ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Het tekort van de Kerk.
Het gaheim van de 7 wijzerplaten
Zoo'n erge Hoofdpijn
AKKIPTJES
No. 9328
VRIJDAG 26 JULI 1935
75e Jaarganc*
Feuilleton
Binnenland
TWEEDE BLAD
AKKER-CACHETSJ
I MEX»33«iCa2^-v^2i«»E"
tumaammmamutam r—WHiimiaw rwr
NEUZENSCHE CO U RANT
In een zeer mooi boekje, getiteld: ,,De
Ziel der Samenlevingwaarin hij vooral
sterk heeft geaccentueerd en verdedigd
den onmisbaren samenhang tusschen
godsdienst en zedelijkheid, heeft een be-
kend Rotterdamsch predikant, Ds. S. H.
J. James, Herv. pred. te Delfshaven, ook
onomwonden ziin meening gezegd over
het tekort van ae Kerk, en wij meenen,
dat wat hij daarover gezegd heeft van zoo
groote waarheid en waarde is, dat dit in
breeder kring mag en moet worden ver-
nomen.
Indien zoo luidde de eerste bewering
van Ds. James in het betrekkelijke hoofd-
stuk indien de Kerk haar plaats in de
samenleving op den duur zal willen
handhaven, zal de dienst van God, die in
en door haar wordt verzorgd en beoefend,
in ieder geval ook iets in deze wereld
moeten uitwerken. De praktische tijd
tooh, waarin wij leven, duldt op den duur
geen instituut, dat veel kost, veel plaats
inneemt en talrijke werkkrachten opvor-
dert, als het niet aanwijsbaar is, dat er van
die instelling nu ook iets werkelijk waar-
devols voor onze samenleving uitgaat.
En nu zijn er heel wat menschen, die den
indruk hebben, en daar dan ook heel
openlijk mee colporteeren, dat de kerken,
van welke richting en op welke plaats
dan ook, vrijwel nutteloos haar plaats op
deze aarde beslaan. Zij zijn zelfs een sta-
in-den-weg geworden voor het zich rep-
pend materieel, maar niet minder ook voor
en bij he.t zich voorthaastend geestelijk
verkeer in onzen tijd.
Nu ja, zegt Ds. James, er wordt een
paar uur in de week in onze kerkgebouwen
gezongen en wat voor gezang is dat
dan nog vaak! er wordt op een morgen,
en hoogstens op twee avonden in de week
in zoo'n steenen kolos gepreekt, maar zou
de wereld er nu iets van bespeuren, als
dit niet meer gebeurde, en zou onze
samenleving iets missen, als dit een en
ander eens ophield? Of dit steenen ae-
vaarte er nu staat, zonder dat daar op den
Zondag wat menschen in en uit gaan, en
zonder'dat er wat gezongen wordt dat
maakt toch voor die duizenden en nog
eens duizenden, die er dagelijks langs
loopen, in 't geheel geen verschil.
En als nu die klacht en dat bezwaar al
maar luider en van steeds imeer kanten
herhaald worden, zal het toch niet ge-
makkelijk zijn om daarop een antwoord te
vinden Wij mogen er dan diep van
doordrongen zijn, dat deze klachten over-
dreven zijnwij willen er toch wel
naar luisteren, ook al erkennen wij dank-
baar, dat de dienst des Heeren meer uit-
werkt dan wat op een schaal kan worden
gewogen of in eenig kasboek kan worden
verantwoord. Wij weten maar al te
goed, uit eigen en anderer ervaring, dat
er stille en verborgen kracht kan uitgaan
van veel godsdienstoefeningen. Wij
weten t maar al te best wat ook Ds.
James erkent dat duizenden vrouwen
haar zware taak in het gezin-sleven alleen
maar kunnen volhouden, omdat zij door
het Godswoord, dat zij hoorden. nieuwe
kracht hebben gekregen, en dat honder-
den mannen, die op allerlei wijzen tobben
en lijden, voor de uiterste wanhoop be-
waard zijn gebleven door iets wat zij daar,
in de kerk, mochten zingen of vernemen.
