m a i b m.m Ter Neuzensche Courant Tweede Blad iQsB Binnenland Dam- en Schaakrubriek mm mm S #3 m m i mm m Maandag 27 Mei 1935 No. 9303 NEDERLANDSCHE RANK VEBDEDIGT DEN GULDEN. DAMMETsL NIEUWE REGELLNG VAN DE PACHT. SCHAKEN. HET DREIGEND CONFLICT IN DE MIJNSTREEK. Overeenstemming bereikt. Vrijdag is onder leiding van den Minister van Waterstaat ten zijnen Departemente in tegenwoordigheid van den Minister v. Sociale Zaken, den Rijksbemiddelaar prof. Aalberse, mr. van Waterschot v. d. Gracht, hoofdinge- nieur der mijnen en mr. Couvee, chef van de afdeeling Mijnwezen, andermaal een bespre king gehouden over bet dreigend conflict in de Mijnindiustrie. Het resultaat van deze bespreking is ge- weest, dat volledige overeenstemming tusschen partijen werd bereikt en het loonconflict tot een bevredigende oplossing is gebracht. HET BEZUINIGING S-ONTWERP. Naar de Telegr. vemeemt, zal 't voorloopig verslag der Tweede Kamer inzake het bezui- nigingsontwerp aantoonen, dat in de Tweede Kamer met ernstige oppositie valt te rekenen. Het verslag wordt deze week tegemoet gezien. Zooals niet anders was te verwachten, is er van socialistische zijde felle critiek uitge- bracht. Bedenkeiijker is, dat ook de R.-Kath. Kamerfractie meent ernstige bezwaren tegen het ontwerp te moeten maken. In parlementaire kringen maakt men zich, zegt het blad, over de houding der R.-Kath. fractie ongerust. Een groot gedeelte daarvan zou op 't standpnnt staan, dat het bij de open- bare behandeling tegen het ontwerp moet stemmen, indien het niet grondig wordt ge- wijzigd. WAT GESCHIEDT MET HET OVERSCHOT DER N. U. M.? Het Tweede Kamerlid, de heer Drees, heeft den Minister van Financien verzocht te willen mededeelen, of de vorderingen van de Neder- landsche uitvoermaatschappij, die in 1927 bij haar opheffing nog niet konden worden ge- ind, thans alle zijn gerealiseerd, en zoo neen, hoeveel er nog te innen blijft. Verder zou de heer Drees gaame ingelicht worden, hoe groot het bedrag is, dat tot nog toe als overschot van de N. U. M. beschikbaar is gekomen en of, in overeenstemming met de statuten van de N. U. M., het geheele bedrag in 's Rijks schatkist is gestort, en op welke wijze de ge- storte gelden zijn verantwoord. Daaraan ver- bindt de heer Drees de vragen, of de minister van oordeel is, dat over het op deze wijze verkregen rijksgeld kan worden besohikt zon- der medewerking der Staten-Generaal, zoo ja, op welke gronden dit oordeel berust, en zoo neen, waarop dan het besluit steunt tot het verstrekken van een leening uit deze gelden aan de stichting ,,De Hooge Veluwe", en ten slotte, of ook voor andere doeleinden bedragen aan deze gelden zijn ontleend, zonder, dat de Staten-Generaal daarin zijn gekend. Op de vragen van den heer Wijnkoop be- treffende de van Regeeringswege te nemen maatregelen tegen pogingen op bank- en beursgebied om te geraken tot devaluatie van den gulden, heeft minister Oud geantwoord: ,,De Regeering heeft uiteraard kennis ge- nomen van de aanvallen, die de gulden eeni- gen tijd geleden te verduren heeft gehad. ,,De middelen, moodig voor het afslaan van dergelijke aanvallen, staan, zooals reeds meer- malen gebleken is, ten dienste van de Neder- landsche Bank. ,,Voor het nemen van bijzondere maatrege len van Regeeringswege bestaat geen aanlei ding." CCCLXXXVT. Op