegeren omzet, een spekuitvoer-contingent van de Centrale toegewezen. Regelmatig krijgen de exporteurs bericht, tegen welken prijs zij spek naar Duitschland mogen verkoopen (niet lager en niet hooger). De exporteurs zenden de door hem in Duitschland geplaatste orders in bij de Centrale, die dan voor de uitvoering daarvan zorg draagt en vervolgens aan de exporteurs de bun toekomende commissie uit- betaalt. De thans door de Centrale ten aanzien van den spekuitvoer naar Duitschland aan de ex porteurs opgelegde prijs bedraagt acht cents per kg meer dan de Centrale zelf heeft be- dongen bij den verkoop van bovengenoem.de partij van 700.000 K.G. Dit maakt dus voor deze partij in totaal een nadeelig verschil van f 56.000. Te meer verwondert men zich in vakkrm- gen over den lagen prijs, door de Centrale gemaakt, aangezien Duitschland bij de gewo- ne exporteurs zeer grif kooper is voor een prijs van 50 cents per K.G. Men is, zoo vernemen wij, geneigd om aan te nemeni, dat de gewraakte handeling der Centrale er op is gericht, de Duitsche impor- teurs in de toekomst af te houden van de Nederlandsche exporteurs, m.a.w. om de im- porteurs naar zioh toe te halen, waardoor de Centrale dian in staat zal zijn, om haar be- staansrecht kunstmatig te demonstreeren. Verder vernemen wij nog, dat de directie der Centrale aan de bestuursleden van dit lichaam d.d. 22 September jJ. een brief heeft gezonden, waarin hun werd medegedeeld, dat zij er in is ,,geslaagd", om 700.000 K.G. spek naar Duitschland te verkoopen voor acht cts. beneden den officieel en prijs. Hoeiwel wij uit den aard der zaak niet in staat zijn, om een en ander op volledige juist- heid te toetsen, hebben wij niettemin alle reden, om aan te nemen, dat de hoofdzaak overeenstemt met de feiten. Wat thans noo- ddg is, is voor alles: officieel licht en volledig licht, het zouten en wat daaraan vastzit, in- begrepen. Het ryag ten slotte verwondenng baren dat de Centrale nog geen communique heeft uit- gegeven over haar ,,geslaagde" koopmans- daad. 700.000 K.G. spek 8 cents onder den pr\js verkocht. Het is bekend, dat de Veehouderijcentrale nog over een vrij groote hoeveelheid versch (dus niet gezouten) spek beschikt, hetwelk in de vrieshuiizen in bevroren toestand opgesla- gen ligt. Dit spek is geleverd door grossiers en slagers, het is afkomsitig van door hen ge- slachte zware varkens, doch kon niet door .de binnenlandsche markt worden opgenomen. Dit spek nu moet alvorens te kunnen worden uitgevoerd eerst worden gezouten. We vernemen nu, aldus het Alg. Hbl., dat de Centrale aan verscheddene firma's, die over doelmatige zoutgelegenheid beschikken, prijs- opgave heeft gevraagd voor het zouten. Het resultaat hiervan is geweest, dat het grootste althans een zeer belangrijk deel van bedoeld spek voor zouting is toegewezen aan eenige baconfabrieken, o.a. te Oss en Winterswijk. Wij willen aannemen, dat het door die fa- brieken bedongen zoutloon voor de Centrale goedkooper uitkomt dan wanneer dit werk aan andere ware opgedragen, ook al worden de transportkosten van het bevroren spek naar die betrekkelijik afgelegen fabrieken meegerekend. Er ligt b.v. te Amsterdam een vrij groot kwantum opgeslagen, doch dit zal niet daar ter stede, doch in Oss worden ge zouten, hoewel eenige op het Amsterdamsche abattoir gevestigde grossiersfirma's hadden ingeschreven. Intusschen