as i ssmss&s Ter Neuzensche Courant Tweede Blad Binnenland Maandag 3 Juni 1935 Mo. 9306 GEMEENTERAAD VAN AXEL. 5- j VAN BIJZONDERE MAATREGELEN TEN AANZIEN VAN LOOPENDE LANDBOUW- HYPOTHEEK- EN PACHT- OVEREENKOMSTEN. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wets- ontwerp, houdende bijzondere maatregelen ten aanzien van loopende 1 andbouwh ypo theek- en pachtovere en k om s tenTer toelichtimg zegt de regeering o.m. Bij Kon. besluit van 12 Maart 193© tot wij- ziging van bet Crisisorganisatiebesluit 1933 is den Minister van Economische Zaken de ba- voegdheid gegeven om ingevai een landbou- wer, wiens goed met hypotheek is bezwaara, met executie wordt bedreigd te beschikken, dat degeen, die het landelijk eigcndom op de executie koopt en de voigende gebruikers niet zullen worden toegelaten tot een crisis-orga- nisatie, hetgeen tot gevolg heeft, dat zij, geen producten meer mogen telen, geen vee mogen bouden en geen landbouwsteun zullen ontvan- gen. Het spreekt vanzelf, dat onder deze om- standigheden het aangeboden goed niet spoe- dig een kooper zal vinden. De ministerieele beslissing werkt dus practisch als een executie- verbod, zij het ook niet in absoluten zin. Het werk van de hypotheekcommissie. De crediteur kan voorkomen, dat zoodanige ministerieele beschikking wordt gegeven, wan- neer hij bereid is onder de auspicien van de z.g. Hypotheekcommissie een regeling te tref- fen met den landbouwer, welke regeling kan bestaan in een verleenen van uitstel of wel in een regeling van verdergaande, saneerende strekking. Als gevolg van d'e Kon. besluiten zijn ver schillende zaken bij de Hypotheekcommissie aangebracht en door haar onderzocht. Doch dit is niet het eenige voordeel, hetwelk de in- stelling dier commissie, wier werkzaamheid de regeering op bijzonderen prijs stelt, heeft aangebracht. Ongetwijfeld heeft het enkele feit van haar bestaan preventief gewerkt. Intusschen heeft steeds bij de regeering de bedoeling voorgezeten om de bij Kon. besluit tot stand gekomen regeling zoo spoedig moge- lijk te vervangen door een wettelijke regeling. Immers op verschillende punten kan slechts de wet op afdoende wijze deze materie regelen. In de eerste plaats kan de wet alleen recht- streeks de crediteuren dwingen met minder genoegen te nemen, dan waarop zij recht heb- ben volgens contract; voorts kan d'e wet al- ,leen voorschrijven, dat en in hoever de positie van borgen en andere derden wordt geinfluen- ceerd door de gewijzigde positie van den schul- denaar; vervolgens kan niet langer een schuld- eischer voor een klein concurrent bedrag door weigering van zijn medewetking het tot stand komen van een go wen s c h te regeling bemoeilij- ken. En zoo zouden er meer punten zijn op te noemen. Zoolang niet het onderhavige we.tsontwerp tot wet is verheven, kunnen de met de uit- voering van bovengenoemde besluiten belaste waaronder krachtens art. la mede is begre- pen vee en gereedschappen en geoogste vruch- ten of executie van hun huisraad, in den zin van art. 571 K.W., dreigt door gerechte- lijken verkoop of door verkoop krachtens art. 1223 lid 2 B.W., wegens niet nakoming van de verplichting tot rentebetaling of tot tussohen- tijdsche aflossing uit hoofde van geldleening, een verzoek in te dienen om verlaging van rentelasten (achterstand of eerstvervallende rentetermijnen wijziging van de verplichting tot tussohentijdsche aflossing (achterstand of eerstvervallenden aflossingstermijn De indiening van een verzoekschrift inge- volge artikel 3 schort de bevoegdheid van den schuldeischer op om door gerechtelijke of bui- tenger echtelij ke dwangmaatregelen tegen schuldenaar of derden-verbondene zich vol- doening te verschaffen. Artikel 6 legt den rechter met zooveel woor- den de verplichting op, bij zijn beslissingen mede te letten op de bedrijfsuitkomsten van vroegere jaren, Dit voorschrift heeft tot ge volg, dat voor de schatting van de bedrijfs- inkomsten en de beoord'eeling van de voi- doendheid daarvan tot dekking van de uit geldleening voortspruitende verplichtingen niet alleen maatstaf is wat een dergelijk bedrijf in doorsnee opbrengt, doch dat de rechter reke- ning houdt met wat het bedrijf in concrete in de afgeloopen jaren heeft opgeleverd. De toepasselijkheid der wet is beperkt tot contracten aangegaan v66r 1 Juni 1935. Vergadering van Dinsdag 21 Mei 1935 des namiddags 2 uur. Voorzitter de heer P. Blok, Burgemeester. j Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, A. Th. 