GEMEENTERAAD VAN ZAAMSLAG. dourde den geheelen dag. Vier jonken werden in elkaar geschoten en verdwenen in de golven, Acht jonken werden door de politie buitge- maakt. De overige zeerooversschepen ont- iCwamen. Knim 50 zeeroovers zijn in den strijd gedood em een groot aantal piraten verdxonk. Twintig xeeschuimers werden door de politie gevangen genomen. Naar verluidt zou de vloot van de zeeschui- mers 300 jonken hebben geteld. Sedert een ma and plunderden de zeeroovers vele uit Noord-China komende vaartuigen, vooral vis- Bchersschepen, terwijl zij zich bezighielden met smokkelarij. 1ERSCHE BOEREN SLAAGS MET BELASTINKJAMBTENABEN. Tte Clogher in het graafschap Tyrone, zijn 'boeren slaags geraakt met belasting-amibte- naren, die bet vee van een boerderij in beslag fewaimen nemen. Een vijftlgtal boeren tracht- te de dieren te doen ontsnappen. Daarop ont- stond tusschen de boeren en de belasrting- arafotenaren een vuurgevecht. Ben sterke politiemacht, welke te hulp werd geroepen, slaagde er na eenigen tijd in de boeren te verspreiden. Er wordt geen mel- gemaakt van slachtoffers. BEN MOEDIGE DUITSCHE STEM TEGEN HET ANTI-SEMITISME. In de „Griine Blatter" stelt de bekende Bvamgeliscbe auteur, Johannes Miiller zich te weer tegen het anti-semitisme van het Derde Rrjk- Onder welke reahtstitels, en op grond van welke overweglng verklaart men de Joden thans vogelvrij en degradeert men hen tot staataburgers van een lagere orde en met minder recht? zoo vraagt hij zich af. Sedert het tjjdperk van him assimilatie hebben zij vele dragers der Duitsche cultuur voortge- bracht, die hun vergroeid zijn met het Duit- sche wezen en hun gelijkiheid met de andere voilksgenooten bewijzen. Ja, in den tijd van verVal van het huwelijk en van de ontbinding der families zijn zij het steeds geweest, die bet Duitsche familieleven hebben bewaard en hebben medegeholpen, het voor den nieuwe t»d te redden... Omdat echter het onbloedige pogrom van bet anti-semitisme geen reohtsgrond heeft 2900 gaat Miiller voort daarom klaagt men ben aan, dat zij aclhadelijk zijn voor het Duit sche volk. Ik wil hier niet opnoemen, wat men hun alles verwijit, in elk geval, hoe het ook zij. Niet voor alle Joden, doch slechts voor hoogstens een kleine minderheid zijn deze verwijten waar. Deze minderheid is het echter niet uitsluitend, die de natie schade doet, doch in het heele Duitsche volk zijn volksgenooten genoeg, die de zelfde schade aanrichten. Onder dergelijke omstandigheden is het daarom alleen rechtvaardig en nood- zakelijk, dat men een onzakelijke behandeling van alien, die het volk schade doen, uitsluit em bij deze zuivering evenmin naar afkomst, «ataTid en naam vraagt, als overal elders in de wetgeving en voor het gerechit. Wij hebben een schoolwetgeving noodig, die het bestaande gevaar opheft. Dodh deze zal slechts dan resultaat hebben, wanneer zij zich richt tegen alle sdhadelijke elementen en deze zonder aan zien des persoons onsdbadelijk maakt, i: plaats van zooals thans gesdhiedt, di scbuld af te wentelen op een volksdeel alleen en zich te wreken voor iets, waaraan dit volksdeel voor het overgroote deel onschuldig Is Vergadering van Donderdag 20 Dec. 1934. des namiddags 2 uur. Voorzitter de beer J. de Feijter, Burge- meester. Tegenwoordig de heeren S. van Hoeve, A. de Feijter, D. Dees, C. H. H. Wis.se, A. Haak, A. Dees, H. Bakker, D. G. Koopman, S. Buijze, d Maas en K. Hamelink, foenevens de Secre- taris J. Stolk. 1. Opening. De VOORZITTER opent de vergadering door het uitspreken van het gebedsformulier. It. Notulen. De notulen der vergadering van 5 Novem ber 1934 worden met algemeene stemmen vastgesteld, zooals deze den leden in druk zijn toegezonden. 