GEMEENTERAAD VAN
TER NEUZEN.
boofdstuk VI van den kapitaaldienst
/3£3>S,96%totale vermeerdering 75.373,93;
under de uitgaven te verminderen de vol
gen d<> post:
kapitaalsverstrekking aan het bedrijf /185;
totale vermindering /1,85;
blijft een vermeerdering der uitgaven met
i 75.188,93.
fflet batig slot van afdeeling 2 hoofdstuk
Xlfl 1 wordt door deze wijziging gebracht
op 4428,13.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
Skftell.
15. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot wijziging begrooting dienst
1935.
In verband met bet besluit onder punt 14
steBen Burgemeester en Wethouders voor de
begrooting dienst 1935 te wijzigen als volgt;
Onder de inkomsten te vermeerderen de vol-
gentle posten:
bgdrage van boofdstuk VII van den kapi
taaldienst 900; opbrengst van den verkoop
van gemeente-eigendommen 2500; batig
sk>l overgebracbt van boofdstuk I 4428,13;
bijdrage van hoofdstuk VII van den kapitaal-
sJiensi f 400; bijdrage van hoofdstuk XIII 1
van den kapitaaldienst 446,92; bijdrage van
Jioofdstuk XIII 1 van den gewonen dienst
J 224,95; totale vermeerdering 8900
onder de uitgaven te vermeerderen de vol-
gende posten:
buitengewone aflossing van geldleeningen
ten laste van hoofdstuk VI komende 900
Buitengewone aflossing van geldleeningen ten
laste van boofdstuk VII komende 1200; bij
drage aan boofdstuk VI van den kapitaal
dienst 900; bijdrage aan hoofdstuk Vm 7
van den kapitaaldienst /400; buitengewone
aflossing van geldleeningen ten laste van
boofdstuk VTH 7 komende /5500; bijdrage
■aan hoofdstuk VIII 7 van den kapitaal-
dienst 446,92; totale vermeerdering 9346,92;
onder de uitgaven te verminderen de vol-
gende post:
buitengewone aflossing van geldleeningen
ten laste van boofdstuk XIII 1 komende
jT446,92; totale vermindering 446,92;
Mijft een vermeerdering der uitgaven met
J 8900.
Met algemeene stehimen wordt aldus be-
sloten.
16. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot wijziging begrooting dienst
1935 (gewonen dienst).
Burgemeester en Wethouders stellen voor
de begrooting dienst 1935 te wijzigen als
volgt:
onder de inkomsten te vermeerderen de vol-
gende post:
aehterstallige inkomsten van vorige dienst-
jaren f 275,39; totale vermeerdering 275,39;
onder de uitgaven te vermeerderen de vol-
gende posten;
bijdrage aan hoofdstuk VIII 7 van den
kapitaaldienst 224,95; ontwikkeling en ont-
spanning van werkloozen /150; totale ver
meerdering 374,95;
onder de uitgaven te verminderen de vol-
gende post:
onvoprziene uitgaven 99,56; totale vermin-
ting &9,56;
blijft een vermeerdering der uitgaven met
#275,39.
Met algemeene stemmen wordt aldus be«-
sJoten.
17. Omvraag.
a. De heer D. DEBS .herinnert, dat bij in
de vergadering van 20 December 1.1. heeft ter
kantoor voordurend opengesteld zou worden,
de telefoonhouder dan toch ook zou bebooren
te worden afgelost. Burgemeester en Wethou
ders hebben zich af,gevraagd, of bet nu wel
zoo strikt noodzakelijk is, dat het kantoor ook
tusscben 12 en 1 uur geopend is. De mensehen
v moeten tocb ook koffiedrinken en eten. De
heer Haak wenscbt ieder uur van den dag
openstelling. Maar, zijn bier dan zulke drukke
zaken, dat dit noodig kan geacht worden?
De heer HAAK ziet in de vraag van wege
het bestuur der posterijen tocb reeds bet be-
wijs, dat het zelf gevoelt, dat de zaak niet
voldoende geregeld Is. En wat het aflossen
betreft, bij is van oordeel, dat 1 ambtenaar
aan het kantoor alhier ook te weinig is. Hij
weet niet hoe bet mogelijk is, dat de kantoor-
houder bet nog steeds alleen heeft klaar ge-
speeld. Ieder zal wel overtuigd zijn, dat het
voor dien man veel te druk is, als men ook na-
gaat, dat hier tocb 35 aansluitingen aan de
telefoon zijn. Nevens de ruimere openstelling
van bet kantoor, zou bij ook daarop willen
wijzen.
De VOORZITTER merkt op, dat een ver-
betering in den dienst wordt voorbereid.
De heer HAAK boopt, dat die in den door
hem aangegeven zin zal komen.
c. De beer BUIJZE geeft te kennen, dat
hij zich van den loop der besprekingen bij de
omvraag een ander denkbeeld had gemaakt.
