ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN AKKERTJES Voor het behoud der koopkracht Het geheim van de 7 wijzerplaten No. 9320 MAANDAG 8 JULI 1935 75e Jaargang Feuilleton Hoe kom ik van die hoofdpijn af? Mr Oud over de aanpassings-politiek der Regeering. NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuizen pei- post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnenienten voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0.2& KEEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent brj vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgav®. DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. Bij een op Zaterdag te Vlissingen ge.houden maaltiid van bet Departement Middelburg van de Nederlandscbe Maatschappij van N>j- verheid en Handel, waarbij o.a. tegenwoordig waren ir. A. Plate, de algemeene voorzitter dier maatschappij, de burgemeesters van Mid delburg, Vlissingen en Goes, vele burgerlijke en militaire autoriteiten en zeer veel in- dustrieelen, heeft Mr. P. J. Oud, minister van Financien in een rede onder andere bet vol- gende gezegd: Een redevoering als deze verschaft een ongezocbte gelegenbeid om de politiek der Regeering nog eens nader toe te licbten. Mij n indruk is toch, dat nadere toelicbting veel nut kan sticbten, omdat er telkens weer misver-. standen rijzen omtrent de inzicbten en de be- doelingen van het door de Regeering gevoeTde beleid. Die misverstanden maken, dat men dikwijls den indruk krijgt alsof bepaalde op- vattingen ver van elkander liggen, terwijl zij in werkelijkiieid tocb niet zoo beel veel ver- schillen. Dit is dubbel te betreuren in een tijd als deze nu wij elkander zoo noodig hebben en tegenstellingen zooveel mogelijk moeten worden vermeden. Misverstand bestaat vooral over de betee- kenis van wat men tegenwoordig aanpassings- politiek pleegt te noemen. Die aanpassings- politiek staat in een slecht blaadje, omdat men meent, dat zij leidt tot vermindering van de welvaart van ons volk, terwijl bet Regee- ringsbeleid op vermeerdering van de welvaart gericht behoort te zijn. Nu is bet toch we', zonder meer duidelijk, dat iedere Regeering haar politiek op vermeerdering van de wel vaart zal richten. Welk bewind zal dezen eersten plicbt verzaken? Niet in het doel kan bier dus bet verschil scbuilen, docb alleen in de middelen, die ter bereiking van dit doel moeten worden toegepast. Zij, die de aanpas- singspolitiek der Regeering bestrijden verwij- ten haar een politiek gericht op vermindering van koopkracht te voeren in plaats van een, die op vermeerdering van koopkracht is ge richt. Hier beeft men nu de tegenstelling scberp maar onjuist geformuleerd. Geheel de poli tiek der Regeering is er tocb op gericht, de koopkracht, die ons volk als geheel bezit te behouden en te vermeerderen. Dit mag haar echter de oogen niet doen sluiten voor bet feat, dat die koopkracht voor het tegenwoor- dige veel kleiner is dan in de jaren voor bet intreden van de crisis bet geval was. Onze welvaart is aanzienlijk verminderd. Met die vermindering moeten wij nu onze verteringen in overeenstemming brengen. Dit be^ekent niet, dat wij die vermindering als blijvend aanvaarden en geen band zouden uitsteken om weder tot vermeerdering van welvaart te geraken. Maar bet aanvaarden van het feit voor het tegenwoordige d.w.z. bet aanvaar den van de consequenties, die er uit moeten worden getrokken, is onmisbare voorwaarde voor berstel. Die consequenties aanvaardt de Regeering nu allereerst op bet terrein der Staatshuis- bouding. Het volksinkomen is verminiderd dus moeten de uitgaven der Overheid vermin derd worden. Met de daarvoor noodige maat- regelen te nemen