't Gilde, A. Verschelling, Adr. Hamelink, I. de Feijter,P. J. van Bendegem, B. Seghers, C. van Kampen; A. P. de Ruijter, F. Dieleman en J. de Feijter, benevens de Secretaris J. L. J. MariS" J n J. Afiwezig de heeren C. Th. van de Bilt en C. Hamelink. (2. Vervolg.) 3. Verleenen van eervol ontslag aan A. IJsebaert als gemeentewerkman. Ingekomen is een verzoek van A. IJsebaett, gemeentewerkman, om hem wegens het be- reiken van den 65jarigen leeftijd per 18 Mei e.k. ontslag uit den gemeentedienst te willen verleenen. Burgemeester en Wethouders merken hier- omtrent op, dat de betrokkene op grond van het ambtenarenreglement per 30 Juni a.s. den gemeentedienst moet verlaten. In een der voigende vergaderingen zal een aanbeveling worden gedaan ter voorziening in de ontstaande vacature. Naast zijn verzoek om eervol ontslag, vraagt IJsebaert een bescheiden toelage op het hem toe te kennen pensioen. Usebaert heeft bij bet verlaten van den gemeentedienst 24 '/2 dienstjaren, waardoor hij recht krijgt op een pensioen van 577. Waar zijn inkomsten tot ongeveer de helft dalen, doet hij dit verzoek om een bescheiden toelage. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat in de tegenwoordige tijdsomstandigheden moeilijk aan een toelage op pensioen kan wor den gedacht. en stellen mitsdien voor, op het organen nog nuttig"werk doen; immers zouden j verzoek om 'een toelage afwijzend te beschik- de crediteuren v66r de totstandkoming van de j ken. deelt mede dat hn het commissie. De regeering zal niet ontikennen, dat door de onderhavige wetsvoordracht wordt inge- grepen in burgerrechtelijke vertioudingen. Zulks is echter in cfe tegenwoordige tijdsom standigheden onvermijdelijk. De contracten, waarom het in dit wetsvoorstel gaat, zijn con tracten met een meef duurzame bestemming. Bij het sluiten heeft de zich verbindende schul denaar onmogelijk alle omstandigheden, die van invloed zijn op de mate, waarin hij tot na koming van de aanvaarde verplichtingen in staat zou zijn, kunnen voorzien. Bovendien moet, voor wat de onderhavige materie be- treft, in het oog worden gehouden dat de waarde en de opbrengst van landelijke eigen- dommen geheel afhankelijk is van den genoten landbouwsteun. Het ligt om deze redenen voor de hand, dat worde voorkomen, dat een schuld eischer, die zij het ook op indirecte wijze zijn debiteur, die alles in het werk heeft ge- steld om aan zijn verplichtingen te voldoen. van huis en hof verjaagt. Het is redelijk, dat de crediteur, wiens onderpand zijn waarde grootendeels ontleent aan den landbouwsteun, zijnerzijds een offer brengt, door bij de uit- oefening van zijn recht niet het voile pond te eischen. Verlaging van geldelijke ver plichtingen. Hiet wetsontwerp beoogt dit doel te berei- ken door te bepalen, dat, indien de schulde naar door de tijdsomstandigheden niet in staat is zgn rente- en aflossingsverplichtingen uit hoofde van geldleeningen te voldoen, hij zich tot den rechter kan wenden om verlaging van die geldelijke verplichtingen te krrjgen. In die gevallen, waarin de wet wordt toegepast, heeft zij derhalve een saneerende werking en als zoodanig een vaste-lasten-verlagende tendenz. Een en ander echter slechts voor zoover de schuldeischer niet aantoont dat zijn belangen zwaarder wegen dan die van den schuldenaai. De verlaging van de rente en de wijziging in de aflossingsverplichtingen zou den schuld eischer uit geldleeningen aanleiding kunnen geven de al -dan niet onder hypothecair ver- band gesloten leeningen op te zeggen. Ten einde een ongebreidelde opzegging te voor- j komen opzegging, welke ook niet zou zijn in het eigenbelang der crediteuren plaat- sen de artikelen 10 e.v. haar onder rechter lijke controle. Ten slotte wordt