Ter Neuzensche Courant
Tweede Blad
Woensdag 10 April 1935 No. 9284
GEMEENTERAAD VAN
AXEL.
VAN
Vergadering van Dinsdag 26 Maart 1935,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer F. Blok, burgemeester.
Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, C. Th.
van de Bilt, A. Th. 't Gilde, A. Verschelling,
Adr. Hamelink, I. de Feijter, P. J. van Ben-
degem, B. Seghers, C. Hamelink, C. van Kam-
pan, A. P. de Ruijter, F. Dieleman, henevens
de secretaris J. L. J. Maris.
Afwezig de heer J. de Feijter.
(De VOORZITTER opent de vergadering
door het uitspreken van het amhtsgehed.
1. iNotulen.
Met algemeene stemmen worden vastge-
steid de notnlen der vergaderingen van 11 en
15 December 1934; de vaststelling van de
notnlen der vergadering van 5 Februari 1935
wordt aangehouden, daar deze nog niet in
druk zijn verschenen.
2. Ingekomen stukken en mededeelingen.
Een missive van den Commi'ssaris der
Koningin in Zeeland, d.d. 6 Maart 1935, waar-
bij deze d'oet toekomen een van het bewijs
der koninklijke goedkeuring voorzien raadsbe
sluit van 4 December 1934, tot vaststelling
der verordening tot heffing van schoolgeld
voor het lager onderwijs, welke goedkeuring
geldt tot 1 Januari 1937.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Het raadsbesluit van 5 Februari 1935,
tot verkoop van bouwgrond aan P. A. van
Hoeve, voorzien van het bewijs der goedkeu
ring door Gedeputeerde Staten.
Aangenomen voor kennisgeving
c. Drie raadsbesluiten van 5 Februari 1935,
tot verschuiving van het aflossingsjaar van
geldleeningen, voorzien van het bewijs van
goedkeuring door Gedeputeerde Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Een missive van Gedeputeerde Staten
van Zeeland, d.d. 15 Februari 1935, waarbij
overeenkomstig art. 198 der Gemeentewet de
ontvangst wordt bericht van een afschrift der
in de raadszitting yan 5 Februari 1.1. vastge-
stelde verordening tot wijziging der algemeene
politieverordening.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Een missieve van Gedeputeerde Staten
van Zeeland, d.d. 15 Februari 1935, waarbij,
overeenkcm'stig art. 198 der Gemeentewet, de
ontvangst wordt bericht van een afschrift van
de door den raad in zijn vergadering op 5
Februari 1.1. vastgestelde verordening op de
wocnwagens.
Aangenomen voor kennisgeving.
f. Bericht van J. M. Oggel, C. Th. van de
Bilt, Iz. de Feijter en J. de Kraker, dat zij de
benoeiming tot lid der schattingscommissie
voor de rijksinkomstenbelasting aannemen.
Aangenomen voor kennisgeving.
g. Bericht van J. M. Oggel, A. E. C.
Kruysse en A. P. Esselbrugge, dat zij de be-
noeming tot lid van het hoofd-, tevens cen-
traal-stembureau voor de verkiezing van
leden van den gehieenteraad, aannemen.
Aangenomen voor kennisgeving.
h. iVerslag van den Agent der Arbeids-
bemiddeling.
Uit dat verslag blijkt, dat de commissie
van toezicht werd gevormd door den burge-
meestier, als lid-voorzitter; leden-werkgevers
A. van 't 'Hoff, Jos. Michielsen en J. K. de
Putter; en de ledem-werknehiersP. C. Man
gold, J. F. Tieleman en P. Huijssen. Deze
commissie heeft eenmaal vergaderd.
Uit den bij het verslag behoorenden staat
blijkt, dat zich als werkloos hebben aange-
meld 47 vlasbewerkers, 34 grondwerkers, 260
landarbeiders, 2866 fabrieksarbeiders, 37 bouw-'
vakarbeiders, 3 bankwerkers, 2 kontoorbe-
dienden en 6 textielarbeidsters.
Daarvan werden geplaatst in de gemeente;
18 vlasbewerkers, 20 grondwerkers, 140 land
arbeiders, 2639 fabrieksarbeiders, 17 bouw-
vakarbeiders, 4 textielarbeidsters, terwijl el
ders werden geplaatst 46 fabrieksarbeiders.
Er kwamen binnen aanvragen voor: 18 vlas
bewerkers, 20 grondwerkers, 140 landarbei
ders, 2685 fabrieksarbeiders, 4 textielarbeid
sters, 17 bouwvakarbeiders, aan welke aan
vragen van werkgevers alle werd voldaan.
