Buitenland Sport TER NEUZEN, 12 AUGUSTUS 1935. EEN REUZENBLOEM. HANDELSREGISTER. VOETBAL. WIELRENNEN. fan* waren te duur en Duitschland betaalt >d •Er Is nog een zekere bedrijvigheid, maar zeker niet in verhouding tot de geweldige outi- lage van de havens. Op de beurs heeft schrijver nog gesproken met een Amsterdamschen bankier, die als zijn opinie gaf, dat de gulden in het toinnenland drcxifeert en deel uitmaakt van een gevestig- den staat van zaken, welke men niet zonder ernstage gevolgen zou kunnen verstoren. Als Nederland een gesloten markt was, zou deva luate niets veranderen, omdat de salarissen en het kapitaal in dezelfde verhouding als de goederen zou doen dalen. Maar het land hangt nog meer dan andere landen af van de andere naties. van de wereldmarkt, waai' het meer moet koopen dan het verkoopt. De gedeva- haee.rd e gulden zou niet meer ingeruild worden .ti£en hetzelfde gewlcht en dezelfde hoeveel- heid goederen als de gave gulden. De gesa- hurieerden zouden een verhooging vragen om tot aanpassing te komen aan de prijzen van de cansumptie. En wat zou er dan bereikt zijn? Niets! Ik geloof zegt de schrijver dat men het vraagstuk op zijn kop zet. Stel u sen dokter voor, die de koorts niet wenscht te bestrijden met kinine, maar die voorschrijft de cijfers op de verdeeling van den thermo meter drie graden hooger te zetten. BESCHERMING BEVOLKING TEGEN LUOHT-AANV ALLEN. Btij de Tweede Earner is een wetsontwerp ingediend tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Aan de Memorie van Toelichting wordt het volgende ontleend: De regeering heeft zich aanvankelijk op het standpunt gesteld, dat het treffen van maat- regelen, strekkende om de gevaren van even- tueele luchtaanvallen voor de bevolking te beperken, tot de taak van de gemeentebestu- Teaa behoort en dat zij zich zou kunnen bepa- len tot het geven van voorliohting. Intusschen bleek, dat in vele gemeenten de toepassing van de beoogde maatregelen be- zararen ontmoette. Een en apder was voor de regeering aanleiding te overwegen, aan het treffen van de noodige maatregelen een wet- teJijken grondslag te geven. Te dien einde stelde in 1932 de toenmalige minister van Binnenlandsche Zaken en Land bouw, mede namens zijn ambtgenooten van Defensie en van Financien een interdeparte- meJitale commissie in, welke tot taak had, de regeering van advies te dienen nopens het treffen van wettelijke voorzieningen ter be- schermng van de bevolking tegen de gevolgen van luchtaanvallen en haar voorstellen te be- lichamen in een ontwerp van wet met bijbe- hoorende memorie van toelichting. •Hot thans hierbij aangeboden wetsontwerp be rust op het ontwerp, hetwelk door deze commissie der Regeering werd aangeboden. De regeering meent, dat in verband met het ka.ra.kter der te treffen voorzieningen de uit voering van de vereischte maatregelen het doelmatigst in handen van de burgemeesters kan worden gelegd. Ter verzekering van de noodige eenheid en juistheid in de technische toepassing van de maatregelen zal de Minis ter van Binnenlandsche Zaken, onder wien de geheele bescherming tegen luchtaanvallen zal komen te ressorteeren, de noodige leiding geven en dit te meer, aangezien door het rijk in aanzienlijke mate in de kosten van uit- voering zal worden bijgedragen. Niet alle gemeenten zullen bij luchtaanval len in gelijke mate aan gevaar zijn blootge- steld. Gemeenten, waarin of nabij welke voor een luchtaanval aantrekkelijke objecten zijn gElegen, als regeerings-bureaux, militaire naUBhsatie-centra, fabrieken van oorlogsmate- riaal en andere industrieen, belangrijke spoor- wegbruggen of empiacementen e.d. zullen eer- der een doelwit vormen dan gemeenten, waar in of waarbij dergelijke objecten niet voorko- men. Omgekeerd echter kan voor laatstbe- doelde gemeenten elk gevaar voor luchtaan vallen niet ter zijde worden gesteld, al ware het slechts daarom, dat geen gemeente zeker kan zijn, dat niet een vliegtuig door toevallige omstandigheden, waaronder mogelijke vergis- slzigen, zich