verzoek van enige liefhebbers volgenhier wederom een aantal problemen en eindspelen We hopen dat onze lezers en vooral de begin ners ze nauwkeurig zullen naspelen, want ze kunnen als een voorproefje beschouwd wor den van de a.s. oplosserswedstrijd. No. 1, van Marcel Vimont, Fr. Zwart7, 12, 13, 14, 18, 20, 22, 24, 25, 35. Wit 29, 34, 37, 38, 39, 41, 45, 48, 49, 50. Wit speelt de verrassende zet 3430! Zwart is dus gedwongen tot 24X31- Wit vervolgens 41—37!! (zw. 25 X 43); 49X38! (31X33); 4540 enz. wint. No. 2, van W. van Noort, Hengelo. Zwart: 6, 7, 8, 9, 16, 20, 26. Dam op 19. Wit; 17, 29, 31, 34, 37, 38, 39, 40, 44, 45, 50. Wit wint als volgt: 37—32 (26X28 meer- slag)2924 (19X35 gedwongen); 3933 (28 X 30); 40—34!! (35X40); en 45X1- No. 3, van H. van Lunenberg, 'Haarlem. Zwart: 18, 26, 36. Wit: 32, 33. Dam op 14. Na de uitvoerige eindspel-beschouwingen, die we gaven naar aanleiding van het eindspel Boogaardvan Dixhoorn, zal de lezer de vol- gende winstgang stellig naar waarde weten te schatten. Wit wint zeer fraai door 3227! (zw. 2631 gedwongen); 2722! (18X27) en 3328! Op zw. 3641 of 3137 volgt een- voudig 28—22. No. 4, van P. H. Idzerda, Rotterdam. (Haagsche Post). ZWART 123 45 16 26 36 AFSOHUIVING VAN EEN ARMLASTIGE. Men schrijft aan de N. R. Crt.: iBij Kon. besluit van 2 Mei j.l. is beslist in een kwestie RotterdamAmersfoort inzake afschuiving van armlastige. Deze beslissing leert, dat zelfs de bij de armverzorging be trokken ambtenaren voorzichtig moeten zijn bij het kenbaar maken van him meening in een bepaald geval, aangezien in een dergelijke meeningsuiting kan worden gezien een uit- oefenen van invloed op de wilsvorming van den armlastige. Een zekere J. P. Zwakhals, geboren te Amersfoort, woonde met zijn gezin in Belgie, waar hij als fabrieksarbeider in zijn onderhoud voorzag. Nadat hij werkloos was geworden en zijn woning in Belgie wegens huurschuld moest verlaten, vertrok hij met zijn oudste dochtertje naar Nederland zijn vrouw bleef met de beide jongste kinderen bij haar zuster te Vilvoorde en meldde zich te Rotterdam bij Maatschappelijk Hulpbetoon om steun. Hier is dus het eerste contact met Rotterdam en men zal moeten toegeven, dat dit contact al heel zwak is. Hot is dan ook geen wonder, dat de betrokken controleur bij deze gelegen- heid zich jegens den verzoeker in dien zin uitte, dat, indien hij zich in diens positie be- vond, hij naar zijn geboorteplaats (Amers foort) zou gaan, aangezien dit de eenige plants hier te lande was, waar hij voor zijn vertrek naar Belgie gewoond had. Zwakhals vereenigde zich blijkbaar met deze oplossing en verzocht aan den controleur hem de reis- kosten voor hem en zijn kind naar Amers foort te verstrekken, waarop hem zoogenaamd passantengeld naar Gouda is verstrekt. Dan begint het contact met Amersfoort. Zwakhals komt daar namelijk op 20 Juli 1934 met zijn kind aan en meldt zich bij het bur- gerlijk armbestuur alaaar om ondersteuning, waarna hij door dat armbestuur werd onder- gebracht in de Toevlucht van het Beger des Heils te Utrecht, terwijl het meisje werd uit- besteed in het Tehuis voor vrouwen en kinde ren van het Leger des Heils aldaar. Toen Maatschappelijk Hulpbetoon te Rotterdam niet bereid gevonden werd de kosten van voor- melde uitbesteding voor zijn rekening te nemen, bracht