In de toelichting cp deze cijfers schrijft de
agent, de heer A. de Vi'sser, dat daaruit blijkt,
dat de werkloosheid in de gemeente nog is
toegenomen. Verschillende reden kunnen
hiervoor genoemd worden. De onverdeeld
gunstige weersgesteldheid over 1934 had ten-
gevolge, dat met minder arbeidskracht kon
worden volstaan, am tijdig gereed te zijn met
de verschillende bedrijfswerkzaamheden, zoo-
dat de kans am tijdelijk eenig werk te beko-
men, vo-or de losse arbeiders nog geringer was,
dan anders in de zomermaanden het geval
was, het was dan ook reeds midden in den
zomer, eer de laatste lanidarbeiders geplaatst
waren.
Voor de bouwvakken was de toestand nog
ongunstiger, doordien er waren die het ge-
heele jaar tevergeefs naar werk uitzagen en
geen plaatsing vonden.
En nog grooter werkloosheid heerschte er
onder die groep arbeiders, die nog als fabrieks
arbeiders georganiseerd zijn, en voor wie
geenerlei kans was, dat zij nog als zoodanig
te werk gesteid worden. Zelfs in het drukkc
van den oogst konden deze niet geplaatst
worden, zoodat er midden in den zomer nog
geregeld ruim 100 werkloozen stand en inge-
schreven.
In totaal werden 65.349 werklooze dagen
genoteerd, hetgeen, vergeleken bij het vorig
jaar, nog een staging met ruim 9000 be-
teekent.
De werkgevers die van de arbeidsbeurs ge-
bruik maakten, hadden meestal maar enkele
arbeiders noodig, en dan voor enkele dagen,
hoogstens enkele weken. Alleen de stikstof-
fabriek de 1'Azote te Siuiskil, was ook nu wear
de groote afnemer.
Door den agent werd 2639 maal een oproep
voor de fabriek afgegeven; het vorig jaar was
het 2265 maal, dat een oproep werd uitge-
reikt. Aangezien de werkperioden vaak zeer
kort zijn, voor de losse fabriekarbeiders, zal
het totaal aantal dagen dat aan de fabriek
gewerkt is door de losse arbeider, niet hooger
geweest zijn dan het vorige jaar.
Vervolgens werd bij het sorteeren van aard-
appelen of ajuin vijfmaal 4 man gevraagd.
Voorts vonden 5 1 6 man enkele maanden
werk met het delven van watergangen voor
de polders; tweemaal 4 man bij het kabel-
verleggen voor het electrisch net. Vervolgefas
viermaal 5 personen voor enkele dagen bij de
dorscbmachine, terwijl er nog enkele werk
loozen eenige maanden werk vonden b:j d;e
verbreeding van den provincialen weg naar
Ter Neuzen.
Door den directeur der distrdctsiarbeictsbeurs
te Ter Neuzen werden geregeld aanvragen om
dienstpersoneel doorgegeven, hetgeen meer-
malen het plaatsen van een dienstknecht of
dienstmeid tengevolge had.
In de maand Februari zond de Directeur
de scbriftelijke aanvraag van de directie van
den Wieringermeerpolder in, waarbij werden
opgeroepen: 10 zeer bekwame tractor-chauf
feurs, 25 arbeiders die zeer goed met de koren-
maaimachine (zelfbinder) konden omgaan en
50 zeer bekwame 1 andbouwersknechten
Waar genoemd aantal aanvragen voor het
geheele land gering moest worden geacht, was
er nog al wat correspondentie noodig, in over-
leg met den landbouwbemiddelaar, den heer
Melse, te Middelhurg, doch wij hadden de vol-
doening, uit de gegadigden een tweetal te
kunnen plaatsen, waarvan er een vodr den
winter is teruggekeerd, en de andere tot zijn
groote voldoening nog steeds in de Wierin-
germeerpoldsr werkzaam is.
Onderhandelingen om in 1935 weer rets voor
de Axelsche gegadigden te kunnen deem, voor
meerdere plaatsingen in den Wieringermeer-
polder, zijn reeds begonnen.
Uit een en ander kan blijken, dat de enkele
kansen idle zich voordoen om werkloozen elder3
te plaatsen, ook worden aangegrepen.
Vanwege de Compagnie Neerlandaise de
1'Azote werden de 2639 arbeiders meestal ge
vraagd voor het lossen of laden van sehepen.
Bij verschillende werkgevers werd de aan-
daoht op het orgaan der openbare arbeidsbe-
miiddeling gevestigid, zoodat voor het dor-
schen met de machine en het sorteeren van
aardappels meermalen door de arbeidsheurs
werd bemidde'ld. Voorts werd door het be-
stuur van een polder met bijslag van de ge
meente een zestal werkloozen genomen, voor
het uitgraven en reinigen der watergangen.
Getracht werd, om ook de uitvoerders van
openbare werken te bewegen het zoeken van
werkvolk niet bij voorkeur op te dragen aan
diverse personen die zoo voor de hand komen,
hetgeen begrijpelijkerwijs tot eenzijdige sa-
menstelling van de werkploegen aanleiding
geeft.