van zijn bommenlast ontdoet, on- geacht de plaats waar het zich bevindt. Dit dien hoofde acht de regeering het raad- zsam dat in alle gemeenten eenvoudige maat regelen in hoofdzaak van organisatorischen aard worden genomen, waardoor de bevol king de noodige voorschriften zal verkrijgen hoe in voorkomende gevallen moet worden ge- handeld en waardoor tevens aanwezige ge- meentelijke of in te stellen hulpdiensten op de hoogte zullen zijn, hoe zij, naar hun ver- mogen, zoo nuttig mogelijk werkzaam kun nen zijn. Aangezien voorts door het toepassen van verduistering op groote schaal de kans op nachtelijke luchtaanvallen zeer beperkt wordt, zal op dit gebied de medewerking van geen enkele gemeente kunnen worden ontbeerd. tSet verschil in de mate van gevaar, het welk aanleiding is geweest voor een verdee ling van de gemeenten in gevarenklassen, moet uitgangspunt zijn voor de verdeeling van de kosten. 83et komt de regeering billijk voor, dat de maatregelen, welke reeds dadelijk in alle klas sen toepassing zullen moeten vinden, voor rekening van de gemeenten worden uitgevoerd, terwijl het billijk wordt geacht, dat de kosten van maatregelen, welke uitsluitend in de meer bJootgestelde gemeenten zullen moeten wor sen getroffen, voor rekening van het rijk komen. In Jaatstbedoelde gemeenten zullen voorts - op daarvoor in aanmerking komende punten scbuilplaatsen moeten worden ingericbt, waar in ete zich bij luchtaanvallen op den open- taaren weg bevindende personen, die hun eigen woning niet meer kunnen bereiken, kunnen warden opgenomen, Ook moet 'n regeling worden getroffen, vol gens welke bij dringend en dreigend gevaar voor 1 uch t a an v all en bepaalde eigendommen (zooals torens ten behoeve van uitkijkposten) in gebruik kunnen worden genomen, terwijl het bovendien mogelijk moet zijn, dat ver- brmksartikelen voor bescherming en ontsmet- ting ddenende en in de gemeente aanwezig, kunnen worden gevorderd. Opdat niet herhaaldelijk tot wetswijziging zal moeten worden overgegaan, acht de regeering het noodzakelijk, dat de maatrege- Jen, welke verband dienen te houden met de gestadige vorderingen van de techniek, bij al- gemeenen maatregel van bestuur worden ge- regeld. ;Het Iigt in de bedoeling in den algemeenen maatregel van bestuur het aantal klassen aanvankelijk te bepalen op drie. De gemeen ten welke het minst aan gevaar zijn blootge- steld - waartoe het overgroote meerendeel behoort worden gerangsohikt in de 3e klasse. In de meer blootgesteide gemeenten, welke in de 2e en le klasse zullen worden garang- schikt, zullen verschillende maatregelen meer uitgebreid moeten worden voorbereid, dan wel reeds een begin van uitvoering moeten ver krijgen. Als voorbeeld moge dienen,, dat in zoodanige gemeenten ten behoeve van het per- soneel, hetwelk metteirdaad zal optreden, ten ©pzichte van het aantal inwoners een zeker percentage aan gasmaskers aanwezig zal moe ten zijn, walk percentage in de gemeenten be- hoorende tot de le klasse, weder grooter zal zijn dan in de gemeenten der 2e klasse. Ook voor de aanwezigheid van ontsmettingsmidde- len zal dienen te worden zorggedragen. De in alle gemeenten noodige maatregelen zullen onverwijld tot uitvoering moeten komen, het zal om budgetaire redenen niet mogelijk zjjn de overige maatregelen reeds dadelijk ten voile uit te voeren. Aangezien zekerheid moet bestaan, dat de ingerichte schuilplaatsen in geval van nood onverwijld beschikbaar zullen zijn, acht de regeering het noodzakelijk op de woningen en andere gebouwen, waarin een dergelijke sehuil- plaats is ingericht, een last te leggen, waar door de mogelijkheid van gebruik is verzekerd. Uit billijkheidsoverwegingen zal aan den be- langhebbende bij 't leggen van den last, on- geacht het recht op sohadeloosstelling in ge val van ingebruikneming, een vergoeding moe ten warden uitgekeerd, indien blijkt, dat hij andere sohade zou lijden. De regeering acht het noodzakelijk, dat de burgemeester de bevoegdheid verkrijgt om in geval van nood, ten behoeve