fll fiFMFFM KIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
9270
VRIJDAG 8 MAART 1935
75e Jaargang
De onkerkelijkheid
van Nederland.
n.
Feuilleton
De man van Nergenshuizen
Binnenland
EERSTE BLAD
Wie zorgt een buisje Aspirin:
bij de hand te hebben, maakt
zich over griep geen zorgen
meer. De griep dreigt en de
griep is een gevaarlijke vijj-
and. Maar enkele tabletjes
bij een opkomende onge-
steldheid zijn in den regel
voldoende, om zich in kor—
ten tijd weer fit te voelen I
jaagt de griep op de vluchff
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,55 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post j 5,60 per jaar
Voor Belgie en Ajnerika 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling.
UitgeefsterFinna P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
In het zeer volledige en omstandige
boek, dat Dr. J. P. Kruyt in 1933 het licht
deed zien over bovenstaand onderwerp,
konden de gegevens van de volkstelling
van 1930, die toen nog niet in zijn of
anderer bezit waren, nog niet worden ver-
werkt. Dit was niet wel mogelijk. Maar
toch is het aan een kant jammer, want nu
moeten zijn tabellen en statistische ge
gevens eigenlijk nog worden bijgewerkt en
aangevuld. Wij twijfelen geen oogenblik,
of tal van conclusies zouden nog positiever
en ook nog schrikwekkender hebben ge-
luid, indien de schrijver van dat boek ook
over deze gegevens nog de beschikking
had gehad.
Wij zullen onzen lezers veel cijfer-
materiaal besparen, maar wii willen wel
even memoreeren, dat de onkerkelijkheid
van Nederland in de laatste tien jaren
schrikbarend is toegenomen, wat over-
tuigend blijken kan uit deze cijfers: In
1909 was 4.97 der bevolking van ons
land onkerkelijk; in 1920 7.77 maar
in 1930 bedroeg dat percentage reeds
14.42, m. a. w. in den loop van tien jaren
was dit aantal bijna verdubbeld Van de
bijna acht "millioen inwoners, die Neder
land telt, waren er in 1930 1.144.000, die
tot geen enkele kerkelijke gezindte meer
wilden worden gerekend, 614.000 manner
en 530.000 vrouwen. Dit zijn cijfers, die
te denken geven, en die zeker wel manen
tot maatregelen.
Kruyt heeft zoo terecht opgemerkt, dat
men de onkerkelijkheid niet behoorlijk zal
behandelen en bestudeeren, indien men
alleen handelt volgens de deductieve
methode. Natuurlijk zit er in zoo'n wijze
van beschouwen wel iets goeds. Men kan
b.v. een analyse geven van de behoeften,
waarin kerk en godsdienst in het algemeen
bevrediging geven, en daarna, uitgaande
van de'behoeftpn der verschillende groe-
pen van de huidige menschheid, vaststel-
len, dat kerk en geloof minder of meer in-
vloed hebben dan vroeger, maar bij deze
methode kan er heel gemakkelijk worden
gegeneraliseerd, tenzij de gevonden resul-
taten voortdurend en ook weer systema-
tisch worden getoetst aan de feiten, zoo-
dat men dus naast de deductieve methode
ook en vooral de inductieve methode volgt.
Maar ook hierbij past nog steeds de
grootste voorzichtigheid. Want de uit-
komsten der telling en zijn niet altijd be-
trouwbaar. Men heeft er terecht op ge-
wezen, dat niet zelden van grooten invloed
is geweest de mentaliteit der volkstellers,
n.l. der personen, die overal huis aan huis
de kaarten gingen ophalen, en die in niet
weinig aevallen assistentie moesten ver-
leenen. Er zijn plaatsen en heele streken
Ceest, waar meer dan 90 van de
■ten door zulke tellers moest worden
ingevuld, en dan was het gevaar lang niet
denkbeeldig, dat door deze ondervragers
sams onbewust, maar SQms ook wel be-
wust, invloed werd uitgeoefend op de
cmdervraagden, vooral op het teere punt
van de (on)kerkelijkheid.
