ALGEMEIN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Neem 'n "AKKERTJE"
No. 9255
VR1JDAG 1 FEBRUARI 1935
75e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
De man van Nergenshuizen
TWEEDE BLAD
NEDERLANDSCHE MATROZEN BIJ
DEN PAUS.
uil zoo'n nieuw hendig zakdoosje
bii Migraine, "Kaler", Hooidpijn.
iB«2BKS221Qarao
■nBMWTTTMiOTBrmwniiry 1 r""""*—1 "~r 1 1
NEUZENSCHE CO U RANT
DIEN SPUCHT.
Inspectie.
Behoudens onvoorziene omstandigheden za.
In Juni a.s. het jaarlrjks onderzcek plaats
hebben voor de gewone dienstplichtigen der
iandmacht van de lichtingen 1923 en 1926.
Plaats en tijd van bet onderzoek zullen
oader worden bekend gemaakt.
Ter Neuzen, 30 Januari 1035.
De Burgemeester van Ter Neuzen.
J. HUIZINGA.
PERSOONLIJK SCHRIJVEN VAN
PRESIDENT ROOSEVELT AAN DE
KONINGIN.
H.M. de Koningin heeft Dinsdagmiddag te
kwart over zes ten paleize Huis ten Boscb den
heer Grenville T. Emmet, buitengewoon ge-
zant en gevolmachtigd minister der Vereenig-
de Staten van Amerika, in geboor ontvangen.
Bij deze gelegenbeid heeft de gezant H. M.
een persoonlijk schrijven van president Roose
velt overhandigd.
VOOR HET KONINGIN-MOEDER
HERDENKINGSFONDS VOOR TUBER-
CULOSEBESTRIJDING.
Dinsdagavond heeft de Minister van Sociale
Zaken, Prof. Dr. Slotemaker de Bruine voor
de radio een rede uitgesproken ten bate van
het Nationaal Koningin-Moeder Herdenkings-
fonds, uit welk fonds on- en minvermogenden
Eullen kunnen worden gesteund als de tuber-
culose hen bedreigt. De Minister sprak in het
kort aldus
Er wordt een gave van U gevraagd. Dat
is niet verrassend; want zooiets gebeurt on-
ophoudelijk. De indruk zou dan ook kunnen
zjjn, dat men moet ophouden voor nieuwe din-
gen te vragen. De indruk kan echter ook
wezen, dat de belangstelling moet worden ver-
deeld, omdat de behoefte al grooter wordt. Ik
bepleit het laatste.
Inderdaad kloppen velerlei behoeften bij ons
volk aan: kunst en cultuur; humanitair en re-
dasseerend werk; kerkelijke, sociale, hygieni-
sche vragen. Indien daardoor de aandacht
wordt verdeeld, zal de toewijding grooter wor
den en zullen wy alien ontdekken, dat wij nog
wel iets meer konden geven. Voorwaarde
daarvoor is dan echter zeker dat het onder-
werp telkens scherp omlijnd is. Over zulk
een scherp omlijnd onderwerp spreek ik thans
en voor ddn maal vraag ik uw hulp, opdat een
fonds worde gevormd tot steun van on- en
minvermogende t.b.c.-lijders. Hun verpleging
blijft noodig, omdat het gevaar blyft rond-
sluipen. Een opwekking tot steun biedt te
eerder kans, omdat deze gevreesde ziekte ge-
neesbaar is. Nieuwe inspanning om geld be-
schikbaar te krijgen, is uiterst aanbevelens-
waardig, omdat de inkomsten worden bedreigd.
Indien gij meehelpt om het fonds te vormen,
past gij uw daad in het werk, dat zeer velen
op het terrein der tuberculosebestrijding reeds
verrichten.
Gij werkt bovendien mede om een stuk
levensarbeid van de Koningin-Moeder te be-
stendigen. Wij willen Haar dankbaar blijven
gedenken; maar het is al te goedkoop, wan-
neer wy dit niet doen door middel van een
daad, dat is van een geldelijk offer. Aanplak-
biljetten vragen uw aandacht; in de verschil-
lende plaatsen zal men u de kans bieden om
mee te helpen.
