yen green practisch resultaat, daar de handel
in iiet binnenland vrij is, en er in het buiten
land geen controle bestaat.
Ais oorzaak van daling wordt, bij de over-
productie, ook vermeld het optreden van
steeds meer en meer zlch opwerpende expedi-
teurs, die door het offreeren van lagere prijzen
zich een elienteele willen scheppen.
Over het bedrijf zelf kan nog worden mede-
gedeeld, dat de zaadval zeer overvloedig was
Men ving veel zaad op de boven- en beneden-
Wester-Schelde, alsook op de Zuid-Hollandsche
rivieren. Ook de zaadval van de zeeweringen
•was goed.
De te Philippine verhandelde hoeveelheid
inosselen kan worden geschat op 116.000 balen
a 87 K.G., dus iets meer dan het jaar te wren.
De visscherij wordt voornamelijk uitge
oefend door ta Breskens uitvarende schepen,
die in den loop der laatste jaren ook alle zijn
gemodemdseerd, en van xnotorische kracht
voorzien. De lage prijzen voor gamalen ir.
Frankrijk en Belgie waren reeds verscheidene
jaren oorzaak van slechte uitkomsten voor
het bedrijf. In 1934 is de toestand nog ver-
slechterd, doordat genoemde landen zijn over-
gegaan tot contingenteering van" den invoer,
met zdbdanige strenge maatregelen, dat de
uitvoer practisch voor een groot deel van het
iaar niet mogelijk was, en een groot deel dei
visschersvloot niet uitvaren kon, waardoor
■under de visschers ook grooten nood ontstond.
Weliswaar v/erd door visohdrogerjjen wat
afgenomen, maar dit weegt niet op tegen den
afzet van consumptiegarnalenevenmin zijn
de nieuw opgerichte pellerijen een steun voor
het visschersbedrijf, terwijl ook die Engelsche
markt bedorven is.
Tegen het eind des jaars heeft de nieuw
jngestelde Visscherij-centrale enkele maat
regelen getroffen, waarvan de uitwerking
voor a! snog gering was.
Klompen.
De uitkomsten van het klompenmakers-
bedrijf, dat in hoofdzaaik te Clinge en te Koe-
wacht wordt uitgeoefend, worden nog maar
steeds ongunstiger; zij werd mij thans ge-
achetst als onhoudbaar. Deze omstandig
heden worden toegeschreven aan de concur-
rentie uit Belgie.
Ook de zesde te Clinge gehouden Zeeuwsch-
Vlaamsche klompenbeurs heeft daar veel onder
gieleden.
De bouwvakken.
De beriehten uit de bouwvakken komen
vrjjwel overeen met die der laatste jaren. Er
werd, het geheele gewest door, gebouwd en
vemieuwd of verbouwd, op de eene plaats
meer, op de ahdere minder. Over het geheel
genomen wel iets minder dan het voorgaande
)aar. De grootste en wel algemeene klacht
van de ondernemers der bouwbedrijven, die
steeds terugkeert, is de scherpe ooncurrentie.
Omdat er ook een „te weinig" aan werk is,
urn aan alle ondernemers voortdurend werk te
waarborgen, wordt er hoe langer hoe scher-
per gerekend, om maar werk te hebben, en
ten slotte bij de inschrijving op meevallers
gespeculeerd, hetgeen geen normale bedrijfs-
roering kan genoemd worden. Loopt het dan
verkeerd, dan wordt in vfele gevallen de leve-
rancaer der materialen de dupe. Van het
mafan van winst is op die wijze geen sprake
meer.
Ook doet zich nog steeds het verschijnsel
voor, dat indien te Ter Neuzenwerken in vrije
ooncurrentie worden besteed, de aannemers
m de meeste gevallen patroons zijn van elders,
cjie de werken ook met arbeiders van elders
oitvoeren. Dat verschijnsel is toe te schrijven
aan het verschil in loonstandaard, geldende
te Ter Neuzen, en op de plaatsen in de omge-
*ing, welke nog steeds verschilt. Hoe meet
meer de materialen in prijs dalen, hoe grooter
-de beteekenis is van dat verschil in loon.
Kruideniers waren.
De mededeelingen uit het kruideniersbedrijf
somen ook vrijwel overeen met die van een
vorig jaar. Men gevoelt een moeilijker wor
den van den tijd, door de steeds dalende koop-
fcracht. Toch maken nog rapporten gewag
van verkregen bevredigende resultaten voor
het eigen bedrijf, zij het dan, dat het op peil
bljjven dier zaken is verkregen dank zij groote
krachtsinspanning. Ik wiil aanniemen, dat die
rapporteurs ziah omtrent de door hen ver
kregen bedrijfsresultaten reeds eenigermate
aan de tijdsomstandigheden hebben aange-
past, en zij wel overtuigd zijn, dat de „vette
jaren" voorij zijn. Trouwens, dit kon ik het
vorig jaar reeds ontwaren, toen een betrok-
kehe in dit b&drijf den toestand aldus ken-
echetstevroeger gold het spreekwoord „stil-
stand is achteruitgang", doch thans beteekent
.stilstaan vooruitgaan!"