Uit den staat van uitkeeringen aan werk
loozen blijkt, dat is uitbetaald: in de maand
Januari 7889,30, Februari 14271,15; Maart
2108,35, April 954,05, Mei 274,55, Juni
386,75, Juli 2312,70, Augustus 2829,85,
September f 1867,95, October f 501,30, Novem
ber f 614,40, December 4249,35, totaal
f 28.249,70.
Over de verschillende organisaties verdeelid
werd van d-it bedrag uitgekeerd aan werk
looze leden van: Ned. Ohr. Bouwvakarbeiders
1468,15, R.K. Bouwvakarbeiders 188,70,
Ned. Vereeniging van Fabr.ieksarteiders
8449,10, Ned. Bond van Chr. Fabrieksarbei
ders f 7192,70, Ned. R.K. Fabrieksarbeiders
2586,30, Ned. bond van Arbeiders in het
land- en tuinbouwbedrijf 971Centrale Bond
Van Transportaibeiders 73, Ned. R.K. Land-
arbeidersbond 1207,30, Ned. Chr. Landarbei-
dersb. 5620,50, Alg. Ned. Bouwvakarbeiders
f 504,95.
Aangenomen voor kennisgeving.
i. Verslag van het Accountantskantoor
Moret De Jong over de controle van de
rekenplichtige ambtenaren der gemeente en
van het gasbedrijf over 1934.
Daaruit blflkt, dat door het gasbedrijf der
gemeente Axel in 1934 geproduceerd werden
846.839 M3. gas (in 1933 693.214 M3.) waar-
voor zijn gebruikt 2.235.252 K.G. kolen
(2.280.000) zoodat de gasproiductie per 1000
K.G. kolen bedroeg 289 M3. (304,04).
De aflevering was als volgt: licht- en kook-
gas 199.632 M3. (203.141), verwarmingsgas
30 023 (30.008), industriegos 31.387 (34.571),
muntgas 274.888 M3. (284.600), straatver-
lichting 45223 M3. (48.931), eigen gebnr.k
32.145 M3. (35.575), gasverlies 33.332 M3.,
(56.388).
De kostprijs van het gas per 1000 M3., afge-
leverd aan den verbruiker bedr.oegen f 75,94
(/74,181/2), de opbrenigst der bijproducten
17,28 19,36%blijft alzoo 58,66
(f 54,83).
Met inbegrip der distributiekosten was de
kostprijs van 1000 M3. in Axel 98,56
91,64y2), en in de gemeente Ter Neuzen
124,90 124,50).
De distributierekening wijst voor Axel een
winstsaldo aan van 4760,47 (6531,52), voor
Ter Neuzen 452,11 (189,54).
De tusschen geplaatste cijfers betreffen
den vorigen idienst, ter vergelijking.
Qmtrent de administratie van den gemeente-
ontvanger blijkt daaruit, dat op i en 8 Maart,
18 en 25 Juli, 15 en 22 October en 26 Novem
ber 1934 de administratie is geoontroleerd,
waarbij resp. op 1 Maart, 25 J'Uli, 15 October
en 26 November kasopneming beeft plaats
gehad.
Daarbij werd steeds alles in orde bevonden.
De administratie is overeenkomstig de voor-
schriften bijgehouden.
Omtrent de administratie van het Vleesch-
keuringsbedrijf wordt medegsdeeld, dat de
controle met gelijktijdige kasopneming is ge-
schied op 20 September 1934. Ook hier zijn
geen verschillen geoonstateerd en is de admi
nistratie in orde bevonden. Evenzoo luidt he
rapport omtrent de administratie van bet
Burgerlijk Armbestuur waar kasopnemingen
wenden verricht op 6 Maart en 21 September
1934 en omtrent de ontvangsten van leges-
gelden ter secretarie, waar 25 October 19o4
de kas werd opgenomen, die in overeenstem-
ming werden bevonden met de bygshouden
registers, en welke ontvangsten overeen
komstig de voorschriften regelmatig aan het
eind van elk kwartaal aan den gemeente-
ontvanger waren afge dragen.
Aangenomen voor kennisgeving.
j. Verslag van de commissie van toezicht
op het lager onderwijs, over 1934, luidende
als volgt:
De commissie van toezicht op het lager
onderwijs in deze gemeente heeft hierbij de
eer haar gewcne jaarlijksch rapport aan te
bieden. Zij hield in 1934 7 vergaderingen,
waarbij rapporten werden uitge'bracht en be-
sproken van de bezochte scbolen in de ge
meente. Deze rapporten waren zonder uit-
zondering gunstig. (Het bleek daarbij, dat het
peil van het onderwijs goed mag worden ge
noemd. Met ijver en nauwgezetheid wordt
aan de verschillende scholen gewerkt. Ten
opzichte van de onderlinge samenwerking, be-
reikten de commissie geenerlei klachten. De
toestand der gebouwen en leefmiddelen was
zeer bevredigend. Eenmaal werd van advies
gediend, betreffende het schrappen van leer-
vakken op het leerplan der openbare school.