door de onderhavige wet aan pachters de bevoegdheid gegeven zich te beroepen op de Crisispachtwet 1932, voor zoo ver zij niet in staat zijn de verplichtingen na te komen, voortvloeiende uit pachtcontracten, gesloten tusschen 1 Januari 1932 en 1 Juni 1935, zulks in afwachting van de totstand koming van het door de regeering onlangs in- gediende wetsvoorstel tot nieuwe regeling van de pacht. Hoewel het onderhavige ontwerp zich be- paalt tot maatregelen op het terrein van den landbouw, mag daaruit niet worden afgeleid dat hiermede het laatste woord inzake de ver- dere aanpassing door verlaging van vaste las- ten gesproken is. Ook elders wordt die behoef- te gevoeld. Intusschen ligt de zaak daar ge heel anders dan bij den landbouw. Al dadelijk ontbreekt hier het verband met den van over- heidswege verleenden steun en ten andere zijn de toestanden er van veel ingewikkelder aard. In verband hiermede is het niet mogelijk op dit oogenblik met verder gaande ontwerpen te komen. Een beslissing van de regeering ten deze is echter binnenkort te verwachten. De kern van de voorgestelde regeling. De artikelen 3 en 6 bevatten de kern der voorgestelde regeling. Art. 3 geeft den grond- gebruikers, die voor hun eigen schulden bypo theek hebben genomen, de bevoegdheid om, wanneer ontzetting uit hun landelijk eigendom komt door het groote moeilijkheden. Men moet an oogen- schouw nemen, dat zijn inkomen daalt van I f 20 tot 10. Een inkomen van dien aard levert zoo goed als geen bestaan. De man i heeft aan dit ontslag zelf geen schuld, doch is genoodzaakt, wegens het bereiken van den f pensioengerechtigden leeftijd ontslag te vra- gen. Toen hij in dienst kwam, is door hem waarschijnlijk in het geheel niet aan pensioen gedacht, destijds was daar nog geen sprake van. Hij heeft dus in dit geval niet anders ge- kund dan zijn ontslag vragen. Men moet toch ook in aanmerking nemen, dat door hem werk is gedaan, dat andere menschen niet kunnen, werk, waarvoor vakkennis noodig was. De laatste 4 a 5 jaar heeft hij niet anders gedaan dan betonwerk maken. Spreker had bij zich- zelf geredeneerdindien hij nu, zeg aan de gemeente eens een f 1000 had bespaard, dat ze, indien IJsebaert er niet was geweest, meer aan vaklui had moeten uitgev-en, dan zou het toch niet meer dan billijk zijn, indien hem thans een toelage werd toegekend. Spreker acht zichzelf althans persoonlijk zedelijk ver- plicht, hem een zekere vergoeding toe te ken nen en stelt daarom voor, aan IJsebaert een toelage op zijn pensioen toe te kennen van 200 's jaars. De heer VAN BENDEGEM deelt mede, over deze kwestie eenigszins anders te denken. Iemand, die in gemeentedienst werkt, heeft naar zijn meening een bevoorrechte positie, weet, waarvoor hij werkt. Het inkomen van betrokkene daalt voorts niet tot f 10 maar tot 11. Er zijn vele boerenarbeiders, die van dit bedrag rond moeten komen, en daarbij nog een groot gezin hebben, terwijl in dit ge val van een groot gezin maar bezwaarlijk sprake kan zijn. IJsebaert heeft nl. naast zijn vrouw nog een dochter thuis, dus kan, spreker aannemen, dat ze het heel moeilijk afwijzend voorstel heeft gegeven het feit, dat betrokkene niet versleten was, doch dat hij den dienst moet verlaten, omdat hij 65 jaar wordt. De mogelijkheid is dus voor hem niet uitgesloten, dat hij iets zal kunnen bijverdie- nen. Betrokkene is in zijn vak niet slecht, en is een flink werkman. De heer DIELEMAN merkt op dat't moeilijk im, omtrent deze zaak in het openbaar te spre- ken, daar het hier een persoonlijbe aangele- genheid betreft. Naar zijn meening is het pen sioen van betirokkene ook zeer laag. Hij is lang in dienst geweest, en gaat, men moet het toe- stemmen, met een slecht pensioen naar huis. Door de menschen, die betrokkene helpen willen is gezegd, dat hij evenveel pensioen krijgt als een landarbeider. Burgemeester en Wethouders staan afwijzend tegenover zijn verzoek om hem een toelage te verleenen van 100. De VOOiRiZITTBR deelt mede, dat deze zaak in Burgemeester en Wethouders uitvoerig is besproken en dat het resultaat is geweest, dat Burgemeester en Wethouders