Als oorzaken, die den toestand voor de win-
keliers in at bedrijf zeer zorgelijk maken,
worden nog steeds genoemd: een te veel aan
winkels, de zware concurrentie van de coope-
raties en die van het filiaal-grootbedrijf, dat
zich niet bepaalt tot verkoopen in de filialen
zelf, doch klanten tracht te winnen in alle
plaatsen van het gewest, waar de waren dan
Bonder kiosten worden thuisbezorgd.
Mogen er grootere bedrijven zijn, ae aan
die concurrentie weerstand weten te bieden,
voor de z.g. kleinere zaken, die niet zoo voor-
deelig kunnen imkoopen, is die toestand druk-
fcend. Ware het niet, dat door velen het win-
fcelbedrijf door de vrouw as bijzaak wordt
uitgeoefend, dan zou ongetwijfeld de lijst van
faillissementen, die nu vrijwel bianco blijft.
reeds vele namen tellen. Hierbij moet ook
worden aangestipt, dat er voor de resultaten
ran de winkelbedrijven ook wel verschil be
staat in de gemeente van vestiging.
Manufacturen en kleeding.
Met betrekking tot deze branche werden
geen bijzondere omstanagheden medegedeeld,
bebave dat ook hier merkbaar is een in dalen
de richting gaande koopkracht, zoodat meer
naar goedkoopere artikelen wordt gevraagd.
Hiervan zijn ook dalende inkomsten der be-
trokkenen het gevolg, daar de winst geringer
wordt, terwijl daarenteg-en vele bedrijfskosten
ongeveer op hetzelfde peil bljjven.
Hoewel de contingenteering van bijna ale
artikelen in deze branche de bedrijfsleiders
een grooter zorg haren om zoodanig in te
koopen, dat zij aan het verlangen hunner
elienteele kunnen vol-doen, binnen de hen toe-
gestane continigenten, werden daaromtrent
geen klachten vernomen, en werd in verschil-
lende gevaien een soepele behandeling der
zaken van wege het Crisis Invoerbureau on-
dervonden.
Meubelbedrijf.
Aanvankelijk vertoonde het meubelbedrijf
een voortgaande inzinking. Er was steeds
vraag naar goedkoopere artikelen, waardoor
verschillende van inferieure kwaliteit aan de
markt kwamen. Door de invoering van de
contingenteering is diaaraan wel beperking
opgelegd. 1934 was voor deze branche een on-
gunstig jaa Hotel- en RestaurantbedHjf.
Zooals altijd, loopen de beriehten omtrent de
resultaten van de hotels en restaurantbedrij-
ven uiteen, hetgeen verband houdt met den
aard en de plaats van vestiging der bedrijven.
Eohter is er wel overeenstemming over het
feit, dat de omzet, en daardoor de inkomsten,
in dalende lijn gaan, als gevolg van de alge
meene versobering. Daartegenover wordt
aangfSvoerd, dat de overhei-dslasten, waardooi
vooral deze bedrijven door verschillende hef-
fingen getroffen worden, op dezelfde hoogte
blvjven zoo zij door opcentemhetfingen al
niet stijgen en dit dus tegsnover de min-
dere ontvangsten steeds zwaarder gaat druk- i
ken.
Het hotelwezen gaat ook achteruit d-oor de
betere verkeersmiddelen, het gebruik van de
auto, waardoor de reizigers in dit gewest -op
korteren tijd him zaken kunnen afwerken, en
hier korter of in het geheel niet meer blijven
logeeren.
Dat verbetering van toestanden op het eene
gebied ook een benadeeling kan worden voor i
anderen, blijkt uit een klacht, dat de in de
laatste jaren ingevoerde verbeterde communi- i
catie met de overzijde der Schelde in het
drukke seizoen, aanleiding is, dat de reizigers 1
niet meer behoeven te wachten, hetgeen dus
een nadeel is voor de restaurants, die voor-
been aan die touristen, die op gelegenheid tot
oversteken moesten wachten, goede klanten
hadden.
Voor een trekken van de vacantiegangers
door hotels en pensions aan de Nederlandsche j
kust in het We'sten van Zeeuwsch-Vlaanderen
gevestigd, blijft de Belgische kust met zijn
badplaatsen, waar men een grootere vrijheid j
geniet, en waar men goedkoopere tarieven kan
stellen, een geduchte concurrent.
Vee- en varkenshandel.
Door hen, die in deze branche bun levens-
onderhoud moeten vinden, is de klacht, dat het
slecht gaat, algemeen. Door de verschillende
crisismaatregelen, teeltbeperking enz., kar.
"van ©en normalen handel en uitvoer geen
sprake zijn.
Auto- en rijwielhandel.
Minder omzet en minder vlotte betalingen
dan vroeger, voor wat betreft de autohandel.
Sterk gereduceerde prijzen en groote concur
rentie voor den rijwielhandel.
