yen green practisch resultaat, daar de handel in iiet binnenland vrij is, en er in het buiten land geen controle bestaat. Ais oorzaak van daling wordt, bij de over- productie, ook vermeld het optreden van steeds meer en meer zlch opwerpende expedi- teurs, die door het offreeren van lagere prijzen zich een elienteele willen scheppen. Over het bedrijf zelf kan nog worden mede- gedeeld, dat de zaadval zeer overvloedig was Men ving veel zaad op de boven- en beneden- Wester-Schelde, alsook op de Zuid-Hollandsche rivieren. Ook de zaadval van de zeeweringen •was goed. De te Philippine verhandelde hoeveelheid inosselen kan worden geschat op 116.000 balen a 87 K.G., dus iets meer dan het jaar te wren. De visscherij wordt voornamelijk uitge oefend door ta Breskens uitvarende schepen, die in den loop der laatste jaren ook alle zijn gemodemdseerd, en van xnotorische kracht voorzien. De lage prijzen voor gamalen ir. Frankrijk en Belgie waren reeds verscheidene jaren oorzaak van slechte uitkomsten voor het bedrijf. In 1934 is de toestand nog ver- slechterd, doordat genoemde landen zijn over- gegaan tot contingenteering van" den invoer, met zdbdanige strenge maatregelen, dat de uitvoer practisch voor een groot deel van het iaar niet mogelijk was, en een groot deel dei visschersvloot niet uitvaren kon, waardoor ■under de visschers ook grooten nood ontstond. Weliswaar v/erd door visohdrogerjjen wat afgenomen, maar dit weegt niet op tegen den afzet van consumptiegarnalenevenmin zijn de nieuw opgerichte pellerijen een steun voor het visschersbedrijf, terwijl ook die Engelsche markt bedorven is. Tegen het eind des jaars heeft de nieuw jngestelde Visscherij-centrale enkele maat regelen getroffen, waarvan de uitwerking voor a! snog gering was. Klompen. De uitkomsten van het klompenmakers- bedrijf, dat in hoofdzaaik te Clinge en te Koe- wacht wordt uitgeoefend, worden nog maar steeds ongunstiger; zij werd mij thans ge- achetst als onhoudbaar. Deze omstandig heden worden toegeschreven aan de concur- rentie uit Belgie. Ook de zesde te Clinge gehouden Zeeuwsch- Vlaamsche klompenbeurs heeft daar veel onder gieleden. De bouwvakken. De beriehten uit de bouwvakken komen vrjjwel overeen met die der laatste jaren. Er werd, het geheele gewest door, gebouwd en vemieuwd of verbouwd, op de eene plaats meer, op de ahdere minder. Over het geheel genomen wel iets minder dan het voorgaande )aar. De grootste en wel algemeene klacht van de ondernemers der bouwbedrijven, die steeds terugkeert, is de scherpe ooncurrentie. Omdat er ook een „te weinig" aan werk is, urn aan alle ondernemers voortdurend werk te waarborgen, wordt er hoe langer hoe scher- per gerekend, om maar werk te hebben, en ten slotte bij de inschrijving op meevallers gespeculeerd, hetgeen geen normale bedrijfs- roering kan genoemd worden. Loopt het dan verkeerd, dan wordt in vfele gevallen de leve- rancaer der materialen de dupe. Van het mafan van winst is op die wijze geen sprake meer. Ook doet zich nog steeds het verschijnsel voor, dat indien te Ter Neuzenwerken in vrije ooncurrentie worden besteed, de aannemers m de meeste gevallen patroons zijn van elders, cjie de werken ook met arbeiders van elders oitvoeren. Dat verschijnsel is toe te schrijven aan het verschil in loonstandaard, geldende te Ter Neuzen, en op de plaatsen in de omge- *ing, welke nog steeds verschilt. Hoe meet meer de materialen in prijs dalen, hoe grooter -de beteekenis is van dat verschil in loon. Kruideniers waren. De mededeelingen uit het kruideniersbedrijf somen ook vrijwel overeen met die van een vorig jaar. Men gevoelt een moeilijker wor den van den tijd, door de steeds dalende koop- fcracht. Toch maken nog rapporten gewag van verkregen bevredigende resultaten voor het eigen bedrijf, zij het dan, dat het op peil bljjven dier zaken is verkregen dank zij groote krachtsinspanning. Ik wiil aanniemen, dat die rapporteurs ziah omtrent de door hen ver kregen bedrijfsresultaten reeds eenigermate aan de tijdsomstandigheden hebben aange- past, en zij wel overtuigd zijn, dat de „vette jaren" voorij zijn. Trouwens, dit kon ik het vorig jaar reeds ontwaren, toen een betrok- kehe in dit b&drijf den toestand aldus ken- echetstevroeger gold het