zou men de vraag kunnen stel- len, of het zouten in Oss en elders geschiedt in inrichtingen (dus zouterijen), waarin ook bacon wordt verwerkt, inrichtingen dus, die onder het Bacon-contract vallen, in welk geval immers z.g. „vaste kosten" (rente over eigen en geleend kapitaal, afschrijvingen, salarissen enz.door de Centrale worden vergoed! Indien deze vraag beveStigend moet worden beantwoord, dan liggen die baconfabrieken begrijpelijkerwijs een heel stuk voor bij zoute rijen, die niet onder de zegenende wenking van het bacon-conitract vallen, zooals de ge- noemde grossiersfirma's. De veehouderijcentrale, afdeeling varkens, zou nu naar wij vernemen zddr kort ge- leden verkocht hebben aan de Reichsstelle fiir Milcherzeugnisse, Ole und Rette te Berlijn, Roman van ANNY v. PANHUYS. (Nadruk verboden.) 18) (Vervolg.) Josine liet Antoon begaan. Zijn ijver en volharding bevielen haar en die opgewekte muziek bracht een beetje leven in de dood- sche stilte, oie haar omgaf. Dirk Willebrands! Die naam was aan den Parijzer kiunsthemel verschenen als een stralende zon en toen het ruchtbaar v/erd, dat de jonge compooist van de opera ,,Margo" den dirigeerstok zwaai le in het theater Bon Plasir in de voorstad, wilden alle muziekliefhebbers en zij, die zich daarvoor uitgaven, hem in die functie zien. Het lied ,,Als de heide bloeit", dat Margo Girardin nog elken avond voordroeig, trok het publiek met meer zooals vroeger. Nu was het de persoon van Dirk Willebrands. De slanke kapelmeester, die er uitzag als een stramme officier, bezig zijn soldaten te drillen, beviel hun nu meer dan het senti- menteele iiedje. De post bracht hem pakken brieven, allerlei aanbiedingen. Lessen werden hem gevraagd, portretten wenschtte men te ontvangen. Zelfs eenige liefdesverklaringen bevonden zich onder die poststukken en een formeel huwelijksvoorstel werd hem gedaan door een „wel niet jonge, maar goed gecon- serveerde dame", zooals de schrijfster zich noemde. Dirk las met Margo al die brieven door en zij scheen er zich dol mee te amuseeren. Trouwens, dat had de jonge componist wel Ulvenhout, 24 Sept. 1935. Menier, Daar staat hier op ons durp 'n heele verandering te gebeuren. Zon- dagmiddag is 't ons officieel mee- gedeeld. We zaten in „de Gouwen Koei", mee de kompleete propclub en 't kaartspel draaide op voile toeren als naar gewoonte den Jaan binnenkwam. Zijn uniformpet stond erg voorover. Zijn zwarte krieken van oogen kost ge maar net zien glimmen onder de lakken klep. Zijnen grooten snor hing, als 'nen koeisteert omlaag; al 't „mili- taire" was uit zijnen postuur. Den Fielp ging sjuust weer „pdek", ge weet, da's zoo zijn stokperdje, en dat moet ik erbij zeggen: hij was aan de winnende hand. Dus, hij spulde met 'n vuur als, als, als ,,'nen nest jonge honden", lijk den Blaauwe dat noemt. En 'n praat, 'n praat amico, ,,de Gou wen" was hum te klein. „Zoo motte kaartspeulen", en dan smeet ie de kaart op tafel, of er 'n zweep klapte! ,,Dher", en dan douwde ie de kaart door 't tafeltje henen! „Hier, hedde 'r van terug?" „Hier, hier, hier", 6<§n, twee, drie gooide- n-ie de kaarten achter malkaar neer: ,,hier, hier, nog 's bier, betalen mannen!" ,,Niks niks", zei den Blaauwe: „oprapen die kaarten, uitspeulen bakker!" Maar dat was tredterderij, amico! Dat was alleen maar om den Fielp 'n bietje koest te krijgen, want hij had