van de uitvoering van de vereischte maatregelen, tot het tijde- lijk in gebruik nemen van eigendommen over te gaan. Als zoodanig komen bijvoorbeeld in aanmerking torens of andere geschikte gele- genheden voor uitkijkposten, doch ook auto- mobielen voor vervoer van gaszieken. Voor het onteigenen van de onmisbare ver- bruiksartikelen worden de noodige aanvullin- gen der onteigeningsiwet voorgesteld. DE BEZUINIGING OP HET ONDEBWIJS. Bij de Tweede Earner is ingediend een wetsontwerp tot verlaging van de openbare uitgaven voor het onderwijs. Zooals bekend, bevatte het ontwerp van wet ter verlaging van de openbare uitgaven aanvankelijk een. aantal voorstellen tot ver- mindering van de kosten van het onderwijs. Bij het mondeling overleg tusschen de Com missie van Voorbereiding en de Regeering werd de wenscb geuit, deze voorstellen uit het ontwerp van wet te lichten en in een afzon- derlijk wetsontwerp aanhangig te maken. De Regeering heeft aan dezen wensch gevolg ge- geven en de voorstellen terug genomen. Zij zijn thans in het onderhavig wetsontwerp op genomen. De voorstellen zijn vrijwel gelijkluidend aan die, welke waren vervat in het gewijzigd ont werp van wet ter verlaging van de openbare uitgaven. Van de zich voordoende gelegen- heid is gebruik gemaakt, om in enkele artike- len eenige verbeteringen van redactloneelen aard aan te brengen. Aan het ontwerp van wet is een nieuw artikel toegevoegd, verband houdende met het voomemen der Regeering tot verandering van vijfjarige 'Hoogere Burgerscholen in driejarige, terwijl ten aanzien van het hooger onderwijs (concentratie van de apothekersopieiding aan een der Rijksuniversiteiten) en het nijverheids- onderwijs te nemen maatregelen, waardoor de medewerking van de Staten-Generaal niet is vereischt, niet meer in het wetsontwerp voor- komen. Hoogere Burgerscholen. Wlat betreft de wijziging van vijf-jarige Hoogere Burgerscholen in drie-jarige, deelt de Regeering mede, dat het in de bedoeling ligt de Rijks hoogere burgerscholen met vijfjari- gen cursus te veranderen in hoogere burger scholen met driejarigen cursus, voor zooveel er voor de leerlingen, welke de school met driejarigen cursus hebben gevolgd, voldoende gelegenheid bestaat om het onderwijs in de hoogste tiwee klassen van een andere openbare hoogere bur.gerschool met vijfjafigen cursus bij te wonen en voor zooveel daardoor alge- heele ophefifing van Rijks hoogere burger scholen zal kunnen worden voorkomen. Een overeenkomstigen maatregel zullen, naar de Regeering meent te mogen verwach- ten, de gemeentebesturen treffen en ook de besturen van bijzondetre soholen zullen zich, naar de Regeering hoopt, te dezen met elkaar willen verstaan, indien op deze wijze een ra- tioneele bezuiniging kan worden verkregen. Het uitgebreid lager onderwijs. Aan de toelichting op de bepalingen tot be zuiniging op het uitgebreid lager onderwijs ontleenen we nog een en ander. Zooals bekend, strekken de maatregelen er onder meer toe het aantal leerlingen te beperken door een selec- tie naar de geschiktheid. In het eerste lid van artikel 57 is wijziging aangebracht ter bevordering van het boven aangegeven doel, dat de wanverhouding tus schen het aantal leerlingen in het eerste en de hoogere jaren der uloschool behoort te wor den tegengegaan. Een eenvoudige bilk op de tabellen, die de bevolking der ulo-scholen aangeven, leert. dat deze schdten in tal van gevallen een abnor- maal sterk bezet eerste leerjaar hebben in vergelijking tot zwak bezette hoogere klassen. Uit een desbetreffende opgave hlijkt, dat over het geheele land gezien en de bezetfing van het eerste leerjaar op 100 gesteld, die voor het tweede leerjaar 70, voor het derde 50 en daar- hoven 20 bedraagt. Dit verschijnsel is niet anders te /erklareo dan daardoor, dat door tal van leerlingen het verplichte zevendc leerjaar in de eerste uio- klasse wordt doorgebracht en dat zij daarna de school verlaten. Aangezien verrew,-g de meeste van deze leerlingen in scholen voor ge- woon lager