Aardappelhandel.
De aardappelhandel, die in dit gewest voor-
heen bijna uitsluitend op export naar het bu;-
tenland voornamelijk Belgie en Frankrijk
was gebase^*d, is geheel van karakter ver-
anderd. De consumptie-aardappelen moesten
nu verhandeld worden naar het binnenland.
Het liet zich aanzien, dat, in verband met de
kleinere oppervlakt-e, die met aardappels was t oTinstio-en ooast-toestanden is
bepoot, (nl. 700 H.A. minder), het aanbod de ™e„e®L„P
verkocht voor prijzen van f 250 tot 350 per
H.A.
De prijs van blauwmaanzaad bleef z6o ver
onder productieprijs, dat, zonder uitzicht op
steun, dit gewas wel niet meer zal worden
geteeld.
De knolgewassen waren suikerbieten, aard-
appelen en uien. Ondanks beperkten uitzaai.
ontbrak het bij den ruimen oogst voor de sui
kerbieten opnieuw aan de noodige garanties
voor den totalen opbrengst, en moest het over-
schot voor f 3,50 tot f 4,50 als veevoeder wor
den van de hand gedaan.
De paardenfokkerij in het gebied der Kamer
vertoont eenige teekenen van opleving. Man-
nelijk materiaal werd uit Belgie ingevoerd.
De veestapel was over het algemeen ge-
zon-d. Op sommige plaatsen kwam mon'd- en
klauwzeer voor, doch niet van ernstigen aard.
Door de Regeering wordt aangedrongen op
inkrimping van den veestapel. De varkens-
teelt ondervond vele moeilijkheden, aangezien
slechts een gering aantal biggenmerken werd
verstrekt. De uitvoer naar Engeland, vroe
ger een levenskwestie, is thans van geenerlei
aanbelang.
Nog valt aan te stippen, dat—mangelwor-
tels best waren gegroeid, en hooi en klaver
keurig kon worden binnengehaald. Resumee-
rende mag worden gezegd, dat de oogst, voor
al in de klei, is gegroeid als nimmer te voren
en onder de meest gunstige omstandigheden
is geborgen, hetgeen zeker aanleiding geeft
tot een opleving onder de gedrukte platte-
landsbevolking, al beteekent het nog voor
velen hunner geen Eldorado. Bovendien ont
stond in landbouwerskrlngen de vrees, dat die
buitengewone oogst een sehaduwzijde zou heb
ben, omdat zij aanleiding zou geven tot ver-
mindering der steunbedragen. Die vrees was
niet ongegrond, de richtprijs is voor tarwe met
f 1 verminderd en evenzeer is de steun voor
de suikerbieten met 1 per 1000 K.G. ver-
laagd. Evenzeer werd die voor peulvruchten
verlaagd, terwijl voor vlas nog geen steun
werd toegezegd, hetgeen bij de geldende prij
zen ook niet noodig wordt geacht. De scha-
duwzrjde is thans de vraag, of ook dit jaar
weer op een eenigermate gunstigen oogst
mag worden gerekend. Wanneer de crisis-
omstandigheden worden berekend op den
het
blijkbaar niet alleen tot genoegen van zich- leven dan in het aangrenzende Belgie. Dat
zelf doch van alien die daarhij tegenwoordig dit moeilijkheden schept, wordt nu reeds on-
I j.J J V. nrr\11-i Izti-iiH-i or invAaMtfl
rvo ™rf-n resultaat voor de onderneimers ongunstig,
vraag met zou over^ n,. 1 zoodra er in de teelt of het oogsten tegen-
slag ontstaat.
dan ook in het begin niet onbevredigend. De
kwaliteit was goed, de opbrengst overtrof nog
de hooge verwachting. De bijna ieder jaar
terugkeerende ziekte bleef uit. Het oinnen-
land bleek dan ook de voorraad niet geheel te
kunnen verwerken en na een paar maanden
liep de prijs terug tot op 50 In de maan
den October, November en December kon nog
worden geexporteerd naar overzeesche landen,
waardoor ©venwel de prjjzen niet opliepen.
Belgie kwam voor afvoer niet in aanmerking,
ten eerste wegens den eigen grooten voor
raad, tshi tweede door de monopolie-heffihg
van niet minder dan f 35 per 1000 K.G., ter
wijl Frankrijk geheel is gesloten.
De poterhandel was voor den producent
wel rendeerend, doch door de terugloopende
prijzen van de oonsumptieaardappelen in het
buitenland werd de vraag naar Nederlandsche
poters ook belangrijk minder, waardoor voor
den exporteur verlies te boeken viel.
Groenten- en fruitveiling.
De uitkomsten van de groenten- en fruit-
veiling zijn aanmerkelijk achteruitgegaan.
