ALGEMEEN KIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN 10 vocals DE IN DE PUP IN 0£ LUCVlT MA At? No. 9274 MAANDAG 18 MAART 1935 75® Jaargang Binnenland Feuilleton De man van Nergenshuizen EERSTE BLAD DE GESTIE DER NEDERLANDSCHE VARKENSOENTRALE. VERLAGING VAN SCHEEPVAART- RECHTEN. mm ■imm mi niHMimi ii k mm n i in i i mwarai tfisvsnfiuaBeawaKKrtMtMK^%ii»(rT^ TER NEUZENSCHE CO U RANT ABONNEMENTSPKIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per <3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. UitgeefsterFirma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KEEINE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. DE KONINGIN IN HET WESTLAND. Vrijdag heeft H.M. de Koningin met klein geyolg een bezoek gebracht aan het West- land. Zij begaf zich eerst naar de groenten- ea fruitveiling te Naaldwijk, waar zij werd ontvangen door den burgemeester en het dagelijksch bestuur der veiling. De Koningin heeft met belangstelling het veilingbedrrjf in oogensehouw genomen en zich onderhouden met twee exporteurs, die haar omtrent het exportbedrijf en zijn moeilijkheden inlichtten. Haar werd een kistje druiven aangeboden, welke vruchten vijf maanden geleden zijn ge- oogst en in het koelhuis bewaard. Vervol- gens begaf H.M. zich naar de Coop. Oentrale Westlandsche snybloemenveiling te Honse- lersdijk, waar zij werd ontvangen door den voorzitter en den secretaris. Ook hier heeft z? zich onderhouden met verschillende expor teurs en kooplieden. Bij het vertrek uit het gelbouw stonden leerlingen der vakschool voor meisjes met bloemen opgesteld. Zij zongen twee coupletten van het Wilhelmus. DE FLORA TE HEEMSTEDE. De Koningin is voomemens, Maandag 25 dezer een bezoek aan de bloemententoonstel- Hng te brengen. Hare Majesteit zal zich in den voormiddag per auto daarheen begeven. EERSTE KAMER. Vergadering van Vrijdag. Voortgezet wordt de behandeling van de begrooting van het departement van onder- w^js, kunsten en wetenschappen voor 1935. De heer van Sasse van IJsselt (r.k.) zegt, dat er verschil is van opvatting omtrent de bevoegdheid van de cotmmissie van beroep bij ontslag van onderwijzers, in verband met de artikelen 125 en 92 der lager onderwijswet. Mevr. PothuisSmit (s.d.) 'bepleit voort- zetting van de cursussen voor landbouwhuis- houdonderwijs te Slootdorp in den Wieringer- meer. De heer De Gyselaar (cJi.) acht de reorga- nisatie aan de rijksprentenkabinetten niet ge- motiveerd door de geringe bezuiniging. De Beer Kranenburg (v.d.) betoogt, dat de concentratie niet eenzijdig mag worden toe- gepast ten koste van het openbaar onderwijs. Ook spreker bepleit maatregelen ten behoeve van jeugdige onderwijzers zonder betrekking. Het verzet tegen de nieuwe spelling berust grootendeels op sleur en gewoonte. Spreker is het met den minister eens, dat het wel wen- nen zal. De politiek van den minister is hel- der en doorzichtig geweest. De heer De Jong (r.k.) bespreekt toepas- sing van eenige artikelen der lager onderwijs wet. Onder meer wenscht spr. vaste regelen voor de afvloeiing van onderwijzers en een centrale commissie van beroep. Spreker be toogt, dat het onjuist is, dat bij de concentra tie het bijzonder onderwijs zou zijn ontzien. Wat de spellingkwestie betreft, men oor- deele niet te scherp, voordat de minister zijn beleid nader heeft verdedigd. Is het zoo vreemd, dat het jonge geslacht anders leert schrrjven dan wij doen? De minister wilde orde brengen in de spellingchaos. Is dat nu dictoriaal optreden? TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag. De begrooting van het Landbouwcrisisfonds wordt goedgekeurd met 61 tegen 9 stemmen. Tegen stemden de communisten, de staatkun- dig gereformeerden, en de heeren Vervoorn en Sneevliet. De heer Duytmaer van Twist riep uit: Een mooi stel, die negen! door VICTOR BRIDGES. (Nadruk verboden.) 