Maar die dingen blijven toch veelal tot het
innerlijk en dus tot het onzichtbare be-
perkt, en het blijft de groote vraag, of
de buiten Kerk en zelfs vaak ook buiten
alle religie staanden niet het recht hebben
om een andere en meer beduidende uit-
werking van het kerkelijk instituut te
een der geheimzmmge verhalen van
AGATHA CHRISTIE.
(Nadruk verboden.)
40) (Vervolg.)
NEGEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
George Lomax gedraagt zich eigenaardig.
,,Mijnheer Lomax is hier, uwe Lo-rdschap."
Lord Caterham schrok hevig, want daar hij
verdiept was in de ingewikkeldheden van wat
men niet doen moet met de linkerpols, had
hij den butler niet hooren naderen over het
zachte gras. Hij keek Tredwell meer bedroefd
dan boos aan.
„Ik heb je aan het ontbijt gezegd, Tredwell,
dat ik het vanmorgen heel druk zou hebben."
„Ja, uwe Lordschap, maar..."
,,Ga mijnheer Lomax vertellen, dat je je
vergist hebt, dat ik naar het dorp ben, dat ik
met jicht te bed lig, of als het andere faalt,
dat ik dood ben."
.Mijnheer Lomax heeft uwe Lordschap reeds
gezien, toen hij de laan inreed".
Lord Caterham ^zuchtte diep.
„Juist iets voor'hem. Heel goed Tredwell.
Ik kom."
Op een hoogst karakteristieke manier was
lord Caterham altijd het joviaalst als zijn in-
nerlijke gevoelens allerminst joviale neigingen
vertoonden. Hij begroette George met een
absoluut ongeevenaarde hartelijkheid.
Beste kerel, beste kerel. Verheugd je te
zien. Werkelijk verheugd. Ga zitten. Ge-
bruik wat. Wel, wel, dat is aardig van je."
Eb toen hjj George in een grooten armstoel
had geduwd ging hjj tegenover hem zitten en
knipperde zenuwachtig met de oogen.
vragen dan alleen maar een verandering
of verheffing van stemming bij enkelen.
Daar zal toch zeker menigeen, ook onder
onze lezers, het wel roerend mee eens zijn.
Natuurlijk is het heel wat, als een klei-
nere of grootere, soms zelfs zeer groote
schare diep onder den indruk ontroerd of
in "elk geval gesticht, uit zoo'n kerk weer
naar huis gaat, maar wij mogen niet over
't hoofd zien, dat die verheven stemming
vaak ook zoo weer weg is en ndet langer
blijft dan de ontroering, gewekt door een
concert of door ean tooneelvoorstelling.
De Kerk heeft een grootscher en breeder
taak dan om alleen maar in te werken op
sommiger gevoel en stemming.
Gods profeten en ook de Zone Gods
Zelf hebben heusch niet het vermogen
der ontroering uitgekozen als de snaar,
waarop zij wilden spelen. Er moest meer
gebeuren. Het geweten moest in trilling,
het geweten moest in actie worden ge-
brac-ht. Het zedelijk terrein lag braak,
en het behoorde met alle geweld ontgon-
nen te worden. Doe) was niet in de eerste
plaats, dat een mensch gelukkiger, opge-
wekter en moediger zou worden, neen, het
ging vooral om heiligheid. En als dat
dan maar bereikt werd. kwam al het
andere vanzelf, en als al dat andere niet
kwam, was toch het voornaamste bereikt.
Als de kracht van God, waarover de
kerksche menschen het zooveel hebben,
nu maar hier uit bleek, dat zij. die onder
den preekstoel zitten, reiner, eerlijker, lief-
devoller gingen leven dan de anderen, die
daar geen tijd voor over hebben, dan zou
de klacht, dat de Kerk haar plaats in de
samenleving nutteloos inneemt, vanzelf
wel verstommen. Als iedere godsdienst-
oefening het zedelijk peil van de deel-
nemers zichtbaar verhoogde, zou niemand
er behoefte aan hebben, dat de Kerk ver-
dween, tenzij dan dat men haar zou willen
afbreken uit het duivelsch motief, dat men
het niet kan verdragen -dat anderen van
de zonde radicaal afstand doen.