Allerlea kringen en overtuigingen werken
hier samen. Groote giften zijn welkom en
kleine worden geenszins versmaad. Ik doe een
beroep op u om de nagedachtenis van Koningin
Emma; om het mooie werk der tuberculose
bestrijding; en terwille van zoovelen, die hun
teradhten en hun kunde ter beschlkking stel-
len van dezen schoonen arbeid en die het ver-
dienen, dat gij met de daad hen schraagt.
MINISTER SLOTEMAKER MET VERLOF.
De Minister van Sociale Zaken, Prof. Dr.
Slotemaker de Bruine, zal enkele dagen
wegens familie-omstandigheden met buiten-
landsch verlof afwezig zijn.
IR MUSSERT AANVAAROT GEEN
KAMERC ANDID ATU lit
In een Zaterdagavond te Harlingen gehou-
den vergadering van de N. S. B., waar als
spreker optrad Ir. A. A. Mussert, heeft deze
medegedeeld, dat hij zelf geen candidatuur
voor de Tweede Kamerverkiezingen zal aan-
vaarden, omdat hij zich geheel wil blijven wy-
den aan den uitbouw der beweging.
VERDWAZING
Blykens het Voorloopig Verslag der Eerste
Kamer nopens de begrooting van waterstaat
hebben verscheiden leden de vraag gesteld, of
de regeering niet iets kan doen tegen uitingen
van verdwazing als bij de huldiging van de
„Uiver"-bemanning na de vlucht naar Austra
lia. De prestaties en organisatie der K. L. M.
hoogwaardeerende en overtuigd, dat de be-
manning zeer lofwaardig haar plicht heeft
vervuld, meenden zij toch, dat de huldiging
soberder en eeuvoudiger had kunnen geschie-
den. Zij zouden het op prijs stellen, als er bij
de KL-M.-directie op werd aangedrongen, zulks
voortaan niet meer zoo overdreven toe te
laten.
Sommige leden vroegen zich af, of de bij de
K. L. M. heerschende strenge opvatting van
„op tyd vliegen" met ,,de regelmaat van de
klok" wel overeenstemt met baar andere stel-
regel: „safety first".
Verscheidene leden betreurden, dat veertien
Douglasmachines in Amerika zijn besteld. De
Nederlandsche industrie kan zulke orders zeer
goed gebruiken.
Uit Rome wordt gemeld, dat de Paus dertig
matrozen, behoorende tot de bemanningen van
de Nederlandsche onderzeeers K XVI en de
K XVH tot den handkus heeft toegelaten.
Beide onderzeebooten waren Zaterdag te
Napels gearriveerd, op weg naar Nederl.-
Indie. De Paus herinnerde in een toespraak
aan den roem der Koninklijke Nederlandsche
marine. In het bijzonder wees de Paus op de
beteekenis van admiraal Maarten Harpertsz.
Tromp.
WAT IS ORDENING?
Bij de bespreking van de vraag: „Wat is
ordening" betoogt de heer J. A. Bakker, lid
van de Tweede Kamer, in het Christelijk His-
torisch Weekblad ,,Land en Volk", dat op dit
terrein iedere architect zijn eigen bestek heeft
gemaakt, zoodat door de veeiheid dier bestek^
ken bijna nlemand weet, wat nu eigenlyK {Jre-
cies met ordening bedoeld wordt.
„Wij komen bij het bestudeeren van veel
wat over ordening geschreven wordt en waar
naar gestreefd wordt, meermalen tot de con-
clusie, aldus genoemd blad, dat het groeps-
egolsme en de poiitiek daarbij vaak een hartig
woordje meespreken. Het scbijnt n.l. dat de
tegenwoordige schreeuw naar bedrijfsorgani-
saties aan de poiitiek en dat groeps-ego'isme
niet vreemd staat en wanneer men nu werke-
lijk meent, dat het scheppen van bsdrijfsorga-
nisaties, welke de macht verkrijgen om de
productiekosten op de gemeenschap af te wen-
telen, zonder meer maatschappelijke ordening
genoemd kan worden in den goeden zin van
bet woord, dan merken wij in alle bescheiden-
heid op, dat men dan ver de plank misslaat.
