as i ssmss&s
Ter Neuzensche Courant
Tweede Blad
Binnenland
Maandag 3 Juni 1935 Mo. 9306
GEMEENTERAAD VAN
AXEL.
5- j
VAN
BIJZONDERE MAATREGELEN TEN
AANZIEN VAN LOOPENDE LANDBOUW-
HYPOTHEEK- EN PACHT-
OVEREENKOMSTEN.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een wets-
ontwerp, houdende bijzondere maatregelen ten
aanzien van loopende 1 andbouwh ypo theek- en
pachtovere en k om s tenTer toelichtimg zegt de
regeering o.m.
Bij Kon. besluit van 12 Maart 193© tot wij-
ziging van bet Crisisorganisatiebesluit 1933 is
den Minister van Economische Zaken de ba-
voegdheid gegeven om ingevai een landbou-
wer, wiens goed met hypotheek is bezwaara,
met executie wordt bedreigd te beschikken,
dat degeen, die het landelijk eigcndom op de
executie koopt en de voigende gebruikers niet
zullen worden toegelaten tot een crisis-orga-
nisatie, hetgeen tot gevolg heeft, dat zij, geen
producten meer mogen telen, geen vee mogen
bouden en geen landbouwsteun zullen ontvan-
gen. Het spreekt vanzelf, dat onder deze om-
standigheden het aangeboden goed niet spoe-
dig een kooper zal vinden. De ministerieele
beslissing werkt dus practisch als een executie-
verbod, zij het ook niet in absoluten zin.
Het werk van de hypotheekcommissie.
De crediteur kan voorkomen, dat zoodanige
ministerieele beschikking wordt gegeven, wan-
neer hij bereid is onder de auspicien van de
z.g. Hypotheekcommissie een regeling te tref-
fen met den landbouwer, welke regeling kan
bestaan in een verleenen van uitstel of wel in
een regeling van verdergaande, saneerende
strekking.
Als gevolg van d'e Kon. besluiten zijn ver
schillende zaken bij de Hypotheekcommissie
aangebracht en door haar onderzocht. Doch
dit is niet het eenige voordeel, hetwelk de in-
stelling dier commissie, wier werkzaamheid
de regeering op bijzonderen prijs stelt, heeft
aangebracht. Ongetwijfeld heeft het enkele
feit van haar bestaan preventief gewerkt.
Intusschen heeft steeds bij de regeering de
bedoeling voorgezeten om de bij Kon. besluit
tot stand gekomen regeling zoo spoedig moge-
lijk te vervangen door een wettelijke regeling.
Immers op verschillende punten kan slechts de
wet op afdoende wijze deze materie regelen. In
de eerste plaats kan de wet alleen recht-
streeks de crediteuren dwingen met minder
genoegen te nemen, dan waarop zij recht heb-
ben volgens contract; voorts kan d'e wet al-
,leen voorschrijven, dat en in hoever de positie
van borgen en andere derden wordt geinfluen-
ceerd door de gewijzigde positie van den schul-
denaar; vervolgens kan niet langer een schuld-
eischer voor een klein concurrent bedrag door
weigering van zijn medewetking het tot stand
komen van een go wen s c h te regeling bemoeilij-
ken. En zoo zouden er meer punten zijn op
te noemen.
Zoolang niet het onderhavige we.tsontwerp
tot wet is verheven, kunnen de met de uit-
voering van bovengenoemde besluiten belaste
waaronder krachtens art. la mede is begre-
pen vee en gereedschappen en geoogste vruch-
ten of executie van hun huisraad, in den
zin van art. 571 K.W., dreigt door gerechte-
lijken verkoop of door verkoop krachtens art.
1223 lid 2 B.W., wegens niet nakoming van de
verplichting tot rentebetaling of tot tussohen-
tijdsche aflossing uit hoofde van geldleening,
een verzoek in te dienen om verlaging van
rentelasten (achterstand of eerstvervallende
rentetermijnen wijziging van de verplichting
tot tussohentijdsche aflossing (achterstand of
eerstvervallenden aflossingstermijn
De indiening van een verzoekschrift inge-
volge artikel 3 schort de bevoegdheid van den
schuldeischer op om door gerechtelijke of bui-
tenger echtelij ke dwangmaatregelen tegen
schuldenaar of derden-verbondene zich vol-
doening te verschaffen.
Artikel 6 legt den rechter met zooveel woor-
den de verplichting op, bij zijn beslissingen
mede te letten op de bedrijfsuitkomsten van
vroegere jaren, Dit voorschrift heeft tot ge
volg, dat voor de schatting van de bedrijfs-
inkomsten en de beoord'eeling van de voi-
doendheid daarvan tot dekking van de uit
geldleening voortspruitende verplichtingen niet
alleen maatstaf is wat een dergelijk bedrijf in
doorsnee opbrengt, doch dat de rechter reke-
ning houdt met wat het bedrijf in concrete in
de afgeloopen jaren heeft opgeleverd.