spreekwoord „stil- stand is achteruitgang", doch thans beteekent .stilstaan vooruitgaan!" Als oorzaken, die den toestand voor de win- keliers in at bedrijf zeer zorgelijk maken, worden nog steeds genoemd: een te veel aan winkels, de zware concurrentie van de coope- raties en die van het filiaal-grootbedrijf, dat zich niet bepaalt tot verkoopen in de filialen zelf, doch klanten tracht te winnen in alle plaatsen van het gewest, waar de waren dan Bonder kiosten worden thuisbezorgd. Mogen er grootere bedrijven zijn, ae aan die concurrentie weerstand weten te bieden, voor de z.g. kleinere zaken, die niet zoo voor- deelig kunnen imkoopen, is die toestand druk- fcend. Ware het niet, dat door velen het win- fcelbedrijf door de vrouw as bijzaak wordt uitgeoefend, dan zou ongetwijfeld de lijst van faillissementen, die nu vrijwel bianco blijft. reeds vele namen tellen. Hierbij moet ook worden aangestipt, dat er voor de resultaten ran de winkelbedrijven ook wel verschil be staat in de gemeente van vestiging. Manufacturen en kleeding. Met betrekking tot deze branche werden geen bijzondere omstanagheden medegedeeld, bebave dat ook hier merkbaar is een in dalen de richting gaande koopkracht, zoodat meer naar goedkoopere artikelen wordt gevraagd. Hiervan zijn ook dalende inkomsten der be- trokkenen het gevolg, daar de winst geringer wordt, terwijl daarenteg-en vele bedrijfskosten ongeveer op hetzelfde peil bljjven. Hoewel de contingenteering van bijna ale artikelen in deze branche de bedrijfsleiders een grooter zorg haren om zoodanig in te koopen, dat zij aan het verlangen hunner elienteele kunnen vol-doen, binnen de hen toe- gestane continigenten, werden daaromtrent geen klachten vernomen, en werd in verschil- lende gevaien een soepele behandeling der zaken van wege het Crisis Invoerbureau on- dervonden. Meubelbedrijf. Aanvankelijk vertoonde het meubelbedrijf een voortgaande inzinking. Er was steeds vraag naar goedkoopere artikelen, waardoor verschillende van inferieure kwaliteit aan de markt kwamen. Door de invoering van de contingenteering is diaaraan wel beperking opgelegd. 1934 was voor deze branche een on- gunstig jaa Hotel- en RestaurantbedHjf. Zooals altijd, loopen de beriehten omtrent de resultaten van de hotels en restaurantbedrij- ven uiteen, hetgeen verband houdt met den aard en de plaats van vestiging der bedrijven. Eohter is er wel overeenstemming over het feit, dat de omzet, en daardoor de inkomsten, in dalende lijn gaan, als gevolg van de alge meene versobering. Daartegenover wordt aangfSvoerd, dat de overhei-dslasten, waardooi vooral deze bedrijven door verschillende hef- fingen getroffen worden, op dezelfde hoogte blvjven zoo zij door opcentemhetfingen al niet stijgen en dit dus tegsnover de min- dere ontvangsten steeds zwaarder gaat druk- i ken. Het hotelwezen gaat ook achteruit d-oor de betere verkeersmiddelen, het gebruik van de auto, waardoor de reizigers in dit gewest -op korteren tijd him zaken kunnen afwerken, en hier korter of in het geheel niet meer blijven logeeren. Dat verbetering van toestanden op het eene gebied ook een benadeeling kan worden voor i anderen, blijkt uit een klacht, dat de in de laatste jaren ingevoerde verbeterde communi- i catie met de overzijde der Schelde in het drukke seizoen, aanleiding is, dat de reizigers 1 niet meer behoeven te wachten, hetgeen dus een nadeel is voor de restaurants, die voor- been aan die touristen, die op gelegenheid tot oversteken moesten wachten, goede klanten hadden. Voor een trekken van de vacantiegangers door hotels en pensions aan de Nederlandsche j kust in het We'sten van Zeeuwsch-Vlaanderen gevestigd, blijft de Belgische kust met zijn badplaatsen, waar men een grootere vrijheid j geniet, en waar men goedkoopere tarieven kan stellen, een geduchte concurrent. Vee- en varkenshandel. Door hen, die in deze branche bun levens- onderhoud moeten vinden, is de klacht, dat het slecht gaat, algemeen. Door de verschillende crisismaatregelen, teeltbeperking enz., kar. "van ©en normalen handel en uitvoer geen sprake zijn. Auto- en rijwielhandel. Minder omzet en minder vlotte betalingen dan vroeger, voor wat betreft de autohandel. Sterk gereduceerde prijzen en groote concur rentie