het burgerlijk armbestuur te Amersfoort deze aangelegenheid ter kennis van de Kroon. M. H. te Rotterdam bleef van meening, dat Zwakhals geheel vrijwillig en zonder eenigen dwang van hun bestuur tot zijn vertrek naar Amersfoort had besloten, daar toch na het uitspreken door den bij deze zaak betrokken controleur van zijn persoonlijke meening, de armlastige geheel vrij was, dit denkbeeld al dan niet tot het zijne te maken en dit te meer, omdat omtrent zijn aanvrage om on dersteuning geen beslissing in afwijzenden zin was genomen, en dat, indien Zwakhals niet den wensch had te kennen gegeven, naar Amersfoort te gaan, doch hij te Rotterdam was gebleven, M. H. ongetwijfeld een onder steuning op grond van art. 30 der armenwet zou hebben verleend. De Kroon was echter vein meening, dat door de bedoelde woorden van den betrokken con troleur op wilsvorming van Zwakhals invloed is uitgeoefend, welke dezen er toe heeft ge bracht zich met zijn dochtertje naar Amers foort te begeven en dat mitsdien een geval, als bedoeld bij art. 40 der armenwet, zich hier voordoet, zoodat termen bestaan de kosten van ondersteuning ten behoeve van het meisje Zwakhals voor den tijd van een jaar ten laste te brengen van den gemeentelijken dienst voor M. H. te Rotterdam. De pachtovereenkomst zal voor onbepaalden tijd gelden. Ingediend is een wetsontwerp houdende nieuwe regeling van de pacht. Aan de memorie van toelichting is het vol- gende ontleend: De beide ontwerpen van wet houdende nieu we regeling van de pacht en regeling van de pachtcommissies zijn op den 5 Februari 1932 door de Eerste Kamer der Staten-Generaal verworpen. Nagenoeg niemand zal van oordeel zijn, dat door deze beslissing een blijvend bevredigende toestand werd geschapen. Zelfs de tegenstan- ders der genoemde ontwerpen beschouwen en terecht de bestaande regeling der pacht in het algemeen als verouderd en onvoldoende. kenden Rotterdamsen problemist Idzerda. Wit speelt achtereenvolgens 3024, 3731, 36 31, 28X19, 49—43, 38—32!, 44X4, 2520 en 4X2, waama het volgende eindspel overblijft: Zwart: 3 schijven op 3, 6 en 34. Wit: 1 schijf op 50 en 1 dam op 2. Zwart aan zet kan niet 3439 spelen we gens 230. Zwart is dus gedwongen tot 611 anders speelt wit immers 5044! Wit slaat 2X16 (zw. 3439); 5045 (zw. 38 of?); 45—40 (8—12 of?); 1649 (12—18); 49—16 (18—23); 167 (23—28); 7--16 (28—33); en 1632 wint. Men onderzoeke nu zelf eens, of het eindspel nog op een andere wijze te win- nen is, bijv. door schijf 50 op zijn plaats te laten staan. No. 5, van A. Polman, Almelo. ZWART 1 2 3 4 b Be regeering meent dan ook verplicht te zijn, den afgebroken draad op te vatten en de totstandkoming van een regeling van de pacht te bevorderen, welke eenerzijds op dezelfde grondslagen als het verworpen ontwerp is op- getrokken, anderzijds aan de geopperde beden- kingen tracht tegemoet te komen, voor zoover dat mogelijk is zonder gewichtige beginselen op te offeren. Het hierbij aangeboden ontwerp bedoelt dus niet een in beginsel nieuw ontwerp te zijn. Het is't oude ontwerp of juister een samen- smelting van de beide oude ontwerpen, welke slechts een revisie, zij het dan ook een op een aantal punten niet onbelangrijke revisie, heb ben ondergaan. De onderdeelen welke een wijziging hebben ondergaan, zijn: 1. Het zoogenaamde continuatierecht. 