ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Het geheim van de 7 wijzerplaten
No. 9319
VRIJDAG 5 JULI 1935
75e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
Buitenland
TWEEDE BLAD
t
t
NEUZENSCHE COURANT
HERDENjKING WIJLEN PRINS HENDRIK.
Woensdag was het een jaar geleden, dat
Prins Hendrik is heengegaan. Ter herdenking
van dit feit had Dinsdagavond op het Binnen-
hof een uitvoering plaats van treurmuziek
door de Koninklijke Militaire Kapel, onder lei-
ding van den directeur C. L. WaltRer Boer.
Voor deze uitvoering bestond groote belang
stelling van de zijde van het publiek. Tegen
nagen uur trad de kapel aan en stelde zich op
voor de arcade van het Eerste Kamergebouw.
De uitvoering ving aan met het volkslied
van Mecklenburg Schwerin, gedurende welke
de aanwezige militairen het saluut brachten,
en werd gevolgd door Psalm 42; treurmuziek
bij Siegfrieds dood van R. Wagner; twee lie-
aeren uit Valerius' Gedenckclanck; het Ada
gio uit de Sonate Pathdtique van L. van Beet
hoven en besloten met het Wilhelmus, dat
door het publiek eerbiedig met ongedekten
hoofde werd -aangehoord.
Na afloop heeft de gouvemeur der IKonink-
lyke Residentie Walther Boer gecomplimen-
teerd met de wijze, waarop hij deze indruk-
wekkende uitvoering heeft geleid.
Wloensdag is te Delft, op het graf van wij-
len den Prins der Nederlanden, hertog van
Mecklenburg, een krans gelegd door een de-
putatie van het Convent der Commanderij
Nederland der Johanniterorde, best-aande uit
den Commendator luit.-generaal baron Roell
van Hazerswoude, den Coadjutor jonkheer Er
nest van Loon en den secretaris-schatmeester
jonkheer W. Laman Trip, adjudant van de
Koningin en oud-adjudant en particulier seer,
van wijlen den Prins der Nederlanden, hertog
van Mecklenburg.
iDoor een deputatie van het dagelijksch be-
stuur van het Nederlandsch Roode Kru-is, be-
staande uit den eerste-ondervoorzitter luite-
nant-generaal b.d. jhr. J. H. Roell, den secr.-
generaal mr. dr. F. W. Doncker Curtius, den
penningmeester mr. W. J. baron van Lynden
en het hoofd van het ziekenhuiswezen, dr. H.
A. Offerhaus, is Woensdag een krans neerge-
legd op het graf van den Prins der Nederlan
den in de Nieuwe Kerk te Delft.
Verder heeft een deputatie, bestaande uit
de heeren H. G. J. M. Drabbe en M. A. Hooy-
kaas, resp. voorzitter en vice-voorzitter van
het comitd van. de gemeentelijke zeevaart-
schiool te Rotterdam, een lauwerkrans van
magnolia's en witte lelies op het praalgraf ge
legd. Op de groen-witte linten staat: ,,Het
comitd tot huldiging aan de nagedac-htenis van
Prins Hendrik der Nederlanden, hertog van
Mecklenburg, in de gemeentelijke zeevaart-
school te Rotterdam".
In opdracht van den ex-keizer van Duitsch-
land en zijn gemalin heeft de vleugel-adju-
dant van den gewezen keizer Woensdagnamid-
dag een krans gelegd op het graf van Prins-
Hendrik te Delft.
EEN REDE VAN MINISTER COLIJN.
De overdracht van het nieuwe Gouveme-
mentsgebouw te Maastricht aan het departe-
tement van Binnenlandsche Zaken werd o.m.
bijgewoond door de ministers Dr. Colijn, Mr,
de Wilde, Oud en Dr. Gelissen.
Minister Colijn hield bij deze gelegenheid
een politieke rede, die vrijwel buiten het feit
van den dag om ging.