voor den rijwielhandel. Aardappelhandel. De aardappelhandel, die in dit gewest voor- heen bijna uitsluitend op export naar het bu;- tenland voornamelijk Belgie en Frankrijk was gebase^*d, is geheel van karakter ver- anderd. De consumptie-aardappelen moesten nu verhandeld worden naar het binnenland. Het liet zich aanzien, dat, in verband met de kleinere oppervlakt-e, die met aardappels was t oTinstio-en ooast-toestanden is bepoot, (nl. 700 H.A. minder), het aanbod de ™e„e®L„P verkocht voor prijzen van f 250 tot 350 per H.A. De prijs van blauwmaanzaad bleef z6o ver onder productieprijs, dat, zonder uitzicht op steun, dit gewas wel niet meer zal worden geteeld. De knolgewassen waren suikerbieten, aard- appelen en uien. Ondanks beperkten uitzaai. ontbrak het bij den ruimen oogst voor de sui kerbieten opnieuw aan de noodige garanties voor den totalen opbrengst, en moest het over- schot voor f 3,50 tot f 4,50 als veevoeder wor den van de hand gedaan. De paardenfokkerij in het gebied der Kamer vertoont eenige teekenen van opleving. Man- nelijk materiaal werd uit Belgie ingevoerd. De veestapel was over het algemeen ge- zon-d. Op sommige plaatsen kwam mon'd- en klauwzeer voor, doch niet van ernstigen aard. Door de Regeering wordt aangedrongen op inkrimping van den veestapel. De varkens- teelt ondervond vele moeilijkheden, aangezien slechts een gering aantal biggenmerken werd verstrekt. De uitvoer naar Engeland, vroe ger een levenskwestie, is thans van geenerlei aanbelang. Nog valt aan te stippen, dat—mangelwor- tels best waren gegroeid, en hooi en klaver keurig kon worden binnengehaald. Resumee- rende mag worden gezegd, dat de oogst, voor al in de klei, is gegroeid als nimmer te voren en onder de meest gunstige omstandigheden is geborgen, hetgeen zeker aanleiding geeft tot een opleving onder de gedrukte platte- landsbevolking, al beteekent het nog voor velen hunner geen Eldorado. Bovendien ont stond in landbouwerskrlngen de vrees, dat die buitengewone oogst een sehaduwzijde zou heb ben, omdat zij aanleiding zou geven tot ver- mindering der steunbedragen. Die vrees was niet ongegrond, de richtprijs is voor tarwe met f 1 verminderd en evenzeer is de steun voor de suikerbieten met 1 per 1000 K.G. ver- laagd. Evenzeer werd die voor peulvruchten verlaagd, terwijl voor vlas nog geen steun werd toegezegd, hetgeen bij de geldende prij zen ook niet noodig wordt geacht. De scha- duwzrjde is thans de vraag, of ook dit jaar weer op een eenigermate gunstigen oogst mag worden gerekend. Wanneer de crisis- omstandigheden worden berekend op den het blijkbaar niet alleen tot genoegen van zich- leven dan in het aangrenzende Belgie. Dat zelf doch van alien die daarhij tegenwoordig dit moeilijkheden schept, wordt nu reeds on- I j.J J V. nrr\11-i Izti-iiH-i or invAaMtfl rvo ™rf-n resultaat voor de onderneimers ongunstig, vraag met zou over^ n,. 1 zoodra er in de teelt of het oogsten tegen- slag ontstaat. dan ook in het begin niet onbevredigend. De kwaliteit was goed, de opbrengst overtrof nog de hooge verwachting. De bijna ieder jaar terugkeerende ziekte bleef uit. Het oinnen- land bleek dan ook de voorraad niet geheel te kunnen verwerken en na een paar maanden liep de prijs terug tot op 50 In de maan den October, November en December kon nog worden geexporteerd naar overzeesche landen, waardoor ©venwel de prjjzen niet opliepen. Belgie kwam voor afvoer niet in aanmerking, ten eerste wegens den eigen grooten voor raad, tshi tweede door de monopolie-heffihg van niet minder dan f 35 per 1000 K.G., ter wijl Frankrijk geheel is gesloten. De poterhandel was voor den producent wel rendeerend, doch door de terugloopende prijzen van de oonsumptieaardappelen in het buitenland werd de vraag naar Nederlandsche poters ook belangrijk minder, waardoor voor den exporteur verlies te boeken viel. Groenten- en fruitveiling. De uitkomsten van de groenten- en fruit- veiling zijn aanmerkelijk achteruitgegaan. Ook hier heeft zich de omstandigheid voor- gedaan, dat aangevoerde hoeveelheid zacht fruit enz. onverkoopbaar bleken en vemietigd moesten worden. S De totaal-omzet liep. terug tot 77.877,44. i De aard'beien brachten op 20.663,22, zwarte bessen 4950,81, roode bessen f 1091,02, kruis- bessen