Ter Neuzensche Courant Tweede Blad Binnenland Buitenland Gemengde Berichten Maandag 18 Maart 1935 No. 9274 Duitschland gaat zich weer volledig wapenen. VAN HET KANAAL DOOR ZUID-BEVELAND. Op de gemeente-secretarie van Wemel dinge, Ierseke, Schore en Kruiningen liggen thans voor een ieder ter inzage de stukken betreffende de onteigening van gronden ten bbhoeve van de verbreeding van hot kanaal door Zuid-Beveland en verhooging van de spoorwegbrug te Vlake. De bij deze onteige ning betrokkenen zullen hun bezwaven kun- nen indienen bij een cOmmissie, .veike op Maandag 25 Maart a.s. in genoemde gem een - ten zitting zal houden. 'Het uitgeweikte plan van het geheele werk is ter visie ge'egd ter provincial e griffie van Zeeland. De kanaalverbreeding. Het plan tot verbreeding van het kanaal betreft de werken aan dat kanaal tusschen de binnenhavens en sehutsluizen te Hans- weert en te Wemeldinge. 't Kanaal dat thans geheel recht is, krijgt in de toekomst. twee zwakke bochten, t.w. een nabij Hansweert en <56n nabij Wemeldinge. Deze bochten ontstaan doordat de verbreeding nabij Hansweert en Wemeldinge over een lengte van ongeveer 1 K.M. plaats vindt aan de oostzijde van hst kanaal, terwijl de verbreeding van het tus- schenliggende deel over een lengte van onge veer 5 K.M. plaats vindt aan de westzijde. De verbreedingen aan de oost- en westzijde gaan geleidelijk in elkaar over, zoodanig dat de nieuwe kanaalas een zeer geleidelijk verloop zal vertoonen. Zooals bekend, zal de verbreeding m twee gedeelten worden uitgevoerd. Na de eerste verbreeding zal op 4.50 M. onder kanaalpeil een bodembreedte van 40 M. beschikbaar zijn, terwijl na de tweede verbreeding deze zal pas worden ter hand genomen, nadat het ver- keer zoodanig is toegenomen, dat behoefte aan een ruimer profiel zich doet gevoelen de kanaalbodem over een breedte van 10 M. een diepte van 6.50 M. onder kanaalpeil zal hebben en overigens een diepte van 5.50 M. onder kanaalpeil, zoodanig dat op een diepte van 4.50 M. onder dat peil een breedte van 64 M. beschikbaar zal zijn. De bruggen. De brug bij Schore en de spoorbrug bij Vlake vervallen reeds binnen afzienbaren tijd. Daarvoor in de plaats komt de nieuwe brug even ten zuiden van de bestaande spoorbrug bij Vlake aan welks onderbouw men reeds ge- durende ongeveer een jaar werkt. De nieuwe brug dient zoowel voor het spoorwegverkeer als voor het verkeer te land en krijgt een vast gedeelte met een doorvaartwijdte en -hoogte (boven kanaalpeil) van respectieve- lrjk 64 en 7.50 M. en een beweegbaar deel met een doorvaartwijdte van 18 M. Bij het bouwen van de brug wordt rekening gehou- den met de totale kanaalverbreeding, zoodat het midden van de vaste overspanning sain en zal vallen met de tweede verbreeding. De Postbrug tusschen Kapelle en Yerseke ondergaat voorloopig geen wijziging. Pas bij de tweede verbreeding van het kanaal wordt de bestaande brug vervangen door een nieuwe brug met afmetingen als de nieuwe brug bij Vlake. De Bonzijbrug bij Wemeldinge onder gaat geen verandering. De spoorwegvverken. De spoorweg Vlissingen-Roozendaal wordt over een lengte van ongeveer 4 K.M. iets zui- delijker gelegd en verhoogd, zoodanig, dat het nieuwe deel geleidelijk overgaat in den bestaanden spoorweg en dat het hoogste punt wordt bereikt op de nieuwe spoorbrug. Aan beide zijden van het kanaal daalt de spoor weg zeer langzaam in de richtingen der sta tions Kruiningen en Kapelle-Biezelinge. Zoo- dra de treinen over de nieuwe brug kunnen rijden, wordt een aanvang gemaakt met de afbraak van het te vervallen spoorwegge- deelte. Echter iblijft het ten oosten van het kanaal gelegen deel in tact, daar het station Vlake als goederenstation blijft gehand- haafd, waar vandaan een zijlijn zal loopen naar het station KruiningenYerseke. De wegen en los- en laadplaatsen. De verschillende wegen zullen zoodanig worden verlegd en gewijzigd, dat in verband met de kanaal-, brug- en spoorwegwerken een goed en practisch geheel ontstaat. Bij het station