ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Het geheim van de 7 wijzerplaten No. 9319 VRIJDAG 5 JULI 1935 75e Jaargang Binnenland Feuilleton Buitenland TWEEDE BLAD t t NEUZENSCHE COURANT HERDENjKING WIJLEN PRINS HENDRIK. Woensdag was het een jaar geleden, dat Prins Hendrik is heengegaan. Ter herdenking van dit feit had Dinsdagavond op het Binnen- hof een uitvoering plaats van treurmuziek door de Koninklijke Militaire Kapel, onder lei- ding van den directeur C. L. WaltRer Boer. Voor deze uitvoering bestond groote belang stelling van de zijde van het publiek. Tegen nagen uur trad de kapel aan en stelde zich op voor de arcade van het Eerste Kamergebouw. De uitvoering ving aan met het volkslied van Mecklenburg Schwerin, gedurende welke de aanwezige militairen het saluut brachten, en werd gevolgd door Psalm 42; treurmuziek bij Siegfrieds dood van R. Wagner; twee lie- aeren uit Valerius' Gedenckclanck; het Ada gio uit de Sonate Pathdtique van L. van Beet hoven en besloten met het Wilhelmus, dat door het publiek eerbiedig met ongedekten hoofde werd -aangehoord. Na afloop heeft de gouvemeur der IKonink- lyke Residentie Walther Boer gecomplimen- teerd met de wijze, waarop hij deze indruk- wekkende uitvoering heeft geleid. Wloensdag is te Delft, op het graf van wij- len den Prins der Nederlanden, hertog van Mecklenburg, een krans gelegd door een de- putatie van het Convent der Commanderij Nederland der Johanniterorde, best-aande uit den Commendator luit.-generaal baron Roell van Hazerswoude, den Coadjutor jonkheer Er nest van Loon en den secretaris-schatmeester jonkheer W. Laman Trip, adjudant van de Koningin en oud-adjudant en particulier seer, van wijlen den Prins der Nederlanden, hertog van Mecklenburg. iDoor een deputatie van het dagelijksch be- stuur van het Nederlandsch Roode Kru-is, be- staande uit den eerste-ondervoorzitter luite- nant-generaal b.d. jhr. J. H. Roell, den secr.- generaal mr. dr. F. W. Doncker Curtius, den penningmeester mr. W. J. baron van Lynden en het hoofd van het ziekenhuiswezen, dr. H. A. Offerhaus, is Woensdag een krans neerge- legd op het graf van den Prins der Nederlan den in de Nieuwe Kerk te Delft. Verder heeft een deputatie, bestaande uit de heeren H. G. J. M. Drabbe en M. A. Hooy- kaas, resp. voorzitter en vice-voorzitter van het comitd van. de gemeentelijke zeevaart- schiool te Rotterdam, een lauwerkrans van magnolia's en witte lelies op het praalgraf ge legd. Op de groen-witte linten staat: ,,Het comitd tot huldiging aan de nagedac-htenis van Prins Hendrik der Nederlanden, hertog van Mecklenburg, in de gemeentelijke zeevaart- school te Rotterdam". In opdracht van den ex-keizer van Duitsch- land en zijn gemalin heeft de vleugel-adju- dant van den gewezen keizer Woensdagnamid- dag een krans gelegd op het graf van Prins- Hendrik te Delft. EEN REDE VAN MINISTER COLIJN. De overdracht van het nieuwe Gouveme- mentsgebouw te Maastricht aan het departe- tement van Binnenlandsche Zaken werd o.m. bijgewoond door de ministers Dr. Colijn, Mr, de Wilde, Oud en Dr. Gelissen. Minister Colijn hield bij deze gelegenheid een politieke rede, die vrijwel buiten het feit van den dag om ging. De Minister merkte op, dat het in de eerste plaats belangstelling was, die hem er toe leidde naar Maastricht te komen, maar daar- naa'st had zijn geweten hem geplaagd door de herinnering aan het Bijbelsche verhaal dat de profeet Nathan deed van een rijk man die veel runderen en schapen had, maar