De Minister merkte op, dat het in de eerste
plaats belangstelling was, die hem er toe
leidde naar Maastricht te komen, maar daar-
naa'st had zijn geweten hem geplaagd door de
herinnering aan het Bijbelsche verhaal dat de
profeet Nathan deed van een rijk man die
veel runderen en schapen had, maar toen hij
een gast onthalen moest het eenige ooilam
stal van den arme. Spr. was zich daarvan be-
wust toen hij, am de vacature in het kabinet
te vervullen, uit Limburg een man van betee-
kenis voor de volkshuishouding van dit ge-
west heeft weggehaald. Daarvoor wilde hij
thans zijn verontschuldigingen aanbieden.
Was er nu in Nederland niemand anders te
vinden als hoofd van het departement van
Economische Zaken. Spr. wilde niet zeggen
dat er niemand anders te vinden ware ge-
weest, maar wel dat er naar zijn overtuiging
geen was die er zoo geschtkt voor was. Het
bewijs kon spr. niet leveren zander iets te zeg
gen over de taak waarvoor de regeering staat
in deze moeilijke tijdsomstandigheden.
Dat het in de wereld en ook in Nederland
slecht gaat weten wij alien. Maar over de re-
denen loopen de meeningen uiteen.
Op enkele factoren wilde spr. wijzen, die wel
eens te veel uit het oog worden verloren.
Vooreerst het wegvallen van de emigratie
naar overzeesche landen. Had men die in de
laatste 20 jaren voortgezet als in de tien jaren
voor den oorlog, dan waren 20 tot 25 millioen
menschen geemigreerd en zouden er 8 millioen
werkloozen minder zijn in Europa.
Een tweede factor is dan in de oorlogsjaren
en daarna in verschillende deelen der aarde
en industrieele ontwikkeling is tot stand ge-
komen die onzen afzet naar elders vermin-
derd heeft.
Spr. wees op den overmatigen sehuldenlast,
die op de verschillende landen drukt, ook op
ons land. De publieke schuld van den staat is
al driemaal zoo hoog als voor den oorlog; die
moet door het volk worden gedragen.
Als Engeland geen schuld meer maakte,
doch deze afloste als in de laatste jaren, zou
het daarvoor 400 jaren noiodig hebbeh. Wij
trachten het nog in 40 jaren te doen. Hierop
mag wel eens meer de aandacht vallen.
De belemmeringen in het intematio-
nale goederenverkeer.
Deze bijkomende factoren vormen echter
niet de kern van de moeilijkheden, waarvoor
we thans staan. Deze zitten in de buitenge-
wone stremming van het intemationale goede
renverkeer, vooral voor Nederland, omdat er
weinig landen zijn die hun volkshuishouding
zoo hadden ingesteld op uitvoer en invoer, die
onafscheidelijk aan elkaar verbonden zijn daar
goederen met goederen betaald moeten wor
den. Dit had tengevolge den bijzionderen bloei
van onzen handel en van onze havensteden;
dit intemationale verkeer is de hoofdvoor-
waarde voor het herstel, dat naar het oordeel
van de regeering door niets is te vervangen.
De gevolgen van deze afsnoering van het in
temationale goederenverkeer zijn voor ons
verarming en werkloosheid. Dit alles is geen
wijsheid achteraf. Van 1927 af heeft spr. voor
het intemationaal forum gewaarschuwd voor
de gevolgen voor alle landen.
Geplaatst tegenover dit probleem heeft de
regeering en had iedere andere regeering moe
ten, grijpen naar maatregelen om van het in
temationale ruilverkeer te behouden wat mo
gelijk was. Het kabinet-Ruys de Beeren-
brouck is daar al mee begonnen. Minister Ver-
schuur heeft dit werk onder het tegenwoordi-
ge kabinet voortgezet. Het geschiedde in nog
versterkte mate sedert het optreden van mi
nister Steenberghe.
Geheel zionder resultaat is deze arbeid niet
geweest. Werd de teruggang niet geheel ge-
stuit, hij werd toch verminderd. Deze arbeid
heeft aan minister Steenberghe ongelooflijk
veel inspanning gekost. Dat kan alleen beoor-
deelen hij, die als spr. van dag tot dag dit
heeft meegemaakt.
De werkloosheid.
Daarbij kwam het vraagstuk van de werk
loosheid.
De vraag of er belangrijk meer had kunnen
worden gedaan dan geschied is, kan niet be-
antwoord worden los van de vraag wat elders
gebeurt en wat bereikt werd. In Engeland,
dat zich in dit opzicht het beste leent voor
vergelij-king, blijkt de werkloosheid in verhou-
ding tot de totale bevolking even groot te zijn
als bij ons.