In de Novembervergadering nam de heer D.
van Houte, die lamgen tijd als secretaris de
commissie heeft gediend, afscheid wegens
vertrek. De commissie was vertegenwoor-
digd bij zijn afscheid van de school.
Het doet de commissie genoegen, dit gun
stig rapport te kunnen aanbieden.
Aangenomen voor kennisgeving.
k. Proces-veribaal van de op 11 Maart
1935 ten kantore van den gemeente-ontvanger
gehouden opneming der boeken en kas, waar
bij is gebleken, dat het batig slot der rdke-
ning over 1933 bedraagt, blijkens de ingele-
verde rekening van den gewonen dienst
f 12.401,15, van den kapitaaldienst 6.309,91,
dat de inkoimsten van den dienst 1934 tot op
datum hebben bedragen 261.043,44 en die
over den dienst 1935 11.990,45, te zamen
291.744,95; dat de uitgaven over den dienst
1934 tot op datum hebben bedragen
f 271231,28, en die over den dienst 1935
22.737,25, te zamen 293.968,53, zoodat in
kas moest zijn f 2223,58, hetgeen overeenkomt
met het totaal der in de kas bevonden en in
het proces-verbaal omschreven waarden.
Aangenomen voor kennisgeving.
1. Een schrijven van het bestuur der har
monic .Concordia", dat daarin beleefd mede-
deelt, dat bet lokaal in de openbare school,
door haar in gebruik als repetielokaal, is ont-
ruimd. Voor de bereidwilligheid, een lokaai
te harer besehikking te stellen, voor den lan-
gen tijd dat de vereeniging dakloos was, be-
tuigt het bestuur har'telijk dank.
Aangenomen voor kennisgeving.
in. Een schrijven van den Minister van
Economische Zaken, waarbij deze in overwe-
ging geeft, om de verordening tot afwijking
van bepalingen der Winkelsluitingswet 1S30
(S'tbl. 460), zooals deze is gewijzigd bij de
wet van 27 Juli 1934 (S'tbl. 450), voor de ge
meente Axel, welke 11 December 1934 laat-
stelijk is gewij'zigd, te wijzigen en opnieuw
vast te stellen, aangezien het blijkens bericht
van zijn ambtgenoet van Binnenlandsche
Zaken, om technische reden niet mogelijk zal
zijn, het wetsoirtwerp tot invoering van den
Midden-Europeeschen tijd, indien dit door de
Eerste Kamer zou worden aangenomen, nog
dit jaar in werking te doen treden.
Burgemeester en Wethouders geven in over-
weging, aangezien deze wijziging van geheel
administratieven aard is, de verordening dien-
overeeokom'stig te wijzigen en opnieuw vast
te stellen, als volgt:
De raad der gemeente Axel;
overwegende, dat in deze gemeente de ge-
woonte bestaat, tijdens den duur van den zoo-
genaaimden zomertijd niettemin zooveel moge
lijk te handalen, alsof gold de tijdregeling naar
den middelbaren zonnetijfl van Amsterdam;
dat deze bijzondere cmstandigheid afwijking
van bepaLingen der Winkelsluitingswet 1830
(Stbl. no. 460) zooals deze is gewijzigd bij de
wet van 27 Juli 1934 (iStbl. no. 450) gswenscht
maakt:
b e s 1 u i t
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING tot afwijkmg van bepalin
gen der Winkelsluitingswet 1930 (Stbl.
460) zooals deze is gewijzigd bij de wet
van 27 Juli 1934 (Stbl. 450) voor de ge
meente Axel.
Art. 1. In afwijking van het bepaalde in
artikel 2, onder b en c der Winkelsluitingswet
1930 (Staatsblad no. 460), gewijzigd bij de
wet van 27 Juli 1934 (Stbl. no. 450) geldt het
bepaalde in artikel 2 dezer verordening.
Art. 2. Gedurende het tijdvak, dat de wet.-
telijke tijd met een uur is vervroegd, is het
verboden -een winkel voor het publiek geopend
te hebben:
a. op de eerste 5 werkdiagen der week
vdor 5 uur de3 vcormiddags en na 9 uur des
namiddags;
b. op Zaterdag v66r 5 uur des voormiddags
en na 10.30 des namiddags.
Art. 3. Deze verordening treedt in werking
met den derden dag na dien harer afkondiging.
Als dan vervalt de verordening tot afwijking
van bepalingen der Winkelsluitingswet 193C
(Stbl. no. 460), vastgesteld den 3 Mei 1932;
en deze verordening vast te stellen met in-
trekking der desbetreffende beslviiten van 25
September en 11 December 1935.
De heer VAN KAMPEN deelt meds, in dit
agendapunt aanleiding te vinden, te vragen,
of in den boezem van het college de Zondags-
sluiting wellicht een punt van bespreking heeft
uitgemaakt.