De toepasselijkheid der wet is beperkt tot
contracten aangegaan v66r 1 Juni 1935.
Vergadering van Dinsdag 21 Mei 1935
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer P. Blok, Burgemeester. j
Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, A. Th.
't Gilde, A. Verschelling, Adr. Hamelink, I. de
Feijter,P. J. van Bendegem, B. Seghers, C.
van Kampen; A. P. de Ruijter, F. Dieleman en
J. de Feijter, benevens de Secretaris J. L. J.
MariS" J n J.
Afiwezig de heeren C. Th. van de Bilt en C.
Hamelink.
(2. Vervolg.)
3. Verleenen van eervol ontslag aan A.
IJsebaert als gemeentewerkman.
Ingekomen is een verzoek van A. IJsebaett,
gemeentewerkman, om hem wegens het be-
reiken van den 65jarigen leeftijd per 18 Mei
e.k. ontslag uit den gemeentedienst te willen
verleenen.
Burgemeester en Wethouders merken hier-
omtrent op, dat de betrokkene op grond van
het ambtenarenreglement per 30 Juni a.s. den
gemeentedienst moet verlaten.
In een der voigende vergaderingen zal een
aanbeveling worden gedaan ter voorziening
in de ontstaande vacature.
Naast zijn verzoek om eervol ontslag, vraagt
IJsebaert een bescheiden toelage op het hem
toe te kennen pensioen. Usebaert heeft bij
bet verlaten van den gemeentedienst 24 '/2
dienstjaren, waardoor hij recht krijgt op een
pensioen van 577. Waar zijn inkomsten tot
ongeveer de helft dalen, doet hij dit verzoek
om een bescheiden toelage.
Burgemeester en Wethouders deelen mede,
dat in de tegenwoordige tijdsomstandigheden
moeilijk aan een toelage op pensioen kan wor
den gedacht. en stellen mitsdien voor, op het
organen nog nuttig"werk doen; immers zouden j verzoek om 'een toelage afwijzend te beschik-
de crediteuren v66r de totstandkoming van de j ken. deelt mede dat hn het
commissie.
De regeering zal niet ontikennen, dat door
de onderhavige wetsvoordracht wordt inge-
grepen in burgerrechtelijke vertioudingen.
Zulks is echter in cfe tegenwoordige tijdsom
standigheden onvermijdelijk. De contracten,
waarom het in dit wetsvoorstel gaat, zijn con
tracten met een meef duurzame bestemming.
Bij het sluiten heeft de zich verbindende schul
denaar onmogelijk alle omstandigheden, die
van invloed zijn op de mate, waarin hij tot na
koming van de aanvaarde verplichtingen in
staat zou zijn, kunnen voorzien. Bovendien
moet, voor wat de onderhavige materie be-
treft, in het oog worden gehouden dat de
waarde en de opbrengst van landelijke eigen-
dommen geheel afhankelijk is van den genoten
landbouwsteun. Het ligt om deze redenen voor
de hand, dat worde voorkomen, dat een schuld
eischer, die zij het ook op indirecte wijze
zijn debiteur, die alles in het werk heeft ge-
steld om aan zijn verplichtingen te voldoen.
van huis en hof verjaagt. Het is redelijk, dat
de crediteur, wiens onderpand zijn waarde
grootendeels ontleent aan den landbouwsteun,
zijnerzijds een offer brengt, door bij de uit-
oefening van zijn recht niet het voile pond te
eischen.
Verlaging van geldelijke ver
plichtingen.
Hiet wetsontwerp beoogt dit doel te berei-
ken door te bepalen, dat, indien de schulde
naar door de tijdsomstandigheden niet in staat
is zgn rente- en aflossingsverplichtingen uit
hoofde van geldleeningen te voldoen, hij zich
tot den rechter kan wenden om verlaging van
die geldelijke verplichtingen te krrjgen. In die
gevallen, waarin de wet wordt toegepast, heeft
zij derhalve een saneerende werking en als
zoodanig een vaste-lasten-verlagende tendenz.
Een en ander echter slechts voor zoover de
schuldeischer niet aantoont dat zijn belangen
zwaarder wegen dan die van den schuldenaai.
De verlaging van de rente en de wijziging in
de aflossingsverplichtingen zou den schuld
eischer uit geldleeningen aanleiding kunnen
geven de al -dan niet onder hypothecair ver-
band gesloten leeningen op te zeggen. Ten
einde een ongebreidelde opzegging te voor- j
komen opzegging, welke ook niet zou zijn
in het eigenbelang der crediteuren plaat-
sen de artikelen 10 e.v. haar onder rechter lijke
controle.