Maar daar is het nog wel ver van ver-
wijderd! Wij bedoelen dus dit, dat de
weldenkenden buiten de Kerk (want alle
kerkgangers zijn geen engelen en alle
niet-kenkgangers zijn geen kinderen Be-
lials) een zichtbaar resultaat verlangen te
zien van de Kerk om haar bestaansrecht
in de samenleving te handhaven. Hoe
zouden deze lieden zich verheugen, indien
de Kerk deze uitwerking had op het wil's-
leven, en hoe zouden zij over allerlei be-
zwaren heenstappen om dan bij dit mooi
en heilig werk te helpen! Doch men be-
gint juist -hoe langer hoe luider te zeggen,
dat dit hcelemaal niet het geval is, en
zeer velen krijgen steeds erger het land
aan de Kerk!
O, wat heeft men een bezwaren tegen
ons, kerkelij'ken! Wij moeten daar maar
eens rustig naar luisteren. Dostojewsky
vertelt in zijn roman ,,De I-dioot" van een
Russischen boer, die om het horloge van
een reisgenoot te kunnen stelen hem aan
de rugzijde een mes in het lichaam stoot,
terwijl hij aan de voorzij-de in zijn gelaat
de woorden prevelt: ..Barmhartige God.
vergeef mij de zonde om Jezus wil En
er wordt gezegd, dat de Kerk daarop min
of meer zou lijken: aan den voorkanf veel
vrome woorden, en aan den achterkant
een verraderlijke aanval!
Het moet toch voor de menschen, die
buiten alle kerkverband opgroeien en
leven, wel een zeer vreemde gewaarwor-
ding zijn, dat daarbinnen voortdurend ge-
sproken wordt over en zelfs tot den
Eeuwige, die heiligheid wil, terwijl de
menschen, die daarnaar geluisterd heb
ben, in de samenleving zich niet zelden
met een klein en gema'kkelijk wipje over
al die heilige woorden, voornemens en
,,Ik moest u heel speciaal spreken", zei
George.
,,0", zei lord Caterham zwakjes en zijn
mond zonk weg, terwijl zijn geest vlug al de
vreeselijke mogelijkheden overdacht, die kon-
den schuilen achter dien eenvoudigen zin.
,,Heel speciaal", zei George met sterken na
druk.
Lord Caterham's moed zonk dieper en die-
per weg. 'ilij voelde dat er iets komen ging,
dat erger was dan alles wat hij gedacht had.
„Ja", zei hij met een manhaftige poging tot
nonchalance.
„Is Eileen thuis?"
Lord Caterham voelde, dat de terechtstel-
ling was uitgesteld maar was toch lichtelijk
verrast.
„Ja, ja", zei hij, Bundle is hier. Die vrien-
din van haar is er... dat kleine meisje...
Wade. Een heel aardig meisje, een heel aar
dig meisje, ze zal ooit een goede golfspeelster
worden. Ze slant mooi en gemakkelrjk..."
Hij babbelde praatziek verder toen George
hem meedoogenloos in de rede viel:
,,Ik ben blij dat Eileen thuis is! Kan ik
aanstonds missch-ien een onderhoud met haar
hebben?"
Zeker, zeker, beste kerel."
Lord Caterham was nog steeds zeer verrast,
maar genoot nog van het gevoel van uitstel.
,,Als het je niet verveelt", zei hij.
„Niets kan me minder vervelen", zei George.
„Ik vind, Caterham, als ik het zeggen mag,
dat je nauwelijks het feit waardeert, dat Eileen
volwassen is. Ze is niet langer,een kind. Ze
is een vrouw en als ik het zeggen mag een
zeer bekoorlijke en talentvolle vrouw. De man
die er in slaagt hare liefde te winnen, zal bui-
tengewoon gelukkig zijn. Ik herhaal het
buitengewoon gelukkig."