kaarten, kaarten,as ermen en beenen", zei den Joost, ge weet wel, den weareldkampioen uit Oosterhout. verwacht. Zij lachte veel en luid, hoewel het niet echt klonk. Hij scheen dit niet op te merken. Neen, haar vroolijkheid was niet echt. Die brieven deden haar begrijpen, dat Dirk wel- dra heen zou gaan. Hoe lang zou het dan nog duren, eer Bon Flaisir en zijzelf verge- ten zouden zijn? Op hetgeen Dirk eens in een opwelling van sympathie en dankbaarheid had gezegd, was hij nooit meer teruggekomen. Nu ja, zij zelf had hem verzocht, dat thema niet meer aan te roeren, maar toch zou zij het prettiger hebben gevonden, als hij zich niet zoo spoedig bij haar bezwaren had neergelegd. Toen kwam de tijding, dat zijn opera „Mar- go" in den stadsschouwburg van Amsterdam zou worden opgevoerd. Dirk was als verbijs- terd van vreugde over dit bericht. Den volgenden dag, toen hij Margo in het park van het Luxembourg ontmoette, ver- telde hij het haar. Zij hadden afgesproken, elkaar daar te treffen, want dikwijls gingen zij in den namiddag wandelingen doen. Repe- tities werden er nu weinig meer gehouden. Boussac had geen nieuwe operettes op zijn repertoire genomen. Waarom ook Elken avond was het theater Bon Plaisir tjokvol en de oude directeur zegende in stilte de twee sterren, die hem zoo'n goede cassa bezorg- den. Eerst was het Margo Girardin met het lied „Als de heide bloeit". Nu kwamen de Parijzenaars om Dirk Willebrands te zien, wiens kleine opera elken avond in den groo ten schouwburg aan de Boulevard des Ca- pucines een stormachtig applaus ontketende. Met angst dacht Boussac er aan, dat die twee hem wel gauw verlaten zouden. Lang blevdh zij in geen geval, want eerlijk beken- de hij het zichzelf, dat zij in Bon Plaisir niet op hun plaats waren. Slechts aan een gunstig toeval was het te danken, dat z\j bij hem waren gekomen. Dat het gevreesde afscheid zoo nabij was, dat vermoedde de oude man met zijn pa- triarchalen baard toch niet. Ook niet, toen „Goeiemiddag, mannen", bromde den Jaan, i die naar ons tafeltje gedruild was. Maar den bakker zei: „zijde gij den lolligste thuis, Blaauwe? Aan die kaarten van nnjn kunde taCh niks doen, prulleman!" „Daar hedde gelijk in, Fielp! Mee zulke kaarten kon m'n grootmoeder 'it vroeger ok winnen!" ,,Zoo, was da zo'nen pikeur in 't prop- pen?" „'k Heb 't mensch nooit gekend, Fielp!" „iHoepel op". „Vastgelijke!" ,,Goeiemiddag, mannen", zei Janus weer: ,,aan 't kaarten?" ,,Aan 't kaarten...?" vroeg den Blaauwe stomverwonderd: „stdl jongens, hrj wilt ons uitheuren,, horre, onzen Sjerlok." „Ga zitten Janus", zei ik: „ge zijt toch ok ginnen weesjongen!" „Kost ik wel 's doen", pruilde-n-ie. „Wie gift?" vroeg den Fielp vuirig. ,,D.ie 't vraagt", ketste den Joost. ,,Dus ikke", vroeg den bakker, dan ga 'k ze maar 's goed schommelen", deed ie royaal. ,,Nie te hard, Fielp", schrok den Joep: „dan krijgen ze blauwe koppen." „Zoo Janus, kunde gij nie 's netjes ,,goeien- middag Blaauwe" zeggen teugen mijn", zei den Tiest. ,,'k Heb goeienmdddag gezeed", zei den Jaan deemoedig: „hehe, 'k ben moei van 't schrij- ven." ,,Kee!" kwekte den Fielp, onderwijl ie te geven zat: „brengt den Jaan 's 'n citroentje- met, dan houwt ie tenminste zijnen mond dicht as we zitten te kaarten. Enme gift 'm maar 'n sigaar ok". Janus zweeg, ik zei: ,,-prop", den Joost dee „veur de negen", den Joep lummelde, den Blaauwe zei „toemaar, pas alweer, slechte kaarten he 'k" en den Fielp zei: „jongens, ik waag 's 'nen zwakken piek". 