Ten slotte wordt door de onderhavige wet
aan pachters de bevoegdheid gegeven zich te
beroepen op de Crisispachtwet 1932, voor zoo
ver zij niet in staat zijn de verplichtingen na
te komen, voortvloeiende uit pachtcontracten,
gesloten tusschen 1 Januari 1932 en 1 Juni
1935, zulks in afwachting van de totstand
koming van het door de regeering onlangs in-
gediende wetsvoorstel tot nieuwe regeling van
de pacht.
Hoewel het onderhavige ontwerp zich be-
paalt tot maatregelen op het terrein van den
landbouw, mag daaruit niet worden afgeleid
dat hiermede het laatste woord inzake de ver-
dere aanpassing door verlaging van vaste las-
ten gesproken is. Ook elders wordt die behoef-
te gevoeld. Intusschen ligt de zaak daar ge
heel anders dan bij den landbouw. Al dadelijk
ontbreekt hier het verband met den van over-
heidswege verleenden steun en ten andere zijn
de toestanden er van veel ingewikkelder aard.
In verband hiermede is het niet mogelijk op
dit oogenblik met verder gaande ontwerpen te
komen. Een beslissing van de regeering ten
deze is echter binnenkort te verwachten.
De kern van de voorgestelde regeling.
De artikelen 3 en 6 bevatten de kern der
voorgestelde regeling. Art. 3 geeft den grond-
gebruikers, die voor hun eigen schulden bypo
theek hebben genomen, de bevoegdheid om,
wanneer ontzetting uit hun landelijk eigendom
komt door het
groote moeilijkheden. Men moet an oogen-
schouw nemen, dat zijn inkomen daalt van
I f 20 tot 10. Een inkomen van dien aard
levert zoo goed als geen bestaan. De man
i heeft aan dit ontslag zelf geen schuld, doch
is genoodzaakt, wegens het bereiken van den
f pensioengerechtigden leeftijd ontslag te vra-
gen. Toen hij in dienst kwam, is door hem
waarschijnlijk in het geheel niet aan pensioen
gedacht, destijds was daar nog geen sprake
van. Hij heeft dus in dit geval niet anders ge-
kund dan zijn ontslag vragen. Men moet toch
ook in aanmerking nemen, dat door hem werk
is gedaan, dat andere menschen niet kunnen,
werk, waarvoor vakkennis noodig was. De
laatste 4 a 5 jaar heeft hij niet anders gedaan
dan betonwerk maken. Spreker had bij zich-
zelf geredeneerdindien hij nu, zeg aan de
gemeente eens een f 1000 had bespaard, dat
ze, indien IJsebaert er niet was geweest, meer
aan vaklui had moeten uitgev-en, dan zou het
toch niet meer dan billijk zijn, indien hem
thans een toelage werd toegekend. Spreker
acht zichzelf althans persoonlijk zedelijk ver-
plicht, hem een zekere vergoeding toe te ken
nen en stelt daarom voor, aan IJsebaert een
toelage op zijn pensioen toe te kennen van
200 's jaars.
De heer VAN BENDEGEM deelt mede, over
deze kwestie eenigszins anders te denken.
Iemand, die in gemeentedienst werkt, heeft
naar zijn meening een bevoorrechte positie,
weet, waarvoor hij werkt. Het inkomen van
betrokkene daalt voorts niet tot f 10 maar
tot 11. Er zijn vele boerenarbeiders, die van
dit bedrag rond moeten komen, en daarbij
nog een groot gezin hebben, terwijl in dit ge
val van een groot gezin maar bezwaarlijk
sprake kan zijn. IJsebaert heeft nl. naast zijn
vrouw nog een dochter thuis, dus kan, spreker
aannemen, dat ze het heel moeilijk
afwijzend voorstel heeft gegeven het feit, dat
betrokkene niet versleten was, doch dat hij
den dienst moet verlaten, omdat hij 65 jaar
wordt. De mogelijkheid is dus voor hem niet
uitgesloten, dat hij iets zal kunnen bijverdie-
nen. Betrokkene is in zijn vak niet slecht, en
is een flink werkman.
De heer DIELEMAN merkt op dat't moeilijk
im, omtrent deze zaak in het openbaar te spre-
ken, daar het hier een persoonlijbe aangele-
genheid betreft. Naar zijn meening is het pen
sioen van betirokkene ook zeer laag. Hij is lang
in dienst geweest, en gaat, men moet het toe-
stemmen, met een slecht pensioen naar huis.
Door de menschen, die betrokkene helpen
willen is gezegd, dat hij evenveel pensioen
krijgt als een landarbeider. Burgemeester en
Wethouders staan afwijzend tegenover zijn
verzoek om hem een toelage te verleenen
van 100.