toen hij een gast onthalen moest het eenige ooilam stal van den arme. Spr. was zich daarvan be- wust toen hij, am de vacature in het kabinet te vervullen, uit Limburg een man van betee- kenis voor de volkshuishouding van dit ge- west heeft weggehaald. Daarvoor wilde hij thans zijn verontschuldigingen aanbieden. Was er nu in Nederland niemand anders te vinden als hoofd van het departement van Economische Zaken. Spr. wilde niet zeggen dat er niemand anders te vinden ware ge- weest, maar wel dat er naar zijn overtuiging geen was die er zoo geschtkt voor was. Het bewijs kon spr. niet leveren zander iets te zeg gen over de taak waarvoor de regeering staat in deze moeilijke tijdsomstandigheden. Dat het in de wereld en ook in Nederland slecht gaat weten wij alien. Maar over de re- denen loopen de meeningen uiteen. Op enkele factoren wilde spr. wijzen, die wel eens te veel uit het oog worden verloren. Vooreerst het wegvallen van de emigratie naar overzeesche landen. Had men die in de laatste 20 jaren voortgezet als in de tien jaren voor den oorlog, dan waren 20 tot 25 millioen menschen geemigreerd en zouden er 8 millioen werkloozen minder zijn in Europa. Een tweede factor is dan in de oorlogsjaren en daarna in verschillende deelen der aarde en industrieele ontwikkeling is tot stand ge- komen die onzen afzet naar elders vermin- derd heeft. Spr. wees op den overmatigen sehuldenlast, die op de verschillende landen drukt, ook op ons land. De publieke schuld van den staat is al driemaal zoo hoog als voor den oorlog; die moet door het volk worden gedragen. Als Engeland geen schuld meer maakte, doch deze afloste als in de laatste jaren, zou het daarvoor 400 jaren noiodig hebbeh. Wij trachten het nog in 40 jaren te doen. Hierop mag wel eens meer de aandacht vallen. De belemmeringen in het intematio- nale goederenverkeer. Deze bijkomende factoren vormen echter niet de kern van de moeilijkheden, waarvoor we thans staan. Deze zitten in de buitenge- wone stremming van het intemationale goede renverkeer, vooral voor Nederland, omdat er weinig landen zijn die hun volkshuishouding zoo hadden ingesteld op uitvoer en invoer, die onafscheidelijk aan elkaar verbonden zijn daar goederen met goederen betaald moeten wor den. Dit had tengevolge den bijzionderen bloei van onzen handel en van onze havensteden; dit intemationale verkeer is de hoofdvoor- waarde voor het herstel, dat naar het oordeel van de regeering door niets is te vervangen. De gevolgen van deze afsnoering van het in temationale goederenverkeer zijn voor ons verarming en werkloosheid. Dit alles is geen wijsheid achteraf. Van 1927 af heeft spr. voor het intemationaal forum gewaarschuwd voor de gevolgen voor alle landen. Geplaatst tegenover dit probleem heeft de regeering en had iedere andere regeering moe ten, grijpen naar maatregelen om van het in temationale ruilverkeer te behouden wat mo gelijk was. Het kabinet-Ruys de Beeren- brouck is daar al mee begonnen. Minister Ver- schuur heeft dit werk onder het tegenwoordi- ge kabinet voortgezet. Het geschiedde in nog versterkte mate sedert het optreden van mi nister Steenberghe. Geheel zionder resultaat is deze arbeid niet geweest. Werd de teruggang niet geheel ge- stuit, hij werd toch verminderd. Deze arbeid heeft aan minister Steenberghe ongelooflijk veel inspanning gekost. Dat kan alleen beoor- deelen hij, die als spr. van dag tot dag dit heeft meegemaakt. De werkloosheid. Daarbij kwam het vraagstuk van de werk loosheid. De