De VOOR.ZITTER antwoordt, dat ten tijde
dat de verordening op de winikelsluiting tot
stand kwam door Burgemeester en Wethou
ders hierover is gesproken. Burgemeester en
Wethouders hadden de bevoegdheid. een be-
paald besiuit van den raad uit te lokken, ten-
einde algeheele Zondagssluiting te verkrijgen.
Bij de daaromtrent gehouden besprekingen
lew am toentertijd echter vast te staan, dat het
in verband met de zoozeer gemengde bevol-
king in de gemeente niet wensohelijk voor-
kwam, voor te stellen, aigebeele Zondags
sluiting voor te stellen.
De heer VAN KAMPEN meent, uit dit ant-
woord te moeten concludeeren, dat Burgemees
ter en Wethouders bet in verfcand met de ge
mengde bevolking niet wenschelijk achten,
absolute Zondagssluiting toe te pnssen.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer
Van Kampen hem hier lets wil laten zeggen
waarover in Burgemeester en Wethouders
niet is gesproken. Hij raadt den heer Van
Kampen aan, af te wachten. Ten tijde dat er
over gesproken is, meenden Burgemeester en
Wethouders echter, het zoover niet te moe
ten laten komen.
De heer VAN KAMPEN vraagt, of dan ver-
wacht mag worden, dat er omtrent deze z an
een voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt aanhangig gemaaict.
De VOORZITTER kan den heer Van Kam
pen toezeggen, deze zaak in een volgende ver
gadering van Burgemeester en Wethouders
ter sprake te zullen brengen.
De heer OGGEL zegt toe, dat deze zaak
onderzocht zal worden. Hij gelooft echter niet
diat, Indian voor een gemeente als Axel to-
absolute Zondagssluiting zou worden besloten,
dit besludt goedgekeurd zou worden.
De VOORZITTER stamt toe, dat het de
vraag zou zijn, of de Minister een dergelijk
besiuit zou sanctionneeren.
De heer VAN KAMPEN deelt mede, een
voorstel van Burgemeester en Wethouders te
zullen af wachten.
De heer I. DE FEIJTER merkt op, dat ab
solute Zondagssluiting toch mogelijk is inge-
vol'ge art. 4, 3e hid en art. 8, 2e lid. der win
kelsluitingswet.
n. Een schrijven van Gedeputeerde Staten
van Zeeland, dd. 15 Februari 1935, waarbij
zij terugzenden de in de vorige vergadering
vastgestelde verordening op het zwemmen en
baden, waaromtrent zij opmerken:
Blijkens art. 8 der hiernevens vermelde ver
ordening, wordt tegen elke overtreaing' van
een der bepalingen dier verordening sti-af be-
dreigd in den vorm van hechtenis van ten
hoogste 2 maanden of geldboete van ten hoog-
ste f 300.
Aan de hand van hunne circulaire van 14
Januari 1932, no. 261, 3e afdeeling, achten zij
de overneming van de strafbepaling van art.
195 der Gemeentewet niet juist.
Zij verzoeken daarom te willen bevorderen,
dat gemeld artikel door den raad worde ge
wijzigd, en daama de verordening weer in
haar geheel opnieuw vast te stellen.
Burgemeester en Wethouders stellen thins
voor, in art. 8 te bepalen: Elke overtreding
van eenige bepaling dezer verordening wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste 6
dagen of geldboete van ten hoogste 25.
De VOORZITTER licht toe, dat ds straf-
bepalingen waartegen door Gedeputeerde Sta
ten beswaar wordt gemaakt, naar de meening
van dat college bijzonder ziwaar waren. Naar
hij meent, is er wel niemand, die tegen de
voorgestelde wijziging bezwaren heeft.
Met algemeene stemmen wordt overeenkom
stig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten.
De heer VERSOHELLING merkt op, d.at
men dus in het vervolg zal mceten zwemmen
in de waschkuip.
o. Gedeputeerde Staten verzoeken, rnet
verwijzing naar den inhoud van het Provin-
ciaal blad no. 54, bij schrijven dd. 8 Maart
1935, te willen bevorderen, dat het daarbij
teruggeizonden raadsbesluit betreffende ver-
huning der onderwijzerswoning in dien zin
wordt gewij'zigd, dat de jaarlijksche verhuur
van de onderwijzei-swoning wordt losgemaakt
van een beding voor stilzwijgemde verleniging
na afloop van den huurtermijn. De beslissing
op het raadsbesluit van 5 Februari 1.1. hebben
zij in verband hiermede veraaagd.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
dit raadsbesluit zoodanig te wijzigan, dat be-
doelde woning tolkens voor een jaar wordt
verhuurd, met inachtneming van een opzeg-
gingstermijn van drie maanden, welke huur
wordt geacht te zijn ingegaan met 1 Februari
1935.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
p. Naar aanleiding der ter goedkeuring
ingezonden verordening op de invoidering van
gelden voor standplaatsen van woonwagens
geven Gedeputeerde Staten van Zeeland hij
schrijven d.d. 8 Februari 1.1. te kennen, dat
bedenking ontmoet, de wij'ze waarop in de
verordening tot uitdrukking is gebracht, dat
het de bedoeling is, om de inning van de gel
den voor het hebben van een standplaats met
een woonwagen aan anderen dan den ge
meente-ontvanger op te dragen.