Devaluatie
Toch kan de vraag rijzen: kan er niet meer
worden gedaan om den nijpenden nood te le-
nigen? De vraag moet gestel-d worden, waar-
om, als devaluatie een zoo zegenrijk middel is,
de landen, zooals Engeland en Belgie, die er
toe over gingen, er tot het uiterste tegen ge-
vochten hebben. Maar bovendien, waar heeft
de gedevalueerde munt anders dan zeer tijde-
ljjk geleid tot vermindering van de werkloos
heid? Amerika heeft zijn dollar sterk be-
snoeid, de werkloosheid is er nog in verhou-
ding tweemaal zoo groot; in Engeland is zij
nog even groot als in Nederland. Er moeten
dus factoren zijn die het vraagstuk in sterker
mate beheerschen.
een der geheimzinnige verhalen van
AGATHA CHRISTIE.
(Nadruk verboden.)
32) (Vervolg.)
„Zoo", zei Battle, „ik heb de kamer maar
vastgemaakt en buiten staat er een mannetje
op wacht. En ik zal de deur sluiten en den
sleutel meenemen. In den loop van den mor-
gen zullen we doen, wat de Fransdhen de
misdaad reconstrueeren noemenJa, lady
Eileen, wat is er?"
,,Hoofdinspecteur Battle ik moet u spreken
aanstonds".
„Wel zeker. Ik
George Lomax verscheen plotseling met dr
Cartwright aan zijn zijde.
„0 ben je daar Battle. Het zal je verheu-
gen te hooren, dat het niets ernstigs is met
O'Rouke".
,,Ik heb nooi* gedactot dat het met O'Rouke
heel erg zou zijn", zei Battle.
„Men heeft een sterk slaapmiddel toege
diend", zei de dokter. ,.Hij zal 's morgens
heelemaal gezond wakker worden. Misschien
een beetje hoofdpijn, misschien ook niet. Wel
jonge man laat uw kogelwond eens zien".
,,Vooruit, zuster", zei Jimmy tot Loraine
„Kom mijn hand vasthouden. Wees getuige
van de smart van een sterk man. Je weet
hoe het moet".
Jimmy, Loraine en de dokter gingen samen
weg. Bundle bleef smartelijke blikken wer-
pen in de richtinig van hoofdinspecteur Battle
die door George werd aangeklampt. De hoofd
inspecteur wachtte geduldig tot er een opont
houd kwam in George's spraakzaamheid. Toen
maakle hij er vlug gebruik van.
„Ik wilde u vragen mijnheer of ik sir Stan
ley even alleen zou kunnen spreken. In de
kleine studeerkamer ginds.
Industrialisatie.
Industrialisatie is de tweede gedachte die
geuit wordt, wanneer wij naar middelen zoe-
ken om de werkloosheid te bestrijden. Onge-
twijfeld verdient dit middel de voile aandacht,
maar ook op dit terrein: wil den dag niet
prijzen voor het avond is. Toegegeven moet
worden dat hier binnen zekere grenzen iets ge
daan kan, worden. Doch in dezen kring wil
spreker toch een waarschuwend woord laten
hooren. Men moet zich niet voorstellen dat de
staat industrieen moet gaan stichten en leiden.
Wjel kan hij het particulier initiatief steunen
en de helpende hand reiken ten einde het over
het doode punt te leiden. Begonnen indus
trieele ontwikkeling kan inderdaad rekenen
op de hulp van de regeering, ook andere mid
delen tegen de werkloosheid. Toen het werk-
fonds werd ingesteld heeft de industrieele
commissie, die daarover staat, beslist, dat van
de 60 millioen slechts 5 door rijkswerken zou
den mogen worden bestemd, omdat men bang
was dat er anders geen geld zou blijven tot
steun van de Industrie.
Doch daar van industrieele zijde geen voor
stellen kwamen werd alles bij elkaar, 45 mil
lioen, voor andere doeleinden beslchikbaar ge
steld'. Tot heden zijn er namelijk geen indus
trieele voorstellen ingediend. Dat is meteen
het antwoord op de vraag geven waafom prof.
