Ter Neuzensche Couran
Tweede Blad
Binnenland
rk
Woensdag 19 Juni 193§ No. 9312
PROVINCIALE STATEN VAN
ZEELAND.
GEMEENTERAAD VAN
ZAAMSLAG.
VAN
TEGEN HET BEZUINIlGINGS-
ONTWERP.
Zaterdag zijn in 16 plaatsen van ons land
gewestelijke vergaderingen gehouden van het
personeel in de overheidsdienstn.l. te Alk-
maar, Amsterdam, Arnhem, Assen, Deventer,
Dordrecht, Eindhoven, Enschede, Den Haag,
Groningen, Haarlem, Leeuwarden, Maastricht,
Utrecht, Vlissingen, Zwolle.
In deze bijeenkomsten werd een motie aan-
genomen, waarin wordt geconstateerd, dat
het rijk en de lagere overheden reeds vele
tientallen millioenen op de personeelsuitgaven
hebben bezuinigd en dat het wetsontwerp ter
verlaging van de apenbare uitgaven diep-
ingrijpende verslechteringen voor het over-
heidspersoneel inhoudt;
dat een aanpassingspolitiek, zooals deze is
belichaamd in genoemd wetsontwerp niet
heeft geleid tot duurzame leniging van de
crisisnood.
Men sprak zieh daarom uit:
tegen nieuwe salarisverlaging voor he-t
rijkspersoneel en de onderwijzers, waardoor
voor steeds meer groepen het loon beneden
het bestaansminimum zou dalen;
tegen verslechtering van pensioenaan-
spraken;
tegen vermindering van reeds toegekende
pensioenen;
tegen invoering van het instituut kweekeling
met akte;
tegen wijziging van de leerlingschalen,
voor de kleine seholen voor g.l.o. en de
u.l.o.-scholen;
tegen omzetting van de lagere dagnijver-
heidsseholen, waarvan de oursus laniger dan
twee jaar duurt, in seholen met tweejarigen
cursus;
tegen invoering van het capitulantenstelsel
tegen inkrimping of opheffing van maat-
schappelijk onmisbare diensten en verdere
maatregelen, welke de strekkmg hebben de
heerschende werkloosheid nog te vergrooten;
tegen overige onredelijke verslechteringen
in de positie van het overheidspersoneel.
DE AFFAIRE-VAN 'X SANT.
Van welingelichte zijde vemeemt de „Msb.",
dat het geructot als zou de minister van
justitie de hand hebben gehad in de samen-
steiling van de arbitrage-commissie over de
zaak-Van 't Sant (den oud-hoofdoommissaris
van politie van Den Haag J die o.a. wordt be-
schuldigd van oplichting en met name den
Voorzitter van de Tweede Kamer zou hebben
bewogen in deze oommissie zitting te nemen,
volkomen uit de lucht is gegrepen.
De uitspraak van de arbitrage-commissie
zou binnen eenige dagen te wachten zijn.
Naast en onafhamkelijk van het onderzoek
van deze commissie stelt de minister van
justitie een onderzoek in, om zich een zelf-
Standig oordeel over deze aangelegenheid te
vormen. Het is zonder meer duidelijk, dat
deze, zoo daarvoor inderdaad termen aanwe-
zig zouden blijken te zijn, bevel zou geven het
justitioneele apparaat in werking te stellen.
Wegen verbeteren en overnemen.
Onder de voorstellen, die in de zomerver-
gadering van de Provinciale Staten van
Zeeland aan de orde komen zijn er verschil-
lende die betrekking hebben op overneming
van wegen of en verbetering.
O.m. stellen Ged. Staten voor over te gaan
tot verharding van het wegvak HulstAbs-
daleKijkuit met asfaltbeton, overeenkom-
stig door den Minister van Waterstaat te
stellen voorwaarden en goed te keuren bestek-
ken, mits door het Rijk een subsidie beschik-
baar wordt gesteld tot een bedrag gelijk aan
het bedrag van de kosten der verbetering, tot
een maximum van 115.000, en het tbetrokken
wegvak, wanneer de uitvoering van de ver
betering is opgeleverd bij de Provincie in be-
heer en onderhoud over te nemen van de
ondenhoudsplichtigen, onder voorwaarde, dat
de aanwezige beplanting en het plantrecht en
de bermen kosteloos aan de Provincie worden
afgestaan; de polder Beoosten en Bewesten
Blij, en de waterschappen Absdale-, Riet- en
Wulfsdijk en Ferdinandus aan de provincie
betalen onderscheidenlijk 1200, /7000 en
4800, in eens en deze huidige onderhouds-
plichtigen elk uit zijn eigen wegvak de voor
bestrating nog bruikbare keien behouden,
voor zooveel deze aan elk wegvak niet noodig
zijn voor aansluiting van zijwegen en uit-
wegen.