Vlake komt een oprit van den be staanden Rijksiweg langs de oostzijde van het kanaal naar den nieuw aan te leggen Rijks- weg, terwijl aan de westzijde van het kanaal een nieuwe weg wordt aangelegd van de nieuwe brug bij Vlake naar het dorp Schore. Laatstgenoemde weg zal tevens dienst doen als gedeelte van den toegangsiweg van het aan de westzijde der sluizen gelegen deel van Hansweert naar den nieuwen Rijksweg. Over de nieilwe brug en vandaar over den nieuw aan te leggen Rijksweg KruiningenVlake wordt dan het dorp Kruiningen bereikt, tot welke gemeente Hansweert behoort. iDe bestaande los- en laadplaats bij de ver- dwijnende Schorebrug vervalt, terwijl hiervoor in de plaats twee los- en laadplaatsen ge maakt worden t.w. een aan de west- en een aan de oostzijde van het kanaal tusschen Schore en Hansweert. Ook de wegen nabij de Postbrug zullen eenigeverandering ondergaan, doch deize wij ziging is eerst van ibelang bij uitvoering van de tweede kanaalverbreeding. De onteigening. In totaal zal voor uitvoering van bedoelde werken (kanaalverbreeding en spoorwegver- hooging en -verlegging) ongeveer 37 H.A. grond door het Rijk moeten worden aange- kocht; waarvan 25 'H.A. voor de kanaalwer- ken en 12 H.A. voor de spoorwegwerken. Met de geheele oppervlakte valt onder de onteige ning, aangezien reeds ongeveer 7 H.A. (voor kanaal 4y2 H.A. en voor spoor 2% H.A.) door het Rijk is aangekocht of reeds in het bezit van het, Rijk was. Van bedoelde gronden liggen in de ge- meenten: Wemeldinge: aan de oostzijde van het ka naal ruim 3 H.A. en aan de westzijde onge veer 2 H.A., totaal 5 H.A.; Yerseke: aan de westzijde van het kanaal ongeveer 5% H.A.; Schore: aan de westzijde van het kanaal ongeveer 10 'H.A. en aan de oostzijde onge veer 3% H.A.; ten zuiden van de spoorlijn on geveer 11% H.A. (waarvan 4% H.A. oostelijk en 6% H.A. westelijk van het kanaal); totaal ongeveer 24% H.A.; Kruiningen: aan de oostzijde van het kanaal ongeveer H.A.; langs de spoorlijn onge veer H.A. (waarvan H.A. gelegen aan de noordzijde en H.A. aan de zuidzijde van die lijn)totaal ongeveer 1% H.A. Uit den aard der zaak liggen alle te ont- eigenen gronden in m strook langs het kanaal en den spoorlijn. Nadat Duitschland eerst geeft medegedeelJ zijn luchtvloot te gaan organiseeren, is Zater- dagavond het besluit gepubliceerd dat lo. in Duitschland weer algemeene dienst- plicht wordt ingevoerd; 2o. in vredestijd een leger zal geformeerd worden van 12 legerkorpsen, elk van drie divisies en 40.000 man per corps; 3o. de minister van oorlog de verantwoor- delijkheid heeft am te zorgen dat deze troepen- macht onmididellijk onder de wapenen zal worden geroepen. Hitler heeft Zaterdag zijn verblijf in Beieren onderbroken, om den kabinetsraad voor te zitten, die des namiddags om 1 uur gehouden werd, in de Rijkskanselarij. In die zitting werd besloten tot afkondiging der nieuwe wet. Des namiddags 5 uur werden door minister Goebbels de buitenlandsche joumalisten tot het ontvangen eener dringende mededeeling op zijn departement van propaganda uitge- noodigd. Hij deelde hen daarbij de afgekon- digde wet mede, en tevens als toeliohting een oproep aan het Duitsche volk, waarin wordt te kennen gegeven, dat Duitschland, na de zware nederlaag er in berust hebbende, dat zijn weermacht en uitgebreide hoeveelheden weermiddelen zjouden worden vemield, die deed, op grond van de verwachting, dat de 14 punten van Wilson zouden worden doorge- voerd, dat de geheime diplomatic zou worden afgesehaft en de betrekkingen tusschen de volkeren zouden worden veredeld. Duitschland heeft zichzeif toen ontwapend, heeft zijn verplichtingen te dezen opzichte door het verdrag van Versailles opgelegd na- gekomen, hetgeen overeenstemde met de paci- fisbisohe-democratische idealen van den Vol- kenbond. Terwijl echter Duitschland als eene partij van het Verdrag zijn verplichtingen heeft vervuld, bleef de nakoming van de andere zijde uit, d.w.z. de souvereine contrac- tanten van de gewezen overwinnende