De VOOiRiZITTBR deelt mede, dat deze zaak
in Burgemeester en Wethouders uitvoerig is
besproken en dat het resultaat is geweest,
dat Burgemeester en Wethouders tot de con-
clusis kwamen, te moeten voorstellen, op zijn
verzoek niet in te gaan.
De heer VAN KAMPEN geeft als zijn mee
ning te kennen, dat hij het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders zal steunen. Het
pensioen van betrokkene bedraagt een kleine
12.
De heer SEGHERSDaar komt hij met aan.
De heer VAN KAMPENZeg dan een goede
f 11. Dat is evenveel, als anderen met hard
werken moeten verdienen, zooals ook de heer
Van Bendegem heeft betoogd. Spreker vindt
dit een gezond antwoord, en het kenteekent
volkomen den boestand, zooals die thans is.
Niet de loonen moeten omhoog, doch de kos-
ten dienen van dien aard te zijn, dat men van
dat bedrag rond kan komen. We zullen er heeD
moeten, dat de rest van het maatschappelijk
leven op dien basis wordt ingericht.
Betrokkene heeft jaren gehad, dat hij 24
verdiende en andere dat hij van 22 tot 24
inkomen genoot. Het is toch logisch, dat men
daarvan opspaart, en van het opgespaarde
geld een verzekering sluit of anderszins.
Daarom is het ook niet onlogisch, aan te
nemen, dat hij meerdere inkomsten hebben
zal( dan zijn pensioen bedraagt. En dan vormt
het bedrag van het pensioen voor den raad
geen rechtsgrond, om dit nog te verihoagen.
De heer SEGHERS merkt op, dat het hem
spijt van den heer Van Bendegem te moeten
hooren, dat ook anderen van lage salarissen
moeten rondkomen. Want in de meeste geval
len zijn ze voor de groote schare te laag.
Spreker acht het niet te verdedigen, den man
met zoo'n klein gemeentepensioentje naar
huis te sturen, het is te laag.
De heer Oggel heeft opgemerkt, dat hij nog
niet versleten is, en er nog wel iets zou kun
nen bijverdienen. Als menschen van 25 jaar
al geen werk hebben, wat moet hij dan daar
van verwachten, tenzij de gemeente hem als
los werkman in dienst zou willen nemen.
De heer A. HAMELINK deelt mede, het
voorstel van den heer Seghers om een toelage
van f 200 te verleenen, te steunen.
Het voorstel wordt niet nader ondersteund,
en kan dus geen onderwerp van beraadslaging
uitmaken.
Het voorstel van den heer Dieleman, tot
boekenning van een toelage a f 100 wordt
alleen ondersteund door den heer Seghers en
kan alzoo geen onderwerp van beraadslaging
uitmaken.
Het gevraagde eervol ontslag wordt ver-
leend met 10 stemmen tegen 1.
Voor stemmen de heeren I. de Feijter, J. de
Feijter, 't Gilde, A. Hamelink, Van Kampen,
Oggel,'De Ruijter, Verschelling, Van Bende
gem en Dieleman; tegen stemt de heer
Seghers.
De VOORZITTER deelt mede, alvorens
punten 4 en 5 der agenda te behandelen, een
en ander hieromtrent in besloten vergadering
te willen bespreken. Hij stelt aan de orde:
in kleinere letters te plaatsen „Bastion
Oranje". De verkorte naam der straat zou
dus in groote, en de eigenlijke naam in kleine
letters op neL naanioord woraen vermeld.
De heer VERSCHELLING: Met" het jaartal.
De VOORZITTER deelt verder mede, deze
toezegging te hebben gedaan aan den secre
taris der commissie, welke daarmede ook
De VOORZITTER herhaalt, dat de oude
machine absoluut versleten is. Indien men
geen nieuwe kan krijgen, zal men genoodzaakt
zijn, het bedrijf stop te zetten. Zooals gezegd,
•zijn onderdeelen voor de oude machine met
meer te krijgen.
De heer OGGEL merkt op, dat bovendien
de aanschaffing van een nieuwe machine de
accoord ging, omdat dan toch werd verwezen j gemeentefmancien met treft, daar het bedrijf
naar het Bastion Oranje, en alzoo de herinne- j zich^if^bedruipt
rig aan de geschiedenis van Axel werd opge-
roepen.
De heer VAN KAMPEN oonstateert, dat
hier dus sprake is van een compromis tus
schen de opvatting der commissie en die van
Burgemeester en Wethouders. Hij vraagt zich
echter nog af, welke naam meer tot den
volksmond zal spreken, den naam „Bastion-
straat", dan wel „Oranjestraat". Het gaat er
hier niet alleen om, de meening van Burge
meester en Wethouders en dien van den voor
zitter der commissie te kennen, dan wel te
weten, of het volk accoord gaat met de be-
naming, en deze „erin" komt.
Spreker deelt volkomen het standpunt der
commissie, dat de naam ,,Oranjestraat" niet
noodwendig moet heenwijzen naar de histo
ric van Axel.