56) (Vervolg.) De rechter legde de blauwe enveloppe naast zich neder: ,,Zeer goed", vervolgde hij. „Zoo- dra het getuigenverhoor geeindigd is, zal ik U verzoeken, die door te lezen." Daarna wend- de hij zich tot Milford. „Ga voort", sprak hij. .JWaarvoor had mynheer North cote U nog meer noodig?'' .Edelachtbare, hij wilde, dat ik hem zou beloven, dat ik hem, zoodra hij in Australie was, zou schrijven en hem op de hoogte zou houden, hoe alles zou afloopen. Ook vroeg hy my nog eenige kleederen voor hem te koo- pen en zijn passage op het schip te bestellen. Het was toen al te laat, om die boodschappen te doen, maar ik zei hem, dat ik ergens in de buurt zou gaan slapen en den volgenden mor gan een en ander in orde maken. U begrijpt wel, Edelachtbare, dat ik, door al hetgeen hij mij gezegd had, tamelijk overstuur was." „Waarom bleef U niet in Baxter's Rents sHapen?" Alles was bezet in het logement, Edel achtbare; er was geen enkel bed meer be- achikbaar en ik kon niet den geheelen nacht •pblijven, want ik was een paar dagen geleden vrij emstig ongesteld geweest." „Waar heeft U toen geslapen?" „Er was vlak om den hoek een logement, ■delachtbare, in de Smithstreet no. 10 daar kon ik een kamer krijgen. Ik vroeg den loge- memthouder, mij te willen wekken, aangezien ik zoo vermoeid was, dat ik voelde, zeer laat •p te zulien staan, als ik uit mijaelven moest wakker worden. Om zes uur klopte hij op mijn kamerdeur en het eerste, dat hij tegen mij zei was, dat er een moord gepl&egd was in Baxter's Rents. „In een steegje op no. 7. Aan de orde is het wetsontwerp tot con tingenteering van den invoer van steenkool en stikstofhoudende meststoffen. De heer Krijger (ch.) keurt de houding der regeering ten opzichte van de kolenconven- tie goed. Hij is ook voorstander van een cen- traal verkoopkantoor. De heer Wynkoop (comm.) zegt, dat de contingenteering niet de resultaten brengt, die men er van verwa^htte. Hij wijst er op, dat onze particuliere mijnen in Duitsche en Fransche handen zijn en men nu steun vraagt van de Nederlandsche regeering. Deze mijnen zeggen wel, over de laatste jaren verlies te hebben geleden, maar welke controle hebben wij daarop. Een centraal-verkoopbureau be- teekent een verhooging van de prijzen. De particuliere mijnlbezitters dienen zelf te zor- gen voor de handhaving van de loonen en de regeering dient in die richting pressie uit te oefenen. De heer Wijnkoop dient een motie in, de regeering vragende pressie uit te oefenen ten elnde te komen tot intrekking van de aan- gekondigde verslechteringen, ontslagen tegen te gaan en den 7- en 6-urigen arbeidsdag zon der loonsverlaging in te voeren. De heer Drop (s.d.) meent, dat van verder gaande contingenteering niets te verwachten is. Autarkie op kolengebied is dwaasheid. Spr. is ook van meening dat er van de loonen niets af kan, maar merkt op dat men daar- mede niet uit de moeilijkheden is. Door in- temationaal overleg kan thans geen goede regeling tot stand komen. By de rationalisa- tie heeft men het element van de levensposi- tie van den mijnwerker uit het oog verloren. DE NIEUWE MINISTER VAN WATERSTAAT. De minister-president, dr. Colijn, heeft