2. De vergoeding voor door den pachter aangebraehte verbeteringen. 3. Het tegengaan van buitensporige pacht- overeenkomsten. 4. De berechting van pachtzaken, in ver- bana met de pachtcommissie. 5. De vorm van het ontwerp. Het continuatierecht. De regeering heeft zich afgevraagt of niet een regeling kan worden tot stand gebracht in een vorm, welke eenerzijds aan de wenschen der pachters tegemoet komt en anderzijds in mindere mate aanleiding geeft tot de beden- kingen, welke de tegenstanders van het con tinuatierecht koesteren. Zij meenen dezen vorm in de volgende rege ling te hebben gevonden: De pachtovereen komst geldt, behaudens na te noemen uitzon- deringen (art. 5), voor onbepaalden tijd. Zij kan ite alien tijde door een der partijen worden opgezega met een opzeggingstermijn van an- derhalf jaar. Heeft de verpachter opgezegd, dan kan de pachter eene uitspraak van den rechter uitiokken. De rechter zal de opzeg- ging slechts ongedaan maken, wanneer de be- eindiging der overeenkomst in strijd zou zijn met de billijkheid. De pachter zijnerzijds mag er dus op reke nen, dat de pacht zal voortduren, indien hij zich behoorlijk gedraagt en de beeindiging der overeenkomst onbillijk ware. Des pachters „rechtspositie" is dus afdoende gewaarborgd. Maar ook aan de rechten van de verpachter wordt niet te kort gedaan. Tegen de regeling, welke het continuatie recht in het vorige ontwerp had gevonden, konden van verpachterszijde verschillende niet ongerechtvaardigde bezwaren worden inge- bracht. De pachtovereenkomst kon met niet minder dan 10 jaren door den rechter worden verlengd; aangenomen mag worden, dat een verlenging met een groot aantal jaren veel- vuldig zou zijn voorgekomen. Het kan niet worden ontkend, dat door deze regeling, in strijd met de billijkheid, de belan- gen van den verpachter emstig konden worden geschaad. De thans voorgestelde regeling vermijdt deze nadeelen. De verpachter kan de overeenkomst opzeggen, al zal, bij verzet van den verpach ter, de zaak door den rechter moeten worden getoetst. En zoowel pachter als verpachter kunnen bij den rechter tusschentijds wijziging der pachtvoorwaarden, en met name verla- ging of verhooging van den pachtprijs vorde- ren. Nimmer zal het kunnen voorkomen, dat partijen gedurende een lange reeks van jaren gehouden zijn aan de- bepalingen van een on- veranderlijk pachtcontract. Willekeurige ver- brekingen en veramderingen worden tegenge- gaan; beeindiging en verandering met objec- tieven grondslag wordt daarentegen bevorderd. In het ontwerp is nog de restrictie opgeno- men, dat, telkens wanneer de pachtovereen komst 10 jaar heeft geduurd, de verpachter gedurende een jaaT kan opzeggen zonder dat de pachter daartegen in rechte kan opkomen. Het stelsel van pacht voor onbepaalden tijd toch is iets nieuws, zoodat eenige voorzichtig- heid geboden is. Blijkt het stelsel te voldoen, dan vindt de wetgever later mogelijk aanlei ding deze restrictie te doen vervallen. De verpachter zal zorgvuldig behooren te zijn in de keuze van den pachter. Hij zal, indien hij den pachter niet goed kent, wellicht goed doen allereerst een proefovereenikomst voor den tijd van 6dn jaar te sluiten. Slechts in bijzondere gevallen kan een pachtovereen- Probleem van J. B. Verdonk. (Eerste plaatsing.) M""" a b c d