staten hebben zich eenzijdig van de verplichtingen van het verdrag van Versailles ontslagen! Het was nog niet voldoende, dat elke ont- wapening, die ook maar eenigszins met de vernietiging van de Duitsche wapening over- eenkwam uitbleef, neen, er trad zelfs geen stilstand in de wapeningen in, ja, integendeel het werd ten slotte de wapening van een heele rij van staten. Wat in den oorlog aan nieuwe vemielingswerktuigen uitgevonden was, kreeg nu in den vrede in een stelselmatigen, weten- schappelijken arbeid zijn voltooiing. Op het gebied van de vervaardiging van maohtige pantseringen te land, als van nieuwe gevechts- en bombaraeertoestellen geschieden onophau- delijk afschuwelijke verbeteringen. Er werden nieuwe, reusachtige kanonnen gemaakt, nieu we ontploffings-, brand- en gasbommen ont- wikkeld. De wereld weerklonk sindsdien weer van oorlogsgeroep, alsof er nooit een wereldoorlog was geweest en een verdrag van Versailles was gesloten. Temidden van deze sterk gewapende en zich steeds meer van de modemste gemotoriseerde krachten bedienende oorlogsstaten was Duitschland in machtsopzicht een luchtledig, aan elk dreigement en elke bedreiding van elk op zichzeif weerloos overgeleverd. Het Duitsche volk herinnert zich het onge- luk en leed van 15 jaar van oeconomische ellende, van politieke en moreele verootmoe- diging. Het was daarom begrijpelijk, dat Duitsch land luide op de vervulling van de belofte tot ontwapening van de andere staten begon aan te dringen. Want dit is duidelijk: Een honderdjarige vrede zou de wereld niet alleen kunnen dragen, hij zou haar tot on- metelijken zegen strekken, een honderdjarige verscheurdheid in overwinnaars en over- wonnenen kan zij echter niet dragen. Het besef van de moreele rechtvaardigheid en noodzakelijkheid van een Internationale ontwapening leefde echter niet alleen in Duitschland, maar ook in vele andere volken. Uit den drang dezer krachten onbstonden de pogingen om langs den weg van conferenties een vermindering van wapening te verkrijgen en daarmee een internationale algemeene over- eenstemming op lager niveau. Zoo ontstonden de eerste voorstellen voor internationale ontwapeningsovereenkomsten, waarvan wij het plan MacDonald als het be- langrijkste in onze herinnering bewaard hebben. Duitschland was bereid dit plan te aan- vaarden en tot grondslag van overeenkomsten te maken. Het leed schipbreuk op de afwij- zing van andere staten en werd tenslotte prijsgegeven. Daar onder deze omstandig heden de gelijkgerechtigheid, die het Duitsche volk en rijk in de Decemberverklaring van 1932 plechtig beloofd was niet werd verwe- zenlijkt, zag de nieuwe Duitsche rijksregee- ring als behoedster van de eer en de bestaans- reohten van het Duitsche volk zich niet lan- ger in staat aan zulke conferenties deel te nemen of tot den Volkenbond te blijven be- hooren. Intusschen bleef de Duitsche regeering ook na het verlaten van Geneve bereid voorstellen aan andere staten te doen. Zij nam daarbij het standpunt in door de andere staten zelf gevjkt, dat het scheppen van legers van korten dienst tijd, ongeschikt is voor aanvalsdoelein- den en daarom voor de vreedzame verdedi- ging is aan te bevelen. Zij was daarom be reid de rijksweer het langeren diensttijd vol- gens den wensch der andere staten te veran- deren in een leger met korter diensttijd. Haar voorstellen uit den winter 19331934 waren practisch en uitvoerbaar. Hun verwerping, zoowel als de definibieve verwerping van de op dezelfd'e grondslagen berustende Italiaan- sche en Engelsche ontwerpen leidden echter tot de gevolgtrekking, dat de neiging tot een redelijke nakoming van de ontwapeningvoor- waarden aan den anderen kant niet meer be- stond. Onder die omstandigheden zag de Duitsche regeering zich verplicht uit zichzeif de noodige maatregelen te treffen, welke een einde zou den waarborgen van den even onwaardigen als ten slotte dreigenden toestand van on- machtige weerloosheid van een groot volk en rijk. Zij ging daarbij uit van dezelfde