'Nen zwakken...?" vroeg den Joost. „En of!" „Gaat dan maar, aanders was ik veur de tien gegaan!" Hij haalde zijnen pico met vlag en wimpel. „Wias da 'nen zwakken piek?" vroeg den Joost vuil? ,,Hij is goed wakker, jongens", zei den Blaauwe. ,,Hij zit ons mee open oogen te bela-aaitafelen". Betalen! Betalen", kwekte den bakker en 't zweet glipte as knikkers over zijnen kolle- salen gladden kop. Janus was stillekes. En ondanks ie pas 'n borreltje van den bakker had gekregen gaf ie den Fielp geen pluimke. Wat ie aanders grif doet, vooral omdat den Fielp als Raads- lid, toch altij nog 'n stuk gemeentebestuur is voor den Jaan, dat zoo nou en dan stemmen moet over Janus' wel en wee; over zijnen uni form, of ie weer 'n Zondagsch pak moet hebben; over 't een of aander bijbaantje van f 25 per jaar, over den Jaan zijnen dienst, afrjn, ge verstaat! „Hoe he 'k'm da geleverd, Janus?" vroeg den Fielp, die snakte naar 'n pluimke. En op denzelfden lusteloozen boon, waarmee den Jaan was binnengekomen, zei ie: „och, mee zukke kaarten is 't gin kunst om te win nen, bakker". "Verwonderd, mee toegeknepen oogskens, keek den Fielp naar den Jaan. Zoo op de mander van: „wat is dat voor 'n soortement van gedierte?" „Neee, zeg nou zelvers, Fielp", dikte den Jaan 't geval nog wat aan: ,,da spel van jou, ollee, da's da's da's kinderspul." Wij vergaten te lachen. Ook den Blaauwe zat naar den Jaan te kij- ken met 'n gezicht van: „wa loopt daar toch?" „Eh - eh - smokt oew citroentje, Jaan?" vroeg den Fielp verdacht-vrindelijk. Janus smakte met z'n lippen, keek onge- lukkig, en... schudde zijnen kop. ,,'k Heb van- daag mijnen smaak nie, zuchtte-n-ie. Den bakker schoof de kaarten opzij en dat wil iets zeggen, amico. Want we heb ben 't hier 's gehad, dat we zoo vurig zaten be proppen en onderwijle te sboken wij „kijken" zelf naar de kachel in den winterdag in „de Gouwen" dat er 'n schoorsteen- brandje ontstond en toen sprak den Fielp de volgende, onvergetelijke, in de Ulvenhoutsche historie opgeteekende woorden: eerst uit speulen en dan blusschen". (Maar nou schoof den Fielp de kaarten in 't midden van 'it tafelblad, schoof kalm den Joep z'n glas om en met allebei zijn arms op de tafel geleund, begost ie den Jaan 's op z'n gemak te bekijken. „Spul maar deur en eet me maar nie op", sprak Janus onverschillig en zeurderig. Den Fielp keek ons allemaal, stuk voor stuk, 's verwonderd aan. „Jaja, bakker", zei den Blaauwe droog: „Janus is ok groot geworren. Hij gaat nouw zuutjes aan teugen z'n ouwers opstaan," Janus dee 'n paar knoopen los van zijnen tuniek. Toen ritselde-n-ie in 'nen geheimen zak met pampder. Mannen", sprak ie. ..Man", zee den Blaauwe. .Mannen", nog steeds friemelde-n-ie: mannen", ik heb van den middag... En dddr was 't. 