e f g h WIT 47 48 49 50 lets zeer bijzonders van een onzer beste pro- blemisten. Wit speelt 33—28 (zw. 24 X 35); 34—30 (35X24); 27—22 (18X27); 4741 (36X47); 37—31!! (47XH meerslag)16X9 (26X28 meerslag); 21X5 (3X14); en 5X2 wint. Schitterend. WIT 47 48 49 50 Een keurig afgewerkt probleem van den be- Ter oplossing een tweetal fraaie stukjes, waarvan we de uitwerking aan onze lezers overlaten. Mogelijk komen we er t.z.t. op terug. A, van A. Mantel, Hengelo. Zwart: 8, 9, 12, 13, 19, en 22. Wit; 2 schijven op 21 en 32. Dam op 43. Wit speelt 4339, zwart 2227, waama wit wint. IB., van (door den heer J. de Haas on- langs te 's Gravenhage gedemonstreerd tijdens een dam-causerie). Zwart: 4, 15 en 37. Wit: 2 schijven op 23 en 25. Dam op 47. Wit speelt en wint. Wit begint en geeft mat in honderd (100) zetten. Zwart is 2 pionnen voor, maar Wit kan daarvan iets terugwinnen door 1. Kdl, Ta4 (vrijwel gedwongen, gelrjk zal blijken. 2. Pa4: Ka4: 3. Ta2:j Kb5: 4. Rc3. Maar dan is er geen sprake van mat: Zwart heeft nog altijd twee pionnen voor de qualiteit, en mocht Wit winstkansen hebben, dan zijn daarvoor, als men tot het mat wil doorspelen zeker meer zetten dan 100 noodig. Indien Wit het zoover kan brengen, dat Zwart in de probleemstelling aan zet is en Ta4 mdet spelen, dan volgt Tb3: mat. Dit nu is mogelijk. 1. Kc2dl Ta3a4 2. Kdl—el Ta4a3 Wit heeft van Pa4: geen voordeel, gelijk hierboven uiteengezet; Zwart kan geen 2. Ka3 spelen wegens Ta2:f en Ta4: mat. 3. Kelfl Ta3—a4 4. Kflgl Ta4a3 5. Kglhi Ta3a4 6. Killh2 Ta4a3 7. Kh2gl Op deze wijze heeft Wit een tempo geofferd. 7. 8. 9. 10. 11. Kgel—fl Kfl—el Kel—dl Kdl—c2 Ta3a4 Ta4—a3 Ta3a4 Ta4—a3 h7h6 Nu kan Ta3a4 niet wegens Tb2Xb3 mat. Wit begint nu weer op dezelfde manier. 12. Kdl, Ta4; 13. Kel, Ta3; 14. Kfl, Tat; 15. Kgl, Ta3; 16. Khl, Ta4; 17. Kh2, Ta3; 18. Kgl, Ta4; 19. Kfl, Ta3; 20. Kel, Ta4; 21. Kdl, Ta3; 22. Kdl—|c2 h6h5 En weer marcheert Wit weg naar hi en h2 en komt na tien zetten met 32. Kdl, Ta3; 33. komst voor bepaalden tijd, ten hoogste voor een jaar, worden aangenomen. De vergoeding voor door den pachter aangebraehte verbeteringen. De regeering erkent, dat tegen de redactie van de overeenkomstige bepaling in het oude ontwerp ernstige bedenkingen waren aan te voeren. De regeering vertrouwt, dat de nieuwe redactie de moeilijkheden oplost. Het tegengaan van buitensporige pachtovereenkomsten. De bouw van het ontwerp maakt een nadere regeling tot voorkoming van buitensporige pachtovereenkomsten vrijwel onvermijdelijk Voor zulk een regeling is echter, ook los van deze overwegingen, zeer veel aan te voeren. Zelfs indien men inmenging van een derde, van een rechter, in de vaststelling van de voor- waarden van de pachtovereenkomst in het al gemeen verwerpt, zal men zoodanige inmen ging kwalijk anders dan kunnen toejuichen, waar zij strekt om asm bepaalde excessen een einde te maken. Het ontwerp belast den in pachtzaken be- voegden rechter met de taak alle nieuwe pachtovereenkomsten te toetsen aan het cri- terium der al- of niet-buitensporigheid. De verpachter is,, ten einde deze toetsing mogelijk te maken, verplicht de pachtovereen komst (welke, in verband hiermede, schrifte- lijk moet worden aangegaan) bij den bevoeg- den rechter in te zenden. Indien de rechter de overeenkomst buitensporig acbt en