De Minister van Waterstaat is van oordeel,
dat meer dan aan een kanaal van Axel naar
Hulst behoefte bestaat aan een behoorlijke
wegsverbetering van Hulst naar Sluis.
Provinciale rekening 1933.
Ged. Staten stellen aan de Provinciale
Staten voor de rekening der Provincie over
1933 vast te stellen op 9.430.251,56 in ont-
vang en 9.550.903,82 in uitgaaf, alzoo een
kwaad slot van 120.652,23. De gewone
dienst leverde een batig slot op van
f 209.516,20, de buitengewone dienst een na-
deelig slot van 330.168,43.
Copversie van geldleeningen.
In het najaar van 1934 hebben Ged. Staten
onderhandelinigen geopend met verschillende
geldgevers, waarmede op onderhandsche
schuldbekentenis geldleeningen zijn gesloten
tegen een rente van meer dan 4 pet., omtrent
verlaging van den rentestand. Deze onderhan-
delingen hebben tot resultaat gehad, dat voor
de restanten van verschillende leeningen de
rentestand is verlaagd.
Na deze renteverlaging dragen enkele geld
leeningen nog een rente van meer dan 4 pet.
In het voorjaar 1935 gaf de dalende rente-
stand aanleiding tot de overweging van de
mogelijkheid op de open markt een geldleening
te sluiten tegen een rente van 3% Van het
gunstige moment hebben Ged. Staten ge-
meend gebruik te moeten maken voor de con-
versie van de obligatieleeningen 1930, oor-
spronkelijk groot f 3.000.000. Het restant van
deze leening ad 2.700.000 is afgelost. Een
nieuwe obligatieleening is gesloten tot een
bedrag van 2.625.000 2.700.000 minus de
gewone aflossing van 1935). De uitgifte van
de nieuwe leening is volkomen geslaagd; het
was de eenigste geldleening tegen dit rente-
eype, waarvan zulks kan worden gezegd.
Keorganisatie Waterstaatsdienst.
Krachtens art. 1 van het besluit van 1922
tot regeling van den Provincial en Water
staatsdienst, is deze opge dragen aan: een
hoofdlngenieur, chef van het corps, ten hoog-
ste drie ingenieurs en ten hoogste zeven op-
zichters of teehnische ambtenaren.
De vele werkzaamheden waarmede de Pro
vinciale Waterstaatsdienst is belast en de
belangrijke opdrachten, welke aan dien dienst
moeten worden gegeven, doen het Ged. Staten
noodzakelijk voorkomen, dat de mogelijkheid
wordt geopend tot het aanstellen van een
internej. in aigeme.nen oLinst. De gang-
van zaken in de laatste jaren Ged. Staten
denken aan de werkzaamheden ter zake van j
het inrichten van de inlaag te Hoedekens-
kerke tot een aanlegplaats voor den Provin-
cialen stoombootdienst, aan de plannen tot
overbrugging van het Zijpe en van de Zand-
kreek, aan de onaerzoekingen naar de meest
aangewezen samenvoegingen van polders enz.
heeft deze noodzakelijkheid voldoende aan-
getoond.
Ged. Staten stellen dan ook voor na „mge-
nieurs" te lezen „een ingenieur in algemeenen
dienst".
Art. 8 bepaalt, dat op de bureelen van den
hoofdingenieur en van de ingenieurs zooveel
ibureelambtenaren le en 2e klasse werkzaam
zijn als naar het oordeel van Ged. Staten voor
de behoorlijke uitoefening van den dienst zal
noodig blijken. Het komt Ged. Staten wen-
schelijk voor, de mogelijkheid te openen, dat
ook schrijvers kunnen worden aangestsld, om
het meer eenvoudige werk te verrichten. De
hoofdingenieur is van meening, dat op zijn
bureau zonder bezwaar twee van de vijf daar
werkzaam zijnde ambtenaren, schrijvers zou
den kunnen zijn. Daardoor zou metteitijd
eene niet onbelangrijke bezuiniging kunnen
verkregen worden, aangezien de schrijvers uit
den aard der zaak eene lagere bezoldiging
zullen genieten dan de bureelambtenaren.
Aanvaarding legaat.