overwegin- gen, waaraan Baldwin in zijn laatste rede zoo'n groote uitdrukkiing gaf: „Een land, dat niet bereid is, de noodige voorzorgsmaatregelen te treffen tot zijn eigen verdediging zal nooit op deze wereld over macht beschikken, zoomin moreele als mate- rieele ftacht". De regeering van het huidige Duitsche Rijk wenscht echter slechts een enkele moreele en materieele macht, de macht om voor het Rijk en daarmee voor heel Europa den vrede te kunnen waarborgen. Zij heeft daarom ook verder gedaan wat in haar macht stond en tot bevordering van den vrede dienen kan: le. heeft zij al haar buursbaten reeds lang geleden het sluiten van niet-aanvalsverdragen voorgesteld; 2e. heeft zij met haar Oostelijken buur- sbaat een regeiing gezccht en gevonden, die dank zij het groote, tegemoetkomende begrip, naar zij hoopt, voor altijd de dreigende atmos- feer, die zij aangetroffen had toen zij aan de macht kwam, heeft gezuiverd en zal leiden tot een blijvende verzoening en vriendschap van beide volken; 3e. heeft zij ten slotte Frankrijk de plech- tige verzekering gegeven, dat Duitschland na de geslaagde oplossing van de Saarkwestie, geen territoriale eischen meer aan Frankrijk zou stellen of opwerpen. Zij meent daarmee in een geschiedkundig zeldzamen vorm de voorwaarden geschapen te hebben voor het eindigen van een eeuwen- langen strijd tusschen twee groote naties door een groot politick en zakelijk offer. De Duitsche regeering moet echter tot haar leedwezen zien, dat sinds maanden een steeds grooter wordende wapening in de wereld gaande is. Zij ziet in de schepping van een eowjet-leger van 101 divisies, d.w.z. 960.000 man vredessterkte een element, waaraan bij de o-pstelling van het verdrag van Versailles niet gedaoht kon worden. Zij ziet in de forceering van dergelijke maat regelen in de andere staten verdere bewijzen van de afwijzing van het ontwapeningsdenk- beeld, dat indertijd geproclameerd is. Het is verre van de Duitsche regeering tegen welken staat ook een verwijt te willen richten. Maar zij moet thans constateeren, dat door de nu beslote" invoering van den tweejarigen diensttijd in Frankrijk de ideeele grondslagen voor het scheppen van legers van een korten diensttijd opgegeven zijn ten bate van organisaties met langen diensttijd. Dit was echter mede een argument voor het indertijd van Duitschland geeisohte prijsgeven van zijn rijksweer. De Duitsche regeering besohouwt het onder deze omstandigheden als een onmogelijkheid de noodzakelijke maatregelen voor de veilig- heid des rijks nog langer uit te stellen of zelfs maar voor de kennis van de overige wereld te verbergen. Als zij daarom thans gevolg geeft aan den wensch, 28 November 1934 in een rede van den Engelschen minister Baldwin uitgespro- ken, naar opheldering nopens de Duitsche bedoelingen dan geschiedt zulks: le. om het Duitsche volk de overtuiging en de andere staten de kennis bij te brengen, dat het behoeden van de eer en de veiligheid van het Duitsche volk van nu af weer aan de eigen kracht van de Duitsche natie wordt toevertrouwd; 2e. echter tevens om door het vaststellen van den omvang van de Duitsche maatregelen de kracht te ontnemen aan elke bewering, die het Duitsche volk het streven naar een positie van militaire hegemonie in Europa in de schoenen zou willen schuiven. Wat de Duitsche regeering als behoedster van de eer en de belaugen van de Duitsche natie wenscht in de mate van die machtsmid- delen te waarborgen, die niet alleen voor het behoud van de integriteit van het Duitsche Rijk, maar ook voor de internationale eerbie- diging en waardeering van Duitschland als een van de medeborgen van den algemeenen vrede veredscht is. Want op dit oogenblik hernieuwt de Duit sche regeering tegenover het Duitsche volk en de heele wereld de verzekering van haar besluit nooit verder te gaan dan het behoeden van de Duitsche eer en de vrijheid des rijks en met name in de nationale Duitsche wape ning geen werktuig van oorlogszuchtigen aanval, doch veeleer