'Nen grooten gelen envelop was te voor- schijn gekomen uit Janus z'n binnenste en hij legde 'm, gesloten nog, op tafel en zei: .hij is nog nie toegeplakt, gullie zult 't het eer- ste weteni. Hij dee 't allemaal zoo plechtig, dat wij stillekes waren geworden. Alleen den bakker keek 'n bietje met minachting naar den groo ten brief, die daar tusschen de spulkaarten en de plaskes citroen en pils wel 'n bietje 'nen 's weekschen belastingindruk lag te verwek- ken op deuzen Zondagmiddag. Mee groote krullen, juust uitgevallen haren, stond er in den Jaan zijn proces-verbalen- schrift op geschreven: „Den EdelAchtBaren Heer," den BurgeMeester." Den Blaauwe lachte en draaide den brief naar zich toe, in 'n plaske plakkerigen citroen: ,,hij staat teugeswoorig mee z'nen Ouwe in krispedentie! Wilt ie oew gezicht niemeer zien, Janus? Is 't af, tusschen jelui gebeien?" Maar den Jaan vischte den enve lop uit den citroen, veegde den brief weer pro per en zee: ,,vuilen vetzak, verknoei m'n werk nie. Toen lee den Jaan den belastingachtigen envelop weer veur'm, keek ons allemaal tries- tig aan, drukte met zijnen dikken wijsvinger op dieen brief, met elken letbergreep die hrj sprak en zei: „jongens, dit is mijn verzoek om ontslag." Den Fielp haalde zijn arm binnen, zette een haand aan z'n kin en de andere hand viel zwaar op Janus zijnen schouwer en zoo draaide-n-ie den Jaan naar zich toe om 'm nog 's 'n bietje beter te zien. Wij zwegen ok. Keken straf naar Janusse. Den Blaauwe vroeg in diepen emst: ,,wa-d- hedde uitgevoerd, Jaan? Kunnen we jouw er nie uithalen?" Teugen Nuuwjaar!" vulde Janus toen aan. Eta hij keek ons allemaal weer 's tries- tig, stuk voor stuk aan. Wij zwegen. Vonden het gedacht niet ge zellig, dat we den Janus als champetlter gin gen verliezen. Zelfs den Blaauwe, dien den Jaan al jaren adhtema zit om te „harresteeren", zelfs den Tiest zei: „da's jammer!" ,,En waarom, waarom is datte?" vroeg den Fielp op z'n Raadslidtoontje. ,,Kan ik er iets aan doen, Jaan? Zeg op, dalijk!" Triestig schudde Janus zijnen zwarten kop. „Neee, Fielp, daar zijn gin kruien veur ge- wassen, jonik! Ik mot eruit vanweuges mijnen leeftijd. 'k Ben deus week zestig geworren! ,,In ieder geval, eerat gefeliciteerd, Jaan", zee den Blaauwe: „daar zullen me op klin- ken; Keee! 'n Rondje veur den Jaan!" ,,Nou nou, kalmkes aan", zei Janus: ,,z66 lollig is 't nou nie, horre!" ,,Maar ge krijgt toch pensioen Jaan?" vroeg ik. „Jawel, Drd, dertig dienstjaren. Dus van 2/3 van f 28,50 14,25 da's de helft van m'n inkomen. En as den gulden dan valt, dan kan 'k op 'n houtje bijten mee m'n Tonia". ,,'s Jonge, wa kan dieen kearel rap reke- nen", bromde den Joep. „Nou", zei den Blaauwe: „ge hebt gin kla- gen, Jaan, proost, laank zulde leven! „Proost, Saantjes" en zoo als dat bij ons altij gaat, amico, 't wier van triestigheid al weer rap feest. ,,As dieen gulden maar nie valt", peinsde Janus weer hardop. ,,Die bleft", zei den Fielp, die kollesaal op de hoogte is van de politick. „Fln as ie nie bleft, dan ging ie door... „Jaaa?" vroeg den Jaan. „Laben me nog maar 's vol laten doen", be- sloot den Fielp: ,,Keee!" ,,'k Heb nooit veul mee Kelijn aan m'n pet g'ad", zed den Jaan tusschen twee slokskes citroen in: ,,maar ik mag toch maar lijen, dat ie nou aan de Regeering bleft". „Gij mot Raadslid zien te worren", kwekte den Blaauwe: „gij hebt er kijk op, Jaan!" ,,Da gaat zoo maar nie", zei den bakker. ,,Daar kom meer veur kijken, Blaauwe, dan X 2/s X 28,50 f 14,25." ,^Gij kunt 't weten, edelachtbare", ketste den Tiest. Tonia wil terug naar Zeuvenbergen", zee den Jaan somber: „guilie wit, daar M 'k ze vandaan gehaald as Pieta, m'n eerste vrouw gesitorven was." Amico, toen zakte de stemming efkens. Toen hebben we uitgemokt, dat den Jaan den volgenden keer dan toch maar op den lijst moet voor 't Raadslidmaatschap. En den Blaauwe zou morgen al beginnen Tonia's „eergevoel te gaan bewerken". ,,Hij mag dan nie zoo stom zijn as den bak ker", zei den Tiest: „voor Raadslid is ie altij geschikt. Wa gij, Dre." „Mijn stem krijgt ie", beloofde-n-dk. Janus kwam weer bij. En des avonds zijn we, in feeststemming den Jaan zijnen ont- slagbrief in de bus van 't duirpshuis gaan good en. Neee, amico, hoe dan ok, Janus mot hier blijven. 