Blijft het daarbij, dan is het niet denkbeeldig
en de practijkspreekt in dit opzicht reeds op
de meest duidelijke wijze, dat langs dezen weg
ten doode gedoemde bedrijven weer op de been
worden geholpen en de beter gesitueerde be
drijven daardoor des te grooter winst maken,
omdat bij de vaststelling der productieprijzen
gerekend wordt met hetgeen de zwakke be
drijven noodig hebben, terwijl de consumenten
dat alles kunnen betalen.
Wanneer men dit ordening noemt dan vree-
zen wij, dat dit de ondergang wordt van onzen
Staat, omdat dan daartoS twee belangrijke
factoren, aanleiding moeten geven, n.l. schen-
ding van het recht en de hooge kosten van
door
VICTOR BRIDGES
(Nadruk verboden.)
36) (Vervolg.)
Was de avond, kalm geweest, de dag beloof-
de beweging genoeg met zich mede te bren-
gen. Met deze overweging troostte ik mij en
stelde mij, gerust gesteld, ter dispositie van
Morpheus.
Onze gang naar het politiebureau werd den
volgenden morgen aan het ontbijt zeer han-
dig ter sprake gebracht.
„Zeg, Stuart, ik moet voor zaken even naar
Woodford", kondigde Maurice aan.
Er volgde een koor van protesten in den
dam'eshoek.
„Ja, maar wij hebben hun beloofd, revanche
te geven op het tennisveld", zei Miss York.
„Ik wist niet, dat er in Woodford iets op
zakelyk gebied te doen was. Ik d'aoht, dat de
menschen er niets anders deden dan op de
hoeken van de straten over poiitiek praten",
zei Lady Baradell.
„0, 't is niet zoo'n tjjdroovende hoodschap",
zei Maurice. ,,Wij rijden er met het wagentje
been en om elf uur zijn wy weer terug."
,,Als je gaat", zed tante Mary, „wil je dan
tolj Oooper marmelade bestellen. Je wilt het
hem wel helpen onthouden nietwaar, Stuart?
Maurice vergeet alles."
Ik gaf de stellige belofte, dat de marme
lade prompt op tijd heaorgd zou worden en
met deze twee zoo uiteenloopende bood-
schappen voor ons, gingen wij na het ontbijt
met de dogear er op uit. Maurice, mende en
echeen zeer weinig haast te maken.
„Ik hoop, dat de politie er in slagen zal, de
sctburken te pakken, zonder veel ophef over
de zaak te maken", zei hij, terwyl hij het
paard een harden slag met de zrweep gaf.
levensonderhoud. Daarbij treedt nog de ver-
schrikkelijke derde op den voorgrond in den
sbrijd, die op deze wijze tusschen de bedrijfs-
organisaties onderling bestea't en nog zal ont-
staan, waardoor ons volksleven evenals door
de klassenstrijdleer uiteangescheurd dreigt te
worden. Tevens zullen in een dergelijke maat-
schappij de onbeschutte bedrijven met den on
dergang bedreigd worden. Indien men dit or
dening noemt, dan verfoeien wy die, omdat
deze dan onrechtvaardig en daarom onchriste-
lijk is. Wij wenschen alleen een ordening.
waarbij, zooals dat in een rechtsstaat een
eerste vereischte is, vooral gerekend zou moe
ten worden met de rechten en de draagkracht
der consumenten, terwijl wij bovendien daar
bij den regel stelden, dat samenwerking tus
schen de bedrijfsorganen daartoe tevens een
eerste vereischte behcorde te wezen.
Wij meenden tot deze eindconclusie te moe
ten komen omdat wy als Christelyk-Histori-
schen krachtens ons beginsel geen andere
maatschappelyke ordening kunnen noch mo-
gen zien. Alleen wanneer samenwerking tot
stand kan komen tusschen producent en con-
sument en tevens tusschen alle bedrijfsorga
nen, dan zal de eenheid van ons volk in maat-
schappelyken zin kunnen worden bevorderd.