tot de con- clusis kwamen, te moeten voorstellen, op zijn verzoek niet in te gaan. De heer VAN KAMPEN geeft als zijn mee ning te kennen, dat hij het voorstel van Bur gemeester en Wethouders zal steunen. Het pensioen van betrokkene bedraagt een kleine 12. De heer SEGHERSDaar komt hij met aan. De heer VAN KAMPENZeg dan een goede f 11. Dat is evenveel, als anderen met hard werken moeten verdienen, zooals ook de heer Van Bendegem heeft betoogd. Spreker vindt dit een gezond antwoord, en het kenteekent volkomen den boestand, zooals die thans is. Niet de loonen moeten omhoog, doch de kos- ten dienen van dien aard te zijn, dat men van dat bedrag rond kan komen. We zullen er heeD moeten, dat de rest van het maatschappelijk leven op dien basis wordt ingericht. Betrokkene heeft jaren gehad, dat hij 24 verdiende en andere dat hij van 22 tot 24 inkomen genoot. Het is toch logisch, dat men daarvan opspaart, en van het opgespaarde geld een verzekering sluit of anderszins. Daarom is het ook niet onlogisch, aan te nemen, dat hij meerdere inkomsten hebben zal( dan zijn pensioen bedraagt. En dan vormt het bedrag van het pensioen voor den raad geen rechtsgrond, om dit nog te verihoagen. De heer SEGHERS merkt op, dat het hem spijt van den heer Van Bendegem te moeten hooren, dat ook anderen van lage salarissen moeten rondkomen. Want in de meeste geval len zijn ze voor de groote schare te laag. Spreker acht het niet te verdedigen, den man met zoo'n klein gemeentepensioentje naar huis te sturen, het is te laag. De heer Oggel heeft opgemerkt, dat hij nog niet versleten is, en er nog wel iets zou kun nen bijverdienen. Als menschen van 25 jaar al geen werk hebben, wat moet hij dan daar van verwachten, tenzij de gemeente hem als los werkman in dienst zou willen nemen. De heer A. HAMELINK deelt mede, het voorstel van den heer Seghers om een toelage van f 200 te verleenen, te steunen. Het voorstel wordt niet nader ondersteund, en kan dus geen onderwerp van beraadslaging uitmaken. Het voorstel van den heer Dieleman, tot boekenning van een toelage a f 100 wordt alleen ondersteund door den heer Seghers en kan alzoo geen onderwerp van beraadslaging uitmaken. Het gevraagde eervol ontslag wordt ver- leend met 10 stemmen tegen 1. Voor stemmen de heeren I. de Feijter, J. de Feijter, 't Gilde, A. Hamelink, Van Kampen, Oggel,'De Ruijter, Verschelling, Van Bende gem en Dieleman; tegen stemt de heer Seghers. De VOORZITTER deelt mede, alvorens punten 4 en 5 der agenda te behandelen, een en ander hieromtrent in besloten vergadering te willen bespreken. Hij stelt aan de orde: in kleinere letters te plaatsen „Bastion Oranje". De verkorte naam der straat zou dus in groote, en de eigenlijke naam in kleine letters op neL naanioord woraen vermeld. De heer VERSCHELLING: Met" het jaartal. De VOORZITTER deelt verder mede, deze toezegging te hebben gedaan aan den secre taris der commissie, welke daarmede ook De VOORZITTER herhaalt, dat de oude machine absoluut versleten is. Indien men geen nieuwe kan krijgen, zal men genoodzaakt zijn, het bedrijf stop te zetten. Zooals gezegd, •zijn onderdeelen voor de oude machine met meer te krijgen. De heer OGGEL merkt op, dat bovendien de aanschaffing van een nieuwe machine de accoord ging, omdat dan toch werd verwezen j gemeentefmancien met treft, daar het bedrijf naar het Bastion Oranje, en alzoo de herinne- j zich^if^bedruipt rig aan de geschiedenis van Axel werd opge- roepen. De heer VAN KAMPEN oonstateert, dat hier dus sprake is van een compromis tus schen de opvatting der commissie en die van Burgemeester en Wethouders. Hij vraagt zich echter nog af, welke naam meer tot den volksmond zal spreken, den naam „Bastion- straat", dan wel „Oranjestraat". Het gaat er hier niet alleen om, de meening van Burge meester en Wethouders en dien van den voor zitter der commissie te kennen, dan wel te weten, of het volk accoord gaat met de be- naming, en deze „erin" komt. Spreker deelt volkomen het standpunt der commissie, dat de naam ,,Oranjestraat" niet noodwendig moet heenwijzen naar de histo ric van Axel. De heer 't GILDE