onderwijs plaats kunnen vinden, vloeit uit dezen toestand voor het Rijk en de gemeenten een noodelooze en nu+te.ojzo ver hooging van kosten voort. Een driejarige ulo-school van 24 leerlingen in een gemeente met minder dan 25.000 inwo ners voldoet reeds aan de wet, indien in de eerste klasse 12 kinderen zijn geplaatst en slechts 6 in de tweede en 6 in de derde klasse. Op een school van 60 leerlingen in een ge meente van ten minste 100.000 inwoners kan met een indeeling van 30, 15 en 15 worden volstaan. Een betere verhouding wordt verkregen door te eischen, dat het tweede en derde leerjaar te zamen zeven-twaalfde van het aantal leer lingen der geheele school moet bevatten. Op een school van 60 leerlingen tellen de opvol- gende klassen dan 25, 20 en 15 leerlingen. De billijikheid vordert om als gevolg van deze wij ziging in de bepaling betreffende de groeiende scholen de aantallen voor het eerste en voor het eerste en tweede leerjaar eenigszins te verlagen. Nog veel onlogischer is de bepaling, dat scholen, die een totaal aantal leerlingen heb ben, dat boven het wettelijk vereischte mini mum uitgaat, in het tweede en derde leerjaar te zamen niet meer leerlingen behoeven te hebben dan de helft van het minimum, en in het derde leerjaar niet meer dan een vierde gedeelte van dat minimum. Dit maakt het mogelijk in het eerste leerjaar vele leerlingen op te nemen, die toch niet bestemd zijn de school af te loopen. Zoo kan in de grootste gemeenten volgens de tegenwoordige wet een ulo-school een onbeperkt aantal leerlingen in de eerste klasse hebben, mits maar gezorgd wordt, dat elk der tweede en derde klassen 15 leerlingen telt. Om dit tegen te gaan wordt voorgesteld een redelijke verhouding in te stellen tusschen het aantal leerlingen in het tweede en derde leerjaar en het geheele aantal dat de school bezoekt. Concentratie van lager onderwijs. Ook thans worden de bepalingen tot stimu- leering van de concentratie van bijzonder on derwijs uitvoerig verdedigd. Een toevoeging daaraan is een aantal opmerkingen over de positie van het openbaar onderwijs in de laatste jaren. Daaraan is ontleend: Artikel 22, lid 3 en 4, der Lager Onderwijs- wet 1920, regelt sinds jaren de wijze, waarop noodelooze versnippering van de openbare scholen dient te worden voorkomen. Bij de be- oordeeling van de uitkomst zal men niet mo gen vergeten, dat de cijfers een gestadige af- neming van het gezamenlijk leerlingental op de openbare scholen tegenover een toeneming van het aantal op de bijzondere scholen doen zien. In de afneming van het aantal schuilt dan ook op zichzelf niets geforceerds. De sta- tistiek sinds 1925 vertoont het volgende beeld: Aantal Bij- Opge- openb. gekomen heven scholen in in Vermin Jaar op 1 Jan. dat jaar dat jaar dering 1925 3684 41 113 72 1926 3612 67 74 7 1927 3605 92 86 6 1928 3611 40 92 52 1929 3559 73 92 19 1930 3540 55 84 29 1931 3511 50 70 20 1932 3491 31 112 81 1933 3410 15 135 120 1934 3290 13 281 268 1935 3022 2 28 26 thans 2996 Het beeld sinds 1925 vertoont tot 1927 wat de inrichting van nieuwe soholen betreft, een stijging van het getal. Na dat jaar trad een daling in, die sinds 1929 zeer geleidelijk is verloopen. Van stiohting van nieuwe scholen is thans zoo goed als geen sprake meer; komt het nog sporadisch voor, dan hangt dat samen met de ophefflng van ten minste den andere school. EEN MINISTER TER PALINGVANGST. De minister van Wiaterstaat jhr. Van Lidth de Jeude, heeft dezer dagen kennis willen ma ken met de palingvisscherij op het IJsselmeer, meldt de Standaard. Daartoe heeft hij zich ingescheept aan boord van den Urker motorbotter UK 33, schipper L. J. de Vries, in gezelschap van den burge meester van. Enkhuizen, baron Mackey en van den havenmeester van Enkhuizen. Een geheelen nacht heeft het hooge gezel schap op zee verkeerd. De minister is er eeni ge keeren getuige van geweest, dat de kor werd opgehaald en de paling gesorteerd en in de bun gebracht. Hij heeft kunnen waamemen hoe de visschers dag en nacht in touw