Gelissen uit Limburg naar Dei H&ag werd
geroepen. Men verwachte niet, sd&t. ons land
nog voor 1 Januari met fabrieksschpprsteenen
overdekt zal worden, maar als men den weg
van de industrialisatie op wil, dag moot men
den man hebben met ideeen enMet enthou-
siasme voor deze taak. fr
Men houdt daarbij in Limburg een groote
kracht in den commissaris der Koningin, die
jarenlang in tal van functies met prof. Gelis
sen heeft samengewerkt en de zaken in de-
zelfde richting zal blijven stuwen. Spr. hoopt
dat de Limburgsche energie zich in dozen
verder zal blijven doen gelden. Spjr. deelde mee
dat het de Koningin heeft behaagd den com
missaris der Koningin in Limburg te benoe-
men tot groot-officier in de orde van Oranje-
Nassau. (Luid applaus.)
BEZUINIGINGSONTW^KP.
„Zeker", zei George, zeker. Ik zal hem
dadelijk gaan halen".
Hij ging haastig weer naar boven. Battle
trok Bundle vlug in het salon en sloot de
deur.
,,Nu lady Eileen. Wat is er?"
,,Dat zal ik u zoo snel mogelijk vertellen...
het is tameiyk lang en ingewikkeld".
Zoo beknopt mogelijk vertelde Bundle haar
introductie in de Zeven Wijzerplaten Club en
haar daaropvolgende avonturen in die ge
legenheid. Toen ze uitverteld was haalde
hoofdinspecteur Battle diep adem. Voor een
keertje zag hij af van zijn onveranderlijke ge-
laatsuitdrukking.
„Merkwaardig", zei hij, ,,merkwaardig. Ik
zou niet gedacht hebben, dat het mogelijk
was zelfs niet, dat het u mogelijk was. Dat
had ik beter behooren te weten."
,,Maar u gaf me een wenk, hoofdinspecteur
Battle. U zei dat ik het Bill Eversleigh moest
vragen."
,,Het is gevaardijk, menschen zooals u, een
wenk te geven, lady Eileen. Ik had nooit ge
dacht dat u zoover zoudt gaan, als het geval
blijkt te zy'n."
„0 dat is in orde, hoofdinspecteur Battle.
U draagt geen schuld aan mijn dood."
„Nog niet, dat is waar", zei Battle grimmig.
Hij stond daar of hij een en ander overwoog,
of hij in gedachten verdiept was.
,,Wat mgnheer Thesiger eigenlijk dacht, dat
hij u zoo'n gevaar liet loopen, kan ik niet be-
grijpen", zei hij kort daarop.
,,Hij wist het pas naderhand", zei Bundle.
„Ik ben niet heelemaal zoo'n uilskuiken, hoofd
inspecteur Battle en in ieder geval heeft hy
zijn handen vol met voor juffrouw Wade te
zorgen."
,,Zoo, zoo", zei de hoofdinspecteur. ,,0!"
Hij knipoogde even.
,,Ik zal mijnheer Eversleigh moeten aan-
wijzen, om voor u te zorgen, lady Eileen."
„Bill", zei Bundle minachtend. „Maar
hoofdinspecteur Battle, u hebt mijn verhaal
nog niet uitgehoord. De vrouw die ik daar
De onderwijsparagraaf
afzonderlijk wetsontiwerp
\Wrd4 in een
belichaajnd.
De Tijd meldt:
Naar wij uit goede bron vememen, zal de
schriftelijke behandeling van het bezuinigings-
ontwerp in de Tweede Kamer nog worden
voortgezet. De commissie van rapporteurs
heeft zich reeds met eenige vragen om nadere
inlichtingen tot de regeering gewend, die hier
op met grooten spoed zal antwoorden. De
resultaten van dit gemeenschappelijk overleg
zullen vermoedeiyk nog deze week worden ge-
publiceerd.
In parlementaire kringen wordt het niet on-
waarschijnlijk geacht, dat de onderwijspara-
graaf in haar geheel uit het wetsontwerp zal
worden gelicht en een nieuw ontwerp zal wor
den ingediend. Wanneer dit inderdaad ge-
schiedt, bestaat de mogelijkheid, dat reeds de
volgende week de behandeling een aanvang
neemt.