Hij was voomemens, om te spreken over de
rioleering van de Korte Delft. Na betgeen
van wege Burgemeester en Wethouders even-
wel daarover is gezegd, en waaruit hij de con-
elusie kon trekken, dat die zaak nog niet ten
einde is, zal bij er niets van zeggen. Hij is
reeds dankbaar, voor hetgeen gezegd is.
De heer DE FEIJTER merkt op, niet
namens Burgemeester en Wethouders te heb
ben gesproken, docb zijn eigen meening te
hebben te kennen gegeven.
De beer BUIJZE: Het is dan tocb in elk
geval de wethouder, die gesproken heeft.
18. Afscheid van den Burgemeester.
De VOORZITTER geeft thaas te kennen
nog een en ander te willen zeggen, aangezien
hedenavond zijn taak als burgemeester der
gemeente afloopt en bet dus de laatste maal
was, dat hij hier nog in dit ambt ter plaatse
was.
Hij wendt zich tot de
Leden van den Raad, den Secretaris en
verdere belangstellenden!
Deze dag is een van de voornaamste mijl-
palen in zijn leven, en dit kan ook niet anders,
wanneer men nagaat, dat dit een mijlpaal is,
waarbij afgesloten wordt een periode van 24
jaar, die bij als burgemeester dezer gemeente
heeft volbracht en waarbij bij zeer veel heeft
ontmoet.
Hij is in de eerste plaats vervuld met groote
dankbaarheid. En daar is zeker reden voor,
wanneer hjj herinnert op 53-jarigen leeftijd
het ambt als burgemeester te hebben aan-
vaard en dan nog 24 jaar dat ambt te hebben
kunnen vervullen. Dan is er voor hem zeker
groote reden tot dankbaarheid aan God, voor
den grooten zegen die hem daarbij werd ge-
schonken.
Spreker heeft in die periode veel licht op
zijn pad ontmoet, al moet hrj aanstippen, dat
er ook donkere wolken en schaduwen zijn ge-
wlfest. Van de laatste zal hij niet te veel zeg
gen, omdat de mensehen die er bij betrokken
zijn, nog in leven zijn.
Maar wel noemt hij daarvan bet uitbreken
van den grooten oorlog. Nooit zal bij den dag
vergeten, dat van uit Ter Neuzen 49 men
sehen uit deze gemeente werden gerequireerd
om loopgraven te komen maken. Vele uren
heeft bij toen met den secretaris op de secre-
tarie zitten uitzoeken, welke ingezetenen daar-
voor in aanmerking zouden moeten komen.
En toen de eerste ploeg was afgereden, werd
ilC vcigauciuig vevi* iLill LUtSIl UtJ CCIOLC pivcg vv o-o v,*
sprake gebracht het plaatsen van een bordje begonnen aan het uitzoeken van mensehen
bij de school der vereeniging voor Christelijk
VoJksonderwijs, in verband met het verkeer
ter pladtse. Door Burgemeester en Wethou
ders is toen overweging toegezegd. Kan ook
worden meegedeeld, hoever die zaak gevor-
is
De VOORZITTER deelt mede, dat voor het
jevereii van bordjes prrjsopgaaf is gevraagd,
docb die viel sterk tegen. Burgemeester en
Wethouders hebben zich daarop beraden, of
bet niet mogelijk was er op andere wijze in
te voorzien. Als die palen en bordjes glekocht
moeten worden, wordt het naar bun meening
te duur. Het college zal trachten het goed-
kooper op te lossen.
De heer D. DEBS trekt uit bet antwoord
de conclusie, dat bet toch in de bedoelihg ligt,
er iets op te vinden. Hij acht dit ook drin-
gend noodig, want de toestand is daar door
Jbet drukker wordend verkeer, gevaarlijk.
b. De heer HAAK wil nog eens terug-
komen op zijn klacht betreffende de postbe-
stelling in deze gemeente, in een vroegere ver
gadering door hem naar voren gebracht. On-
het daaromtrent ontvangen antwoord,
Tiou hij toeh pogingen willen aanwenden, om
verbetering te verkrijgen in de buitenbestel-
Xing. De buitenmenscben krijgen pas in den
namiddag hun post besteld. In de kom der
gemeente ontvangen de inwoners des avonds
hun post thuis, die voor de buitenwijken
blijft liggen. Dan krijgen de kombewoners
den volgenden morgen weer een bestelling,
•maar de mensehen buiten de kom krijgen dan
bet voor ben bestemde, ook dat 't welk den
vorigen avond is gekomen, pas des namid-
dags' Zij die naar markten of andere plaat-
sen moeten voor hun zaken, zijn reeds ver-
trokken, als te half 2, 2 uur de postbestelling
wordt ontvangen. Zoodoende ontstaat er
voor hen groote vertraging. Hij zou wen-
dat de post zooveel mogelijk v6<3r den
middag besteld werd.
