ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
AKKERTJES
Voor het behoud der koopkracht
Het geheim van de 7 wijzerplaten
No. 9320
MAANDAG 8 JULI 1935
75e Jaargang
Feuilleton
Hoe kom ik van
die hoofdpijn af?
Mr Oud over de aanpassings-politiek der Regeering.
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuizen
pei- post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnenienten voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0.2&
KEEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent brj vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgav®.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Bij een op Zaterdag te Vlissingen ge.houden
maaltiid van bet Departement Middelburg
van de Nederlandscbe Maatschappij van N>j-
verheid en Handel, waarbij o.a. tegenwoordig
waren ir. A. Plate, de algemeene voorzitter
dier maatschappij, de burgemeesters van Mid
delburg, Vlissingen en Goes, vele burgerlijke
en militaire autoriteiten en zeer veel in-
dustrieelen, heeft Mr. P. J. Oud, minister van
Financien in een rede onder andere bet vol-
gende gezegd:
Een redevoering als deze verschaft een
ongezocbte gelegenbeid om de politiek der
Regeering nog eens nader toe te licbten. Mij n
indruk is toch, dat nadere toelicbting veel nut
kan sticbten, omdat er telkens weer misver-.
standen rijzen omtrent de inzicbten en de be-
doelingen van het door de Regeering gevoeTde
beleid. Die misverstanden maken, dat men
dikwijls den indruk krijgt alsof bepaalde op-
vattingen ver van elkander liggen, terwijl zij
in werkelijkiieid tocb niet zoo beel veel ver-
schillen. Dit is dubbel te betreuren in een tijd
als deze nu wij elkander zoo noodig hebben
en tegenstellingen zooveel mogelijk moeten
worden vermeden.
Misverstand bestaat vooral over de betee-
kenis van wat men tegenwoordig aanpassings-
politiek pleegt te noemen. Die aanpassings-
politiek staat in een slecht blaadje, omdat
men meent, dat zij leidt tot vermindering van
de welvaart van ons volk, terwijl bet Regee-
ringsbeleid op vermeerdering van de welvaart
gericht behoort te zijn. Nu is bet toch we',
zonder meer duidelijk, dat iedere Regeering
haar politiek op vermeerdering van de wel
vaart zal richten. Welk bewind zal dezen
eersten plicbt verzaken? Niet in het doel kan
bier dus bet verschil scbuilen, docb alleen
in de middelen, die ter bereiking van dit doel
moeten worden toegepast. Zij, die de aanpas-
singspolitiek der Regeering bestrijden verwij-
ten haar een politiek gericht op vermindering
van koopkracht te voeren in plaats van een,
die op vermeerdering van koopkracht is ge
richt.
Hier beeft men nu de tegenstelling scberp
maar onjuist geformuleerd. Geheel de poli
tiek der Regeering is er tocb op gericht, de
koopkracht, die ons volk als geheel bezit te
behouden en te vermeerderen. Dit mag haar
echter de oogen niet doen sluiten voor bet
feat, dat die koopkracht voor het tegenwoor-
dige veel kleiner is dan in de jaren voor bet
intreden van de crisis bet geval was. Onze
welvaart is aanzienlijk verminderd. Met die
vermindering moeten wij nu onze verteringen
in overeenstemming brengen. Dit be^ekent
niet, dat wij die vermindering als blijvend
aanvaarden en geen band zouden uitsteken
om weder tot vermeerdering van welvaart te
geraken. Maar bet aanvaarden van het feit
voor het tegenwoordige d.w.z. bet aanvaar
den van de consequenties, die er uit moeten
worden getrokken, is onmisbare voorwaarde
voor berstel.
Die consequenties aanvaardt de Regeering
nu allereerst op bet terrein der Staatshuis-
bouding. Het volksinkomen is verminiderd
dus moeten de uitgaven der Overheid vermin
derd worden. Met de daarvoor noodige maat-
regelen te nemen vermindert de Regeering de
koopkracht niet. De vermindering van koop
kracht is er, als gevolg van de vermindering
van het volksinkomen; het gaat alleen over
de vraag op welke wijze die vermindering
moet worden verdeeld. Als de Overheid door
deze noodzakelijkheid gedwongen salarissen
gaat verminderen, dan vermindert zij onge-
twijfeld de koopkracht der betrokken ambte-
naren. Daartegenover staat echter, dat zij,
aldus ontkomende aan een belastingverhoo-
ging, die zij anders zou moeten opleggen, de
koopkracht van anderen onaangetast laat.