Bij de volkstelling in 1920 was in zeke-
pen zin een antwoord, dat de onkerkelijk-
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20t
KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien by regelabonnement tegen venminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrygbaar is. Intending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIX BLAD VERSCHIJNX IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
61) (Vervolg.)
Ik was nieuwsgierig, welk figuur ik in de
kranten sloeg. Ik kon my voorstellen, dat alle
krantenmenscben van deze gelegenheid weer
een overmatig gebruik zouden maken en dat
mevrouw fantasie weer op haar troon zou
altten. Het speet my, dat ik de resultaten
van al dat edel pogen niet kon aanschouwen.
Daarom vroeg ik den agent, die myn lunch
binnen bracht, of het tegen het reglement was,
dat er eenige kranten voor my gehaald wer
den.
Hy keek een beetje twyfelachtig en krabde
achter zijn rechteroor. ,,Ik zal het vragen,,
mynheer", z'ei hij gewichtig. Welke kranten
sou U willen hebben?"
„0, breng er maar zooveel mogeiyk", ant
woordde ik luchtig. „Het gebeurt niet elken
dag, dat er iemand van moord wordt beschul-
digd".
Een half uur later kwam hij terug met een
berg avondbladen onder zijn arm.
Ik zag het eerst de „Star" en mijn eerste
bHk toonde mij, dat de voorspelling van Gor
don, nl., dat ik de beruchtste man van Enge-
land was, niet ver bezijden de waarbeid was:
HTIJART NORXHCOTE DOODGESTOKEN.
De duhbelgangar van den verslagene
gearresteerd.
Wie is JOHN BURXON
Opzienbarcndc, geheinizimiigo geschledenis
in de groote wereld,!
heid der betrokkenen aan het licht zou
brengen, reeds den ondervraagden gemak-
kelijk gemaakt. Immers toen luidde de on-
gelukkig gestelde vraag: „Of wenscht hij
zijniet gerekend te worden te behooren
tot eenige godsdienstige gemeenschap j
In 1930 zijn de vragen heel wat beter
geformuleerd, maar desondanks bleef ook
toen de kans op be'fnvloeding bestaan, en j
er zijn ook van hier en daar feiten bekend
geworden, die hebben bewezen, dat deze I
vrees niet ongemotiveerd en niet denk- I
beeldig was. Wij willen hier bijvoorbeeld
er aan herinneren, hoe de vrijdenkers-
vereeniging ,,De Dageraad" kort voor de
laatste volkstelling te Amsterdam strooi-
biljetten liet bezorgen aan de huizen,
waarop aan hen, die innerlijk niet meer tot
de kerk behoorden, werd aangeraden in
te vuflen „ik behoor tot geen kerkgenoot-
schap". Des te meer valt het te begrijpen,
dat ook van kerkelijke zijde (b.v. te Gro-
ningen (stad) aan de menschen de raad
is gegeven om niet zonder noodzaak alle
verband met de kerk als verbroken te ver-
melden. In Den Haaa is een nauwkeurig
onderzoek ingesteld door het Gemeente-
bestuur naar aanleiding van ingekomen
klachten. en toen moet gebleken zijn
wij halen hier de betrokken zinsneden let-
terlijk aan dat ,,de onverschilligheid en
oppervlakkigheid, welke door een deel van
de bevolking ten aanzien van de gods-
dienstvraag werd betoond, eenige tellers
heeft genoodzaakt om door vragen tot het
juiste antwoord te komen.' Een andere,
ongewenschte inmenging is deze geweest,
dat elders op het raadhuis reeds de kaar
ten naar de gegevens van den Burgerlijken
Stand werden ingevuld, zoodat ook het
antwoord op de vraag betreffende het
kergenootschap, te voren reeds vrijwel
vast stond. Dit moet o.a. zijn geschied te
Vriezenveen, Winkel, Katwijk, Vianen en
Gulpen. Wij noemen nu maar niet meer
bezwaren, die tegen de juistheid en de
objectiviteit der door een volkstelling ver-
kregen gegevens pleiten.