uitsluitend van verdedi ging en behoud van den vrede te willen vor- men. De Duitsche rijksregeering drukt daarbij de stellige hoop uit, dat het aan het Duitsche voile, dat daarmee zijn eer herwonnen heeft, in onafhankelijke gelijkgerechtigheid zal ver- gund mogen zijn, zijn bijdrage te leveren tot het scheppen van vrede in de wereld in een vrije en openlijke samenwerking met de andere naties en haar regeeringen. SCHENDING EN BEHOOVING VAN EEN SYNAGOGE. De Joodsche perscommissie schrijft: In de gemeente Honnef a. Rhein is in de afgeloopen week de synagoge geschonden. De daders drongen het gebouw binnen, veront- reinigden het en verscheurden een aantal ge- bedenboeken. Voorts stalen zij een Thora- kleed, terwijl zij ook de collectebus voor de armen, die een vrij groot bedrag bevatte, medenamen. TREEDT DE DERDE ZOON VAN EX-KONING ALFONS IN HET HUWELIJK? Naar verluidt zou prins Carlos van Bour bon, de derde zoon van ex-koning Alfons van Spanje, zich verloofd hebben met prinses Maria de las Mercedes, zoo vemeemt de Uni ted Press. Prins Carlos maakt na zijn vader aanspraak op den Spaanschen troon, daar zijn beide oudere broers door hun huwelijk met een burgermeisje van alle rechten op een even- tueele troonsbesujging hebben afstand ge daan. Prins Carlos weigerde zich uit te laten over de geruchten, dat het huwelijk in October zou plaats vinden. Hij wees er op, dat een offi- cieele aankondiging zou moeten waohten tot ex-koning Alfons den volgenden maand in Parijs was teruggekeerd. AANSTAAND HUWEEIJK VAN PRINSES INGRID MET KROONPRINS FREDERIK VAN DENEMARKEN. Van bevoegde zijde te Stockholm wordt medegedeeld, dat binnenkort de koninklijke hoven van Zweden en Denemarken officieel mededeeling zullen doen van de verloving van prinses Ingrid, dochter van kroonprins Gustaaf Adolf van Zweden met kroonprins Frederik van Denemarken. Prinses Ingrid wordt 28 Maart a.s. 25 jaar: I de Deensche kroonprins is 36 jaar. RINTELEN KRIJGT EE VEN SLAN G Het gerechtshof te Weenen heeft Dr. Rin- telen veroordeeld tot levenslange kerkerstraf. Rintelens verdediger, dr. Klee, zeide in zijn pleidooi, dat het proces in geen enkel opzicht helderheid had gebracht. Hij kritiseerde het O. M., dat de beiangrijkste bewijsmiddelen niet ter sprake heeft gebracht bij het vooronder- zoek, terwijl tijdens het proces verrassende getuigenverklaringen werden afgelegd. Spre- ker wees op het dechargeerende karakter van sornmige getuigenissen, en verklaarde van de bezwarende getuigenverklaringen dat deze on- betrouwbaar waren. Tot slot vroeg hij vrij- spraak. Dr. Rintelen kreeg het laatste woord. Hij zeide: Ik ben onschuldig. Ik heb altijd open- lijk voor mijn idealen gestreden. Ik wilde nooit iets anders dan een goede verstandhou- ding tusschen Duitschland en Oostenrijk. Ik heb mij daarbij op het standpunt geplaatst van den grootsten Oostenrijksohen staatsman Dr. Seipel. Bij de voorlezing van het over Dr. Rintelen uitgssproken vonnis heerschte er in de voile zaal een buitengewone spanning. Dr. Rintelen is schuldig bevonden den aan- slag- op de bondskanselarij te hebben goedge- keurd en bevorderd door zich als leider van de nieuw te vormen revolutionnaire regeering ter beschikking te stellen. Hij heeft zich daar- door schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan hoogverraad. De hechtenis van 26 Juli tot heden wordt bij een eventueele latere begenadiging afge- trokken. Dr. Rintelen hoorde het vonnis glimlachend aan. Vervolgens las de voorzitter de omvangrijke motiveering voor, waarin o.a. wordt gezegd: Het gerechtshof acht bewezen, dat de beschul- diger met dr. Weidenhammer in verbinding heeft gestaan. Dat Rintelen dit beslist ont- kent, bewijst dat deze verbintenis niet van onschuldigen aard was. Een ander bewijs voor Rintelens schuld is zijn poging tot zelfmoord. DE NIEUWE MINISTER VAN EANDBOUW IN BEEGIe. De correspondent der N. R. Crt. te Brussel meldt Zooals ik reeds eenige dagen geleden mede- deelde, is de benoeming van Mr. De Schrijver tot minister