vermindert de Regeering de koopkracht niet. De vermindering van koop kracht is er, als gevolg van de vermindering van het volksinkomen; het gaat alleen over de vraag op welke wijze die vermindering moet worden verdeeld. Als de Overheid door deze noodzakelijkheid gedwongen salarissen gaat verminderen, dan vermindert zij onge- twijfeld de koopkracht der betrokken ambte- naren. Daartegenover staat echter, dat zij, aldus ontkomende aan een belastingverhoo- ging, die zij anders zou moeten opleggen, de koopkracht van anderen onaangetast laat. Bij dit vraagstuk van de verdieeling van de in totaal verminderde koopkracht gaat het er om op redelijke wijze te werk te gaan en zich daarbij tevens op de economische gevolgen der getroffen maatregelen te letten. Thans nu de belastingdruk vrijwel over de geheele lijn tot het uiterste is opgevoerd moet verdere belastingverhooging worden vermeden. Daar- om is inkrimping der Overheidsuitgaven on- vermijdelijk. Het zou nnverantwoord zijn hier op zien komen te gaan spelen. Er zijn er, die aan de vereiscbte bezuiniging willen ontkomen door buitengewone maatregelen te nemen als een heffing in eens, of vervanging van ons zilver- geld door nikkelen munt. Afgezien van de bezwaren die daartegen uit anderen hoofde kunnen worden aangevoerd, helpen deze maat regelen niet, omdat men ze maar eenmaal kan toepassen. Is het aldus verkregen geld ver- bruikt, dan staat men weer voor dezelfde moeilijkheden. Dergelijke buitengewone mid delen zou men alleen mogen toepassen, wan- neer men wist dat de crisis over enkele jaren tot het verleden zou behooren. Maar wie van ons gelooft dat? Is niet veel meer waar- sohijnlijk, dat het een langen en moeizamen arbeid van jaren zal kosten om langzamer- hand onze verloren welvaart weder te ver- overen Realiseerende, dat voor het oogenblik de welvaart aanzienlijk lager ligt dan eenige jaren geleden het geval was, heeft de Over heid het bare te doen om het Nederlandsch bedrijfsleven zooveel mogelijk voor inzinking te behoeden, in stand te houden wat maar even in stand gehouden kan worden en waar mogelijk uitbreiding te bevonderen. Wie na- gaat, wat op dit stuk in bet verleden is ge- daan en nog dagelijks gedaan wordt, zal niet kunnen tegenspreken, dat bier reeds veel is verricbt. Men denke aan de tallooze steun- maatregelen voor den landbouw, aan de con- tingenteeringen, aan de bijna dagelijkscbe onderhandelingen met het buitenland op het stuk van de handelspolitiek en van bet beta- lingsverkeer. Wie het niet dagelijks mede- maakt, heeft er geen idee van hoeveel inspan- ning bet kost om verdragen af te sluiten, om te voorkomen, dat telkens weer een gedeelte van onzen afzet verloren gaat. Men denke verder aan de maatregelen ten bate van de scheepvaart: aanvankelijk in den vorm van rentegevende credieten, straks, als de Kamers het desbetreffende voorstel zullen aanvaar den, ook in den vorm van renteloos voorschot. Daamaast zullen de loodsgelden aanzienlijk worden verlaagd. Op bet stuk van bet Mid- denstandscredietwezen zijn door de Regeering maatregelen genomen om levensvatbare be- drijven tegen den ondergang te beschermen. Naast dit alles is er het benauwende pro- bleem van de werkloosheid. De steunregelmg voor de werkloozen vordert jaarlijks tiental- len millioenen van Rijk en gemeenten; de Regeering heeft door de instelling van het Werkloosheidssubsidiefonds een eerlijke po- ging gedaan om die lasten zoo billijk mogelijk over het Rijk en de gemeenten te verdeelen. Het steunen van den werklooze kan echter den grooten moreelen druk, dien de gedwon gen lediggang uitoefent niet wegnemen. Die opheffen is alleen mogelijk door verruiming der