Als de heide bloeit
Ter Neuzensche Gourani
Tweede Blad
Binnenland
Feuilleton
Feuilleton-vertellingen
Gemengde Berichten
Maandag 30 September 1935. No. 9356.
nation aliteit in het huweujk.
ALS DE OVERHEID ZAKEN
GAAT DOEN
BRABANTSCHE BRIEVEN.
VAN
Aan het verslag der bijzondere commissie
betreffende de ingediende wetsontwerpen in-
zake nationaliteit, ontleenen wij, dat deze met
de regeering van oordeel is, dat op het ge-
bied der nationaliteit unificatie van wet-
geving niet te bereiken is.
De commissie kan zich met de voorstellen
van de regeering zioowel tot goedkeuring van
het verdrag van 12 April 1930 nopens zekere
vragen betreffende wetsconflicten en van
twee der daarbij behoorende protocollen als
tot wijziging van verschiUende wetten, welke
daanmede verband houden, in hoofdzaak zeer
wel vereenigen.
Van de gelegemheid tot het zenden van op-
merkingen, is gebruik gemaakt door het
Tweede Kamerlid mevr. BakkerNort. In
haar nota wordt uitgegaan van het standpunt
dat op het gebied der nationaliteit rechtsge-
lijkheid tusschen man en vrouw behoort te be-
staan in dien zin, dat een vrouw, die met een
vreemdeling huwt, haar eigen nationaliteit
steeds of althans zoo dikwijls het echtpaar in
het vaderland der vrouw blijft wonen, zou be-
houden. Ddit standpunt kan de commissie niet
tot het hare maken. Zij vereenigt zich in
tegendeel met de opvatting van de regeering,
dat het beginsel van eenhedd van nationali
teit in het huwelijk zooveel mogelijk gehand-
hoofd dient te worden.
HET OFTROEDEN VAN MELK-
CONTROLEURS.
Naar aanleiding van een door de Holland-
sche Maatsdhappij van Landbouw bij den mi
nister van Landbouw en Visscherij aanhangig
gemaakite zaak betreffende klachten over
het optreden van melkcontroleurs, heeft de
ambtsrvoorganger van den tegenwoordigen
minister, zoodra hij deze klachten vemam,
aanstonds een onderzoek bevolen. De op-
dracht hiertoe was reeds verrstrekt voor de
klacht den minister van de zijde van de Hol-
landsche Maatschappij van Landbouw had be-
reikt.
Bij het uiitgebreide onderzoek, dat nog met
ten einde is, zijn reeds tal van personen ge-
hoord. Er zal niet worden nagelaten krachtige
maatregelen te nemen, indien het resultaat
van het onderzoek daartoe aanleiding zou
geven.
700.009 K.G. gezouten spek (welk spek op t
oogenblik wordt gezouten) tegen een prijs van
acht cents beneden den officieel door de Vee-
houderijcentrale vas'bgestelden spek-export-
prijs.
(Hierbij dient te worden opgemerkt, dat
700 ton spek geenszins een kolossaa] kwantum
is dat dus een speciaal offer waard is. Vorig
jaar heeft Duitschland 10.000 ton spek van
ons land gekocht.)
In deskundige kringen acht men dezen prijs
abnormaal laag, waarvoor de volgende argu-
menten worden aangevoerd.
De Centrale heeft melt uitsluiting van alle
anderen, al het voor uitvoer ibeschikbare spek
in handen. Iedere exporteur krijgt maande-
lijks, berekend naar rato van zijn vroegeren
omzet, een spekuitvoer-contingent van de
Centrale toegewezen. Regelmatig krijgen de
exporteurs bericht, tegen welken prijs zij spek
naar Duitschland mogen verkoopen (niet
lager en niet hooger). De exporteurs zenden
de door hem in Duitschland geplaatste orders
in bij de Centrale, die dan voor de uitvoering
daarvan zorg draagt en vervolgens aan de
exporteurs de bun toekomende commissie uit-
betaalt.
De thans door de Centrale ten aanzien van
den spekuitvoer naar Duitschland aan de ex
porteurs opgelegde prijs bedraagt acht cents
per kg meer dan de Centrale zelf heeft be-
dongen bij den verkoop van bovengenoem.de
partij van 700.000 K.G. Dit maakt dus voor
deze partij in totaal een nadeelig verschil van
f 56.000.
Te meer verwondert men zich in vakkrm-
gen over den lagen prijs, door de Centrale
gemaakt, aangezien Duitschland bij de gewo-
ne exporteurs zeer grif kooper is voor een
prijs van 50 cents per K.G.