vraag of er belangrijk meer had kunnen worden gedaan dan geschied is, kan niet be- antwoord worden los van de vraag wat elders gebeurt en wat bereikt werd. In Engeland, dat zich in dit opzicht het beste leent voor vergelij-king, blijkt de werkloosheid in verhou- ding tot de totale bevolking even groot te zijn als bij ons. Devaluatie Toch kan de vraag rijzen: kan er niet meer worden gedaan om den nijpenden nood te le- nigen? De vraag moet gestel-d worden, waar- om, als devaluatie een zoo zegenrijk middel is, de landen, zooals Engeland en Belgie, die er toe over gingen, er tot het uiterste tegen ge- vochten hebben. Maar bovendien, waar heeft de gedevalueerde munt anders dan zeer tijde- ljjk geleid tot vermindering van de werkloos heid? Amerika heeft zijn dollar sterk be- snoeid, de werkloosheid is er nog in verhou- ding tweemaal zoo groot; in Engeland is zij nog even groot als in Nederland. Er moeten dus factoren zijn die het vraagstuk in sterker mate beheerschen. een der geheimzinnige verhalen van AGATHA CHRISTIE. (Nadruk verboden.) 32) (Vervolg.) „Zoo", zei Battle, „ik heb de kamer maar vastgemaakt en buiten staat er een mannetje op wacht. En ik zal de deur sluiten en den sleutel meenemen. In den loop van den mor- gen zullen we doen, wat de Fransdhen de misdaad reconstrueeren noemenJa, lady Eileen, wat is er?" ,,Hoofdinspecteur Battle ik moet u spreken aanstonds". „Wel zeker. Ik George Lomax verscheen plotseling met dr Cartwright aan zijn zijde. „0 ben je daar Battle. Het zal je verheu- gen te hooren, dat het niets ernstigs is met O'Rouke". ,,Ik heb nooi* gedactot dat het met O'Rouke heel erg zou zijn", zei Battle. „Men heeft een sterk slaapmiddel toege diend", zei de dokter. ,.Hij zal 's morgens heelemaal gezond wakker worden. Misschien een beetje hoofdpijn, misschien ook niet. Wel jonge man laat uw kogelwond eens zien". ,,Vooruit, zuster", zei Jimmy tot Loraine „Kom mijn hand vasthouden. Wees getuige van de smart van een sterk man. Je weet hoe het moet". Jimmy, Loraine en de dokter gingen samen weg. Bundle bleef smartelijke blikken wer- pen in de richtinig van hoofdinspecteur Battle die door George werd aangeklampt. De hoofd inspecteur wachtte geduldig tot er een opont houd kwam in George's spraakzaamheid. Toen maakle hij er vlug gebruik van. „Ik wilde u vragen mijnheer of ik sir Stan ley even alleen zou kunnen spreken. In de kleine studeerkamer ginds. Industrialisatie. Industrialisatie is de tweede gedachte die geuit wordt, wanneer wij naar middelen zoe- ken om de werkloosheid te bestrijden. Onge- twijfeld verdient dit middel de voile aandacht, maar ook op dit terrein: wil den dag niet prijzen voor het avond is. Toegegeven moet worden dat hier binnen zekere grenzen iets ge daan kan, worden. Doch in dezen kring wil spreker toch een waarschuwend woord laten hooren. Men moet zich niet voorstellen dat de staat industrieen moet gaan stichten en leiden. Wjel kan hij het particulier initiatief steunen en de helpende hand reiken ten einde het over het doode punt te leiden. Begonnen indus trieele ontwikkeling kan inderdaad rekenen op de hulp van de regeering, ook andere mid delen tegen de werkloosheid. Toen het werk- fonds werd ingesteld heeft de industrieele commissie, die daarover staat, beslist, dat van de 60 millioen slechts 5 door rijkswerken zou den mogen worden bestemd, omdat men bang was dat er anders geen geld zou blijven tot steun van de Industrie. Doch daar van industrieele zijde geen voor