Ter Neuzensche Courant
Tweede Blad
Binnenland
Feuilleton-vertellingen
Buitenland
Maandag 13 Mei 1935 No. 9297
BRABANTSCHE BRIEVEN.
VAN
EEN TAART VOOR DE KONINGIN.
E>e Ned. Banketbakkersbond heeft Donder-
dag ter gelegenheid van den Moederdag op
Zondag a.s. aan de Koningin als ,,landsmoeder"
een „moedertaart" aangeboden op Het Boo.
Een deputatie, bestaande uit den beer W.
Berkboff, voorzitter van de Ned. Banketbak-
kersvereeniging, en de bestuursleden van de
Moederdagcommissie, bood deze taart aan,
welke geescorteerd weed door vier banket-
bakkerszoons in kokscostuum. Een van de
vier, de jeugdige Anton van der Zande, ver-
geaelde de deputatie naar het paleis waar het
gezelschap werd ontvangen door den adju-
dant van H. M. de Koningin, den beer De
Jonge van der Halen, die namens de Koningin
de taart in ontvangst nam.
De taart, welke H. M. werd aangeboden,
bad een doorsnede van circa 30 c.M. en een
hoogte van 12 c.M. en bestond voomamelijk
uit amandelen. Hierop was veTwerkt een roode
roos met twee knoppen, geflankeerd door
groene bladeren, een en ander bestaande uit
marsepain. Met cursieve letters waren de
woorden „Voor Moeder" er op verwerkt. Het
geheel vormde een speoifiek Hollandsch pro
duct. Een opdrackt welke de taart vergezelde
droeg het opschrift „Aan H. M. de Koningin-
landsmoeder".
DR. POSTHUMA OVER DEN NOOD VAN
DEZEN TIJD..
Donderdag is te Leeuwarden de landdag
gehouden van de ,,Jongerein", bond van ver-
eenigingen van landbouw-jongeren in Fries-
land. Oud-minister Dr. F. E. Posthuma beeft
daarop een rede uitgesproken, getiteld: Boe-
renstrijd in dezen tijd.
Spr. begon met er op te wijzen, dat de
wereld een groote chaos is. Op politiek, op
staatkundig, op oeconomisch op moreel, op
etbiscb en op religieus gebied, wankelt alles!
Natuurlijk ondervindt ook de boer in zijn be-
staan daarvan de gevolgpn.
De boer is geen koning op zijn erf. Allerlei
goed bedoelde maatregelen worden genomen
om van den boerenstand nog te redden wat
mogelijk is, doch al die maatregelen maken
hem ook steeds onvrijer.
Kan dat steunen blijven doorgaan? Zal het
mogelijk blijven om langs directen en indirec-
ten weg den landbouw in Nederland met
f 200.000.000 per jaar te blijven steunen?
Het antwoord op deze vraag luidt: Bit zal
met kunnen! Als de werkloosheid een omvang
blijft behouden, als thans bet geval is, met de
consequentie van een steun die ongeveer ook
200.000.000 per jaar bedraagt, dan zal ook
deze steun niet volgehouden kunnen worden.
Ons nationaal inkomen is van 1930 tot en
met 1934 met 1127.000.000 gedaald, en be-
droeg in '34 3157.000.000. 't Zal niet lang
meer mogelijk zijn 'n bedrag van f 400.000.000
per jaar voor steun aan landbouw en werk
loosheid uit te geven.
Het is fout uit te gaan van betgeen eens
was en te trachten dit verleden weder te be-
reiken, althans te benaderen. Men dient uit te
gaan van den toestand, zooals die thans is en
zich af te vragen: Kan ik dien verbeteren.
Het buitenland heeft gemaakt dat uitvoer
van onze land- en tuinibouwproducten tegen
kxmende prijzen niet meer kan geschieden
Voor onzen verderen export is een muur ge
bouwd.
Ten aanzien van onze land- en tuinibouw
producten beerscht in „de groote pers" deze
redeneering: Het buitenland wil onze produc-
ten niet meer, welnu dan moeten wij de pro-
ductie inkrimpen.
De groote vraag die beantwoord moet wor
den luidt echter anders, n.l.: Hoe maken wij
onzen cultuurgrond het meest rendabel
Spr. wil zijn meening op dit gebied illu-
streeren aan de zuivelproductie.
Wij hadden en hebben nog een schitterende
melkopbrengst in Nederland. Het geheele
apparaat is eerste klas. Alles moet er op ge-
richt zijn dit apparaat in stand te houden.