:Het is naar hun meening niet toelaatbaar,
dat de inning van standplaatsgelden aan den
veldwachter, als zoodanig, wordt opgedragen.
Beter schijnt het daarom, in de verordening
op te nemen een bepaling, dat de inning ge-
schiedt door een door Burgemeester en Wet
houders aamgewesen ambtenaar.
Mitsdien verzoeken zij te bevorderen, dat
in plaats van het bepaalde in artikel 2 der
verordening op de invordering wordt gelezen:
1. De inning van de gelden voor het heb
ben van een standplaats met een woonwagen
geschiedt tegen kwitantie, door een of meer
daartoe door Burgemeester en Wethouders
aangewezen ambtenaren.
2. De in het eerste lid van dit artikel be-
doel'de ambtenaren storten de door hen cnt-
vangen gelden uiterlijk op den tweedsn werk-
dag na dien waarop de ontvangst beefit plaats
gehad, bij den gemeente-ontvanger.
3. De gemeente-ontvanger geeft van elke
storting een bewijs af.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de bepaling in de verordening aldus te wij
zigen.
De heer VERSOHiELLING vraagt, of het
tevens niet mogelijk is, de betreffende veror
dening te wijizigen. Het blijkt, dat het aantal
woonwagenbewoners in de gemeente niet ach-
teruit gaat, doch integendeel vooruit. Van
week tot wee'k verblijven in de gemeente 6, 7
of 8 wagens. Hij is van meening, dat, indien
men het recht hooger stellen zou, men wel
licht minder wocnwagens zou hebben. De
woonwagenbewoners vinden het hier klaar-
blijkelijk zeer goed. Ze hebben de besehik
king over een stal, water eiiz. En ook schijnt
de gelegenhei'd om aalmoezen te krijgen, nogai
gunstig. Indien het bedrag hooger1 zou ge
steid worden, bestond de mogelijkheid, dat er
enkele van deze gasten verdwenen. Thans
ontmoet men van den morgen tot den avond
woonwagenbewoners in de gemeente, en men
is er thans meer mee achteruit dan vooruit.
De VOORZITTER moet opmerken, dat de
verordening nog niet in werking is, zoodat het
kwalij'k opgaat, reeds een oordeel erover te
vellen. Indien mocht blijken, dat het te hef-
fen recht zeer goe'dkoop zou zijn, kan men
altijd de verordening wijzigen. Burgemeester
en Wethouders vragen zich echter af, of het
wel mogelijk zal zijn, de geMen binnen te krij
gen. Mocht het noo'dig blijken, dat een ver-
arJdering moet plaats grijpen, dan kan de
verordening worden gewijzigd, doch men gaat
een verordening, die weliswaar is vastgesteld,
doch nog nie't goedgekeurd, toch niet zonder
meer wijzigen.
De heer VEiRSOHELLING deelt mede, ervan
overtuigd te zijn, dat de toestand zooals die
thans is, onhoudbaar is, en zoo niet mag
voortbestaan. Verm'Oedelijk zullen de gasten
wel verdvvijnen, indien een hooger bedrag ge-
hevan wordt.
De VOORZITTER merkt op, dat indien
bij de toepassing der verordening Burgemees
ter en Wethouders mocht blijken, dat wijzi
ging noodig is, dit college met daartoe strek-
kende voorstellen hij den raad zal komen.
Thans echter aeht hij wijziging nog niet nood-
zakelijk.
De heer DIELiEMAN is van meening, dat
niet het terrein, doch de burgerij de groote
aantrekkingskracht vomit. Het schijnt, dat
het hier voor hen aardig goed is, en zij aar-
dig wat binnenhalen.
De heer VERSOHELLING merkt op, dat
niettegenstaan.de dat, het terrein goed geacht
mag worden. Vergeleken (met andere plaat
sen" is het hier een prachtterrein.. Als men
ziet naar Ter Neuzen, is het verschil wel
groot, de menschen moeten daar maar langs
den dijk kampeeren. Hij is van meening, dat
er in geheel Zeeuw"sch-Vlaajnderen niet zoo'n
goed terrein voor de woonwagenbewoners is.
De VOORZITTER voert hiertegen aan, dat
het terrein in orde is gebracht, en aan zekere
eischen beantwoordt. Voor dien tijd kwamen
er klachten, dat het er een bende en een rom-
mel was. Daarin is voorzien, en zijn voor het
gebruik van het terrein bepalingen in het leven
geroepen. Mocht blijken, dat hot hier of daar
nog hokt, dan kan men nog altijd optreden,
en zal ook het college van Burgemeester en
Wethouders met andere voorstellen komen.
