ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN HL PRUIM-TABJIE De middelmatige. «oy Het geheim van de 7 wijzerplaten 9293 net aiewwe m m VRIJDAG 3 MEI 935 75e Jaargang Feuilleton Binneniand EERSTE BLAD EAATSTE AFBETALING DER POOESCHE KLEEDINGSCHULD. ■§wm m PER Vs. OMS I Eenige wenken bij de toepassing der Zegelwet 1917 NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post J 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post A bonnem en ten voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. AD VERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.. KLEINE AD VERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clicbe's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. (Vrij naar Ernest Hello.) Zeg eens in 'n gezelschap, dat een of ander foeroemd man een middelmatige is dan zal men zich vetfbazen en niets van uw bewering begrij.pen, om de een- voudige reden, dat de meeste lieden niet weten wat een middelmatige is. Een middelmatige, is die dan soms dwaas of stompzinnig of dom? Geen kwestie van. De domme mensch staat aan het eene eind van de wereld, de geniale mensch aan het andere eind. De middelmatige mensdh is tusschen- soort. Ik bedoel niet, dat hij het middel- punt inneemt van de intellectueele wereld, dat zou heel iets anders zijn, maar hij staat toch middenin. De middelmatige is die dan, wat men in de philosophie, in de politiek of literatuur een „middenman" noemt? Is hij vanzelfsprekend en beslist van die richting? Neen, ook dat niet! Iemand, die een „middenman" is, weet' dat: hij heeft de opzettelijke bedoeling om dat te wezen. De middelmatige is echter wat hij is, zonder het te weten en zonder het te bedoelen. Hij is het van nature en niet door vrijen wil, hij is het door karakter en niet door omstandig- heden. Laat hij eens 'n keer heftig, drif- tig, buiten zichzelf zijn; laat hij eens 'n keer zoo ver mogelijk zich verwijderen van de meeningen van ,,'het midden' dan zal hij desondanks toch 'n middel matige zijn en blijven. Er zal middel- matigheid zijn, zelfs in zijn heftigheid. Een karakteristieke, ja de karakt'eris- tieke, trek van den middelmatige is zijn enorme toegevendheid voor de publiexe opinie. Hij spreekt nooit, hij henhaalt al- tijd. Hij beoordeelt een mensch naar zijn leeftijd, naar zijn positie, naar zijn succes, naar zijn fortuin. Hij heeft het diepste respect voor hen,, die 'n naam hebben, het komt er bij hem niet op aan wat' voor naam; hij eert hen, die veel hebben gepu- bliceerd. Hij zou zijn ergsten vijand het hof maken, als die vijand 'n beroemdheid was; maar hij zal van zijn besten vriend weinig werk maken, als niemand dien vriend openlijk prijst. Hij begrijpt niet, dat een obscuur mensch, 'n arme stak- kerd, dien iedereen met z'n elleboog stoot, en dien men zonder veel complimenten en zonder egards behandelt', dien men dan ook maar grif met ,,je" en „jij" aan- spreekt, een genie kan zijn. A1 waart gij een van de grootste men- sdhen, de middelmatige zal, als hij u als kind heeft gekend, toch gelooven, dat hij u al gauiw te veel eer aandoet. Hij zal ook nooit tot iets in zijn eentje het initia- tief durven nemen. Zijn bewondering is altijd voorzichtig, zijn enthousiasme gaat nimmer de perken te buiten. De middel matige heeft een sterke veraoht'ing voor alles, wat jong is, en voor alien, die jong zijn. Alleen, als naderhand uw grootheid eens werkelijk erkenning vindt, zal hij uitroepen: „Dat had ik altijd wel ge- dacht". Maar van den dageraad van een nil nog niet bekend persoon zal hij nooit zeggen: ,,Ziedaar glorie en toe- komst!" Hij, die tot' een onbekend reizi- j ger, dien hij maar even ergens ontmoet, j kan zeggen: ,,Kerel, gij zijt een man van genie, die verdient zelf de onsterfe- Hjlk'heid, die hij den ander belooft. Be- grijpen