Wat velen onder ordening verstaan, is daar
om o.i. niet een vraagstuk van de eerste orde.
doch een ordening, waardoor de saamhoorig-
heid in het bedrijfsleven tot stand kan worden
gebracht, is een ideaal, dat wij moeten vast-
houden. Dit alles moet groeien en wij hebben
dien groei te bevorderen, doch tevens dient
de overheid op de meest voorzichtige wijze
den weg naar de verwezenlyking van dat
ideaal te banen Wat zich nu onder den naam
van ordening aandient, en waardoor het sterke
collectivisme, het zwakke met ondergang be
dreigt, is een ordening, welke tot wanorde, tot
rechtskrenking, tot ondergang van het saam-
hoorigheidsgevoel leidt en onze Staat zou
brengen aan de vosten van het groeps-
egoisme. God beware ons voor dergelijke
maatschappelijke ordening, welke niets anders
is dan wanorde en waart-oe deze in een staat
kan leiden, daarvan getuigt menige zwarte
bladzijde in de geschiedenis van vele volken".
UITVOER VAN POOTAARDAPPELEN.
De Minister van Economische Zaken heeft
goedgekeurd het besluit van het dagelijksch
bestuur der Nederlandsche Akkerbouw Cen-
trale betreffende den uitvoer van pootaard-
appelen (Luiksche Tongen).
De Nederlandsche Akkerbouw Oentrale
heeft besloten dat de stichting bij monopolie-
overeenkomst ongekeurde pootaardappelen
'Luiksche tongen" met reehtstreeksche be-
stemming naar Belgie, by uitvoer zal verkoo-
-pen voor een prijs, welke /0,60 per 100 K.G.
hooger is dan die voor welken zij deze pro-
ducten zal hebben gekocht.
De hierboven bedoelde pootaardappelen
mogen niet worden voorzien van eenige plom-
be, terwijl bij uitvoer deze ongekeurde poot
aardappelen voorzien moeten zijn van een
door den inspecteur, hoofd van den Planten-
ziektenkundigen Dienst afgegeven certificaat.
Deze bepalingen gelden alleen voor die par-
tyen, waarvan de uitvoer voor 1 Maart 1935
geschiedt.
Dit besluit is Woensdag in werking ge-
treden.
HET VERKEERSATJAAGSTUK.
Aan het Voorloopig Verslag van de Eerste
Kamer over de Rijksbegrooting van Water
staat wordt ontleend:
Verscheidene leden betoogden de noodzake-
lijkheid van onverwijlde regeling in het ver-
keersvraagstuk.
Andere leden betreurden, dat in het einde
lijk ingediende wetsontwerp tot herziening in
de motor- en rijwielwet met vele verkeers-
desiderata nog geen rekening is gehouden. De
ingevoerde wijziging van het motor- en rrjwiel
reglement heeft onnooniig'e moeilijkheden en
onzekerheid gebracht.
Het voorrangartikel van het motor- en rij-
wielreglement behoeft dringend wijziging.
Andere leden wenschten afdoende maat-
regelen tegen de wilde busdlensten en taxi-
„Het is niet noodig, dat de kranten er de hand
op leggen."
Ik twijfelde er geenszins aan, dat niets hem
meer zou ergeren.
„Wij zullen er het beste maar van hopen",
zei ik vriendeiijk. ,,Ik zie niet tegen een wei-
nigje moeite op, als ik je kan helpen, deze
omgeving van dat gespuis te zuiveren."
Ik twijfelde er niet aan, of hij was dank
baar voor rnijn grootmoedigheid, maar hij
bracht zijn gevoelens niet onder woorden.
Wij spraken onderweg niet veel meer en
hadden weldra het politiebureau van Wood
ford bereikt, waar een agent, die de wacbt
scheen te hebben, het trottoir overstak en het
paard bij den teugel greep. Juist kwam er een
hoofdagent met een tamelijk sufferig gezicht
den hoofdingang uitslenteren. Hy bracht
langzaam twee vingers in contact met zyn
helm, toen hij Maurice herkende.
T« de commissaris hinnen?" vroeg mijn
neef.
De politieman werd opeens wakker. „Zeker,
mynheer, juist gekomen, een halve minuut
geleden. Wenscht U hem te spreken, myn
heer?"
Maurice knikte en stapte uit het rijtuig; ik
volgde hem en samen gingen wy, voorafge-
gaan door den dienaar der orde het gebouw
der gerechtigheid binnen.