Naar aanleiding van wat hier door De Tijd
over de onderwijsparagraaf wordt- gemeld,
kan de N. R. Crt. mededeelen, dat de regee
ring zich bereid heeft verklaard aan het des-
betreffend verzoek van de commissie van voor-
bereiding gevolg te geven, aangezien zulks
niet tot vertraging van de bezuiniging zal
leiden.
Vanzelfsprekend wordt het lot van het Be-
zuinigingsontwerp hiermede los gemaakt van
het oordeel der Kamer over de onderwijsvoor-
stellen.
HET VERSTERKTE HILVERSUM.
Naar gemeld wordt, is bij de N.S.F. een
zeer groot aantal rapporten ontvangen over
de jongste proefuitzending van den versterk-
ten Hilversumschen zender, die met 120 K.W.
energie op 301 M. golflengte gewerkt heeft.
Deze rapporten komen niet alleen uit
Nederland, maar praktisch uit geheel Europa,
tot zelfs uit Rusland toe.
'Zij maken zonder uitzondering melding van
een zeer krachtige ontvangst en een uitste-
kende geluidskwalitedt. Wat de rapporten in
ons land betreft, meldde men uit alle provin-
cies: „Keiharde ontvangst".
zag Anna No. 1. Ja, No. 1 is gravin
Radzky."
En vlug begon ze het herkennen van het
moedervlekje te vertellen.
Tot haar verwondering sohraapte de hoofd
inspecteur zijn keel.
,,Een moedervlekje bewijst nog niet veel.
aldy Eileen. Twee vrouwen --zouden ..gemak-
kelijk eenzelfde moedervlekje kunnen hebben.
U moet bedenken dat gravin Radzky in Hon-
garije een zeer bekende figuur is
,,Dan is ze de echte gravin Radzky niet. Ik
verzeker u dat het dezelfde vrouw is, die ik
daar zag. En kyk vannacht eens... hoe we
haar vonden. Ik geloof nooit dat ze flauw ge-
vallen is."
,,0, dat zou ik niet zeggen, lady Eileen. Die
leege huls, die de boekenkast naast haar raak-
te had elke vrouw zich half gek doen schrik-
ken".
irMaar wat deed ze daar dan todh. Je gaat
geen boek zoeken met een electrische zak-
lantaam."
Battle krabde zich over de wang. Hij soheen
liever niet te spreken. Hij begon de kamer op
en neer te loopen, alsof hij een -besluit wilde
nemen. Ten laatste wenade by zich tot het
meisje.
,,Hoor eens lady Eileen. Ik zal u vertrou-
wen. Het gedrag van de gravin is verdacht.
Ik weet dat evengoed ais u. Hfet is heel ver-
daoht... maar we moeten voorzichtiig zyn. Er
moeten geen onaangenaamheden uit voort-
komen met de gezantschappen. Men moet
zeker zijn."
,,Ik begrijp u. Als u er zeker van was..
,,Dat is wat anders. Gedurende den oorlog
lady Eileen, maakte men er veel drukte over
dat men Duitsche spionnen op vrye voeten
liet. Bemoeizieke menschen schreven ingezon-
den stukken erover. We letten er niet op. We
trokken ons niets van het schelden aan. Men
liet de kleine vischjes/met rust. W-aarom?
Omdat we door hen vroeg of laat de groote
vischden hoofdman te pakken .zouden
krijgen."
Ook in Limburg hebben de bezitters van
toestellen met sluiercompensatie geen hinder
ondervonden van het verschijnsel dat bij deze
golflengte nu eenmaal onvermijdelijk is.
iBij de veldsterkte-metingen te Eindhoven
bleek, dat deze des avonds 2.3 maal zoo groot
is als van den huidigen zender, hetgeen over-
eenkomt met 5.3 maal het vermogen dat an
ders door den zender uitgestraald wordt.
NATIONAAL MIDDENSTANDSCONGRES
TE APELDOORN.
Mr. P. J. Oud, Minister van Financien,
heeft Woensdag een gedeelte van het congres
bygewoond. Hy nam daartoe aan de bestuurs-
tafel plaats.