Laten wij thans ook enkele factoren
vermelden, die ongetwiifeld van groote
beteekenis zijn geweest bij de toeneming
der onkerkelijkheid, ook in ons vaderland,
dingen, die ook door Kruyt in zijn studie
zijn geaccentueerd.
Daar is dan vooreerst de opkomst van
het moderne vereenigingsleven. Wij laten
nu nog daar de kwestie, dat deze ver-
eenigingen zoo vaak een onreligieus, om
niet te zeggen een anti-religieus doel na-
streefden. Maar ook afgezien daarvan
waren vroeger de kerken zoo wat het
eenige vereenigingspunt voor de men
schen. Daar zag en sprak men elkaar,
daar werden belangrijke afkondigingen
gedaan, op weg naar en vooral op weg uit
de kerk had men gelegenheid elkander te
ontmoeten en allerlei belangen met elkan
der te bepraten. Langzamerhand is dit
anders geworden. De menschen hebben
tegenwoordig bijna alien hun vereenigin-
gen, die hen eens of meermalen per week
uit huis halen. De uithuizigheid, de onhui-
selijkheid zijn schrikbarend toegenomen,
overal verrezen vereenigingsgebouwen,
voor allerlei doeleinden en voor haast
elken leeftijd. Men kon (wat dat betreft)
de kerk nu voortaan wel missen, in plaats
van de wekelijksche kerkgang kwam de
wekelijksche of halfwekelijksche vereeni-
gingsavond. En daarbij namen ook de ge-
iegenheden tot ontwikkeling en ontspan-
ning hand over hand toe. Men kan (ook
afgezien nog van de radio) over alles en
nog wat worden ingelicht. Daar is een
stroom van lectuur .,og maar steeds
vloeiend, en ook over godsdienstige onder-
werpen kan men te kust en te keur gaan.
Bovendien, indien vroeger de kerk de
hoofdverzorgster was van armen en ge-
brekkigen, zoo heeft thans de overheid
zelve het leeuwenaandeel gekregen in dit
soort ondersteuning. Wij hoorden nog
dezer dagen van een nog niet eens zoo
erg groote stad, hoe daar de overheid
meer dan een millioen jaarlijks alleen aan
geldelijke ondersteuning uitgaf, ver-
zorging in sanatoria en ziekenhuizen,
ondersteuning met brandstof e.d. was
daarbij nog niet inbegrepen terwijl de
kerkelijke en meer particpliere instellingen
van weldadigheid te samen f 300.000
gaven. Zoo is het dus te begrijpen, dat
velen tot het inzicht zijn gekomen, dat zij
zeker niet bij een kerk behoefden te blij-
ven om te kunnen worden gesteund. Die
dan bleven, waren menschen, die meer
door godsdienstige overwegingen werden
geleid.
Nu moet zeker dankbaar worden
erkend, dat het speciaal aan de Roomsch-
Katholieke kerk is gelukt om, dank zij de
sterkere discipline en het straffe saam-
hoorigheidsqevoel in die kringen, een zeer
belangrijk deel van het vereenigingsappa-
raat van haar volgelingen onder haar
ieiding te krijgen, ja zelfs zijn niet zelden
haar priesters de stichters en stuwers
voor allerlei vereenigingen geweest.
Voor de sociale kwestie en alles wat
daarmede samenhangt, zijn speciaal de
Protestanten veel te lang blind geweest.
Het is dan ook slechts een derde deel van
al de georganiseerde arbeiders, dat bij de
confessioneele arbeidersbeweging zich
heeft aangesloten! In de laatste jaren is
dit alles anders en beter geworden, maar
er kan terecht worden gevreesd, dat de
hierdoor verkregen schade voorloopig niet
meer kan worden ingehaald.