De heer 't GILDE merkt op, dat Burge
meester en Wethouders in hun praeadvies
schrijven, het gewenscht te achten, dat de
naam „traverse" uit den volksmond verdwijnt.
Hij acht dit toe te juiohen. Traverse is een
Fransch woord en hij is ervoor, zoo min mo
gelijk Fransche woorden te gebruiken. De
commissie wil er thans echter een Fransch
woord voor in de plaats stellen, nl. Bastion".
Hij vraagt: is het feit, dat daar vroeger een
bolwerk was, nu zoo iets bijzonders?
De VOORZITTER voert aan, dat de straat
dan zou worden genoemd naar het voormalige
bastion, dat daar ter plaatse was, het bastion
„Oranje".
De heer 't GILDE: Dus terwille van het feit
dat daar vroeger een bolwerk was, moet dien
naam worden gegeven. Ik vind daartoe geen
enkele aanleiding. Indien Prins Maurits b.v.
daar ter plaatse Axel binnengekomen was,
zou er eenige aanleiding zijn, een passenden
naam te geven.
De heer OGGEL: Prins Maurits is er ook
door gekomen.
De heer DE RUIJTER verklaart zich na de
toelichting door den Voorzitter gegeven, ac
coord met den voorgestelden naam. Daar
handelt men naar blijkt ook in den geest van
het oudheidkundig museum, of wat het dan
ook is, dat' zich met de naamgeving heeft
beziggehouden, indien men den naam van het
bastion erbrj vermeldt. De historische kwes
tie heeft men dan brj elkaar.
De heer I. DE FEIJTER is van meening,
dat men dan een tamelijk bord noodig zal
hebben, om dit stukje historic aan de vergetel-
heid te ontrukken.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt aangenomen met 9 stemmen
tegen 2.
i Voor stemmen de heeren J. de Feijter,
't Gilde, A. Hamelink, Oggel, De Ruijter,
Seghers, Verschelling, Van Bendegem en
Dieleman; tegen stemmen de heeren I. de
Feijter en Van Kampen.
7. Aanschaffen nleUwe beermachine.
het niet -
zullen hebben. Als het kon, zou spreker er ook j i)(Bastion Oranje 18e eeuw
gaame toe medewerken, een toelage te verlee- scniiiende gemeenten. zooals
nen, doch het is niet mogelijk. Er zijn veel
menschen, die van zoo'n bedragje rond moeten
komen.
De heer 't GILDE merkt op, dat het hier j
gaat over personen, het betreft hier een teere
zaak. Spreker stemt toe, dat er vele menschen
zijn, die in het vrije bedrijf maar evenveel ver
dienen en die dan toch zouden moeten meebe-
talen aan de toelage, indien die zou worden
verleend. Hierdoor zou een scheeve verhou
6. Nieuwe straatnaam.
Burgemeiester en Wethouders deelen mede,
dat binnen korten tijd de nieuw aangelegde
weg aan de traverse voor het verkeer zal
worden opengesteld. Zij achten het gewenscht,
dat deze weg een naam heeft, mede met het
oog op de woningen die daar zullen worden
gebouwd. Teneinde den naam traverse niet
langer in den volksmond te doen voortleven,
zal een nieuwe aanduiding wenschelijk zijn.
De commissie tot onderzoek van de historie
van Axel, verkort ,,Coha", heeft aan de hand
van de historie het voigende schrijven inge-
zondien:
Ondergeteekenden, leden der ,,Ooha nemen
door dezen eerbiedig de vrijheid om het vol- -
gende onder uwe aandacht te brengen:
In ons schrijven van Juli 1934 is onzerzijds j
den wensch uitgesprokenle. de thans als
Kaaiwal bekende straat in tweeen te splitsen
en het gedeelte ten Oosten van het achtererf
van den heer Marijs Kaaiwal te blijven noe
men, en ten Westen daarvan den naam Barak-
ken te geven: 2e. de straat' die nu gelegd
wordt van de Barakken naar de Zeestraat
Bastion Oranjestraat te willen noemen.
Waar wij hoorden, dat die naam wat lang
wordt gevonden, zouden wij u willen opmerken
dat er meer lange nanien bestaan, als Pietei
Paulusstraat en Prins Hendrikstraat.
Bestaat er uwerzijds onverhoopt bezwaar
tegen de lengte van dien naam „Bastion
Oranjestraat" dan zou die straat kunnen ge
noemd worden Bastionstraat, terwijl op het
naambordje eronder kan vermeld worden
zooals in ver-
Den Haag en
Rotterdam geschiedt, wanneer een straatnaam
maar een historische persoon of plaats wordt
vemoemd.
