ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Het tekort van de Kerk. Het gaheim van de 7 wijzerplaten Zoo'n erge Hoofdpijn AKKIPTJES No. 9328 VRIJDAG 26 JULI 1935 75e Jaarganc* Feuilleton Binnenland TWEEDE BLAD AKKER-CACHETSJ I MEX»33«iCa2^-v^2i«»E" tumaammmamutam r—WHiimiaw rwr NEUZENSCHE CO U RANT In een zeer mooi boekje, getiteld: ,,De Ziel der Samenlevingwaarin hij vooral sterk heeft geaccentueerd en verdedigd den onmisbaren samenhang tusschen godsdienst en zedelijkheid, heeft een be- kend Rotterdamsch predikant, Ds. S. H. J. James, Herv. pred. te Delfshaven, ook onomwonden ziin meening gezegd over het tekort van ae Kerk, en wij meenen, dat wat hij daarover gezegd heeft van zoo groote waarheid en waarde is, dat dit in breeder kring mag en moet worden ver- nomen. Indien zoo luidde de eerste bewering van Ds. James in het betrekkelijke hoofd- stuk indien de Kerk haar plaats in de samenleving op den duur zal willen handhaven, zal de dienst van God, die in en door haar wordt verzorgd en beoefend, in ieder geval ook iets in deze wereld moeten uitwerken. De praktische tijd tooh, waarin wij leven, duldt op den duur geen instituut, dat veel kost, veel plaats inneemt en talrijke werkkrachten opvor- dert, als het niet aanwijsbaar is, dat er van die instelling nu ook iets werkelijk waar- devols voor onze samenleving uitgaat. En nu zijn er heel wat menschen, die den indruk hebben, en daar dan ook heel openlijk mee colporteeren, dat de kerken, van welke richting en op welke plaats dan ook, vrijwel nutteloos haar plaats op deze aarde beslaan. Zij zijn zelfs een sta- in-den-weg geworden voor het zich rep- pend materieel, maar niet minder ook voor en bij he.t zich voorthaastend geestelijk verkeer in onzen tijd. Nu ja, zegt Ds. James, er wordt een paar uur in de week in onze kerkgebouwen gezongen en wat voor gezang is dat dan nog vaak! er wordt op een morgen, en hoogstens op twee avonden in de week in zoo'n steenen kolos gepreekt, maar zou de wereld er nu iets van bespeuren, als dit niet meer gebeurde, en zou onze samenleving iets missen, als dit een en ander eens ophield? Of dit steenen ae- vaarte er nu staat, zonder dat daar op den Zondag wat menschen in en uit gaan, en zonder'dat er wat gezongen wordt dat maakt toch voor die duizenden en nog eens duizenden, die er dagelijks langs loopen, in 't geheel geen verschil. En als nu die klacht en dat bezwaar al maar luider en van steeds imeer kanten herhaald worden, zal het toch niet ge- makkelijk zijn om daarop een antwoord te vinden Wij mogen er dan diep van doordrongen zijn, dat deze klachten over- dreven zijnwij willen er toch wel naar luisteren, ook al erkennen wij dank- baar, dat de dienst des Heeren meer uit- werkt dan wat op een schaal kan worden gewogen of in eenig kasboek kan worden verantwoord. Wij weten maar al te goed, uit eigen en anderer ervaring, dat er stille en verborgen kracht kan uitgaan van veel godsdienstoefeningen. Wij weten t maar al te best wat ook Ds. James erkent dat duizenden vrouwen haar zware taak in het gezin-sleven alleen maar kunnen volhouden, omdat zij door het Godswoord, dat zij hoorden. nieuwe kracht hebben gekregen, en dat honder- den mannen, die op allerlei wijzen tobben en lijden, voor de uiterste wanhoop be- waard zijn gebleven door iets wat zij daar, in de kerk, mochten zingen of vernemen. Maar die dingen blijven toch veelal tot het innerlijk en dus tot het onzichtbare be- perkt, en het blijft de groote vraag, of de buiten Kerk en zelfs vaak ook buiten alle religie staanden niet het recht hebben om een andere en meer beduidende uit- werking van het kerkelijk instituut te een der geheimzmmge verhalen van AGATHA CHRISTIE. (Nadruk verboden.) 