ALGEMEEN KIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
10 vocals
DE IN DE PUP
IN 0£ LUCVlT
MA At?
No. 9274
MAANDAG 18 MAART 1935
75® Jaargang
Binnenland
Feuilleton
De man van Nergenshuizen
EERSTE BLAD
DE GESTIE DER NEDERLANDSCHE
VARKENSOENTRALE.
VERLAGING VAN SCHEEPVAART-
RECHTEN.
mm
■imm mi niHMimi ii k mm n i in i i mwarai
tfisvsnfiuaBeawaKKrtMtMK^%ii»(rT^
TER NEUZENSCHE CO U RANT
ABONNEMENTSPKIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per <3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
UitgeefsterFirma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KEEINE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
DE KONINGIN IN HET WESTLAND.
Vrijdag heeft H.M. de Koningin met klein
geyolg een bezoek gebracht aan het West-
land. Zij begaf zich eerst naar de groenten-
ea fruitveiling te Naaldwijk, waar zij werd
ontvangen door den burgemeester en het
dagelijksch bestuur der veiling. De Koningin
heeft met belangstelling het veilingbedrrjf in
oogensehouw genomen en zich onderhouden
met twee exporteurs, die haar omtrent het
exportbedrijf en zijn moeilijkheden inlichtten.
Haar werd een kistje druiven aangeboden,
welke vruchten vijf maanden geleden zijn ge-
oogst en in het koelhuis bewaard. Vervol-
gens begaf H.M. zich naar de Coop. Oentrale
Westlandsche snybloemenveiling te Honse-
lersdijk, waar zij werd ontvangen door den
voorzitter en den secretaris. Ook hier heeft
z? zich onderhouden met verschillende expor
teurs en kooplieden. Bij het vertrek uit het
gelbouw stonden leerlingen der vakschool voor
meisjes met bloemen opgesteld. Zij zongen
twee coupletten van het Wilhelmus.
DE FLORA TE HEEMSTEDE.
De Koningin is voomemens, Maandag 25
dezer een bezoek aan de bloemententoonstel-
Hng te brengen. Hare Majesteit zal zich in
den voormiddag per auto daarheen begeven.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Vrijdag.
Voortgezet wordt de behandeling van de
begrooting van het departement van onder-
w^js, kunsten en wetenschappen voor 1935.
De heer van Sasse van IJsselt (r.k.) zegt,
dat er verschil is van opvatting omtrent de
bevoegdheid van de cotmmissie van beroep bij
ontslag van onderwijzers, in verband met de
artikelen 125 en 92 der lager onderwijswet.
Mevr. PothuisSmit (s.d.) 'bepleit voort-
zetting van de cursussen voor landbouwhuis-
houdonderwijs te Slootdorp in den Wieringer-
meer.
De heer De Gyselaar (cJi.) acht de reorga-
nisatie aan de rijksprentenkabinetten niet ge-
motiveerd door de geringe bezuiniging.
De Beer Kranenburg (v.d.) betoogt, dat de
concentratie niet eenzijdig mag worden toe-
gepast ten koste van het openbaar onderwijs.
Ook spreker bepleit maatregelen ten behoeve
van jeugdige onderwijzers zonder betrekking.
Het verzet tegen de nieuwe spelling berust
grootendeels op sleur en gewoonte. Spreker
is het met den minister eens, dat het wel wen-
nen zal. De politiek van den minister is hel-
der en doorzichtig geweest.
De heer De Jong (r.k.) bespreekt toepas-
sing van eenige artikelen der lager onderwijs
wet. Onder meer wenscht spr. vaste regelen
voor de afvloeiing van onderwijzers en een
centrale commissie van beroep. Spreker be
toogt, dat het onjuist is, dat bij de concentra
tie het bijzonder onderwijs zou zijn ontzien.
Wat de spellingkwestie betreft, men oor-
deele niet te scherp, voordat de minister zijn
beleid nader heeft verdedigd. Is het zoo
vreemd, dat het jonge geslacht anders leert
schrrjven dan wij doen? De minister wilde
orde brengen in de spellingchaos. Is dat nu
dictoriaal optreden?
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag.