Zoolang wij in couranten een pleidooi kun
nen vinden voor de vermindering van de melk-
productie en in hetzelfde nummer een verslag
van Anton Jurgens' Vereenigde Fabrieken
N.V,. aankonidigende dat het dividend 8 pet.
is, het vorige jaar 7% pet.; van Van den
Bergh's Fabrieken N.V. aankondigende dat
het dividend 7% pet. is, het vorige jaar 7 pet.;
van de Hollandsche Vereeniging tot Exploi
table van Mangarinefabrieken H.O.V.E.M.A.
aankondigende dat het dividend 8 pet. is, het
vorige jaar 7% pet, dan noemt spr. dat een
schande voor het zuivelbereidende Nederland.
Sinds jaar en dag worden de bij uitstek
zuivelbereidende provincies Friesland en
Noord-Holland in de Eerste Kamer der Staten-
Generaal vertegenwoordigd door een marga-
rinefabrikant. In Duitsohland zou men zeg-
gen: Nur die aUergrossten Kalber, wahlen
Xhre Metzger selber!
De melkproductie moet langs den meest
natuurlijken weg, dus met onthouding van
nagenoeg alle krachtvoeder teruggebracht
worden en niet door middel van afslachting
Krachtvoeder moet worden ingevoerd. Men
zette dien invoer stop. Er moet gelegenheid
bestaan de producten die wij dan nog krijgen
in Nederland te verbruiken.
De vetbehoefte in Nederland is ongeveer
170.000.000 K.G.; de boterproductie ongeveer
90.000.000 KG. en de vetproductie van dierlijk
vet, varkens- en rundveevet, ongeveer
30.000.000 K.G. Er is dus niet het minste
bezwaar om deze hoeveelheden door het Neder-
landsche volk te laten verbruiken, terwijl er
dan daarnaast nog ruimte is voor 50.000.000
K.G. goedkoop vet al of niet in den vorm
van margarine maar meer ook niet.
maar ook als wij de voorwaarden om te kun
nen laten werken, vergemakkelijken.
Voor de eerste mogelijkheid moe'ten wij de
koopkracht in het binnenland kunnen v'er-
grooten en den afzet naar 't buitenland be-
vorderen.
Welken weg wij ook inslaan om gelegenheid
voor werken te openen, als eerste middel zal
daartoe moeten dienen: het verminderen van
de lasten, die thans op het bedrijf rusten. En
deze vermindering zal weder in de eerste
plaats moeten zijn, vermindering van be-
lasting.
Het thans ingediende „zeventig millioenen
plan" is zeker een duiciolijkc aanwijzing. dat
de regeering een emstige paging wil doen, om
tot vermindering van lasten te komen.
De tekorten bij staat en gemeenten moet
men niet wegwerken door al maar zwaardere
lasten op de bedrijven te leggen.
Wij moeten trachten, meer inkomen te ver-
krijgen. Uit welke bronnen
Wij zien aan den eenen kant duizenden boe-
ren en arbeiders, die nauwelijks we ten, hoe
den rnond open te houden; aan den anderen
kant tienduizendtallen die, om een paar uren
naar een voetbalmatoh, een wielerwedstrijd of
iets dergelijks te gaan kijken, met het groot-
ste gemak ieder eenige guldens uitgeven. Er
is niets tegen, hier eens flink belasting te
heffen.
Er is nog een groot object, waarbij ook niet
veel administratie en controle noodig is, nl.
de radio.
Bij de behandeling van de vraag, wie beslis-
sen in al deze, den staataburger rakende, maat-
schappelijke vraagstukken, zeide spr., de
Kamers der Staten-Generaal voor beslissingen
in deze ongeschikt te achten.
Waren de Kamers der Staten-Generaal oor-
spronkelijk bedoeld als politieke lichamen, het
zijn nu ongetwijfeld deelen van de regeering,
die meer oeconomisch dan politiek geschoold
dienen te zijn. De samenstelling der Kamers
waarborgt geen beoordeeling van de aan de
orde komende vraagstukken door oeconomisch
geschoold en.
Wij zullen moeten ophouden met onze oeco-
nomische vraagstukken door de politieke
lichamen te laten behandelen, aldus spr.
Een emstige poging moet worden gedaan,
om lichamen te krijgen, aangewezen door het
geheele bedrijfsleven.
Spr. zou deze vertegenwoordiging willen op-
bouwen op de provincies en op de bedrijven.
In iedere provincie zou spr. een soort raad
willen maken, voor de helft samengesteld uit
werkgevers en voor de andere helft uit werk-.
nemers. De verschillende bedrijven zou spr.
er in vertegenwoordigd wenschen te zien in
verhouding tot het aantal werkgevers in ieder
bedrijf en bij de werknemers naar denzelfden
maatstaf. Boven de elf provinciale lichamen
zou dan een nationaal lichaam moeten staan.