,,0, dat zal wel", zei lord Caterham. ,,Maar
ze is erg onrustig, weet u? Ze kan nooi-t lan
ger dan twee minuten op dezelfde plaats blij
ven. Ofschoon ik geloof dat jongelui daar
tegenwoordig niets meer om geven."
„U bedoelt dat ze niet tevreden is met stil
beloften heen-zetten en maar doen, alsof
zij daar niets van gehoord hebben.
Berthold Molden stelt in zijn boek: ,,Ist
Religion in Zukunft moglichvoor, dat
wij al vast maar zullen gaan doen, alsof de
Kerk er niet meer is, en in pleats
daarvan in iedere groote stad een ,,Huis
voor vrije vroomheid zullen oprichten
een soort tempel met verschillende zalen.
die ieder voor zich gewijd zullen zijn aan
een onderdeel van het godsdienstig leven
en denken. Ds. James zou daar toch nog
niet zoo dadelijk toe willen overgaan en
om meer dan een reden, waaronder ook
deze, dat men uit het feit, dat niet weinig
kerkelijke menschen met het zedelijk
leven overhoop liggen, nog niet onmiddel-
lijk imag afleiden, dat de Kerk in haar
geheel alleen het gevoel en niet den wil
bearbeidt,
Toch wordt het tijd, dat de Kerk zich
bezinne, en niet alleen op haar organisatie
of reorganisatie. De tijd is niet verre
meer, zegt Ds. James (en wij meenen, dat
hij gelijk heeft) de tijJtf is niet verre
meer, dat men van een lichaam, dat zoo
breede plaats inneemt, niet meer zal dul-
den, dat het in strijd leeft met zijn eigen
wezen. Nog is het niet te laat, maar heel
lang kan er niet meer worden gewacbt.
De Kerk heeft iets, wat door geen
enkelen tempel voor vrije vroomheid kan
worden vervangen. Daarmee bedoelen
wij haar traditie. De Kerk heeft in den
loop der eeuwen het milieu geschapen,
waarin God Zijn heiligheid deed geboren
worden. De gedaante en de vormen, die
de Kerk heeft aangenomen, zijn van
weinig waarde in vergelijking met het
werk, dat zij altoos gedaan heeft en nog
kan doen, evenmin als de bouwvallige
gedaante van de muziekzaal de muziek
zelve kan beletten om groot en aangrij-
pend te zijn.
Men late daarom dit oude en vervallen
gebouw nog maar staan, omdat het Gode
behaagd heeft hierdoor gedurende zooveel
eeuwen het lied te doen hooren: Wie uit
God geboren is, zondigt niet. Maar
dan moet dat lied ook weer duidelijk wor
den gehoord.
Tc lang en te veel, meent de schrijver,
heeft men het lied van de onmacht ge
zongen. Dat lied is wel goed en zijn
inhoud is ook wel waar, maar zonder het
koor deugt het niet, "en het koor is het
koor van het Evangelie, dat zegt en toont,
dat wie met God in aanraking komt, maeht'
kriigt.
Te vaak en te veel is er gezongen: ,,Ik
reis naar den hemel. verhinder mij niet
Ook dat lied is goed, maar het deugt niet
zonder den voorzang. En de voorzang
van dat hemellied is: „met hemelsch
rythme wandelen in den aardschen dag
Zal de Kerk in de toekomst haar plaats
op aarde kunnen handhaven, zoo eindigde
Ds. James zijn opstel, en wij zijn het
daarin volkomen met hem eens zoo zal
zij in en door de kracht Gods zooveel
goeds uit het hart van haar leden moeten
halen als maar even mogelijk is.
Dan zal zij weer worden, wat zij, de
Kerk, altijd geweest is: het lichaam van
Ghristus, Wiens ziel de ziel is geworden
van onze samenleving.