merkt op, dat Burge meester en Wethouders in hun praeadvies schrijven, het gewenscht te achten, dat de naam „traverse" uit den volksmond verdwijnt. Hij acht dit toe te juiohen. Traverse is een Fransch woord en hij is ervoor, zoo min mo gelijk Fransche woorden te gebruiken. De commissie wil er thans echter een Fransch woord voor in de plaats stellen, nl. Bastion". Hij vraagt: is het feit, dat daar vroeger een bolwerk was, nu zoo iets bijzonders? De VOORZITTER voert aan, dat de straat dan zou worden genoemd naar het voormalige bastion, dat daar ter plaatse was, het bastion „Oranje". De heer 't GILDE: Dus terwille van het feit dat daar vroeger een bolwerk was, moet dien naam worden gegeven. Ik vind daartoe geen enkele aanleiding. Indien Prins Maurits b.v. daar ter plaatse Axel binnengekomen was, zou er eenige aanleiding zijn, een passenden naam te geven. De heer OGGEL: Prins Maurits is er ook door gekomen. De heer DE RUIJTER verklaart zich na de toelichting door den Voorzitter gegeven, ac coord met den voorgestelden naam. Daar handelt men naar blijkt ook in den geest van het oudheidkundig museum, of wat het dan ook is, dat' zich met de naamgeving heeft beziggehouden, indien men den naam van het bastion erbrj vermeldt. De historische kwes tie heeft men dan brj elkaar. De heer I. DE FEIJTER is van meening, dat men dan een tamelijk bord noodig zal hebben, om dit stukje historic aan de vergetel- heid te ontrukken. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt aangenomen met 9 stemmen tegen 2. i Voor stemmen de heeren J. de Feijter, 't Gilde, A. Hamelink, Oggel, De Ruijter, Seghers, Verschelling, Van Bendegem en Dieleman; tegen stemmen de heeren I. de Feijter en Van Kampen. 7. Aanschaffen nleUwe beermachine. het niet - zullen hebben. Als het kon, zou spreker er ook j i)(Bastion Oranje 18e eeuw gaame toe medewerken, een toelage te verlee- scniiiende gemeenten. zooals nen, doch het is niet mogelijk. Er zijn veel menschen, die van zoo'n bedragje rond moeten komen. De heer 't GILDE merkt op, dat het hier j gaat over personen, het betreft hier een teere zaak. Spreker stemt toe, dat er vele menschen zijn, die in het vrije bedrijf maar evenveel ver dienen en die dan toch zouden moeten meebe- talen aan de toelage, indien die zou worden verleend. Hierdoor zou een scheeve verhou 6. Nieuwe straatnaam. Burgemeiester en Wethouders deelen mede, dat binnen korten tijd de nieuw aangelegde weg aan de traverse voor het verkeer zal worden opengesteld. Zij achten het gewenscht, dat deze weg een naam heeft, mede met het oog op de woningen die daar zullen worden gebouwd. Teneinde den naam traverse niet langer in den volksmond te doen voortleven, zal een nieuwe aanduiding wenschelijk zijn. De commissie tot onderzoek van de historie van Axel, verkort ,,Coha", heeft aan de hand van de historie het voigende schrijven inge- zondien: Ondergeteekenden, leden der ,,Ooha nemen door dezen eerbiedig de vrijheid om het vol- - gende onder uwe aandacht te brengen: In ons schrijven van Juli 1934 is onzerzijds j den wensch uitgesprokenle. de thans als Kaaiwal bekende straat in tweeen te splitsen en het gedeelte ten Oosten van het achtererf van den heer Marijs Kaaiwal te blijven noe men, en ten Westen daarvan den naam Barak- ken te geven: 2e. de straat' die nu gelegd wordt van de Barakken naar de Zeestraat Bastion Oranjestraat te willen noemen. Waar wij hoorden, dat die naam wat lang wordt gevonden, zouden wij u willen opmerken dat er meer lange nanien bestaan, als Pietei Paulusstraat en Prins Hendrikstraat. Bestaat er uwerzijds onverhoopt bezwaar tegen de lengte van dien naam „Bastion Oranjestraat" dan zou die straat kunnen ge noemd worden Bastionstraat, terwijl op het naambordje eronder kan vermeld worden zooals in ver- Den Haag en Rotterdam geschiedt, wanneer een straatnaam maar een historische persoon of plaats wordt vemoemd. Zooals bekend is het ons doel de herinnenng aan het Bastion Oranje en dus aan de plaats der oude vestingwerken van Axel levendig te houden, waarmede uw geacht college onge- twijfeld zal instemmen. Het komt Burgemeester