3. Mededeelingen. a. Dat op 12 November 1.1. zijn opgeno- men boeken en kas van den gemeente-ontvan- ger en in kas is bevonden een bedrag van 8724,73% hetgeen overeenstemde met de vertoonde bescheiden. b. De VOORZITTER deelt mede, dat door bom aan Hare Majesteit de Koningin tegen 13 Maart 1935 ontisiag is aangevraagd als burgemeester. €5. Hij deelt mede, dat op 19 December een eonferentie is gehouden te Ter Neuzen, met de gemeentebesturen van Ter Neuzen, Hoek en Zaamslag, terwijl het gemeentebestuur van Axel niet tegenwoordig was, in welke eonfe rentie besproken is de circulaire van den Minister van Economische Zaken betreffende bet als proef dorschen met den vlegel, en dat nader is besloten, Zaterdag a.s, betreffende deze aangelegenheid een eonferentie te beleg- gen van alle gemeentebesturen uit Oostelijk Zeeuwsoh-Vlaanderen, wellke te Axel zal wor den gehouden. 4. Ingekomen stukken. a. Ben sohrijven van Gedeputeerde Staten houdende terugzending, voorzien van het be- wijs van goedkeuring, van het besluit van den raad van 5 November 1.1. tot overgave van bet laagspanningsnet aan de N.V. P.Z.E.M. Ajangenomen voor kennisgeving. b. Een schrijven van den Bond van Be- drgfsautohouders, daarbij mededeelende dat in hunne vergadering van 27 October 1.1. is aan- genomen.de navolgende motie: Bedrijf sautohouders uit West en Oost Zeeuwsch-Vlaanderen op Zaterdag 27 October 1934 in vergadering bijeen ter bespreking van ■de ongelijke concurrentie-voonwaarden van bet particuliere bedrijf tegenover de met over- beidssteun werkende tramwegmaatschappijen in hun gewest; gehoord de terzake gegeven toelichtingen en de gehouden besprekingen, inzicht verkre- gen in de bestaande verhoudingen, kennis ge nomen van de voorhanden feiten, spreken als bonne overtuiging uit, dat het voor de ont- wikkeling van het particuliere bedrijf niet al leen, maar voor de geheele gemeenschap in hun gewest ongewenscht en dus ontoelaat- baar is, dat aan bepaalde bedrijven gelden uit de openbare kassen worden beschikbaar gesteld verzoeken het bestuur van den B.B.N, al het mogelijke te doen, om het verleenen van subsidien ten bate van met het particuliere bedrijf concurreerende ondememingen tegen te gaan; besluiten deze motie ter kennis te brengen van Gedeputeerde Staten in de provincie Zeeland, de Kamer van Koophaundel, de bestu- ren van alle gemeenten, polders en andere localiteiten in Zeeuwsch-Vlaanderen, de direc- ties der in dit gewest werkende stoomtram- wegmaatschappijen, van alle bedrijfsautohou- ders-leden van den B.B.N. en van de pers en gaan over tot de orde van den dag. Naar aanleiding van dit adres is door de Z.V.T.M. toegezonden een afdruk van een courantenbericht over deze aangelegenheid. SBij besluit van den raad van 11 Juni 1912 werd aan de Z.V.T.M. voor het aanleggen en exploiteeren gedurende 20 jaren eene subsidie verleend ten bedrage van /625 per jaar. Waar in 1935 den laatsten termijn wordt bepaald stellen Burgemeester en Wethouders voor beide stukken aan te nemen voor ken nisgeving. De VOORZITTER vestigt er de aandacht op, dat zooals in de stukken staat, van de Z.V.T.M. nog is ingekomen een courantenbe richt waarin de directeur dier tramiwegmaat- scihappij verklaart, dat degenen die van mee- ning zijn, dat aan de Z.V.T.M. een subsidie wordt uitgekeerd voor de exploitatie van haar bedrijf, abuis zijn, en dat het hier geldt een temiynbetaling van een bedrag dat feitelijk ineens betaald moest worden. Voorgesteld wordt, de beide genoemde stukken aan te nemen voor kennisgeving, waaruit voortvloeit dat Burgemeester en Wethouders derihalve voorstellen, de subsidie voor 1935 opnieuiw te verleenen. De heer HAAK moet opmerken, dat de directeur van de Z.V.T.M. het wellicht niet juist kan vinden dat van een subsidie wordt gesproken, doch dat anderen daaraan wel een anderen uitleg kunnen geven. In ieder geval zit er iets onbillijks in, dat het particulier ini- tiatief met geld uit de overheidskas een moordende concurrentie wordt aangedaan. In- dien op de lijn gebruik gemaakt werd van bussen was het een ander geval, doch zooals nu de zaak is, komt het hierop neer, dat met belastinggeld, met hun eigen geld dus, den autoverhuurders een doodende concurrentie aangedaan wordt. Spreker zal hiervan nu niet veel zeggen, daar het het laatste jaar is, dat de subsidie gevoteerd moet worden, doch hij wenscht te doen uitkomen, dat hij ten aanzien hiervan aan den kant der autobus- houders staat. De VOORZITTER brengt in het midden, dat de