stellen kwamen werd alles bij elkaar, 45 mil lioen, voor andere doeleinden beslchikbaar ge steld'. Tot heden zijn er namelijk geen indus trieele voorstellen ingediend. Dat is meteen het antwoord op de vraag geven waafom prof. Gelissen uit Limburg naar Dei H&ag werd geroepen. Men verwachte niet, sd&t. ons land nog voor 1 Januari met fabrieksschpprsteenen overdekt zal worden, maar als men den weg van de industrialisatie op wil, dag moot men den man hebben met ideeen enMet enthou- siasme voor deze taak. fr Men houdt daarbij in Limburg een groote kracht in den commissaris der Koningin, die jarenlang in tal van functies met prof. Gelis sen heeft samengewerkt en de zaken in de- zelfde richting zal blijven stuwen. Spr. hoopt dat de Limburgsche energie zich in dozen verder zal blijven doen gelden. Spjr. deelde mee dat het de Koningin heeft behaagd den com missaris der Koningin in Limburg te benoe- men tot groot-officier in de orde van Oranje- Nassau. (Luid applaus.) BEZUINIGINGSONTW^KP. „Zeker", zei George, zeker. Ik zal hem dadelijk gaan halen". Hij ging haastig weer naar boven. Battle trok Bundle vlug in het salon en sloot de deur. ,,Nu lady Eileen. Wat is er?" ,,Dat zal ik u zoo snel mogelijk vertellen... het is tameiyk lang en ingewikkeld". Zoo beknopt mogelijk vertelde Bundle haar introductie in de Zeven Wijzerplaten Club en haar daaropvolgende avonturen in die ge legenheid. Toen ze uitverteld was haalde hoofdinspecteur Battle diep adem. Voor een keertje zag hij af van zijn onveranderlijke ge- laatsuitdrukking. „Merkwaardig", zei hij, ,,merkwaardig. Ik zou niet gedacht hebben, dat het mogelijk was zelfs niet, dat het u mogelijk was. Dat had ik beter behooren te weten." ,,Maar u gaf me een wenk, hoofdinspecteur Battle. U zei dat ik het Bill Eversleigh moest vragen." ,,Het is gevaardijk, menschen zooals u, een wenk te geven, lady Eileen. Ik had nooit ge dacht dat u zoover zoudt gaan, als het geval blijkt te zy'n." „0 dat is in orde, hoofdinspecteur Battle. U draagt geen schuld aan mijn dood." „Nog niet, dat is waar", zei Battle grimmig. Hij stond daar of hij een en ander overwoog, of hij in gedachten verdiept was. ,,Wat mgnheer Thesiger eigenlijk dacht, dat hij u zoo'n gevaar liet loopen, kan ik niet be- grijpen", zei hij kort daarop. ,,Hij wist het pas naderhand", zei Bundle. „Ik ben niet heelemaal zoo'n uilskuiken, hoofd inspecteur Battle en in ieder geval heeft hy zijn handen vol met voor juffrouw Wade te zorgen." ,,Zoo, zoo", zei de hoofdinspecteur. ,,0!" Hij knipoogde even. ,,Ik zal mijnheer Eversleigh moeten aan- wijzen, om voor u te zorgen, lady Eileen." „Bill", zei Bundle minachtend. „Maar hoofdinspecteur Battle, u hebt mijn verhaal nog niet uitgehoord. De vrouw die ik daar De onderwijsparagraaf afzonderlijk wetsontiwerp \Wrd4 in een belichaajnd. De Tijd meldt: Naar wij uit goede bron vememen, zal de schriftelijke behandeling van het bezuinigings- ontwerp in de Tweede Kamer nog worden voortgezet. De commissie van rapporteurs heeft zich reeds met eenige vragen om nadere inlichtingen tot de regeering gewend, die hier op met grooten spoed zal antwoorden. De resultaten van dit gemeenschappelijk overleg zullen vermoedeiyk nog deze week worden ge- publiceerd. In parlementaire kringen wordt het niet on- waarschijnlijk geacht, dat de onderwijspara- graaf in haar geheel uit het wetsontwerp zal worden gelicht en een nieuw ontwerp zal wor den ingediend. Wanneer dit inderdaad ge- schiedt, bestaat de