Ook hier heeft zich de omstandigheid voor-
gedaan, dat aangevoerde hoeveelheid zacht
fruit enz. onverkoopbaar bleken en vemietigd
moesten worden. S
De totaal-omzet liep. terug tot 77.877,44. i
De aard'beien brachten op 20.663,22, zwarte
bessen 4950,81, roode bessen f 1091,02, kruis-
bessen f 563,31. Appels brachten op f 6072,13, 1
peren f 9583,42, ook werden geveild eieren tot
een bedrag van f 6608,Het resteerende
van den totalen omzet is de opbrengst van
groenten en diversen.
De economische strijd der naburige rijken
In het later uit te geven jaarverslag zullen
enkele details breeder worden behandeld.
Handelsregister.
Over de werkzaamheden van het Handels
register kan ik u mededeelen, dat gedurende
1934 werden ingeschreven 104 nieuwe zaken,
tegen 31 in het jaar te voren; voorts werden
ingeschreven 199 wijzigingen en 18 ophef-
fingen.
Er werden verstrekt 67 afschriften en uit-
treksels, 2639 inzagen van dossiers, inzage
van adresboeken werd gegeven aan 49 perso-
nen, terwijl 1057 handelsadressen werden ver-
schaft en 14 handelsinlichtingen werden ver
strekt.
Afgegeven werden 253 certificaten van oor-
sprong en 316 legalisaties van handteekenin-
gen of daarmede gelijk te stellen handelingen
verricht.
Contingenteering.
De omvang der werkzaamheden voor de
contingenteering zijn, bij de groote uitbreiding
van deze crisismaatregelen, ter seeretarie der
Kamer zeer veel toegenomen. Ondertusschen
leert de ervaring. dat het aan de uitvoering
van de contingenteeringsmaatregelen zeer te
stade komt, dat de Kamers van Koophandel
en Fabrieken daarbij zijn ingeschakeld. Zeer
talrijk zijn de gevallen, waarin door belang-
hebbenden inlichtingen worden gevraagd.
evenzeer als die, dat, ter wille van een rich-
tige uitvoering aan belanghebbenden voor het
invullen hunner formulieren hulp moet worden
verleend.
Bij de Kamer berusten thans de gegevens
"v,.,,, i van een 170-tal importeurs, hetgeen, pro-
rvorzaak ereworden, dat onze tuinbouw in
is oorzaaa gew centsg-ewnjsvoor dit gewest een hoog getal is.
een hopeloozen toestand verkeert. Alleen voor
de telers van hard fruit is nog eenigszins een
bevredigend resultaat te bereiken geweest.
Over het algemeen werden te Ter Neuzen j
betere prijzen bedongen dan op andere vei-
lingen.
De boomkweekers zijn blijven zitten met
massa's onverkoopbare producten; door de
Regeering is wel afname daarvan beloofd,
doch niet van vrucbtboomen, en in onze pro-
vincie zijn de kweekers bijna alle vruchtboom-
kweekers.
Vlas.
In den aanvang van 1934 was de toestand
voor de vlasindustrie nog vrijwel troosteloos.
Het was toen onmogelijk, zelfs bij de uiterste
pogingen, dien arbeid ook maar eenigszins
loonend te maken. De groote vlasbedrjjven,
aan de grens gevestigd, werkten toen met
verlies, en de kleine lagen stil.
Daama kwam er eenige verbetering in de
prijzen. Bovendien was de vlasoogst van 1934
bijzonder gelukt, z66 zelfs dat van een zegen-
rijken oogst kon worden gesproken. Dit, met
de stijging der prijzen, was een waardevolle
factor om de vlasnijverheid wat te doen op-
leven en de vlassers nieuwen moed te geven.
Doordat menigmaal de vraag het aanbod
overtrof, steeg ook de prijs van het vlaslint.
Was deze in het voorjaar nog 35 a 36 per
100 KjG„ in het najaar bereikte deze een
hoogte van 58 h 59, waardoor ook de prijs
van het ruwe vlas nog opliep tot 9 cent per
K.G. Een en ander gaf aanleiding tot groo
ter bedrijvigheid. In St. Jansteen b.v. is aan
een 70-tal ondemetaingen overwerkvergun-
ning verleend.
In het laatst van het jaar overtrof het aan
bod weer de vraag en begon de prijs terug te
loopen, en noteerde toen nog f 50 tot 53. De
spinnerijen staakten toen hun aankoop en
voorzien blijkbaar nu nog alleen in de oogen-
blikkelijke behoefte. Het niet verder dalen
van den prrjs kan als een verheugend feit wor
den beschouwd.
Landbouw en veeteelt.
Het najaar van 1933 was voor den uitzaai
der wintergewassen zeer gunstig. Het een
Ook heeft het secretariaat in vele gevallen
bij het Departement van Economische Zaken
en het Crisis Invoerbureau ten bate van be
langhebbenden bemiddelend kunnen optreden.
Van die zijde wordt, voor zoover dit in ver
band met de verschillende maatregelen moge
lijk is.goode medewerking in het belang der
importeurs ondervonden.