Vermelden wij vports nog, hoe talloos
velen het kerkelijk gekrakeel moe en beu
zijn. Wat telkens en telkens uitlekt over
al den strijd tusschan menschen, die zich
broeders moesten gevoelen, heeft ontzag-
lijk veel invloed op de menschen, vooral
op de jongeren onder hen. Wij zullen
de laatsten zijn om te beweren, dat er geen
verschilpunten zouden zijn. ja ook, om te
beweren, dat zij maar steeds en in alle
omstandigheden moeten worden wegge-
doezeld of bedekt.
Maar er is zeker onder vele geloovigen
een groote mate van onverdraaazaamheid
en geprikkeldheid. Men gunt alleen recht
en plaats aan eigen tint (het gaat hierbij
niet eens over ,,kleuren het gaat over
j ,,'tinten"men eischt daarvoor alles en
alien op, men kent en erkent de anderen
niet meer, en zoo komt het, dat al meer
van de kerk worden vervreemd tal van
menschen, speciaal dan onder de intellec-
tueelen, die overigens voor een gezond
kerkelijk leven en voor een goed werkende
kerkelijke machinerie zoo bij uitstek ge-
schikte krachten zouden kunnen zijn. Men
klaagt van allerlei zijden over ,,verbur-
gerlijking" van de kerkelijke colleges, al
meer vreet de partijsohap in.en door; het
zal dringend tijd worden, dat alien die de
kerken een goed hart toedragen, en die
ook (zij het dan niet alleen van die ker
ken, dan toch zeker ook) van haar zegen
verwachten voor land en volk, zich op-
maken om met alle hun ten dienste staan-
de middelen de onkerkelijkheid te be-
strijden. Het is zoo'n treffende en be-
schamende uitspraak, die wij juist dezer
dagen tegenkwamen in de gezamenlijke
Seschriften van wijlen Prof. Dr. Is. van
ijk, die dit opmerkte (Deel VI, biz. 529):
„Ik heb mij eens een heelen morgen aan
het rekenen gezet. Alle zwaarklinkende
termen, die gewoonlijk van de kerk ge-
bezigd worden, heb ik een oogenblik op
zij gezet, en toen ben ik tot de ontdek-
kende, beschamende conclusie gekomen:
in zekeren zin zijn wij zelf de kerk, d.w.z.:
wij verdienen de kerk, die wij hebben.
Zijn er veel geloovige, veel werkelijk
wedergeboren menschen in de kerk, dan
zal de kerk zoo goed zijn, als zij hier
beneden zijn kan. Zijn er die niet, dan zal
ook de kerk niet veel zijn, zij wordt dan
licht een twistend gezelschap met druk
geventileerde trouw aan ..beginselen",
maar. met sterk verkoelde lief de'
Of mogen wij het tenslotte zeggen met
eigen woorden: Men zal de onkerkelijk
heid van Nederland pas goed en recht en
afdoende kunnen cureeren, als de kerke-
lijken alles doen wat in hun vermogen is
om zich ware, echte Christenen te be-
toonen.
De sensationeele aankondiging besloeg in
groote vette letters de geheele breedte van de
krant en drie kolommen waren gewijd aan en
volgedrukt met de meest sensationeele be-
schrijving van bet korte, scbitterende optre-
den van Northcote in de voomaamste Lon-
denscbe kringen.
Met betrekking tot den moord scheen de
krant even veel of weinig te weten als ik zelf.
Ik vemam ecbter, dat bet lijk van Northcote
drie dagen geleden was gevonden in een loge-
ment in East-End en dat het zeemanskleeren
droeg van de allergewoonste soort. Hij was
doodgestoken, doch klaarbiykelijk na een he-
vige worsteling, want een spoor van bloed-
vlekken toonde aan, in welke richting zijn
moordenaar was gevlucht. Behalve dat het
slachboffer nog laat bezoek had gehad, kon
de logementhouder geen verder licht over de
zaak laten s-ehijnen. Hij had niets van een
gevecht gehoord en al was dit het geval ge
weest, dan nog zou hy er geen notitie van
genomen hebben. Vechten werd niet als iets
ernstigs beschouwd in een logement van
Stepney.
Een onderzoek van de papieren, w:lke op
het iyk gevonden werden, leidde de politie tot
het vermoeden, dat hij niemand anders was,
dan Stuart Northcote, de bekende millionair.