zijn en 's nachts slechts af en toe een ,,hazenhdkkie" kunnen doen tijdens een trek van een paar uur. Ook heeft de minister met groote belangstel- ling de bedrijvigheid gadegeslagen die des avonds te Enkhuizen heerscht, als de botters in de haven komen om haastig hun vangst te lossen en te doen afslaan in den vischafslag. ECONOMISCHE MAATREGELEN IN BEI-GIE. In zijn zitting van Vrijdag heeft de Belgi- sche ministerraad besloten over te gaan tot de afschaffing van het licentierecht op vreemde reuzel. Daarentegen is het licentierecht op vreemde tarwe opnieuiw ingevoerd en zal bij de fabri- cage van meel, bestemd voor de bereiding van brood, een zeker percentage inlandsche tarwe moeten worden gebruikt. Dit percentage en de modaliteiten van toepassing zullen door den minister van landbouw worden vastgesteld. DRIE BELGISCHE GENERAALS OP eeN DAG OVERLEDEN. Woensdag zijn te Brussel drie Belgische generaals overleden, die ziob tijdens den wereldoorlog zeer verdienstelijk hebben ge maakt. Het zijn luitenant-generaal dr. De Racbe, een populaire figuur, die zich bij den generalen staf ten zeerste beeft onderschei- den; luitenant-ge|neraal Scheere, de laatste der divisie-igeneraals van den slag aan den IJzer en ten slotte luitenant-generaal Bur- guet. Laatstgenoemde heeft o.m. in 1915 den z.g. ,,Boyau de la mort doodenloopgraaf laten graven, welke thans nog als historisch monument bewaard is gebleven. Na den wapenstilstand werd luitenant-generaal Bur- guet tot bevelhebber benoemd van bet Bel gische bezettingsleger in Duitschland. ITALIE ERKENT DAT FRAN.KRIJK EN ENGELAND BEPAALDE RECHTEN UN ABESSYNIe BEZITTEN. Het Italiaansch-Abessynische conflict is door de besluiten van den Volkenbondsraad tot 4 September op diplomatiek terrein over- gebracht. Een driemogendheden-conferentie die 16 Augustus te Parijs zal bijeenkomen zal trachten een regeling voor het conflict Vast te stellen. De voorbereiding voor deze belangrijke eonferentie is reeds aan den gang. Minister-president Laval had Vrijdag daarover een onderhoud met den Italiaanschen ambas- sadeur. Te Rome is bekend gemaakt, dat de Italiaansche delegatie voor deze eonferentie onder leiding zal staan van den kabinetschef van Mussolini, baron Aloisi, die Italie ook te Geneve veirtegenwoordigt. Volgens Reuter zullen Eden en Vansittart op 13 dezer naar Parijs vertrekken in ver band met de Italiaansch-Fransch-Engelsche eonferentie. Welke houding zal Italie ter eonferentie aannemen Het Italiaansch tijdschrift „Affari Esteri" bevat een belangrijk artikel, waarin de vol gende denkbeelden inzake de houding, die Italie op de a.s. driemogendheden-conferentie zal aannemen, zijn verwerkt: Italie erkent, dat Frankrijk en Engeland in Abessynie bepaalde rechten bezitten. Het geeft aan een vreedzame oplossing de voorkeur boven een oorlog. Het blijft alleen staan op zijn recht om zijn kolonien te verdedigen en op de noodzakelijk- heid in Afrika expansie te zoeken. 'Het welslagen van de drie-mogendheden- conferentie hangt van Engeland af. TE WEINIG EIEREN EN TE WEINIG VARKENSV'LEESCH IN DUITSCHLAND. Het tekort van eieren in verschillende ste- den van Duitschland doet zich thans in zoo hooge mate gevoelen, dat de rijksminister van landbouw het noodig heeft geoordeeld een cir- culaire uit te vaardigen, waarin de oorzaken van dit tekort worden oj>gegeven. Hij ver- klaart, dat men op het oogenblik in een over- gangsstadium verkeert, daar ,,de oude hennen niet meer leggen en de jonge hennen nog niet aan den leg zijn gekomen". In de provincie Hannover doet zich de schaarschte aan varkensvleesch meer en meer gevoelen, zoodat tot alle boeren de uitnoodi- ging is gericht, zooveel mogelijk varkens voor de slacht te leveren. SCHEEPVAART TE HULL. Reuter meldt uit Londen: Het gebrek aan exportkolen en bunkerkolen te Hull en in de andere havens aan de Hum- ber wordt acuut. De afgeloopen week is een boot te Hull gekomen om kolen te laden voor Buenos Aires. Het kon echter geen voldoen de bunkerkolen voor de reis