Het totaal der afgegeven invoervergunnin-
gen steeg in het afgeloopen jaar tot 1198, het
vrjfvoud van het jaar te voren, en betrof, voor
zoover daarbij geldswaarde is aangegeven
f 546.868,66, en voor de hoeveelheid 10.999.202
K.G., 37.839 ton en 111.077 paar, waarvoor in
totaal aan consentgeld is betaald f 2581,95.
Zooals reeds het vorig jaar werd medege
deeld, worden die gelden wekelijks met het
Crisis Invoerbureau verrekend.
Het aantal, zoowel mondqling, als telefo-
nisch en schriftelijk verstrekte inlichtingen
beloopt een 500.
Ik ben hierbij aan het eind mijner beschou-
wingen. Doch alvorens te eindigen, wil ik u,
mijne heeren, hartelijk danken voor de wijze
waarop gjj met mij, als voorzitter van uw col
lege, weer hebt willen samenwerken, en steun
habt verleend aan de zaken die door het
Bureau werden voorbereid. In het bijzonder
mijn dank aan de leden van het Bureau en
den Secretaris, met wie ik, voor het verrich-
ten van onze taak, nauwer in aanraking kom.
En ook meen ik nog een woord van dank te
moeten uitspreken aan het adres van den
Secretaris voor de wijze waarop hij zich in
verschillende gevallen ten dienste van de be-
langen van den handel heeft gesteld, en geen
moeite heeft ontzien, om die belangen te be-
vorderen. En ook een woord van waardeering
aan den klerk, die, bij de toegenomen be-
moeiingen van het secretariaat met grooten
ijver en toewijding. eveneens steeds gereed was,
om, nevens de belangen der Kamer, ook die
van handel en bedrijf te dienen.
Voor de werkzaamheden der Kamer die ons
wachten in het jaar, dat voor ons ligt, doe ik
weer een beroep op uw aller medewerking.
Moge die arbeid goede vruchten afwerpen,
derde gedeelte van het beschikbare bouwland in het belang van het gewest dat wij vertegen-
werd, evenals het vbrige jaar, met tarwe be-
zaaid, hetgeen, door beperking van overheids-
wege, voor den wisselbouw een nuttigen maat-
regel is. De verdere wintergewassen waren
gerst, rogge en koolzaad. Meer rogge werd
uitgezaaid, vooral op de lichtere gronden, in
hoofdzaak omdat hierop van regeeringswege
steun was toegezegd. De wintergerst wordt
langzamerhand vervangen door zomergerst.
De zomergewassen konden vroegtijdig in
vruchtbaren bodem worden uitgezaaid. Be-
halve uit zomergerst, bestonden deze uit
haver, erwten, boonen, vlas en enkele partijen
blauw maanzaad en mosterd, terwijl ook en
kele partijtjes spinazie op contract werden
geteeld.
Al deze gewassen hadden een zeer voor-
spoedig ontwikkelingsproces. Ze konden on
der de beste voorwaarden worden geoogst.
Van het zoo voor verschillende weersinvloe-
den gevoelig vlas is in geen menschenleeftijd
algemeen zoo'n oogst binnengehaald. Dit
was dan ook wel de oorzaak, dat de prijs, bij
weinig aanvoer uit het buitenland, opliep. De
teeltpremie was, als het vorig jaar, f 50 per
H.A., terwijl eveneens tot f 50 per H.A. voor
repelen steun werd gegeven. Veel is te velde
woorcugen
2. Periodieke benoemingen.
Herbenoemd wordt tot voorzitter de heer
J. A. van Rfompu, tot voorzitter der afdee-
ling grootbedrijf de heer P. A. Neeteson, tot
diens plaatsvervanger de heer C. Wind van
Merkesteyn, tot voorzitter der afdeeling klein-
bedrijf de heer J. M. Oggel, tot diens plaats
vervanger de heer A. de Vrieze.
Tot leden der financieele commissie worden
herbenoemd de heeren A. van 't Hoff en G.
F. P. van der Peijl, en benoemd de heer I.
van Melle.
Tot leden der commissie voor het Handels-
register werden herbenoemd de heeren A.
van 't Hoff, A. J. Wijffels en J. F. de Klerk.
Op de vraag van den VOORZITTER ver-
klaren de benoemde heeren zlch de keuze te
laten welgevallen.
De VOORZITTER verklaart ook gaame
bereid te zijn, de herbenoeming als voorzit
ter der Kamer te aanvaarden. Hij doet dit
met te meer genoegen, omdat hij reeds zoo
tal van jaren lid van dit college is geweest,
en hij steeds als voorzitter de vergaderingen
met het meeste genoegen heeft mogen leiden,
waren. Hij heeft hier steeds z66veel biijken
van vriendschap mogen ondervinden, dat het
helm inderdaad zwaar zou vallen, deze zetel
te verlaten. Daarom doet het hem genoegen,
dat de leden hem weer hebben herkozen.
Hij hoopt, nog veel jaren in goede gezond-
heid, met de noodige wijsheid en een helderen
geest met de leden te mogen samenwerken
voor de belangen van Zeeuwsch-Vlaanderen,
en hij alien hier het volgende jaar weer zal
mogen ontmoeten, om met dezelfde opgewekt-
heid de werkzaamheden aan te vangen.