Zooals bekend is het ons doel de herinnenng
aan het Bastion Oranje en dus aan de plaats
der oude vestingwerken van Axel levendig te
houden, waarmede uw geacht college onge-
twijfeld zal instemmen.
Het komt Burgemeester en Wethouders voor,
dat men aan de hand der reeds gegeven straat
ft
ding ontstaan. Men kan als raadslid niet steeds -namen met de benaming ..Oranjestraat" ook
zijn hart laten spreken. Spreker zou ook in jjjn der bistorie blijft.
gaarne medewerken, om de gevraagde toelage zij steilen VOOr, tot het geven van de laatste
te verleenen, doch gezien het feit, dat de be-
lastingen steeds maar verhoogen, kan spre- j
ker geen vrijmoedigheid vinden, aan het ver
zoek zijn medewerking te verleenen.
De heer A. HAMELINK deelt mede, wel te
kunnen meegaan met het voorstel van den
heer Seghers. Het is zeker, dat er velen zijn.
die van 11 toe moeten komen, doch niemand
zal betwisten dat dit te weinig is. Het is
waar, dat de landbouwer meer niet geeft, doch
het is te weinig, het is absoluut te weinig, in
dien men een gezin heeft. Daarom kan hij het
voorstel van den heer Seghers steunen.-
De heer VAN BENDEGEM merkt op, het
er ook geheel mede eens te zijn, dat men het
niet breed heeft, indien men maar een in
komen heeft van 11.
De heer A. HAMELINK: Het kan niet, het
is te weinig.
De heer VAN BENDEGEM voert daartegen
aan, dat betrokkene steeds een bevoorrechte
positie heeft bekleed. Naar sprekers meening
zal betrokkene wel eenige reserve hebben ge-
vormd, wel hebben gespaard en zal waa;-
schijnlijk zijn huisje wel eigen zijn, zoodat hij j
gen huishuur meer behoeft te betalen.
De heer OGGEL deelt mede, dat bij Burge
meester en Wethouders den doorslag voor hun
benaming te besluiten
De heer VAN KAMPEN betwijfelt, of de op
vatting van Burgemeester en Wethouders, dat
men met den naam ..Oranjestraat" ook in de
lijn der historie blijft, wel juist is. Sprekei
is het met de meening van het college niet
eens. In andere plaatsen treft men te kust
en te keur namen als ..Oranjestraat", „Oran-
jelaan" enz., zonder dat ait eenig verband
met de historie houdt. De naam Bastion
Oranjestraat", of „Bastionstraatzal denge-
nen, die door die straat passeeren, zich af doen
vragen, om welke reden dien naam gegeven
is, en dan wijst naar zijn meening een aaer
laatste namen wel degelijk terug naar de
historie van Axel. Spreker zal dan ook tegen
het voorstel van Burgmeester en Wethouders
stemmen.
De VOORZITTER acht de opmerkmg van
den heer Van Kampen juist, doch moet mede-
deelen, dat het prae-advies de opvatting van
Burgemeester en Wethouders niet geheel en
al juist heeft uitgedrukt. Er is in Burge
meester en Wethouders over gesproken, en is
besloten, voor te stellen, de straat den naam
van ..Oranjestraat" te geven, dus een bordje
..Oranjestraat" te doen maken, en dan eronder
Burgemeester en Wethouders deelen mede,
dat de thans in gebruik zijnde beerruimings-
installatie, die sedert 1925 in exploitatie is, j
dezer dagen bij het in functie zijn, zijn dienst
geweigerd heeft, op grond dat de onderdee- g
len hoofdzakelijk versleten zijn. Het was hun
reeds bekend, dat de kracht welke wekelijks 1
van deze installatie wordt geeischt aan het
af nemen was. Toch hadden zij gewild eerst
bij de begrooting voor 1936 met een voorstel
te komen voor aanschaffing van een nieuwe
installatie. Nu blijkt de noodzakelijkheid, dat
zij dit in den loop van dit jaar moeten doen.
Zij hebben prijsopgaaf gevraagd van een
dergelijke installatie met een z.g. pompsys-
teem, daar het ontploffingssysteem niet voi-
doet. De kosten van een beerruimingsmachine
met een inhoud van 2% M3 bedragen 875
De inhoud van de tegenwoordige bedraag
slechts iy2 M3. De nieuwe machine kan ge-
monteerd worden op de aanwezige wagen.
Met de kosten van montage en vracht zal
een en ander begroot kunnen worden op
1000.
Wordt voongesteld te besluiten:
1. tot aanschaffing van een nieuwe beer-
ruimingsinstallatie met pompsysteem
'2. voor deze uitgaaf een geldleening aan te
gaan groot 1000, rentende hoogstens 4%
en af te lessen in vier jaar. Dit bedrag op te
nemen in dit jaar.
De VOORZITTER deelt mede, dat het hier
betreft een practische noodzakelijkheid, daar
de installatie totaal versleten is.