Men is, zoo vernemen wij, geneigd om aan
te nemeni, dat de gewraakte handeling der
Centrale er op is gericht, de Duitsche impor-
teurs in de toekomst af te houden van de
Nederlandsche exporteurs, m.a.w. om de im-
porteurs naar zioh toe te halen, waardoor de
Centrale dian in staat zal zijn, om haar be-
staansrecht kunstmatig te demonstreeren.
Verder vernemen wij nog, dat de directie
der Centrale aan de bestuursleden van dit
lichaam d.d. 22 September jJ. een brief heeft
gezonden, waarin hun werd medegedeeld, dat
zij er in is ,,geslaagd", om 700.000 K.G. spek
naar Duitschland te verkoopen voor acht cts.
beneden den officieel en prijs.
Hoeiwel wij uit den aard der zaak niet in
staat zijn, om een en ander op volledige juist-
heid te toetsen, hebben wij niettemin alle
reden, om aan te nemen, dat de hoofdzaak
overeenstemt met de feiten. Wat thans noo-
ddg is, is voor alles: officieel licht en volledig
licht, het zouten en wat daaraan vastzit, in-
begrepen.
Het ryag ten slotte verwondenng baren dat
de Centrale nog geen communique heeft uit-
gegeven over haar ,,geslaagde" koopmans-
daad.
700.000 K.G. spek 8 cents onder
den pr\js verkocht.
Het is bekend, dat de Veehouderijcentrale
nog over een vrij groote hoeveelheid versch
(dus niet gezouten) spek beschikt, hetwelk in
de vrieshuiizen in bevroren toestand opgesla-
gen ligt. Dit spek is geleverd door grossiers
en slagers, het is afkomsitig van door hen ge-
slachte zware varkens, doch kon niet door .de
binnenlandsche markt worden opgenomen. Dit
spek nu moet alvorens te kunnen worden
uitgevoerd eerst worden gezouten.
We vernemen nu, aldus het Alg. Hbl., dat
de Centrale aan verscheddene firma's, die over
doelmatige zoutgelegenheid beschikken, prijs-
opgave heeft gevraagd voor het zouten. Het
resultaat hiervan is geweest, dat het grootste
althans een zeer belangrijk deel van bedoeld
spek voor zouting is toegewezen aan eenige
baconfabrieken, o.a. te Oss en Winterswijk.
Wij willen aannemen, dat het door die fa-
brieken bedongen zoutloon voor de Centrale
goedkooper uitkomt dan wanneer dit werk
aan andere ware opgedragen, ook al worden
de transportkosten van het bevroren spek
naar die betrekkelijik afgelegen fabrieken
meegerekend. Er ligt b.v. te Amsterdam een
vrij groot kwantum opgeslagen, doch dit zal
niet daar ter stede, doch in Oss worden ge
zouten, hoewel eenige op het Amsterdamsche
abattoir gevestigde grossiersfirma's hadden
ingeschreven.
Intusschen zou men de vraag kunnen stel-
len, of het zouten in Oss en elders geschiedt
in inrichtingen (dus zouterijen), waarin ook
bacon wordt verwerkt, inrichtingen dus, die
onder het Bacon-contract vallen, in welk geval
immers z.g. „vaste kosten" (rente over eigen
en geleend kapitaal, afschrijvingen, salarissen
enz.door de Centrale worden vergoed!
Indien deze vraag beveStigend moet worden
beantwoord, dan liggen die baconfabrieken
begrijpelijkerwijs een heel stuk voor bij zoute
rijen, die niet onder de zegenende wenking
van het bacon-conitract vallen, zooals de ge-
noemde grossiersfirma's.
De veehouderijcentrale, afdeeling varkens,
zou nu naar wij vernemen zddr kort ge-
leden verkocht hebben aan de Reichsstelle fiir
Milcherzeugnisse, Ole und Rette te Berlijn,
Roman van ANNY v. PANHUYS.
(Nadruk verboden.)
18)
(Vervolg.)
Josine liet Antoon begaan. Zijn ijver en
volharding bevielen haar en die opgewekte
muziek bracht een beetje leven in de dood-
sche stilte, oie haar omgaf.
Dirk Willebrands!
Die naam was aan den Parijzer kiunsthemel
verschenen als een stralende zon en toen het
ruchtbaar v/erd, dat de jonge compooist van
de opera ,,Margo" den dirigeerstok zwaai le
in het theater Bon Plasir in de voorstad,
wilden alle muziekliefhebbers en zij, die zich
daarvoor uitgaven, hem in die functie zien.
Het lied ,,Als de heide bloeit", dat Margo
Girardin nog elken avond voordroeig, trok het
publiek met meer zooals vroeger. Nu was
het de persoon van Dirk Willebrands.