krijgen en werd toen naar Vlissingen gedirigeerd om te bun- keren. Twee andere schepen, die om dezelfde reden moesten wachten, zullen hetzelfde doen. HET VERGELIJK VAN GDYNIA, Het geschil tusschen Polen en de regeering van de Vrije Stad van Dantzig is schrijft de N. R. Crt. bijgelegd. Te Gdynia heeft Greiser, de president van den Dantzigschen Senaat, en als zoodanig hoofd der regeering van de Vrije Stad, Beck, den Poolschen minis ter van buitenlandsche zaken, ontmoet. Naar het schijnt heeft het hun in dat onderhoud niet veel tijd of moeite meer gekost, het con flict op afdoende wijze uit de wereld te helpen. De regeering van Dantzig had weinig keus. Zij was verreweg de zwakste zoowel in den oecooomischen ais in den politiaken strijd, waarin zij met Polen was geraakt. De douane- bepalingen van de Polen waren fnuikend voor het republiekje. Zij verlamden de haven, had- den een verplaatsing van den Poolschen door- voer naar Gdynia tengevolge, waarop dezen keer geen beroep op Geneve mogelijk was, daar de maatregelen der Polen door finan- cieele maatregelen dier Dantzigsche regeering waren uitgelokt. Nu waren die maatregelen op zich zelf weer een gevolg van de bittere, financieele moeilijkheden, waarin Dantzig ge raakt was. Het kon het nationaal-socialisti- sche bewind niet aangenaam zijn deze moei lijkheden,, en het financieel wanbeheer, dat er de onmiddellij'ke oorzaak van was, op het in- ternationale forum te brengen. De Dantzigsche bevolking, die bij de jongste verkiezingen, ondanks een pressie, waarvan de ontstellende bijzonderheden nu pas naar bui- ten bekend worden, het nationaal-socialistische bewind in eigen stad en in Duitschland zoo hevighad teleurgesteld, werd ontevredener nog dan zij al was geweest, onder den druk van de gevolgen van de financieele politick barer re geering en van de madtregelen van weer- wraak der Polen, die deze 'politick had uitge lokt. De binnenlandsche toestand dreigde zoo te worden, dat de dictatuur te Dantzig er re kening mee moest houden. De voomaamste bronnen van inkomsten der stad raakten ver- stopt en een belangrijke stijging van de prij zen der levensmiddelen, die ten deele uit Polen moeten komen, verscherpte de uitwer- king daarvan. Zelfs een nationaal-socialisti sche regeering moet zich om de stemming der burgerij bekommeren, als de rechten dier bur- gerij, op grond van intemationale bescher ming, niet onbeperkt kunnen worden aanige- tast. Berlijn kan eenzijdig intemationale overeenkoansten opzeggen, omdat het de macht daartoe heeft. De regeering van het zwakke Dantzig vermag op dit punt echter weinig, daar Polen zioh als den verdediger van den toestand te Dantzig, zooals die door het vbedesverdrag geschapen is, beschouwt, en het niet te verwachten is, dat Duitschland zich, terwille van Dantzig, aan een oorlog zou wagen, dien het om andere redenen onge- wenscht vindt. In den oeconomischen strijd moest Dantzig dus toegeven, Polen kon zijn maatregelen in- trekken, daar de redenen, waarom zij (waren uitgevaardigd, vervielen. Dantzig zou de in- komende rechten en de spoorwegvrachten weer als vanouds en zonder verwijl, in Pool- sche munt overdragen. En een einde zou worden gemaakt aan den, van douanerechten bevrijden invoer van levensmiddelen uit Duitschland. Het politick gevaar is hiermede voor Dant zig geweken, het financieele probleem, dat de vervulling van" deze voorwaarden voor Dant zig vormt, blijft bestaan. Dit echter is een kwestie, die ons niet in het bijzonder belang hoeft in te boeaemen. Het heele conflict zelfs lijkt, zooals wij het hierboven hebben beschre- ven, van localen aard. In werkelij.kheid is de gevallen beslissing van groote, intemationale beteekenis. Dat zullen wij nu verder uiteen zetten. Haast alle Europeesche kwesties zitten er- aan vast. Zoo b.v. bet conflict tusschen Duitschland en den Volkenbond. De Dantzig sche regeering duchtte niet alleen, haar moei lijkheden voor Geneve te brengen, zij zou dit ook hebben gemeden als er geen propagan- distische bezwaren