De heer Schurmann, voorzitter, richtte tot -
den minister een woord van hartelijk welkom.
Hy zeide, dat het hem ten zeerste verheugde,
dat de minister thans persoonlijk zou kunnen j
ervaren, hoe het in den middenstand toegaat
en zijn conclusies zou kunnen trekken, om-
trent hetgeen in den middenstand weegt,
gnoeit en ontbreekt.
Onder applaus werd besloten tot verzending
van het volgende telegram aan de Koningin:
„De Koninkiyke Nederlandsche Midden- j
standsbond, in congres bijeen in Uwer Majes- j
teits zomerresidentie, veroorlooft zich de vrij-
heid, Uwe Majesteit bij hemieuwing oprechte
hulde zijner leden aan te bieden, daarby den
wensch uitsprekende, dat het Uwe Majesteit
gegeven moge zyn, in dezen steeds zwaarder
wordende tijdsomstandigheden haar land en
volk voor een economische inzinking te behoe-
den, mede in het belang van den handeldrij-
venden en industrieelen middenstand".
Rede van Minister Oud.
Minister Oud, vervolgens het woord ver-
krijgende, zeide, het zeer op prys te stellen
een gedeelte van dit congres te kunnen by-
wonen. Zijn aanwezigheid moet vooral gezien
worden als een blijk van belangstelling van de
Nederlandsche Regeering in de nooden van
den Nederlandschen middenstand. Zijn aan
wezigheid kan mede ook verklaard worden
uit het feit, dat de minister van financien wel
eens relaties met den middenstand heeft, soms
van minder aangenamen aard, zooals die van
belastingheffer. Spreker doet dit echter niet
voor zijn pleizier, hp beseft ten voile het nood-
lottige samengaan van de dalende koopkracht
en de vermeerdering der lasten.
Het aanpassen aan gewijzigde omstandig-
heden 1-eeft ook in, den boezem der Neder
landsche Regeering; voor zoover zy daar iets
aan doen kan, zal zij haar uiterste krachten
inspannen. Dat is echter een allerminst ge-
makkeiyke taak. De overheid staat voor het
probleem van het bewaren van het juiste in-
zicht tusschen de belangen van de verschil
lende bedrpfsgroepen, die in ons economisch
lev-en werkzaam zijn. Laten wij Nederlanders
beseffen, dat, als een bepaalde groep meer
irechtstreeks gesteund kan worden dan een
andere, ook die steun mede kan bijdragen tot
verbetering der positie van andere groepen.
Alle verschillende groepen hangen onderling
in ons volk tezamen.
iHet van Regeeringswege rechtstreeks ne
men van maatregelen voor den middenstand
is niet gemakkelijk, dat brengt de aard van
het bedrijf mede. Er zijn schakeeringen van
allerlei aard. Dit beteekent echter allerminst,
dat de Regeering onverschillig staat tegen
over deal middenstand en niet bereid zou zijn
tot steun, waar dit mogelijk is. Al is de
taak van de overheid met betrekking tot den
middenstand beperkt, toch zal zij ook het hare
doen. Men heeft dit reeds gezien in de voor
stellen, aanhangig gemaakt bij de Staten-
Generaal, en de voorstellen, die nog in on-
derzoek zijn.
De nauwste relatie van spreker met den
middenstand is, behalve die van belasting
heffer, de taak te hebben, zijn aandacht te
moeten wijden aan het vraagstuk van het mid-
denstands-credietwezen, een vraagstuk, datee-
rend uit den tijd vodr deze crisis. Het is ge-
boren in de periode van de eerste maanden
van den wereldoorlog. Uit deze materie is
gegroeid een moreele en financieele band tus
schen den Staat en de organen op het stuk
van het middenstandscredietwezen. Het stre-
ven was er toen op gericht, dat wij zouden
krijgen een middenstands-crediet op gezonde
basis, waarbij op den voorgrond stond en op
den voorgrond zal moeten blijven staan, dat
„U bedoelt?"
„Trek u er niets van aan, lady Eileen wat
ik bedoel. Maar onthoud dit: ik weet alles
van de gravin. En ik wil haar met rust laten."
„En nu", voegde Battle er triestig aan toe,
„moet ik iets bedenken, wat ik aan sir Stan
ley Digby kan zeggen."
DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Hoofdinspecteur Battle heeft dienst.
Het was tien uur op den morgen daarna.
De zon stroomde door de glazen deuren van
de bibliotheek, waar hoofdinspecteur Battle
sinds zes uur aan het werk was geweest. Op
zijn verzoek hadden zich George Lomax, sir
Oswald Coote en Jimmy Thesiger juist bij
hem gevoegd, na de vermoeienissen van den
nacht door een stevig ontbijt eenigszins te
hebben geneutraliseerd.
Jimmy droeg zijn arm in een doek, maar
verder had hij geen sporen van de kloppartij
van den nacht.
De hoofdinspecteur keek hen alle drie wel-
wi-llend aan, ongeveer op de manier van een
vrienaelijke conservator, die kleine jongens
rondleidt in een museum. Op de tafel naast
hem lagen verschillende gelabelde voorwer-
pen. Daaronder herkende Jimmy Leopold.
„0 hoofdinspecteur", zei George. ,,Ik ben
benieuwd of u ook voortgang gemaakt hebt.
Hebt u den man te pakken gekregen?"
„Dat zal me nogal veel tijd kosten", zei de
hoofdinspecteur op luchtigen toon.
Zijn falen in dat opzicht soh-een hem niet
veel spijt te berokkenen.
George Lomax hoorde dat niet met bizon-
dere vreugde. Hy had een h-ekel aan alle luch-
tigheid.
,,Ik heb hier alles netjes bij elkaar", ver-
volgde de detective.
Hij nam twee voorwerpen van de tafel.
,,Hier hebben we de twee kogels no. 455
geschoten uit mijnheer Thesigerts automa-
tische Oolt-revolver. Die heeft langs het raam-
kozijn geschaafd en ik vond hem in den stam
van -dien cederboom. Dit kleine dingetje werd
ook het middenstands-credietwezen geves-sUg*
zal moeten biyven op een gezonde .wede-
basis. Als dit niet zoo zou zijn en de pfeSsME-
tropie ging meespreken, zou een groot kwaaal
aangericht worden, aan het middenstansisfce-
dirijf als geheel. Middenstandsbedrijveri, -die
geen reden van bestaan hebben, zijn een -ae-
dreiging voor andere. Dat probleem t&est
ook in het oog te worden gevat als het goatt
over het eredietwezen.
In de Kamer heeft spreker destyds de zxak
van het crisis-middenstandscreddet met %ae-
wijding en liefde verdedigd en toen den
druk laten vallen op de noodzakelijkhenJ
levensvatbare bedrpven in stand te houdasz
niet het leven te rekken van bedrijven die
levensvatbaarheid hebben. De overheid- leant
in samenwerking met het georganiseerde. S»e-
drijfsleven op -het terrein van den rntdden-
stand veel goods bereiken. Doch tenatsCte
moet het echter komen uit de kiracht van dear.
Nederlandschen middenstand zelf.
Uit dat oogpunt heeft het spreker good .ge
daan, te kunnen kennis nemen van de prrass-
adviezen, op dit congres uitgebraeht. 35§
hebben op hem een voortreffelijken in&ntlt:
gemaakt.
Een nieuwe tyd eischt nieuwe middefeac,
zeide de minister. Als men dat inziet, vreest
hy niet voor de toekomst van den midden
stand. Er zal altpd plaats blijven voor
middenstand, die met zijn tyd meegaat en die
zal kunnen zijn een ruggegraat voor het
nomische leven van Nederland.
Spreker uitte de beste wenschen voor
welslagen der beraadslagingen.
De rede van den minister werd met
langdurig applaus beloond, waama het
gres spontaan het eerste couplet van het wrf-
helmus zong.
Na een dankwoord tot den minister van -deas
bondsvoorzitter vingen de beraadslagingen
over de prae-adviezen aan.
VERRAAD VAN MILITAIRE GEHETBtESL
Het volksgerechtshof te Berlijn heeft op 29
November 1934 den 63jarigen Bruno Lindenatt
uit Perleberg, wegens het verraden van' rrnS-
taire geheimen en op 1 Februari 1935 den 28-
jarigen Bresz uit Wilhelmshafen wegens, iset
nasporen van militaire geheimen ter ikxam
veroordeeld.