partijen niet in de noodige geoordeelde wijzigingen toestemmen, worden deze wijzigingen door den rechter aangebracht of verklaart hij de over eenkomst nietig. Behalve buitensporig kan de bedongen pachtprijs ook zoodonig bepaald zijn, dat hij den pachter ondanks bijzondere be- kwaamheid aan den dag te leggen rjver geen redelijk bestaan kan verzekeren. Aangezien de opbrengst van het goed allereerst aan den pachter, die den grond goed bewerkt, een be staan behoort op te leveren, zal hem dat, zoo mogelijk, dienent te worden gewaarborgd. Velen zullen geneigd zijn, in de hier bedoelde gevallen, een pachtprijs, welke aan een kun- digen en waakzamen pachter geen levens- onderhoud oplevert, als ..buitensporig" te be schouwen. Het ontwerp heft iederen twijfel op; de rechter zal den overeengekomen pacht prijs ook aan dit criterium moeten toetsen. Anderzijds beteekent een en ander niet, dat de rechter den plioht heeft voor elk contract een billijken pachtprijs vast te sitellen. De rechter kan een pachtprijs aan den hoogen kant aohten en toch meenen, dat noch van bui- tensporigheid, noch van het ontnemen van bestaansmogelijkheid kan worden gesprOken. Het ontwerp wil slechts tegen kennelijke excessen waken. De berechting van pachtzaken. De verworpen ontwerpen breidden de com- petentie van den kantonrechter uit tot alle zaken met betrekking tot een pachtovereen komst, terwijl zij daarnaast pachtcommissies als deskundige adviseerende colleges in het leven riepen. Het komt de regeering voor, dat, op het voetspoor van de crisispachtwet, de vereeniging van beide gedacbten groote voordeelen biedt. Bevoegde instantie blijft dan het kantongerecht, maar de behandeling der pachtzaken heeft plaats door de pacht- kamer van het kantongerecht. De kantonrech ter is voorzitter, terwijl naast hem twee niet tot de rechterlijke macht behoorende deskun- digen zitting nemen. Deskimdigheid op pacht- gebied en juridische ervaring gaan dan samen. Bovendien kunnen aan de pachtkamers zeer wel de buitengerechtelijke bevoegdheden van de pachtcommissies worden toevertrouwd. Aan afzonderlijke commissies bestaat dan ook in het onderhavige ontwerp geen behoefte. Het ontwerp kent geen hooger beroep van de vonnissen van de pachtkamer. In tegenstelling met het vorige ontwerp tot nieuwe regeling van de pacht heeft het onder havige ontwerp den vorm van een ofzonder- lijke wet. De gekozen vorm biedt de moge- lijkheid vrijwel het geheele materieele en for- meele recht dat de pachtbetrekking beheerscht in 6en enkele wet saam te vatten. Voorts leent een speciale pachtwet zich gemakkelijker tot wijziging, indien daaraan eerlang behoefte mocht komen te bestaan. Kc2 en Zwart is gedwongen een verdere pion nenzet te doen: 33f6f5 34. Kdl, Ta4; enz., enz. tot 43. Kdl, Ta3; 44. Kc2, f445. Kdl, Ta4; 46. Kel, Ta3; 47. Kfl, Ta4; 48. Kgl, Ta3; 49. Khl, Ta4; 50. Kh2, Ta3 Een partij is remise, als na 50 zetten geen stuk gestagen of een pion gespeeld is. Hier zijn pionnen gespeeld, dus we gaan vroolijk door: 51. Kgl, Ta4; 52. Kfl, Ta3: 53. Kel, Ta4; 54. Kdl, Ta3; 55. Kc2 en' weer moet Zwart een van zijn reserve-tempozetten ver- bruiken. 55f7f6 56. Kc2dl en de koning huppelt naar hi, offert een tempo op h2 en komt weer terug op c2, wanneer juist de zwarte toren op a3 staat. 