De heer P. J. J. Jonas van 's Heer-Arends-
kerke, overleden te Amsterdam, legateerde
aan de Provincie Zeeland vrij van alle rechten
en kosten: „De Ambachtsheerlijkheid 's Heer-
Arendskerke, daaronder begrepen de grond
eigendom van meerdere in de kadastrale ge-
meente 's Heer Arendskerke, gelegen in erf-
pacht uitgegeven perceelen, den vollen eigen-
dom van meerdere in dezelfde gemeente ge-
le°-en perceelen, het recht van ste'muitbren-
ging bij het beroepen van den Hervonmden
Predikant te 'a Heer Arendskerke en in het
algemeen de uitoefening van alle daartoe
behoorende of daaraan verbonden rechten.
Uit een overgelegde afrekening van den
rentmeester der heerlijkheid over 1934 blijkt,
dat de gronden na aftrek van de daarop val-
lende lasten, netto hebben opgebracht een
som van 11,12. Het vischrecht, voor zoover
dit dan nog bestaat, beizit blijkbaar geen op
geld waardeerbare waarde. Wat het recht
van stemuitbrenging bij het beroepen van den
Hervormden predikant te 's Heer Arends
kerke aangaat, ten aanzien van de vraag, of
dit recht thans inderaaad nog bestaat, kan ge-
reedelijk twijfel rijzen.
Evenwel schijnt het niet noodig op deze
min of meer netelige, vraag van kerkrechtei-
lijken aard in te gaan, indien de Staten, met
Ged. van oordeel zijn, dat, ook al zou het hier
bedoelde recht ook thans nog bestaan, het
toch niet op den weg eener Provincie ligt, dit
recht uit te oefenen of te doen uitoefenen.
Ged. Staten zouden dan ook gemachtigd
willen worden met den Kerkeraad dei H. H.
gemeente, dan wel met dat orgaan dier ge
meente, hetwelk daardoor overeenkomstig het
geldende kerkelijke recht is aangewezen, een
overeenkoimst aan te gaan, waarbij de Pro
vincie afstand doet van het recht van stem
uitbrenging. Overigens zien Ged. Staten geen
bezwaar in het aanvaarden van het legaat,
ook al zullen de baten niet van beteekenis
zijn, doch dit is, naar Ged. Staten meenen te
mogen veronderstell-en, ook niet de bedoeling
van den erflater geweest. Veeleer meenen
zij in des erflaters daad een streven te mogen
zien om maaLschappelijke verhoudingen, die
terugwijzen naar een tijd, to°n publiekrech-
telijke bevoegctheden niet enkc. berusten in
handen van de organen van de Overheid, doch
ook toekwamen aan en werden uitgeoefem.1
door particulieren, dooh die, nadat hier te
lande de eenheidsstaat werd geconstitueerd,
geieidelijk aan hare daadwerkelijke beteekenu
hebben verloren, zoowel feitelijk als rechtens
te niet te doen gaan.
Steigerreglenienten en steiger-
rechten.
Het regelement op het gebruik van de stei-
gers in Zeeland zoowel als de verordeningen
op de heffing voor het gebruik dier steigers,
voldoen niet meer aan de eischen van den
tegenwoordigen tijd. Zoo zijn de aanlegplaa -
sen te Zierikzee en te Hoedekenskerke drij-
vende geworden; terwijl de voorschriften der-
gelijke aanlegplaatsen niet kennen. Het is nu
de bedoeling van de voorgestelde wijzigingen
overal geiijkelijk geldende voorschriften te
brengen. Tevens willen Ged. Staten van de
gelegenheid gebruik maken, de positie der
Provinciale en semi-Provinciale vaartuigen
tegenover andere, eveneens van de aanleg
plaatsen gebruik makende vaartuigen, scher-
per en meer overeenkomstig de behoeften van
den Prov. dienst te defineeren.
Ten slotte moge er nog op gewezen worden
dat de voorschriften niet gelden voor de aan
legplaatsen, die het Rijk te Vlissingen, Tei
Neuzen, Veere en Breskens heeft en straks
onder Waarde en in den Perkpolder zal hebben
gemaakt. De Provincie heeft op deze aan
legplaatsen een gebruiksrecht. Door het Rijk
worden evenwel de voorschriften gegeven, die
noodig zijn om een ongehinderd gebruik er
van door de Provincie mogelijk te maken.
Naar aanleiding van het in him handen om
advies gestelde verzoek van de Vereeniging
voor Vreemdelingenverkeer te Hontenisse om
in het belang van het toerisme de steiger-
rechten te doen vervallen, herinneren Ged.
Staten er aan, dat in 1933 een voorstel-Hame-
link verworpen is om voor groote gezel-
schappen de steigerrechten te verlagen. Kon-
den de Staten het mindere (verlaging van het
tarief voor gezelschappen van ten minste 150
personen tot de helft) niet toestaan, te min
der reden is er de steigerrechten geheel te
doen vervallen. De opbrengst van de steiger
rechten kan nu eennlaal niet worden gemist.