is evenaren, heeft Rafael al gezegd. De middelmatige kan best een of andere bekwaamheid bezitten: hij kan zelfs wel talent hebben. Maar alle intui- tie is hem vreemd. Hij kan aanleeren, maar hij kan niet profeteeren. Soms laat hij een of andere gedachte toe, maar hij zet nooit door, hij durft zoo'n idee niet voort te zetten tot in zijn consequenties, en als gij hem precies diezelfde gedachte voorzet in eenigszins andere bewoordin- gen. herkent hij haar niet en zal hij haar verwerpen. Soms ook laat hij een of ander prin- cipe toe, maar als gij dan tot de conse quenties van dat beginsel wilt' gaan. zal hij u zeggen, dat gij schromelijk overdraft. Als het woordje „overdrijving" niet be- stond, zou de middelmatige het uitvinden. De middelmatige acht, dat het Chris tendom een zeer nuttig voorbehoedmiddel is, en dat het dan ook onverstandig zou zijn het ongebruikt te laten. Desniet- tegenstaande verafschuwt hij het Chris tendom toch in zijn diepste binnenste; soms lijkt hij er wel een beetje eerbied voor te hebben, maar dat is dan de eer bied van conventie, zoo'n zelfde eerbied als hij ook heeft voor boeken, die opgang maken. Maar hij is bang voor toegepast Christendom, in welken vorm ook, of het Katholiek is of Protestant'; hij vindt dat alles „overdreven", hij kan misschien nog het beste vrede hebben met een gematigd Protestantisme. De middelmatige kan ontzag hebben voor striikt en stipt deugdzame lieden, en ook wel voor menschen met een grooten naam, docih hij is bang voor heiligen en voor menschen van genie; die veraf schuwt hij, en die vindt hij ,,zoo over- dreven". Hjj vraagt bijna bij alles: waar dat nu eigenlijk voor ,,dient elk verschijnsel beoordeelt hij op deze wijze, of het oud is of nieuw, en voor alles wat contempla- tief (ibesc'houwend) is, en wat niet direct gericht is op algemeen nut en algemeen belang, heeft hij niet 't minste respect. Als de mensch, die van nature middel- matig is, in ernst en wezenlijk Christen wordt, dan ihoudt hij ook absoluut op met 'n middelmatige te zijn. Hij kan en zal wel nooit een superieur mensch wordenf maar hij is dan toch maar aan de middel- matigheid ontrukt door Hem, die hem vrij maakte. Een mensch echter, die echt bemint, zal nooit een middelmatige zijn of worden. van een groot aantal jongelui, die met een grooten oranjezak in de hand zakjes met twee oiiebollen voor een dubbeltje aanboden. Er werd druk gekochi. Gezegd moet worden, schrijft de N. R. Crt., dat de oiiebollen die wij gegeten hebben, niet meevielen. Zij waren nogal taai en men kon ze niet al te best naar binnen krijgen. Maar voor het goede doel troostte men zieh de moeite van het kauwen graag. Reeds om twee uur 's middags waren alle oiiebollen uitverkocht. zoodat aan later bin- nengekomen bestellingen niet meer kon wor den voldaan. Menigeen ofl'erde meer dan het minimum- bedrag, waarvoor de bollen verkrijgbaar wa ren; hier en daar werden zakjes oiiebollen met guldens, rjjksdaalders of bankbiljetten betaald. Het bleek dat de verkoop 11.147 heeft op- gebracht. ARIE SMIT. De heer Arie Smit, een van de leden van het bekehde scheepsbouwersgeslacht, oud- burgemeester van Vlissingen, oud-lid van de Tweede Kamer, van den Haagsehen gemeen- teraad en van de Prov. Staten van Zeeland, oprichter van de Kon. Mij „De Schelde" te Vlissingen enz., heeft Woensdag zijn 90sten verjaardag gevierd. Het was de wensch van den jarige, den dag in intiemen kring door te brengen; een offi- cieele receptie werd dan ook niet gehouden. Niettemin ontving de jubilaris vele blijken van belangstelling, in den vorm van bloemen er was o.a. een bloemstuk van het Kon. Instituut van Ingenieurs, waarvan de heer A. Smit een der oudste leden is telegrammen (o.a. een van den burgemeester van Vlissin gen), brieven, kaartjes, enz. De