66. Kdlc2 en weer moet Zwart met een pion spelen: f6f5. Zoo gaat het nog tweemaal, waarbij Zwart 77. d7d6 en 88. d6d5 moet spelen. Hiermee zijn de tempo- zetten opgebruikt en de volgende stand is bereikt. Stand na 8i 3. Kdl—c2, d6d5. Er volgt 89. Kc2dl Ta3a4 90. Kdl—el Ta4a3 91. Kel—fl Ta3a4 92. Kfl—gl Ta4a3 93. Kgl—hi Ta3a4 94. Khl—h2 Ta4a3 95. Kh2—-gl Ta3a4 96. Kgl—fl Ta4a3 97. Kfl—el Ta3a4 98. Kel—dl Ta4a3 99. Kdl—,c2 En de stand van het diagram na den zet is weer bereikt, met dit verschil, dat Zwart aan zet is. Hij heeft geen keus: 99Ta3—a4 100. Tb2Xb3 mat. We merken nog op, dat in den aanvangs- stand pion h4 de g-pion moet zijn geweest en REORGANISATIE VAN DEN VRIJHEIDSBOND Naar de Tel. verneemt is Zaterdag jX te Amsterdam een vergadering van den partij- raad der Liberale Staatspartij gehouden ter bespreking van het rapport der commissie-Mr. De Boer, nopens plaats, taak en bevoedheden van de gemeentebesturen. Een belangrijk deel van deze vergadering was voorts gewijd aan den in vele afdeeltngwi der Liberale Staatspartij geoefenden drang tot reorganisatie van de partij. Daarbij zijn de teleurstellende resultaten van de laatste Sta- tenverkiezingen onder de oogen gezien. De partijraad besloot met algemeene stemmen het hoofdbestuur uit te noodigen een buttea- gewoon partijeongres hijeen te roepen, waar de reorganisatie van de partij besproken. zal kunnen worden. Het hoofdbestuur heeft reeds ter vergade ring van den partijraad doen blijken, dat dit college bereid is aan de uitnoodiging gevcdg te geven. In de maand September, uibertgfc October, zal het ibuitengewone partijeongres gehouden woraen. VERHOOGING SPOORWEGBRUG TE VLAKE. In verband met de verhooging van de spoorwegbrug enz. over het kanaal door Zuid- Beveland nabij het spoorwegstation Vlakas doen Ged. Staten van Zeeland een voorstel aan de Provinciale Staten dier provincie tat anttrekking aan het openbaar verkeer van een in de gemeente Schore gelegen gedeelte weg over een lengte van ongeveer 130 meter. ALGEMEEN NEDERLANDSCH PERSBUREAU. Fusie met de bestaande persbureaetz. De Stichting Algemeen Nederlandsch. Fera- bureau „A. N. P.", opgericht door de Vereeni ging „De Nederlandsche Dagbladpers" zal met 1 Juli a.s. haar werkzaamheden aanvangan. Als uitvloeisel van een dezer dagen getrof- fen regeling zullen met ingang van dien da tum het persbureau Vaz Dias, te Amsterdam en het Nederlandsch (Haagsch Corresponrien- tie-Bureau voor Dagbladen te 's Gravenfcage, hun levering van nieuwsdiensten staken. Tot directeuren van het A. N. P. zijn be- noemd de heeren H. H. J. van de Pol, voordien directeur-hoofdredacteur van de Deift.sr.be Oourant, en M. S. Vaz Dias, tot dusverre directeur van het persbureau Vaz Dias, en tot directeur van het bijkantoor Den Haag van het A. N. P. de heer mr. Joh. J. Belifante, tot. dusverre directeur van het Nederlaadach (Haagsch correspondentiebureau te 's- Gra venhage. ONDERWIJS IN HET BEZUINIGINGS- PLAN. Wij lezen in de Maasbode: Naar wij vememen, heeft minister Mar- chant, vermoedelijk in verband met de spoe- dige indiening van dit ontwerp, over de bezni- nigingen op het onderwijs, den Onderwgsraad niet gehoord. Minister Slotemaker de Bruine, thans ad interim met het beheer van het Onderwgs- departement belast, heeft thans ecbter aan den Onderwijsraad een brief gezonden, waarin