Wat het door hem aangehaalde geval be
treft, dat een uitnoodiging voor een vergade
ring op Woensdag, op Maandagavond uit
Middelburg aan sprekers adres verzonden,
hem op het tijdstip der vergadering nog niet
had bereikt, zoodat hij niet aan die oprceping
kon voldoen, schijnt inderdaad bet gevolg te
zijn geweest van een storing in de verzending,
hij .zal dat dan laten zakken, maar zou er
toch sterk op willen aandringen, dat de bui-
tenbestelling werd vervroegd tot den voor-
middag.
En dan zou hij ook nog een stapje verder
willen gaan, en verruiming der uren van open
stelling van het telefoonkantoor wenschen.
Het kantoor is nu gesloten van half 1 tot 2
uur en van 4 uur tot half 6. Dat is een be-
lemmering voor het verkeer. In verschillende
kleine gemeenten is het kantoor den gehee-
Xen dag geopend, terwrjl het hier tweemaal
in den loop van den dag gesloten is. Dat is
voor verschillende mensehen die zaken doen,
een bezwaar. Hij zou het kantoor open wen
schen van 8 uur tot 20 of nog liever 21 uur.
Hij wil niet wijzen op grootere plaatsen dan
Zaamslag, zooals Ter Neuzen, waar de tele
foon dag en nacht open is, doch b.v. naar
Oostburg, waar het kantoor is geopend van
821, en kleine plaatsjes, zooals Cadsand, ge
opend 820, Retranchement 819, Oostka-
pelle 820, Zuiddorpe 821, enz. Die zijn
doorloopend geopend.
De VOORZITTER deelt mede, dat van
wege de administratie van P.T.T. advies is
gevraagd voor openstelling van het kantoor
van 816,20. Hij wijst er op, dat, als het
voor de tweede ploeg en ook nog voor een
derde. Maar gelukkig, met het krieken van
den dag kwam de eerste ploeg al uit Ter Neu
zen terug, en bleek, dat het zenden van ver
dere ploegen niet meer noodig was. We waren
daar zegt spreker zeer dankbaar voor,
want er waren mannen, die met een bevreesd
hart waren weggegaan, want het was in elk
geval oorlog, en dan ziet men wel wanneer
de mannen weggaan, maar men weet niet
wanneer en of ze wel terug komen. Gelukkig
was dat dus goed afgeloopen.
Toen kwam eehter weer een nieuwe en nog
grootere zorg, door het bericht, dat het wel
mogelijk zou zrjn dat den volgenden nacht de
zeedijken zouden worden doorgestoken, daar
het Engelsche leger voomemens scheen in
Zeeuwsch-Vlaanderen te landen. Dit was
zeker een tijding, om bang om het hart te
worden. Stelt u voor, dat dit zou geschied
zijn, en aan den morgen van den volgenden
dag het dorp nog alleen boven water zou heb
ben gestoken, als een eiland, dan was de ge
meente geruineerd geweest voor jaren en
jaren. Wat de ge vol gen van overstrooming
door bet zeewater beteekenen, hebben we in
1906 wel kunnen zien, toen verschillende pol
ders door dijkbreuken zijn overstroomd.
Daarna is als sohaduwzijde gekomen de
groote crisis, die veel van onze werkzaam-
heid heeft geeischt, zoowel van mij als van de
wethouders en den secretaris. We hadden,
door hetgeen we tijdens den oorlog hebben
meegemaakt, reeds eenigszins routine in dat
werk gekregen en de leden van den gemeen-
teraad hebben kunnen nagaan, al hetgeen van
deze zijde is gedaan voor de steunuitkeering
aan werkloozen. Ik hoop, dat op al dit werk
Gods zegen zal mogen rusten en dat Hij ons
spoedig van dezen crisistijd zal verlossen, en
de mensehen hun brood weer zullen kunnen
verdienen. Het is toch bedroevend, dat men
sehen, die willen werken, naar de secretarie
moeten komen om daar hun steunuitkeering in
ontvangst te komen nemen. Ik herinner mij.
wel eens vemomen te hebben, dat het in 1845
ook zoo is geweest, waaruit blijkt dat de ge-
schiedenis zich herhaalt, doch ook, dat na de
slechte weer betere tijden aanbreken. Ik hoop,
dat ook achter deze slechte tijden weer goede
zullen komen, dat op de duistemis het licht
zal volgen.
Ik heb grooten dank, voor al hetgeen mij
werd geschonken in'de 24 jaar die ik als bur
gemeester dezer gemeente heb doorgebracht.
Als belijder, als kind van vrome ouders, heb
ik niet op eigen kracht gesteund, doch steeds
God gebeden mij de noodige kracht te schen-
ken en dank ik Hem voor Zijn weldaden.
Bij mijne installatie duidde de voorzitter der
feestcommissie er in zijn toespraak op, dat mij
een zware taak op de schouders was gelegd.