Niemand zou het stemrecht voor dergelijke
lichamen mogen hebben, wamieer hij of zrj
niet gedurende een zeker aantal jaren en
dit aantal niet te klein nemen in een be-
paald bedrijf als werkgever of werknemer
werkzaam zal zijn geweest.
de staatsmacht de duistere en niet-duistere
invloeden van het groote, industrieele kapi-
taal onmiddelijk en voorgoed had kunnen over-
winn&n. Reeds het gedecantraliseerde in de
staatsinrichting van de Vereenigde Staten
maakte dit moeilijk. In tal van steden en sta
ten is de positie van die invloeden goed ver-
schanst, achter een ondoordringbaar net van
bolwerken en bolwerkjes, gelegen in de bu
reaux van alle vertakkingen der overheid.
Met dezen tegenstand heeft Roosevelt het
moeilijk gehad, en heeft hij het nog moeilijk.
Maar hij strijdt hier tegen vijanden, die hij
toch telkens weer met zijn onstuimige aan-
vallen kon terugdringen. De stuwkracht bij
die aanvallen was voor een niet gering ge-
deelte Roosevelt's populariteit. Hij had, niet
enkel door zijn persoomlijk prestige, maar ook
door een meesterlijke demagogie, de groote
menigte weten te winnen, zooals nog weinig
presidenten voor hem. Men kan daarom de
berichten begrijpen, die van schrik te Was
hington gewaagden, gewekt door het verbond
van Senator Long uit Louisiana met pater
Coughlir. De twee voorspoedigste demago-
gen vereenigden zich tegen den president,
twee lieden die bij de overtroeving van diens,
aan verantwoordelijkheid gebonden radicalis-
me, zich geen enkele onverantwoordelijk radi
cals belofte hoefden te ontzeggen. Roosevelt
was tot aan de grenzen van het mogelijke ge-
gaan. Wat hem onmogelijk is, maakt het
voor een stoute demagogie gemakkelijk, hem
voor te stellen als de gevangene van de kraeh-
ten, waartegen hij dan toch reeds het tevoren
haast ondenkbare heeft bereikt.
Maar het is niet alleen de demagogie, die
Roosevelt heeft te duchten. Tegenstand van
voorloopig oppermachtige kracht en tevens van
groot moreel prestige vindt hij in den Hoo-
gen Raad der Vereenigde Staten, die het
recbt heeft, over het grondwettig geoorloofde
van de wetgeving van het Congres te oordee-
len. De Raad kan besluiten van het Oongres
als buiten de bevoegdheid van regeering en
parlement liggende, verklaren. Daartegen is
slechts het middel van de grondwetsherzie-
ning. Maar een wijziging der grondwet heeft
in Amerika, omdat staat voor staat daaraan
zijn sanctie moet verleenen, zooveel voeten in
de aarde, en eischt zoo verschrikkelijk veel
tijd, dat Roosevelt er, voor zijn strrjd in deze
periode, geen wil van kan hebben.
Dezer dagen heeft de Amerikaansche Hooge
Raad, met de keinst mogelijke meerderheid,
wederom een van die uitspraken gedaan, die
het heele gebouw van Roosevelt's sociale en
industrieele politiek aan het wankelen bren-
gen. Die uitspraak ontzegde de wetgeving
het recht om, zooals zij had gedaan, de spoor-
wegmaatschappijen een pensioenregeling voor
hrm personeel op te leggen. Principieel is die
beslissing zoo belangrijk, dat zrj een uitgangs-
punt biedt voor een aanval op de heele
N. R. A.
AANSLAG VAN NIEUWE AUTO'S IN DE
PERSONEELE BELASTING.
De A.N.W.B., Toeristenbond voor Neder
land schrijft het volgende:
Het spreekt wel vanzelf, dat de verkoops-
prijzen van geimporteerde automobielen in
ons land in het algemeen hooger en zelfs vrrj
veel hooger moeten zijn dan de verkoopsprij-
zen van dezelfde automobielen in het land van
herkomst. Bij de beoordeeling hiervan moet
rekening worden gehouden met alle extra kos-
ten en risico's, waarmede de importeur hier
te maken heeft en met het feit, dat de omzet
hier veel geringer is dan ginds, waardoor eens-
deels de 'bedrijfskosten van den importeur
hier per automobiel hooger zijn en anderdeels
ginds de verkooper met een kleinere winst
kan volstaan om zich een behoorliik bestaan
te verzekeren.
Het is echter een bekend feit, dat een groot
deel van de hier te lande geimporteerde auto
mobielen in de betrekkelijke catalogi nog be
langrijk hooger zijn genoteerd dan de aldus
berekende bedragen.
Deze laatste verhooging van de prijzen
heeft een bijzondere bestemming. Zij geeft
den handelaren de gelegenheid, om voor ge-
bruikte automobielen, welke zij van clienten
moeten inruilen, bedragen te bieden, welke
soms ver boven de reeele handelswaarde daar
van gaan, of wel om, indien geen gebruikte
auto voor inruil beschikbaar is, een korting
op den officieelen prijs te verleenen.