Een gedeelte van het verkeer, dat van de
steigers gebruik maakt, i/C. het vreemdelin
genverkeer, van de betaling van steigerrechten
vrij te stellen, zou, nog afgescheiden van an
dere moeilijkheden, in strijd zijn met het be-
paalde in art. 176 der grondwet, dat het ver-
leenen van privilegien in het stuk van be-
lastingen verbiedt. Op grond van een en an-
der stellen Ged. Staten voor afwijzend op het
verzoek te beschikken.
Waar adressante beweert, dat „ten opzich-
te van de andere Provinciale aanlegplaatsen
(pontons) waar geen rechten worden ge-
heven" het heffen van rechten voor het ge
bruik der steigers onbillijk is, zeggen Ged.
Staten, dat zoodanige aanlegplaatsen hun niet
bekend zijn, Prov. pontons zijn aanwezig te
Vlissingen, Hoedekenskerke en Zierikzee. Deze
pontons zijn uitsluitend gebouwd ten behoeve
van de Provinciale bootdienstenvoor derden
zijn zij tot dusver niet toegankelijk. Daarin
wordt voor de toekomst in bovengenoemd
voorstel voorzien.
Gasvoorzieming.
Ged. Staten leggen aan de Prov. Staten ter
vaststelling voor eene ,,Gasverordening voor
Zeeland", welke in hoofdzaak overeenkomt
met de „Electriciteitsverordening voor Zee-
land" en de „Drinkwaterleidingverordening
voor Zeeland".
Vergadering van Maandag 17 Juni 1935,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer S. van Hoeve, Burge-
meester.
Tegenwoordig de heeren: A. de Feijter, H.
Bakker, D. Dees, C. H. 'H. Wisse, A. Dees, D.
G. Koopman, S. Buijze, C. Maas en K. Hame-
link, benevens de secretaris J. Stolk.
Afwezig de heer A. Haak.
1. Opening.
De VOORZITTEiR opent de vergadering
door het uitspreken van het ambtsgebed.
Hij deelt mede, dat de heer Haak monde-
ling heeft bericht, wegens een elders plaats
hebbende vergadering, waar zijn tegenwoor-
digheid vereischt wordt, niet in deze vergade
ring te kunnen aanwezig zijn.
2. Notulen.
De notulen der vergadering van 12 Maart
1.1. worden met algemeene stemmen vastge-
steld, zooals die in druk zijn verschenen.
Het vaststellen der notulen van de vergade
ring van 13 en die van 15 April 1.1. wordt aan-
gehouden, aangezien die nog niet in druk zijn
verschenen.
3. Mededeelingen.
Dat op 27 Mei 1.1. zijn opgenomen boeken en
kas van den gemeente-ontvanger en op dat
tijdstip in kas bevonden is een bedrag van
1071,16%, hetgeen volgens boeken en be-
scheiden in kas moest zijn.
Aangenomen voor kennisgeving.
4. Ingekomen stukken.
a. Kenndsgevingen van J. Tollenaar, J.
Scheele en J. A. Wilhelm, houdende bericht
van aanneming hunner benoeming tot lid van
het algemeen burgerlijk armbestuur.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Een schrijven van Gedeputeerde Staten
van Zeeland betreffende schorsing kermis te
Oud-Vossemeer.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Het besluit van den Raad van 12 Maart
1935 tot wijziging der begrooting dienst 1934
voorzien van bewijs van goedkeuring.
Aangenomen voor kennisgeving.
d- Het besluit van den Raad van 12 Maart
1935 tot wijziging der begrooting van het ge-
meentelijk electrisch bedrijf dienst 1934 voor
zien van bewijs van goedkeuring.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Een schrijven A 198 van het bestuur der
Vrijwillige Burgerwacht, daarbij toezendende
hare begrooting dienst 1936.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
deze te behandelen bij de gemeentebegrooting
dienst 1936.
Met agemeene stemmen wordt aldus beslo-
ten.
f. Een koninklijke beschikking van 18 Mei
1935 no. 67, houdende niet ontvankeijk ver-
klaring van het beroep van den Raad inzake
toekenning vergoeding art. 13 der L. O. wet
1920, vermits het beroepschrift, gedateerd 20
December 1934, eerst op 22 December 1934 is
ingekomen.
Naar aanleiding van dit besluit deelen Bur
gemeester en Wethouders jnede, dat het be
roepschrift 20 December is verzonden en blijk
baar eerst na 2 dagen in Den Haag is ontvan-
gen en stellen zij voor dit Koninklijk Besluit
aan te nemen voor kennisgeving.