De heer VERSOHELLING: Neen, mynheer
de Voorzitter, het vvoonwagenkamp moest op
de groote plaat staan.
De heer VAN BENDEGEM is van meaning,
dat het aantal wcon/wagenbswoners dat deze
gemeente taezoekt, niet daalt, doordat zy moe
ten betalen, als zij in Belgie komen, Daarom
komt men er hier niet van af. Indien zij niet
betalen, komen zij niet binnen, wellicht was
het voor ons land ook gewenscht, eon derge-
lijke regeling te treffen.
De heer A. HAMELINK merkt op, dat, in
dien de woonwagenbewoners niet betalen, zij
maar moeten opruimen. Spreker moet ook be
talen hetgeen hem opgelegd wordt.
Met algemiaene stemmen wordt de door
Burgemeester en Wethouders voorgestelde
wijziging vastgesteld.
q. Voorwaarden voor den bouw van een
woning aan den Nieuwendijk.
Burgemeester en Wethouders deslen mede,
dat zij, naar aanleiding van de vragen en
mededeelingen van den heer Verschelling over
het stellen van voorwaarden bij het bouwen
van woningen aan den Nieuwendijk, een on-
derzoek hebben doen instellen, en dat is inge
komen het onderstaande rapport:
RAPPORT van G. Griep, gemeente-veld-
wachter,
Naar aanleiding van een door het raadslid
A. Verschelling in de op 5 Februari 1935 ge
houden openbare vergadering van den raad
dezer gemeente gedane mededeelingen, als zou
de gemeente-opzichter D. van den Berg op
,,slinksche" wijze een door Burgemeester en
Wethouders dezer gemeente verle-ende bouw-
vergunning hebben te'ruggrvraagd, waama
door hem (gemeente-opzichter) een voor-
waarde in die bouwvergunning zou zijn bij-
gevoagd, welke meded-eeling bij op 8
Februari 1935 in de hal van het gemeentehuis
alhier, tegen den gemeente-secretaris en den
2en commies ter secretarie J. A. Smidt her-
haald-e heb ik, Comelis Griep, veldwachter
der gemeente Axel, op last van den heer Bur
gemeester dezer gemeente, een onderzoek in-
gesteld. Aangezien blijkens de door het raads
lid Verschelling gedane mededeeling, het
teru'gvragen van een verleende bouwvergun-
ning zou zijn geschied, ten aanzien van iemand
die aan den Nieuwen Dijk alhier een woning
heeft laten bouwen, heb ik ondermeer ge-
hcord,:
Pieter Haak wonende aan den Nieuwen Dijk
I 86e alhier, die mij desgevraagd het volgen
de verklaarde:
„In de maand April 1932 heb ik den aan-
nemer A. van Sabhen opdracht gegeven, de
woning voor mij te bouwen die ik thans be-
woon. Van Sabben heeft daarvoor, namens
mij, aan het college van Burgemeester en Wet
houders alhier vergunning gevraagd en ver-
kregen. Einde April of begin Mei 1932 deelde
Van Sabben mij mede, dat de bouwvergunning
was verleend en hij met het bouwen kon be-
ginn-en. Eenige dagen nadian kwam Van Sab
ben bij mij, met de mededeeling dat de ver
leende bouwvergunning, die bij hem was be-
zorgd door den gemeente-opzichter Van den
Berg, was teruggevraagd, en dat daarop was
bijgeschreven, dat de sloot voor de te bouwen
woning moest worden gerioleerd, hetgeen ik
toen heb gadaan. Tegen deze voorwaarde had
ik eigenlijk geen bezwaar, omdat ik anders
over die sloot een hruggetje had moeten leg-
gen, hetgeen mij evenveel geld zou hebben ge-
kost en minder geriafelijk voor mij zou zijn
geweest. Nadien heeft Van Sabben de bouw
vergunning aan mij afgegeven."
De hiervoren vermelde, door P. Haak afge-
legde verklaring, werd bevestigd door zyn
huis- en echtgenoote P. J. Oppeneer.
Ik, rapporteur, heb daarna de aan P. Haak
voornoemd, onder dagteekening van 10 Mei
1932, onder rnumner 94, door Burgemeester
en Wethouders dezer gemeente verleende
bouwvergunning, vergeleken met het in het
archief dezer gemeente, ten name van meer-
genoemden P. Haak gestelde en onder gelijke
dagteekening en nummer berustend ex-emplaar
der bouwvergunning.
Hierbij bleek mij, dat op beide exemplaren
achter het wcord: ,,Opmerkingen" met inkt
was geschreven: ,,Dat een rioleering gelegd
wordt met buizen van 50 c.M." Te oordeelen
naar het handschrift waren bedoelde woorden
geschreven door den 2en commies ter secre
tarie J. A. de Smidt.