Poolsche gezant te 's-Gravenhage, dr. W. Babinski, heeft aan het ministerie van buitenlandsche zaken een cheque overhandigd groot f 933.135, zijnde de laatste afbetaling van de z.,g. kleeaingsschuld, betreffende een leening, welke Polen bij de Nederlandsche regeerihg aangegaan heeft in. verband met levering van uniformen ten tijde van het tot stand komen van de Poolsche republiek. RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDS- VERZEKERING EN ARBEIDS- BEMIDDELING. De mensch, die een echte middelmatige is, gaat zoo'n beetje op alles af, hij heeft' dan ook wel eenige bewondering of al- thans eenige belangstelling,*maar hij be- wondert nooit intens, noetit met gloed en overtuiging. En als gij hem zijn eigen ideeen, zijn eigen gevoelens voorlegt, maar die dan weergeeft met eenig enthou siasme, zal hij ontevreden zijn. Hij zal u herhaaldelijk zeggen, dat' gij overdrijft; hij zal meer van zijn vijanden houden als die koud zijn, dan van zijn vrienden, als zij warm zijn. Dat, waar hij boven alles een afsdhuw van heeft, is: warmte en gloed. De middelmatige heeft eigenlijk maar een hartstocht, en dat is zijn haat tegen j het scihoone. Misschien zal hij een of andere banale waarheid d-ikwijls herhalen j op banalen toon. Drukt gij die zelfde j waarheid uit met' gloed, dan zal hij u ver- wenschen, want dan komt hij het schoone tegen, en dat is zijn persoonlijke vijand. De middelmatige houdt van die schrij- vers, die ja zeggen noch neen. bij welke kwestie ook, die niets bepaald toestem- men, en die probeeren om met alle tegen- strijdige meeningen op goeden voet' te staan. Hij kan best hebben, dat men het Christendom verloochent; als men dat maar doet op n nette manier, en vooral met matiging in woord en gebaar. Het eerste woord van den middel matige, die een boek beoordeelt', is altijd over 'n onderdeel en gewoonlijk over een ondergeschikt punt van stijl. ,,Het is i goed geschrevenzegt hij, als de stijl vloeiend, mak, ongekleurd en timide is. ,,Het is slecht geschreven", zegt hij, als het leven bruist in uw werk, als gij, al sprekend of schrijvend, uw eigen taal schept, en als gij uw gedacht'en blootlegt met die levendigheid, dir. het bijzonder j charisma van een openhartig schrijver is. De middelmatige houdt het meeste van de onpersoonlijke letterkunde, hij heeft een afschuw van boeken, die tot naden- ken nopen. Hij houdt van boeken, die op alle andere lijken, die in zijn eigen ideeen en gewoonten inkomen, die zijn model niet' aan gruzelementen slaan, die dus in zijn kader blijven, zulke boeken, die men al van buiten kent' voordat men ze gelezen heeft, omdat zij als twee en meer droppels water lijken op al die an- j heidsbesluit 1917 gesubsidieerde vereenigin- dere, die men al onder het oog kreeg sinds men lezen leerde. (Wordt vervolgd.) Lichte daling, maar toch altijd nog hooger dan in 1934 en 1933. De directeur van den Rijksdienst der Werk- loosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling deelt mede, dat de werkloosheid onder de 555.500 leden van ingevolge het Werkloos- een der geheimzinnige verhalen van AGATHA CHRISTIE. (Nadruk verboden.) 9) (Vervolg.) Hm", zei de -dokter. ,,Geen buurt voor iemand van zijn stand. Misschien kwam zqn ^uirander daarvandaan. Maar daar behoeven we nu niet over te piekeren. Laat u het maar aan mij over. Ik zal de politie er kennis van geven. U moet natuurlijik uw naam en adres aehterlaten, daar de politie u zeker zal wil- len ondervragen. Het was trouwens toch mis schien beter als u nu even met me meeging naar het politiebureau. Ze zouden soms kun- nen zeggen, dat ik u hier had moeten houden.' Ze gingen er samen naar toe in Bundle's wag en. De inspecteur van politie was een langzame man. Bundle's naam en adres boe- zemden hem ontzag in, en