De heer D. DEES vraagt, wat de conse-
quentie van dit schrijven is.
De VOORZITTER: Dat het besluit van Ge
deputeerde Staten, waarbij in afwijking met
het raadsibesluit, aan J. J. Willemsen een te-
gemoetkoming uit de gemeentekas werd toe-
gekend, overeenkomstig art. 13 L. O. wet, voor
zijn zoon Jan Marinus, in kracht van gewijsde
gaat. Het komt Burgemeester en Wethouders
onbegrijpelijk voor, dat de brief, alhier op 20
December 1935 verzonden, pas op 22 Decem
ber d.a.v. in Den Haag zou zijn ontvangen,
doch het Koninklijk besluit baseert op te late
indiening de niet ontvankelijkverklaring.
De heer D. DEES kan er zich wel mee ver-
eenigen, dat besluit voor kennisgeving aan te
nemen, doch betuigt zijn spijt, dat over die
kwestie zelf, geen uitspraak der Kroon is ver
kregen.
De VOORZITTER is dat met hem eens,
want nu weet de raad nog niet, waaraan hij
zich voor de toekomst moet houden.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt met algemeene stemmen aange
nomen.
g. Een schrijven van Gedeputeerde Staten
van 4 Januari 1935 no. 128 lste afd. houdende
herinnering dat de nieuwe jaarwedderegeling
van den veldwachter bepaalt hare inwerking-
treding op den datum van de Koninklijke goed
keuring, dit is op 27 Juli 1934, terwijl blijkens
de begrootingswijziging van 5 November 1934
is geraamd naar eene in werkingtreding op 1
September 1934.
Voorgesteld wordt in die wijziging onder de
uitgaven hoofdstuk III Volgn. 47 te verhoogen
met 21,78 en volgn. 49 met 43,95 te ver
lagen in plaats van met 50, waardoor hoofd
stuk XVI volgn. 203 kan worden verminderd
met 15,73.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
per
uit de gemeentekas toe te kennen van
jaar;
2. te bepalen dat dit bedrag zal worden
uitgekeerd, zoolang de boven omschreven ge-
vallen aanwezig zijn, met dien verstande even
wel dat in daartoe leidende gevallen het be
drag nader zal worden vastgesteld en dat de
tegemoetkoming niet langer zal worden uit-
betaald dan tot het tijdstip, waarop de leer-
verptichting voor de kinderen eindigt.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
Voorstel van Burgemeester en We
ders tot samenwerking op het geisiei
van de arbeidsbemiddeling tusscbem de
gemeente Zaamslag en de gemeeateB
Ter Neuzen, Axel en Hoek.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot beschikbaarstelling aan de
vereeniging voor Christelijk Volks-
onderwijs te Zaamslag der noodige gel
den voor den bijbouw van een leslokaal.
Het schoolbestuur deelt mede, dat de aan-
besteding voor den bijbouw van een vierde les
lokaal op 25 Mei 1.1. heeft plaats gehad en de
uitslag der besteding was als volgt: metsel-
werk 1682, •'timmerwerk f 1318, schilderwerk
189, loodgieterswerk 210, smidwerk 53,
electrisch werk f 39, totaal 3491, honorarium
voor architect 5 of 174,55, zoodat de totale
kosten zullen bedragen f 3665,55.
Ingevolge de bepalingen der Onderwijswet
moet het schoolbestuur als waarborgsom een
bedrag gelijk staande met 15 ten honderd van
de verbouwingskosten in de gemeentekas stor-
ten. Dit bedraagt dus 15 van 3665,55, is
549,83.
(Voorzien dient dus te worden in een uitgaaf
van 3665,55 min 549,83, is 3115,72.
Voorgesteld wordt biervoor eene geldlee
ning aan te gaan en te leenen, mede in ver-
band met op eene te sluiten geldleening vallen-
de kosten, maximum 3150, een en ander over
eenkomstig het navolgende besluit:
De Raad der gemeente Zaamslag;
overwegende, dat de kosten van den bijbouw
van een vierde leslokaal door de vereeniging
voor Christelijk Volksonderwijs, waartoe de
gemeenteraad de aanvraag, bedoeld in art.