mogelijkheid, dat reeds de volgende week de behandeling een aanvang neemt. Naar aanleiding van wat hier door De Tijd over de onderwijsparagraaf wordt- gemeld, kan de N. R. Crt. mededeelen, dat de regee ring zich bereid heeft verklaard aan het des- betreffend verzoek van de commissie van voor- bereiding gevolg te geven, aangezien zulks niet tot vertraging van de bezuiniging zal leiden. Vanzelfsprekend wordt het lot van het Be- zuinigingsontwerp hiermede los gemaakt van het oordeel der Kamer over de onderwijsvoor- stellen. HET VERSTERKTE HILVERSUM. Naar gemeld wordt, is bij de N.S.F. een zeer groot aantal rapporten ontvangen over de jongste proefuitzending van den versterk- ten Hilversumschen zender, die met 120 K.W. energie op 301 M. golflengte gewerkt heeft. Deze rapporten komen niet alleen uit Nederland, maar praktisch uit geheel Europa, tot zelfs uit Rusland toe. 'Zij maken zonder uitzondering melding van een zeer krachtige ontvangst en een uitste- kende geluidskwalitedt. Wat de rapporten in ons land betreft, meldde men uit alle provin- cies: „Keiharde ontvangst". zag Anna No. 1. Ja, No. 1 is gravin Radzky." En vlug begon ze het herkennen van het moedervlekje te vertellen. Tot haar verwondering sohraapte de hoofd inspecteur zijn keel. ,,Een moedervlekje bewijst nog niet veel. aldy Eileen. Twee vrouwen --zouden ..gemak- kelijk eenzelfde moedervlekje kunnen hebben. U moet bedenken dat gravin Radzky in Hon- garije een zeer bekende figuur is ,,Dan is ze de echte gravin Radzky niet. Ik verzeker u dat het dezelfde vrouw is, die ik daar zag. En kyk vannacht eens... hoe we haar vonden. Ik geloof nooit dat ze flauw ge- vallen is." ,,0, dat zou ik niet zeggen, lady Eileen. Die leege huls, die de boekenkast naast haar raak- te had elke vrouw zich half gek doen schrik- ken". irMaar wat deed ze daar dan todh. Je gaat geen boek zoeken met een electrische zak- lantaam." Battle krabde zich over de wang. Hij soheen liever niet te spreken. Hij begon de kamer op en neer te loopen, alsof hij een -besluit wilde nemen. Ten laatste wenade by zich tot het meisje. ,,Hoor eens lady Eileen. Ik zal u vertrou- wen. Het gedrag van de gravin is verdacht. Ik weet dat evengoed ais u. Hfet is heel ver- daoht... maar we moeten voorzichtiig zyn. Er moeten geen onaangenaamheden uit voort- komen met de gezantschappen. Men moet zeker zijn." ,,Ik begrijp u. Als u er zeker van was.. ,,Dat is wat anders. Gedurende den oorlog lady Eileen, maakte men er veel drukte over dat men Duitsche spionnen op vrye voeten liet. Bemoeizieke menschen schreven ingezon- den stukken erover. We letten er niet op. We trokken ons niets van het schelden aan. Men liet de kleine vischjes/met rust. W-aarom? Omdat we door hen vroeg of laat de groote vischden hoofdman te pakken .zouden krijgen." Ook in Limburg hebben de bezitters van toestellen met sluiercompensatie geen hinder ondervonden van het verschijnsel dat bij deze golflengte nu eenmaal onvermijdelijk is. iBij de veldsterkte-metingen te Eindhoven bleek, dat deze des avonds 2.3 maal zoo groot is als van den huidigen zender, hetgeen over- eenkomt met 5.3 maal het vermogen dat an ders door den zender uitgestraald wordt. NATIONAAL MIDDENSTANDSCONGRES TE APELDOORN. Mr. P. J. Oud, Minister van Financien, heeft Woensdag een gedeelte van het congres bygewoond. Hy nam daartoe aan de bestuurs- tafel plaats. De heer Schurmann, voorzitter, richtte tot - den minister een woord van hartelijk welkom. Hy zeide, dat het hem ten