De heer VAN BENDEGEM merkt op, dat
hij liever had gezien een berekening, wat de
kosten zouden zijn van de vervanging der
oude, versleten onderdeelen,, door nieuwe.
Spreker zou er veel voor voelen, indien moge
lijk, nog met de oude machine voort te gaan.
Zouden Burgemeester en W-ethouders hiervan
mogelijk een berekening kunnen voorleggen?
De VOORZITTER antwoordt, dat de thans
in gebruik zijnde machine al een heelen tijd
mee gaat. Deze wordt thans 10 jaar ge-
bruikt, en de onderdeelen ervan zijn door het
gebruik totaal versleten. Deze zijn niet meer
te krijgen. Ook de door den heer Van Ben
degem geopperde mogelijkheid is door Bur
gemeester en Wethouders onder de oogen ge
zien. Een berekening der kosten staat ver
meld in het prae-advies. De nieuwe tank kost
875, terwijl dan hierbij, zooveel mogelijk,
ook de onderdeelen van de oude machine wor
den gebruikt, daar de tank op het onderstel
van den ouden wagen zou worden gemonteerd.
De heer VAN BENDEGEM is van meening,
dat dan de kwestie anders wordt. Hij had
zichzelf tie vraag gesteld, of het niet mogelijk
was, inplaats van de oude onderdeelen nieuwe
aan te schaffen.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders precies hetzelfdie idee
hebben gehad. Het verkrijgen van nieuwe
onderdeelen bleek echter niet mogelijk. Men
moet niet vergeten, dat de oude machine 10
jaar dienst heeft, en dus reeds verouderd is.
Bovendien worden de oude onderdeelen zoo
veel mogelijk nog gebruikt. De nieuwe tank
zal op het onderstel van de oude machine
worden gemonteerd. Burgemeester en Wet
houders hebben onderzocht, dat de thans voor
gestelde weg inderdaad de goedkoopste is.
De heer VERSCHELLING deelt mede, dat
hij een ander bezwaar heeft, nJ. wat betreft
de grootte van den inhoud. Hij vreest, dat
men, indien de tank vol is, van verschillende
erven in de gemeente niet zal kunnen af-
komen. Het komt thans al voor, dat indien
de tank igeheel gevuld is, deze op sommige
plaatsen niet weggereden kan worden. Indien
er dan niet toevallig een gemeentepaard in de
buurt is, kan men niet weg. Hij doelt b.v. op
den oprit bij 1'Azote, aan het voormalige erf
van Dekker. Daar krijgt men zoo'n geladen
wagen niet met 1 paard den dijk op.
De VOORZITTER Dan zetten we er twee
voor. Bij aanschaffing van de nieuwe machine
heeft men het groote voordeel, dat men kan
zorgen, dat het bedrijf marcheert.
De heer OGGEL merkt nog op, dat boven
dien het bedrijf zichzelf bedruipt.
De VOORZITTER wijst erop, dat voorge-
steld wordt, de nieuwe machine in 4 jaar af
te schrijven. De oude gaat thans reeds 10 jaar
mee.
De heer I. DE FEIJTER deelt mede, ook
den indruk te hebben, dat de oude machine
geheel versleten is. Hij vraagt of het niet mo
gelijk was, den aankoop te doen plaats hebben
door tusschenkomst van de ingezetenen. der
gemeente.
De VOORZITTER deelt mede, dat eemgen
tijd geleden de oude machine den dienst heeft
gestaakt. Deze is toen opgelapt, en is de ge-
meenteopzichter door Burgemeester en Wet
houders ermede belast, uit te zien naar de
voorziening van een nieuwe, waarop hij ter
jaarbeurs te Utrecht prijs heeft gevraagd.
Daarop is ingekomen een prijsopgave van de
betreffende fabriek.
De heer VAN BENDEGEM merkt op, dat
men als adres kan opgeven het adres van
een handelaar die in machines doet, waarhg
deze een zeker percentage van den aankoop
zou kunnen krijgen.
De heer DE RUIJTER vraagt, of de ma
chine, waarvan de aankoop wordt voorgesteld
van Nederlandsch fabrikaat is.
De VOORZITTER kan mededeelen, dat too
mogelijk, de aankoop van een machine van
Nederlandsch fabrikaat zal worden bevorderd.
Met de mededeeling van den heer Van Bende
gem zal rekening worden gehouden.
Met algemeene stemmen wordt overeen-
komstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders besloten.
8. Afschrijving schoolgeld- en hondentoe-
lasting.
Naar aanleiding van ingekomen verzoeken
stellen Burgemeester en Wethouders voorr
a. afschrijving te verleenen van den aan-
slag van schoolgeld aan G. den Deurwaarder
f 0,70;
b. afschrijving te verleenen van den aan-
slag wegens hondenbelasting aan S. J. L.