40) (Vervolg.) NEGEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. George Lomax gedraagt zich eigenaardig. ,,Mijnheer Lomax is hier, uwe Lo-rdschap." Lord Caterham schrok hevig, want daar hij verdiept was in de ingewikkeldheden van wat men niet doen moet met de linkerpols, had hij den butler niet hooren naderen over het zachte gras. Hij keek Tredwell meer bedroefd dan boos aan. „Ik heb je aan het ontbijt gezegd, Tredwell, dat ik het vanmorgen heel druk zou hebben." „Ja, uwe Lordschap, maar..." ,,Ga mijnheer Lomax vertellen, dat je je vergist hebt, dat ik naar het dorp ben, dat ik met jicht te bed lig, of als het andere faalt, dat ik dood ben." .Mijnheer Lomax heeft uwe Lordschap reeds gezien, toen hij de laan inreed". Lord Caterham ^zuchtte diep. „Juist iets voor'hem. Heel goed Tredwell. Ik kom." Op een hoogst karakteristieke manier was lord Caterham altijd het joviaalst als zijn in- nerlijke gevoelens allerminst joviale neigingen vertoonden. Hij begroette George met een absoluut ongeevenaarde hartelijkheid. Beste kerel, beste kerel. Verheugd je te zien. Werkelijk verheugd. Ga zitten. Ge- bruik wat. Wel, wel, dat is aardig van je." Eb toen hjj George in een grooten armstoel had geduwd ging hjj tegenover hem zitten en knipperde zenuwachtig met de oogen. vragen dan alleen maar een verandering of verheffing van stemming bij enkelen. Daar zal toch zeker menigeen, ook onder onze lezers, het wel roerend mee eens zijn. Natuurlijk is het heel wat, als een klei- nere of grootere, soms zelfs zeer groote schare diep onder den indruk ontroerd of in "elk geval gesticht, uit zoo'n kerk weer naar huis gaat, maar wij mogen niet over 't hoofd zien, dat die verheven stemming vaak ook zoo weer weg is en ndet langer blijft dan de ontroering, gewekt door een concert of door ean tooneelvoorstelling. De Kerk heeft een grootscher en breeder taak dan om alleen maar in te werken op sommiger gevoel en stemming. Gods profeten en ook de Zone Gods Zelf hebben heusch niet het vermogen der ontroering uitgekozen als de snaar, waarop zij wilden spelen. Er moest meer gebeuren. Het geweten moest in trilling, het geweten moest in actie worden ge- brac-ht. Het zedelijk terrein lag braak, en het behoorde met alle geweld ontgon- nen te worden. Doe) was niet in de eerste plaats, dat een mensch gelukkiger, opge- wekter en moediger zou worden, neen, het ging vooral om heiligheid. En als dat dan maar bereikt werd. kwam al het andere vanzelf, en als al dat andere niet kwam, was toch het voornaamste bereikt. Als de kracht van God, waarover de kerksche menschen het zooveel hebben, nu maar hier uit bleek, dat zij. die onder den preekstoel zitten, reiner, eerlijker, lief- devoller gingen leven dan de anderen, die daar geen tijd voor over hebben, dan zou de klacht, dat de Kerk haar plaats in de samenleving nutteloos inneemt, vanzelf wel verstommen. Als iedere godsdienst- oefening het zedelijk peil van de deel- nemers zichtbaar verhoogde, zou niemand er behoefte aan hebben, dat de Kerk ver- dween, tenzij dan dat men haar zou willen afbreken uit het duivelsch motief, dat men het niet kan verdragen -dat anderen van de zonde radicaal afstand doen. Maar daar is het nog wel ver van ver- wijderd! Wij bedoelen dus dit, dat de weldenkenden buiten de Kerk (want alle kerkgangers zijn geen engelen en alle niet-kenkgangers zijn geen kinderen Be- lials) een zichtbaar resultaat verlangen te zien van de Kerk om haar bestaansrecht in de samenleving te handhaven. Hoe zouden deze lieden zich verheugen, indien de Kerk deze uitwerking had op het wil's- leven, en hoe zouden zij over allerlei be- zwaren heenstappen om dan bij dit mooi en heilig werk te helpen! Doch men be- gint juist -hoe langer hoe luider te zeggen, dat dit hcelemaal niet het geval is, en zeer velen krijgen steeds erger het land aan de Kerk! O, wat heeft men een bezwaren tegen ons, kerkelij'ken! Wij