De begrooting van het Landbouwcrisisfonds
wordt goedgekeurd met 61 tegen 9 stemmen.
Tegen stemden de communisten, de staatkun-
dig gereformeerden, en de heeren Vervoorn
en Sneevliet. De heer Duytmaer van Twist
riep uit: Een mooi stel, die negen!
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
56) (Vervolg.)
De rechter legde de blauwe enveloppe naast
zich neder: ,,Zeer goed", vervolgde hij. „Zoo-
dra het getuigenverhoor geeindigd is, zal ik
U verzoeken, die door te lezen." Daarna wend-
de hij zich tot Milford. „Ga voort", sprak hij.
.JWaarvoor had mynheer North cote U nog
meer noodig?''
.Edelachtbare, hij wilde, dat ik hem zou
beloven, dat ik hem, zoodra hij in Australie
was, zou schrijven en hem op de hoogte zou
houden, hoe alles zou afloopen. Ook vroeg
hy my nog eenige kleederen voor hem te koo-
pen en zijn passage op het schip te bestellen.
Het was toen al te laat, om die boodschappen
te doen, maar ik zei hem, dat ik ergens in de
buurt zou gaan slapen en den volgenden mor
gan een en ander in orde maken. U begrijpt
wel, Edelachtbare, dat ik, door al hetgeen hij
mij gezegd had, tamelijk overstuur was."
„Waarom bleef U niet in Baxter's Rents
sHapen?"
Alles was bezet in het logement, Edel
achtbare; er was geen enkel bed meer be-
achikbaar en ik kon niet den geheelen nacht
•pblijven, want ik was een paar dagen geleden
vrij emstig ongesteld geweest."
„Waar heeft U toen geslapen?"
„Er was vlak om den hoek een logement,
■delachtbare, in de Smithstreet no. 10 daar
kon ik een kamer krijgen. Ik vroeg den loge-
memthouder, mij te willen wekken, aangezien
ik zoo vermoeid was, dat ik voelde, zeer laat
•p te zulien staan, als ik uit mijaelven moest
wakker worden. Om zes uur klopte hij op
mijn kamerdeur en het eerste, dat hij tegen
mij zei was, dat er een moord gepl&egd was
in Baxter's Rents. „In een steegje op no. 7.
Aan de orde is het wetsontwerp tot con
tingenteering van den invoer van steenkool
en stikstofhoudende meststoffen.
De heer Krijger (ch.) keurt de houding der
regeering ten opzichte van de kolenconven-
tie goed. Hij is ook voorstander van een cen-
traal verkoopkantoor.
De heer Wynkoop (comm.) zegt, dat de
contingenteering niet de resultaten brengt,
die men er van verwa^htte. Hij wijst er op,
dat onze particuliere mijnen in Duitsche en
Fransche handen zijn en men nu steun vraagt
van de Nederlandsche regeering. Deze mijnen
zeggen wel, over de laatste jaren verlies te
hebben geleden, maar welke controle hebben
wij daarop. Een centraal-verkoopbureau be-
teekent een verhooging van de prijzen. De
particuliere mijnlbezitters dienen zelf te zor-
gen voor de handhaving van de loonen en de
regeering dient in die richting pressie uit te
oefenen.
De heer Wijnkoop dient een motie in, de
regeering vragende pressie uit te oefenen ten
elnde te komen tot intrekking van de aan-
gekondigde verslechteringen, ontslagen tegen
te gaan en den 7- en 6-urigen arbeidsdag zon
der loonsverlaging in te voeren.
De heer Drop (s.d.) meent, dat van verder
gaande contingenteering niets te verwachten
is. Autarkie op kolengebied is dwaasheid.
Spr. is ook van meening dat er van de loonen
niets af kan, maar merkt op dat men daar-
mede niet uit de moeilijkheden is. Door in-
temationaal overleg kan thans geen goede
regeling tot stand komen. By de rationalisa-
tie heeft men het element van de levensposi-
tie van den mijnwerker uit het oog verloren.
DE NIEUWE MINISTER VAN
WATERSTAAT.
De minister-president, dr. Colijn, heeft Vrij-
dagochtend om elf uur de portefeuille van
waterstaat overgedragen aan den nieuwen
minister van waterstaat, jhr. ir. O. C. A. van
Lidth de Jeude.