van landbouw een feit geworden. Het desbetreffende besluit versoheen Donder- dag in den Moniteur Beige. Minister De Schrijver heeft denzelfden ochtend, ten paleize den gebruikelijken eed afgelegd. Hij had ver volgens een nogal langdurig onderhoud met koning Leopold. De nieuwe minister is een der jongste leden van de Kamer en zeker het jongste lid van de huidige regeering, die nu weer voltallig is. Hij werd te Gentbrugge, bij Gent geboren in 1898 en is dus nog maar 37 jaar oud. In de Kamer vertegenwoordigde hij het arrondissement GentEekloo. Mr. De Schrijver pramoveerde in de rechten en maakt deel uit van de advokatenbalie van het hof van beroep te Gent. Hij spreekt en schrijft uitsluitend Nederlandsch en heeft zich trouwens, als secretaris van de Katholieke Vlaamsche Kamerfractie, bij de verdediging van de Vlaamsche belangen in het parlement, zeer verdienstelijk weten te maken. Minister De Schrijver nam ook, sedert verscheldene jaren, een werkzaam aandeel aan de organi- satie van een der Vlaamsche wetenschappe- lijke congressen. Hij is een overtuigd voor- stander van de intelleetueele toenadering en samenwerking van Vlaanderen en Nederland. „HOOFDARBEIDERS" IN EEN BEKEAGENSWAARDIGE POSITIE. De zwartjassen (,,blackcoats") zijn in En- gedand de menschen die niet met handwerk maar met hoofdwerk hun brood verdienen. Men noemt hen met een verzamelnaam ook wel de beroepsklasse, maar deze aanduiding deugt niet, omdat ze verwarring sticht. Er is een professional class" die maatschappelijk hooger wordt aangeslagen dan de zoo geheeten hoofdwerkers. Die klasse bestaat uit de ver- tegenwoordigers der geleerde beroepen, uit dokters, advocaten, ingenieurs, rechters, domi- nees. Niet deze klasse zoekt te worden op- genomen in het stelsel van werkioosheidsver- zekering, de zwartjassen daarentegen wel. Zij zijn reeds grootendeels georganiseerd in vak- bonden en de vertegenwoordigers van 50 zwartjas-vakbonden willen den minister voor arbeid bewijzen, dat het noodzakelijk is dan minstens 600.000 zwartgejaste arbeiders (men herkent hen ook aan halsboorden en hoeden) tegen werkloosheid worden verzekerd. De wet tegen werkloosheid worden verzekerd. De wet- geving op de werkloosheid stelt een loon- of salarisgrens aan hen, die ervan willen genie- ten en daarom bereid zijn him deel van de kosten bij te dragen. Zij die per jaar meer dan 250 pond sterling verdienen, kunnen bij de bestaande wetgeving niet in het stelsel worden begrepen. Het streven van de zwart- jasbonden is dit bedrag te brengen op 500 p.s. De redeneering is, dat een huisvader met een paar kinderen in Engeland uit zulk een jaar- tractement niets kan wegleggen, om er moei- lijke tijden mee uit te zingen. Wanneer hij om een of andere reden, onaf- hankelijk van zijn wil en ook van zijn be- kwaamheden of zijn karakter, uit zijn betrek- king wordt ontslagen staat hij op straat. De hypotheekrente en aflossing voor het „eigen huis" (bijna alle Engelschen hebben in dezen tijd zulk een eigen huis) en de dure schoolopvoeding voor de kinderen hebben het geld, dat eventueel had kunnen worden weg- gelegd voor dien spreekwoordelijken „regen- aohtigen dag", opgeslokt. De leiders der genoemdevakbonden willen den minister bewijzen dat het harde gezicht der werkloosheid zich op de kantoren op de zelfde wijze aanmeldt als in de fabriek. Ratio- nalisatie, die o.a. een fabriek schept waar er eens twee of drie waren, treft veelal den kan- toorbediende nog heviger dan den werkman. De kolommen van ingezonden stukken in de kranten vertellen herhaaldelijk van black- coats", die na rationalisatie van het bedrijf, waarin zij administratief werkzaam waren wer den afgedankt en moesten beproeven een stuk brood te verdienen met leuren van pakjes lavendel, door moeder de vrouw gemaakte ulevellen, schrijfpapier en potlooden of met colporteeren van boeken e.d. Elk huis in elke voorstad van Londen krijgt dagelijks van vijf tot tien werklooze blackcoats aan de deur, die koopwaar van verbijsterende