hjj schreef haar verklaringen met de grootste zorig neer. „Kwajongens", zei hij. ,,Kwajongens die aan het oefenen zijn geweest. Verschrikkelijk stam is dat ongedierte. Die schieten altijd op vogels zonder er op te letten of er soms iemand loopt aan den anderen kant van de beg." De dokter vond dat een zeer onwaarschijn- ljjke oplossing maar hij besefte dat de zaak gauw genoeg in betere handen zou zijn en het leek hem niet de moeite waard tegenwerpingen te maken. „De naam van den overledene?" vroeg de inspecteur terwijl hij zijn potlood bevochtigde. Hij had een boekje visitekaartjes bij zich. Het iblijkt een zekere Ronald Devereux te aijn, zijn adres is in het Albany hotel." Bundle fronste het voorhoofd. De naam Ronald Devereux riep herinneringen bij haar wakker. Ze wist zeker dat ze hem meer ge- hoord had. Eerst toen ze in haar wagen halverwege Chimneys was gekomen, kon ze hem thuiS brengen. Ronny Devereux. Gill's vriend aan het ministerie van Buitenlandsche Zaken. Hij en Bill en ja Gerald Wade. Toen dit laatste tot haar doordrong, reed Bundle bijna in de heg. Eerst Gerald Wade, toen Ronny Devereux. Gerald Wade's dood kon wel een natuurlijke geweest zijn het gevolg van onoplettendheid maar die van Ronny Devereux leek moeilijker te verklaren. En toen herinnerde Bundle zich nog iets van de Zeven Wijzerplaten. Toen de stervende dat gezegd had was het haar vagelijk bekend voor- gekomen. Nu wist ze waarom. Gerald Wade had Zeven Wijzerplaten vemoemd in zijn laat- sten brief aan zijn zuster, op den avond v66r zijn dood. En dat stond weer met iets in ver band waar ze nog niet op kon komen. Terwijl zij al deze dingen overdacht was Bundle zoo langzaam igaan rijden, dat niemand haar herkend zou hebben. Ze reed haar wagen de garage in en ging op zoek naar haar vader. Lord Caterham zat volmaakt gelukkig een catalogus door te kijken van een aangekondig- de verkooping van zeldzame uitgaven en hij was oneindig verbaasd Bundle te zien. Zelfs jij", zei hij, „kunt niet been en terug naar Londen geweest zijn in dien tijd." up „Ik ben niet naar Londen geweest", zei Bundle. „Ik heb iemand overreden." „Wat?" „Maar ik deed het eigenlijk niet. Hij is doodgeschoten." ,,Hoe kan dat?" ,,Dat weet ik niet meer, maar het was toch zoo." „Maar waarom schoot je hem dood ,,Ik schoot hem niet dood." „Je moet geen menschen doodschieten", ze: lord Caterham op een toon van lichte ver- maning, „dat sommige het ten voile verdie- nen, maar je zoudt er last mee krijgen. „Ik zeg toch dat ik hem niet doodgeschoten heb." ,,Nu, wie dan?" Niemand weet het", zei Bundle. MOnzin", zei lord Caterham. „Een mensch OLIEBOLLENDAG TE DEN HAAG. Dinsdag is te Den Haag een oliebollendag ten bate van het Haagsche Crisiscomite ge houden. De verkoop van 200.000 oiiebollen, belangeloos gebakken door een aantal Haag sche bakkerijen van materialen, die ook be langeloos ter beschikking waren gesteld. De verkoop geschiedde van een 20-tal over de stad verspreide kraampjes, met medewerking kan niet doodgeschoten en overreden^ worden, zonder dat Iemand dat gedaan heeft". „Hij werd niet overreden", zei Bundle. „Ik dacht, dat je dat zei." „Ik zei, dat ik dat dacht." ,,Dan is er zeker een band gesprongen", zei lord Caterham. ,I):it klinkt als een schot. Dat staat tenminste in detective-romans.' „U bent absoluut onmogelijk, vader. U hebt nog niet zooveel verstand als een kip." „Dat is heelemaal niet. waar", zei lord Caterham. „Jij komt met een vreeselijk ab surd verhaal over menschen, die overreden en doodgeschoten worden en weet ik al wat niet meer en dan moet ik alles maar gelooven en als bij tooverslag begrijpen." Bundle zuchtte vermoeid. „Luister nu goed", zei ze, ,,dan zal ik alles vertellen in den lettergreepje woorden." „Daar", zei ze, toen ze uit verteld