72 der L. O. wet, op 13 April 1.1. heeft ingewil-
ligd, zullen bedragen 3150 en dat deze kos
ten niet in eens uit de gewone middelen kun
nen worden bestreden;
besluit
Aan te gaan eene geldleening maximum
groot 3150, tegen een koers van 100 ren-
tende maximum 4% per jaar met jaarlijk-
sche aflossing te beginnen in 1936 van ten
minste f 157,50, met voorbehoud van bevoegd-
heid te alien tijde het onafgeloste gedeelte
der leening iin eens af te lossen, rente en af
lossing te voldoen uiterlijk 31 December van
elk jaar uit de gewone inkomsten der ge
meente.
De heer WISSE merkt naar aanleiding der
vraag van den VOORZITTER, of iemand hier-
over het woord verlangt, op, dat er weinig
over te zeggen valt, aangezien de wet den
raad tot die medewerking verplioht.
De VOORZITTEiR is het daarmede eens.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot goedkeuring van de rekening
van het algemeen Burgerlijk Armbe
stuur dienst 1934.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de rekening van opgemeld bestuur goed te
keuren in ontvang en uitgaaf op f 5717,06.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot goedkeuring der rekening van
de Vrijwillige Brandweer dienst 1934.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de rekening van opgemeld bestuur goed te
keuren in ontvang en uitgaaf op f 478,04 en
f 369,97 met een batig saldo van 108,07
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot wijziging der begrooting dienst
1934.
5- Behandeling verzoeken van J. Geense,
P. Wltte en J. C. F. Michielsen, om
eene tegemoetkoming uit de gemeente
kas ingevolge art. 13 der L. O. wet
1920.
Naar aanleiding van ingekomen adressen
van opgemelde personen, stellen Burgemees
ter en Wethouders voor, te besluiten als volgt
De Raad der gemeente Zaamslag:
geizien de op 1 en 20 Mei jJ. ingekomen aan
vraag van J. Geense, P. Witte en J. C. F.
Michielsen, wonende respectievelijk C 160, C
106 en C 52, in deze gemeente, om steun uit
de gemeentekas ter tegemoetkoming, inge
volge art. 13 der L. O. wet 1920, in de kosten,
verbonden aan het bezoeken van de bijzondere
lagere school in de Polderstraat te Zaamslag
en de R.K. school te Ter Neuzen door de bjj j
adressanten inwonende kinderen Wilhelmina
Levina Witte, geboren 1 Mei 1928, Pieter
Geense, geboren 7 Mei 1928 en John Theo
Jacques Germain Michielsen, geboren 24 Juli
1928;
overwegende dat de woning van genoemde
kinderen meer dan vijf kilometer is verwij-
derd van een voor hen toegankelijke school,
waar het voor hen gewenscht onderwijs wordt j
gegeven;
besluit
1. aan J. Geense, P. Witte en J. C. F.
Michielsen voomoemd te rekenen vanaf 1 Mei
7 Mei en 24 Juli 1935, ter tegemoetkoming in
de bovenbedoelde kosten eene tegemoetkoming
10.
Burgemeester en Wethouders schrijven.
den Raad
(Bij schrijven van 6 Maart 1935 schrijft de
Rijksdienst der werkloosheid.sverzekertag en
arbeidsbemiddeling ons o.a. dat het gew-eischt.
is met betrekking tot de arbe i dsb em id cieling'
tusschen de bovengenoemde gemeenten satmen
te werken.
De kosten dier samenwerking zouden. be
dragen volgens opgemaakte begrooting:
(Vergoeding voor werkzaamheden aaua de
gemeente Ter Neuzen voor werkzaamheden
450, bureaubehoeften 50, reiskostem fS8,
onvoorzien 50, totaal 600.
Deze kosten zouden door de belanghehhende
gemeenten moeten worden gedragen in ver-
houding tot het aantal inwoners, zocxlat de
verdeeiing is als volgt: Axel 50 of J 300,
Hoek 20 of 120 en Zaamslag 30 is
f 180.
Blijkens nader ingekomen mededeeling deelt
opgemelden dienst, na gehouden confenentie
mede, dat het Rijk 40 van de i 180 ten
haren laste zal nemen, zoodat het deel dat voor
rekening der gemeente blijft bedraagt 6Q ft
van 180 is 108.
Bovendien zou het Rijk geneigd zijn 4i» ft
te vergoeden in de eene jaarwedde van den
agent van f 200 in paats van in f 60, zoodat
de gemeente hierdoor meer ontvangt 80 rain
24, is 56; zoodat de samenwerking knst
52.
Waar van opgemelde samenwerking nsjttig
effect wordt verwacht met betrekking tot
meerdere te werkstelling van werkloozea.
stellen wjj U voor tot samenwerking te be
sluiten bij wijze van proef tot uiterlijk einde
1936.