Binnen een kwartier kuni Ge
die vergeten zijn en U als her-
boren voelen door een of twee
Voigens recept van Apotheker Dumorrt
te blijven zitten. Eileen heeft hersens Cater
ham, ze is eerzuchtig, ze interesseert zich voor
de problemen van den dag en richt daarop
haar frisch en levendig jong verstand."
Lord Caterham staarde hem aan. Het
kwam in hem op dat ,,de inspanning, die het
moderne leven van onze zenuwen vergt", zich
bij George begon te doen gelden.
Wlant zijn beschrijving van Bundle leek lord
Caterham inderdaad belachelijk.
,,Weet je zeker, dat je goed in orde bent"
vroeg hij bezorgd.
George negeerde de vraag ongedulddg.
..Misschien Caterham, begint u eenig idee
te krijgen van de reden waarom ik u dezen
morgen bezoek. Ik ben niet iemand die licht-
zinnig nieuwe verantwoordelijkheden op zich
neemt... Ik hoop dat ik uitstekend weet, wat
ik aan mijn positie verplicht ben. Ik heb deze
zaak diep en ernstig overdacht. Men kan voor
al op mijn leeftijd niet in het huwelijk tre-
den zonder diep... hm... er over na te denken.
Gelijkheid van afkomst, overeenstemming in
smaak, algemeen aanpassingsvermogen, en
dezelfde godsdienst... al deze dingen zijn noo-
dig en men moet het voor en tegen wikken
en wegen. Ik kan, meen ik, mijn vrouw een
positie in de maatschappij verschaffen die niet
te versmaden is. Eileen zal die positie veel eer
aan doen. Door geboorte en opvoeding is zij
ervoor geschikt en haar hersens en haar
scherpen zin voor politiek, kunnen slechts ons
beider carri^re bevorderen. Ik weet Cater
ham, dat er.hm... eenig verschil in jaren
is, maar ik kan je verzekeren, dat ik me
krachtig gevoel... in mijn eerste jeugd. De
meerderheid in jaren moet aan de zijde des
echtgenoot zijn. En Eileen voelt ernstig.een
oudere man zal haar beter passen dan som-
mig-e jonge apen zonder ondervinding en sa-
voir vivre. Ik kan u verzekeren mijn beste
Caterham, dat ik haar... hm... lieve jeugd zal
waardeeren, ik zal er aardig voor zijn... hm...
ze zal gewaardeerd worden. De uitgelezen
bloem van haar geest te zien ontluiken, welk
een voorrecht. En te weten dat ik nooit be-
sefte..."
VERKEERSSTREMMING OP WEGEN
IN BELGIe.
De afdeeling Wegen en Verkeer van den B.
B. N. brengt ter kennis, dat het verkeer voor
voertuigen tot 2 September 1935 gestremd is
op het vak EessenDixmuide van den weg
RoeselaereDixmuide.
De omleiding is door borden aangegeven.
Eveneens is voor het verkeer met voertuigen
afgesloten, en wel gedurende het tijdvak 20
Juli tot 28 Augustus 1935, het vak onder
Lichtervelde tusschen de K.M.-palen 6152 en
6500 van den weg TorhoutGent.
Het verkeer wordt omgeleid voigens ter
plaatse aangebrachte borden.
HET BUITENLAND IN AFWACHTING.
De Engelsche pers oordeelt den
gulden innerlijk sterk.
De correspondent der N. R. Crt. te Louden
telefoneerde Donderdagochtend
Alle bladen houden zich in meerdere of min-
dere mate met het lot van den gulden bezig;
enkele bladen zelfs wijden aan de politieke
situatie in Nederland en aan den gulden hoofd-
artikelen. Aan de behandeling van den gul
den verbinden de meesten dan ook beschou-
wingen over de lire. Voor zoover men hier de
politieke situatie in Nederland begrrjpt, be-
twijfelt men niet, dat de gulden nog steeds
een groote innerlijke kracht heeft, maar
schrijft men zijn zwakheid van het oogenblik
aan andere facto-ren toe.