werkgelegenheid. Ook daarvoor wenscht de Regeering het uiterste te beproeven. Naast de werkverschaffing, die ongeveer 55.000 ar- beiders omvat, heeft de Regeering ingesteld het Werkfonds. Men klaagt er over, dat het Werkfonds niet snel genoeg werkt. Ook tie Regeering zou liever zien dat het vlugger ging, doch het voorbereiden van omvangrijke werken vordert nu eenmaal veel tijd. Het voor publieke werken tot dusver beschikbaar gesteld bedrag vertegenwoordij/d arbeid voor ongeveer 14.000 personen gedurende een vol jaar. Het is hier van het grootste belang de werkobjecten zoo te kiezen, dat zij de econo mische weerkracht van het land versterken zoodat zij blijvende werkverruiming beteeke- nen, opdat niet wanneer het geld eenmaal uitgegeven is, de werkloosheid opnieuw naar het oude peil terugkeert. Liggen in dit alles niet zeer sterke constructieve elementen? Tot dusver sprak ik over datgene, wat rechtstreeks behoort tot bet terrein van de Overheid. Daamaast is er het groote maat- schappelijke terrein daar buiten, waarop ten- gevolge van de crisis de vroeger bestaande evenwichtsverhoudingen zijn verstoord. Hier raak ik aan het vraagstuk dat men gewoon is dat van de vaste lasten te noemen. De grief is daar vooral, dat ondanks het feit dat de in- komsten uit het bedrijfsleven in sterke mate zijn gedaald niettemin aan vele kapitaalhezit- ters dezelfde rente moet worden betaald, die in betere tijden bedongen is. Hier ligt inder- daad de groote moeilijkheid in bet aanpas singsproces. Moeilijkheid die vooral hierom zoo groot is, omdat de verhoudingen lang niet overal dezelfde zijn, doch zich integendeel groote verscheidenheid voordoet. Er zijn ge- vallen, waarin het kapitaal zelf de last ten voile mede te dragen heeft gekregen, dat is overal zoo, waar een ondernemer met eigen kapitaal werkt. Dit geldt aldus voor alle ondememingen werkende met aandeelen- kapitaal. Hoe vele aandeelhouders zijn er niet die in den vorm van uitblijven van ieder divi dend of zelfs door reductie hunner aandeelen tot een fractie van het vroegere bedrag het voile verlies reeds te dragen hebben-gekregen Anders ligt het met de ondememingen, die geheel of ten deele met geleende gelden wer ken. Op baar rust de verplichting om onaf- hankelijk van de uitkomsten van het bedrijf de oude rente te blijven betalen. Hoe sterk de juridische aanspraak van deze obligatiehou- ders ook moge zijn, practisch hebben ook zij reeds menige veer moeten laton. Waar niets is, verliest ook de Keizer zijn recht, en de reorganisaties van ondememingen, waarbij dikwijls groote offers werden gevraagd van de obligatiebouders zijn in de laatste jaren niet van de lucht geweest. Enkele wettelijke maatregelen, door den Minister van Justitie in den laatsten tijd getroffen, hebben het mogelijk gemaakt, dat een dergelijke sanee- ring ook kan worden doorgezet, indieri een minderheid der belanghebbende schuldeischers zich daartegen blijft verzetten. Het is zeker niet uitgesloten, dat de omstandigheden er toe zullen noodzaken op dit terrein nog ver der te gaan. Langs den vrijwilligen weg van conversie zijn voorts tal van leeningen in het bijzondier van publiekrechtelijke lichamen, van den Staat in de eerste plaats, tot een lager rentetype temggebracht. De meening, dat op dit terrein nog niet de minste aanpassmg is verkregen, is dus onjuist. Toch valt niet te ontkennen, dat deze aan- passing zich niet voltrekt met die snelheid, die gewenscht moet worden geacht. De Re geering heeft zich dan ook in beginsel bereid verklaard haar door wettelijke maatregelen te stimuleeren. Zij heeft een dergelijk wets- voorstel voor de landbouwhypotheken reeds ingediend, terwijl een tweede voor andere hypotheken, voor pandbrieven en tot verla- ging der huren binnenkort is te verwaohten. A1 deze maatregelen vorderen een zorgvuldige voorbereiding. Men beweegt zich hier op het een der geheimzinnige verhalen van AGATHA CHRISTIE. (Nadruk verboden.) 