moeten daar maar eens rustig naar luisteren. Dostojewsky vertelt in zijn roman ,,De I-dioot" van een Russischen boer, die om het horloge van een reisgenoot te kunnen stelen hem aan de rugzijde een mes in het lichaam stoot, terwijl hij aan de voorzij-de in zijn gelaat de woorden prevelt: ..Barmhartige God. vergeef mij de zonde om Jezus wil En er wordt gezegd, dat de Kerk daarop min of meer zou lijken: aan den voorkanf veel vrome woorden, en aan den achterkant een verraderlijke aanval! Het moet toch voor de menschen, die buiten alle kerkverband opgroeien en leven, wel een zeer vreemde gewaarwor- ding zijn, dat daarbinnen voortdurend ge- sproken wordt over en zelfs tot den Eeuwige, die heiligheid wil, terwijl de menschen, die daarnaar geluisterd heb ben, in de samenleving zich niet zelden met een klein en gema'kkelijk wipje over al die heilige woorden, voornemens en ,,Ik moest u heel speciaal spreken", zei George. ,,0", zei lord Caterham zwakjes en zijn mond zonk weg, terwijl zijn geest vlug al de vreeselijke mogelijkheden overdacht, die kon- den schuilen achter dien eenvoudigen zin. ,,Heel speciaal", zei George met sterken na druk. Lord Caterham's moed zonk dieper en die- per weg. 'ilij voelde dat er iets komen ging, dat erger was dan alles wat hij gedacht had. „Ja", zei hij met een manhaftige poging tot nonchalance. „Is Eileen thuis?" Lord Caterham voelde, dat de terechtstel- ling was uitgesteld maar was toch lichtelijk verrast. „Ja, ja", zei hij, Bundle is hier. Die vrien- din van haar is er... dat kleine meisje... Wade. Een heel aardig meisje, een heel aar dig meisje, ze zal ooit een goede golfspeelster worden. Ze slant mooi en gemakkelrjk..." Hij babbelde praatziek verder toen George hem meedoogenloos in de rede viel: ,,Ik ben blij dat Eileen thuis is! Kan ik aanstonds missch-ien een onderhoud met haar hebben?" Zeker, zeker, beste kerel." Lord Caterham was nog steeds zeer verrast, maar genoot nog van het gevoel van uitstel. ,,Als het je niet verveelt", zei hij. „Niets kan me minder vervelen", zei George. „Ik vind, Caterham, als ik het zeggen mag, dat je nauwelijks het feit waardeert, dat Eileen volwassen is. Ze is niet langer,een kind. Ze is een vrouw en als ik het zeggen mag een zeer bekoorlijke en talentvolle vrouw. De man die er in slaagt hare liefde te winnen, zal bui- tengewoon gelukkig zijn. Ik herhaal het buitengewoon gelukkig." ,,0, dat zal wel", zei lord Caterham. ,,Maar ze is erg onrustig, weet u? Ze kan nooi-t lan ger dan twee minuten op dezelfde plaats blij ven. Ofschoon ik geloof dat jongelui daar tegenwoordig niets meer om geven." „U bedoelt dat ze niet tevreden is met stil beloften heen-zetten en maar doen, alsof zij daar niets van gehoord hebben. Berthold Molden stelt in zijn boek: ,,Ist Religion in Zukunft moglichvoor, dat wij al vast maar zullen gaan doen, alsof de Kerk er niet meer is, en in pleats daarvan in iedere groote stad een ,,Huis voor vrije vroomheid zullen oprichten een soort tempel met verschillende zalen. die ieder voor zich gewijd zullen zijn aan een onderdeel van het godsdienstig leven en denken. Ds. James zou daar toch nog niet zoo dadelijk toe willen overgaan en om meer dan een reden, waaronder ook deze, dat men uit het feit, dat niet weinig kerkelijke menschen met het zedelijk leven overhoop liggen, nog niet onmiddel- lijk imag afleiden, dat de Kerk in haar geheel alleen het gevoel en niet den wil bearbeidt, Toch wordt het tijd, dat de Kerk zich bezinne, en niet alleen op haar organisatie of reorganisatie. De tijd is niet verre meer, zegt Ds. James (en wij meenen, dat hij gelijk heeft) de tijJtf is niet verre meer, dat men van een lichaam, dat zoo breede plaats inneemt, niet meer zal dul- den, dat het in strijd leeft met zijn eigen wezen. Nog is het niet te laat, maar