De slanke kapelmeester, die er uitzag als
een stramme officier, bezig zijn soldaten te
drillen, beviel hun nu meer dan het senti-
menteele iiedje. De post bracht hem pakken
brieven, allerlei aanbiedingen. Lessen werden
hem gevraagd, portretten wenschtte men te
ontvangen. Zelfs eenige liefdesverklaringen
bevonden zich onder die poststukken en een
formeel huwelijksvoorstel werd hem gedaan
door een „wel niet jonge, maar goed gecon-
serveerde dame", zooals de schrijfster zich
noemde.
Dirk las met Margo al die brieven door en
zij scheen er zich dol mee te amuseeren.
Trouwens, dat had de jonge componist wel
Ulvenhout, 24 Sept. 1935.
Menier,
Daar staat hier
op ons durp 'n
heele verandering
te gebeuren. Zon-
dagmiddag is 't
ons officieel mee-
gedeeld.
We zaten in „de
Gouwen Koei",
mee de kompleete
propclub en 't
kaartspel draaide
op voile toeren als
naar gewoonte den
Jaan binnenkwam.
Zijn uniformpet
stond erg voorover. Zijn zwarte krieken van
oogen kost ge maar net zien glimmen
onder de lakken klep. Zijnen grooten snor
hing, als 'nen koeisteert omlaag; al 't „mili-
taire" was uit zijnen postuur.
Den Fielp ging sjuust weer „pdek", ge
weet, da's zoo zijn stokperdje, en dat moet
ik erbij zeggen: hij was aan de winnende
hand.
Dus, hij spulde met 'n vuur als, als, als
,,'nen nest jonge honden", lijk den Blaauwe dat
noemt.
En 'n praat, 'n praat amico, ,,de Gou
wen" was hum te klein.
„Zoo motte kaartspeulen", en dan smeet
ie de kaart op tafel, of er 'n zweep klapte!
,,Dher", en dan douwde ie de kaart door 't
tafeltje henen! „Hier, hedde 'r van terug?"
„Hier, hier, hier", 6<§n, twee, drie gooide-
n-ie de kaarten achter malkaar neer: ,,hier,
hier, nog 's bier, betalen mannen!"
,,Niks niks", zei den Blaauwe: „oprapen
die kaarten, uitspeulen bakker!"
Maar dat was tredterderij, amico! Dat was
alleen maar om den Fielp 'n bietje koest te
krijgen, want hij had kaarten, kaarten,as
ermen en beenen", zei den Joost, ge weet wel,
den weareldkampioen uit Oosterhout.
verwacht. Zij lachte veel en luid, hoewel het
niet echt klonk. Hij scheen dit niet op te
merken.
Neen, haar vroolijkheid was niet echt. Die
brieven deden haar begrijpen, dat Dirk wel-
dra heen zou gaan. Hoe lang zou het dan
nog duren, eer Bon Flaisir en zijzelf verge-
ten zouden zijn?
Op hetgeen Dirk eens in een opwelling
van sympathie en dankbaarheid had gezegd,
was hij nooit meer teruggekomen. Nu ja, zij
zelf had hem verzocht, dat thema niet meer
aan te roeren, maar toch zou zij het prettiger
hebben gevonden, als hij zich niet zoo spoedig
bij haar bezwaren had neergelegd.
Toen kwam de tijding, dat zijn opera „Mar-
go" in den stadsschouwburg van Amsterdam
zou worden opgevoerd. Dirk was als verbijs-
terd van vreugde over dit bericht.
Den volgenden dag, toen hij Margo in het
park van het Luxembourg ontmoette, ver-
telde hij het haar. Zij hadden afgesproken,
elkaar daar te treffen, want dikwijls gingen
zij in den namiddag wandelingen doen. Repe-
tities werden er nu weinig meer gehouden.
Boussac had geen nieuwe operettes op zijn
repertoire genomen. Waarom ook Elken
avond was het theater Bon Plaisir tjokvol
en de oude directeur zegende in stilte de twee
sterren, die hem zoo'n goede cassa bezorg-
den.
Eerst was het Margo Girardin met het
lied „Als de heide bloeit". Nu kwamen de
Parijzenaars om Dirk Willebrands te zien,
wiens kleine opera elken avond in den groo
ten schouwburg aan de Boulevard des Ca-
pucines een stormachtig applaus ontketende.
Met angst dacht Boussac er aan, dat die
twee hem wel gauw verlaten zouden. Lang
blevdh zij in geen geval, want eerlijk beken-
de hij het zichzelf, dat zij in Bon Plaisir niet
op hun plaats waren. Slechts aan een gunstig
toeval was het te danken, dat z\j bij hem
waren gekomen.