hij schrijft te mogen veronderstellen, dat de Iedeii van dien raad zich op de hoogte hebben ge- steld van hetgeen omtrent het onderwijs in bet bezuinigingsplan voorkomt. Hij verzoekt dim leden van den raad en diens afdeelingen hue meemingen en gedacbten over de ondemrijs- paragraaf in het bezninigings-ontwerp alsnog aan bem kenbaar te willen maken en hun op- merkingen zoo spoedig mogelijk aan hem te willen toezenden. DESIDERATA VAN DE DRIE CENTRAL® XVNDBOUWORGANISATMS. Vier adressen aan de Regeering. Wij ontvangen afschriften van vier adres sen, door de drie centrale landbouworganisa- ties, t.w. den cbristelijken Boeren- en Tnint- dersbond in Nederland, den katbolieken Neder- landschen Boeren- en Tuindersbond en bet Koninklijk Nederlandsch Landbouw-comite aan de regeering gezonden. In een adres aan den Minister van Oecono- mische Zaken verzoeken zij te bevorderen, dat aan den Nederlandschen export van veebao- derij- en tuinbouwproducten naar Duitsc:bland een grooter betalingscontingent worde toege- wezen, dan thans het geval is. In een adres aan de Ministers van Financien en van Oeconomische Zaken over jachtrente betoogen zij dat de verantwoordelijkheid voor de trage afwerking van de jachtrechten en derhalve ook voor den zwaren rentelast, wef- ke op de desbetreffende grondeigenaren is ge- legd, op de regeering rust. Immers, deze heeft geweigerd de noodige maatregelen te treffet, om een snelle afwerking van de gevallen te verzekeren. Het komt adr. daarom allesnEUR rechtvaardig voor, dat de gevolgen van ecu. en ander niet op de schouders der betrofcteen grondeigenaren worden gelegd, maar door den Staat worden gedragen. De vorm, waarin ait zou kunnen geschieden, zou deze kunnen zgn, zoo schrijven zij, dat de Staat de rente, be doeld bij art. 71 lid 2 der Jachtwet 1932, toot zijn rekening zou nemen in al die ge vailen, waarvan de jachtrente later dan b.v. 3 jaren pion f6 de e-pion, die ieder een wit stuk heb ben gestagen. De d-pion staat nog op zgn plaats, dus f3 moet de c-pion wezen, die lirie- maal geslagen heeft, naar d, naar e en nasi' f. Er is dus vijfmaal met een zwarten pion ge slagen, en er ontbreken vier witte stukkea«.«E twee pionnen, dus dat is in orde. Ook daar aan moet een probleemcomponist denken: de zetten die op het bord zicbtbaar zijn, moeten werkelijk gespeeld kunnen zijn. Massakamp Zeeland^Antwerpen. Wij vernemen, dat de massakamp Zeeland Antwerpen, die het vorige jaar niet gespeeld is, dit jaar weer op Hemelvaartsdag zal plaats hebben. De traditie is daarmee gelukkig weer hersteld. Ter Neuzensche Schaakclub. Dinsdagavond hield de schaakclub in haar lokaal in Pays-Bas een bliksemwedstrijd als sluiting van het seizoen. Er werden natuuriijk de meest fantastische offers gebracht, cn iedere partij werd gespeeld volgens het systeem „de voorlaatste fout wint". De fcort- ste partij werd gewonnen door den heer J. J. Kaan Dzn.; zij verliep als volgt: 1. e2e4 c7c5 2. Pblc3 e7e5 3. Pgl—f3 d7d6 4. Rfl—c4 Rc8g4 5. Pf3Xe5! Rg4Xdl Na de5: 6. Dg4 staat Wit be ter met een pion meer. Zwart geeft de voorkeur aan een korter en pijmloozen dood. 6. Rc4Xf7f Ke8e7 7. Pc345 mat. Het nieuwe schaakseizoen begint volgens aloude traditie op den Dinsdag na het eind van. de Ter Neuzensche kermis.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 5