Zy hadden hun onderzoek met de uiterste ge-
heimhouding verricht en het resultaat was
mijn sensationeele aanhouding geweest. Het
was, zooals de ..Star" in haar hoofdartikel
schreef een geheimzinnige zaak van werkelijk
schokkende afmetingen.
..Werkelijkheid'", eindigde de redactie haar
artikel, „is onwaarschijnlijker dan fantasie
en zelfs een Sherlock Holmes zou op het
oogenblik met zijn oordeel over deze verbys-
terende misdaad verlegen zijn".
De gewone kranten wijdden, zij het iets
minder dramatisch, ook de noodige aandacht
aan de zaak, maar nergens werd meer licht
in de duistemis gebracht en in geen enkel
blad werd gerept over de ware identiteit van
Stuart Northcote, terwijl alleen in „the Globe"
in het voorbygaan werd medegedeeld, dat ik
bij Maurice te Woodford had gelogeerd, als
zijn vermoorde neef. Allen waren het er ech-
ter over eens, dat het een verbijsterende en
geheimzinnige gebeurtenis was en alien her-
haalden de opmerking van de ,,Star", dat
„werkelijkheid onwaarschgntyker was dan
fantasie".
Ik was nieuwsgierig te weten, hoe Mercia
over de zaak daeht. Zij moest nu van Billy
gehoord hebben, welk werkelijk aandeel ik in
deze gsschiedenis had en dat het alleen aan
mijn tusschenkomst te danken was, dat de
moordenaar van haar vader niet eerder door
den „Bond" was gewroken. Ik was overtuigd,
dat dit geen verschil in onze verhouding zou
teweegbrengen, want indien haar liefde was
ontstaan, toen zy geloof de, dat ik Prado was,
dan zou diezelfde liefde alle andere bezwaren
weten te overwinnen. Ik was meer bezorgd
over haar angst, dien zij ongetwpfeld om mii
ondervond. Billy zou natuurlgk getracht
hebben haar te overtuigen, dat ik volkomen
veilig was. Aangezien ik echter wist, dat zij
de gevoelen3 van Maurice en Sangatte, ten
opzichte van my kende, begreep ik zeer goed,
dat zg ongerust zou zijn, of er niet een of
ander complot tegen mij gesmeed zou worden,
teneinde mij in de moordzaak te betrekken.
Ik wilde haar niet schrijven, want ik begreep,
dat mijn brieven geopend werden en op zijn
minst zou dit de politie aanleiding geven, haar
met allerlei onbescheiden vragen lastig te
vallen.
Nog zat ik over dit probleem te tobben, toen
de agent binnenkwam en my mededeelde, dat
Billy zicb wederom had aangemeld, en dat,
indien ik hem verlangde te spreken, daartegen
geen bezwaar hestond.
„Ik vrees, dat ik t een lastige klant ben,
agsnt", zei ik. „Ik geloof, dat ik een nieuwe
bel aan het politiebureau cadeau zal moeten
geven, al3 Ik weg ga".
Hij antwoordde niet, dan met een koud
EERSXE KAMER,
Vergadering van Woensdag.
Voortgezet wordt de behandeling van de be-
grooting van oeconomische zaken voor 1935.
De heer Smeenge (a.-r.) vestigt de aandacht
op den toestand van de borstelindustrie en de
binnensebeepvaart. Spr. waarschuwt tegen
een streven om de Kamers van Koophandel
uit te scbakelen. De evenredige vrachtver-
daeling heeft veel goeds gebracht.
De heer Rugge (s.-d.) betoogt, dat de even
redige vrachtverdeeling materieele en moreele
voordeelen heeft gebracht voor de binnen
sebeepvaart. Spr. noemt echter eenige bezwa
ren van de tegenwoordige regeling. Spr. wii
wetswijziging dienaangaande.