Bij dit vraagstuk van de verdieeling van de in
totaal verminderde koopkracht gaat het er
om op redelijke wijze te werk te gaan en zich
daarbij tevens op de economische gevolgen
der getroffen maatregelen te letten. Thans
nu de belastingdruk vrijwel over de geheele
lijn tot het uiterste is opgevoerd moet verdere
belastingverhooging worden vermeden. Daar-
om is inkrimping der Overheidsuitgaven on-
vermijdelijk.
Het zou nnverantwoord zijn hier op zien
komen te gaan spelen. Er zijn er, die aan de
vereiscbte bezuiniging willen ontkomen door
buitengewone maatregelen te nemen als een
heffing in eens, of vervanging van ons zilver-
geld door nikkelen munt. Afgezien van de
bezwaren die daartegen uit anderen hoofde
kunnen worden aangevoerd, helpen deze maat
regelen niet, omdat men ze maar eenmaal kan
toepassen. Is het aldus verkregen geld ver-
bruikt, dan staat men weer voor dezelfde
moeilijkheden. Dergelijke buitengewone mid
delen zou men alleen mogen toepassen, wan-
neer men wist dat de crisis over enkele jaren
tot het verleden zou behooren. Maar wie van
ons gelooft dat? Is niet veel meer waar-
sohijnlijk, dat het een langen en moeizamen
arbeid van jaren zal kosten om langzamer-
hand onze verloren welvaart weder te ver-
overen
Realiseerende, dat voor het oogenblik de
welvaart aanzienlijk lager ligt dan eenige
jaren geleden het geval was, heeft de Over
heid het bare te doen om het Nederlandsch
bedrijfsleven zooveel mogelijk voor inzinking
te behoeden, in stand te houden wat maar
even in stand gehouden kan worden en waar
mogelijk uitbreiding te bevonderen. Wie na-
gaat, wat op dit stuk in bet verleden is ge-
daan en nog dagelijks gedaan wordt, zal niet
kunnen tegenspreken, dat bier reeds veel is
verricbt. Men denke aan de tallooze steun-
maatregelen voor den landbouw, aan de con-
tingenteeringen, aan de bijna dagelijkscbe
onderhandelingen met het buitenland op het
stuk van de handelspolitiek en van bet beta-
lingsverkeer. Wie het niet dagelijks mede-
maakt, heeft er geen idee van hoeveel inspan-
ning bet kost om verdragen af te sluiten, om
te voorkomen, dat telkens weer een gedeelte
van onzen afzet verloren gaat. Men denke
verder aan de maatregelen ten bate van de
scheepvaart: aanvankelijk in den vorm van
rentegevende credieten, straks, als de Kamers
het desbetreffende voorstel zullen aanvaar
den, ook in den vorm van renteloos voorschot.
Daamaast zullen de loodsgelden aanzienlijk
worden verlaagd. Op bet stuk van bet Mid-
denstandscredietwezen zijn door de Regeering
maatregelen genomen om levensvatbare be-
drijven tegen den ondergang te beschermen.
Naast dit alles is er het benauwende pro-
bleem van de werkloosheid. De steunregelmg
voor de werkloozen vordert jaarlijks tiental-
len millioenen van Rijk en gemeenten; de
Regeering heeft door de instelling van het
Werkloosheidssubsidiefonds een eerlijke po-
ging gedaan om die lasten zoo billijk mogelijk
over het Rijk en de gemeenten te verdeelen.
Het steunen van den werklooze kan echter
den grooten moreelen druk, dien de gedwon
gen lediggang uitoefent niet wegnemen. Die
opheffen is alleen mogelijk door verruiming
der werkgelegenheid. Ook daarvoor wenscht
de Regeering het uiterste te beproeven. Naast
de werkverschaffing, die ongeveer 55.000 ar-
beiders omvat, heeft de Regeering ingesteld
het Werkfonds. Men klaagt er over, dat het
Werkfonds niet snel genoeg werkt. Ook tie
Regeering zou liever zien dat het vlugger
ging, doch het voorbereiden van omvangrijke
werken vordert nu eenmaal veel tijd. Het
voor publieke werken tot dusver beschikbaar
gesteld bedrag vertegenwoordij/d arbeid voor
ongeveer 14.000 personen gedurende een vol
jaar. Het is hier van het grootste belang de
werkobjecten zoo te kiezen, dat zij de econo
mische weerkracht van het land versterken
zoodat zij blijvende werkverruiming beteeke-
nen, opdat niet wanneer het geld eenmaal
uitgegeven is, de werkloosheid opnieuw naar
het oude peil terugkeert. Liggen in dit alles
niet zeer sterke constructieve elementen?