Ik was daarvan ook vast overtuigd, want als
men als burgemeester eener gemeente op-
treedt, dan komt alles op je aan. Doch God
heeft mij steeds geholpen mijn taak "te ver-
richten, zoodat ik begin, met God te danken
voor al de weldaden die Hij mij heeft be-
wezen. Hij heeft mij steeds een goede gezond-
heid geschonken, want de 1100 wethouders-
vergaderingen heb ik tijdens mijn ambtstijd
alle kunnen bijwonen en van de 100 raadsver-
gaderingen heb ik er slecbts een moeten mis-
sen, en dat was, toen God mijn geliefde echt-
gen'oote van mij had wegg.snomen, en men het
zich indenken kan, dat ik toen de raadszitting
heb verzuimd. Is dat dan geen reden van
groote dankbaarheid? Is er dan geen aan-
leiding, God voor zijn groote zegeningen te
danken
Zeker, ik heb ook wel tekortkomingen ge-
had. Wie zal die niet hebben, en er viel hier
een groote gemeente te besturen. De gemeente
is tijdens mijn ambt in bloei toegenomen. Bij
mijn optreden telde zij 2800 inwoners, thans
3600, hoewel er zich geen industrie vestigde
is zij toeh mooi vooruit gegaan.
We hebben hier alle onder elkaar met blijd-
schap geleefd en er is maar een familie, die
mij schuin aankijkt. Ik heb in mijn ambt ook
wel eens dingen moeten doen, die ik niet
gaarne deed. Zoo heb ik tijdens den oorlog in
opdracht van hooger hand wel eens iets in be-
slag moeten nemen en ofschoon ik het schrij-
ven heb laten zien. waarbij mij dit van hooger
hand werd opgedragen, neemt de betrokken
familie mij dit steeds nog kwalijk, zelfs z66
erg, dat, wanneer ik in de tram kom en zij
in de wagon zitten, ze een andere wagon op-
zoeken. Dat is van die mensehen verkeerd,
dat is een onjuiste opvatting, waarvoor ik hen
wederkeerig niet zuur zal aanzien. Ik be-
schouw ze ook steeds nog als leden van de
gemeente.
Dankbaar ben ik, dat ik in de gelegenheid
ben geweest om als burgemeester aan den
bloei dezer gemeente te kunnen meewerken.
Naast God, dank ik in de eerste plaats H.M.
de Koningin, die mij nog tot driemaal toe
heeft willen herbenoemen. Vijfmaal heb ik
Haar in de gemeente mogen ontvangen en
toespreken. H.M. de Koningin komt graag
naar Zaamslag. Bij bet voorlaatste bezoek
had Zij tegen den Commissaris der Koningin
gezegd: u zorgt overal voor het tijdstip van
aankomst en vertrek, maar in Zaamslag zal
ik het zelf wel ^eggen! Eenmaal genoot ik
het voorrecht Haar in mijn woning te mogen
ontvangen. Aan wie valt die eer nog te
beurt? Ik heb over de behandeling Harer-
zijds alien dank en alle lof. Aangezien ik ten
voile de overtuiging ben toegedaan: vreest
God, eert den Koning, zal ik de herinnering
daaraan bewaren zoolang ik leef.
Vervolgens dank ik de Ministers van Bin-
nenlandsche Zaken, die mij ter benoeming
en herbenoeming hebben voorgedragen.
Ook dank ik den Commissaris der Koningin
in Zeeland, voor zijne aanbeveling. Hij was
het zelf, die mij op 71-jarigen leeftijd vroeg,
of ik nog voor een periode wenschte herbe-
noemd te worden. Uit eigen beweging zou ik
het toen niet meer hebben durven vragen. En
God heeft mij ook in die laatste periode ge
steund en gesterkt.
Een woord van dank aan de heeren De
Feijter en Van Hoeve, de wethouders, met
wie ik zooveel jaren heb samengewerkt. Ik
ben hen dankbaar voor de hulp en bijstand,
die zij mij in het besturen der gemeente heb
ben verleend. Ik heb met hen den bestuurs-
tijd met groot genoegen mogen doorbrengen,
omdat zij met mij eens van zin waren, om bij
het beheer de grootsfe zuinigheid te betrach-
ten. Zij hebben mij als burgemeester niet a|-
leen stoffelijke, maar ook geestelijke hulp ve
Ieend. We hebben ons best gedaan voor een
zuinig beheer. Het was mij een wensch des
harten, de gemeente, als ik mijn ambt moest
neerleggen, zonder schuld achter te laten.
Dat ware ook mooi geweest. Door de crisis
omstandigheden is die wensch niet vervuld
kunnen worden, maar er blijft toch maar een
kleine schuld. Dat zjj hem ook op geestelijk
gebied hebben bijgestaan, daarvoor is hij hen
dankbaar, en ik hoop, dat God jullie nog vele
jaren moge sparen en God mij nog eenige
jaren het leven moge sparen en ik met blijd-
schap jullie verder werk zal mogen volgen
Met den secretaris ben ik te samen v66r
24 jaar opgetreden. God heeft ook hem steeds
gezondheid en kracht geschonken, om zijn
werk altijd in orde en klaar te kunnen krij
gen. Ik heb met "U altijd kunnen samenwer-
ken op een wijze die niets te wenschen over
liet. Al liepen onze meeningen uiteen, was
zulks voor onze werkzaamheden geen be
zwaar, we hebben steeds elkaars beginsel ge-
respecteerd. Ik zal steeds met veel genoe
gen den tijd die ik met u heb samengewerkt
zoowel als uw persoon gedenken.