en Wethouders voor, dat men aan de hand der reeds gegeven straat ft ding ontstaan. Men kan als raadslid niet steeds -namen met de benaming ..Oranjestraat" ook zijn hart laten spreken. Spreker zou ook in jjjn der bistorie blijft. gaarne medewerken, om de gevraagde toelage zij steilen VOOr, tot het geven van de laatste te verleenen, doch gezien het feit, dat de be- lastingen steeds maar verhoogen, kan spre- j ker geen vrijmoedigheid vinden, aan het ver zoek zijn medewerking te verleenen. De heer A. HAMELINK deelt mede, wel te kunnen meegaan met het voorstel van den heer Seghers. Het is zeker, dat er velen zijn. die van 11 toe moeten komen, doch niemand zal betwisten dat dit te weinig is. Het is waar, dat de landbouwer meer niet geeft, doch het is te weinig, het is absoluut te weinig, in dien men een gezin heeft. Daarom kan hij het voorstel van den heer Seghers steunen.- De heer VAN BENDEGEM merkt op, het er ook geheel mede eens te zijn, dat men het niet breed heeft, indien men maar een in komen heeft van 11. De heer A. HAMELINK: Het kan niet, het is te weinig. De heer VAN BENDEGEM voert daartegen aan, dat betrokkene steeds een bevoorrechte positie heeft bekleed. Naar sprekers meening zal betrokkene wel eenige reserve hebben ge- vormd, wel hebben gespaard en zal waa;- schijnlijk zijn huisje wel eigen zijn, zoodat hij j gen huishuur meer behoeft te betalen. De heer OGGEL deelt mede, dat bij Burge meester en Wethouders den doorslag voor hun benaming te besluiten De heer VAN KAMPEN betwijfelt, of de op vatting van Burgemeester en Wethouders, dat men met den naam ..Oranjestraat" ook in de lijn der historie blijft, wel juist is. Sprekei is het met de meening van het college niet eens. In andere plaatsen treft men te kust en te keur namen als ..Oranjestraat", „Oran- jelaan" enz., zonder dat ait eenig verband met de historie houdt. De naam Bastion Oranjestraat", of „Bastionstraatzal denge- nen, die door die straat passeeren, zich af doen vragen, om welke reden dien naam gegeven is, en dan wijst naar zijn meening een aaer laatste namen wel degelijk terug naar de historie van Axel. Spreker zal dan ook tegen het voorstel van Burgmeester en Wethouders stemmen. De VOORZITTER acht de opmerkmg van den heer Van Kampen juist, doch moet mede- deelen, dat het prae-advies de opvatting van Burgemeester en Wethouders niet geheel en al juist heeft uitgedrukt. Er is in Burge meester en Wethouders over gesproken, en is besloten, voor te stellen, de straat den naam van ..Oranjestraat" te geven, dus een bordje ..Oranjestraat" te doen maken, en dan eronder Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat de thans in gebruik zijnde beerruimings- installatie, die sedert 1925 in exploitatie is, j dezer dagen bij het in functie zijn, zijn dienst geweigerd heeft, op grond dat de onderdee- g len hoofdzakelijk versleten zijn. Het was hun reeds bekend, dat de kracht welke wekelijks 1 van deze installatie wordt geeischt aan het af nemen was. Toch hadden zij gewild eerst bij de begrooting voor 1936 met een voorstel te komen voor aanschaffing van een nieuwe installatie. Nu blijkt de noodzakelijkheid, dat zij dit in den loop van dit jaar moeten doen. Zij hebben prijsopgaaf gevraagd van een dergelijke installatie met een z.g. pompsys- teem, daar het ontploffingssysteem niet voi- doet. De kosten van een beerruimingsmachine met een inhoud van 2% M3 bedragen 875 De inhoud van de tegenwoordige bedraag slechts iy2 M3. De nieuwe machine kan ge- monteerd worden op de aanwezige wagen. Met de kosten van montage en vracht zal een en ander begroot kunnen worden op 1000. Wordt voongesteld te besluiten: 1. tot aanschaffing van een nieuwe beer- ruimingsinstallatie met pompsysteem '2. voor deze uitgaaf een geldleening aan te gaan groot 1000, rentende hoogstens 4% en af te lessen in vier jaar. Dit bedrag op te nemen in dit jaar. De VOORZITTER deelt mede, dat het hier betreft een practische noodzakelijkheid, daar de installatie totaal versleten is. De heer VAN BENDEGEM merkt op, dat hij liever had gezien een berekening, wat de kosten zouden zijn van de