heel lang kan er niet meer worden gewacbt. De Kerk heeft iets, wat door geen enkelen tempel voor vrije vroomheid kan worden vervangen. Daarmee bedoelen wij haar traditie. De Kerk heeft in den loop der eeuwen het milieu geschapen, waarin God Zijn heiligheid deed geboren worden. De gedaante en de vormen, die de Kerk heeft aangenomen, zijn van weinig waarde in vergelijking met het werk, dat zij altoos gedaan heeft en nog kan doen, evenmin als de bouwvallige gedaante van de muziekzaal de muziek zelve kan beletten om groot en aangrij- pend te zijn. Men late daarom dit oude en vervallen gebouw nog maar staan, omdat het Gode behaagd heeft hierdoor gedurende zooveel eeuwen het lied te doen hooren: Wie uit God geboren is, zondigt niet. Maar dan moet dat lied ook weer duidelijk wor den gehoord. Tc lang en te veel, meent de schrijver, heeft men het lied van de onmacht ge zongen. Dat lied is wel goed en zijn inhoud is ook wel waar, maar zonder het koor deugt het niet, "en het koor is het koor van het Evangelie, dat zegt en toont, dat wie met God in aanraking komt, maeht' kriigt. Te vaak en te veel is er gezongen: ,,Ik reis naar den hemel. verhinder mij niet Ook dat lied is goed, maar het deugt niet zonder den voorzang. En de voorzang van dat hemellied is: „met hemelsch rythme wandelen in den aardschen dag Zal de Kerk in de toekomst haar plaats op aarde kunnen handhaven, zoo eindigde Ds. James zijn opstel, en wij zijn het daarin volkomen met hem eens zoo zal zij in en door de kracht Gods zooveel goeds uit het hart van haar leden moeten halen als maar even mogelijk is. Dan zal zij weer worden, wat zij, de Kerk, altijd geweest is: het lichaam van Ghristus, Wiens ziel de ziel is geworden van onze samenleving. Binnen een kwartier kuni Ge die vergeten zijn en U als her- boren voelen door een of twee Voigens recept van Apotheker Dumorrt te blijven zitten. Eileen heeft hersens Cater ham, ze is eerzuchtig, ze interesseert zich voor de problemen van den dag en richt daarop haar frisch en levendig jong verstand." Lord Caterham staarde hem aan. Het kwam in hem op dat ,,de inspanning, die het moderne leven van onze zenuwen vergt", zich bij George begon te doen gelden. Wlant zijn beschrijving van Bundle leek lord Caterham inderdaad belachelijk. ,,Weet je zeker, dat je goed in orde bent" vroeg hij bezorgd. George negeerde de vraag ongedulddg. ..Misschien Caterham, begint u eenig idee te krijgen van de reden waarom ik u dezen morgen bezoek. Ik ben niet iemand die licht- zinnig nieuwe verantwoordelijkheden op zich neemt... Ik hoop dat ik uitstekend weet, wat ik aan mijn positie verplicht ben. Ik heb deze zaak diep en ernstig overdacht. Men kan voor al op mijn leeftijd niet in het huwelijk tre- den zonder diep... hm... er over na te denken. Gelijkheid van afkomst, overeenstemming in smaak, algemeen aanpassingsvermogen, en dezelfde godsdienst... al deze dingen zijn noo- dig en men moet het voor en tegen wikken en wegen. Ik kan, meen ik, mijn vrouw een positie in de maatschappij verschaffen die niet te versmaden is. Eileen zal die positie veel eer aan doen. Door geboorte en opvoeding is zij ervoor geschikt en haar hersens en haar scherpen zin voor politiek, kunnen slechts ons beider carri^re bevorderen. Ik weet Cater ham, dat er.hm... eenig verschil in jaren is, maar ik kan je verzekeren, dat ik me krachtig gevoel... in mijn eerste jeugd. De meerderheid in jaren moet aan de zijde des echtgenoot zijn. En Eileen voelt ernstig.een oudere man zal haar beter passen dan som- mig-e jonge apen zonder ondervinding en sa- voir vivre. Ik kan u verzekeren mijn beste Caterham, dat ik haar... hm... lieve jeugd zal waardeeren, ik zal er aardig voor zijn... hm... ze zal gewaardeerd worden. De uitgelezen bloem van haar geest te zien ontluiken, welk een voorrecht. En te weten dat ik nooit be- sefte..." VERKEERSSTREMMING OP WEGEN IN BELGIe. De afdeeling Wegen en Verkeer van den B. B. N. brengt ter kennis, dat het verkeer voor voertuigen tot 2 September 1935 gestremd is op het vak EessenDixmuide van den weg RoeselaereDixmuide. De omleiding is door borden aangegeven. Eveneens is voor het verkeer met voertuigen afgesloten, en wel gedurende het tijdvak 20 Juli tot 28 Augustus 1935, het vak onder Lichtervelde tusschen de K.M.