In een uitvoerige beschouwing over de poli
tieke situatie en over Colijn, spreekt de Times
van oeconomische, politieke en psychologische
factoren en houdt zij rekening met de moge-
lijkheid, dat de tegen verdere deflatie gekante
machten in Nederland gedurende de laatste
maanden zooveel kracht gekregen hebben, dat
Colijn's taak onmogelijk zou kunnen blijken.
Toch meent zij, dat de speculanten, zoolang
Colijn aan het hoofd blijft, onverstandig zou
den zijn, wanneer zij bij hun gokkerij op een
onmiddellijke of spoedige devaluatie rekenden.
De Manchester Guardian schrijft, dat als
devaluatie een feit wordt, dit zal zijn omdat
politici en industrieelen haar het beste mid-
del achten om de financieele positie van het
land te herstellen en niet omdat de gulden in
nerlijk zwak zou zijn. De Nederlandsche Bank
zou, naar zij erkent, nog een groote hoeveel-
heid goud kunnen verliezen voor de situatie
gevaarlijk zou worden.
De Daily Telegraph schrijft, dat financieele
crisis in het buitenland wel het laatste zijn
wat de Londensche City begeert en dat niets
dus minder waar is dan de in het buitenland
wel verspreide bewering, dat Groot-Britannie
bij deze beproevingen der goudbloklanden een
zelfzuchtig belang zou hebben.
Discontoverhooging heeft te
Parijs een zeer goede pers.
De discontoverhooging van de Nederland
sche Bank heeft te Parijs een zeer goede pers.
Men heeft niets dan welwillende woorden over
de klassieke wijze, waarop het Nederlandsche
instituut den gulden verdedigt. De zienswijze
van de hooge Fransche en Nederlandsche in-
stanties loopt geheel parallel.
Wat den gulden betreft, legt de pers hier er
den nadruk op, dat de groote meerderheid van
het Nederlandsche volk niets van devaluatie
wil weten en dat men in de Kamer een meer
derheid zal vinden om den gulden te handha
ven. H?t blad Le Journal schrijft dat Neder
land thans op zijn beurt ondervindt hoe stroef
de parlementaire machine werkt. Indien net
voorbeeld van Laval gevolgd was, bianco vol-
machten te vragen, dan zou dit conflict ver-
meden zijn geweest, schrijft het blad. De par-
lementsleden willen nu eenmaal beginnen met
de daling van.de kosten van levensonderhoud,
om de bezuinigingen niet te hard te doen aan-
komen. In Frankrijk heeft men, dank zij de
bianco volmachten, net andersom kunnen han-
delen, hetgeen trouwens de eenige rationeele
weg is: eerst de staatsuitgaven naar beneden,
de rest daarna. Tot zoover Le Journal.
Het blad Joumee Industrielle is van oordeel,
dat dezelfde ondergrondsche invloeden in
Nederland werkzaam zijn, die reeds voorheen
hunne aanvallen op den gulden, den Zwitser-
schen en den Franschen franc gericht hebben.
OVERTREDING
VAN DE RIJWIELBELASTINGWETT
De minister van financien heeft aan de on
der zijn departement ressorteerende anffcrte-
naren, die belast zijn met opsporing van ovor-
tredingen van de Rijwielbelastingwet, de
bevoegdheid verleend dadelijk na het oonsfca-
teeren van het feit, dat zonder belastingmerk
of met een niet op de juiste wijze bevestq»dl
ibelastingmerk is gereden, den overtreder in
de gelegenheid te stellen de verbeurde boete
in hun handen te voldoen. Deze r-egeiing
treedt in werking met ingang van 8 Augusta*,
op welken datum tevens de controle op de
naleving der Rijksbelastingwet voor het op
den eersten dier maand begonnen belastiofg-
jaar aanvangt.
Omtrent het bedrag van de boete die door
de ambtenaren kan worden gevorderd en de
wijze, waarop van voormelde bevoegdheid zal
worden gebruik gemaakt, wordt het volgende
onder de aandacht gebracht.