't Is al erg genoeg dat we 'm ver liezen als veldwachter. Ge weet wel wat ge hebt maar nie wat ge krijgt. „En, as ik oe, op 't scheien van de Markt toch nog 'n plazier kan doen om m'n eigen te laten arresteeren", beloofde den Tiest: „dan kunde op me rekenen, hoor Jaan!" Den Jaan schudde zijnen kop; flauw lachend. ,,Da's af, Tiest! Gij hedit 't gewonnen", be- kende den Jaan. Ziedaar, amico, de groote verander'ng op Ulvenhout. IWje hebben al 'nen feestcommiteit opge- richt. Den Jaan zal vertrekken... mee muziek. Flere, wien eere toekomt! Den Blaauwe hee de leiding;. En den Fielp is den officaeelen feest-voorzitter. Ge hoort er meer van. Maar nou schei 'k er af, want 'k mot zoo dalijk naar d'eerste vergadering. Veul groeten van Trui en as altij gin horke minder van oewen toet a voe DRe. HET VERGIFTIGINGSGEVAL TE WIJHE. Gp 16 September is te Wijhe de 30-jarige binde mej. A. L., geb. H., overleden. Het over- lijden had onder verdachte omstandigheden plaats, zoodat het lijik, door de politie in be- slag is genomen. Een deskundige heeft sectie op het lijk ver- richt, weshalve de begrafenis eenige dagen is uitgesteld. Over de resultaten liet men zich niet uit. Wel werd de echtgenoot van de overledene, die aanvankelijk was aangehou- den, op vrije voeten gesteld. Een waehtmeester van de marechaussee van de brigade Wijhe heeft eerst te Deventer en later te Zwolle een onderzoek ingesteld bij alle dnogisten en andere daarvoor in aan- merking komende zaken of deze ook op of voor 10 September afgeleverd hebben aan een man of een vrouw, waarvan de portretten werden getoond, rodent of phosphorbrei. Het eene portret is van L., de man van de over ledene, het andere van een omstreeks 28- jarige vrouw, niet uit Wijhe afkomstig. Na de sectie zou een phosphor-vergiftiging zijn geconstateerd. VERDUISTERING De politie van het bureau P. Aertzstraat, te Amsterdam, heeft een 40-jarigen boekhou- der gearresteerd, die een bedrag van pl.m. 3000 zou hebben verduisterd, ten nadeele van een woningbouwmaatschappij te Amster dam (Zuid). De verduistering liep over enkiele maanden. Hij had de ge'inde huursommen slechts voor een gedeelte gestort op de giro. Hij legde een volledige bekentenis af tegen- over den secretaris der vereeniging. Deze stelde de zaak in handen van de politie, die hem heeft aangehouden. De verdachte is later op vrije voeten gesteld. TWEE KINDER IN DOOR VRACHTAUTO OVERREDEN. Te Naarden is onder de gemeente Nieuw- koop bij Alphen a.d. Rijn een verkeersongeluk gebeurd, waarvan twee kinderen het slacht- offer zijn geworden. De beide zoontjes van de familie M. Kwa- kenbos waren op weg naar school, toen zij door een kind aan de andere zrjde van den weg werden aangeroepen. Op het oogenblik dat zij zonder uit te kijken overstaken, naderde een vrachtauto van de firma Goedhart, uit Ter Aar. Beide kinderen werden door de auto gegrepen. De wielen gingen den jongens over het lichaam. Een van de twee kinderen bleek er nog