De commissaris, een groote man met een
zeer gezond voo.rkomen, zat aan een bureau
ijverig te schrijven. Toen wy binnenkwamen
legde hij zijn pen met een zucht neer en veeg-
de zijn vingers op dat gedeelte van zijn broek
af, dat door de slippen van zijn jas bedekt
werd.
Goeden morgen, mijnheer Furnivall", sprak
hij. „Waarmede kan ik U heden van dienst
zijn?" En toen zag hij mij schijnbaar pas.
„Goeden morgen, mijnheer", voegde hij er toen
met een lichte hoofdneiging aan toe.
,iGoeden morgen, mijnheer de commissaris",
zei Maurice, „wij hebben een vry erastig ge-
val aan de hand."
De commissaris zette zich, naar het mij
voorkwam, in hetgeen hij duidelijk wilde
laten uitkomen, een officieele houding. Hij
legde zyn handen op zyn knieen, gaf de pun-
ten van zyn schoenen een buitenwaartsche
richting en keek ons in voorovergehogen hou
ding tamelyk barsch aan.
,,Verklaar U eens nader, mijnheer". zei hij
gewichtig.
Ik wilde juist beginnen, toen Maurice al het
woord nam en in het kort en oogenschijnlyk
verontwaardigd een beschrijving gaf van het
schandelijk vergryp, dat den vorigen avond
had plaats gehad. Telkens wendde hij zich
naar mij, om zijn aanklacht te bevestigen,
hetgeen automatisch door een hoofdknik mij-
nerzijds werd gevolgd.
„Stroopers en wilddreven kan ik zelf wel
behandeien", besloot bij, „maar als het zoo
ver komt, dat er een koelbloedige moord-
aansiag op een van mijn gasten wordt ge-
pleegd, dan geloof ik, dat het tijd wordt, dat
de politie tussehenbeide komt."
Ik heb nooit iemand zoo versteld zien staan,
als dien armen commissaris. Hij hoorde de
geschiedenis aan met een verbijstering, die
aan het aandoenlijke grensde en toen Maurice
ophield, haalde hij een rood katoenen zakdoek
van bijna vlagafmeting voor den dag en begon
zijn voorhoofd van overtollig vocht te ontdoen.
,.De hemel bewaar me, mijnheer Furnivall!"
zuchtte by, toen zijn hoofd, dank zij de capil-
iaire kraoht van het dundoek, weer behoorlijk
toonbaar was. ,,Wie had zoo iets durver.
denken
Toen naar. zijn ambtsinstinct de overhand.
„Ik zal, terwijl het nog versch in mijn ge-
heugen ligt. een paar notities maken", sprak
hij, terwijl hij een groot register opensloeg.
,.Hoe laat heeft de aanslag plaate gehad?"
„De aanslag had plaats ongeveer om kwart
voor zessen", antwoordde ik.
,,0", zei hij, terwijl hij schreef, ,,en zou mijn
heer in staat zijn, de daders te herkennen?"
Ik schudde. mijn hoofd. ,,Daar twijfel ik
aan", zei ik, „het begon al eenigszins te sche-
meren en ik verkeerde niet in een toestand,
om hen te kunnen opnemen. U zou het beter
aan dien heer kunnen vragen, die in ,,de
Ploeg" logeert en die mij te hulp is gekomen."
„0", zei de commissaris, „hoe heet hij?"
,,F.h Loman", antwoordde ik, -,,ten-
minste zooiets."
De commissaris ischreef het op en sloot het
boek vervolgens met een flinken klap.
ondernemingen, die ongeregelde diensten ver-
vullen.
Anderzijds werd gewezsn op de rechtspraak
in den Hoogen Raad, die krachtig opt red en
tegen wilde autodiensten mogelijk maakt.
Andere leden drongen aan op den meest
mogelijken spoed bij de wettelijke regeling in
den arbeidstijd van chauffeurs.
In de oorspronkelijke begrooting van het
opgeheven wegenfonds van 1935 was nog ge
rekend op een bijdrage in 6 ton uit de alge-
meene middelen en vroeger was dit bedrag nog
gefixeerd op 4 h 5 millioen. In de waterstaats-
hegrooting wordt zulk een bijdrage niet meer
aangetroffen. Maar heeft het wegverkeer op
dit bedrag niet ten voile een moreel recht?