Bg de wet van 9 Mei, no. 82 (iStaatshlad
no. 241), is tegen de hiervoor-gsnoemde over-
tredingen een door de bela stingadministratte
op te leggen boete van f 5 "bedreigd. Genoem-
de wet heeft tevens den minister van finan
cien gemachtigd de boete ad 5 te d.oem
verminderen. In verband hiermede heeft de-
genoemde minister aan de ambtenaren opge-
dragen in de volgende gevallen de daarbij ver—
melde boeten te vordjeren.
A. Indien de overtreder geen rijwielbela3-
tingmerk bij zich heeft, wordt de boete ver-
minderd tot 1,50. Indien de leeftijd van den
overtreder beneden 18 jaar is wordt de boete
verminderd tot 0,50.
B. Indien de overtreder het belastingmerk
wel bij zich heeft, maar dit niet op de juiste
wijze heeft bevestigd, wordt de boete vermin
derd tot 0,50.
De ambtenaren die de overtreding consta—
teeren, zijn niet gerechtigd andere dan de ver-
melde boeten op te leggen. Indien verzwa-
rende omstandigheden aanwezig zijn, met
name wanneer het den ambtenaar bekend is.
dat de overtreder in het belastingjaar reeds
een zelfde overtreding heeft begaan, be-
gaan, behooren zij den overtreder niet in de
gelegenheid te stellen in hun handen de boete
te voldoen. In dat geval is den ambtenaar
opgedragen den overtreder naar den ontvan-
ger der accijnzen te verwijzen.
Bij voldoening van de boete in handen van
de ambtenaren die het feit constateeren, geven
dezen den overtreder een kwitantie af. De
afmetingen van deze kwitantien zijn 11 c.M.
hij 11V2 c.M.; zij dragen o.m. een blauwen
onderdruk (vignet) met een witten band,
waarop in blauwe letters de woorden Konrnk-
rijk der Nederlanden zijn gesteld.
i Het publiek wordt in zijn eigen belang ern
stig aangeraden er zorg voor te dragen. dat
inderdaad een zoodanige kwitantie wordt uSt-
gereikt. Niet alleen is hierin een waarborg
gelegen, dat zich niet een onbevoegd persoon
als opsporingsambtenaar voordoet, maar
bovendien heeft de minister van financien den
onder zijn departement ressorteerenden amb
tenaren opgedragen en de politie-ambtenaren
I uitgenoodigd, tegen een persoon, die bij aan-
houding een dergelijke te zijnen name staande
kwitantie vertoont, binnen twee etmalen na
i hare dagteekening niet andermaal bekeuring
in te stellen.
Door de vorenstaande regeling wordt be-
oogd, mede in het belang van het publiek, bi}
de afdoening van de bekeuringen ter zake van
de vermelde overtredingen van de Rijwiel
belastingwet zooveel mogelijk vereenvoudigiug
te verkrijgen. Niemand is echter verplicht
I de boete op deze wijze te voldoen. Men be-
denke echter, dat bij niet voldoening van de
boete de ambtenaren de bevoegdheid hebben
het rijwiel in beslag te nemen
Aangezien de mogelijkheid bestaat, dat in
de groote steden (gemeenten met meer dan
I 100.000 inwoners) de betaling van boete in.
1 handen van de ambtenaren moeilijkheden op-
levert, zijn de inspecteurs der invoerrechten
en accijnzen bevoegd deze regeling in de ge-
genoemde gemeenten niet toepasselijk te ver-
klaren.
EEN RAAD VOOR DE LUCHTVAART.
Op de vragen van het Tweede Kamerliti
den heer Van Braambeek in zake de ernstigc
Hij schudde afkeurend het hoofd en lord
Caterham, die moeilijk zijn stem kon terug-
vinden zei kortaf:
,,Moet ik daaruit opmaken... him., beste
kerel. Je wilt toch niet met Bundle trouwen?"
„U hent verrast. Ik geloof dat het u zoo
plotseling lijkt? Heb ik uw toestemming om
met haar te spreken?"