De heer Van Lanschot (r.-k.) bepleit een
kwalitatief en kwantitatief sterke samenstel-
ling van de afdeeling van het departement
van oeconomische zaken belast met de onder-
handelingen met het buitenland. Spr. geeft
een clearing-regeling met Brazilie in over-
weging.
De heer Wibaut (s.-d.) wenscht, dat men
ten aanzien van den crisis-landbouwsteun zoo
spoedig mogelijk terugkeert „naar het gezond
verstand". De crisissteun aan de groote
scheepvaart is totaal onvoldoende. De regee-
ring helpe den Kon. Hollandschen Lloyd en de
Holland-Amerika Lijn.
De heer Otten (v.-d.) dringt aan op meer
en betere statistische gegevens betreffende
den landbouw. Spr. betreurt de actie tegen
den landbouwsteun. Bij het streven naar een
lager niveau is de landbouw andere groepen
ver voor.
De heer Knottenbelt (lib.) beveelt de be
langen van commissionairs en handslsagenten
bij de regeering aan. Wat den steun aan de
groote scheepvaart betreft, zijn spr. de nor-
men van de regeering aangaande de ge-
wenschte sterkte der handelsvloot niet duide-
iyk. Ten aanzien van de binnenvaart vraagt
spr. duideiyke en niet verouderde statistische
gegevens.
glimlachje, maar verliet het vertrek en kwam
een minuut later met Billy terug.
„Wel, m'n jongen," begon mijn vriend, toen
de deur was gesloten, „ben je de verslagen
in de krant aan't lezen?"
Hij wuifde met zijn hand naar den stapel
kranten.
,,Ik heb ze eens doorgekeken, Billy", zei ik.
„Voor 'n bescheiden mensch, maak ik nog al
opgang".
Billy lachte. „0, jij bent in de mode. Jrj
hebt de zeeslang verslagen. De geheele stad
praat over jou en de krantenmenschen staan
in Park-Lane dichter op elkaar gepakt, dan
vliegen in een Spaansche slaapstee. Ik moest
ze met beide handen wegduwen, om er door-
heen te breken, toen ik van huis ging".
„Hoe gaat het met Mercia, Billy", vroeg ik.
„Zy maakt het best. Er is heel wat noodig
om de Solano's van streek te brengen. Ik heb
haar de geheele geschiedenis verteld; voor wij
naar de rechtbank gingen, maar zij vertrok
geen spier. Er zit ras in dat meisje, anders
laat ik me hangen".
,,Gaf zij nog een boodschap voor mij mede?"
vroeg ik verlangend.
,,Ze zei, dat zij nog niet heelemaal beu van
je was; ten minste zoo iets in dien geest was
het, maar wy waren te aandachtig, om te
hooren wat die detective vertelde, om verder
aan minnebriefjes te denken". Hij wachtte
even en grinnikte. „Het zal voor dien Sher
lock Holmes een tegenvaller zijn, als hy de
ware feiten vemeemt. Hij rekent er al op,
dat hy je in zijn klauwen heeft".
Ik schudde mgn hoofd. „Hy is er niet al te
zeker van", zei ik. ,,Hij schrikte er al zoo
van, toen ik dien brief aan Lammersfield zond
en toen Gordon vanmiddag kwam, werd zijn
zelfvertrouwen er niet beter op".
..Gordon!" herhaalde Billy. „Wat! de groote
parlementredenaar
„Die is het", zei ik. ..Lammersfield heeft
hem bij my gestuurd en hij zal het zaakje vooi
my opknappen. Dat is waar ook, ik zou het
(Ingez. Med. t
De heer Ruyter (r.-k.) betoogt, dat de stent
voor land- en tuinbouw niet verminderd kzas
worden.
Minister Steenberghe constateert dat car
vele tegen elkaar tngaande wepscben zip»
geuit.