Minister van Lidth de Jeude heeft voorloo-
pig in Den Haag zijn intrek genomen in Hotel
,,De Oude Doelen".
De minister van waterstaat, jhr. ir. O. C.
A. van Lidth de Jeude, heeft als eere-voorzit-
ter zitting genomen in het eere-comitd van
de Koninklijke Nederlandsche Jaarbeurs.
Naar vernomen wordt heeft de commissie
van onderzoek betreffende crisismaatregelen
(commissie Beumer) dezer dagen aan H.M.
de Koningin een eindrapport aangeboden, om
trent de vraag of bij de gestie van de Ned.
Varkenscentrale iets geschied is, dat uit een
oogpunt van politieke moraliteit afkeuring
verdient, benevens een rapport betreffende het
door de comimissie ingestelde onderzoek naar
een klacht van den heer M. Oppenheim te
Den Haag.
In aansluiting van dit bericht kwam het
Ned. Corr. Bureau ter oore, dat de commissie
inzake het onderzoek naar de gestie van de
Ned. Varkenscentrale, al heeft zy op enkele
punten bezwaren tegen het economisch be
leid der centrale, tot de volgende eindconclu-
sie is gekomen:
,,De commissie moest de verschillende ge-
dragingen, welke onder haar aandacht werden
gebracht, toetsen aan den eisch der politieke
moralitiet.. Het is haar een voldoening te
kunnen verklaren, dat, afgezien van misdra-
gingen van enkele personen van lageren
rang, tegen wie de' justitie of de leiding van
de Ned. Varkenscentrale of beide zijn opge-
treden, haar ook bij haar voortgezet onder
zoek niet is gebleken, dat door of vanwege de
Ned. Varkenscentrale handelingen zijn ge-
pleegd welke uit een oogpunt van politieke
moraliteit afkeuring verdienen".
De politie is er al bij", zei hy. Toen ik het
hoorde, was het, of mijn hart stilstond. Ik
voelde, dat het mijn meester was, Edelacht
bare, en ik kreeg opeens het idee, dat mis-
schien een van de Zuid-Amerikanen mij daar
heen gevolgd was en gewacht had, tot ik weg
was. Ik stond op, kleedde mij haastig aan en
ging er been. Er stond een hoop volk om
heen te dringen, om iets te kunnen zien en op
den drempel stond een inspecteur."
Even hield hy op, alsof hij zyn geheugen
wilde raadplegen.
„Ging U naar binnen?" vroeg de rechter.
„Neen, Edelachtbare. Zoodra ik de men
schen het geval hoorde bespreken, wist ik, dat
het mijnheer Northcote was. Sommigen had-
den het lgk gezien, voor de politie op de
plaats aanwezig was."
„Maar waarom ging U niet naar binnen om
de geschiedenis aan de politie te vertellen?"
Edelachtbare, ik kon toch met zoo'n ge
schiedenis niet by de politie aankomen. Zy
zouden gedacht hebben, dat ik gek was.
Bovendien was ik zoo ontdaan, dat ik eigen-
lyk niet goed wist, wat ik deed of moest doen.
Ik had een gevoel over my, dat als zy wisten,
dat ik den vorigen avond by hem was geweest,
zij misschien zouden denken, dat ik er in be-
trokken was geweest."
,,Maar wat deed U dan wel?" vroeg de
rechter vriendelyk.
,,Ik ging terug naar de Smitstreet en zat
daar iang na te denken. Mijn eerste id&e was,
met mynheer Burton te gaan spreken, doch
toen herinnerde ik my, dat hy naar Ashton
zou gaan en zeker al weg zou zyn. Er bestond
by my niet den minsten twyfel, wie den moord
gepleegd had. Ik was vast overtuigd, dat het
een van dat complot uit San Luca was, waar-
over myn meester had gesproken. Het stond
by mij vast, dat zij mij daarheen in een taxi
gevolgd waren, en ik werd overmand door
verdriet, Edelachtbare, by de gedachte, dat
ik hem, die mijn leven had gered, nu aan zijn
moordenaars had overgeleverd. Maar dit
wekte bij mij tevens het gevoel op, dat ik ver-
antwoordelijk was, voor het vinden van den
man, die den moord had gepleegd."