De heer VAN 't HOFF wenscht, als oud-
ste lid in jaren, namens zijn medeleden, den
secretaris en het personeel der Kamer, den
voorzitter hartelijk te feliciteeren met zijn
herbenoeming. Hij hoopt, dat hem weer de
noodige krachten en gezondheid zullen wor
den geschonken, om de werkzaamheden der
Kamer met genoegen te behartigen. En
wederkeerig wenscht hij den voorzitter en
zijn familie een gelukkig en in zaken voor-
spoedig jaar toe. (Applaus.)
3. Notulen.
De notulen der vergadering van 24 Novem
ber 1.1. worden m.a.s. vastgesteld, zooals die
in afdruk zijn toegezonden.
4. Ingekomen stukken.
a- Van den Minister van Economische
Zaken bericht van goedkeuring der begroo-
ting voor 1935, met de daarin toegekende
subsidies.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Provinciaal Blad no. 65, bevattende een
aanschrijving aan de gemeentebesturen der
Zeeuwsche gemeenten, waarbij mededeeling
wordt gedaan van een schrijven van den
Minister van Binnenlandsche Zaken, waarin
bij vernieuwing de aandacht wordt gevestigd
op het bepaalde hij art. 12 der Wet op de
Kamers van Koophandel 1920, krachtens
welke deze colleges verplicht zijn, aan het
Algemeen Bestuur en ook aan de Provinciale-
en Gemeentebesturen adiviezen of inlichtingen
te geven over die aangelegenheden van han
del en nijverheid, waarover hun oordeel of in
lichtingen gevraagd worden.
Door Kamers van Koophandel en Fabrie
ken is den Minister van Economische Zaken
gewezen op het feit, dat in den loop der jaren
slechts weinige verzoeken van provincien en
gemeenten werden ontvangen, om te advi-
seeren over voor-ontwerpen van uit te vaar-
digen verordeningen.
Naar aanleiding daarvan heeft de Minis
ter van Economische Zaken den Minister van
Binnenlandsche Zaken te kennen gegeven het
wenschelrjk te achten, dat de Provinciale en
gemeentebesturen worden herinnerd aan
bovenbedoelde adyiseerende functie der
Kamers, en uitgenoodigd worden, in voorko-
mende gevallen tijdig de adviezen van de
Kamers van Koophandel en Fabrieken in te
i winnen.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. De notulen van de 13e vergadering der
Commissie van Bij stand van de Stichting
Economisch Instituut voor den Middenstand.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Door het Bureau is ook steun verleend
aan een verzoek door den beurtschipper Fl.
van Denderen te Koningin Emmapolder ge-
richt tot den Minister van Economische Zaken
betreffende openstelling van het grenskan-
toor te Nieuw-Namen, voor den uitvoer van
kaas. Door sluiting van dat kantoor en ver-
wijzing voor den uitvoer naar Kapellebrug
dreigt, naar adressant mededeelt, voor hem
een belangrijke bron van inkomsten, wegens
vervoer van kaas, teloor te gaan.
Deze zaak is door den Secretaris ook per-
soonlijk besproken op het Crisisbureau te
Den Haag, waar hij moest vernemen, dat
tegen openstelling van dat kantoor emstige
bezwaren waren gerezen, en het alzoo in ver
band met het belang van den Nederlandschen
kaas-uitvoer gesloten was.
Nader is ontvangen een schrijven van den
betrokken Minister, meldende dat het kan
toor te Nieuw-Namen voor kaas-uitvoer niet
zal worden heropend.
De heer VAN GOETHEM vraagt, of er
naast het kantoor Nieuw-Namen nog meer-
dere kantoren voor den uitvoer van kaas zijn
aangewezen.
De heer NEETESON antwoordt, dat en
kele grenskantoren voor den uitvoer van kaas
waren aangewezen, w.o. ook Nieuw-Namen.
Zooals uit de mededeeling van het Bureau
blijkt, is thans Nieuw-Namen voor dien uit
voer gesloten, en de Kamer is er niet in
mogen slagen, de heropening te bewerken.
Aangenomen voor kennisgeving.
5. Tijdregeling.
•Ontvangen is een afdruk van een adres door
de Kamer te Amsterdam gericht tot de Eer
ste Kamer der Staten-Generaal, houdende be
zwaren tegen het wetsontwerp door de Tweede
Kamer aangenomen, tot invoering, gedurende
het geheele jaar, van den Midden-Europee-
schen tijd, aangezien Nederland daardoor in
West-Europa in een uitzonderingspositie komt
te verkeeren.
Ook voert de Kamer ernstige bezwaren aan
tegen een vervroeging van het leven gedu
rende de wintermaanden met 40 minuten,
waardoor de schoolgang der kinderen bij
duistemis zal aanvangen.