Over mechanisatie in de sigarenindustrle te
een interdepartementaal rapport verschencav
dat nog bestudeerd wordt. Spr. zal de bezwa
ren in zake de evenredige bevrachting van de
binnenvaart onderzoeken. Ten aanzien van de-
borstelindustrie overweegt spr. andere maat
regelen dan contingenteering. Spr. houdt zoo
veel mogelijk rekening met de belangen van.
den tusschenhandel Een onderzoek naar
clearing met Brazilie is gaande. De onderhan-
delingen met het buitenland mogen ill een
maar gebaseerd zijn op het nationaal be lang
UITZENDING PARTIJCONGKES
LIBERATE STAATSPARTIJ.
De minister van buitenlandsche zaken heeft
aan de Vereeniging van liberale radio-ama
teurs (liberale omroep) een byzondere zend-
vergunning verleend voor Zaterdag 23 Maait
a.s., tot de uitzending van bet partycongres
van de liberale staatsparty De Vrijheidsbai*!
De uitzending zal 's middags 2% uur aanv«»-
gen met de openingsrede, uit te spreken door
den voorzitter van de party, mr. W. C. Wea-
delEiar.
PENSIOEN AFGESTAAN AAN
BEHOEFTIGEN.
Naar het Handelsblad vemeemt is by de
instelling voor Maatschappelijk HulpbeteaE
te Purmerend van het Tweede Kamerlid dtat
heer Kooiman, de mededeeling ingekomen^
dat hy zijn vergrooting van inkomsten, w»-
gens het Kamerlidmaatschap en penskm-
neering als lid van Gedeputeerde Staten
wenscht af te staan aan de instellingen woor
maatschappelijk hulpbetoon in drie gemeea-
ten, waar hij vele jaren heeft gewoond en g»-
werkt, met het verzoek daarvoor extra uitkee-
ring van levensmiddelen te doen aan de «u-
dersteunden in die gemeenten.
Deze afstand van pensioen zal gelden totdaX
een wettelijke regeling dienaangaande zal zipr
tot stand gekomen.
ONZE NEUTRALITEIT IN DE LDOCBC
Men sclhryft ons:
Wanneer wij met groot misbaar veihaleai
hooren dcen over den aanmaaJk van vliegtai-
bijna vergeten, hij heeft gevraagd, of je <ro-
middellijk naar zijn kantoor wilt gaan; Jig
moet je spreken. Ik heb beloofd, dat je ztmd?
komen".
,,Waar kan ik hem vinden", vroeg Billy.
,,Ik weet het niet", zei ik, ,,maar de im-
specteur zal je wel op de hoogte brengen"*
Toen liet ik myn stem dalen. „Vertel henv
vooral niet, dat Lammersfield geld van Pradfc
geleend heeft. Ik heb dat verzwegen, w»r
de rest kan je hem de waarheid zeggen'"
Billy knikte en sprong op van het be«5t
waarin hij reeds een aardig kuiltje had g*s-
vormd.
„In orde", zei hij. ,.Als ik het onderweg
niet vergeten ben, zal ik doen wat je gsxegd
hebt".
„En Billy", vervolgde ik bezorgd, ,,let gooi
op Mercia. Ik vrees niet zoozeer Guarez eo
zyn bendeGordon zit hen op de hdelea;
maar ik denk aan dien schurk van "n San
gatte. Nu hij weet, dat ik aan handen
voeten gebonden ben, zou het mij niet vw-
wonderen, dat hij den een of anderen smerigo*
streek zal trachten uit te halen, als by de bnci
schoon ziet".
„Ik zie in 't geheel niet in, wat hy tans
doen", zei Billy. .Mercia is by de TregattocSr*
en mij dunkt, dat zij daar volkomen veilig is*
„Dat hoop ik", antwoordde ik, ,,maar Bk
zou Sangatte niet verder vertrouwen, dan He.
hem zag".
Billy legde zyn hand geruststellend op m-gm
sohouder.
„Dat zou ik ook niet, ouwe jongen", cprai
hij, ,,maar maak je niet bezorgd. Ik bel feaar
op, zoodra ik bij Gordon klaar ben, om my te
overtuigen, dat alles in orde is. Morgeaacfc-
tend ga ik direct naar "naar toe en neem haar
mede naar het gerechtshof, evenals ik vandaa«
heb gedaan".
(Wordt vervolgd.!