aan verbonden waren ge weest. De moeilijkheden met Polen wil zij rechtstreeks afdoen, zonder bemiddelimg van den Volkenbond, welks organen zij tegenwoor- dig negeerlf waar zij slechts kan. De Vol kenbondsraad, die jaren lang door de Dant- zigers vervolgd werd met hun, ten deele ge- reohtvaardigde, ten deele overdreven bezwa ren tegen Polen, vormt nu voor de Dantzig sche regeering nog slechts een hinderlijke in- stantie, wier gezag de volledige ,,gelijkschake- ling" van Dantzig belet. De hooge commissa- ris is een onwelkome dwarsk'jker geworden, dien men liefst links laat liggen, terwijl men vroeger soms wel degelijk een beschermer in hem zag. Daarom wilde men te Dantzig al leen rechtstreeks met Polen, van autoriteit tot autoriteit, onderhandelen. Een ander vraagstuk, dat ten nauwste met het geschil betrokken was, was niets meer of minder dan de vrede in Middel-Europa. Voor- al de vrije invoer van Duitsche levensmiddelen in Dantzig, in het Poolsch-Dantzigsche tolge- bied dus, had de Polen zeer gealarmeerd. Dat was niet meer een technisch geschil; het be- sluit daartoe was een terzijdezetten van de, in het vredesverdrag tenopzichte van de tarief- rechtedijke positie van Dantzig getroffen rege ling. ten nadeele van Polen. De Polen hadden stellig meer reden het als een onreohtmatige daad, bedoeld als eersten stap op den weg naar den Anschluss" van Dantzig bij Duitsch land te beschouwen, dan de mogendheden in- dertijd bezaten om de tariefregeling tusschen Schober en Curtius op overeenkomstigen grond te wraken. Daarom trof Polen aoo krasse maatregelen. Men weet, het trok troepen te samen aan de Dantzigsche grens, en oorlogsschepen te Gdynia. De vervreem- ding, die tusschen Duitschers en Polen na de verrassende toenadering, weer ingetreden was, had hiermede haar hoogtepunt bereikt. Men was weer toe aan den toestand van Maart 1933, toen Poolsche troepen eveneens Dantzig bedreigden. Wel was het gevaar minder groot doordat in die dagen machtige Poolsche krim- gen een preventieven oorlog wensohten, ter wijl nu geen Pool meer daarop gesteld kan zijn. Maar prettig zagen de dingen er toch voor de positie van Duitschland in Europa niet uit. In Maart 1933 was het dreigend gevaar voor Hitler een aanleiding geweest, een vol- ledigen ommekeer te brengen in de Duitsche politiek tegenover Polen. Zou hij nu, onder den druk van een, voor Berlijn veel minder geducht geworden militaire pressie, Dantzig opnieuw tot een capitulatie nopen? Hij heeft het tenslotte voor het zeggen. Uit Berlijn moest de beslissing komen. Die is ook uit Berlijn gekomen. Naar het heet, heeft Lipski, de' Poolsche gezant te Berlijn, er een groot aandeel in gehad. Berlijn heeft. Dantzig weer volledig laten inbinden. Daanmede is alle gevaar voor een conflict afgewend. De Polen zijn blijkbaar tevroden gesteld. De vrees, dat de radicale nationaal-socialisten, die thans te Berlijn alles te zeggen hebben, de Dantzigsche onverzoen- lijk zouden steunen, is overbodig gebleken. Nog heerscht te Berlijn het inzicht, dat in het voorjaar van 1933 is ontstaan. Het hoeft geen betoog, dat dit voor den heelen toestand in Europa van groot belang is. Bij een gespannen toestand tusschen Duitsch land en Polen ziet het politieke evenwicht in ons werelddeel er heel anders uit dan bij een goede vers tan dhouding tusschen beide buren. Als Mussolini een rekening opmaakt, zal hij terdege daarop letten. Als uiting van de, te Berlijn nog steeds heersohende voorzichtigheid, als oorzaak voor Polen, om de goede betrekkingen met Duitsch land in eere te houden, en als element in de Europeesche constellatie is het vergelijk van Gdynia dus van groot algemeen belang. Naar men ons mededeelt staat in den tuin van den heer Jac. Maas, te Ofchene, een prach- tige zonnebloem. De stam van dezen reus is 18 c.M. dik en de lengte is 2 M. De bladeren zijn 40 c.M. breed en 33 c.M. lang. De roos van deze bloom is in doorsnede 19 c.M., terwijl zich daar rond bevinden 60 gele blaadjes. Een echte kanjer