Zijn stem beefde en hy bracht den rug van
'Het onderzoek naar de klacht van den heer
Oppenheim eindigt aldus:
„Het onderzoek van adressants klacht heeft
niets opgeleverd dat zou kunnen worden aan-
gevoerd ten nadeele van den heer L. Buck-
mann of van den heer S. van Zwanenberg, of
dat zou kunnen strekken als reden, om hem-
zelf in eenigerlei vorm een tegemoetkoming
of schadevergoeding te verleenen."
DE RIJKSMIDDELEN.
Blijkens het overzicht van den stand der
Ryksmiddelen op ultimo Februari j.l. blykt,
dat de directe belastingen in Februari van
dit jaar hebben opgebracht f 28.661.432, tegen
35.990.614 in dezelfde maand van het vorige
jaar, of 7.329.182 minder.
De overige middelen tezamen leverden
f 29.220.906, tegen 22.348.229 in Februari
1934, of 6.872.683 meer. De eerste twee
maanden van dit jaar gaven f 60.420.437,
tegen 47.902.305 in hetzelfde tydsverloop
van 1934, alzoo meer f 12.517.132. De op-
brengst van 1935 bleef daarmede echter toch
nog f 5.937.896 onder 2/12 van de raming.
Op vragen van den heer Duymaer van
Twist, betreffende de van regeeringswege te
nemen maatregelen tot verlaging van de
scheepvaartrechten voor de binnenscheep-
vaart
Zyn de minister niet van oordeel, dat de
vaste lasten, die op het binnenscheepvaart-
bedrijf drukken in den vorm van tollen, brug-,
kade-, sluisgelden enz., welke de uitoefening
van het bedrijf zeer bemoeilijken en een der
hoofdoorzaken zijn, waardoor( de binnen-
scheepvaart in zeer zorgwekkenden toestand
gaat verkeeren, belangryk dienen te worden
verlaagd
Zoo ja, welke maatregelen zullen dan wor
den getroffen om deze verlaging te verkry-
gen?
hebben de ministers van Waterstaat a.i. en
van Binnenlandsche Zaken geantwoord:
Verlaging van scheepvaartrechten is niet
mogelijk, zonder dat op andere wijze wordt
voorzien in de vermindering van inkomsten,
welke ontstaan zou door verlaging van de
rechten.
Het vraagstuk betreffende de scheepvaart
rechten is nog in onderzoek by de staatscom-
missie voor het vervoer. Het rapport der
commissie moet worden afgewacht.
CONTINGENTEERING VAN RIJWIELEN
EN RIJWIELONDERDEELEN.
De Staatscourant bevat een Kon. besluit
waarby de invoer van rywielen, frames en
onderdeelen van rywielen gecontingenteerd
wordt. Deze contingenteering omvat vier
groepen:
a. rijwielen, al dan niet voorzien van daar-
aan bevestigd toebehooren, voor zoover dit bij
een normaal twee- of driewielig rijwiel (trans-
portrywielen inbegrepen) behoort;
b. frames, al of niet voorzien van achter-
vork, achterspatbord en volledig trapasstel,
bracket as (trapas), oranks, kettingkast en
de bijbehoorende kogellagers en stofkast;
c. rijwielonderdeelen;
d. electrische rijwiellampen, waaronder
PASTILLES.
Bij apothokers en drogisten verkrijgbaar.
(Ingez. Med.)
zyn hand voor zijn oogen. Dat Prado, die be-
wezen had een der verfoeilijkste schurken van
Zuid-Amerika te zijn, in staat was zuike on-
geveinsde gevoelens van trouw en aanhanke-
lykheid op te wekken, was een geheim, waar-
toe ik geen kans zag, het te verklaren. Het
was echter duidelijk, dat het verdriet van Mil-
ford oprecht gemeend was.
,,Leek U dat niet een tamelijk hopelooze
ondememing?" vroeg de rechter.