verscheidenheid hebben aan te bieden en die jammerlijke ver- halen doen van hun lot. Ontrnoedigende cijfers. De werkloosheidscijfers van Groot-Brittan- nie toonen voor Februari een lichte verbete- ring. Vergeleken bij de maand Januari waren er 39910 minder werkloozen. Het cijfer is niet zoo erg bemoedigend, indien men bedenkt, dat het aantal werkloozen in Januari met 239.000 was toegenomen en indien men de afname ver- gelijkt met die van Februari van verleden jaar, die aanzienlijker was. Als maatstaf van beoor- deeling van den economischen toestand is het wenschelijk de cijfers der werkloosheid en die van steun onder de armenwetgeving in ver- eeniging te beschouwen. Deze laatste cijfers worden alleen per kwartaal bekend gemaakt. Die van het laatste kwartaal van het vorig jaar wijzem een verhooging van het aantal steunontvangenden aan. Hun aantal bedroeg in dat kwartaal 1.432.582, dat is 133.349 meer dan in het derde kwartaal van 1934. Deze menschen zijn niet begrepen in de cijfers der werkloosheid. BEROEP OP DE DUITSCHE VROUVVEN. Het Duitsch arbeidsfront heeft naar de ,,Wandelhalle" meldt een beroep op de Duit sche huisvrouwen gedaan otai de Verspilling van allerhande materiaal tegen te gaan. Voor- al wordt hierbij op de verspilling van metaal gewezen en geconstateerd dat i/8 millioen K.G. zink aan conservenfelikken verloren gaan. Dagelijks verdwijnen er nog massa's scheermesjes, conservenblikken en zinken voorwerpen in de vuilnisbakken. Ook de vet- verspilling is nog groot. Jaarlijks gaan voor eenige millioenen marken vet in het spoel- water verloren, hetgeen door het zuiniger toe- passen der kookrecepten vermeden had kun nen worden. Ook papierafval is nog wel te gebrui'ken. De huisvrouw heeft hier, zoo heet het, een nationale plicht te vervullen. o~*oo hij trad, zooals dat vroeger vaak voorfcisam. in Engelschen dienst. Hij werd ingedeeld bij een escadron, dat onder leiding stond woe captain Lewis. Toen van Miekrik bij een ge- vecht gewond werd, deelde hij voor zijn dnod Lewis het geheim van den schat mede at 'de plaats, waar het goud begraven lag. Lewis beweert nu, dat hij nog niets ondernomem heeft om het goud op te graven, daar hi* bang was, dat de maatschapprjen, aan wie ro- dertijd de goudmijnen toebehoorden, er aan spraak op zouden maken. Thans, na vijjf-em- dertig jaar, heeft hij echter den Hoogen Gana- missaris van Zuid-Afrika, aangebodem «ie plaats aan te wijzen, waar de schat ligt, wan neer men hem daarvan na de opgra.vi.ng een bepaald percentage afstaat en hij hoopt. dat men dit aanbod als ernst zal opnemen. 'S WERELDS VIJFLING KRIJGT EEN KONINKLIJKEN VOOGD: 's Werelds eenige vijfling zal vermoedehfk een koninklijken voogd krijgen. Door de libe ral en van Ontario is een wetsvoorstel it^e- diend, waarin wordt voorgesteld dat de kaning als voogd over de vijf kleine Dionne's zal <jp- treden. De liberalen bezitten in Ontario een groote meei'derheid, zoodat de aanneming van het voorstel vrijwel vast staat. De Candeesche minister van Openbaar Wet- zijn, aldus meldt de „Daily Express", zal op- treden als vertegenwoordiger des konings eja ih diens plaats voogd worden. Hij zal een voogdijeommissie insteilen, waarin ook <4e heer en mevr. Dionne, de ouders van de klein- tjes en dr. Dafoe, die de vijfling sinds (jaar geboorte heeft verzorgd, zullen worden op- genomen In het wetsvoorstel wordt voorts bepaald dat de vijfling een roomsch-katholiek.