f 563,31. Appels brachten op f 6072,13, 1 peren f 9583,42, ook werden geveild eieren tot een bedrag van f 6608,Het resteerende van den totalen omzet is de opbrengst van groenten en diversen. De economische strijd der naburige rijken In het later uit te geven jaarverslag zullen enkele details breeder worden behandeld. Handelsregister. Over de werkzaamheden van het Handels register kan ik u mededeelen, dat gedurende 1934 werden ingeschreven 104 nieuwe zaken, tegen 31 in het jaar te voren; voorts werden ingeschreven 199 wijzigingen en 18 ophef- fingen. Er werden verstrekt 67 afschriften en uit- treksels, 2639 inzagen van dossiers, inzage van adresboeken werd gegeven aan 49 perso- nen, terwijl 1057 handelsadressen werden ver- schaft en 14 handelsinlichtingen werden ver strekt. Afgegeven werden 253 certificaten van oor- sprong en 316 legalisaties van handteekenin- gen of daarmede gelijk te stellen handelingen verricht. Contingenteering. De omvang der werkzaamheden voor de contingenteering zijn, bij de groote uitbreiding van deze crisismaatregelen, ter seeretarie der Kamer zeer veel toegenomen. Ondertusschen leert de ervaring. dat het aan de uitvoering van de contingenteeringsmaatregelen zeer te stade komt, dat de Kamers van Koophandel en Fabrieken daarbij zijn ingeschakeld. Zeer talrijk zijn de gevallen, waarin door belang- hebbenden inlichtingen worden gevraagd. evenzeer als die, dat, ter wille van een rich- tige uitvoering aan belanghebbenden voor het invullen hunner formulieren hulp moet worden verleend. Bij de Kamer berusten thans de gegevens "v,.,,, i van een 170-tal importeurs, hetgeen, pro- rvorzaak ereworden, dat onze tuinbouw in is oorzaaa gew centsg-ewnjsvoor dit gewest een hoog getal is. een hopeloozen toestand verkeert. Alleen voor de telers van hard fruit is nog eenigszins een bevredigend resultaat te bereiken geweest. Over het algemeen werden te Ter Neuzen j betere prijzen bedongen dan op andere vei- lingen. De boomkweekers zijn blijven zitten met massa's onverkoopbare producten; door de Regeering is wel afname daarvan beloofd, doch niet van vrucbtboomen, en in onze pro- vincie zijn de kweekers bijna alle vruchtboom- kweekers. Vlas. In den aanvang van 1934 was de toestand voor de vlasindustrie nog vrijwel troosteloos. Het was toen onmogelijk, zelfs bij de uiterste pogingen, dien arbeid ook maar eenigszins loonend te maken. De groote vlasbedrjjven, aan de grens gevestigd, werkten toen met verlies, en de kleine lagen stil. Daama kwam er eenige verbetering in de prijzen. Bovendien was de vlasoogst van 1934 bijzonder gelukt, z66 zelfs dat van een zegen- rijken oogst kon worden gesproken. Dit, met de stijging der prijzen, was een waardevolle factor om de vlasnijverheid wat te doen op- leven en de vlassers nieuwen moed te geven. Doordat menigmaal de vraag het aanbod overtrof, steeg ook de prijs van het vlaslint. Was deze in het voorjaar nog 35 a 36 per 100 KjG„ in het najaar bereikte deze een hoogte van 58 h 59, waardoor ook de prijs van het ruwe vlas nog opliep tot 9 cent per K.G. Een en ander gaf aanleiding tot groo ter bedrijvigheid. In St. Jansteen b.v. is aan een 70-tal ondemetaingen overwerkvergun- ning verleend. In het laatst van het jaar overtrof het aan bod weer de vraag en begon de prijs terug te loopen, en noteerde toen nog f 50 tot 53. De spinnerijen staakten toen hun aankoop en voorzien blijkbaar nu nog alleen in de oogen- blikkelijke behoefte. Het niet verder dalen van den prrjs kan als een verheugend feit wor den beschouwd. Landbouw en veeteelt. Het najaar van 1933 was voor den uitzaai der wintergewassen zeer gunstig. Het een Ook heeft het secretariaat in vele gevallen bij het Departement van Economische Zaken en het Crisis Invoerbureau ten bate van be langhebbenden bemiddelend kunnen optreden. Van die zijde wordt, voor zoover dit in ver band met de verschillende maatregelen moge lijk is.goode medewerking in het belang der importeurs ondervonden. Het totaal der afgegeven invoervergunnin- gen steeg in het afgeloopen jaar tot 1198, het vrjfvoud van het jaar te voren, en betrof, voor zoover daarbij geldswaarde is aangegeven f 546.868,66, en voor de hoeveelheid 10.999.202 K.G., 37.839 ton en 111.077 