De heer BUIJZE noemt dit voorstel een
duistere zaak; hij is van oordeel, dat het met
de arbeidsbemiddeling hier plaatselrjik nogal
aardig loopt. Is het de bedoeling van het
voorstei, dat de werklooze uit deze gemeente
dan in het vervolg in Ter Neuzen zullen moe
ten gaan stempelen? Dat zou toch zekar een
bezwaar zijn. Waarom kunnen ze dat niet -op
Zaamslag blijven doen?
Dan dient in aanmerking te worden geno-
men, dat Zaamslag een landbouwende ge
meente is, waarbij voor de bedrijven rekening
moet worden gehouden met de weersomstan-
digheden. Het kan heden minder gunstig
weer zijn, om te oogsten, doch tegen dan
avond de vooruitzichten beter worden, hetgeen
oorzaak is, dat de werkgevers nog des avaads
bij den agent der arbeidsbemiddeling kocot,
om hem tegen den volgenden dag aan volk te
helpen, om het werk met kracht aan te pak-'
ken. Het kan ook 's morgens nat geweest
zijn, maar tegen den middag beter wcnsSen,
zoodat tegen den middag om volk gevraagd
wordt. Dat kan thans door den agent alles
terstond geregeld worden, hetgeen met het
gevai zou zijn, indien hier b.v. een dag in de
week een controleur zitting zou komen hou
den. Als dan die werkgevers naar Ter Neu
zen moesten, zou er veel tijd verloren gaan.
Men moet ook niet uit het oog verliezeru dat
arbeidsbemiddeling en werkloozenzorg cmaf-
scheidelijk met elkaar verband houden.
Wat kunnen de voordeelen zijn, om met
Ter Neuzen verbonden te worden? Men zou
zeggen, dat hier nooit eens fabrieksarbeiaeis
gevraagd worden, en die dus steeds uit Ter
Neuzen geleverd worden. Maar daar tegen
over staat, dat, wanneer men aan de i'Azote
menschen noodig heeft, zij dan hier toeh. oak
wel menschen vraagt, die daar reeds gewerkt
hebben.
Alles saamgenomen ziet spreker er weinig
voordeel voor Zaamslag in en men moet dan
toch in aanmerking nemen, dat het f 52 zal
kosten. En wanneer de agent Dees toch het-
zelfde werk moet blijven doen, schiet men er
niets mede op; men moet ook de spaarzaam-
heid betrachten.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders onder leiding van den
referendaris van het Departement van Sociale
Zaken, den heer Van Lier, een desbetreffende
conferentie hebben meegemaakt, en daar cin-
geveer dezelfde bezwaren hebben naar vcres
gebracht, die de heer Buijze hier in het bcht
stelde. Als het voorstel wordt aangenomen.
blijft hier alles gaan, zooals tot nu tee, doch
men is dan tevens, bij wijze van proef. tot
1936 verbonden met Ter Neuzen. De heeren
in Den Haag meenen, dat moet worden aaa-
gestuurd op concentratie. Ze achten die in
het belang der zaak. Of dit ook praktisnh
gevolgen zal hebben, moet nog worden afge-
wacht. Burgemeester en Wethouders stand en
voor het geval, het te doen of niet te doen.
Anderen doen het, er zijn in Oostelgk
Zeeuwsch-Vlaanderen al andere kringen ge-
vormd, in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen oak.
waarom zouden wij het ook niet doen Er
behoort onder zulke omstandigheden eenigen
moed toe, om zoo'n verzoek af te wijzen.. In
elk geval waren de verkregen inlichtingen '- an
dien aard, dat Burgemeester en Wethouders
het voorstel durfden doen, bij wijze van proef,
aan te siuiten.
De heer KOOPMAN vraagt, of in die
ferentie ook mannen van de praktijk
woordig waren. De bezwaren van den heer
Buijze zijn toch niet weg te cijferen. Er wordt
van hooger hand wel eens meer iets opgelegd.
dat misschien goed is voor de steden. maar
niet voor een dorp. Hij kan er geen oordeoi
over uitspreken, maar ziet er het nut niet van.
in.
De VOORZITTER deelt mede, dat de cor-
respondenten der arbeidsbemiddeling in die
conferentie niet tegenwoordig waren. Die van
Zaamslag was eenigen tfjd tegenwoordig. doch
heeft de vergadering verlaten, toen bleek. dat
geen zijner collega's tegenwoordig was. De
verschillende gegevens waren aan de heeren
uit Den Haag goed bekend. Die menadjen
zijn de chef van de verschill-snde correspan-
denten van het land. Wat de practijk van de
arbeidsbemiddeling in deze landbouwende ge-
Burgemeester en Wethouders stellen voor
de begrooting dienst 1934 te wijzigen als
volgt:
Onder de inkomsten te vermeerderen de
volgende posten:
Verhaal couponbelasting 39, ultkeering
van het bedrijf 1840,48, totale vermeerdering
f 1879,48.