De twee zyn Woensdagochtend te BcrHjfB
terechtgesteld.
OBij vonnis van het volksgerechtshof vans 2S
Juni is de 49jarige Wilhelm Battesch uit Ofc-
minke, wegens het verraad van militairfc gs-
heimen en poging tot oorkondenvervalschang
om landverraad te plegen, tot levensfranger
tuchthuisstraf veroordeeld.
HET GESCHIL TUSSCHEN I I ALU
EN ABESSINIe.
Het A. N. P. meldt uit Alexandrie, dat oe
Italiaansche gezant, graaf Paduiano aamx
Rome is teruggeroepen. Waarschijnlijk zat efe
vroegere chef van het kabinet van Gi mnli»
Peregrinoehigd, die thans gezant te Tanger" ia.
als zoodanig te Alexandrie worden toeroepraL.
Het gerucht gaat, dat deze verandeang-
verhand houdt met het I tal iaansch-Abessgn—
sche conflict.
Naar aanleiding van het conflict met Ahcs-
sinie zijn tot nu toe in de Oost-Afrikaaj-rsaoDfff.
kolonien 60 vliegvelden en 50 radiostationa in
orde gemaakt. Het wegennet heeft thans een.
lengte van 10.000 K.M.
ZOEKT DUITSCHLAND GELD TE
LONDEN
Het A.N.P. meldt uit Parijs:
De Londensche correspondent van de CTn-
formation meldt, dat Duitschland in finan
cieele kringen te Londen nieuwe en kraekrtSgjt
pogingen in het werk stelt om credietera -srjs
te nemen. Deze pogingen zijn zeer koei •anst-
vangen, maar zekere Britsche industnoefien
zouden zich toch accoord kunnen verkEanwa
met een credietverleening op langen r.erazgn
in den vorm van een grondstofcrediet. -flat
Duitschland in staat zou stellen zijn bewrape-
ning op te bouwen.
De openbare meening in Engeland sstaat
gevuurd uit den Mauser 25. Na door mijiafieer
Thesiger's arm gegaan te zy'n vloog hot m
dozen armstoel. Wat het pistool zelf be
treft..."
„En", vroeg sir Oswald nieuwsgierig, ..zjje
er ook vingerafdrukken
Battle sohudde het hoofd.
,,De man die het handteerde, -droeg ha.no-
sdhoenen."
„Jammer", zei sir Oswald.
„Een man. die zijn zaken kent, draagt aa-
tuurlijk handsohoenen. Is het juist air- Os
wald als ik verond-erstel, dat u dit piston?
vondt op ongeveer twintig meter afstand vans
de onderste trede van het terras?"*
-Sir Oswald stapte naar de deur..
„Ja, bijna precies, zou ik zeggen."
„Ik wil geen aanm-erkingen maken, maar si
zoudt wijzer gedaan hebben, als u het hrariK
laten liggen, waar u het vondt."
,,Het spijt me", zei sir Oswald styf.
„0, het geeft niets, ik heb die zaak kuna«n
reconstrueeren. Er waren vier voetafdrukfcezt
weet u, die van acht-er uit den tuin kwamsn
en er was een plek waar u klaarblijkelij-k stIS
hebt gestaan en u klaarblijikelijk gebukt heeft
en een indruk in het gras, die veel te dendfflen
geeft. Tusschen twee haakjes, wat was ncw-e
theorie over de aanwezigheid van het pi stool
op die plaats?"
„Ik v-eronderstel, dat de man het daar in
zijn vlucht heeft laten vallen."
Battle schudde het hoofd.
,,Niet laten vallen, iSir Oswald. Daar zijn
twee dingen tegen. Om te beginnen is sr.
maar een stel voetafdrukken, dat juist op die
plaats over het -grasveld gaat... de uwe."
„Zoo" zei sir Oswald nadenkend.
,,Kun je daar zeker van zijn Battle", brae fit
George in het midden.
„Heel zeker, mijnheer. Er is een ander ste?
voetafdrukken, dat over het grasveld goaf-
die van juffrouw Wade, maar die zijn vesJ
meer naar links."
Hij zweeg voor hij verder ging.
(Wordt vervolgd.
h