Vervolgens wil ik mij wenden tot het per
soneel ter secretarie en begin dan niet vol
gens den rang, doch volgens den leeftijd, met
den concierge den beer 'Hamelink, die mij
altijd goed heeft gediend, waarvoor ik hem
dankbaar ben. Moge God hem nog vele jaren
een goede gezondheid schenken, tot blijd
schap ook van zijn vrouw en kinderen.
De heer Eijke, gemeente-ontvanger, moet
ik ten zeerste respecteeren, omdat hij altijd
bleek te zijn een rechtvaardig man, werk-
zaam en ijverig in de vervulling van de hem
opgedragen taak. Ik hoop, dat hij ook nog
vele blijde dagen zal mogen beleven, zoowel
als ambtenaar der gemeente als in zijn func-
tie van ontvanger.
De heer Oggel, ambtenaar ter secretarie is
mij gebleken te zijn een edel jongmensch, die
zijn jaren, op school doorgebracht, nuttig
blijkt te hebben besteed. Ik twijfel niet, of
voor hem "ligt nog een eervolle looplbaan in
het verschiet. Moge God geven dat ge met
denzelfden ijver voor uw werk zult bezield
blijven, en twijfel ik er niet aan, dat u spoedig
tot een hooger ambt zult worden geroepen.
Ik wil ook nog een enkel woord richten tot
de volontairs, de heeren Van der Hooft en
j Tollenaar. Ik wil niet ontkennen, dat ik met
eenige bezorgdheid hun komst op de secreta
rie heb tegemoetgezien. W.e hadden een jonge
ambtenaar en dan nog twee jonge gasten op
de secretarie! Ik dacht toen wel eens: hoe zal
dat afloopen. Ik moet te hunner eer zeggen,
dat alles goed gegaan is en dat gebleken is,
dat die jonge mensehen zich met emst aan
hun taak wijden.
De gemeenteveldwachter, de heer Westen-
brugge, heeft onder mij 20 jaar de gemeente
gediend. Ook hij is daarbij gebleken een edel
mensch te zijn. Hij heeft altijd goed zijn plicht
gedaan. En toch moet een gemeenteveld
wachter in veel gevallen de moeilijkste baan-
tjes opknappen. Hij heeft een omvangrijke
taak, in verband met de uitgebreidheid der
gemeente en zou niet 10, doch wel de voile
24 uur dienst moeten doen. Wanneer er
klachten over hem kwamen, heeft spreker dan
ook altijd hem de hand boven het hoofd ge-
houden. Ik wensch hem toe, dat, wanneer ook
voor hem den tijd zal aangebroken zijn om
zijn pensioen te vragen, hem nog een aange-
namen levensavond mag beschoren woiden.
Den heer Heijboer, majoor der rijksveld-
wacht alhier, wil ik hartelijk dank zeggen
voor de assistentie die door hem zoo menig-
vuldig is verleend. Deze is gebleken een
krachtig optredend politieman te zijn en ik
heb veel steun van hem genoten, om een eind
te maken aan het gezang en geschreeuw op
straat, toen dat eenmaal volgens de politie-
verordening verboden kon worden. Hij heeft
dat goed in orde gebracht en aan den wensch
van vele ingezetenen, dat we een rustige ge
meente zou hebben, is thans voldaan. Ik hoop,
dat hij alzoo steeds in de uitoefening van zijn
ambt mag voortgaan.
Ook aan den heer A. P. Wisse, gemeente-
architect, Houg, gemeentewerkman, Hamelink,
havenmeester, Van Langevelde, grafdelver, en
Rouw klokkenist, breng ik dank voor de wijze
waarop zij tijdens mijn bestuur de gemeente
bebben gediend.
Eveneens mijn grooten dank aan dokter
Elenbaas, voor de wijze waarop hij zijn taak
vervuld en hij altijd bereid is zich ook te wij
den aan de patienten van het Burgerlijk Arm-
bestuur, die hij steeds helpt zooals het be-
hoort.
En zoo kom ik nu op het Burgerlijk Armbe-
stuur zelf, aan welks voorzitter en leden ik
dank breng voor de wijze waarop ze hun zoo
moeilijke taak verrichten. Ik wieet uit onder-
vinding, wat aan de taak van den voorzitter
verbonden is, en ik wijs er ook op, dat het
Burgerlijk Armbestuur weet, met welk be-
drag het moet rondkomen.