Dat het gevreesde afscheid zoo nabij was,
dat vermoedde de oude man met zijn pa-
triarchalen baard toch niet. Ook niet, toen
„Goeiemiddag, mannen", bromde den Jaan, i
die naar ons tafeltje gedruild was. Maar den
bakker zei: „zijde gij den lolligste thuis,
Blaauwe? Aan die kaarten van nnjn kunde
taCh niks doen, prulleman!"
„Daar hedde gelijk in, Fielp! Mee zulke
kaarten kon m'n grootmoeder 'it vroeger ok
winnen!"
,,Zoo, was da zo'nen pikeur in 't prop-
pen?"
„'k Heb 't mensch nooit gekend, Fielp!"
„iHoepel op".
„Vastgelijke!"
,,Goeiemiddag, mannen", zei Janus weer:
,,aan 't kaarten?"
,,Aan 't kaarten...?" vroeg den Blaauwe
stomverwonderd: „stdl jongens, hrj wilt ons
uitheuren,, horre, onzen Sjerlok."
„Ga zitten Janus", zei ik: „ge zijt toch ok
ginnen weesjongen!"
„Kost ik wel 's doen", pruilde-n-ie.
„Wie gift?" vroeg den Fielp vuirig.
,,D.ie 't vraagt", ketste den Joost.
,,Dus ikke", vroeg den bakker, dan ga 'k
ze maar 's goed schommelen", deed ie
royaal.
,,Nie te hard, Fielp", schrok den Joep: „dan
krijgen ze blauwe koppen."
„Zoo Janus, kunde gij nie 's netjes ,,goeien-
middag Blaauwe" zeggen teugen mijn", zei
den Tiest.
,,'k Heb goeienmdddag gezeed", zei den Jaan
deemoedig: „hehe, 'k ben moei van 't schrij-
ven."
,,Kee!" kwekte den Fielp, onderwijl ie te
geven zat: „brengt den Jaan 's 'n citroentje-
met, dan houwt ie tenminste zijnen mond
dicht as we zitten te kaarten. Enme gift 'm
maar 'n sigaar ok".
Janus zweeg, ik zei: ,,-prop", den Joost dee
„veur de negen", den Joep lummelde, den
Blaauwe zei „toemaar, pas alweer, slechte
kaarten he 'k" en den Fielp zei: „jongens,
ik waag 's 'nen zwakken piek".
'Nen zwakken...?" vroeg den Joost.
„En of!"
„Gaat dan maar, aanders was ik veur de
tien gegaan!"
Hij haalde zijnen pico met vlag en wimpel.
„Wias da 'nen zwakken piek?" vroeg den
Joost vuil?
,,Hij is goed wakker, jongens", zei den
Blaauwe. ,,Hij zit ons mee open oogen te
bela-aaitafelen".
Betalen! Betalen", kwekte den bakker en
't zweet glipte as knikkers over zijnen kolle-
salen gladden kop.
Janus was stillekes. En ondanks ie pas 'n
borreltje van den bakker had gekregen gaf
ie den Fielp geen pluimke. Wat ie aanders
grif doet, vooral omdat den Fielp als Raads-
lid, toch altij nog 'n stuk gemeentebestuur is
voor den Jaan, dat zoo nou en dan stemmen
moet over Janus' wel en wee; over zijnen uni
form, of ie weer 'n Zondagsch pak moet
hebben; over 't een of aander bijbaantje van
f 25 per jaar, over den Jaan zijnen dienst,
afrjn, ge verstaat!
„Hoe he 'k'm da geleverd, Janus?" vroeg
den Fielp, die snakte naar 'n pluimke.
En op denzelfden lusteloozen boon, waarmee
den Jaan was binnengekomen, zei ie: „och,
mee zukke kaarten is 't gin kunst om te win
nen, bakker".
"Verwonderd, mee toegeknepen oogskens,
keek den Fielp naar den Jaan. Zoo op de
mander van: „wat is dat voor 'n soortement
van gedierte?"
„Neee, zeg nou zelvers, Fielp", dikte den
Jaan 't geval nog wat aan: ,,da spel van jou,
ollee, da's da's da's kinderspul."
Wij vergaten te lachen.
Ook den Blaauwe zat naar den Jaan te kij-
ken met 'n gezicht van: „wa loopt daar toch?"
„Eh - eh - smokt oew citroentje, Jaan?"
vroeg den Fielp verdacht-vrindelijk.
Janus smakte met z'n lippen, keek onge-
lukkig, en... schudde zijnen kop. ,,'k Heb van-
daag mijnen smaak nie, zuchtte-n-ie.
Den bakker schoof de kaarten opzij en
dat wil iets zeggen, amico. Want we heb
ben 't hier 's gehad, dat we zoo vurig zaten
be proppen en onderwijle te sboken wij
„kijken" zelf naar de kachel in den winterdag
in „de Gouwen" dat er 'n schoorsteen-
brandje ontstond en toen sprak den Fielp de
volgende, onvergetelijke, in de Ulvenhoutsche
historie opgeteekende woorden: eerst uit
speulen en dan blusschen".