paar, waarvoor in totaal aan consentgeld is betaald f 2581,95. Zooals reeds het vorig jaar werd medege deeld, worden die gelden wekelijks met het Crisis Invoerbureau verrekend. Het aantal, zoowel mondqling, als telefo- nisch en schriftelijk verstrekte inlichtingen beloopt een 500. Ik ben hierbij aan het eind mijner beschou- wingen. Doch alvorens te eindigen, wil ik u, mijne heeren, hartelijk danken voor de wijze waarop gjj met mij, als voorzitter van uw col lege, weer hebt willen samenwerken, en steun habt verleend aan de zaken die door het Bureau werden voorbereid. In het bijzonder mijn dank aan de leden van het Bureau en den Secretaris, met wie ik, voor het verrich- ten van onze taak, nauwer in aanraking kom. En ook meen ik nog een woord van dank te moeten uitspreken aan het adres van den Secretaris voor de wijze waarop hij zich in verschillende gevallen ten dienste van de be- langen van den handel heeft gesteld, en geen moeite heeft ontzien, om die belangen te be- vorderen. En ook een woord van waardeering aan den klerk, die, bij de toegenomen be- moeiingen van het secretariaat met grooten ijver en toewijding. eveneens steeds gereed was, om, nevens de belangen der Kamer, ook die van handel en bedrijf te dienen. Voor de werkzaamheden der Kamer die ons wachten in het jaar, dat voor ons ligt, doe ik weer een beroep op uw aller medewerking. Moge die arbeid goede vruchten afwerpen, derde gedeelte van het beschikbare bouwland in het belang van het gewest dat wij vertegen- werd, evenals het vbrige jaar, met tarwe be- zaaid, hetgeen, door beperking van overheids- wege, voor den wisselbouw een nuttigen maat- regel is. De verdere wintergewassen waren gerst, rogge en koolzaad. Meer rogge werd uitgezaaid, vooral op de lichtere gronden, in hoofdzaak omdat hierop van regeeringswege steun was toegezegd. De wintergerst wordt langzamerhand vervangen door zomergerst. De zomergewassen konden vroegtijdig in vruchtbaren bodem worden uitgezaaid. Be- halve uit zomergerst, bestonden deze uit haver, erwten, boonen, vlas en enkele partijen blauw maanzaad en mosterd, terwijl ook en kele partijtjes spinazie op contract werden geteeld. Al deze gewassen hadden een zeer voor- spoedig ontwikkelingsproces. Ze konden on der de beste voorwaarden worden geoogst. Van het zoo voor verschillende weersinvloe- den gevoelig vlas is in geen menschenleeftijd algemeen zoo'n oogst binnengehaald. Dit was dan ook wel de oorzaak, dat de prijs, bij weinig aanvoer uit het buitenland, opliep. De teeltpremie was, als het vorig jaar, f 50 per H.A., terwijl eveneens tot f 50 per H.A. voor repelen steun werd gegeven. Veel is te velde woorcugen 2. Periodieke benoemingen. Herbenoemd wordt tot voorzitter de heer J. A. van Rfompu, tot voorzitter der afdee- ling grootbedrijf de heer P. A. Neeteson, tot diens plaatsvervanger de heer C. Wind van Merkesteyn, tot voorzitter der afdeeling klein- bedrijf de heer J. M. Oggel, tot diens plaats vervanger de heer A. de Vrieze. Tot leden der financieele commissie worden herbenoemd de heeren A. van 't Hoff en G. F. P. van der Peijl, en benoemd de heer I. van Melle. Tot leden der commissie voor het Handels- register werden herbenoemd de heeren A. van 't Hoff, A. J. Wijffels en J. F. de Klerk. Op de vraag van den VOORZITTER ver- klaren de benoemde heeren zlch de keuze te laten welgevallen. De VOORZITTER verklaart ook gaame bereid te zijn, de herbenoeming als voorzit ter der Kamer te aanvaarden. Hij doet dit met te meer genoegen, omdat hij reeds zoo tal van jaren lid van dit college is geweest, en hij steeds als voorzitter de vergaderingen met het meeste genoegen heeft mogen leiden, waren. Hij heeft hier steeds z66veel biijken van vriendschap mogen ondervinden, dat het helm inderdaad zwaar zou vallen, deze zetel te verlaten. Daarom doet het hem genoegen, dat de leden hem weer hebben herkozen. Hij hoopt, nog veel jaren in goede gezond- heid, met de noodige wijsheid en een helderen geest met de leden te mogen samenwerken voor de belangen van Zeeuwsch-Vlaanderen, en hij alien hier het volgende jaar weer zal mogen ontmoeten, om met dezelfde opgewekt- heid de werkzaamheden aan te vangen. De heer VAN 't HOFF wenscht, als oud- ste lid in jaren, namens zijn medeleden, den secretaris en het personeel der Kamer, den voorzitter hartelijk te feliciteeren met zijn herbenoeming. Hij hoopt, dat hem weer de noodige krachten en gezondheid zullen wor den geschonken, om de werkzaamheden der Kamer met genoegen te behartigen. En wederkeerig wenscht hij den voorzitter en zijn familie een gelukkig en in zaken voor- spoedig jaar toe. (Applaus.) 