Voorts mijn dank aan de leden der Vrijwil-
lige Brandweer<, Wat een verschil toch met
vroeger, toen de mensehen gedwongen moes-
ten worden om bij de brandweer dienst te
doen. Toen ging het niet goed. Het is een
voorrecht voor de gemeente over een vrijwil-
lig korps te beschikken, dat als de nood aan
den man komt altijd op post is. Ik gevoel
nevens dankbaarheid ook bewondering voor die
mannen, die wel al eens 20 uur in 't getouw
waren, voor het blusschen van een brand.
En nu kom ik op de Burgerwacht, welke
mij ook herinnert aan een tijdperk van scha
duwen en zwarte wolken. Geruimen tijd heb
ik in de zorg voor de orde in de gemeehte al
leen gestaan. Er was niemand die mij kon
ter zijde staan en toch is het gemakkelijk, als
men iemand achter zich heeft, iemand waarop
men kan vertrouwen. En dit werd het geval,
toen de donkere omstandigheden aanleiding
gaven tot het oprichten der Burgerwacht.
Gelukkig heeft deze nooit moeten optreden
voor het doel, waarvoor zij is opgericht, doch
indien het noodig ware geworden, zouden deze
mannen hun leven in de waagschaal hebben
gesteld om op te treden voor handhaving van
het gezag, voor Vorstin en Vaderland. Ik
hoop, dat deze vereeniging moge groeien en
bloeien tot heil van ons dierbaar vaderland.
Evenals de Burgerwacht, heb ik bet als een
voorrecht beschouwd, dat we hier hebben een
afdeeling van het Roode Kruis, wier leden zich
toeleggen op het verleenen van eerste hulp bij
ongelukken. Ik beschouw dit van zeer groote
beteekenis. Met leedwezen heb ik in den
laatsten tijd moeten vernemen, dat nogal wat
leden hebben bedankt. Want: wat moeten we
dan doen, indien er ongelukken voorkomen en
er zijn geen mensehen bij de hand die op de
juiste manier hulp weten te verleenen? Het
leven van mensehen kan daarvan afhangen.
En hoe licht kunnen zich toch hier met het
steeds drukker wordend verkeer en een las tig
kruispunt geen ernstige ongevallen voordoen.
Ik zou daarom alle mensehen die een auto
besturen willen aanraden, het Roode Kruis te
steunen met een contributie van 1,per
jaar, opdat die vereeniging in onze gemeente
zal kunnen blijven bestaan. Ik breng hulde
aan het Roode Kruis voor hetgeen het reeds
heeft gedaan.
Aan de predikanten in deze gemeente ben
ik veel lof en dank verschuldigd. Ze hebben
mij steeds gesteund door bun gebed en de be-
volking voorgehouden, de overheid te eeren.
Vooral geldit dien dank aan Ds. Van Bis die
hier van meet af aan als predikant werkzaam
was. Het is een voordeel, wanneer een bur
gemeester door zulke mensehen in zijn werk
gesteund wordt. Moge hun werk door den
zegen van God rijkelijk bekroond worden.
Ook de hoofden van scholen en het onder-
wijizerspersoneel, ben ik grooten dank ver
schuldigd, voor de wijze waarop zij zich toe-
gewijd hebben aan de opvoeding der jeugd,
de toekomst van Zaamslag.
Ook ben ik dankbaar voor het bestaan der
vereeniging ,,Het Groene Kruis", dat in het
belang der ingezetenen veel zegenrijk werk
doet, ten bate van zieken en voor het lenigen
van ellende, door bet beschikbaar stellen van
verplegingsmateriaal en het beschikbaar stel
len eener verpleegster. Moge die vereeniging
ook in de toekomst groeien en bloeien.
Met genoegen herdenk ik ook de Vereeni
ging van Burgemeesters en Secretarissen in
Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, en in het bij-
zonder den voorzitter, den heer Van Rompu
die op zijn hoogen leeftijd nog toont belang te
stellen in al hetgeen de belangen van het ge-
west betreft, en naast hem de secretaris heeft
dezer gemeente als secretaris der vereeniging
Ik heb steeds aangenaam in die vereeniging
met mijn collega's omgegaan en hoop dat ook
deze vereeniging moge bloeien tot heil van
Zeeuwsch-Vlaanderen, terwijl ik dank zeg voor
den aangenajmen omgang
Ook voor de muziekvereeniging ,,De Vol-
harding" heb ik een woord van dank, voor de
wijze waarop zij in deze gemeente haar taak
verricht. Wanneer er een of andere feestelijk
heid is in verband met het Oranjehuis, was die
vereeniging altijd op zijn post, om de liefde
voor de Vorstin en Haar huls aan te wakke-
ren, terwijl zij ook vele malen optreedt tot
veraangenaming voor de ingezetenen. Ik hoop,
dat deze vereeniging bij voortduring ruimen
steun van de ingezetenen zal ondervinden, en
zij met eere in stand zal kunnen worden ge-
houden.