-palen 6152 en 6500 van den weg TorhoutGent. Het verkeer wordt omgeleid voigens ter plaatse aangebrachte borden. HET BUITENLAND IN AFWACHTING. De Engelsche pers oordeelt den gulden innerlijk sterk. De correspondent der N. R. Crt. te Louden telefoneerde Donderdagochtend Alle bladen houden zich in meerdere of min- dere mate met het lot van den gulden bezig; enkele bladen zelfs wijden aan de politieke situatie in Nederland en aan den gulden hoofd- artikelen. Aan de behandeling van den gul den verbinden de meesten dan ook beschou- wingen over de lire. Voor zoover men hier de politieke situatie in Nederland begrrjpt, be- twijfelt men niet, dat de gulden nog steeds een groote innerlijke kracht heeft, maar schrijft men zijn zwakheid van het oogenblik aan andere facto-ren toe. In een uitvoerige beschouwing over de poli tieke situatie en over Colijn, spreekt de Times van oeconomische, politieke en psychologische factoren en houdt zij rekening met de moge- lijkheid, dat de tegen verdere deflatie gekante machten in Nederland gedurende de laatste maanden zooveel kracht gekregen hebben, dat Colijn's taak onmogelijk zou kunnen blijken. Toch meent zij, dat de speculanten, zoolang Colijn aan het hoofd blijft, onverstandig zou den zijn, wanneer zij bij hun gokkerij op een onmiddellijke of spoedige devaluatie rekenden. De Manchester Guardian schrijft, dat als devaluatie een feit wordt, dit zal zijn omdat politici en industrieelen haar het beste mid- del achten om de financieele positie van het land te herstellen en niet omdat de gulden in nerlijk zwak zou zijn. De Nederlandsche Bank zou, naar zij erkent, nog een groote hoeveel- heid goud kunnen verliezen voor de situatie gevaarlijk zou worden. De Daily Telegraph schrijft, dat financieele crisis in het buitenland wel het laatste zijn wat de Londensche City begeert en dat niets dus minder waar is dan de in het buitenland wel verspreide bewering, dat Groot-Britannie bij deze beproevingen der goudbloklanden een zelfzuchtig belang zou hebben. Discontoverhooging heeft te Parijs een zeer goede pers. De discontoverhooging van de Nederland sche Bank heeft te Parijs een zeer goede pers. Men heeft niets dan welwillende woorden over de klassieke wijze, waarop het Nederlandsche instituut den gulden verdedigt. De zienswijze van de hooge Fransche en Nederlandsche in- stanties loopt geheel parallel. Wat den gulden betreft, legt de pers hier er den nadruk op, dat de groote meerderheid van het Nederlandsche volk niets van devaluatie wil weten en dat men in de Kamer een meer derheid zal vinden om den gulden te handha ven. H?t blad Le Journal schrijft dat Neder land thans op zijn beurt ondervindt hoe stroef de parlementaire machine werkt. Indien net voorbeeld van Laval gevolgd was, bianco vol- machten te vragen, dan zou dit conflict ver- meden zijn geweest, schrijft het blad. De par- lementsleden willen nu eenmaal beginnen met de daling van.de kosten van levensonderhoud, om de bezuinigingen niet te hard te doen aan- komen. In Frankrijk heeft men, dank zij de bianco volmachten, net andersom kunnen han- delen, hetgeen trouwens de eenige rationeele weg is: eerst de staatsuitgaven naar beneden, de rest daarna. Tot zoover Le Journal. Het blad Joumee Industrielle is van oordeel, dat dezelfde ondergrondsche invloeden in Nederland werkzaam