Ofschoon de kooper op deze wijze in feite
niet meer betaalt dan de reeele waarde van
de auto, wordt toch door den dienst der be-
lastingen bij de berekening van de waarde
van de auto voor de Personeele belasting uit-
gegaan van den officieelen catalogusprijs en
niet van de reeele waarde van de auto, zelfs
niet wanneer in. werkelijkheid niet meer dan
die reeele waarde betaald Is.
Waar in de wet op de personeele belasting
wordt gezegd, dat als basis voor den aanslag
moet worden aangenomen ,,de waarde" van
het motorrijtuig, welk begrip nader wordt
omschreven als „de som die gerekend wordt
te kimnen worden bedongen bij verkoop on-
der normale omstandigheden ter plaatse daar
toe geschikt", is het duidelijk, dat de meeste
nieuwe auto's thans veel hooger worden aan-
geslagen in de personeele belasting dan over-
een is te brengen met geest en letter der wet.
De A.N.W.B. heeft zich daarom tot den
minister van Financien gewend, met het ver-
zoek, te willen bevorderen, dat voortaan als
grondslag voor de berekening van de waarde
van nieuw aangeschafte automobielen zal
worden uitgegaan van de reeele waarde daar
van instede van, zooals tot heden geschiedt,
van den catalogusprijs.
DE MOGENDHEDEN RICHTEN EEN
BETOOG TOT MUSSOLINI.
De Britsche en Fransche regeeringen over-
wegen, naar de diplomatieke medewerker van
de Daily Telegraph meldt, gemeenschappelijk
te Rome stappen te doen naar aanleiding van
de voorbereidingen, die Italie voor een oorlog
tegen Abessynie treft. Beide regeeringen zijn
hieromtrent met elkaar in diplomatiek over-
leg getreden.
De stappen zullen vermoedelijk hierop neer-
komen, „dat aan de Italiaansche regeering in
overweging wordt gegeven, de vele emstige
gevolgen van een agressief optreden zorgvul-
dig onder de oogen te zien".
Beide regeeringen zouden Mussolini te ken-
nen willen geven, dat zij de totstandkoming
van een toestand zouden willen voorkomen,
die onvermijdelijk zou moeten voeren tot een
veroordeeling van Italie door den Volken-
bondsraad, wanneer deze heden over acht
dagen bijeenkomt.
De Fransche regeering hecht er bijzondere
waarde aan indien men den Volkensbondsraad
van de instelling van een Italiaansche-Abes-
synische verzoeningscommissie in kennis zal
kunnen stellen,. Zou dit niet het geval zijn,
dan zal Abessynie ongetwijfeld een beroep
doen op artikel 15 van het Volkenbondspact,
dat voorziet in de regeling van geschillen, die
niet aan een arbitragecommissie zijn voorge-
legd.
Het Italiaansche standpunt, dat deze aan-
gelegenheid slechts Italie betreft, wordt, vol-
gens de Daily Telegraph, te Louden en Parijs
niet gedeeld.
WERKLOOZEN-BETOOGIN GEN.
Een honderdtal werklooze betoogers dron-
gen naar Reuter uit Sydney (Nieuw Schot-
land meldt) het stadhuis binnen en eischten
verhooging der steungelden.
De bereden politie wist de menigte te ver-
spreidden. Drie leiders werden gearresteerd.
Uit St. John (Nieuw Foundland) meldt
Reuter
Werklooze betoogers, die een inval in het
stadhuis hadden gedaan, wegens de weigering
van de autoriteiten om hen leden te laten be-
noemen in de werkverschaffingscommissie,
verspreidden zich in de stad, waar zij zich te
buiten gingen aan het verbrijzelen van eta-
lage-ruiten.
De geheele voorraad schoenen, die in de eta-
lage van een der winkels lag, werd over de
straat verspreid; nog laat in den avond trok
de politie met vrachtauto's door de stad, waar
een groote menigte van op relletjes beluste
menschen op de been was. Twee leiders wer
den gearresteerd. De werkloozen eischten on-
middellijke tewerkstelling van alle arbeiders.
De weigering van de regeering om de depu
tatie der werkloozen te ontvangen leidde tot
het op touw zetten van een groote betooging
en de daarop volgende optocht met geweld-
daden.
Tegelijkertijd ontmoet Roosevelt opnieuw
een hevige moeilijkheid van den anderen kant.
De kwestie van den „bonus" voor de oud-
gedlenden is een dankbaar gegeven voor elk
Oongreslidi dat de regeering overtroeven wil.