(Maar nou schoof den Fielp de kaarten in
't midden van 'it tafelblad, schoof kalm den
Joep z'n glas om en met allebei zijn arms op
de tafel geleund, begost ie den Jaan 's op z'n
gemak te bekijken.
„Spul maar deur en eet me maar nie op",
sprak Janus onverschillig en zeurderig.
Den Fielp keek ons allemaal, stuk voor stuk,
's verwonderd aan.
„Jaja, bakker", zei den Blaauwe droog:
„Janus is ok groot geworren. Hij gaat nouw
zuutjes aan teugen z'n ouwers opstaan,"
Janus dee 'n paar knoopen los van zijnen
tuniek. Toen ritselde-n-ie in 'nen geheimen
zak met pampder.
Mannen", sprak ie.
..Man", zee den Blaauwe.
.Mannen", nog steeds friemelde-n-ie:
mannen", ik heb van den middag...
En dddr was 't.
'Nen grooten gelen envelop was te voor-
schijn gekomen uit Janus z'n binnenste en hij
legde 'm, gesloten nog, op tafel en zei: .hij
is nog nie toegeplakt, gullie zult 't het eer-
ste weteni.
Hij dee 't allemaal zoo plechtig, dat wij
stillekes waren geworden. Alleen den bakker
keek 'n bietje met minachting naar den groo
ten brief, die daar tusschen de spulkaarten en
de plaskes citroen en pils wel 'n bietje 'nen
's weekschen belastingindruk lag te verwek-
ken op deuzen Zondagmiddag.
Mee groote krullen, juust uitgevallen haren,
stond er in den Jaan zijn proces-verbalen-
schrift op geschreven: „Den EdelAchtBaren
Heer," den BurgeMeester."
Den Blaauwe lachte en draaide den brief
naar zich toe, in 'n plaske plakkerigen
citroen: ,,hij staat teugeswoorig mee z'nen
Ouwe in krispedentie! Wilt ie oew gezicht
niemeer zien, Janus? Is 't af, tusschen jelui
gebeien?" Maar den Jaan vischte den enve
lop uit den citroen, veegde den brief weer pro
per en zee: ,,vuilen vetzak, verknoei m'n werk
nie.
Toen lee den Jaan den belastingachtigen
envelop weer veur'm, keek ons allemaal tries-
tig aan, drukte met zijnen dikken wijsvinger
op dieen brief, met elken letbergreep die hrj
sprak en zei: „jongens, dit is mijn
verzoek om ontslag."
Den Fielp haalde zijn arm binnen, zette
een haand aan z'n kin en de andere hand viel
zwaar op Janus zijnen schouwer en zoo
draaide-n-ie den Jaan naar zich toe om 'm
nog 's 'n bietje beter te zien.
Wij zwegen ok. Keken straf naar Janusse.
Den Blaauwe vroeg in diepen emst: ,,wa-d-
hedde uitgevoerd, Jaan? Kunnen we jouw er
nie uithalen?"
Teugen Nuuwjaar!" vulde Janus toen
aan. Eta hij keek ons allemaal weer 's tries-
tig, stuk voor stuk aan.
Wij zwegen. Vonden het gedacht niet ge
zellig, dat we den Janus als champetlter gin
gen verliezen.
Zelfs den Blaauwe, dien den Jaan al jaren
adhtema zit om te „harresteeren", zelfs den
Tiest zei: „da's jammer!"
,,En waarom, waarom is datte?" vroeg
den Fielp op z'n Raadslidtoontje. ,,Kan ik er
iets aan doen, Jaan? Zeg op, dalijk!"
Triestig schudde Janus zijnen zwarten kop.
„Neee, Fielp, daar zijn gin kruien veur ge-
wassen, jonik! Ik mot eruit vanweuges mijnen
leeftijd. 'k Ben deus week zestig geworren!
,,In ieder geval, eerat gefeliciteerd, Jaan",
zee den Blaauwe: „daar zullen me op klin-
ken; Keee! 'n Rondje veur den Jaan!"
,,Nou nou, kalmkes aan", zei Janus: ,,z66
lollig is 't nou nie, horre!"
,,Maar ge krijgt toch pensioen Jaan?"
vroeg ik.
„Jawel, Drd, dertig dienstjaren. Dus
van 2/3 van f 28,50 14,25 da's de helft van
m'n inkomen. En as den gulden dan valt, dan
kan 'k op 'n houtje bijten mee m'n Tonia".
,,'s Jonge, wa kan dieen kearel rap reke-
nen", bromde den Joep.