was, „be- grijpt u het nu?" „Natuurlijk. Nu begrijp ik het volkomen. En ik kan me best voorstellen, dat je een beetje overstuur bent beste kind. Ik had het dus niet zoo ver mis, toen ik, v66r je weg- ging de opmerking maakte, dat menschen die moeilijkheden zochten, die gewoonlijk vonden. Ik ben heel dankbaar", besloot lord Caterham met een lichte rilling, „dat ik rustigjes hier ben gebleven." Hij nam zijn catalogus weer ter hand. Vader, waar is Zeven Wijzerplaten?" Ergens in het East Eind, geloof ik. Ik heb dikwijls bussen gezien, die er naar toe gingen of ben je in de war met Zeven Zusters. Ik kan je gelukkig vertellen, dat ik er zelf nooit geweest ben. En dat is maar heel goed want ik geloof niet, dat het een buurt is waar ik van zou houden. En tooh, vreemd ge noeg, schijn ik er den laatsten tijd iets over gehoord te hebben." „U kent geen Jimmy Thesiger, wel?" Lord Caterham was weer verdiept in zijn catalogus. Hij had zijn best gedaan, om inte- ressant te converseeren over Zeven Wijzer platen. Maar nu trachtte hij daar nauwelijks meer naar. Thesiger?" mompelde hij. „Thesiger? Is gen in de week 8 tot en met 13 April j.l. heeft bedragen 28 pet., dat is 0.4 pet. minder dan in de vorige verslagweek (2531 Maart j.l.), toen de werkloosheid 28.4 pet. bedroeg. In de overeenkomstige week van de jaren 1934 en 1933 was de werkloosheid onderschei- denlijk 24.3 en 27 pet. Bij 1061 organen der openbare arbeids- hemiddeling stonden op 13 April j.l. in totaal 395.953 (vorig jaar 344.919) werkzoekenden ingeschreven, onder wie 377.544 mannen. Van dezen waren werkloos 368.659 personen, onder wie 364.712 mannen. Op 30 Maart j.l. be droeg het totaal aantal ingeschreven bij een gelijik aantal organen 400.606, onder wie 382.683 werkloozen. Het aantal ingeschreven werkzoekenden is derhalve sedert 30 Maart j.l. verminderd met 4653, het aantal werk loozen onder dezen met 4024. dat een van de Thesiger's uit Yorkshire?" „Dat vraag ik u juist. Luister nu vader. Het is heusch iets belangrijks." Lord Caterham deed opnieuw een wan- hopige poging om interessant te converseeren, zonder echter werkelijke aandacht te schen- ken aan de zaak. ,,Er wonen Thesigers in Yorkshire", zei hij. „En als ik me niet vergis wonen er ook in Devonshire. Je oud-tante Selina was met een Thesiger getrouwd." „Wat heb ik daaraan", riep Bundle. Lord Caterham glimlaehte vermaakt. ,,Zij heeft er heel weinig aan gehad, als ik me goed herinner." „U bent onmogelijk", zei Bundle opstaande. „Ik zal Bill zien te spreken te krijgen." ,,Doe dat, beste kind", zei haar vader ver- strooid terwijl hij een blad omsloeg. Zeker. Doe dat in elk geval. Heel goed." Bundle stond op met een zucht van onge- duld. „Ik wou dat ik me kon herinneren wat er in dien brief Stond", mompelde ze meer tegen zichzelf dan hardop. ,,Ik heb hem niet heel nauwkeurig gelezen. lets over een grap dat die Zeven Wij'zerplaten kwestie geen grap- je was." Lord Caterham dook plotseling van achter zijn catalogus op. „Zeven Wijzerplaten", zei hij. ..Natuurlijk. Nu weet ik het." „Wat weet u?" ,,Ik weet waarom het zoo bekend klonk. George Lomax is hier geweest. Tredwell heeft eens een keertje gefaald en heeft hem binnen- gelaten. Hij was op weg naar Londen. Het schijnt dat hij de volgende week een politiek diner geeft en hij heeft een dreigbrief ge- kregen." ,;Wat bedoelt u met een dreigbrief?" ,,Ja, dat weet ik eigenlijk ook niet. Hij trad niet in bijzonderheden. Ik maakte op dat er in stond: ,,Wees voorzichtig" en ,,U loopt ge- vaar..." en meer dingen van dien aard. Maar in ieder geval was het uit Zeven Wijzerplaten geschreven. Ik herinner me heel goed dat hij dat zei. Hij ging naar Londen am Scotland Yard te raadplegen." Bundle knikte. Zij ken- door G. M. VEUGELERS, Ontvanger der Registratie en