Tot dusver sprak ik over datgene, wat
rechtstreeks behoort tot bet terrein van de
Overheid. Daamaast is er het groote maat-
schappelijke terrein daar buiten, waarop ten-
gevolge van de crisis de vroeger bestaande
evenwichtsverhoudingen zijn verstoord. Hier
raak ik aan het vraagstuk dat men gewoon
is dat van de vaste lasten te noemen. De grief
is daar vooral, dat ondanks het feit dat de in-
komsten uit het bedrijfsleven in sterke mate
zijn gedaald niettemin aan vele kapitaalhezit-
ters dezelfde rente moet worden betaald, die in
betere tijden bedongen is. Hier ligt inder-
daad de groote moeilijkheid in bet aanpas
singsproces. Moeilijkheid die vooral hierom
zoo groot is, omdat de verhoudingen lang niet
overal dezelfde zijn, doch zich integendeel
groote verscheidenheid voordoet. Er zijn ge-
vallen, waarin het kapitaal zelf de last ten
voile mede te dragen heeft gekregen, dat is
overal zoo, waar een ondernemer met eigen
kapitaal werkt. Dit geldt aldus voor alle
ondememingen werkende met aandeelen-
kapitaal. Hoe vele aandeelhouders zijn er niet
die in den vorm van uitblijven van ieder divi
dend of zelfs door reductie hunner aandeelen
tot een fractie van het vroegere bedrag het
voile verlies reeds te dragen hebben-gekregen
Anders ligt het met de ondememingen, die
geheel of ten deele met geleende gelden wer
ken. Op baar rust de verplichting om onaf-
hankelijk van de uitkomsten van het bedrijf de
oude rente te blijven betalen. Hoe sterk de
juridische aanspraak van deze obligatiehou-
ders ook moge zijn, practisch hebben ook zij
reeds menige veer moeten laton. Waar niets
is, verliest ook de Keizer zijn recht, en de
reorganisaties van ondememingen, waarbij
dikwijls groote offers werden gevraagd van
de obligatiebouders zijn in de laatste jaren
niet van de lucht geweest. Enkele wettelijke
maatregelen, door den Minister van Justitie
in den laatsten tijd getroffen, hebben het
mogelijk gemaakt, dat een dergelijke sanee-
ring ook kan worden doorgezet, indieri een
minderheid der belanghebbende schuldeischers
zich daartegen blijft verzetten. Het is zeker
niet uitgesloten, dat de omstandigheden er
toe zullen noodzaken op dit terrein nog ver
der te gaan. Langs den vrijwilligen weg van
conversie zijn voorts tal van leeningen in het
bijzondier van publiekrechtelijke lichamen, van
den Staat in de eerste plaats, tot een lager
rentetype temggebracht. De meening, dat
op dit terrein nog niet de minste aanpassmg
is verkregen, is dus onjuist.
Toch valt niet te ontkennen, dat deze aan-
passing zich niet voltrekt met die snelheid,
die gewenscht moet worden geacht. De Re
geering heeft zich dan ook in beginsel bereid
verklaard haar door wettelijke maatregelen te
stimuleeren. Zij heeft een dergelijk wets-
voorstel voor de landbouwhypotheken reeds
ingediend, terwijl een tweede voor andere
hypotheken, voor pandbrieven en tot verla-
ging der huren binnenkort is te verwaohten.
A1 deze maatregelen vorderen een zorgvuldige
voorbereiding. Men beweegt zich hier op het
een der geheimzinnige verhalen van
AGATHA CHRISTIE.
(Nadruk verboden.)
33) (Vervolg.)
„En dan is er nog de indmk in den grond.
Het pistool moet met eenige kracht op den
grond terecht zijn gekomen. Dat wijst alle-
maal erop, dat het gegooid is."