Een afschrift van een door de Kamer te
's-Gravenhage tot de Eerste Kamer der Sta
ten-Generaal gericht adres, inzake het wets
ontwerp tot invoering van den Midden-Euro-
peeschen tijd, zonder zomertrjd, met verzoek,
dit te willen verwerpen, omdat dit in zeer ge-
ringe mate rekening houdt met de belangen
van het bedrijfsleven, die meer zijn gebaat brj
een aansluiting aan den West-Europeeschen
tijd met zomertijd.
Het Bureau herinnert, dat het wetsontwerp
betreffende de tijdregeling aanvankelijk tot
strekking had invoering van den West-Euro-
peeschen tijd, met een uur vervroeging ge
durende de zomefmaanden, zoodat dan tijdens
de zomermaanden de tijdregeling zou over-
eenkomen met den Midden-Europeeschen tijd,
waardoor de tijdregeling het geheele jaar door
20 minuten later zou vallen dan volgens de
huidige regeling.
In de laatste dagen v<56r het wetsontwerp
bij de Tweede Kamer in behandeling zou
komen, werd dit door den Minister van Bin
nenlandsche Zaken bij nota gewijzigd, door
te bepalen, dat het geheele jaar door zou gel
den de Midden-Europeesche tijd. De behan
deling had toen zoo vlug plaats, dat belang
hebbenden geen trjd van beraad hadden voor
het inbrengen van bezwaren tegen die in-
grijpende wijziging en het ontwerp werd door
de Tweede Kamer aangenomen.
Na die aanneming zijn, hlrjkens de dag-
bladberichten, van vele zijden bezwaren tegen
deze regeling ingebracht. Blijkens het Voor-
loopig Verslag der Eerste Kamer heeft die
regeling daar ook veel bezwaren ondervonden.
Behoudens de bezwaren die o.m. zrin aan-
gevoerd door de Kamers van Amsterdam en
Den Haag, is het Bureau van oordeel, dat de
aangenomen reveling in het bijzonder ook
voor Zeeuwsch-Vlaanderen groote bezwaren
met zich zal brengen. Niet alleen dat het
voor ons gewest bezwaren zal ondervinden
om in de wintermaanden het leven 40 minuten
vroeger te stellen, doch zal men dan hier ook
een groot deel van het jaar een uur vroeger
dervonden, door het niet gelijktijdig invoeren
van den zomertijd in Nederland en in Belgie,
daar de spoorwegen zich voor de verbindin-
gen naar Belgie moeten richten.
Het Bureau is van oordeel, dat indien de
tijdregeling wordt gewijzigd, onze belangen
het meest gediend zijn door een aansluiting
bij die volgens den West-Europeeschen tijd,
welke ook het meest overeenkomt met de Ur
ging en de verbindingen van ons land. Het
stelt daarom voor, steun te verleenen aan de
verzoeken tot de Eerste Kamer gericht om
aan dat wetsontwerp gbedkeuring te ont-
houden.
De heer DE ME1JER vraagt, of het niet
te probeeren zou zijn, den zomertijd in Neder
land op gelijken datum als in Belgie te doen
ingaan.
De SECRETARIS merkt op, dat men, in
aanmerking nemende wat zich in de Staten-
Generaal omtrent de tijdregeling heeft afge-
speeld, van een dergelijk streven geen suc-
ces kan verwachten, daarvan kan geen sprake
zijn.
De heer DE MEIJER is van meening, dat
de door hem gestelde vraag bij dit punt thans
wel niet aan de orde is, doch meent, dat het
toch wel aanbeveling zou verdienen, indien
de zomertijd in Nederland en Belgie gelijk
tijdig inging, men leeft hier in Zeeuwsch-
Vlaanderen thans in een uitzonderingspositie.
De VOORZITTER deelt mede, dat zulks
natuurlijk altijd kan worden gevraagd, doch
meent ook, dat de mogelijkheid, dat dergelijk
verzoek zal worden ingewilligd, uitgesloten
geacht moet worden.
De heer NEETESON wijst den heer De
Meijer erop, dat niet alleen Zeeuwsch-Vlaan
deren, doch geheel Nederland, ten opzichte
van de invoering van den zomertijd in een
uitzonderingspositie verkeert, gezien het trjd-
stip van invoering in aangrenzende landen.
De SECRETARIS licht toe, dat de latere
aanvang van den zomertijd in Nederland, een
concessie was aan de menschen, die bezwaren
tegen den zomertrjd hadden; het is feitelijk
een compromls. Hij stemt toe, dat het on-
aangenaam is, voor de menschen in Zeeuwsch-
Vlaanderen, dat de zomertrjd in Nederland 1%
maand later ingaat dan in Belgie, doch er is
geen kans, gelijke invoering te verkrijgen.
Wat betreft de invoering van den Midden-
Europeeschen tijd, moet hrj opmerken, dat
dan de situatie nog slechter wordt. Daarom
kwam het dan ook het Bureau gewenscht
voor, de meening der Kamer aan de Eerste
Kamer kenbaar te maken, en te verzoeken
het wetsontwerp niet aan te nemen, er op
wrjzende, dat dan een groot deel van het jaar
het leven hier een uur vroeger zou zijn dan
in Belgie.