Wie dat probeert, kan altijd rekenen op de
vreeze voor de veteranen, waarin zeer vele
afgevaardigden leven. Het Huis van Afge-
vaardigden staat steeds gereed, als het voor
de belangen van de veteranen wordt opgeroe-
pen. Veteranenpensioen dat is in Amerika
steeds een vruchtbare uier van de staatskas
als melkkoe geweest. Nog is er een groepje
personen, die een pensioen trekken op grond
van den oorlog van 1812. Dat zijn natuurlijk
niet de oudstrijders zelf, maar een zestal
weduwen, die als jonge meisjes, terwille van
dat pensioen, meer dan tachtigjarige oudstrij
ders hadden gehuwd. Het is bekend, dat alle
oudstrijders sedert 1919 een bijzonder recht
hadden op hospitaalverpleging op kosten van
den staat. Roosevelt heeft geprobeerd, dat
tot het redelijke te beperken, maar het Con
gres heeft dat ten deele ongedaan gemaakt.
Kwalen van oud-strijders geven hun nieuwe
aanspraken, aangezien niet zij moeten aan-
toonen, dat die een gevolg zijn van hun dienst-
tijd, maar omgekeerd, de staat, dat dit niet
het geval is. Enz. Wij hebben vroeger al
eens daarover geschreven.
Het groote twistpunt is de .bonus". Dit is
de vergoeding voor hetgeen z(j, die in den oor
log (of oorlogen) zijn geweest, aan soldi) min
der getrokken hebben dan zij thuis hadden
kunnen verdienen. yDit is een soort premie-
vrije gemengde - levensverzekering. In 1945
moeten de bedragen, vermeerderd met inte
rest op interest, worden uitbetaald. Bij over-
lijden van de gerechtigde echter, ontvangen
zijn betrekkingen onmiddellijk het bedrag,
waarop hij recht had gekregen.
Steeds hebben de veteranen en hun voor-
vechters getracht, geld daarop los te krijgen.
In 1920 reeds heeft het Huis van Afgevaardig
den een voorstel van dien aard aangenomen.
Dat is toen blijven liggen bij den Senaat. In
1922 namen beide 'Huizen een dergelijk be-
sluit aan. Harding heeft toen zijn veto uit
gesproken. Daarop is de Senaat bijgedraaid.
Ulvehhout, 7 Mei 1935.
Menier,
De Mei bloeit en
blossemt, geurt
deur den buiten,
flonkert op den
witten zonneval in
'n overdaad van
schoonheid, die 'k
mee gin woorden
aan kan duien.
Den wingerd, die
heel den winter as
'n groot, dor spin-
nerag teugen mij-
nen achtergevel
zat aangekleefd, is
uitgesprongen mee
duuzenden vurige bottels, die in de zon as
vlammekes te flitsen staan.
'k Hoef veur de Mei nie ver te gaan. Waant
heel heur schoonheid, heuren koninklijken
praal lee gespreid over mijnen erft, die een
blommenhofke gelijk is. Trots rijst den ouwen
knoestigen notele^r temidden van dat blom-
menhoveke en 't is, of ie mee de daansende
sohaduwkes van zijnen fderen bladerkruin elk
blomke, elk knopke, elk bolsterke zaehtjes
aanraakt, zaehtjes streelt, as 'nen ouwen, wij
zen mensch, die plazier hee in 't jonge, blos-
semende leven, dat er spult laanks zijnen voet
Nog is zijn kollesale blad nie volgroeid.
Maar schoonder daarom is ie, nou 't hemelsch
blaauw-peerelmoer schemert deur zijnen groe
nen kroon. Uit den rodondendrum onder ons
raam, is den rossen bloei opgeklouterd in sui-
keren schuim.
En wa verderop achter de stallekes, daar
i blossemt de aardbei, of er duuzenden witte
kapellekes zijn nesrgestreken op 't donkere
die huilie vleugeltjes
bladgroen. Kapellekes
trillen op 't Oostenwindeke, dat over d' eerde
In 1924, werd vastgesteld, dat de veteranen asemt.
Welke is de
Nederland?
toekomst van
Gedurende den oorlog heeft een buitenge-
wone kapitaalsvemietiging plaats gevonden.
Niet alleen in de oorlogvoerende landen, doch
ook in de neutrale landen. Na den oorlog deed
ieder land zijn best dit kapitaalverlies weder
in te halen en het scheen alsof sommige lan
den daarin ook zouden slagen. Als een geheel
genomen ging de wereld er niet slecht uitzien,
doch toen spoedig een crisis volgde, na eenige
jaren verscherpt tot den tegenwoordigen toe
stand, was het wel voor ieder duidelijk, dat.
wij met 'n verarmde wereld te doen hadden.
Hoe krijgen wij Nederland weer gezond?
Willen wij Nederland beter maken, dan moe
ten wij vermijden, wat op den duur tot nog
meer werkloosheid zou kunnen leiden. Dus
werkgelegenheid scheppcn. Dit is mogelijk,
als we in staat zijn meer te produceeren, door-
dat de gelegenheid bestaat, meer af te zetten,
ROOSEVELT HEEFT HET MOEILIJK.