,,En waaroih niet?" zei sir Oswald. ,,Als
de man bijvoorbeeld links het pad opvluchtte
dan zou hij geen voetafdrukken achterlatan
op het pad en dan zou hij het pistool van hem
weggooien in het midden van het grasveld,
is 't niet Lomax?"
„Hij zou inderdaad geen voetafdmkken op
het pad achterlaten", zei Battle, ,,maar te
oordeelen naar den vorm van den indmk en
de wijze waarop het gras werd gehavend, ge-
loof ik niet dat het pistool vanuit die richting
werd gegooid. "fk denk dat het hier van het
terras werd geworpen."
„Heel waarschijnlijk"', zei sir Oswald. ,,Geeft
dat iets hoofdinspecteur?"
„0 ja Battle?" onderbrak George. „Heeft
het... hm... er eigenlijk iets mee te maken?"
,,Misschien niet, mijnheer Lomax. Maar
zoo willen we overal achter komen, weet u?
Ik zou nu graag weten of een van de heeren
dit pistool zou willen nemen om het te gooien.
Zoudt u het willen doen, sir Oswald? Heel
vriendelijk van u. Wilt u hier in de deur gaan
staan. Gooit u het nu midden in het gras
veld."
Sir Oswald deed het en liet het pistool door
de lucht vliegen met een krachtigen zwaai
van zijn arm. Jimmy Thesiger kwam dichter
bij in ademlooze bstangstellinig. De hoofd
inspecteur liep het achtema als een geoefend
apporteur. Hij kwam^terug met een stralend
gezicht.
„Juist mijnheer. Hetzelfde soort indruk.
terrein van het privaatrecht en moet er daar-
om tegen waken geen onredelijke dingen te
doen, omdat onredelijke dingen zoo gemakke-
lijk het vertrouwen kunnen schokken en d?.ar-
mede onherstelbare slagen toebrengen aan het
credietwezen en zouden de maatregelen ten-
gevolge hebben, dat het crediet zou worden
vernietigd, dan zou het middel nog erger
zijn dan de kwaal.
De zaken waarover ik totdusver sprak be-
treffen in hoofzaak de middelen, die zijn toe
gepast om de verhoudingen in overeenstem
ming te brengen met de verminderdie
welvaart. Zij zijn noodzakelijk, omdat zij den
weg kunnen. bereiden naar een nieuw even-
wicht, dat onmisbaar is, wil op den duur de
opbouw eener nieuwe welvaart kunnen slagen.
Daarmede is niet gezegd, dat dit alles vol-
doende zou zijn. Verre van dien. Het is onze
groote en moeilijke taak om daamaast dat
andere niet minder belangrijke stuk aanpas-
sing te voltooiende aanpassing aan de ge-
wijzigde economische verhoudingen, opdat
daardoor het volksinkomen weder zal kunnen
worden vergroot. Hier komt men nu op het
terrein van de uitbreiding van de binnen-
landsche bedrijvigheid. Wil die binnen-
landsche bedrijvigheid echter tot een werke-
lijke vermeerdering van volksinkomen voeren,
dan moet zij gezien worden in het licht van
het handelsverkeer met het buitenland. Wan
neer het buitenland onze producten niet meer
wil afnemen, dan is het noodzakelijk, dat wij
zooveel mogelijk datgene, wat wij vroeger uit
het buitenland betrokken en met onze eigen
producten betaalden, in het eigen land gaan
voortbrengen. Wij gaan dan in de richting
van autarkie, niet omdat wij zelf die autarkie
een begeerenswaardig goed zouden vinden,
doch omdat het buitenland door zijn weigering
om van ons te koopen ons in die richting
dringt. Hoe immers zouden wij op den duur
den buitenlandschen invoer kunnen betalen,
wanneer de buitenlander onzen uitvoer niet
meer accepteert. Wij staan hier intusschen
voor een zoo moeilijk probleem, omdat de
grondstoffen, die wij voor onze productie
noodig hebben, in Nederland maar in zeer
geringe mate zijn te verkrijgen. Wij zullen
altijd op invoer van buiten blijven aange-
wezen, maar het kost natuurlijk minder, wan
neer grondstoffen worden ingevoerd dan wan
neer het afgewerkte product uit het buitenland
moet worden betrokken. Daamaast beteekent
uitbreiding van de Industrie toeneming van
werkgelegenheid in het eigen land en dus uit-
zicht op vermindering der werkloosheid.