33) (Vervolg.) „En dan is er nog de indmk in den grond. Het pistool moet met eenige kracht op den grond terecht zijn gekomen. Dat wijst alle- maal erop, dat het gegooid is." ,,En waaroih niet?" zei sir Oswald. ,,Als de man bijvoorbeeld links het pad opvluchtte dan zou hij geen voetafdrukken achterlatan op het pad en dan zou hij het pistool van hem weggooien in het midden van het grasveld, is 't niet Lomax?" „Hij zou inderdaad geen voetafdmkken op het pad achterlaten", zei Battle, ,,maar te oordeelen naar den vorm van den indmk en de wijze waarop het gras werd gehavend, ge- loof ik niet dat het pistool vanuit die richting werd gegooid. "fk denk dat het hier van het terras werd geworpen." „Heel waarschijnlijk"', zei sir Oswald. ,,Geeft dat iets hoofdinspecteur?" „0 ja Battle?" onderbrak George. „Heeft het... hm... er eigenlijk iets mee te maken?" ,,Misschien niet, mijnheer Lomax. Maar zoo willen we overal achter komen, weet u? Ik zou nu graag weten of een van de heeren dit pistool zou willen nemen om het te gooien. Zoudt u het willen doen, sir Oswald? Heel vriendelijk van u. Wilt u hier in de deur gaan staan. Gooit u het nu midden in het gras veld." Sir Oswald deed het en liet het pistool door de lucht vliegen met een krachtigen zwaai van zijn arm. Jimmy Thesiger kwam dichter bij in ademlooze bstangstellinig. De hoofd inspecteur liep het achtema als een geoefend apporteur. Hij kwam^terug met een stralend gezicht. „Juist mijnheer. Hetzelfde soort indruk. terrein van het privaatrecht en moet er daar- om tegen waken geen onredelijke dingen te doen, omdat onredelijke dingen zoo gemakke- lijk het vertrouwen kunnen schokken en d?.ar- mede onherstelbare slagen toebrengen aan het credietwezen en zouden de maatregelen ten- gevolge hebben, dat het crediet zou worden vernietigd, dan zou het middel nog erger zijn dan de kwaal. De zaken waarover ik totdusver sprak be- treffen in hoofzaak de middelen, die zijn toe gepast om de verhoudingen in overeenstem ming te brengen met de verminderdie welvaart. Zij zijn noodzakelijk, omdat zij den weg kunnen. bereiden naar een nieuw even- wicht, dat onmisbaar is, wil op den duur de opbouw eener nieuwe welvaart kunnen slagen. Daarmede is niet gezegd, dat dit alles vol- doende zou zijn. Verre van dien. Het is onze groote en moeilijke taak om daamaast dat andere niet minder belangrijke stuk aanpas- sing te voltooiende aanpassing aan de ge- wijzigde economische verhoudingen, opdat daardoor het volksinkomen weder zal kunnen worden vergroot. Hier komt men nu op het terrein van de uitbreiding van de binnen- landsche bedrijvigheid. Wil die binnen- landsche bedrijvigheid echter tot een werke- lijke vermeerdering van volksinkomen voeren, dan moet zij gezien worden in het licht van het handelsverkeer met het buitenland. Wan neer het buitenland onze producten niet meer wil afnemen, dan is het noodzakelijk, dat wij zooveel mogelijk datgene, wat wij vroeger uit het buitenland betrokken en met onze eigen producten betaalden, in het eigen land gaan voortbrengen. Wij gaan dan in de richting van autarkie, niet omdat wij zelf die autarkie een begeerenswaardig goed zouden vinden, doch omdat het buitenland door zijn weigering om van ons te koopen ons in die richting dringt. Hoe immers zouden wij op den duur den buitenlandschen invoer kunnen betalen, wanneer de buitenlander onzen uitvoer niet meer accepteert. Wij staan hier intusschen