Ortelee 2.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
9. Wijziging gemeentebegrooting.
Burgemeester en Wethouders stellen voor;
a. te wijzigen de gemeentebegrooting voor
1934, als volgt:
a. Burgemeester en Wethouders stell®s
voor, de begrooting voor 1934 te wijzigen. als
volgt:
onder de inkomsten te verhoogen de postern;
restitutie van te veel betaalde kosten van ver
zekering tegen ongevallen 788,63; restitutie
van te veel betaalde rente /0,14; idem 125;
ontvangst van wegens een vorigen dienst te
weinig genoten vergoeding van het rijk, krach
tens art. 56 der L.O.wet 1920 85,50; subsidie
van de provincie in de kosten van verpleging
van arme krankzinnigen 178,39; terugont-
vangst van te veel betaalde kosten van ver
pleging en behandeling van arme krankzinni
gen 76,56; totaal 1254,22;
van den kapitaaldienst te verhoogen den
post teruggaaf van te veel opgenomen gehien
door de bad- en zweminrichting 100:
onder uitgaven te verhoogen de posten: uit-
keering aan gemeenten, ingevolge art. 104, le
lid der L. O. -vet 1920 /-100; idem 100; be-
looning van ddctoren, heelmeesters, vroedvrou-
wen enz. /40; onvoorziene uitgaven 814.22,
totaal 1054,22;
te verminderen de posten: uitkeering aan
andere gemeenten in de aan schoolbesturen
te betalen vergoeding, bedoeld in art. 205 der
L. O. wet 1920 100; uitkeering aan gemeen
ten ingevolge art. 86 der L. O. wet 1920 100:
totaal 200;
van der. kapitaaldienst te verhoogen den
post buitengewone aflos van een geldleening
/100.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
b. Burgemeester en Wethouders stellen
voor, de begrooting voor 1935 te wijzigen als
volgt
onder de inkomsten van den kapitaaldienst
te verhoogen de posten: geldleening ov-erge-
bracht van hoofdstuk XVI 8200; id. 16.150;
deel der geldleening ad 24.500, blijvende ten
bate van hoofdstuk XVI 150; totaal 21 >00;
1 onder de uitgaven te verhoogen de posten
van den gewonen dienst: kosten van plaat sing
en onderhoud waarschuwingsborden en weg-
wijzers f 300; aanschaffen en onderhouden van
schoolmeubelen enz. 80; totaal 380;
te verlagen de posten: onderhoud der ian-
taams en verdere kosten der straatverlichting
300; veriichting, verwarming en schoonhou-
den van schoolgebouwen 80; totaal 380;
van den kapitaaldienst te verhoogen de
posten kosten van den aanleg van straten en
wegen 7200; aankoop van een beerruimings--
installatie 1000; kosten van aankoop van
gronden 15.150; ontwerpen van een uitbnei-
dingsplan der gemeente 1000; kosten van het
sluiten van geldleeningen f 150; totaal I 24.u00.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
De VOORZITTER schorst de openbare ver
gadering, welke overgaat in een zitting met
gesloten deuren.
Na heropening der vergadering stelt de
VOORZITTER aan de order
4. Verkoop bouwgrond.
a. Van de Directie van de P.Z.E.M. is een
verzoek ingekomen om een gedeelte van een
perceel bouwgrond te koopen in de Prins Hen
drikstraat, nabij den uitweg van de mo! en
van J. A. Cappon, genummerd onder No. 55
zijnde een oppervlakte van pl.m. 110 M2.,
teneinde aldaar een sohakelstation te bouwen.
Aanvankelijk had de Directie van de PZ
E.M. haar plan uitgewerkt op de berm van
de Butbdijk. Op verzoek van Burgemeester
en Wethouders heeft de Directie het plan laten
varen en zou dit gebouwtje om die reden wii'.eo
plaatsen op het bovengenoemde terrein. Het
komt Burgemeester en Wethouders voor. dat
dit verzoek voor inwilliging vatbaar is en een
tegemoetkomende houding hierbij aan den dag
moet gelegd worden door de eenige meters
grond achter dit gebouwtje te trekken bij het
daamaast liggende perceeltje.
Wordt voorgesteld dit gedeelte van dat
perceel te verkoopen tegen den vastgestelden
prijs van drie gulden vijftig cent per M2
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
b. Ingekomen is een verzoek van A. Leaaos
om een gedeelte vrijkomende grond, nabij de
traverse in het verlengde van zijn perceel te
koopen.
Het betreft een oppervlakte van pl.m. 25
M2. grond, welke door de gemeente voor het
verkeer niet kan worden benut. Een gedeelte
buiten deze oppervlakte zal bestemd worden
i voor urinolr.
In overleg met den heer Ingenieur van de
Prov. Waterstaat kan dit aan Lenos afgestaan