Milford knikte. „Ik had twee uitgangspun-
ten, Edelachtbare. Ik wist; dat het een vreem-
deling was, en ik trok de conclusie, dat hij
niet ver weg kon zyn. Mynheer Northcote
was er de man niet naar, om zich zoo maar
zonder meer te laten vermoorden en ik had
de menschen by het huis hooren vertellen, dat
er bloedsporen onder aan de trap waren.
Daaruit leidde ik afdat hij ergens in de buurt
te bed moest liggen. Er zyn in die omgeving
inrichtingen te over, waar men iemand op-
neemt zonder hem iets te vragen, zoolang hy
betaalt, wat men verlangt."
Hy rustte een oogenblik, om het zweet, dat
op zijn voorhoofd parelde, af te vegen.
„Maak nog een venster open", beval de
rechter geprikkeld, anders ligt straks de ge-
heele familie buiten kennis".
Milford wachtte, tot de politieagent aan
het bevel van den magistraat had gevolg ge-
geven.
„Verder?" klonk het vragend.
Milford vervolgde:
„Het was geluk en toeval, niets anders,
Edelachtbare, waardoor ik zyn spoor ontdekte.
Drie dagen dwaalde ik rond en zocht, zonder
iets meer te vinden, dan de politie. Maar
gisterenavond op slag van achten stond ik
buiten de „Docyard Arms" en zag een kran-
tenjongen aankomen. Ik kocht een krant en
het eerste, waar mijn oog op viel, was het be
richt over de arrestatie van mijnheer Burton, j
Ik schrok er geweldig van, Edelachtbare. J
Zooals U ziet, wist ik zelfs niet eens, dat de
politie had ontdekt, dat het mynheer North- J
cote was, voor ik de krant had.igelezen. Ik
kreeg zoo'n schok, Edelachtbare, dat ik het
noodig achtte even ergens in te loopen, om een
hartversterking te nemen en na te denken. f
worden verstaan dynamo's,' al of niet met
reflectoren en toebehooren.
Voor groep a is het percentage bepaald op
100 pet. van het aantal, voor groep b op 50
pet., voor groep c op 50 pet. van het gewicht
en voor groep d op 50 pet. van het aantal.
Deze contingenteering geldt voor 5 maanden,
aanvangende 1 Maart. Als basis-periode is
genomen het overeenkomstige tijdvak in 1934,
voorts is er een certificaat van oorsprong ver-
eischt, doch niet van goedaren die voor 22
Maart ten invoer zijn verzonden. Voorts is
geen invoervergunning voor goederen ver-
eischt die voor 19 Maart ter rechtstreekschen
invoer worden aangeboden.
Bij beschikking van den minister van oeco-
nomische zaken is de heer W. I. van Beusekom
of by diens ontstentenis de heer A. L. Palm
aangewezen om krachtens artikel 6 eerste lid
van bovengenoemd besluit te beslissen op de
in artikel 4, eerste lid, van dat besluit be-
doelde aanvrage en de in het eerste lid van
eerstgenoemd artikel bedoelde toewijzing te
onderteekenen en deze af te geven, alsmede
om de in artikel 3, eerste lid, bedoelde vergun-
ning te onderteekenen en deze te doen uit-
reiken.
Uitzonderingen.
Voorts heeft de minister van oeconomische
zaken bepaald, dat de volgende goederen niet
vallen onder de in voormeld besluit bedoelde:
a. motorrijwielen en rijwielen met hulp-
motor;
b. rywielframes, welke door hun oonstruc-
tie uitsluitend zijn te bezigen voor rywielen,
welke uitsluitend of mede door motorische
kracht worden voortbewogen;
c. onderdeelen in bewerkten of onbewerk-
ten toestand, n.l.: batterijhulzen, al dan niet
voorzien van zoodanig gamituur, dat zy als
rijwiellamp zijn te bezigen, bellen, bracket-
hulzen, bouten en moeren (gewone), bouten
en moeren met gerolden draad, electrische
battery en, crankspieen handvatten, ketting-
spanners, kogels, kogellagers, kogelkooien,
kroonstukken, lagers (cups en cones), lugs
(verbindingsstukken), moersleutels, naam-
plaatjes, oliedopjes, oliekannen, oliespuitjes,
pompen, pomphouders, pompslagen, remmen
(band- en velg), rood glas voor rijwiel-
reflectors, rijwielbuis (naadloos of geweld),
rijwielglazen, rijwielketting, rywiellampen,
met uitzondering van de electrische, rijwiel-
naven (gewone, rem- en/of versnellings-, mits
niet gemonterd in 'n wiel), rywieli>edalen, rij-
wielsturen, mits voorzien van aangebouwde
remgrepen, staahnagneten, tranfers, tusschen-
legplaatjes of vulplaatjes, vrijwielen, onder
deelen in onbewerkten toestand, niet anders
dan met den zandstraal behandeld: cranks,
kettingwielen (gegoten of geperst), alle
overige gietstukken uit smeedbaar gietyzer.