Van den aanvang is de Regeering er van
overtuiga geweest. dat uitbreiding van ren-
dabele industrieele bedrijvigheid een der beste
middelen was om de werkloosheid te bestrij
den. Zij heeft zich dan ook bij de instelling
van het Werkfonds aanstonds op het stand-
punt gesteld, dat een belangrijk deel van het
crediet van 60 millioen voor industrieele doel-
einden zou zijn te bestemmen. Zij gaf daar
bij te kennen, dat ieder emstig plan door haar
met groote zorg zou worden onderzocht. Ook
voor haar is het een teleurstelling geweest.
dat haar tot dusver zoo weinig bruikbare plan-
nen zijn voorgelegd. De Regeering heeft
daarom besloten de leiding van den opspo-
ringsarbeid op dit terrein zelve in handen te
nemen. De nieuwe Minister van Economische
Zaken zal er naar trachten de verschillende
insteUingen, die op dit terrein in Nederland
werkzaam zijn te coordineeren, opdat in ge
ordende samenwerking zal worden beproefd
alles te doen, wat maar met mogelijkheid
gedaan kan worden.
Ik sprak hier van geordende samenwierking
en kom daarmede op het terrein van wat men
tegenwoordig de ordening pleegt te noemen
Ook daarover bestaat veel begripsverwarring.
Mij wil het altijd voorkomen, dat ook hier de
Ofschoon u het, tusschen twee haakjes, een
goede tien meter verder gooide. Maar u bent
dan ook een steviggebouwde man, nietwaar
sir Oswald Pardon ik geloof dat ik iemand
aan de deur hoorde."
Het gehoor van den hoofdinspecteur moest
wel scherper zijn dan van de anderen. Geen
van hen had een geluid gehoord, maar Battle
bleek gelijk te hebben want lady Coote stond
buiten met een medicijnglas in de hand.
,,Je medicijn Oswald", zei ze de kamer bin-
nenkomend. „Je bent vergeten in te nemen
na je ontbijt."
„Ik heb het heel druk, Maria", zei sir Os
wald. „Ik wil geen medicijn hebben."
„Je zoudt ze nooit innemen, als ik er niet
was", zei zijn vrouw kalm, terwijl ze op hem
toe ging. „Je bent juist een ondeugende kleine
jongen. Drink ze nu op."
En gedwee, gehoorzaam, dronk de groote
staalmagnaat het drankje.
Lady Coote glimlachte droevig en lief tegen
de anderen.
„,Stoor ik je. Heb je het heel druk? O, zie
die revolvers eens. Vervelende lawaaimaken-
de moorddadige dingen. En als ik dan be-
denk, dat je vannacht vermoord had kunnen
zijn door den inbreker."
„U moet wel bang geweest zijn, toen u
hoorde dat men niet wist waar hij was, lady
Coote", zei Battle.
,,Eerst dacht ik er niet aan", bekende lady
Coote. „Deze arme jongen hierZe wees
op Jimmy.
„Die gewond wasen alles zoo vreese-
lijk, maar zoo opwindend. Eerst toen mijnheer
Bateman me vroeg waar sir Oswald was, her-
innerde ik me, dat hij een half uur te voren
uitgegaan was voor een wandeling."
.Zeker last van slapeloosheid, sir Oswald?
,,Ik slaap gewoonlijk uitstekend zei sir
Oswald, ,,maar ik moet bekennen, dat ik me
gisteren ongewoon onrustig gevotelde. Ik
dacht dat de nachtlucht me goed zou doen."
,,U kwaamt door de glazen deur naar bui
ten, is het niet?"
Was het verbeelding of aanzelde sir Oswald
alvorens te antwoorden?
J&."
,,En nog wel met je avondschoenen aan, in
plaats van wandelschoenen aan te doen. Wat
zou je doen als ik er niet was om voor je te
zojpgen
Ze schudde droevig het hoofd.
„Ik vind Maria, als je er niets op tegen
hebt, dat je ons alleen moet laten... we hebben
nog veel te bespreken."
„Dat weet ik, lieve, ik ga al."
Lady Coote verdween, terwijl ze het leege
medicijnglas droeg, alsof het een bokaal was,
waaruit zij juist een doodelijk gif had toege-
diend.
„Nu Battle", zei George Lomax. „Het lijkt
alles duidelijk genoeg.* Ja volkomen duidelijk.