vrij goed te zijn afgekomen, doch de jongste, een ventje van zes jaar, is in zorgwekkenden toe- stand opgenomen en naar het R. K. Ziekenhuis te Leiden overgebracht, waar onmiddelijk operatief moest worden ingegrepen. DAME TE NIJMEGEN AANGEREDEN EN GEDOOD. Op den Oranjesingel te Nijmegen is een doodelijk ongeluk gebeurd. De chauffeur C. M. W., uit Ubbergen, kwam in groote vaart met zijn auto den singel op rijden, toen een ongeveer vijftigjarige dame den weg overstak. Zij werd door den wagen gegrepen en bijna op slag gedood. De chauf feur, die dadelijk remde, had niet kunnen voor'komen, dat de vrouw circa twintig meter werd meegesleurd. De politie heeft de auto in beslag genomen. Het stoffelijk overschot van de dame, wier identiteit nog niet kon worden vastgesteld, is naar het Sint Canisiusziekenhuis te Nijmegen vervoerd. BOTSING TUSSCHEN AUTO EN MOTORFIETS. In den Houtrakpolder te Halfweg bij Am sterdam is op den hoek van den Machineweg en den nieuwen betonweg Amsterdam(Velsen een emstig ongeluk geschied. Uit de richting Veisen kwam een personen- auto, bestuurd door den heer A. v. H., inspec- teur van het P.E.N, te Wormerveer. Deze reed naar links den Machineweg op en had daartoe den richtingwijzer uitgestoken. Op dat oogen blik naderde, eveneens uit de richting Velsen de twee er reeds over spraken, terwijl zij in de lanen van het Luxembourg wandelden. Dirk had aan Margo gezegd, dat hij in elk geval de premiere van zijn opera in Amster dam wilde bijwonen. ..Boussac zal je niet laten gaan", beweerde het zangeresje. „Je bent hem op dit oogen blik te veel waard." „Ik zal wel eens met hem praten", zei Dirk. „Hij zal wel verplicht zijn, een plaats- vervanger voor mij te zoeken, want eerlijk gezegd heb ik er genoeg van die flauwe operettemuziek te dirigeeren." Zwijgend liep Margo naast hem. Zij zou geen woord hebben kunnen uiten. De schrik en de angst beletten haar zelfs te ademen. Nu was het dan zoover, nu kwam het af scheid en zelfs nog eerder dan zij gedacht had. Dirk was te veel met zichzelf bezig dan dat hij het zwijgen van zijn gezellin zou heb ben opgemerkt. „Kijk eens", hernam hp, „als ik ronduit met Boussac spreek, zal hij me, dunkt mij, toch niets in den weg leggen. Hij is toch ook jong geweest en zooals hij mij zelf bekend heeft, heeft hij er ook eens van gedroomd, dat de Grand Opera haar poorten voor hem zou openen. Ondanks zijn jaren bezit hij een warm en begrijpend kunstenaarshart en met zulke menschen is er wel kans om tot over- eenstemming te komen." Hij keek Margo aan, alsof hij een antwoord verwachte.. De zangeres lachtte met bleeke lippen en zei: Laten wij hopen, dat Boussac je con tract vemietigt, want daar komt het toch voor je op aan." „Natuurlijk, ik moet weer vrij zijn. Mijn opera heeft mij een flink bedrag opgeleverd, daarvan kan ik een tijdje leven. Intusschen zal ik een positie zoeken, die beter voor mij geschikt is. Zoo mogelijk zou ik het liefst in Holland blijven, maar daar is niet veel kans toe. In mijn vaderland is er weinig gelegen- heid voor menschen zooals wij om zich op te werken." Wat klonk dat gewichtig! Margo dacht er aan, hoe snel toch een groot succes de be- scheidenheid verdrijft. „In elk geval zeg ik mijn betrekking op", ging Dirk voort. ,,A1 kan ik niet dadelijk mijn functie neerleggen, toch moet ik naar de premiere van ,,Margo" in Amsterdam. Daar gaat