alzoo. RIJKSPOSTSPAARBANK. In den loop der maand Juli werd aan het postkantoor Ter Neuzen op spaarbankboek- jes ingelegd 38.441,78 en terugbetaald f 54.301,54, derhalve minder ingelegd dan terugbetaald 15.859,76. Het aantal nieuw uitgegeven boekjes be- droeg 24. WAARSCHUWINfG AAN NEHERLANDSCHE REIZIGERS NAAR BEEGIE. Het ministerie van Buitenlandsche Zaken vestigt er de aandacht op, dat Nederlanders. die zich zonder voldoende ligitimatie-papieren of geld naar Brussel begeven, kans loopen op groote onaangenaamheden, indien, wat meer- malen voorkomt, de autobus, waarmede zij zijn gekomen, zonder hen is vertrokken. Het consulaat-generaai te Brussel kan dergelijke personen niet helpen, indien zij zich niet als Nederlanders kunnen legitimeerem. HET WANDELHOOFD TE VLISSINGEN. De N.V. Wandelhoofd Vlissingen, welke het bouwen en exploiteeren van een wandelpier ter plaatse had opgevat is in andere handen overgegaan, mede als gevolg van enkele moei lijkheden, die zich bjj de financiering van den afbouw hadden voorgedaan en die een zekere stagnatie hadden veroorzaakt. De vennootschap is thans onder directie ge komen van de N.V. Associatie voor Beheer en Trustzaken te Amsterdam. De verdere bouw is met kracht ter hand genomen en de moei lijkheden, die zich hebben voorgedaan, kunnen thans als ovenwonnen worden beschouwd. Vlis singen zal binnem zeer afzienbaren tjjd in het bezit van de langverwachte pier zijn. (De Z.) OPLICHTER GEPAKT. De marechaussee te Oostburg heeft aange- houden en ter beschikking van de justitie te Middelburg gesteld zekeren J., scheepsdokter, gedom. te Rotterdam, die verdacht wordt zich te hebben schuldig gemaakt aan oplichting van verschillende artsen in Zeeland. Bij de Earner van Koophandel en Fabrieken voor Zeeuwsch-Vlaanderen te Ter Neuzen, werden in de iweek van 29 Juli6 Aug. de volgende inschrijvingen gedaan: Fa. Begheijn en Van Damme, St. Jansteen, Absdale C 36, aardappelseleetiebedrijf en han ded in pootaardappeien. V.: A. van Damme, Koewacht, R. E. Begheijn, St. Jansteen. Joh. Vosters van Nuenen. F.: Olinge, Nieuw-Namen, hoofdzaak: Eindhoven, Plek- hoek in leder, klompen, foumituren en klom- penfabriek. Eigenaar: J. B. Vosters van Nuenen, Eindhoven. Wijzigdngen: ,,Anna Oomelia", Sohooiweg 13, beurtvaart. Beurtvaartbedrijf en handel, in brandstoffen. Aug. Haers, Philippine, Weststraat 126, sla- ger. Nieuwe Venn.: V. Haers, Philippine, Weststraat 126. Hotel „Paviljoen'', De Feijterstraat. Eige naar: I. C. Bliek, uitgetreden. P .Lij'baart, Noordstraat 65, in chooolade en suikerwerken. Bedrijf: winkel in chooolade en suikerwerken, benevens de fabricage van consumptie-ijs. Ter Neuzen Tugboat Company, Schelde- kade 26, sleepbootreederij. Eigenaar: W. Mul- ler, uitgetreden. Nieuwe eigenaar: L. Muller, Scheldekade 26. TERNEUZEN—AXEL. 2—3. De gisteren gespeelde wedstrijd Temeuzen- Axel had niet veel am het lijf en de wegblij- vers hebben ditmaal dan ook groot gelijk ge had. Was aangekondigd, dat Temeuzen I zou uitkomen, de ploeg die in het veld kwam, was van een aanmerkelijk minder gehalte. Ook het vertoonde spel was bedroevend. Een en ander was vooral voor de vele Axelsche supporters, die natuurlijk hadden gedacht hun favorieten tegen het eerste elftal der roodzwarten te hebben zien uitkomen, een groote teleurstel- ling. Voor hen was tenslotte de uitslag nog een pleister op de wonde, daar de Axelaars met een 23-overwinning het veld verlieten. Bij de rust was het 20 voor Temeuzen. Wereldkampioenschappen. Zaterdag en Zondag zijn te Brussel de wed- strijden om het wereldkampioenschap sprint verreden. De einduitslagen waren als voligt: Professionals: 1. (wereldkampioen) Scherens, (Belgie); 2. Richter, (Duitschland) 3. Gerardin, (Frankrijk) 4Mich ardFrankrijk Dit is reeds de vijfde maal, dat Scherens het wereldkampioenschap veroverd heeft. Amateurs: 1. .(wereldkampioen) Merkens, (Duitschl.); 2. Van Vliet, (Nederland) 3. Van de Vijver, (Nederland); 4. Collard, (Belgie).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 2