Domeinen III. Na de bespreking van kwitantie- em huur- zegel acht ik het niet overbodig nog eenigszins uit te weiden over formaatzegel. Wat is formaatzegel? Het zegelrecht be rekend naar de oppervlakte van het papier, dus alleen afhankelijk van de grootte van het papier, waarop het stuk geschreven is. De stukken, waarvoor dit soort van zegei moet worden gebiuikt, moeten gesteid wor den op vanwege het Rijk uitgegeven gezegeld papier of op papier, dat v66r de onderteeke- ning buitengewoon gestempeld wordL Plak- zegel mag hier echter niet worden gebezigd behalve voor enkeie na te noemen stukken. Aan dat zegelrecht zrjn o.a. onderworpen. (Ik hespreek enl^l de gevallen waaxmede het publiek te maken heeft) 1. dc sollicitaties naar openbare of semi- openbare betrekkingen en de verzoekschriftem tot het bekomen van een gunst. (art. 23, 3e). 2. bestekken, voorwaarden, kaartem en teekeningen, voorzoover zij bestemd zijn om met de akten, welke de overeenkomst consta- teeren, waarop zij betrekking hebben, den titel dier overeenkomst uit te maken. (art. 23, lOe). 3. alle andere niet elders in deze wet ge- noemde stukken, opgemaakt tot bewgs van privaatrechtelijke overeenkomsten, nandelin- o-en, verbintenissen en verklaringen (art. 23,, no. 12). Onder dit laatste nummer vallen diverse overeenkomsten. die tusschen particuliere per sonen onderling of tusschen deze en instellin- gen gelden als bewijsstuk en niet zegelplich- tig zijn volgens een ander hoofdstuk, zoo als het zoo pas besprcken huurzegel en kwitantie- zegel, verder het wisselzegel, poliszegel enz Ik denk hier aan koopakten, akten van aan- besteding of aanneming, akten van brtnk- leening, akten van cessie, enz. Deze moeten evenals vorenbedoelde sollici taties en verzoekschriften onmiddellijk op ge zegeld papier gesteld worden. Anders is het met de bestekken, voorwaar- de mr. George Lomax, de permanente oncter- staatssecretaris van Buitenlandsche Zaken van Zijne Majesteit, die het algemeen welzijn zoo- zeer ter harte ging en die gemeden werd, om dat hij de ingekankerde gewoonte had. snjn openbare speechen ook in zijn particuBere leven te houden, zeer goed. Om zijn uitpuiten- de oogen was hij haar en onder anderen ook aan Bill Eversleigh bekend onder ten naam van de Kabeljauw. „Vertel me eens", zei ze. Heeft de Kabel jauw eenig onderzoek ingesteid naar de oar- zaak van Gerald Wade's dood?" „Neen; daar heb ik niets van gehoord. Het zou wel kunnen natuurlijk." Bundle zweeg eenige minuten. Ze was voU- ijverig aan het trachten om zich de jcriste woorden te binnen te brengen van den brccf die ze aan Loraine Wade had door gezondeai en terzelfdertijd trachtte ze zich het mefaifr voor te stellen aan ■'vie hij gericht was Wet. was het voor een meisje aan wie Gerald Wsuie klaarblijkelijk zoo gehecht was geweest" Hoe meer ze erover dacht, hoe meer het haar 4®e scheen dat het een ongewone brief was voor een broer. „Zei u, dat dat meisje Wade Gerry's stief- zuster was?" vroeg ze plotseling. ,,Ja. Natuurlijk denk ik, dat ze dat strifet genomen niet is, niet was, bedoel ik; zet£r dat ze heelemaal geen zuster van hem was.' „Maar ze heet toch Wade." Eigenlijk niet. Zij was geen kind van dat ouden Wade. Hij schaakte zijn tweede vromr die gehuwd was met een volslagen schurk. IK veronderstel dat de rechtbank den schurk- achtigen echtgenoot het kind toewees. Maar hij heeft zeker geen gebruik gemaakt van dat voorrecht. De oude Wade ging veel van het kind houden en stond er op dat ze zijn naam zou dragen." „0", zei Bundle. ,,Nu begrijp ik het ,,Wat begrijp je?" „Iets wat me niet duidelijk was in dess- brief." ,,Ik geloof, dat het nogal een knap meisje is", zei lord Caterham. ,.Of liever, dat het ik hooren zeggen." (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 1