Men kan niet zeggen schrijft de N. R.
Crt. dat het president Roosevelt gemakke
lijk wordt gemaakt, zijn, speciaal voor Ame
rika in zooveel opzichten revolutionaire poli
tiek voort te zetten. Daarover moet men zich
eigenlijk minder verbazen dan over hetgeen
hij de zijnen totnogtoe heeft kunnen opdrin-
gen. Als een storm zijn, zijn besluiten over
het land gegaan. Velen hebben daarvoor het
hoofd gebogen, omdat zij voor het oogenblik
in geen andere houding heil zagen, maar ver-
wachtend nog eens betere kansen te krijgen
tot verweer. Een omwenteling heeft Roose
velt vooral gebracht in de sociale politiek van
zijn land. Zij heeft echter geenszins zoo diep in
de praktijk van het industrieele leven kunnen
doordringen, dat de oude toestand, en vooral
de oude begrippen, daardoor afdoende over-
wonnen werden. Zij leek daarin, op alle revo-
luties. Er is veel openbaar verzet geweest,
dat de regeering niet altijd heeft kunnen on-
derdrukken. Maar van veel grooter beteeke-
nis nog was de latende tegenstand, die bij ge
legenheid van groote arbeidsconflicten aan
den dag is gekomen. Zooals gezegd, dit alles
was in een land als Amerika niet verrassend.
Verrassend slechts zou het zijn geweest, als
met 1926 te beginnen, 87 zouden kunnen op-
nemen op iedere 1000, die hen in 1945 toe-
kwam. Met het jaar zou dit bedrag hooger
worden. In 1931 bracht het Congres ait be
drag ineens op de helft van de toekomstige
vordering. Hoover sprak zijn veto uit, maar
Weer nestelt 'n mearel-koppeltje in de Mei
roos teugen m'n stalleke.
Och, wa ploeteren die veugeltjes aan huilie
huiske!
Daar kan 'k nou wel 'nen heelen Zondag-
middag bij ziitten koekelosren, mijn eigen zit-
het Congres handhaafde zijn besluit met de ten verkneuteren bij dieen overleg en bij dieen
vereischte meerderheid. Daar de rente op j werklust van zo'n koppeltje wier huwelijk
deze leeningen slechts 3% pet. bedroeg, wer
den groote bedragen opgenomen.
Nu heeft de Senaat met 55 tegen 33 stem-
men een besluit van het Huis van Afgevaar
digden goedgekeurd, volgens hetwelk de schat-
kist voor 2200 millioen nieuwe bankbiljetten
moet uitgeven, om de aanspraken, die in 1945
zouden vervallen, thans ineens te voldoen.
Met een „halIo-tje" is de wet erdoor gegaan.
De pret was georganiseerd door Senator Long
uit Louisiana, dictator van zijn staat, aspirant
dictator voor de heele republiek, kampioen-
agitator in den koddigen stijl.
Roosevelt zal daartegen zijn veto moeten
uitbrengen. Men, geeft hem dan nog een goede
kans het pleit te winnen. Wel was er nu de,
voor omverwerping van het veto noodige twee-
derde meerderheid in den Senaat. Maar, zoo
als gezegd, het ging op zijn ..Long's", en men
toont graag zijn belangstelling voor de vete
ranen. De overwinnaars, die in het Huis van
Afgevaardigden niets te vreezen hebben,
trachten reeds tijd te winnen, omdat zij be-
seffen, als het ernst wordt, hun laatsten man
in den Senaat te moeten kunnen mobiliseeren.
CUBAANSCHE REVOLUTIONAIRE
LEIDER (GEDOOD.
De oud-minister van oorlog, Antonio Gui-
teras, de leider van de jongste revolutie, en
zeven zijner volgelingen zijn vorige week neer-
geschoten.
Guiteras had zich met 20 vrienden ver-
schanst in de vesting Morillo, van waar hij
zich met een jacht, dat in de haven van
Matanzas lag, naar Mexico wilde begeven.
Het fort werd echter door zestig soldaten
omsingeld en er cntstond een hevig vuurge-
vecht, toen, Guiteras wilde vluchten. De sol
daten drongen ten slotte het fort binnen en
dwongen de overlevenden zich over te geven.
Men gelooft, dat door dit succes der regee-
ringstroepen aan de revolutionnairen een
zware slag is toegebracht.
toch ok, om zoo te zeggen, deur den hemel
gesloten wier.
Waant ok hierbij is 't wondere, 't volmokte
Bestier duidelijk te onderscheien.
En 't veurbeeld van ijver, van werklust van
samenwerking veural, van malkaar verstaan,
i ollee, da's 'n veurbeeld veur den grooten
mensch!