voor een zoo moeilijk probleem, omdat de grondstoffen, die wij voor onze productie noodig hebben, in Nederland maar in zeer geringe mate zijn te verkrijgen. Wij zullen altijd op invoer van buiten blijven aange- wezen, maar het kost natuurlijk minder, wan neer grondstoffen worden ingevoerd dan wan neer het afgewerkte product uit het buitenland moet worden betrokken. Daamaast beteekent uitbreiding van de Industrie toeneming van werkgelegenheid in het eigen land en dus uit- zicht op vermindering der werkloosheid. Van den aanvang is de Regeering er van overtuiga geweest. dat uitbreiding van ren- dabele industrieele bedrijvigheid een der beste middelen was om de werkloosheid te bestrij den. Zij heeft zich dan ook bij de instelling van het Werkfonds aanstonds op het stand- punt gesteld, dat een belangrijk deel van het crediet van 60 millioen voor industrieele doel- einden zou zijn te bestemmen. Zij gaf daar bij te kennen, dat ieder emstig plan door haar met groote zorg zou worden onderzocht. Ook voor haar is het een teleurstelling geweest. dat haar tot dusver zoo weinig bruikbare plan- nen zijn voorgelegd. De Regeering heeft daarom besloten de leiding van den opspo- ringsarbeid op dit terrein zelve in handen te nemen. De nieuwe Minister van Economische Zaken zal er naar trachten de verschillende insteUingen, die op dit terrein in Nederland werkzaam zijn te coordineeren, opdat in ge ordende samenwerking zal worden beproefd alles te doen, wat maar met mogelijkheid gedaan kan worden. Ik sprak hier van geordende samenwierking en kom daarmede op het terrein van wat men tegenwoordig de ordening pleegt te noemen Ook daarover bestaat veel begripsverwarring. Mij wil het altijd voorkomen, dat ook hier de Ofschoon u het, tusschen twee haakjes, een goede tien meter verder gooide. Maar u bent dan ook een steviggebouwde man, nietwaar sir Oswald Pardon ik geloof dat ik iemand aan de deur hoorde." Het gehoor van den hoofdinspecteur moest wel scherper zijn dan van de anderen. Geen van hen had een geluid gehoord, maar Battle bleek gelijk te hebben want lady Coote stond buiten met een medicijnglas in de hand. ,,Je medicijn Oswald", zei ze de kamer bin- nenkomend. „Je bent vergeten in te nemen na je ontbijt." „Ik heb het heel druk, Maria", zei sir Os wald. „Ik wil geen medicijn hebben." „Je zoudt ze nooit innemen, als ik er niet was", zei zijn vrouw kalm, terwijl ze op hem toe ging. „Je bent juist een ondeugende kleine jongen. Drink ze nu op." En gedwee, gehoorzaam, dronk de groote staalmagnaat het drankje. Lady Coote glimlachte droevig en lief tegen de anderen. „,Stoor ik je. Heb je het heel druk? O, zie die revolvers eens. Vervelende lawaaimaken- de moorddadige dingen. En als ik dan be- denk, dat je vannacht vermoord had kunnen zijn door den inbreker." „U moet wel bang geweest zijn, toen u hoorde dat men niet wist waar hij was, lady Coote", zei Battle. ,,Eerst dacht ik er niet aan", bekende lady Coote. „Deze arme jongen hierZe wees op Jimmy. „Die gewond wasen alles zoo vreese- lijk, maar zoo opwindend. Eerst toen mijnheer Bateman me vroeg waar sir Oswald was, her- innerde ik me, dat hij een half uur te voren uitgegaan was voor een wandeling." .Zeker last van slapeloosheid, sir Oswald? ,,Ik slaap gewoonlijk uitstekend zei sir Oswald, ,,maar ik moet bekennen, dat ik me gisteren ongewoon onrustig gevotelde. Ik dacht dat de nachtlucht me goed zou doen." ,,U kwaamt door de glazen deur naar bui ten, is het niet?" Was het verbeelding of aanzelde sir Oswald alvorens te antwoorden? J&." ,,En nog wel met je avondschoenen aan, in plaats van wandelschoenen aan te doen. Wat zou je doen als ik er niet was om voor je te zojpgen Ze schudde droevig het hoofd. „Ik vind Maria, als je er niets op tegen hebt, dat je ons alleen moet laten... we hebben nog veel te bespreken." „Dat weet ik, lieve, ik ga al." Lady Coote verdween, terwijl ze het leege medicijnglas droeg, alsof het een bokaal was, waaruit zij juist een doodelijk gif had toege- diend. „Nu Battle", zei George Lomax. „Het lijkt alles duidelijk genoeg.