3. Notulen. De notulen der vergadering van 24 Novem ber 1.1. worden m.a.s. vastgesteld, zooals die in afdruk zijn toegezonden. 4. Ingekomen stukken. a- Van den Minister van Economische Zaken bericht van goedkeuring der begroo- ting voor 1935, met de daarin toegekende subsidies. Aangenomen voor kennisgeving. b. Provinciaal Blad no. 65, bevattende een aanschrijving aan de gemeentebesturen der Zeeuwsche gemeenten, waarbij mededeeling wordt gedaan van een schrijven van den Minister van Binnenlandsche Zaken, waarin bij vernieuwing de aandacht wordt gevestigd op het bepaalde hij art. 12 der Wet op de Kamers van Koophandel 1920, krachtens welke deze colleges verplicht zijn, aan het Algemeen Bestuur en ook aan de Provinciale- en Gemeentebesturen adiviezen of inlichtingen te geven over die aangelegenheden van han del en nijverheid, waarover hun oordeel of in lichtingen gevraagd worden. Door Kamers van Koophandel en Fabrie ken is den Minister van Economische Zaken gewezen op het feit, dat in den loop der jaren slechts weinige verzoeken van provincien en gemeenten werden ontvangen, om te advi- seeren over voor-ontwerpen van uit te vaar- digen verordeningen. Naar aanleiding daarvan heeft de Minis ter van Economische Zaken den Minister van Binnenlandsche Zaken te kennen gegeven het wenschelrjk te achten, dat de Provinciale en gemeentebesturen worden herinnerd aan bovenbedoelde adyiseerende functie der Kamers, en uitgenoodigd worden, in voorko- mende gevallen tijdig de adviezen van de Kamers van Koophandel en Fabrieken in te i winnen. Aangenomen voor kennisgeving. c. De notulen van de 13e vergadering der Commissie van Bij stand van de Stichting Economisch Instituut voor den Middenstand. Aangenomen voor kennisgeving. d. Door het Bureau is ook steun verleend aan een verzoek door den beurtschipper Fl. van Denderen te Koningin Emmapolder ge- richt tot den Minister van Economische Zaken betreffende openstelling van het grenskan- toor te Nieuw-Namen, voor den uitvoer van kaas. Door sluiting van dat kantoor en ver- wijzing voor den uitvoer naar Kapellebrug dreigt, naar adressant mededeelt, voor hem een belangrijke bron van inkomsten, wegens vervoer van kaas, teloor te gaan. Deze zaak is door den Secretaris ook per- soonlijk besproken op het Crisisbureau te Den Haag, waar hij moest vernemen, dat tegen openstelling van dat kantoor emstige bezwaren waren gerezen, en het alzoo in ver band met het belang van den Nederlandschen kaas-uitvoer gesloten was. Nader is ontvangen een schrijven van den betrokken Minister, meldende dat het kan toor te Nieuw-Namen voor kaas-uitvoer niet zal worden heropend. De heer VAN GOETHEM vraagt, of er naast het kantoor Nieuw-Namen nog meer- dere kantoren voor den uitvoer van kaas zijn aangewezen. De heer NEETESON antwoordt, dat en kele grenskantoren voor den uitvoer van kaas waren aangewezen, w.o. ook Nieuw-Namen. Zooals uit de mededeeling van het Bureau blijkt, is thans Nieuw-Namen voor dien uit voer gesloten, en de Kamer is er niet in mogen slagen, de heropening te bewerken. Aangenomen voor kennisgeving. 5. Tijdregeling. •Ontvangen is een afdruk van een adres door de Kamer te Amsterdam gericht tot de Eer ste Kamer der Staten-Generaal, houdende be zwaren tegen het wetsontwerp door de Tweede Kamer aangenomen, tot invoering, gedurende het geheele jaar, van den Midden-Europee- schen tijd, aangezien Nederland daardoor in West-Europa in een uitzonderingspositie komt te verkeeren. Ook voert de Kamer ernstige bezwaren aan tegen een vervroeging van het leven gedu rende de wintermaanden met 40 minuten, waardoor de schoolgang der kinderen bij duistemis zal aanvangen. Een afschrift van een door de Kamer te 's-Gravenhage tot de Eerste Kamer der Sta ten-Generaal gericht adres, inzake het wets ontwerp tot invoering van den Midden-Euro- peeschen tijd, zonder zomertrjd, met