zijn, die reeds voorheen hunne aanvallen op den gulden, den Zwitser- schen en den Franschen franc gericht hebben. OVERTREDING VAN DE RIJWIELBELASTINGWETT De minister van financien heeft aan de on der zijn departement ressorteerende anffcrte- naren, die belast zijn met opsporing van ovor- tredingen van de Rijwielbelastingwet, de bevoegdheid verleend dadelijk na het oonsfca- teeren van het feit, dat zonder belastingmerk of met een niet op de juiste wijze bevestq»dl ibelastingmerk is gereden, den overtreder in de gelegenheid te stellen de verbeurde boete in hun handen te voldoen. Deze r-egeiing treedt in werking met ingang van 8 Augusta*, op welken datum tevens de controle op de naleving der Rijksbelastingwet voor het op den eersten dier maand begonnen belastiofg- jaar aanvangt. Omtrent het bedrag van de boete die door de ambtenaren kan worden gevorderd en de wijze, waarop van voormelde bevoegdheid zal worden gebruik gemaakt, wordt het volgende onder de aandacht gebracht. Bg de wet van 9 Mei, no. 82 (iStaatshlad no. 241), is tegen de hiervoor-gsnoemde over- tredingen een door de bela stingadministratte op te leggen boete van f 5 "bedreigd. Genoem- de wet heeft tevens den minister van finan cien gemachtigd de boete ad 5 te d.oem verminderen. In verband hiermede heeft de- genoemde minister aan de ambtenaren opge- dragen in de volgende gevallen de daarbij ver— melde boeten te vordjeren. A. Indien de overtreder geen rijwielbela3- tingmerk bij zich heeft, wordt de boete ver- minderd tot 1,50. Indien de leeftijd van den overtreder beneden 18 jaar is wordt de boete verminderd tot 0,50. B. Indien de overtreder het belastingmerk wel bij zich heeft, maar dit niet op de juiste wijze heeft bevestigd, wordt de boete vermin derd tot 0,50. De ambtenaren die de overtreding consta— teeren, zijn niet gerechtigd andere dan de ver- melde boeten op te leggen. Indien verzwa- rende omstandigheden aanwezig zijn, met name wanneer het den ambtenaar bekend is. dat de overtreder in het belastingjaar reeds een zelfde overtreding heeft begaan, be- gaan, behooren zij den overtreder niet in de gelegenheid te stellen in hun handen de boete te voldoen. In dat geval is den ambtenaar opgedragen den overtreder naar den ontvan- ger der accijnzen te verwijzen. Bij voldoening van de boete in handen van de ambtenaren die het feit constateeren, geven dezen den overtreder een kwitantie af. De afmetingen van deze kwitantien zijn 11 c.M. hij 11V2 c.M.; zij dragen o.m. een blauwen onderdruk (vignet) met een witten band, waarop in blauwe letters de woorden Konrnk- rijk der Nederlanden zijn gesteld. i Het publiek wordt in zijn eigen belang ern stig aangeraden er zorg voor te dragen. dat inderdaad een zoodanige kwitantie wordt uSt- gereikt. Niet alleen is hierin een waarborg gelegen, dat zich niet een onbevoegd persoon als opsporingsambtenaar voordoet, maar bovendien heeft de minister van financien den onder zijn departement ressorteerenden amb tenaren opgedragen en de politie-ambtenaren I uitgenoodigd, tegen een persoon, die bij aan- houding een dergelijke te zijnen name staande kwitantie vertoont, binnen twee etmalen na i hare dagteekening niet andermaal bekeuring in te stellen. Door de vorenstaande regeling wordt be- oogd, mede in het belang van het publiek, bi} de afdoening van de bekeuringen ter zake van de vermelde overtredingen van de Rijwiel belastingwet zooveel mogelijk vereenvoudigiug te verkrijgen. Niemand is echter verplicht I de boete op deze wijze te voldoen. Men be- denke echter, dat bij niet voldoening van de boete de ambtenaren de bevoegdheid hebben het rijwiel in beslag te nemen Aangezien de mogelijkheid bestaat, dat in de groote steden (gemeenten met meer dan I 100.000 inwoners) de betaling van boete in. 1 handen van de ambtenaren moeilijkheden