* Ja volkomen duidelijk. De man vuurt een schot af, dat mijnheer Thesiger buiten geveoht stelt, hij werpt het wapen weg, loopt langs het terras en het grintpad af." ,,Waar mijn mannetjes hem hadden moeten vangen", bracht Battle in het midden. „Uw mannetjes als ik het zeggen mag, schijnen buitengewoon nalatig geweest te zijn. Ze zagen juffrouw Wade niet er in komen. Als ze niet zagen, dat zij er in kwam. konden ze ook evengoed niet zien dat de dief eruit ging." Hoofdinspecteur Battle opende den mond om te spreken, maar hij scheen daarvan af te zien. Jimmy Thesiger keek hem nieuwsgie- rig aan. Hij zou er heel wat voor hebben willen geven als hij precies geweten had, wat er in Battle's geest omging. ,,Het moet een kampioen hardlooper ge weest zijn", was alles wat de man van Scot land Yard zich verwaardigde te zeggen. „Wat bed'oel je, Battle?" ,,Wat ik zeg mijnheer Lomax. Ik zelf was om den hoek van het terras, nog geen vijftig seconden nadat het schot afgevuurd was. En om dien afstand naar mij toe en den hoek van het pad om te loopen, v66r ik om den hoek van het huis verscheen, moet hij zooals ik zeg een kampioen-looper zijn geweest.' ,,Ik begrijp je niet. Battle. Je schijnt een idee te hebben, dat ik... hm... het nog niet begrepen heb. Je zegt dat de man niet over het grasveld ging en nu geef je te kennen wat geef je eigenlijk precies te kennen? Dat de nfan het pad niet afliep? Waar ging hij dan volgens jou opnieuw been?" Als antwoord wees hoofdinspecteur Battle welsprekend met zijn duim naar omhoog. Id?" zei George. De hoofdinspecteur wees nog duidelijker. George keek omhoog naar het plafond. „Daar", zei Battle, „weer naar omhoog langs het klimop." ,,Onzin hoofdinspecteur. Wat u veronder- stelt is onmogelijk." „Heelemaal niet onmogelijk. Hij heeft het een keer gedaan. Hij zou het twee keer kun nen doen." „Ik bedoel niet op die manier onmogelijk, maar als de man wilde ontsnappen, zou hij nooit naar het huis terug hollen. „De veiligste plaats voor hem, mijnheer Lomax." „Maar mijnheer O'Rourke's deur was van binnen nog op slot toen we bij hem kwamen." „En hoe kwamen jullie bij hem? Door sir Stanley's kamer. Lady Eileen vertelt me dat ze^je deurknop van mijnheer O'Rourke's deur zag bewegen. Dat was toen onze vriend er de eerste keer was. Ik vermoed dat de sleutel onder mijnheer O'Rourke's hoofdkussen lag. Maar het is duidelijk genoeg waar hij den tweeden keer langs verdween... door de ver- bindingsdeur en door sir Stanley's kamer, die natuurlijk ileeg was. Zooals alle anderen rent sir Stanley naar beneden, naar de bibliotheek. Onze man had vrij spel." „En waar ging hij toen heen?" Hoofdinspecteur Battle haalde zijn stevige schouders op en gaf een ontwijkend antwoord. „Er stonden hem veel wegen open. Weer een leege kamer, binnen aan de andere zijde van het huis, weer naar beneden langs het klimop... eruit door een zijdeur... of, en dat is ook mogelijk, als de zaak van binnen uit- ging... bleef hij in het huis." George keek hem verrast en diep gesohokt aan. ,,Werkelijk, Battle ik zou... ik zou het heel erg voelen als een van mijn bedienden... hm... Wanneer Uw hoofdpijn (migraine) IJ valt bij het opstaan, voor of na den tijd, koop dan even bij Uw drogias tsf apothekei een doosje "AKKERT-s^S Deze nieuwe vinding van