Ik hoorde daama Aamout van Sabben,
aannemer, wonende aan de Kaaiwal A 20, al
hier, die mij desgevraagd het volgende ver
klaarde:
„Omstreeks Mei 1932 heb ik voor Pieter
Haak, aan den Nieuwen Dijk, alhier, een nieu-
we woning gebouwd. De daarvoor vereischte
vergunning heb ik, namens P. Haak, aan
Burgemeester en Wethouders dezer gemeente
aangsvraagd en verkregen. Deze bouwver
gunning is bij mij wanneer w-eet ik niet
meer precies - bezorgd. Blijkens het door
mij gehouden kasboek, heb ik op 14 Mei 1932
deze bouwvergunning aan P. Haak afgegeven,
en daarvoor van hem 20 cent ontvangen. Ik
kan mij niet meer herinneren, dat de bouw
vergunning toen teruggevraagd is, om daarop
nog een voorwaarde betreffende het rioleereh
van de sloot bij te voegen. Voor zoover ik mij
kan herinneren, stond de voorwaarde dat de
sloot moest worden gerioleerd, van het begin
af in de bauwvergunning. In ieder geval kan
ik mij niet herinneren, dat deze terugge
vraagd is".
J. A. de Smidt, 2e commies ter secretarie
alhder, door mij gehoord, verklaarde mij des
gevraagd het volgende:
,,Ik ben belast, met de behandeling van de
door Burgemeester en Wethouders dezer ge
meente verleende bouwvergunningien. De
voorwaarden, waaronder een bouwvergunning
eventueel wordt verleend, worden door mij
met inkt geschreven, acbter het op de bouw-
veigunningen getypte woord: ,,Opm-erkingen".
Zijn er geen voorwaarden gesteld, dan wordt
door mij achter „Opmerkingen" geschreven:
„Geene". De bouwvergunning is altijd ge-
dagteekend op den dag waarop Burgemeester
en Wethouders deze verleenen. De bouwver
gunning van P. Haak heb ik daarom niet eer-
der dan op 11 of 12 Mei 1932 geschreven.
Bovendien moet een bouwvergunning voordat
deze aan belanghebbende wordt uitgereikt,
eerst door den heer Burgemeester en den
Secretaris worden geteekend. Zeer waar-
schijnlijk is bedoelde bouwvergunning niet
eerder dan op 12 of 13 Mei 1932 aan Van
Sabben uitgereikt".
Ik, rapporteur, heb daama de hierboven
bedoelde ten name van Pieter Haak gestelde
bouwvergunning, vertoond aan J. A. de Smidt
voornoemd, waarbij deze verklaarde, dat de
op die vergunningen voorkomende woorden
,,Dat een rioleering gelegd wordt met buizen
van 50 c.M.", door hem waren geschreven.
Bedoelde bouwvergunningen (zoowel het
exemplaar dat in het archief der gemeente
berust, als dat hetweik P. Haak in zijn
bezit heeft), heb ik, rapporteur, nauw-
keurig bekeken. Daarbij is mij echter niet
kunnen blijken, dat in die vergunning
was geradeerd of op eenige andere wijze
veranderingen waren aangebracht. In het
bijzonder heb ik er op gelet in verband
met de verklaring van J. A. de Smidt of
achter het woord „Opmerkingen" misschien
het woord ,,Geene" had gestaan en dit op
eenigeriei wijze was weggewerkt. Ik kon
echter niets waarnem-en, dat in die richting
wees. Naar mijn meening zijn er, in bedoelde
bouwvergunning, dan ook geen veranderingen
aangebracht.
Ik, rapporteur, heb voorts inzage genomen
van het bij de teekening en bouwvergunning,
op de woning van P. Haak voornoemd be trek
king hebbende, door den gemeente-opzichter
Van den Berg onderteekende rapport, gedag-
teekend 21 April 1932, welk rapport berust
in het archief dezer gemeente.
Na lezing van dit aan Burgemeester en Wet
houders dezer gemeente gericht rapport bleek
mij, dat de gemeente-opzichter er de aandacht
op vestigt, dat het gewenscht zou zyn, dat
de sloot voor de door P. Haak te bouwen wo
ning werd gerioleerd.
Vervolgens hoorde ik het raadslid A. Ver
schelling, die my desgevraagd bet volgende
verklaarde:
,,Toen ik, in de op 5 Februari 1935 gehouden
openbare vergaderingen van de raad dezer
("gemeente, en eenige dagen nadien, in een ge-
sprek met den gemeente-secretaris, heb ge
sproken over het op slinksche wijze terug-
vragen van een bouwvergunning, door den
gemeente-opzichter Van den Berg, heb ik
daarbij het oog op de in 1932 aan Pieter Haak,
wonende aan den Nieuwen Dijk alhier, ver
leende bouwvergunning. P. Haak heeft mij
nameiijk medegedeeld, dat de aan hem ver
leende bouwvergunning, betrekking hebbende
op de woning die hij thans bewoont, destijds
teruggevraagd is door den gemeente-opzichter
Van den Berg, en dat deze er toen de bepaling
heeft bijgevoegd, dat de voor de te bouwen