De heer DE MEIJER trekt, indien het,
zooals hem duideltjk is geworden, vechten
tegen de bierkaai zou worden, zijn voorstel
in.
Het voorstel van het Bureau wordt met
algemeene stemmen aangenomen.
6. Regeling van het Binnenvaartrecht.
Een schrijven van de Nederlandsche Bin-
nenbeurtvaartvereeniging, naar aanleiding
van het bij de Tweede Kamer ingediende
wetsontwerp tot regeling van het binnen-
vaartrecht. Dit ontwerp bevat bepalingen,
die de contractvrijheid van de beurtvaart em-
stiger beperken dan bij de bestaande regeling
het geval is. Met het oog op de zware con
currentie, die de beurtvaart reeds ondervindt
van het vrachtautovervoer wordt daartegen
bezwaar gemaakt, aangezien de con trad tvrjj-
heid van dat vervoer niet beperkt wordt.
Het bestuur verzoekt mitsdien te bevorde-
ren, dat de gewraakte bepalingen niet zullen
worden ingevoerd, voor zoover niet tegeljj-
kertijd de contractvrijheid van het vervoer-
middel langs den weg op overeenkomstige
wijze wordt beperkt.
Het Bureau merkt op, dat dit een wets
ontwerp betreft, van bepaald juridische strek
king. Dit moge ook wel daaruit biijken, dat
de Kamer te Rotterdam, die zich daarom
trent reeds verschillende malen tot de Regee
ring en nu ook weer tot de Tweede Kamer
heeft gericht, het noodig geacht heeft zich
voor deze materie te doen voorlichten door
een uitgebreide commissie ad hoc, waarin,
behalve deskundigen op scheepvaartgebied,
ook zitting hadden 6 juristen. Er zal bij onze
Kamer zeker geen behoefte bestaan, van dit
wetsontwerp een bijzondere studie te maken.
Op een tweetal artikels zou het Bureau
evenwel de aandacht willen vestigen en dat
betreffen juist die, welke door de Neder
landsche Beurtvaartvereeniging worden aan-
gevochten, en die een eind zullen maken aan
een euvel, waarover door den handel reeds
zooveel wordt geklaagd, dat n.l. hen, die goe-
deren ten vervoer aanboden, tegenover de
vervoerders te water vrijwel recbteloos
maakte.
Na de oorlogsjaren is door de vervoerders
van stukgoederen een organisatie gesticht,
welke heeft samengesteld en ingevoerd een
z.g. ,,Beurtvaart-adres". Daarin zijn vervat
de Algemeene Vervoercondities der Vereeni-
ging ter Bevordering van de Belangen der
Binnenlandsahe Beurtvaart (stoom en zeil),
gevestigd te Rotterdam, waarbij de vervoer
ders voor de him ter vervoer aangeboden goe-
deren vrijwel alle verantwoordelrjkheid voor
schade en nadeel daaraan sinds de aanbie-
ding en de aflevering bij den bestemmeling
ontstaan, van zich afschuiven. Die algemeene
vervoercondities zijn een zeer rigoureus een-
zrjdig document in het voordeel der ver
voerders.
In de artt. 811 en 813 van het wetsontwerp
wordt aan de vervoerders onmogelijk ge
maakt, de aansprakelijkheid van de hun ten
vervoer aangeboden en door hen geaccepteer-
de goederen zoo goed als geheel van zlch af
te schulven.
Die bepaling bestaat reeds in het zeerecht.
Zij wordt bij het wetsvoorstel ook voorge-
schreven voor de binnenvaart. Zij is, blijkens
de memorie van toelichting, van wege de
beurtvaart terstond bestreden, op grond dat
de toestanden daarbij geheel anders zijn dan
bij de zeevaart.
Toegegeven wordt, dat die omstandigheden
tot op zekere hoogte bestaan, maar daar
tegen wordt aangevoerd, dat het grootere
risico, dat uit die omstandigheden voort-
vloeit, daarom nog niet op de eigenaren der
goederen mag worden gelegd.
Degenen, die goederen ten vervoer geven,
verliezen iedere feitelijke macht over die
goederen, en zijn daarna in geen geval In
staat, eenige zorg voor het behoud dier goe
deren aan te wenden. Het risico voor die
goederen is meer inhaerent aan het bedrijf
van den vervoerder, waartegen deze zich
door verzekering kan dekken.
Blijkens een door de Kamer te Amsterdam
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
gericht adres, staat deze eenigszins aan de
zijde der beurtvaart, en meent, dat de nieuwe
bepalingen op de aansprakelijkheid bezwaren
zullen opleveren, dat het o.m. bezwaren zal
ondervinden de goederen te verzekeren. Ook
maakt zij bedenkingen tegen de aansprake
lijkheid voor een verkeerde behandeling of
onvoldoende bewaking van het goed.
Blijkens de memorie van toelichting vindt
het standpunt der commissie, die voor het
samenstellen van dit wetsontwerp adviseerde