op- levert, zijn de inspecteurs der invoerrechten en accijnzen bevoegd deze regeling in de ge- genoemde gemeenten niet toepasselijk te ver- klaren. EEN RAAD VOOR DE LUCHTVAART. Op de vragen van het Tweede Kamerliti den heer Van Braambeek in zake de ernstigc Hij schudde afkeurend het hoofd en lord Caterham, die moeilijk zijn stem kon terug- vinden zei kortaf: ,,Moet ik daaruit opmaken... him., beste kerel. Je wilt toch niet met Bundle trouwen?" „U hent verrast. Ik geloof dat het u zoo plotseling lijkt? Heb ik uw toestemming om met haar te spreken?" ,,0 ja", zei lord Caterham, „als je daar toe- stemming voor moet hebben... dan kun je het natuurlijk doen. Maar weet je Lomax, ik zou het heusch toch niet doen als ik jou was. Ga maar weer naar huis en denk er eens over, beste kerel. Tel tot honderd en meer van die dingen. Het is altijd jammer om de hand van iemand te vragen en zich dwaas aan te stel len." „Ik geloof dat uw raad vriendelijk gemeend is, Caterham, al moet ik bekennen, dat u zich een beetje eigenaardig uitdrukt. Maar ik hen besloten mijn geluk te beproeven. Mag ik Eileen spreken?" „0, ik heb er niets mee te maken", zei lord Caterham. „Eileen regelt zelf haar zaken. Als ze morgen naar me toekwam en zei, dat ze met den chauffeur ging trouwen, zou ik geen tegenwerpingen maken. Dat is tegenwoordig de eenige manier. Je kinderen kunnen het je erg vervelend maken, als je ze niet op alle manieren toegeeft. Ik zeg tegen Bundle: ,,Doe zooals je wilt, maar val me niet lastig" en werkelijk over het geheel genomen doet ze dat heel goed." George stond op, vervuld van zijn doel. „Waar kfun ik haar vinden?" ,,Ja, dat weet ik heusch niet", zei lord Ca terham vaag. „Zooals ik zooeven vertelde, is zij nooit twee minuten op dezelfde plaats. Geen rust." ,,En ik veronderstel dat juffrouw Wade bij haar zal zijn. Het lijkt mij het best, Cater ham, dat je belt en den butler vraagt haar te zoeken en haar- te vertellen dat ik haar even wil spreken." Lord Caterham belde gehoorzaam. „0 Tredwell", zei hij toen deze verscheen. ,,Wil je de freule even zoeken? Zeg haar dat mijnheer Lomax haar graag even wou spre ken in het salon." ,,Ja, uwe Lordschap." Tredwell verdween. George nam Caterhanrts hand en drukte die tot groot misnoegen van den ander zeer stevig. „Duizendmaal bedankt", zei hij. ,,Ik hoop a spoedig goed nieuws te brengen." Hij haastte zich de kamer uit. ,,Wlel", zei lord Caterham, „wel" En toen, na een lange stilte: ,,Wat heeft Bundle uitgevoerd ?'r (De deur ging weer open. .Mijnheer Eversleigh, uwe Lordschap". Toen Bill binnenkwam greep lord Caterhan, zijn hand en sprak ernstig: 1 Hallo Bill! Ze zoekt Lomax zeker. Luiater eens, als je een goede daad wilt verricirfrei? snel dan het salon binnen en zeg dat het Ka- binet onmiddellijk vergadering heeft of krgg hem op een andere manier weg. Het is heuscih niet eerlijk om dien armen duivel zich als een ezel te laten aanstellen. Allemaal terwille van een dwaze meisjesgrap." ,,Ik hen niet gekomen voor de Kabeijauw". zei Bill. „Ik Wist niet dat hij hier was Ot moet Bundle spreken. Is ze hier ergens?" ,,Je kunt haar niet spreken", zei lord Cater ham. ,,Tenminste voor het oogenblik met George is bij haar." ,,Nu, wat geeft dat?" „IK denk dat het wel iets geeft", zei Ion* Caterham. „Hij zit op het oogenblik waar- schijnlijk vreeselijk te stotteren en we moetei niets doen om het nog erger voor hem. te- maken." ,,Maar wat zegt hij dan?" „De hemel weet het", zei lord Caterham Een massa vervloekte onzin, in ieder geval, Zeg nooit te veel, was zijn motto altijd. Neeav de hand van het meisje en laat het lot zijn loop nemen." Bill staarde hem aan. i ,,Maar hoor eens hier. Ik heb haast. Ik moet. Bundle spreken..." (Wordt vervolgtl"'

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 5