Eenige leden wezen op de emstige bezwa-
ren in het onverlicht zijn van enkele zeer
drukke wegen, als van Amsterdam naar Laren
en Haarlem en van Den Haag naar Rotterdam.
Eenige leden vroegen of aan de gemeenten
geen vergoeding kan worden toegekend voor
het onderhoud van de traversen in haar ge
bied.
DE RIJKSBEGROOTING VAN FINANCIeN.
Blykens het voorloopig verslag van de Eer
ste Kamer inzake de Begrooting van Finan- j
cien voor 1935, gaven vele leden uiting aan
hun waardeering voor de werkkracht van den i
Minister van Financien en voor de door hem
betoonde bereidwilligheid tot samenwerking
met de Staten-Generaal.
Enkele leden stelden ook bij dit begrootings-
hoofdstuk de vraag, of de uitspraak der Re
geering, dat belastingverbooging uitgesloten
is, thans werkelijk haar laatste woord moet
zyn. i
Andere leden waren van oordeel, dat een
versterking van de financien, zij het tijdelijk,
zou zijn te vinden in verhooging van de ver-
mogensbelasting. Hiertegenover betoogden
verscheidene andere leden dat naar hun mee- i
ning deze belasting reeds te hoog is opgevoerd.
Vele leden wezen op het ongewenschte ver-
schijnsel, dat allerwege in den lande kasteelen
en landhuizen worden verlaten, voornamelijk
tengevolge van te hooge belastingen.
Gevraagd werd of de Minister voornemens
is, verdere maatregelen te nemen tegen belas-
tingontduikers. De leden, hier aan het woord,
meenden dat met het oog hierop opheffing
van het bankgeheim noodzakelijk is. Ver
scheidene andere leden waarschuwden tegen
dezen maatregel.
Enkele leden wezen op de h.i. onpractische
uitvoering van de wegenbelasting en de rij- i
wielbelastingwet. Deze leden betoogden o.m.
dat het aantal der overtredingen hier te lande
schrlkbarend toeneemt.
DE STEMMING IN HET SAARGEBIED.
Men schryft uit Emmen aan de N. R. Crt.
De afvaardiging van Nederlandsche burge-
meesters naar het Saargebied, om daar als
voorzitters van stembureaux te fungeeren,
heeft voor den burgemeester van Emmen en
de anti-rev. poiitiek in Drenthe onaangename
gevolgen.
Onder degenen, die zich beschikbaar stel
den, was ook bedoelde burgemeester, Mr. J.
L. Bouma, voorzitter van het provinciale
comitd Drenthe der Anti-Rev. Party. De
A.R. Kiesvereeniging te Klazianaveen nam
reeds voor Januari een motie aan, waarin de
deelneming van de a.r. aan de werkzaamheden
der stembureaux werd afgekeurd, omdat deze
op Zondag moesten worden verricht. Ook in
de Centrale van Anti-Rev. Kiesvereenigingen
in de gemeente Emmen werd nadien zulk een
motie aangenomen.
In een onderhoud, dat Mr. Bouma na terug-
komst uit het Saargebied had met een redac-
teur van de Emmer Courant, verklaarde hij
zich op het standpmnt te stellen, dat voor hem
de uitnoodiging van de regeering om zich be
schikbaar te stellen, opdat aan een vereerend
verzoek van den Volkenbond kon worden vol-
daan, gelyk stond met een bevel. ,,Het gold
hier burgerlyken politiedienst en dien moet ik
desnoodig ook van mijn ambtenaren vergen
op Zondagen, ook als het geld anti-rev. amb
tenaren. Wie zulken Zondagsdienst weigert,
is ongeschikt voor zijn functie. En ik kan van
,,Ik zal de zaak onmiddellijk in behandeling
nemen, heeren", sprak hij ernstig. „Ik kan
natuurlijik niets beloven, maar ik reken, dat
wij er morgen wel iets naders van zullen
weten. 't Is een ruwe bende, die moerasjagers.
maar dit zal een goede les voor hen zijn. Ik
zal ze leeren, dat ze zoo maar niet ongestraft
op heeren kunnen schieten, zoolang ik com
missaris ben."