't Avond, as den zwaren arbeid gedaan is,
'n huiske opbouwen valt ok veur 'n veugel-
tje nie mee, ok, al is zijnen eigendom dan nie
l te rinneweeren deur 'n Overheid van ,,Econo-
i ministers", maar 't avond, as den zwaren
j arbeid gedaan is, dan vliegt t manneke op de
schouw van m'n huis en gaat van daar zitten
roepen, zitten tuuten, zitten zingen, zoo schoon,
da z'n rollekes koud loopen over den rug van
't popke, da mee 'n schuin kopke trotsch te
lusteren z,it, veur heuren gemaal-op-mijn-
schouw.
Laat, heel laat echoot zijnen verliefden roep
deur den avond. En pas as de sterren feller
glaanzen gaan aan den diep-purperen hemel,
as 't nachtwindeke komt aangeklepperd deur
de poppelieren, begint zijnen roep onzekerder
te worren, om eindelijk te versterven in den
killen veurjaarsnacht, die de bloeiende kleuren-
1 weareld omsluit, as den bolster 't blommeke.
sie
Zoo weet ge nou, amico, hoe 't op deuzen
moment weer gesteld is, op mijnen erft.
'En geren vertel ik oe nog iets van den
akker, van de velden, van de bosschen, waar
in de Mei regeert met louter schoonheid. Van
de Mark, die in blaanke Mei-pracht schervelt
onder den gouwen zonneval en... waarin ik
van de week 'n stuk rimmeltiek heb wegge-
spoeld. Van m'n lijf geplodderd!
Ge zult misschien zeggen: ,,da's sjuust ver-
keerd, Dre", waant da zee T.rui ok, al hee ze
't dan verteld mee eenigszins aandere woor
den. ,,Eigenwijzen gek, stuk onverstaand,
waar zitten oew harsens?
Ja, man, as Trui bezurgd wordt, zrjt ge nog
nie gelukkig! Maar ge ziet: 't komt op 't zelf-
ste terneer, as wa gij docht.
Wa zal 'k daar op zeggen
As 'nen mensch mee't een of aander kwaal-
tje zit opgescheept, dan krijgt ie elken dag
minstens tien middeltjes, die 'm van z'n kwaal
,,beslist", „hapseluut" zee onz:n bakker, „tien
teugen den' zee den Blaauwe, ..posetief gedee-
zedeerd" zee den Burgemeester, „vast as
huis" zee Jaan den Champetter, afhelpen..
Alleen den dokter is nie zoo zeker van z'n.
zaak, maardie hee ok 'nen ceel middelen
veur oe, waar ge nie van geneest.
Den eene drinkt petroleum teugen rimmel
tiek. Den aandere schraanst raauwen jam of
't appeltjes zijn.
Nommer drie moddert. In z.g. modderbarien.
Nommer vier bemosterdt z'n eigen weer.
Nommer vijf smeert z'n eigen in mee vuilig-
heid da ge 'm 'n haalf uur ver adn ruukt
komen.
Maar op de heele weareld is er niemaaud,
die ooit genezen is van rimmeltiek, mee al
deus middeltjes. D'n eene zegt „Dre, jenever!"
En da zee-Lie op 'n manier, zoo smakelgk,
da getrek in 'n borreltje krijgt. En da ge
haast meelijen mee hum krijgt, dat hq gin
rimmeltiekexcuus heeMaar den aandere
bezweert„jenever?" Deugt nie!" En oewen
smaak is weer heelegaar over.
Zoo ben 'k dan gaan zwemmen deuze week.
Aan 'n proper lichaam is nog niemaand over-
leden, dus -! Hoewelik heb brave, st«u-
vige boeren gekend, die diep in de tachtig ztjn
geworren en ok meer dan tachtig jaren uooit
huilie voeten, lot staan „de rest" gewassehiak
hadden. 't Leek wel, of zulke kearels over
huilie vel nog 'n laag schubben hadden ge-
kweekt, waar gin enkele ziekte deurhenen
kost komen. Die tiepen waren waterproof*",
om zoo te zeggen. Maar genogt daarover.
Van de week, as ik 's morgans vroeg in Jen
akker kwam, dan brak den dag open, amico,
ollee, hij brak deur tot in oew zieiemeirt.
'Nen waaier van puur goud wier daar open-
gevouwen. D'n Oosterkim brokkelde kapat in
kleurenbonken, die daar wegdreven in vJoIet-
tig goud, in gruunen kristal, en peerlmoeren
glaans, drijvende in de wemeling van gloeiend
zonnegoud, om klein te worren amico, me tig
bij deus staal van de Godddijke Schepping.
Hooger begost de zonneschijf te rijzen uit de
blaankere en blaankere kimlijn, die as witzul-
veren montuur 't end van de weareld foon-
toerde.
De madelievekes wieren wakker, bij 't rijzen
van de zon.
De blommekes klokten heur kelkes open
om toch maar niks te missen van den dagop-
gaank. En d'eerste zonnepieken raakten de
blommekes aan.