Apo'_feaK«r Dumont wordt overal en door ;ec -insr; gebruiker geroemd om haar wonderSiks resultaten bij Hoofdpijn, Migraine, Kaes- pijn, Zenuwpijn, Kou, Influenza, Spmrn'sjis^ Neuralgische pijnen, Rheumatische Het is niet noodig U te laten plagen Uw pijn. Want bijna onmiddellijk "AKKERTJES" U helpen en Uw pijne tot bedaren brengen. Ook Gij zuli togen zijn over de resultaten. Probeeffi Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 5S. Volgens recept van Apofheker Durr'atrtf- AKKER-CACHETS tegenstellingen dikwijls grooter schgneH. zij in werkelijkheid zijn. Dat wij ga meerdere organisatie op het terrein geheele economisch leven staat voor asr oes- herroepelijk vast. Geheel de ontwrkyfiesastg van de laatste tientallen jaren wijst .a d»SE richting. Zij is door de crisis alleen e.'sasid Van oudsher hebben in het •economiadh die individualistische en conporatieve fea een wisselwerking uitgeoefend. .Het i eindelooze keten van actie en reactte. weer heeft het maatschappelijik Ieveri gesaUfObt naar het juiste evenwicht. Te ver iktacgfs- dreven individualtsme brengt zijn grwte tsa- deelen met zich, doch evenmin zou een ffi: doorgedreven corporatisme, dat de liteit geheel zou dooden! kimnen hlssve* ae- staan. Daarbij is het begrijpelijk, dat wim- neer in de eene of in de andere penoife. die eene of andere factor, te veel op dem grond is getreden, in een volgende het zwaartepunt zich wel eens te var den anderen kant dreigt te verpftatsatscn. Richtsnoer bij dit alies dient steeds te net algemeen belang. IndividUeel egoisnae fcsm groote schade aanrichten, doch de egsn van grospsegoisme kunnen niet rruniie* bo denkelijk zijn. Bij het streven naar ««i Ml vormen zal men de waarschuwing,. -He de ervaring van het verleden inhoudt. Iwiege voor oogen moeten houden. Door de ontaarding der bedrijfssoiga-hsati® in het laatst der 18e eeuw, heeft de iodividast- listische economie gemakkelijk 'spei Van haar verwachte men de redding, de ik vertrouw ze volkomen... ik zou het treuren als ik iemand moet verdenketa-. „Niemand vraagt u iemand te veraesiteBn. mijnheer Lomax. Ik geef u eenvoutSg alle mogelijkheden. De bedienden kunnen we? voF komen te vertrouwen zijn. Dat zijn ze. waar schijnlijk." „U hebt me zeer ongerust gemaakt". ze George, „u hebt me zeer ongerust gexHaaSctJ" Zijn oogen leken meer dan ooit uit te rcaitat Om hem af te leiden betastte Jimmy -.roor- zichtig een eigenaardig zwart g?worden v»cw- werp op de tafel. „Wat is dit?" vroeg hij. „Dat is bewijsstuk Z", zei Battle. ..Set: laatste van de verzameling. Het is. of Sever het was een handschoen." Hij raapte het verschroeide overblijfstS op en hield het met trots in de handen. „Waar heb je het gevonden?" vro^g" sfr Oswald. Battle keek over zijn sohouder. „In den haard... bijna vertorand maar heelemaal. Raar. Het ziet eruit alsof ex hond aan gekrabbeld heeft." „Dan kan hij wel van miss Wade zijn". otss- onderstelde Jimmy. ,,Die heeft vers honden." De hoofdinspecteur schudde het hoofd. „Het is geen dameshandschoen. Neen, niet het groote soort sporthandschoen. dames tegenwoordig dragen. Pas hem heer. Een oogenblikje." Hij paste het zwart geworden voorwerpy af- Jimmy's hand. „U ziet wel, voor u is hij zelfs te gr(KX." j.Hecht u waarde aan dezs ontdekking". in- formeerde sir Oswald koel. ,jMjen kan nooit weten sir Oswald, wat iae- langrijk is en wat niet." Er werd kort en luid op de deur gefexspt: en Bundle trad binnen. „Het spijt me erg", zei ze verontscbuitt!- gend, „maar vader heeft me juist opgch«Sfl Hij zegt dat ik naar huis moet komen omsikf iedereen hem lastig valt." Ze zweeg. (Wordt vervolgd dad

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 1