„Ik dank U zeer", zei ik. ,,Ik ben er zeker
van, dat de zaak in geen betere handen kan
berusten. Ik zal nu even naar „de Ploeg"
gaan en dien mijnheer Loman, of hoe hij ook
beet, zeggen, dat hij bij U komt, om over die
zaak te spreken."
Wij gingen naar buiten, waar de agent nog
steeds trouw op zijn post, met het leidsel in
zijn hand, bij den kop van het paard stond.
,,Ga je met mij mee?" vroeg ik Maurice;
„ik zou je graag aan mijn redder willen voor-
stellen, 't schijnt een fatsoenlijk mensch te zijn.
Maurice schudde zijn hoofd, naar mijn mee-
ning ietwat norsch. „Ik moet naar huis, am
te tennissen", zei hij. „Vraag je vriend of
hij morgen naar Ashton komt, misschien ziet
hij graag cricketten."
Begrijpende, dat hij Billy aansprakelijk stel
de, voor het mislukken van zijn snood plan,
vond ik zyn voorstel wel vermakelijk.
„Je hebt gelijk", zei ik. ,,Ik zal tevens van
de gelegenbeid gebruik maken om te zien. of
de auto al gerepareerd is; je ziet dus wel wan
neer ik terugkom. Wat ik zeggen wil, is er
van avond niet ergens een theepartytje of zoo
lets?"
Maurice knikte. „De familie Cuthbert geeft
een tuinfeestje en ik geloof, dat tante Mary
graag had, dat eenigen van ons er ook even
been zcuden gaan, maar laat dit geen beletsel
voor je zijn, als je soms andere afspraken
hebt." Dit laatste zei hij met een geibaar, dat
mij duidelijk aantoonde, dat hij op Lady Bara
dell zinspeelde.
,,Wel bedankt", zei ik koeltjes. „Je bent
een ideaal van een gastheer, Maurice." Ik liet
hem alleen om, zoo hij wilde, dit compliment
uit te leggen zooals hij zelf verkcos, en sien-
terde naar „de Ploeg".
Billy zat alleen in de gelagkamer de krant
te lezen, hetgeen hij afwisselde met nu en dan
(Ing.
niemand iets verlangen, dat ik zelf in gelijke
omstandigheden weiger. Daarom heb ik ge-
meend, de protestmoties naast mij te mogen.
neerleggen".
De redeneering heeft blijkihaar weinig indrolr.
gemaakt, want toen na de publicatie van het
bedoelde persgesprek de eandidaatstelling voor
de Provinciale Staten van de A.-R. Oentrale
aan de orde kwam, werd Mr. Bouma gepas-
seerd. Wel werd hij als lid van het centraal
comitd herkozen, maar dit geschiedde bij ac-
clamatie, tegelrjk met twee andere aftreden -
den.
Het niet candideeren van den heer Bouma
dreigt nu splitsing te brengen onder de anti-
rev., want in de plaatselijke pers kondigt ,,een
groep anti-revolutionnairen" een tegen-actie
aan, indien de candidatenlijst niet wordt her-
zien.
DISTRIBUTIE VAN GKOENTEN AAN
WERKIjOOZEN.
De in November van het vorig jaar door den
Minister van Sociale Zaken in uitzicht gestel-
de distributie van goedkoope groenten aan
werkloozen is door de Nederlandsche Groen
ten- en Fruitcentrale ter hand genomen.
Voorloopig werd een proef genomen in en
kele gemeenten. In de paar weken, dat het
distributie-systeem thans werkt, is gebleken,
dat het systeem voldoet en dat de proef als
geslaaga kan worden beschouwd.
De Nederlandsche Groenten- en Fruit
centrale levert de producten in een ruime aor-
teering en in prima hoedanigheid aan de ge
meenten. Op dit oogenblik worden zes ver-
schillende soorten beschikbaar gesteld, zoodat
er voldoende variatie in het menu gebracht
kan worden. De kwaliteit van het geleverde
product wordt door de uitvoerders der distri
butie zoowel als door de werkloozen geroemd..
Zooals indertijd door den Minister is mede
gedeeld, worden de goedkoope groenten uit-
sluitend gedistribueerd voor de gesteunden.