DE HYPOTIIEEKCOMMISSIE
GEiNSTALLEERD.
De minister van Economische Zaken heeft
Zaterdagmiddag op zyn departement de Hypo-
theekcommissie geinstalleerd.
De minister, er aan herinnerend, dat bij
de behandeling van de begrooting van het
Landbouw-Crisisfonds voor 1935 de Regeering
verklaard heeft, by het komende algemeene
bezuinigingsontwerp voorstellen te zullen
doen ter vermindering van de vaste lasten op
landelyk eigendom, zeide, dat bet groote en
onverbrekelijke verband, dat bestaat tusschen
den landbouwsteun en de waarde van het lan
delyk eigendom, ongetwyfeld wettigt, dat een
regeling getroffen wordt.
Intusschen bleek het evenzeer noodzakelijk
reeds thans maatregelen te treffen tegen on-
redelijke executies. Ook daarbij doet zich
de vraag voor, of het wel gswettigd is, dat
een hypothecaire schuldedscher, zonder dat
De gelagkamer van de Dockyard is ver-
deeld in kleine afdeelingen, welke door be-
schotten van schouderhoogte van elkaar ge-
scheiden zijn. Ik zat in zoo'n compartiment,
met een glas brandewijn voor mij, over het
geval na te denken, toen er twee mannen bin
nen kwamen. Zij begonnen te praten, Edel
achtbare, niet overluid, maar toch voldoende
voor my, om te hooren, wat zij spraken. Ik
luisterde eenige oogenblikken zonder te be-
grijpen, waar zij het over hadden. En toen
opeens werd het mij duidelyk, Edelachtbare;
het kwam zoo plotseling, zoo... zoo..., alsof
ik een klap in myn gezicht kreeg."
Hy zweeg.
,,Ja! En?" vroeg de rechter begeerig.
„Edn van hen vertelde aan zyn metgezel,
dat er een logeergast bij hem in huis ziek lag
en om een priester gevraagd had.
De andere zei toen zooiets als „Father Mer
rill" en de andere zei zoo langs zyn neus weg:
„Ja, zie je, zy schenen hem op straat met een
mes gestoken te hebben en als hij zijn huur
betaalt, behoeft er geen drukte over gemaakt
te worden." Toen ik dat hoorde, Edelachtbare,
was ik haast naar hem toe gevlogen, want het
was, of het mij gezegd werd, dat hy het over
den man had, dien ik zocht. Ik hield my ech
ter stil en trachtte zoo mogelyk nog meer te
kunnen hooren. Zij spraken daarna echter
zoo zacht, dat ik niets kon verstaan. Ik bleef
zitten, tot zij genoeg gedronken hadden en
vertrokken. Toen volgde ik hen. Op eenigen
afstand zag ik, dat zij afscheid namen en de
man, die het eerst gesproken had, sloeg een
zijstraatje in, dat op de rivier uitloopt. Hij
was tamelijk beschonken, zoodat ik hem ge-
makkelijk kon volgen. Hy draaide weer een
hoek om en liep toen Shadwell door, tot hy
eindelijk ergens voor een bouwvallig gebouw
van 6Cn verdieping bleef staan. Het leek wel
het overschot van een oude winkelgalerij. De
man scheen te overwagen, of hij binnen zou
gaan, of niet, doch hij besloot eindelijk tot het
eerste.
Het zal ongeveer half elf geweest zijn, Edel
achtbare. Hoe het ook zij, ik bereikte de kerk
op den hoek van de Eaststreet juist, toen het
elf uur sloeg."