De man vuurt een schot af, dat mijnheer
Thesiger buiten geveoht stelt, hij werpt het
wapen weg, loopt langs het terras en het
grintpad af."
,,Waar mijn mannetjes hem hadden moeten
vangen", bracht Battle in het midden.
„Uw mannetjes als ik het zeggen mag,
schijnen buitengewoon nalatig geweest te
zijn. Ze zagen juffrouw Wade niet er in
komen. Als ze niet zagen, dat zij er in kwam.
konden ze ook evengoed niet zien dat de dief
eruit ging."
Hoofdinspecteur Battle opende den mond
om te spreken, maar hij scheen daarvan af te
zien. Jimmy Thesiger keek hem nieuwsgie-
rig aan. Hij zou er heel wat voor hebben
willen geven als hij precies geweten had, wat
er in Battle's geest omging.
,,Het moet een kampioen hardlooper ge
weest zijn", was alles wat de man van Scot
land Yard zich verwaardigde te zeggen.
„Wat bed'oel je, Battle?"
,,Wat ik zeg mijnheer Lomax. Ik zelf was
om den hoek van het terras, nog geen vijftig
seconden nadat het schot afgevuurd was. En
om dien afstand naar mij toe en den hoek
van het pad om te loopen, v66r ik om den
hoek van het huis verscheen, moet hij zooals
ik zeg een kampioen-looper zijn geweest.'
,,Ik begrijp je niet. Battle. Je schijnt een
idee te hebben, dat ik... hm... het nog niet
begrepen heb. Je zegt dat de man niet over
het grasveld ging en nu geef je te kennen
wat geef je eigenlijk precies te kennen? Dat
de nfan het pad niet afliep? Waar ging hij
dan volgens jou opnieuw been?"
Als antwoord wees hoofdinspecteur Battle
welsprekend met zijn duim naar omhoog.
Id?" zei George.
De hoofdinspecteur wees nog duidelijker.
George keek omhoog naar het plafond.
„Daar", zei Battle, „weer naar omhoog
langs het klimop."
,,Onzin hoofdinspecteur. Wat u veronder-
stelt is onmogelijk."
„Heelemaal niet onmogelijk. Hij heeft het
een keer gedaan. Hij zou het twee keer kun
nen doen."
„Ik bedoel niet op die manier onmogelijk,
maar als de man wilde ontsnappen, zou hij
nooit naar het huis terug hollen.
„De veiligste plaats voor hem, mijnheer
Lomax."
„Maar mijnheer O'Rourke's deur was van
binnen nog op slot toen we bij hem kwamen."
„En hoe kwamen jullie bij hem? Door sir
Stanley's kamer. Lady Eileen vertelt me dat
ze^je deurknop van mijnheer O'Rourke's deur
zag bewegen. Dat was toen onze vriend er de
eerste keer was. Ik vermoed dat de sleutel
onder mijnheer O'Rourke's hoofdkussen lag.
Maar het is duidelijk genoeg waar hij den
tweeden keer langs verdween... door de ver-
bindingsdeur en door sir Stanley's kamer, die
natuurlijk ileeg was. Zooals alle anderen rent
sir Stanley naar beneden, naar de bibliotheek.
Onze man had vrij spel."
„En waar ging hij toen heen?"
Hoofdinspecteur Battle haalde zijn stevige
schouders op en gaf een ontwijkend antwoord.
„Er stonden hem veel wegen open. Weer
een leege kamer, binnen aan de andere zijde
van het huis, weer naar beneden langs het
klimop... eruit door een zijdeur... of, en dat
is ook mogelijk, als de zaak van binnen uit-
ging... bleef hij in het huis."
George keek hem verrast en diep gesohokt
aan.
,,Werkelijk, Battle ik zou... ik zou het heel
erg voelen als een van mijn bedienden... hm...
Wanneer Uw hoofdpijn (migraine) IJ
valt bij het opstaan, voor of na den
tijd, koop dan even bij Uw drogias tsf
apothekei een doosje "AKKERT-s^S
Deze nieuwe vinding van Apo'_feaK«r
Dumont wordt overal en door ;ec -insr;
gebruiker geroemd om haar wonderSiks
resultaten bij Hoofdpijn, Migraine, Kaes-
pijn, Zenuwpijn, Kou, Influenza, Spmrn'sjis^
Neuralgische pijnen, Rheumatische
Het is niet noodig U te laten plagen
Uw pijn. Want bijna onmiddellijk
"AKKERTJES" U helpen en Uw pijne
tot bedaren brengen. Ook Gij zuli
togen zijn over de resultaten. Probeeffi
Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 5S.