Vrij- dagochtend om elf uur de portefeuille van waterstaat overgedragen aan den nieuwen minister van waterstaat, jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude. Minister van Lidth de Jeude heeft voorloo- pig in Den Haag zijn intrek genomen in Hotel ,,De Oude Doelen". De minister van waterstaat, jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude, heeft als eere-voorzit- ter zitting genomen in het eere-comitd van de Koninklijke Nederlandsche Jaarbeurs. Naar vernomen wordt heeft de commissie van onderzoek betreffende crisismaatregelen (commissie Beumer) dezer dagen aan H.M. de Koningin een eindrapport aangeboden, om trent de vraag of bij de gestie van de Ned. Varkenscentrale iets geschied is, dat uit een oogpunt van politieke moraliteit afkeuring verdient, benevens een rapport betreffende het door de comimissie ingestelde onderzoek naar een klacht van den heer M. Oppenheim te Den Haag. In aansluiting van dit bericht kwam het Ned. Corr. Bureau ter oore, dat de commissie inzake het onderzoek naar de gestie van de Ned. Varkenscentrale, al heeft zy op enkele punten bezwaren tegen het economisch be leid der centrale, tot de volgende eindconclu- sie is gekomen: ,,De commissie moest de verschillende ge- dragingen, welke onder haar aandacht werden gebracht, toetsen aan den eisch der politieke moralitiet.. Het is haar een voldoening te kunnen verklaren, dat, afgezien van misdra- gingen van enkele personen van lageren rang, tegen wie de' justitie of de leiding van de Ned. Varkenscentrale of beide zijn opge- treden, haar ook bij haar voortgezet onder zoek niet is gebleken, dat door of vanwege de Ned. Varkenscentrale handelingen zijn ge- pleegd welke uit een oogpunt van politieke moraliteit afkeuring verdienen". De politie is er al bij", zei hy. Toen ik het hoorde, was het, of mijn hart stilstond. Ik voelde, dat het mijn meester was, Edelacht bare, en ik kreeg opeens het idee, dat mis- schien een van de Zuid-Amerikanen mij daar heen gevolgd was en gewacht had, tot ik weg was. Ik stond op, kleedde mij haastig aan en ging er been. Er stond een hoop volk om heen te dringen, om iets te kunnen zien en op den drempel stond een inspecteur." Even hield hy op, alsof hij zyn geheugen wilde raadplegen. „Ging U naar binnen?" vroeg de rechter. „Neen, Edelachtbare. Zoodra ik de men schen het geval hoorde bespreken, wist ik, dat het mijnheer Northcote was. Sommigen had- den het lgk gezien, voor de politie op de plaats aanwezig was." „Maar waarom ging U niet naar binnen om de geschiedenis aan de politie te vertellen?" Edelachtbare, ik kon toch met zoo'n ge schiedenis niet by de politie aankomen. Zy zouden gedacht hebben, dat ik gek was. Bovendien was ik zoo ontdaan, dat ik eigen- lyk niet goed wist, wat ik deed of moest doen. Ik had een gevoel over my, dat als zy wisten, dat ik den vorigen avond by hem was geweest, zij misschien zouden denken, dat ik er in be- trokken was geweest." ,,Maar wat deed U dan wel?" vroeg de rechter vriendelyk. ,,Ik ging terug naar de Smitstreet en zat daar iang na te denken. Mijn eerste id&e was, met mynheer Burton te gaan spreken, doch toen herinnerde ik my, dat hy naar Ashton zou gaan en zeker al weg zou zyn. Er bestond by my niet den minsten twyfel, wie den moord gepleegd had. Ik was vast overtuigd, dat het een van dat complot uit San Luca was, waar- over myn meester had gesproken. Het stond by mij vast, dat zij mij daarheen in een taxi gevolgd waren, en ik werd overmand door