Douwe Egberts Echte friesche Heeren -Bai*
Baai-Tabak NederUnds geurigste pypta.ba6c
(Ingez. Med.)
de noodzakelijkheid zich voordoet, zijn hypo
thecaire schuldenaar met executie van zijn
landelyk eigendom gaat bedreigen, of tot
executie daarvan overgaat. Terecht kan men
zich afvragen, of het wel billijk is, dat, in
dat geval, een nieuwe gebmiker van dat
landelyk eigendom van de getroffen Regee-
ringssteunmaatregelen kan profiteeren. De
Regeering heeft deze vraag ontkennend be-
antwoord.
Bij die ontkennende beantwoording heeft
zy echter op den voorgrond gesteld, dat de
door haar thans genomen maatregelen slechts
met de grootste voorzichtigheid toegepast
zouden moge worden en dat voldoende waar-
borgen voor een objectieve behandeling gebo-
den moesten worden. Niets zou gevaarlijker
zyn, dan wanneer zelfs maar de indruk zou
worden gewekt, dat het thans den iandbou-
wers vrijstond, hun hypotheekrente niet meer
te betalen en dat de Regeering dan de moge-
ly'khedd van executie zou afsnijden. Het be
hoeft geen betoog, dat dit geenszins de be-
doeling is; dat de Regeering alleen hen wfl
tegemoet komen, die buiten hun schuld door
de moeilyke tydsomstandigheden hun ver-
plichtingen niet kunnen nakomen en dsux nog'
alleen in die gevallen, waarby aan het belang
van den hypothecairen schuldeischer niet de-
voorkeur moet worden gegeven. De minister
wees er nog eens op, dat onder geen voor-
„Ging U dan direct terug?"
„Ja, Edelachtbare. Ik oordeelde het van
geen nut, om alleen binnen te gaan, zelfs al
was de man, dien ik zocht, daar. Ik had
iemand noodig, om my te helpen, iemand, die
voldoende prestige had, om als getuige te kun
nen optreden, als er iets emstigs voorgeval
len was. Het scheen mij hoogstwaar?ch
dat ik de eenige persoon was, die precies wist
hoe de zaken stonden en nu mijnheer Burton
was gearresteerd, mocht ik in geen geval een
vergissing begaan. Ik overwoog dit alles,
Edelachtbare, en ik besloot ten slotte aaar
Father Merrill te gaan, over wien die man in
het cafe had gesproken. Ik had trouwens in
de Smithstreet andere menschen ook al over
hem hooren spreken".
„Iedereen kent Father Merrill in East-End,,
geloof ik", onderbrak hem de rechter.
,,Dat geloof ik ook, Edelachtbare. Wat er
ook van zij, het was zelfs op dat uur niet.
moeilijk te vinden, waar die Eerwaarde heer
woonde. Ik ging naar zijn kamers en on-
danks het late uur het liep tegen midder-
nacht kwam hy naar beneden en opendfe
zelf de deur. Hij liet my in zijn zitkamer
Ik vertelde hem, dat het een zaak op ieverv
en dood was, mynheer... en daarna vertelde
ik hem de geheele geschiedenis van het begin
tot het einde. Natuurlijk had ik den brief
voor mynheer Horsfall en eenige brleven van.
myzelf in mijn zak, om hem te overtuigen,
maar ondanks dat was ik half bevreesd, dat
hij geen geloof zou hechten aan hetgeen ik
zei. Maar hij geloofde my wel, Edelachtbare.
Hij keek mij bedaard aan, stelde mij een paar
vragen en toen scheen hy overtuigd, dat ik tie
waarheid sprak. „Blijft U maar zoolang hier.
Ik zal even' iets gaan halen en mij behoorlgk
aankleeden, dan ga ik onmiddeliyk met U
mede." Ik wachtte ongeveer tien minuteo,
Edelachtbare en toen gingen wij saanen op
weg. Toen wij ongeveer halverwege de straat
waren, hield hij stil en klopte op een van de
deuren. „Wij zullen dokter Robbins mede-
nemen", zei hij tot mij. „Hij is een groote
sterke man en bovendien is hij gewocm, am
met moordenaars of te gaan."
(Wordt vervolgd.)-