Volgens recept van Apofheker Durr'atrtf-
AKKER-CACHETS
tegenstellingen dikwijls grooter schgneH.
zij in werkelijkheid zijn. Dat wij ga
meerdere organisatie op het terrein
geheele economisch leven staat voor asr oes-
herroepelijk vast. Geheel de ontwrkyfiesastg
van de laatste tientallen jaren wijst .a d»SE
richting. Zij is door de crisis alleen e.'sasid
Van oudsher hebben in het •economiadh
die individualistische en conporatieve fea
een wisselwerking uitgeoefend. .Het i
eindelooze keten van actie en reactte.
weer heeft het maatschappelijik Ieveri gesaUfObt
naar het juiste evenwicht. Te ver iktacgfs-
dreven individualtsme brengt zijn grwte tsa-
deelen met zich, doch evenmin zou een ffi:
doorgedreven corporatisme, dat de
liteit geheel zou dooden! kimnen hlssve* ae-
staan. Daarbij is het begrijpelijk, dat wim-
neer in de eene of in de andere penoife. die
eene of andere factor, te veel op dem
grond is getreden, in een volgende
het zwaartepunt zich wel eens te var
den anderen kant dreigt te verpftatsatscn.
Richtsnoer bij dit alies dient steeds te net
algemeen belang. IndividUeel egoisnae fcsm
groote schade aanrichten, doch de egsn
van grospsegoisme kunnen niet rruniie* bo
denkelijk zijn. Bij het streven naar ««i Ml
vormen zal men de waarschuwing,. -He de
ervaring van het verleden inhoudt. Iwiege
voor oogen moeten houden.
Door de ontaarding der bedrijfssoiga-hsati®
in het laatst der 18e eeuw, heeft de iodividast-
listische economie gemakkelijk 'spei
Van haar verwachte men de redding, de
ik vertrouw ze volkomen... ik zou het
treuren als ik iemand moet verdenketa-.
„Niemand vraagt u iemand te veraesiteBn.
mijnheer Lomax. Ik geef u eenvoutSg alle
mogelijkheden. De bedienden kunnen we? voF
komen te vertrouwen zijn. Dat zijn ze. waar
schijnlijk."
„U hebt me zeer ongerust gemaakt". ze
George, „u hebt me zeer ongerust gexHaaSctJ"
Zijn oogen leken meer dan ooit uit te rcaitat
Om hem af te leiden betastte Jimmy -.roor-
zichtig een eigenaardig zwart g?worden v»cw-
werp op de tafel.
„Wat is dit?" vroeg hij.
„Dat is bewijsstuk Z", zei Battle. ..Set:
laatste van de verzameling. Het is. of Sever
het was een handschoen."
Hij raapte het verschroeide overblijfstS op
en hield het met trots in de handen.
„Waar heb je het gevonden?" vro^g" sfr
Oswald.
Battle keek over zijn sohouder.
„In den haard... bijna vertorand maar
heelemaal. Raar. Het ziet eruit alsof ex
hond aan gekrabbeld heeft."
„Dan kan hij wel van miss Wade zijn". otss-
onderstelde Jimmy. ,,Die heeft vers
honden."
De hoofdinspecteur schudde het hoofd.
„Het is geen dameshandschoen. Neen,
niet het groote soort sporthandschoen.
dames tegenwoordig dragen. Pas hem
heer. Een oogenblikje."
Hij paste het zwart geworden voorwerpy af-
Jimmy's hand.
„U ziet wel, voor u is hij zelfs te gr(KX."
j.Hecht u waarde aan dezs ontdekking". in-
formeerde sir Oswald koel.
,jMjen kan nooit weten sir Oswald, wat iae-
langrijk is en wat niet."
Er werd kort en luid op de deur gefexspt:
en Bundle trad binnen.
„Het spijt me erg", zei ze verontscbuitt!-
gend, „maar vader heeft me juist opgch«Sfl
Hij zegt dat ik naar huis moet komen omsikf
iedereen hem lastig valt."
Ze zweeg.
(Wordt vervolgd
dad