verzoek, dit te willen verwerpen, omdat dit in zeer ge- ringe mate rekening houdt met de belangen van het bedrijfsleven, die meer zijn gebaat brj een aansluiting aan den West-Europeeschen tijd met zomertijd. Het Bureau herinnert, dat het wetsontwerp betreffende de tijdregeling aanvankelijk tot strekking had invoering van den West-Euro- peeschen tijd, met een uur vervroeging ge durende de zomefmaanden, zoodat dan tijdens de zomermaanden de tijdregeling zou over- eenkomen met den Midden-Europeeschen tijd, waardoor de tijdregeling het geheele jaar door 20 minuten later zou vallen dan volgens de huidige regeling. In de laatste dagen v<56r het wetsontwerp bij de Tweede Kamer in behandeling zou komen, werd dit door den Minister van Bin nenlandsche Zaken bij nota gewijzigd, door te bepalen, dat het geheele jaar door zou gel den de Midden-Europeesche tijd. De behan deling had toen zoo vlug plaats, dat belang hebbenden geen trjd van beraad hadden voor het inbrengen van bezwaren tegen die in- grijpende wijziging en het ontwerp werd door de Tweede Kamer aangenomen. Na die aanneming zijn, hlrjkens de dag- bladberichten, van vele zijden bezwaren tegen deze regeling ingebracht. Blijkens het Voor- loopig Verslag der Eerste Kamer heeft die regeling daar ook veel bezwaren ondervonden. Behoudens de bezwaren die o.m. zrin aan- gevoerd door de Kamers van Amsterdam en Den Haag, is het Bureau van oordeel, dat de aangenomen reveling in het bijzonder ook voor Zeeuwsch-Vlaanderen groote bezwaren met zich zal brengen. Niet alleen dat het voor ons gewest bezwaren zal ondervinden om in de wintermaanden het leven 40 minuten vroeger te stellen, doch zal men dan hier ook een groot deel van het jaar een uur vroeger dervonden, door het niet gelijktijdig invoeren van den zomertijd in Nederland en in Belgie, daar de spoorwegen zich voor de verbindin- gen naar Belgie moeten richten. Het Bureau is van oordeel, dat indien de tijdregeling wordt gewijzigd, onze belangen het meest gediend zijn door een aansluiting bij die volgens den West-Europeeschen tijd, welke ook het meest overeenkomt met de Ur ging en de verbindingen van ons land. Het stelt daarom voor, steun te verleenen aan de verzoeken tot de Eerste Kamer gericht om aan dat wetsontwerp gbedkeuring te ont- houden. De heer DE ME1JER vraagt, of het niet te probeeren zou zijn, den zomertijd in Neder land op gelijken datum als in Belgie te doen ingaan. De SECRETARIS merkt op, dat men, in aanmerking nemende wat zich in de Staten- Generaal omtrent de tijdregeling heeft afge- speeld, van een dergelijk streven geen suc- ces kan verwachten, daarvan kan geen sprake zijn. De heer DE MEIJER is van meening, dat de door hem gestelde vraag bij dit punt thans wel niet aan de orde is, doch meent, dat het toch wel aanbeveling zou verdienen, indien de zomertijd in Nederland en Belgie gelijk tijdig inging, men leeft hier in Zeeuwsch- Vlaanderen thans in een uitzonderingspositie. De VOORZITTER deelt mede, dat zulks natuurlijk altijd kan worden gevraagd, doch meent ook, dat de mogelijkheid, dat dergelijk verzoek zal worden ingewilligd, uitgesloten geacht moet worden. De heer NEETESON wijst den heer De Meijer erop, dat niet alleen Zeeuwsch-Vlaan deren, doch geheel Nederland, ten opzichte van de invoering van den zomertijd in een uitzonderingspositie verkeert, gezien het trjd- stip van invoering in aangrenzende landen. De SECRETARIS licht toe, dat de latere aanvang van den zomertijd in Nederland, een concessie was aan de menschen, die bezwaren tegen den zomertrjd hadden; het is feitelijk een compromls. Hij stemt toe, dat het on- aangenaam is, voor de menschen in Zeeuwsch- Vlaanderen, dat de zomertrjd in Nederland 1% maand later ingaat dan in Belgie, doch er is geen kans, gelijke invoering te verkrijgen. Wat betreft de invoering van den Midden- Europeeschen tijd, moet hrj opmerken, dat dan de situatie nog slechter wordt. Daarom kwam het dan ook het Bureau gewenscht voor, de meening der Kamer aan de Eerste Kamer kenbaar te maken, en te verzoeken het wetsontwerp niet aan te nemen, er op wrjzende, dat dan een groot deel van het jaar het leven hier een uur vroeger zou zijn dan in Belgie. De heer DE MEIJER trekt, indien het, zooals hem duideltjk is geworden, vechten tegen de bierkaai zou worden, zijn voorstel in. Het voorstel van het Bureau wordt met algemeene stemmen aangenomen. 