Mijn dank ook aan de beide schoolcommis-
sies, voor het werk dat zij ten bate der ge
meente zoowel voor het openbaar als voor het
bijzonder onderwijs hebben verricht
Ten slotte ook een woord van dank tot de
pers, voor hetgeen zij tijdens mijn amibtsver-
vulling ten bate der gemeente heeft gedaan.
In het bijzonder geldt dat dankwoord den
heer Harte, die hier bij mijn optreden reeds
als verslaggever werkzaam was, en die, wan
neer er hier eens een woord werd gesproken,
dat minder juist of minder op zijn plaats was,
het wel aldus wist te schikken en te plooien
dat de zaak toch goed voor elkaar kwam.
Mogen de heeren nog jaren lang hun krachten
aan hun werk besteden.
Een woord nog aan de burgerij van Zaam
slag. Dat God de gemeente moge zegenen,
en dat we spoedig verlost mogen zijn van de
crisis en alien weer in de gelegenheid zullen
zijn hun brood te verdienen. Dank aan alle
burgers van Zaamslag voor de sympathie die
ik hunnerzijds heb ondervonden. Ik hoop, dat
het alien wel moge gaan.
En ten laatste alien lof aan den gemeente-
raad van Zaamslag, wien ik veel dank ver
schuldigd ben. Al behooren de leden ook tot
verschillende richtingen, toch zijn er hier
nooit onpasselijke woorden in de vergaderin-
geji gehoord. De besprekingen zijn steeds ge-
van den raad en sindsdien onafgebroken bleef
ik heb dan deze bijna kwarteeuw met u
mogen samenwerken voor de belangen van
onze goede gemeente Zaamslag. Wij "hebben
dit altijd in goede harmonie mogen doen, eu
zijn altijd als warme vrienden op onze ver
gadering gekomen en gegaan, zoowel als ge-
woon lid van den raad als de laatste, bijna 16
jaar, als wethouder. U heeft het altijd in
zulke banen gestuurd, dat de discussies zoo
wel in de Burgemeester en Wethouders-ver-
gadering als in de raadsvergadering, altijd
waren van vriendschappelijken aard, hiervoor
mijnheer de burgemeester, ook namens mijn
collega wethouder en den geheelen raad, ons
aller oprechten dank. Veel is er ook getoeurd
ten tijde van uw burgemeesterschap. In een
goeden tijd begonnen, is daarop al spoedig
gekomen de groote wereldoorlog, met al zijn
vreeselijke gevolgen, en hier in onze gemeente
herinneren wij nog zeer goed de mobilisatie-
tijd, met zijn daaropvolgende hoog-conjunc-
tuur, terwijl de tijd het weer terug gebracht
heeft tot lage conjunctuur; met gevolg van
een groote wereldcrisis, en een nooit gekende
werkloosheid. Dit alles heeft, voor regee-
rende colleges, zeer veel hoofdbrekens en stu-
die gekost, en hierdoor zijn de belastingen in
het algemeen en ook in onze gemeente aan-
zienlijk gestegen. Ik heb dit even willen
memoreeren om te laten zien, dat dit tijd
perk dat achter ons ligt toch nog niet zoo heel
gemakkelijk was. Mijnheer de Voorzitter, u
heeft uw ambt als burgemeester van Zaam
slag onder Gods hulp aanvaard, u heeft de
medewerking gevraagd van de wethouders en
secretaris en de leden van den raad, secre-
tariepersoneel, gemeente-ontvanger en ook
verder de medewerking van alle inwoners
van Zaamslag. Ik geloof, mijnheer de bur
gemeester, dat uw gebed en wensch in ver
vulling is gegaan en wij achten ons ook ge
lukkig dat het zoo uitgekomen is.
Wij brengen u dan ook alien dank, voor wat
u als burgemeester voor onze gemeente ge
daan hebt en tot stand hebt helpen brengen.
Wij hebben onder uw regeering gekregen:
electrisch licbt, verbeterde straten met rio
leering en tro-ttoirs enz enz.
Mijnheer de burgemeester, ik geloof, dat ik
de tolk hier van de geheele vergadering wel
zal wezen, ja ook van de geheele burgelijke
gemeente, dat ik u mag zeggen, dat u er van
verzekerd kunt wezen, dat de naam van bur
gemeester De Feijter in zeer lange en aan-
gename herinnering zal blijven voortleven bij
de ingezetenen van Zaamslag. Wij wenschen
u toe, een kalmen en rustigen levensavond als
oud-burgemeester van Zaamslag.
God zegene u en sterke u verder op uwe
levensweg.
De VOORZITTER: Ik dank u voor de tot
mij gerichte woorden. Ik zal u thans den
ambtsketen overhandigen. Moge het in den
tijd dat u als loco-burgemeester aan het hoofd
dezer gemeente zult staan nimmer noodig
zijn, dat u dien zqlt moeten gebruiken tot het
handhaven der orde.