„Nou", zei den Blaauwe: „ge hebt gin kla-
gen, Jaan, proost, laank zulde leven!
„Proost, Saantjes" en zoo als dat bij ons
altij gaat, amico, 't wier van triestigheid al
weer rap feest.
,,As dieen gulden maar nie valt", peinsde
Janus weer hardop.
,,Die bleft", zei den Fielp, die kollesaal op
de hoogte is van de politick.
„Fln as ie nie bleft, dan ging ie door...
„Jaaa?" vroeg den Jaan.
„Laben me nog maar 's vol laten doen", be-
sloot den Fielp: ,,Keee!"
,,'k Heb nooit veul mee Kelijn aan m'n pet
g'ad", zed den Jaan tusschen twee slokskes
citroen in: ,,maar ik mag toch maar lijen, dat
ie nou aan de Regeering bleft".
„Gij mot Raadslid zien te worren", kwekte
den Blaauwe: „gij hebt er kijk op, Jaan!"
,,Da gaat zoo maar nie", zei den bakker.
,,Daar kom meer veur kijken, Blaauwe, dan
X 2/s X 28,50 f 14,25."
,^Gij kunt 't weten, edelachtbare", ketste
den Tiest.
Tonia wil terug naar Zeuvenbergen", zee
den Jaan somber: „guilie wit, daar M 'k ze
vandaan gehaald as Pieta, m'n eerste vrouw
gesitorven was."
Amico, toen zakte de stemming efkens.
Toen hebben we uitgemokt, dat den Jaan den
volgenden keer dan toch maar op den lijst
moet voor 't Raadslidmaatschap. En den
Blaauwe zou morgen al beginnen Tonia's
„eergevoel te gaan bewerken".
,,Hij mag dan nie zoo stom zijn as den bak
ker", zei den Tiest: „voor Raadslid is ie altij
geschikt. Wa gij, Dre."
„Mijn stem krijgt ie", beloofde-n-dk.
Janus kwam weer bij. En des avonds zijn
we, in feeststemming den Jaan zijnen ont-
slagbrief in de bus van 't duirpshuis gaan
good en.
Neee, amico, hoe dan ok, Janus mot hier
blijven. 't Is al erg genoeg dat we 'm ver
liezen als veldwachter. Ge weet wel wat ge
hebt maar nie wat ge krijgt.
„En, as ik oe, op 't scheien van de Markt
toch nog 'n plazier kan doen om m'n eigen
te laten arresteeren", beloofde den Tiest:
„dan kunde op me rekenen, hoor Jaan!"
Den Jaan schudde zijnen kop; flauw lachend.
,,Da's af, Tiest! Gij hedit 't gewonnen", be-
kende den Jaan.
Ziedaar, amico, de groote verander'ng op
Ulvenhout.
IWje hebben al 'nen feestcommiteit opge-
richt.
Den Jaan zal vertrekken... mee muziek.
Flere, wien eere toekomt!
Den Blaauwe hee de leiding;. En den Fielp
is den officaeelen feest-voorzitter.
Ge hoort er meer van.
Maar nou schei 'k er af, want 'k mot zoo
dalijk naar d'eerste vergadering.
Veul groeten van Trui en as altij gin
horke minder van oewen
toet a voe
DRe.
HET VERGIFTIGINGSGEVAL
TE WIJHE.
Gp 16 September is te Wijhe de 30-jarige
binde mej. A. L., geb. H., overleden. Het over-
lijden had onder verdachte omstandigheden
plaats, zoodat het lijik, door de politie in be-
slag is genomen.
Een deskundige heeft sectie op het lijk ver-
richt, weshalve de begrafenis eenige dagen is
uitgesteld. Over de resultaten liet men zich
niet uit. Wel werd de echtgenoot van de
overledene, die aanvankelijk was aangehou-
den, op vrije voeten gesteld.
Een waehtmeester van de marechaussee
van de brigade Wijhe heeft eerst te Deventer
en later te Zwolle een onderzoek ingesteld
bij alle dnogisten en andere daarvoor in aan-
merking komende zaken of deze ook op of
voor 10 September afgeleverd hebben aan een
man of een vrouw, waarvan de portretten
werden getoond, rodent of phosphorbrei. Het
eene portret is van L., de man van de over
ledene, het andere van een omstreeks 28-
jarige vrouw, niet uit Wijhe afkomstig.
Na de sectie zou een phosphor-vergiftiging
zijn geconstateerd.
VERDUISTERING
De politie van het bureau P. Aertzstraat,
te Amsterdam, heeft een 40-jarigen boekhou-
der gearresteerd, die een bedrag van pl.m.
3000 zou hebben verduisterd, ten nadeele
van een woningbouwmaatschappij te Amster
dam (Zuid).