verdriet, Edelachtbare, by de gedachte, dat ik hem, die mijn leven had gered, nu aan zijn moordenaars had overgeleverd. Maar dit wekte bij mij tevens het gevoel op, dat ik ver- antwoordelijk was, voor het vinden van den man, die den moord had gepleegd." Zijn stem beefde en hy bracht den rug van 'Het onderzoek naar de klacht van den heer Oppenheim eindigt aldus: „Het onderzoek van adressants klacht heeft niets opgeleverd dat zou kunnen worden aan- gevoerd ten nadeele van den heer L. Buck- mann of van den heer S. van Zwanenberg, of dat zou kunnen strekken als reden, om hem- zelf in eenigerlei vorm een tegemoetkoming of schadevergoeding te verleenen." DE RIJKSMIDDELEN. Blijkens het overzicht van den stand der Ryksmiddelen op ultimo Februari j.l. blykt, dat de directe belastingen in Februari van dit jaar hebben opgebracht f 28.661.432, tegen 35.990.614 in dezelfde maand van het vorige jaar, of 7.329.182 minder. De overige middelen tezamen leverden f 29.220.906, tegen 22.348.229 in Februari 1934, of 6.872.683 meer. De eerste twee maanden van dit jaar gaven f 60.420.437, tegen 47.902.305 in hetzelfde tydsverloop van 1934, alzoo meer f 12.517.132. De op- brengst van 1935 bleef daarmede echter toch nog f 5.937.896 onder 2/12 van de raming. Op vragen van den heer Duymaer van Twist, betreffende de van regeeringswege te nemen maatregelen tot verlaging van de scheepvaartrechten voor de binnenscheep- vaart Zyn de minister niet van oordeel, dat de vaste lasten, die op het binnenscheepvaart- bedrijf drukken in den vorm van tollen, brug-, kade-, sluisgelden enz., welke de uitoefening van het bedrijf zeer bemoeilijken en een der hoofdoorzaken zijn, waardoor( de binnen- scheepvaart in zeer zorgwekkenden toestand gaat verkeeren, belangryk dienen te worden verlaagd Zoo ja, welke maatregelen zullen dan wor den getroffen om deze verlaging te verkry- gen? hebben de ministers van Waterstaat a.i. en van Binnenlandsche Zaken geantwoord: Verlaging van scheepvaartrechten is niet mogelijk, zonder dat op andere wijze wordt voorzien in de vermindering van inkomsten, welke ontstaan zou door verlaging van de rechten. Het vraagstuk betreffende de scheepvaart rechten is nog in onderzoek by de staatscom- missie voor het vervoer. Het rapport der commissie moet worden afgewacht. CONTINGENTEERING VAN RIJWIELEN EN RIJWIELONDERDEELEN. De Staatscourant bevat een Kon. besluit waarby de invoer van rywielen, frames en onderdeelen van rywielen gecontingenteerd wordt. Deze contingenteering omvat vier groepen: a. rijwielen, al dan niet voorzien van daar- aan bevestigd toebehooren, voor zoover dit bij een normaal twee- of driewielig rijwiel (trans- portrywielen inbegrepen) behoort; b. frames, al of niet voorzien van achter- vork, achterspatbord en volledig trapasstel, bracket as (trapas), oranks, kettingkast en de bijbehoorende kogellagers en stofkast; c. rijwielonderdeelen; d. electrische rijwiellampen, waaronder PASTILLES. Bij apothokers en drogisten verkrijgbaar. (Ingez. Med.) zyn hand voor zijn oogen. Dat Prado, die be- wezen had een der verfoeilijkste schurken van Zuid-Amerika te zijn, in staat was zuike on- geveinsde gevoelens van trouw en aanhanke- lykheid op te wekken, was een geheim, waar- toe ik geen kans zag, het te verklaren. Het was echter duidelijk, dat het verdriet van Mil- ford oprecht gemeend was. ,,Leek U dat niet een tamelijk hopelooze ondememing?" vroeg de rechter. Milford knikte. „Ik had twee uitgangspun- ten, Edelachtbare. Ik wist; dat het een vreem- deling