6. Regeling van het Binnenvaartrecht. Een schrijven van de Nederlandsche Bin- nenbeurtvaartvereeniging, naar aanleiding van het bij de Tweede Kamer ingediende wetsontwerp tot regeling van het binnen- vaartrecht. Dit ontwerp bevat bepalingen, die de contractvrijheid van de beurtvaart em- stiger beperken dan bij de bestaande regeling het geval is. Met het oog op de zware con currentie, die de beurtvaart reeds ondervindt van het vrachtautovervoer wordt daartegen bezwaar gemaakt, aangezien de con trad tvrjj- heid van dat vervoer niet beperkt wordt. Het bestuur verzoekt mitsdien te bevorde- ren, dat de gewraakte bepalingen niet zullen worden ingevoerd, voor zoover niet tegeljj- kertijd de contractvrijheid van het vervoer- middel langs den weg op overeenkomstige wijze wordt beperkt. Het Bureau merkt op, dat dit een wets ontwerp betreft, van bepaald juridische strek king. Dit moge ook wel daaruit biijken, dat de Kamer te Rotterdam, die zich daarom trent reeds verschillende malen tot de Regee ring en nu ook weer tot de Tweede Kamer heeft gericht, het noodig geacht heeft zich voor deze materie te doen voorlichten door een uitgebreide commissie ad hoc, waarin, behalve deskundigen op scheepvaartgebied, ook zitting hadden 6 juristen. Er zal bij onze Kamer zeker geen behoefte bestaan, van dit wetsontwerp een bijzondere studie te maken. Op een tweetal artikels zou het Bureau evenwel de aandacht willen vestigen en dat betreffen juist die, welke door de Neder landsche Beurtvaartvereeniging worden aan- gevochten, en die een eind zullen maken aan een euvel, waarover door den handel reeds zooveel wordt geklaagd, dat n.l. hen, die goe- deren ten vervoer aanboden, tegenover de vervoerders te water vrijwel recbteloos maakte. Na de oorlogsjaren is door de vervoerders van stukgoederen een organisatie gesticht, welke heeft samengesteld en ingevoerd een z.g. ,,Beurtvaart-adres". Daarin zijn vervat de Algemeene Vervoercondities der Vereeni- ging ter Bevordering van de Belangen der Binnenlandsahe Beurtvaart (stoom en zeil), gevestigd te Rotterdam, waarbij de vervoer ders voor de him ter vervoer aangeboden goe- deren vrijwel alle verantwoordelrjkheid voor schade en nadeel daaraan sinds de aanbie- ding en de aflevering bij den bestemmeling ontstaan, van zich afschuiven. Die algemeene vervoercondities zijn een zeer rigoureus een- zrjdig document in het voordeel der ver voerders. In de artt. 811 en 813 van het wetsontwerp wordt aan de vervoerders onmogelijk ge maakt, de aansprakelijkheid van de hun ten vervoer aangeboden en door hen geaccepteer- de goederen zoo goed als geheel van zlch af te schulven. Die bepaling bestaat reeds in het zeerecht. Zij wordt bij het wetsvoorstel ook voorge- schreven voor de binnenvaart. Zij is, blijkens de memorie van toelichting, van wege de beurtvaart terstond bestreden, op grond dat de toestanden daarbij geheel anders zijn dan bij de zeevaart. Toegegeven wordt, dat die omstandigheden tot op zekere hoogte bestaan, maar daar tegen wordt aangevoerd, dat het grootere risico, dat uit die omstandigheden voort- vloeit, daarom nog niet op de eigenaren der goederen mag worden gelegd. Degenen, die goederen ten vervoer geven, verliezen iedere feitelijke macht over die goederen, en zijn daarna in geen geval In staat, eenige zorg voor het behoud dier goe deren aan te wenden. Het risico voor die goederen is meer inhaerent aan het bedrijf van den vervoerder, waartegen deze zich door verzekering kan dekken. Blijkens een door de Kamer te Amsterdam aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gericht adres, staat deze eenigszins aan de zijde der beurtvaart, en meent, dat de nieuwe bepalingen op de aansprakelijkheid bezwaren zullen opleveren, dat het o.m. bezwaren zal ondervinden de goederen te verzekeren. Ook maakt zij bedenkingen tegen de aansprake lijkheid voor een verkeerde behandeling of onvoldoende bewaking van het goed. Blijkens de memorie van toelichting vindt het standpunt der commissie, die voor het samenstellen van dit wetsontwerp adviseerde

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 7