De weareld veraanderde. Wier wakker bij
bietjes.
Schaduwkes trokken over de velden, die
enkele minuten gelejen nog strak en graanw
„levenloos" d'r eigen strekten onder den grrjs-
pfe6rlen hemel.
'k Had laangen tijd daar stilgestaan en
kouw trok laangs m'n beenen. Ik voelde da,
as d'eerste zonnewermte over m'n haasndem
kroelde.
De zon kwam werm op. Da beloofde r
vol-zomerschen dag.
Den eerste veugel floot.
'Nen leeuwerik klapte zingend naar de
'Nen tweeden veugel floot.
En plotseling „hagelde" den veugeltjeszaatng
uit 't gebomte over mijn hoofd; den miuwos
dag was geboren in 'n verglejen pracht, bk»m-
kes en veugeltjes waren wakker, den daanw
glom en „leefde" as veugelenoogskens in t
jong gewas.
Den smeuigen eerde van den vetten akker
klonterde en koekte, lijk sneeuw da doen kan.
zochtjes aan m'n klompen. Hij rook naar *t
veur jaar, maalsch en hartig! Veur m'n p lazier
klaauwde-n-ik in dieen zwarten grond, grond
van m'n eigen, grond waar m'n vader al z'n
zweet en z'n krachten in gelaten had. Grond,
dien 'k al zestig jaren ken mee al z'n hebbeEjjk-
hedens, z'n wonders, z'n gaven, z'n zurgen.
Grond waar ik zoo geren in ploeter, die "k
g&ren aan m'n haanden haangen voel,
ik grfe^t in woelen kan. Grond, waarin, i
veur ik zoo dikkels m'n eersten Vaderons op-
zee, 's mergens as den dag z'n eerste hcht er
op strooide.
Grond, zoo dikkels gezegend deur Orezen
Schepper mee rijke vrucht, mee overdatfigen
oogst, grond die 'n stuk van m'n zielement
is! Giond waarin ok m'n Geloof opgroeide-
Groeide mee de vruchten waar wij altij om
vragen
En toen toen ben 'k 'n roei nuuwe eerpels
gaan wegschoffelen.
'k Ben mee mijnen rug naar de zon gaan
staan, naar den kaant waar mijnen Scliepper
sjuust weer 'nen dag geschapen had in onzeg-
bare schoonheid. Waar Hij de zon had laten
opgaan veur mijnien akker ok, veur mijn vroeh-
ten die 'k verkregen had. Ik hen daar .mee
mijnen rug naar toe gaan staan, as ik "n roei
of wa van m'n nuuwe patatjes verschoffelde,
vemietigde, van den wortel scheurde uit dteen
kustelijken, zwarten, gullen feerde! Waant den
inspecteur Zusenzoo was gewiest, had ge-
meten en me gewaarschouwdGewaarscboowd
veur 'n rechterlijk vonnis, as ikdie goele
vrucht nie verinneweerde!
'k Had 'n paar roei te veul gezet.
Amico, da's zwaren arbeid.
't Zweet p^ferlde over m'n haanden. Gutste
van mijnen bol. 't Is zwaren arbeid, ja. waant
hij is zoo besehamend!
As ik 'nen jongen kearel was van dertig
jaren omtrent, sterk genogt om 'n stier bij k"n
horens te vatten en teugen d'eerde te smafcteera
waar is dieen tijd toch gebleven? as ik
dan op 'nen goeien dag 'n heerschap op mijncir
hof had ontmoet, dat me vertellen kwam -da
'k een roei eerpels vernielen moest, en lan
ders op de bon geslingerd wier
As me da dertig jaren gelejen gebeurd
wasnou, dan was er geslingerd", maai
op gin bon, amico! En nouw versitade gij me
zekers wel.
Maar vandaag, na zooveul jaren training isr
ongerijmdhedens, vandaag, al is 't dan mee
'n bloedend haart, maarge vemielt 4e-
zelfste vruchten, waar ge God om gebejen bad.
Gevergooit 'n verhoord gehed, waant
inspecteur Zusenzoo komt straks nog 's
verom, om te zien of ge oewen staatsplidi3t,
God's zegen vertrappen, netjes nagekomen
zijt
Genogt!
Na dieen zwaren arbeid ben 'k de Mark
ingedoken. Da kwaaie zweet moest er afge-
spoeld worren. Trud zee toen, afijn da, weet
ge al.
Misschien had ze gelijk. Misschien ok nie:
Ik weet 't nie.
Maar zwemmen, spoelen moest ik.
Wellichit snapte gij 't nou beter dan True,
amico.
Den akker, de velden, de bosschen, zc
schieten er op over deuzen keer.
En 'k heb er nie heelegaar spijt van
Veul groeten van Trui en as altij gin borke
minder van oewen
toet a voe
DRe.