zeerste verheugde, dat de minister thans persoonlijk zou kunnen j ervaren, hoe het in den middenstand toegaat en zijn conclusies zou kunnen trekken, om- trent hetgeen in den middenstand weegt, gnoeit en ontbreekt. Onder applaus werd besloten tot verzending van het volgende telegram aan de Koningin: „De Koninkiyke Nederlandsche Midden- j standsbond, in congres bijeen in Uwer Majes- j teits zomerresidentie, veroorlooft zich de vrij- heid, Uwe Majesteit bij hemieuwing oprechte hulde zijner leden aan te bieden, daarby den wensch uitsprekende, dat het Uwe Majesteit gegeven moge zyn, in dezen steeds zwaarder wordende tijdsomstandigheden haar land en volk voor een economische inzinking te behoe- den, mede in het belang van den handeldrij- venden en industrieelen middenstand". Rede van Minister Oud. Minister Oud, vervolgens het woord ver- krijgende, zeide, het zeer op prys te stellen een gedeelte van dit congres te kunnen by- wonen. Zijn aanwezigheid moet vooral gezien worden als een blijk van belangstelling van de Nederlandsche Regeering in de nooden van den Nederlandschen middenstand. Zijn aan wezigheid kan mede ook verklaard worden uit het feit, dat de minister van financien wel eens relaties met den middenstand heeft, soms van minder aangenamen aard, zooals die van belastingheffer. Spreker doet dit echter niet voor zijn pleizier, hp beseft ten voile het nood- lottige samengaan van de dalende koopkracht en de vermeerdering der lasten. Het aanpassen aan gewijzigde omstandig- heden 1-eeft ook in, den boezem der Neder landsche Regeering; voor zoover zy daar iets aan doen kan, zal zij haar uiterste krachten inspannen. Dat is echter een allerminst ge- makkeiyke taak. De overheid staat voor het probleem van het bewaren van het juiste in- zicht tusschen de belangen van de verschil lende bedrpfsgroepen, die in ons economisch lev-en werkzaam zijn. Laten wij Nederlanders beseffen, dat, als een bepaalde groep meer irechtstreeks gesteund kan worden dan een andere, ook die steun mede kan bijdragen tot verbetering der positie van andere groepen. Alle verschillende groepen hangen onderling in ons volk tezamen. iHet van Regeeringswege rechtstreeks ne men van maatregelen voor den middenstand is niet gemakkelijk, dat brengt de aard van het bedrijf mede. Er zijn schakeeringen van allerlei aard. Dit beteekent echter allerminst, dat de Regeering onverschillig staat tegen over deal middenstand en niet bereid zou zijn tot steun, waar dit mogelijk is. Al is de taak van de overheid met betrekking tot den middenstand beperkt, toch zal zij ook het hare doen. Men heeft dit reeds gezien in de voor stellen, aanhangig gemaakt bij de Staten- Generaal, en de voorstellen, die nog in on- derzoek zijn. De nauwste relatie van spreker met den middenstand is, behalve die van belasting heffer, de taak te hebben, zijn aandacht te moeten wijden aan het vraagstuk van het mid- denstands-credietwezen, een vraagstuk, datee- rend uit den tijd vodr deze crisis. Het is ge- boren in de periode van de eerste maanden van den wereldoorlog. Uit deze materie is gegroeid een moreele en financieele band tus schen den Staat en de organen op het stuk van het middenstandscredietwezen. Het stre- ven was er toen op gericht, dat wij zouden krijgen een middenstands-crediet op gezonde basis, waarbij op den voorgrond stond en op den voorgrond zal moeten blijven staan, dat „U bedoelt?" „Trek u er niets van aan, lady Eileen wat ik bedoel. Maar onthoud dit: ik weet alles van