vervanging der oude, versleten onderdeelen,, door nieuwe. Spreker zou er veel voor voelen, indien moge lijk, nog met de oude machine voort te gaan. Zouden Burgemeester en W-ethouders hiervan mogelijk een berekening kunnen voorleggen? De VOORZITTER antwoordt, dat de thans in gebruik zijnde machine al een heelen tijd mee gaat. Deze wordt thans 10 jaar ge- bruikt, en de onderdeelen ervan zijn door het gebruik totaal versleten. Deze zijn niet meer te krijgen. Ook de door den heer Van Ben degem geopperde mogelijkheid is door Bur gemeester en Wethouders onder de oogen ge zien. Een berekening der kosten staat ver meld in het prae-advies. De nieuwe tank kost 875, terwijl dan hierbij, zooveel mogelijk, ook de onderdeelen van de oude machine wor den gebruikt, daar de tank op het onderstel van den ouden wagen zou worden gemonteerd. De heer VAN BENDEGEM is van meening, dat dan de kwestie anders wordt. Hij had zichzelf tie vraag gesteld, of het niet mogelijk was, inplaats van de oude onderdeelen nieuwe aan te schaffen. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders precies hetzelfdie idee hebben gehad. Het verkrijgen van nieuwe onderdeelen bleek echter niet mogelijk. Men moet niet vergeten, dat de oude machine 10 jaar dienst heeft, en dus reeds verouderd is. Bovendien worden de oude onderdeelen zoo veel mogelijk nog gebruikt. De nieuwe tank zal op het onderstel van de oude machine worden gemonteerd. Burgemeester en Wet houders hebben onderzocht, dat de thans voor gestelde weg inderdaad de goedkoopste is. De heer VERSCHELLING deelt mede, dat hij een ander bezwaar heeft, nJ. wat betreft de grootte van den inhoud. Hij vreest, dat men, indien de tank vol is, van verschillende erven in de gemeente niet zal kunnen af- komen. Het komt thans al voor, dat indien de tank igeheel gevuld is, deze op sommige plaatsen niet weggereden kan worden. Indien er dan niet toevallig een gemeentepaard in de buurt is, kan men niet weg. Hij doelt b.v. op den oprit bij 1'Azote, aan het voormalige erf van Dekker. Daar krijgt men zoo'n geladen wagen niet met 1 paard den dijk op. De VOORZITTER Dan zetten we er twee voor. Bij aanschaffing van de nieuwe machine heeft men het groote voordeel, dat men kan zorgen, dat het bedrijf marcheert. De heer OGGEL merkt nog op, dat boven dien het bedrijf zichzelf bedruipt. De VOORZITTER wijst erop, dat voorge- steld wordt, de nieuwe machine in 4 jaar af te schrijven. De oude gaat thans reeds 10 jaar mee. De heer I. DE FEIJTER deelt mede, ook den indruk te hebben, dat de oude machine geheel versleten is. Hij vraagt of het niet mo gelijk was, den aankoop te doen plaats hebben door tusschenkomst van de ingezetenen. der gemeente. De VOORZITTER deelt mede, dat eemgen tijd geleden de oude machine den dienst heeft gestaakt. Deze is toen opgelapt, en is de ge- meenteopzichter door Burgemeester en Wet houders ermede belast, uit te zien naar de voorziening van een nieuwe, waarop hij ter jaarbeurs te Utrecht prijs heeft gevraagd. Daarop is ingekomen een prijsopgave van de betreffende fabriek. De heer VAN BENDEGEM merkt op, dat men als adres kan opgeven het adres van een handelaar die in machines doet, waarhg deze een zeker percentage van den aankoop zou kunnen krijgen. De heer DE RUIJTER vraagt, of de ma chine, waarvan de aankoop wordt voorgesteld van Nederlandsch fabrikaat is. De VOORZITTER kan mededeelen, dat too mogelijk, de aankoop van een machine van Nederlandsch fabrikaat zal worden bevorderd. Met de mededeeling van den heer Van Bende gem zal rekening worden gehouden. Met algemeene stemmen wordt overeen- komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 8. Afschrijving schoolgeld- en hondentoe- lasting. Naar aanleiding van ingekomen verzoeken stellen Burgemeester en Wethouders voorr a. afschrijving te verleenen van den aan- slag van schoolgeld aan G. den Deurwaarder f 0,70; b. afschrijving te verleenen van den aan- slag wegens hondenbelasting aan S. J. L. Ortelee 2. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 9. Wijziging gemeentebegrooting. Burgemeester en Wethouders stellen voor; a. te wijzigen de gemeentebegrooting voor 1934, als volgt: a. Burgemeester en Wethouders stell®s voor, de begrooting voor 1934 te wijzigen. als volgt: onder de inkomsten te verhoogen de postern; restitutie van te veel betaalde kosten van ver zekering tegen ongevallen 788,63; restitutie van te veel betaalde rente /0,14; idem 125; ontvangst van wegens een vorigen dienst te weinig genoten vergoeding van het rijk, krach tens art. 56 der L.O.wet 1920 85,50; subsidie van de provincie in de kosten van verpleging van arme krankzinnigen 178,39; terugont- vangst van te veel betaalde kosten van ver pleging en behandeling van arme krankzinni gen 76,56; totaal 1254,22; van den kapitaaldienst te verhoogen den post teruggaaf van te veel opgenomen gehien door de bad- en zweminrichting 100: onder uitgaven te verhoogen de posten: uit- keering aan gemeenten, ingevolge art. 104, le lid der L. O. -vet 1920 /-100; idem 100; be- looning van ddctoren, heelmeesters, vroedvrou- wen enz. /40; onvoorziene uitgaven 814.22, totaal 1054,22; te verminderen de posten: uitkeering aan andere gemeenten in de aan schoolbesturen te betalen vergoeding, bedoeld in art. 205 der L. O. wet 1920 100; uitkeering aan gemeen ten ingevolge art. 86 der L. O. wet 1920 100: totaal 200; van der. kapitaaldienst te verhoogen den post buitengewone aflos van een geldleening /100. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. b. Burgemeester en Wethouders stellen voor, de begrooting voor 1935 te wijzigen als volgt onder de inkomsten van den kapitaaldienst te verhoogen de posten: geldleening ov-erge- bracht van hoofdstuk XVI 8200; id. 16.150; deel der geldleening ad 24.500, blijvende ten bate van hoofdstuk XVI 150; totaal 21 >00; 1 onder de uitgaven te verhoogen de posten van den gewonen dienst: kosten van plaat sing en onderhoud waarschuwingsborden en weg- wijzers f 300; aanschaffen en onderhouden van schoolmeubelen enz. 80; totaal 380; te verlagen de posten: onderhoud der ian- taams en verdere kosten der straatverlichting 300; veriichting, verwarming en schoonhou- den van schoolgebouwen 80; totaal 380; van den kapitaaldienst te verhoogen de posten kosten van den aanleg van straten en wegen 7200; aankoop van een beerruimings-- installatie 1000; kosten van aankoop van gronden 15.150; ontwerpen van een uitbnei- dingsplan der gemeente 1000; kosten van het sluiten van geldleeningen f 150; totaal I 24.u00. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. De VOORZITTER schorst de openbare ver gadering, welke overgaat in een zitting met gesloten deuren. Na heropening der vergadering stelt de VOORZITTER aan de order 4. Verkoop bouwgrond. a. Van de Directie van de P.Z.E.M. is een verzoek ingekomen om een gedeelte van een perceel bouwgrond te koopen in de Prins Hen drikstraat, nabij den uitweg van de mo! en van J. A. Cappon, genummerd onder No. 55 zijnde een oppervlakte van pl.m. 110 M2., teneinde aldaar een sohakelstation te bouwen. Aanvankelijk had de Directie van de PZ E.M. haar plan uitgewerkt op de berm van de Butbdijk. Op verzoek van Burgemeester en Wethouders heeft de Directie het plan laten varen en zou dit gebouwtje om die reden wii'.eo plaatsen op het bovengenoemde terrein. Het komt Burgemeester en Wethouders voor. dat dit verzoek voor inwilliging vatbaar is en een tegemoetkomende houding hierbij aan den dag moet gelegd worden door de eenige meters grond achter dit gebouwtje te trekken bij het daamaast liggende perceeltje. Wordt voorgesteld dit gedeelte van dat perceel te verkoopen tegen den vastgestelden prijs van drie gulden vijftig cent per M2 Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. b. Ingekomen is een verzoek van A. Leaaos om een gedeelte vrijkomende grond, nabij de traverse in het verlengde van zijn perceel te koopen. Het betreft een oppervlakte van pl.m. 25 M2. grond, welke door de gemeente voor het verkeer niet kan worden benut. Een gedeelte buiten deze oppervlakte zal bestemd worden i voor urinolr. In overleg met den heer Ingenieur van de Prov. Waterstaat kan dit aan Lenos afgestaan

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 5