De verduistering liep over enkiele maanden.
Hij had de ge'inde huursommen slechts voor
een gedeelte gestort op de giro.
Hij legde een volledige bekentenis af tegen-
over den secretaris der vereeniging. Deze
stelde de zaak in handen van de politie, die
hem heeft aangehouden. De verdachte is later
op vrije voeten gesteld.
TWEE KINDER IN DOOR VRACHTAUTO
OVERREDEN.
Te Naarden is onder de gemeente Nieuw-
koop bij Alphen a.d. Rijn een verkeersongeluk
gebeurd, waarvan twee kinderen het slacht-
offer zijn geworden.
De beide zoontjes van de familie M. Kwa-
kenbos waren op weg naar school, toen zij
door een kind aan de andere zrjde van den weg
werden aangeroepen. Op het oogenblik dat
zij zonder uit te kijken overstaken, naderde
een vrachtauto van de firma Goedhart, uit
Ter Aar. Beide kinderen werden door de auto
gegrepen. De wielen gingen den jongens
over het lichaam.
Een van de twee kinderen bleek er nog vrij
goed te zijn afgekomen, doch de jongste, een
ventje van zes jaar, is in zorgwekkenden toe-
stand opgenomen en naar het R. K. Ziekenhuis
te Leiden overgebracht, waar onmiddelijk
operatief moest worden ingegrepen.
DAME TE NIJMEGEN AANGEREDEN
EN GEDOOD.
Op den Oranjesingel te Nijmegen is een
doodelijk ongeluk gebeurd.
De chauffeur C. M. W., uit Ubbergen, kwam
in groote vaart met zijn auto den singel op
rijden, toen een ongeveer vijftigjarige dame
den weg overstak. Zij werd door den wagen
gegrepen en bijna op slag gedood. De chauf
feur, die dadelijk remde, had niet kunnen
voor'komen, dat de vrouw circa twintig meter
werd meegesleurd.
De politie heeft de auto in beslag genomen.
Het stoffelijk overschot van de dame, wier
identiteit nog niet kon worden vastgesteld, is
naar het Sint Canisiusziekenhuis te Nijmegen
vervoerd.
BOTSING TUSSCHEN AUTO EN
MOTORFIETS.
In den Houtrakpolder te Halfweg bij Am
sterdam is op den hoek van den Machineweg
en den nieuwen betonweg Amsterdam(Velsen
een emstig ongeluk geschied.
Uit de richting Veisen kwam een personen-
auto, bestuurd door den heer A. v. H., inspec-
teur van het P.E.N, te Wormerveer. Deze reed
naar links den Machineweg op en had daartoe
den richtingwijzer uitgestoken. Op dat oogen
blik naderde, eveneens uit de richting Velsen
de twee er reeds over spraken, terwijl zij in
de lanen van het Luxembourg wandelden.
Dirk had aan Margo gezegd, dat hij in elk
geval de premiere van zijn opera in Amster
dam wilde bijwonen.
..Boussac zal je niet laten gaan", beweerde
het zangeresje. „Je bent hem op dit oogen
blik te veel waard."
„Ik zal wel eens met hem praten", zei
Dirk. „Hij zal wel verplicht zijn, een plaats-
vervanger voor mij te zoeken, want eerlijk
gezegd heb ik er genoeg van die flauwe
operettemuziek te dirigeeren."
Zwijgend liep Margo naast hem. Zij zou
geen woord hebben kunnen uiten. De schrik
en de angst beletten haar zelfs te ademen.
Nu was het dan zoover, nu kwam het af
scheid en zelfs nog eerder dan zij gedacht
had.
Dirk was te veel met zichzelf bezig dan
dat hij het zwijgen van zijn gezellin zou heb
ben opgemerkt.
„Kijk eens", hernam hp, „als ik ronduit
met Boussac spreek, zal hij me, dunkt mij,
toch niets in den weg leggen. Hij is toch ook
jong geweest en zooals hij mij zelf bekend
heeft, heeft hij er ook eens van gedroomd,
dat de Grand Opera haar poorten voor hem
zou openen. Ondanks zijn jaren bezit hij een
warm en begrijpend kunstenaarshart en met
zulke menschen is er wel kans om tot over-
eenstemming te komen."
Hij keek Margo aan, alsof hij een antwoord
verwachte..
De zangeres lachtte met bleeke lippen en
zei: Laten wij hopen, dat Boussac je con
tract vemietigt, want daar komt het toch
voor je op aan."