niets van af." Hij bleef staan en hield Margo bij haar mouw vast. „Kun je het je voorstellen, lieve Margo, wat die opvoering voor mij te betee- kenen heeft? Wiat het voor mij zeggen wil, als men in mijn vaderland vemeemt, wie Dirk Willebrands is?" Hij rekte zich in zijn voile lengte uit en sprak hardop, zonder er zich over te bekommeren, dat de voorbijgangers hem nieuwsgierig aankeken. ,,Begrijp je, wat het zeggen wil, Margo, om die deftige men schen in mijn kleine vaderland te toonen, dat ik het toch tot iets gebracht heb? Dat ik hooger sta dan zij mij wilden stellen? Ik ben iets geworden. Mijn 00m, die slechts achting koestert voor den militairen stand, noemde mijn muziek een beetje armzalig getjingel en ook zijn dochter gooide al spoedig haar ge- loof in mijn kunst overboord..." Dirk's oogen waren droomerig geworden... ,,Ja, nu zal Josine wel aan mij moeten geloo- ven!" Een paar wandelaars bleven staan. Wat was dat voor een man, die hardop in het park ziin hard en onwelluidend Fransch ten beste gaf? „Kom", drong Margo aan, .laten wij ver- der gaan." Maar Dirk verroerde zich niet. ,,De men- schen te overtuigen, dat men het tot iets ge- hracht heeft, dat is verrukkelijk!" riep hij uit. „Ja, Margo Girardin, Dirk Willebrands is gelukkig, omdat hij da&rtoe in staat is." Margo Girardin... Dirk Willebrands... Die namen waren de Parijzenaars niet on- bekend meer. De menschen verdrongen zich om hem heen en een paar herhaalden luide die twee namen. „Kom toch mee", vermaande nogmaals de jonge zangeres en verbaasd keek Dirk om zich heen. Een dichte groep nieuwsgierigen omgaf hem en zijn gezellin. „je hebt hardop gesproken", fluisterde Margo hem toe en trok hem mee. Nu begreep hij het en lachte er hartelijk om. Snel liepen zij door en Dirk vond dat kleine intermezzo erg grappig. Maar Margo kon niet vroolijk zijn. Zij wis,., dat het afscheid nu spoedig komen zou en daarom klopte haar hart zoo angstig en droef. O, hoe verlangde hij er naar, die blonde Jo sine te overtuigen van zijn kunst!... Margo boog het bevallige hoofdje. Och, zij was niet meer dan een toevallige ontmoe- ting in het leven van den jongen componist. Die Hollandsche vrouw met haar blonde lok- ken, die in de verre residentie een bejaarden echtgenoot beweemde, beteekende voor hem veel meer dan zij ooit had kunnen zijn. Ginds was zijn geluk te vinden. Josine's handen kon- den het hem schenken. Zij, Margo Girardin, bezat die macht niet. Reeds den volgenden dag ging Dirk aan- kloppen bij Boussac en hem verzoeken van zijn contract ontslagen te worden. Moe keken de oude oogen naar den jon- geman, die sedert die paar dagen op zijn krachtige gelaatstrekken een uitdrukking van triomfeerende zelfbewustheid droeg. .Jammer genoeg kan ik u niet hier vast- houden, monsieur. Wat zou het mij baten als ik u aan uw contract wilde binden? Wat zou dwang zijn en daaruit kan niets goeds voort- komen." Hij reikte Dirk zijn hand toe en her nam: „Ik zal mijn best doen, zoo spoedig mo gelijk een plaatsvervanger voor u te vinden. Daarna kunt u vertrekken." „,Mijn innigsten dank, monsieur Boussac". Dirk had niet gedacht, dat het zoo eenvoudig zou zijn en bijna gevoelde hij een soort teleur- stelling, dat de directeur volstrekt geen po- gingen aanwendde om hem nog eenigen tijd voor zijn theater te behouden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 5