Hiema sluit de VOORZITTER de vergade
ring, door het uitspreken van het dankgebed.
voerd in het teeken van liefde en hoogach
ting. Ik hoop, dat, wanneer ik als voorzitter
dezer vergadering in iets tekort geschoten
ben, dat u het mij dan zult vergeven. Ik
dank u alien voor de welwillendheid en steun
die ik van u heb ondervonden en hoop, dat het
u met uw gezin steeds wel moge gaan, en dat
gij, na de ver'kiezing, uwe plaatsen hier weer
zult kunnen innemen, om werkzaam te zijn
tot heil en zegen dezer gemeente. Moge God
u sterken, naar geest en lichaam. Applaus.
De heer A. DE FEIJTER: Geaehte Bur
gemeester. Wanneer ik u thans een enkel
woord toespreek, dan is dit ook namens mijn
collega wethouder, de secretaris, de leden van
den raad, de ontvanger en het personeel van
de secretarie, ook de politie, zoowel rijks- als
gemeente-politie en hen die verder door u
genoemd zijn.
Het is voor mij een groot voorrecht, dat
ik dit op deze oogenblikken mag doen, te
meer, daar u nu 24 jaar geleden uw loopbaan
als burgemeester van Zaamslag begonnen
zijt, en mijn persoontoen ook deel uitmaakte
Vergadering van Woensdag 13 Maart 1936,
des voormiddags 10 uur. ;!l
Voorzitter de heer J. Huizinga, burge
meester.
Tegenwoordig de leden: L. J. Geelhoedt, D.
Scheele, M. de Jonge, C. A. Verlinde, A. de
Bruijne, H. J. Oolsen, L. J. van Driel, A.
J. Harte, P. van Cadsand, G. Dees en N. A.
Hamelink.
Afwezig de heeren D. van Aken, P. F. de
Bakk-er en J. van Doeselaar.
De VOORZITTER opent de vergadering.
Hij deelt mede, dat van den heer P. F. de
Bakker bericht is ing-ekomen, dat hij door
werkzaamheden verhinderd is, de vergadering
van heden bij te wonen.
1. Beeediging benoemd riuidslid.
De heer J. den Hamer, benoemd in de vaca-
ture, ontstaan door het overlijden van den
heer J. J. de Jager, wordt door den Secretaris
ter vergadering geleid.
De VOORZITTER: Mijnheer Den Hamer,
de regeling van de plaatsvervanging bij de
leden van den raad is tegenwoordig anders ge
regeld dan vroeger. Men heeft thans niet al
leen leden, doch ook plaatsvervangende leden,
zoodat degene, die het genoegen heeft, op een
lijst voor candidaten voor den raad voor te
komen, er rekening mee kan houden, dat ook
te zijner tijd voor hem de tijd aanbreekt, dat
hij een plaats kan innemen in het bestuur der
gemeente. Het is onze taak, te trachten, het
daarheen te leiden, dat de belangen der ge
meente worden bevorderd. Aan mannen die
zich hiervan bewust zijn, bestaat inderdaad
bohofifts
De heer DEN HAMER legt vervolgens in
handen van den Voorzitter de vereischte
eeden af.
Hij betuigt hierna den Voorzitter, dat het
zijn bedoeling is, de belangen van de gemeen
te, zooveel in zijn vermogen is, te helpen be-
hartigen.
2. Ingekomen stukken.
a. Jaarverslag van de commissie tot wering
van schoolverzuim te Sluiskil over 1934.
De commissie deelt mede, dat in dat jaar
vergaderingen werden gehouden.
Er werd slechts een persoon door de com
missie opgeroepen, enkele gevallen werden
door herhaald verzuim zonder tusschenkomst
van de commissie, rechtstreeks door den rech-
ter behandeld.
Het valt steeds meer op, dat de verzuimen
van jaar tot jaar minder^ worden, dit zal zijn
oorzaak wel vinden, dat, met de werkloosheid,
meer oudere krachten genomen worden, en
ook, dat de ouders zich steeds meer aanpas-
sen aan de leerplichtwet. Op 16 Februari zijn
de heeren A. J. Platteeuw, C. J. Nobels, Jac.
van Doeselaar, P. Cortvriendt en W. Oont-
dijk, wegens periodieke aftreding alien herbe-
noemd.
De heer A. J. Platteeuw werd als voorzit
ter gekozen en de heer W. Oostdijk herkozen
als secretaris.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Een missive van gedeputeerde staten
van Zeeland, waarbij wordt medegedeeld, dat
het plan van uitbreiding en de daarbij inge-
zonden bouwvoorschriften door hen wordt
goedgekeurd.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Een schrijven van gedeputeerde staten
van Zeeland, als volgt:
Bij nader inzien achten wij het gewenscht
aan de regeling van de jaarwedden van de
burgemeesters, secretarissen, ontvangers en
wethouders der gemeente In deze provinde
(opgenomen in Provinciaal blad no. 48 van
1934) alsnog de navolgende bepaling toe te
y oegren t
17° In afwijking van het sub 6°. deeer
regeling bepaalde, telt voor de hieronder met
f