,,0 ja", zei lord Caterham, „als je daar toe-
stemming voor moet hebben... dan kun je het
natuurlijk doen. Maar weet je Lomax, ik zou
het heusch toch niet doen als ik jou was. Ga
maar weer naar huis en denk er eens over,
beste kerel. Tel tot honderd en meer van die
dingen. Het is altijd jammer om de hand van
iemand te vragen en zich dwaas aan te stel
len."
„Ik geloof dat uw raad vriendelijk gemeend
is, Caterham, al moet ik bekennen, dat u zich
een beetje eigenaardig uitdrukt. Maar ik hen
besloten mijn geluk te beproeven. Mag ik
Eileen spreken?"
„0, ik heb er niets mee te maken", zei lord
Caterham. „Eileen regelt zelf haar zaken. Als
ze morgen naar me toekwam en zei, dat ze
met den chauffeur ging trouwen, zou ik geen
tegenwerpingen maken. Dat is tegenwoordig
de eenige manier. Je kinderen kunnen het je
erg vervelend maken, als je ze niet op alle
manieren toegeeft. Ik zeg tegen Bundle:
,,Doe zooals je wilt, maar val me niet lastig"
en werkelijk over het geheel genomen doet ze
dat heel goed."
George stond op, vervuld van zijn doel.
„Waar kfun ik haar vinden?"
,,Ja, dat weet ik heusch niet", zei lord Ca
terham vaag. „Zooals ik zooeven vertelde, is
zij nooit twee minuten op dezelfde plaats.
Geen rust."
,,En ik veronderstel dat juffrouw Wade bij
haar zal zijn. Het lijkt mij het best, Cater
ham, dat je belt en den butler vraagt haar te
zoeken en haar- te vertellen dat ik haar even
wil spreken."
Lord Caterham belde gehoorzaam.
„0 Tredwell", zei hij toen deze verscheen.
,,Wil je de freule even zoeken? Zeg haar dat
mijnheer Lomax haar graag even wou spre
ken in het salon."
,,Ja, uwe Lordschap."
Tredwell verdween. George nam Caterhanrts
hand en drukte die tot groot misnoegen van
den ander zeer stevig.
„Duizendmaal bedankt", zei hij. ,,Ik hoop a
spoedig goed nieuws te brengen."
Hij haastte zich de kamer uit.
,,Wlel", zei lord Caterham, „wel"
En toen, na een lange stilte:
,,Wat heeft Bundle uitgevoerd ?'r
(De deur ging weer open.
.Mijnheer Eversleigh, uwe Lordschap".
Toen Bill binnenkwam greep lord Caterhan,
zijn hand en sprak ernstig:
1 Hallo Bill! Ze zoekt Lomax zeker. Luiater
eens, als je een goede daad wilt verricirfrei?
snel dan het salon binnen en zeg dat het Ka-
binet onmiddellijk vergadering heeft of krgg
hem op een andere manier weg. Het is heuscih
niet eerlijk om dien armen duivel zich als een
ezel te laten aanstellen. Allemaal terwille van
een dwaze meisjesgrap."
,,Ik hen niet gekomen voor de Kabeijauw".
zei Bill. „Ik Wist niet dat hij hier was Ot
moet Bundle spreken. Is ze hier ergens?"
,,Je kunt haar niet spreken", zei lord Cater
ham. ,,Tenminste voor het oogenblik met
George is bij haar."
,,Nu, wat geeft dat?"
„IK denk dat het wel iets geeft", zei Ion*
Caterham. „Hij zit op het oogenblik waar-
schijnlijk vreeselijk te stotteren en we moetei
niets doen om het nog erger voor hem. te-
maken."
,,Maar wat zegt hij dan?"
„De hemel weet het", zei lord Caterham
Een massa vervloekte onzin, in ieder geval,
Zeg nooit te veel, was zijn motto altijd. Neeav
de hand van het meisje en laat het lot zijn
loop nemen."
Bill staarde hem aan.
i ,,Maar hoor eens hier. Ik heb haast. Ik moet.
Bundle spreken..."
(Wordt vervolgtl"'