de gravin. En ik wil haar met rust laten." „En nu", voegde Battle er triestig aan toe, „moet ik iets bedenken, wat ik aan sir Stan ley Digby kan zeggen." DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Hoofdinspecteur Battle heeft dienst. Het was tien uur op den morgen daarna. De zon stroomde door de glazen deuren van de bibliotheek, waar hoofdinspecteur Battle sinds zes uur aan het werk was geweest. Op zijn verzoek hadden zich George Lomax, sir Oswald Coote en Jimmy Thesiger juist bij hem gevoegd, na de vermoeienissen van den nacht door een stevig ontbijt eenigszins te hebben geneutraliseerd. Jimmy droeg zijn arm in een doek, maar verder had hij geen sporen van de kloppartij van den nacht. De hoofdinspecteur keek hen alle drie wel- wi-llend aan, ongeveer op de manier van een vrienaelijke conservator, die kleine jongens rondleidt in een museum. Op de tafel naast hem lagen verschillende gelabelde voorwer- pen. Daaronder herkende Jimmy Leopold. „0 hoofdinspecteur", zei George. ,,Ik ben benieuwd of u ook voortgang gemaakt hebt. Hebt u den man te pakken gekregen?" „Dat zal me nogal veel tijd kosten", zei de hoofdinspecteur op luchtigen toon. Zijn falen in dat opzicht soh-een hem niet veel spijt te berokkenen. George Lomax hoorde dat niet met bizon- dere vreugde. Hy had een h-ekel aan alle luch- tigheid. ,,Ik heb hier alles netjes bij elkaar", ver- volgde de detective. Hij nam twee voorwerpen van de tafel. ,,Hier hebben we de twee kogels no. 455 geschoten uit mijnheer Thesigerts automa- tische Oolt-revolver. Die heeft langs het raam- kozijn geschaafd en ik vond hem in den stam van -dien cederboom. Dit kleine dingetje werd ook het middenstands-credietwezen geves-sUg* zal moeten biyven op een gezonde .wede- basis. Als dit niet zoo zou zijn en de pfeSsME- tropie ging meespreken, zou een groot kwaaal aangericht worden, aan het middenstansisfce- dirijf als geheel. Middenstandsbedrijveri, -die geen reden van bestaan hebben, zijn een -ae- dreiging voor andere. Dat probleem t&est ook in het oog te worden gevat als het goatt over het eredietwezen. In de Kamer heeft spreker destyds de zxak van het crisis-middenstandscreddet met %ae- wijding en liefde verdedigd en toen den druk laten vallen op de noodzakelijkhenJ levensvatbare bedrpven in stand te houdasz niet het leven te rekken van bedrijven die levensvatbaarheid hebben. De overheid- leant in samenwerking met het georganiseerde. S»e- drijfsleven op -het terrein van den rntdden- stand veel goods bereiken. Doch tenatsCte moet het echter komen uit de kiracht van dear. Nederlandschen middenstand zelf. Uit dat oogpunt heeft het spreker good .ge daan, te kunnen kennis nemen van de prrass- adviezen, op dit congres uitgebraeht. 35§ hebben op hem een voortreffelijken in&ntlt: gemaakt. Een nieuwe tyd eischt nieuwe middefeac, zeide de minister. Als men dat inziet, vreest hy niet voor de toekomst van den midden stand. Er zal altpd plaats blijven voor middenstand, die met zijn tyd meegaat en die zal kunnen zijn een ruggegraat voor het nomische leven van Nederland. Spreker uitte de beste wenschen voor welslagen der beraadslagingen. De rede van den minister werd met langdurig applaus beloond, waama het gres spontaan het eerste couplet van het wrf- helmus zong. Na een dankwoord tot den minister van -deas bondsvoorzitter vingen de beraadslagingen over de prae-adviezen aan. VERRAAD VAN MILITAIRE GEHETBtESL Het volksgerechtshof te Berlijn heeft op 29 November 1934 den 63jarigen