- opvoeding' zal krijgen. TAHITI'S LAATSTE KONINGIN OVERLEDEN. De laatste vorstin van Tahiti, koningin Ma- rautoroa, is dezer dagen te Papeete, de hoofd- stad van het grootste en beiangrijkste van de- onder Fransch beheer staande eilanden in de Stille Zuidzee, gestorven. Koningin Marautoroa was de weduwe van koning Pomare V, die in het jaar 1880 het be- stuur over het eiland aan Frankrijk overdroeg. Nadat haar echtgenoot overleden was, leefde zij zeer teruggetrokken in de hoofdstad van Tahiti, over welk ailand de voorzaten van haar overleden gemaal meer dan een eeuw gere- geerd hadden. De thans gestorven koningin- VORST IN MAART. De weerkundige medewerker van het Vad. schrijft: De verrassende wending in de algemeene weersgesteldheid, die de vorige week intrad en waarbij zich over geheel Midden-Europa een buitengewoon krachtig gebied van hoogen druk ontwikkelde met barometerstanden van 788 mm. in de kern boven Zuid-Skandinavie en waarbij van af de Westelrjke Oostzee over ons land tot in het Engelsche Kanaal storzn- achtige Oostelijke tot Noord-Oostelijke lucht- beweging optrad, heeft ons een matigen vorst gebracht, die ten gevolge van den krachtigeii wind zeer hinderlijk was. Hieruit kon de druk ontstaan alsof zulk een late vorst een buitengewoon meteorologisch verschijnsel is. In werkelijkheid had de vorst tot het einde der week nog niet veel te beteekenen in ver- gelijking tot hetgeen de maand Maart in en kele jaren aan vorst heeft gebracht. Zoo kwamen in de eerste tien dagen warn Maart sedert een groot aantal jaren in de omgeving van Den Haag, dus in het Western van ons land, de volgende laagste minimum- temperaturen voor: 1 Maart 1929 li.o C, 2 1929 8.7 C. 3 1932 4.8 C- 4 1900 3.0 C- 5 1929 4.3 C. 6 1924 4.6 C. 7 1917 7.6 C. 8 1917 7.2 C. 9 1931 9.3 C. 10 1931 12.4 G. De nu voorgekomen minima van ongeveer 4 graden onder nul blijven dus hierboven. De meeste jaren geven echter in Maart slechts enkele dagen met zeer lichte vorat, maar er komen nu en dan jaren voor, waarhs Maart een periode van vorst van een gestreng- heid en een duur geeft, die voor de midwinter- maanden reeds van beteekenis zou zijn. Hef aantal dagen, waarop de thermometer coder nul daalt, bedraagt voor ons land 8, maar dat aantal wordt in tal van Maartmaaudea niet gehaald. In 1917 hadden wij na een kouden winter nog een vorstperiode van 210 Maart, in 1924 van 315, in 1929 na de langdurlge strenge vorst in Januari en Februari van 11 21 met minima van 34 graden onder mil in 1931 van 118, in 1932 van 25 Februari5 Maart en van 926 Maart. Dat is dus heel wat meer vorst dan wij nu gehad hebben.. Van bijzondere beteekenis was de vorst in Maart 1931. De reeds genoemde mininmm- temperatuur van 12.4 werd nog verre over- troffen door die van 10 Maart te Wamsveld, waar -17.8 werd geregistreerd en nu is het juist merkwaardig, dat reeds tien dagen latter het weer zoo warm was geworden, dat de te Maastricht op dien datum geregistreerde maximum-temperatuur van 23.3 gr. C. boven nul een recordtemperatuur was, die met de laagste temperatur te Wamsveld niet minder dan ruim 41 graden versehilde. Hieruit blijkt dus wel, dat de vorst der laatste dagen slechts door haar verrassend op- treden merkwaardig was en niet door haar sterkte of langen duur. DE VERLOREN GERAAKTE SCHAT VAN PAUL KRUGER. Ergens in Zuid-Afrika moet een goudschat ter waarde van 35 millioen dollar begraven liggen, aldus de United Press, en captain A W. Lewis, een gewezen Engelsch officier be weert, dat hij de eenige is, die weet waar deze schat ligt. Lewis, een veteraan uit den Boerenoorlog, verteit daarover de volgende wonderlijke geschiedenis. Toen de Britsche troepen in 1900 de Boeren tot Johannesburg; hadden teruggedrongen en deze stad hi ge- vaar verkeerde, moest Paul Kruger, de presi dent van de Boerenrepubliek, de vlucht nemen en hij had geen gelegenheid een boe- veeiheid goud mee te nemen, die bij de goud mijnen in beslag genomen was en een waaxde van tien tot twintig millioen pond sterling vertegenwoordigde. Van dezen schat nam Kruger eenige millioenen mee en hij liet de rest begraven door den landdrost Hans Mm- nik van Pietersberg en den veldkomet van Miekrik. De laatste kon echter de vericuling niet weerstaan om zich van den schat raeester te maken. Met behulp van een groepje in- boorlingen groef hij het goud weer op, ver- borg het op een andere plaats en school daarna zijn helpers dood om te voorkomen. dat zij hem zouden verraden. Niet lang daar- na werd van Miekrik crpv^np-pri p-ptinm****

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 5