„Natuurlijk, ik moet weer vrij zijn. Mijn
opera heeft mij een flink bedrag opgeleverd,
daarvan kan ik een tijdje leven. Intusschen
zal ik een positie zoeken, die beter voor mij
geschikt is. Zoo mogelijk zou ik het liefst in
Holland blijven, maar daar is niet veel kans
toe. In mijn vaderland is er weinig gelegen-
heid voor menschen zooals wij om zich op te
werken."
Wat klonk dat gewichtig! Margo dacht er
aan, hoe snel toch een groot succes de be-
scheidenheid verdrijft.
„In elk geval zeg ik mijn betrekking op",
ging Dirk voort. ,,A1 kan ik niet dadelijk
mijn functie neerleggen, toch moet ik naar
de premiere van ,,Margo" in Amsterdam.
Daar gaat niets van af."
Hij bleef staan en hield Margo bij haar
mouw vast. „Kun je het je voorstellen, lieve
Margo, wat die opvoering voor mij te betee-
kenen heeft? Wiat het voor mij zeggen wil,
als men in mijn vaderland vemeemt, wie Dirk
Willebrands is?" Hij rekte zich in zijn voile
lengte uit en sprak hardop, zonder er zich
over te bekommeren, dat de voorbijgangers
hem nieuwsgierig aankeken. ,,Begrijp je, wat
het zeggen wil, Margo, om die deftige men
schen in mijn kleine vaderland te toonen, dat
ik het toch tot iets gebracht heb? Dat ik
hooger sta dan zij mij wilden stellen? Ik ben
iets geworden. Mijn 00m, die slechts achting
koestert voor den militairen stand, noemde
mijn muziek een beetje armzalig getjingel en
ook zijn dochter gooide al spoedig haar ge-
loof in mijn kunst overboord..."
Dirk's oogen waren droomerig geworden...
,,Ja, nu zal Josine wel aan mij moeten geloo-
ven!"
Een paar wandelaars bleven staan. Wat
was dat voor een man, die hardop in het park
ziin hard en onwelluidend Fransch ten beste
gaf?
„Kom", drong Margo aan, .laten wij ver-
der gaan."
Maar Dirk verroerde zich niet. ,,De men-
schen te overtuigen, dat men het tot iets ge-
hracht heeft, dat is verrukkelijk!" riep hij
uit. „Ja, Margo Girardin, Dirk Willebrands is
gelukkig, omdat hij da&rtoe in staat is."
Margo Girardin... Dirk Willebrands...
Die namen waren de Parijzenaars niet on-
bekend meer. De menschen verdrongen zich
om hem heen en een paar herhaalden luide
die twee namen.
„Kom toch mee", vermaande nogmaals de
jonge zangeres en verbaasd keek Dirk om
zich heen. Een dichte groep nieuwsgierigen
omgaf hem en zijn gezellin.
„je hebt hardop gesproken", fluisterde
Margo hem toe en trok hem mee. Nu begreep
hij het en lachte er hartelijk om. Snel liepen
zij door en Dirk vond dat kleine intermezzo
erg grappig.
Maar Margo kon niet vroolijk zijn. Zij wis,.,
dat het afscheid nu spoedig komen zou en
daarom klopte haar hart zoo angstig en droef.
O, hoe verlangde hij er naar, die blonde Jo
sine te overtuigen van zijn kunst!...
Margo boog het bevallige hoofdje. Och,
zij was niet meer dan een toevallige ontmoe-
ting in het leven van den jongen componist.
Die Hollandsche vrouw met haar blonde lok-
ken, die in de verre residentie een bejaarden
echtgenoot beweemde, beteekende voor hem
veel meer dan zij ooit had kunnen zijn. Ginds
was zijn geluk te vinden. Josine's handen kon-
den het hem schenken. Zij, Margo Girardin,
bezat die macht niet.
Reeds den volgenden dag ging Dirk aan-
kloppen bij Boussac en hem verzoeken van
zijn contract ontslagen te worden.
Moe keken de oude oogen naar den jon-
geman, die sedert die paar dagen op zijn
krachtige gelaatstrekken een uitdrukking
van triomfeerende zelfbewustheid droeg.
.Jammer genoeg kan ik u niet hier vast-
houden, monsieur. Wat zou het mij baten als
ik u aan uw contract wilde binden? Wat zou
dwang zijn en daaruit kan niets goeds voort-
komen." Hij reikte Dirk zijn hand toe en her
nam: „Ik zal mijn best doen, zoo spoedig mo
gelijk een plaatsvervanger voor u te vinden.
Daarna kunt u vertrekken."
„,Mijn innigsten dank, monsieur Boussac".
Dirk had niet gedacht, dat het zoo eenvoudig
zou zijn en bijna gevoelde hij een soort teleur-
stelling, dat de directeur volstrekt geen po-
gingen aanwendde om hem nog eenigen tijd
voor zijn theater te behouden.
(Wordt vervolgd.)