Bruno Lindenatt uit Perleberg, wegens het verraden van' rrnS- taire geheimen en op 1 Februari 1935 den 28- jarigen Bresz uit Wilhelmshafen wegens, iset nasporen van militaire geheimen ter ikxam veroordeeld. De twee zyn Woensdagochtend te BcrHjfB terechtgesteld. OBij vonnis van het volksgerechtshof vans 2S Juni is de 49jarige Wilhelm Battesch uit Ofc- minke, wegens het verraad van militairfc gs- heimen en poging tot oorkondenvervalschang om landverraad te plegen, tot levensfranger tuchthuisstraf veroordeeld. HET GESCHIL TUSSCHEN I I ALU EN ABESSINIe. Het A. N. P. meldt uit Alexandrie, dat oe Italiaansche gezant, graaf Paduiano aamx Rome is teruggeroepen. Waarschijnlijk zat efe vroegere chef van het kabinet van Gi mnli» Peregrinoehigd, die thans gezant te Tanger" ia. als zoodanig te Alexandrie worden toeroepraL. Het gerucht gaat, dat deze verandeang- verhand houdt met het I tal iaansch-Abessgn— sche conflict. Naar aanleiding van het conflict met Ahcs- sinie zijn tot nu toe in de Oost-Afrikaaj-rsaoDfff. kolonien 60 vliegvelden en 50 radiostationa in orde gemaakt. Het wegennet heeft thans een. lengte van 10.000 K.M. ZOEKT DUITSCHLAND GELD TE LONDEN Het A.N.P. meldt uit Parijs: De Londensche correspondent van de CTn- formation meldt, dat Duitschland in finan cieele kringen te Londen nieuwe en kraekrtSgjt pogingen in het werk stelt om credietera -srjs te nemen. Deze pogingen zijn zeer koei •anst- vangen, maar zekere Britsche industnoefien zouden zich toch accoord kunnen verkEanwa met een credietverleening op langen r.erazgn in den vorm van een grondstofcrediet. -flat Duitschland in staat zou stellen zijn bewrape- ning op te bouwen. De openbare meening in Engeland sstaat gevuurd uit den Mauser 25. Na door mijiafieer Thesiger's arm gegaan te zy'n vloog hot m dozen armstoel. Wat het pistool zelf be treft..." „En", vroeg sir Oswald nieuwsgierig, ..zjje er ook vingerafdrukken Battle sohudde het hoofd. ,,De man die het handteerde, -droeg ha.no- sdhoenen." „Jammer", zei sir Oswald. „Een man. die zijn zaken kent, draagt aa- tuurlijk handsohoenen. Is het juist air- Os wald als ik verond-erstel, dat u dit piston? vondt op ongeveer twintig meter afstand vans de onderste trede van het terras?"* -Sir Oswald stapte naar de deur.. „Ja, bijna precies, zou ik zeggen." „Ik wil geen aanm-erkingen maken, maar si zoudt wijzer gedaan hebben, als u het hrariK laten liggen, waar u het vondt." ,,Het spijt me", zei sir Oswald styf. „0, het geeft niets, ik heb die zaak kuna«n reconstrueeren. Er waren vier voetafdrukfcezt weet u, die van acht-er uit den tuin kwamsn en er was een plek waar u klaarblijkelij-k stIS hebt gestaan en u klaarblijikelijk gebukt heeft en een indruk in het gras, die veel te dendfflen geeft. Tusschen twee haakjes, wat was ncw-e theorie over de aanwezigheid van het pi stool op die plaats?" „Ik v-eronderstel, dat de man het daar in zijn vlucht heeft laten vallen." Battle schudde het hoofd. ,,Niet laten vallen, iSir Oswald. Daar zijn twee dingen tegen. Om te beginnen is sr. maar een stel voetafdrukken, dat juist op die plaats over het -grasveld gaat... de uwe." „Zoo" zei sir Oswald nadenkend. ,,Kun je daar zeker van zijn Battle", brae fit George in het midden. „Heel zeker, mijnheer. Er is een ander ste? voetafdrukken, dat over het grasveld goaf- die van juffrouw Wade, maar die zijn vesJ meer naar links." Hij zweeg voor hij verder ging. (Wordt vervolgd. h

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 5