Het is de taak der gemeenten nauwkeurig toe
te zien, dat alleen de menschen, die door hun
lage inkomsten practisch niet in staat zyn.
groenten te koopen, van de goedkoope groen
ten gebruik kunnen maken. Bij het thans in
enkele gemeenten beproefde systeem is dit
bereikt door het uitgeven van bons aan de
werkloozen. Alleen op deze bons zijn de groen
ten verkrijgbaar.
De practische ervaring van de enkele weken.
heeft geleerd, dat het welslagen van de distri
butie verzekerd is, als de werkloozen zelf en.
de gemeenten die voor de distributie moeten.
zorgen hun voile medewerking verleenen.
Verwacht mag worden, dat spoedig uitbrei-
ding aan het plan kan gegeven worden, zoo-
dra meer gemeenten eraan deel nemen. Twee,
ideeele dingen worden er mede bereikt: sen
voedzaam volksvoedsel wordt verdeeld ddir
waar het gehruikt kan worden en de tuinder
vindt een afzet voor zyn dikwijls onverkoop-
baar product.
DE STERFTE IN 1933.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
gaf den jaargang 1933 der publicatie van de
sterfte naar den leeftrjd en de oorzaken van.
den dood in het licht.
Aan de inleiding waarin de voomaamste
verschijnselen der sterfte in beschouwing zijn
genomen, wordt het navolgende ontleend:
De sterfte beweegt zich in dalende richting
Van 26.56 per 1000 inwoners in de jaren
1840/49 daalde het sterftecijfers tot 8.75 in
1933; laatstgenoemd cijfer is het laagste dat
ooit werd bereikt.
Tegenover het zeer gunstige cijfer van
1932 8.99 per 1000 inwoners! blykt, dat van
1933 nog met 0.24 per 1000 inwoners te zijn
gedaald. Aan deze daling namen niet alle pro
vincdes deel. De provincien Noord-Holland,'
Overijssel, Groningen en Drenthe wijzen, zi|
het niet in hooge mate, op stijging.
een teug uit een kan ale te nemen.
,,Ik hoop niet, dat ik je in je ontbijt stoor.
Billy", zei ik.
Hij sprong glimlachend overeind en gooide
de krant op zijn stoel.
„Ik had er een voorgevoel van, dat je vroeg
zou komen", zei hij, op zijn oude joviale manier.
,jDan voelde je meer dan ik", lachte ik.
,,Wat ben je geheimzinnig."
Hij liep naar het buffet en haalde tusschen
de flesschen een enveloppe vandoan, welke hij
mij toewierp.
..Hier is je minnebrief, m'n jongen", zei hy
„Ik heb tegen het buffetmeisje gezegd, dat je
vanmorgen aan zou komen."
Ik nam de enveloppe van de tafel op, waar
zij was neergekomen en met een plotselinge
vreugdetriiiing herinnerde ik mij, dat ik Mer-
cia had geschreven.
„Wanneer is hij bezorgd, Billy?" vroeg ik
„Hij is gisterenavond om half tien door een
kleinen jongen hier gebracht. Toevallig was
ik juist tbuis en vertelde hem, dat je op Ash
ton logeerd'e, rriaar dat je zeker van morgen.
na het ontbijt hier zou komen. Goed gezegd,
is het niet? Van wien komt het? Van het
dametje met het pistool?"
Ik scheurde de enveloppe open en las haas-
tig den inhoud:
„Om vier uur ben ik in den ouden wind—
molen even voorbij Barham Bridge".
Er stond geen handteekening onder, maar
die had ik ook niet noodig.
„Sedert jy voor detective speelt, Billy, leer
je de kunst van gevolgtrekkingen maken hoe
langer boe beter."
Hij grinnikte en kwam achter het btrffet
vandaan, waarna hij de glazen deur opende
„Laten wij in den tuin gaan", zei hij, ik
heb wagonladingen nieuws voor je en het buf
fetmeisje komt aanstonds terug."
Wy gingen het trapje af, dat naar het vier-
kante grasveld achter het buds voerde en
namen plaats op een oude houten bank in den
zonneschijn.
(Wordt vervolgd. t,