Onder de uitgaven te vermeerderen de vol
gende posten
Achterstallige uitgaven 147,40, jaarwedde
van den tourgemeester f 29,74, idem van den
secretaris f 29,74, idem van den ontvanger
14,25, schrijf- en bureaubehoeften 60,62,
onderhoud meubelen gemeenten 34,20, ar-
chief 34,40, onkosten postrekening f 14,48,
bevolkingsregisters etc. f 1,55, couponbelas
ting 39, kleeding en uitrusting politie f 6,05,
kleeding en rijwieltoelage 0,97, vergoeding
woninghuur f 4,83, onderhoud der lantaarns
etc. f 165,70, bijdrage volkshuisvesting
206,67, onderhoud van wegen en voetpaden
368,45, kosten van havens etc. 213,85, kos
ten van de gemeentereiniging f 56,63, kosten
terzake van verzekering f 6,65, rente van geld
leeningen 45, reis en verblijfkosten f 5.70,
teruggaaf schoolgelden 3,60, uitkeering art.
86 L. O. f 52,36, uitkeering art. 104 276,32,
idem art. 205 185,07, teruggaaf van school
gelden 31,27, subsidie aan bewaarschool
96,50, tegemoetkoming art. 13 L. O. f 420,98,
bijdragen nijverheidsonderwijs 105,03. subsi
die aan het Algemeen Burgerlijk Armbestuur
f 18,04, subsidie aan Crisiscomitd f 226, sub
sidie aan werkloozenkassen 140, kosten dis-
trictsarbeidsbeurs f 86,08, kosten van verzeke
ring f 7,75, kosten van invordering plaatselijke
belastingen 7,79, teruggave van belasting j meent-e betreft, dat hebben Burgemeester
714,30, rente van geldleeningen f 2010,35, uit
keering' aan het bedrijf /0,29%, voorschotten
ten behoeve van het rijk f 2,25, totale vermeer
dering 5869,86%.
lOnder de uitgaven te verminderen de vol-
gende posten:
Verlichting en verwarming f 105,71, bijdra
ge warenwet f 142,76, onderhoud pompen en
riolen 505,06, onderhoud van bezittingen I
147,22, jaarwedde onderwijzers f 1678,18,
aanschaffen en onderhouden schoolhanken
251,30, verliohting en verwarming 160,15%,
vergoeding aan schoolbesturen 1000, totale
vermindering 3990,38%.
Blijft meer 1879,48. I
De heer BUIJZE vraagt inlichtingen over
den post subsidie aan werkloozenkassen.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit een
verhooging is van het bedrag dat vanwege de
gemeente overeenkomstig de vastgestelde re-
gelen aan de werkloozenkassen moet worden
uitgekeerd.
De heer BUIJZE vraagt, of nog geen ant-
woord is ingekomen op het namens den ge
meenteraad verzonden schrijven betreffende
zorg voor de werkloozen.
De VOORZITTER antwoordt ontkennend.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
Wethouders ook naar voren gebracht, dat
niet kan vergeleken worden met de industrie-
gebieden. Maar, uiteindelijk moet een be-
slissing genomen worden. Het is dan -de
vraag: wil je meedoen, of je er aan onttrek-
ken. Er wordt van hooger hand aangestmzrd
op concentratie en we meenden dat het. "t
best was, te trachten mee te doen. Mob
meent, dat er dan intensiever zal kunnen war
den gewerkt en dat daaruit voordeel sal kun.-
kun voortvloeien, zoowel voor de gemeenten
als voor de werkzoekenden.
De heer BUIJZE gelooft niet, dat dit voor
deel groot zal kunnen zijn. Hij wil daarmede
niet zeggen, dat hij tegenstemmen zal, ea,
aangezien het maar bij wijze van proef is.
kan hij wel met het voorstel meegaan. Als
dan die proef is afgeloopen, zal de raad wel
kunnen weten, of het voor- of nadeel is.
De heer DE FEIJTER geeft te kennen, dsA
het de bedoeling van het Departement van
Social® Zaken is, verschillende gemeenten
samen te voegen, omdat dit voordeel zou be-
zorgen. Burgemeester en Wethouders hebhen
een en ander sterk tegengesproken, omdat
het hier een landbouwende gemeente betrefit.
We zouden den correspondent niet willen mis-
sen, omdat de betrokkenen bier nu zoowe'