was, en ik trok de conclusie, dat hij niet ver weg kon zyn. Mynheer Northcote was er de man niet naar, om zich zoo maar zonder meer te laten vermoorden en ik had de menschen by het huis hooren vertellen, dat er bloedsporen onder aan de trap waren. Daaruit leidde ik afdat hij ergens in de buurt te bed moest liggen. Er zyn in die omgeving inrichtingen te over, waar men iemand op- neemt zonder hem iets te vragen, zoolang hy betaalt, wat men verlangt." Hy rustte een oogenblik, om het zweet, dat op zijn voorhoofd parelde, af te vegen. „Maak nog een venster open", beval de rechter geprikkeld, anders ligt straks de ge- heele familie buiten kennis". Milford wachtte, tot de politieagent aan het bevel van den magistraat had gevolg ge- geven. „Verder?" klonk het vragend. Milford vervolgde: „Het was geluk en toeval, niets anders, Edelachtbare, waardoor ik zyn spoor ontdekte. Drie dagen dwaalde ik rond en zocht, zonder iets meer te vinden, dan de politie. Maar gisterenavond op slag van achten stond ik buiten de „Docyard Arms" en zag een kran- tenjongen aankomen. Ik kocht een krant en het eerste, waar mijn oog op viel, was het be richt over de arrestatie van mijnheer Burton, j Ik schrok er geweldig van, Edelachtbare. J Zooals U ziet, wist ik zelfs niet eens, dat de politie had ontdekt, dat het mynheer North- J cote was, voor ik de krant had.igelezen. Ik kreeg zoo'n schok, Edelachtbare, dat ik het noodig achtte even ergens in te loopen, om een hartversterking te nemen en na te denken. f worden verstaan dynamo's,' al of niet met reflectoren en toebehooren. Voor groep a is het percentage bepaald op 100 pet. van het aantal, voor groep b op 50 pet., voor groep c op 50 pet. van het gewicht en voor groep d op 50 pet. van het aantal. Deze contingenteering geldt voor 5 maanden, aanvangende 1 Maart. Als basis-periode is genomen het overeenkomstige tijdvak in 1934, voorts is er een certificaat van oorsprong ver- eischt, doch niet van goedaren die voor 22 Maart ten invoer zijn verzonden. Voorts is geen invoervergunning voor goederen ver- eischt die voor 19 Maart ter rechtstreekschen invoer worden aangeboden. Bij beschikking van den minister van oeco- nomische zaken is de heer W. I. van Beusekom of by diens ontstentenis de heer A. L. Palm aangewezen om krachtens artikel 6 eerste lid van bovengenoemd besluit te beslissen op de in artikel 4, eerste lid, van dat besluit be- doelde aanvrage en de in het eerste lid van eerstgenoemd artikel bedoelde toewijzing te onderteekenen en deze af te geven, alsmede om de in artikel 3, eerste lid, bedoelde vergun- ning te onderteekenen en deze te doen uit- reiken. Uitzonderingen. Voorts heeft de minister van oeconomische zaken bepaald, dat de volgende goederen niet vallen onder de in voormeld besluit bedoelde: a. motorrijwielen en rijwielen met hulp- motor; b. rywielframes, welke door hun oonstruc- tie uitsluitend zijn te bezigen voor rywielen, welke uitsluitend of mede door motorische kracht worden voortbewogen; c. onderdeelen in bewerkten of onbewerk- ten toestand, n.l.: batterijhulzen, al dan niet voorzien van zoodanig gamituur, dat zy als rijwiellamp zijn te bezigen, bellen, bracket- hulzen, bouten en moeren (gewone), bouten en moeren met gerolden draad, electrische battery en, crankspieen handvatten, ketting- spanners, kogels, kogellagers, kogelkooien, kroonstukken, lagers (cups en cones), lugs (verbindingsstukken), moersleutels, naam- plaatjes, oliedopjes, oliekannen, oliespuitjes, pompen, pomphouders, pompslagen, remmen (band- en velg), rood glas voor rijwiel- reflectors, rijwielbuis (naadloos of geweld), rijwielglazen, rijwielketting, rywiellampen, met uitzondering van de electrische, rijwiel- naven (gewone, rem- en/of versnellings-, mits niet gemonterd in 'n wiel), rywieli>edalen, rij- wielsturen, mits voorzien van aangebouwde remgrepen, staahnagneten, tranfers, tusschen- legplaatjes of vulplaatjes, vrijwielen, onder deelen in onbewerkten toestand, niet anders dan met den zandstraal behandeld: cranks, kettingwielen (gegoten of geperst), alle overige gietstukken uit smeedbaar gietyzer. DE HYPOTIIEEKCOMMISSIE GEiNSTALLEERD. De minister van Economische Zaken heeft Zaterdagmiddag op zyn departement de Hypo- theekcommissie geinstalleerd. De minister, er aan herinnerend, dat bij de behandeling van de begrooting van het Landbouw-Crisisfonds voor 1935 de Regeering verklaard heeft, by het komende algemeene bezuinigingsontwerp voorstellen te zullen doen ter vermindering van de vaste lasten op landelyk eigendom, zeide, dat bet groote en onverbrekelijke verband, dat bestaat tusschen den landbouwsteun en de waarde van het lan delyk eigendom, ongetwyfeld wettigt, dat een regeling getroffen wordt. Intusschen bleek het evenzeer noodzakelijk reeds thans maatregelen te treffen tegen on- redelijke executies. Ook daarbij doet zich de vraag voor, of het wel gswettigd is, dat een hypothecaire schuldedscher, zonder dat De gelagkamer van de Dockyard is ver- deeld in kleine afdeelingen, welke door be- schotten van schouderhoogte van elkaar ge- scheiden zijn. Ik zat in zoo'n compartiment, met een glas brandewijn voor mij, over het geval na te denken, toen er twee mannen bin nen kwamen. Zij begonnen te praten, Edel achtbare, niet overluid, maar toch voldoende voor my, om te hooren, wat zij spraken. Ik luisterde eenige oogenblikken zonder te be- grijpen, waar zij het over hadden. En toen opeens werd het mij duidelyk, Edelachtbare; het kwam zoo plotseling, zoo... zoo..., alsof ik een klap in myn gezicht kreeg." Hy zweeg. ,,Ja! En?" vroeg de rechter begeerig. „Edn van hen vertelde aan zyn metgezel, dat er een logeergast bij hem in huis ziek lag en om een priester gevraagd had. De andere zei toen zooiets als „Father Mer rill" en de andere zei zoo langs zyn neus weg: „Ja, zie je, zy schenen hem op straat met een mes gestoken te hebben en als hij zijn huur betaalt, behoeft er geen drukte over gemaakt te worden." Toen ik dat hoorde, Edelachtbare, was ik haast naar hem toe gevlogen, want het was, of het mij gezegd werd, dat hy het over den man had, dien ik zocht. Ik hield my ech ter stil en trachtte zoo mogelyk nog meer te kunnen hooren. Zij spraken daarna echter zoo zacht, dat ik niets kon verstaan. Ik bleef zitten, tot zij genoeg gedronken hadden en vertrokken. Toen volgde ik hen. Op eenigen afstand zag ik, dat zij afscheid namen en de man, die het eerst gesproken had, sloeg een zijstraatje in, dat op de rivier uitloopt. Hij was tamelijk beschonken, zoodat ik hem ge- makkelijk kon volgen. Hy draaide weer een hoek om en liep toen Shadwell door, tot hy eindelijk ergens voor een bouwvallig gebouw van 6Cn verdieping bleef staan. Het leek wel het overschot van een oude winkelgalerij. De man scheen te overwagen, of hij binnen zou gaan, of niet, doch hij besloot eindelijk tot het eerste. Het zal ongeveer half elf geweest zijn, Edel achtbare. Hoe het ook zij, ik bereikte de kerk op den hoek van de Eaststreet juist, toen het elf uur sloeg." Douwe Egberts Echte friesche Heeren -Bai* Baai-Tabak NederUnds geurigste pypta.ba6c (Ingez. Med.) de noodzakelijkheid zich voordoet, zijn hypo thecaire schuldenaar met executie van zijn landelyk eigendom gaat bedreigen, of tot executie daarvan overgaat. Terecht kan men zich afvragen, of het wel billijk is, dat, in dat geval, een nieuwe gebmiker van dat landelyk eigendom van de getroffen Regee- ringssteunmaatregelen kan profiteeren. De Regeering heeft deze vraag ontkennend be- antwoord. Bij die ontkennende beantwoording heeft zy echter op den voorgrond gesteld, dat de door haar thans genomen maatregelen slechts met de grootste voorzichtigheid toegepast zouden moge worden en dat voldoende waar- borgen voor een objectieve behandeling gebo- den moesten worden. Niets zou gevaarlijker zyn, dan wanneer zelfs maar de indruk zou worden gewekt, dat het thans den iandbou- wers vrijstond, hun hypotheekrente niet meer te betalen en dat de Regeering dan de moge- ly'khedd van executie zou afsnijden. Het be hoeft geen betoog, dat dit geenszins de be- doeling is; dat de Regeering alleen hen wfl tegemoet komen, die buiten hun schuld door de moeilyke tydsomstandigheden hun ver- plichtingen niet kunnen nakomen en dsux nog' alleen in die gevallen, waarby aan het belang van den hypothecairen schuldeischer niet de- voorkeur moet worden gegeven. De minister wees er nog eens op, dat onder geen voor- „Ging U dan direct terug?" „Ja, Edelachtbare. Ik oordeelde het van geen nut, om alleen binnen te gaan, zelfs al was de man, dien ik zocht, daar. Ik had iemand noodig, om my te helpen, iemand, die voldoende prestige had, om als getuige te kun nen optreden, als er iets emstigs voorgeval len was. Het scheen mij hoogstwaar?ch dat ik de eenige persoon was, die precies wist hoe de zaken stonden en nu mijnheer Burton was gearresteerd, mocht ik in geen geval een vergissing begaan. Ik overwoog dit alles, Edelachtbare, en ik besloot ten slotte aaar Father Merrill te gaan, over wien die man in het cafe had gesproken. Ik had trouwens in de Smithstreet andere menschen ook al over hem hooren spreken". „Iedereen kent Father Merrill in East-End,, geloof ik", onderbrak hem de rechter. ,,Dat geloof ik ook, Edelachtbare. Wat er ook van zij, het was zelfs op dat uur niet. moeilijk te vinden, waar die Eerwaarde heer woonde. Ik ging naar zijn kamers en on- danks het late uur het liep tegen midder- nacht kwam hy naar beneden en opendfe zelf de deur. Hij liet my in zijn zitkamer Ik vertelde hem, dat het een zaak op ieverv en dood was, mynheer... en daarna vertelde ik hem de geheele geschiedenis van het begin tot het einde. Natuurlijk had ik den brief voor mynheer Horsfall en eenige brleven van. myzelf in mijn zak, om hem te overtuigen, maar ondanks dat was ik half bevreesd, dat hij geen geloof zou hechten aan hetgeen ik zei. Maar hij geloofde my wel, Edelachtbare. Hij keek mij bedaard aan, stelde mij een paar vragen en toen scheen hy overtuigd, dat ik tie waarheid sprak. „Blijft U maar zoolang hier. Ik zal even' iets gaan halen en mij behoorlgk aankleeden, dan ga ik onmiddeliyk met U mede." Ik wachtte ongeveer tien minuteo, Edelachtbare en toen gingen wij saanen op weg. Toen wij ongeveer halverwege de straat waren, hield hij stil en klopte op een van de deuren. „Wij zullen dokter Robbins mede- nemen", zei hij tot mij. „Hij is een groote sterke man en bovendien is hij gewocm, am met moordenaars of te gaan." (Wordt vervolgd.)-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 1