directie der Z.V.T.M. het gevoteerde bedrag niet beschouiwt ale een subsidie doch eenvoudig als een jaarlijksche hijdrage, ter af- lossing van een toegestaan bedrag. Men moet niet uit het oog verliezen, dat men blij was, hier een tram te krijgen, en de toenmalige raadsleden, toen werd besloten een hijdrage te verleenen, niet konden voorzien, dat nu de toestand geheel veranderd is. Men kan van- daag iets besluiten, doch de toestanden kun nen zich wijizigen, waardoor een heele zaak later een geheel ander aanzien krijgt. De heer BUIJZE moet als zijn meening uit- drukken, dat hij veronderstelt, dat al is het geld niet bestemd voor de exploitatie, het toch vrijwel hierop neerkomt, dat de bijdrage van de gemeente a 625 toch even goed in de exploitatie gebruikt wordt. Spreker kan het niet goedkeuren dat met behulp van dit geld de particuliere bedrijven een zooals de heer Haak terecht zegt doodende con currentie aangedaan wordt. Er is wel gezegd, het is het laatste jaar, hierover moet verder niet veel meer gespro ken worden, doch spreker heeft een andere meening. Hij is van oordeel, dat het niet te pas komt, dat de tram met zijn groote auto's anderen den kop indrukt. De VOORZITTER moet er de aandacht op vestigen, dat hierin nog andere oorzaken mee- spreken. Toen de stoomtram HulstWalsoor- den niet meer rendeerde is er om bezuinigings- redenen toe overgegaan een autobus te ex ploiteeren. Er werden toen 2 bussen aange- schaft, en om die tweede bus rendabel te maken en in te rijden, is van de zijde van de tram tot vervoer per autobus van gezelscbap- pen enz. overgegaan. Men moet de zaak niet eenzijdig bekijken, doch van beide zijden 'bezien. De heer BUIJZE moet er dan toch op wij- zen, dat die tsweede bus dan het particulier bedrijf den kop indrukt. Dit zou toch niet mogen gebeuren. De VOORZITTER brengt daar tegen in, dat meerdere gemeenten een bijdrage hebben verleend, te betalen gedurende een tijdvak van 15 a 20 jaar. De Z. V. T. M. heeft daar- tegenover aan de gemeente toezeggingen ge- daan en zich tot heden. daaraan gehouden. Indien zij dit niet deed, kon men daarvan iets zeggen. De heer KOOPMAN is van meening, dat men de zaak ook kon omdraaien en zeggen, dat de Z. V. T. M. haar uiterste best doet, de aandeelhouders iets te kunnen geven. De VOORZITTER kan daarop, zelf aan- deelhouder zijnde, niets zeggen. De heer DE FEIJTER wil hieromtrent ook nog iets in het midden brengen en wel dit: De bijdrage is verleend, om de exploitatie van de tram mogelijk te maken, en deze in exploi tatie te houden. Met de tram worden ver- voerd vele producten, waaronder ook veel landbouwproducten. Tot heden toe heeft de tram nog net gedaan als ten tijde toen de sub sidie werd verleend. Men heeft daarop dus weinig te vertellen. Als1 de bestaande lijnen waren vervangen door buslijnen) was dat an- ders geweest. Waar de subsidie in 1935 voor het laatst wordt verleend, acht spreker het de moeite niet, hierover nog veel te praten. De heer HAAIK heeft alleen te kennen wil len geven, dat de directeur van die instelling in het door hem gepubliceerde krantenbericht een uitleg aan de zaak heeft gegeven waar- mede spreker het niet eens was. En overigens doet het er niet toe, of een felt klein of groot is, het komt er voor spreker op aan, dat dit feit niet goed is. Indien de tramlijnen door bussen werden vervangen zou dit niet anders zijn, het komt er voor spreker op aan, dat de subsidie niet verantwoord wordt voor het doel waarvoor het gegeven werd. En wat de heer Koopman opmerkt omtrent het dividend van de Z.V.T.M., daaromtrent kan hij hem wel gerust stellen, de aandeelhouders kunnen wel op een houtje bijten. Het schrijven van den B. B. N. wordt met algemeene stemmen aangenomen voor kennis geving. c. een schrijven van de voetbalvereeniging Othene, met verzoek voor het jaar 1935 weer een zeker bedrag ten behoeve der kas der ver- eeniging te mogen ontvangen. Burgemeester en Wethouders stellen voor, deze vereeniging die reeds subsidie genoot te beriehten dat de voor 1935 uitgetrokken sub sidie ponds-pondsgewijze zal worden verdeeld. De VOORZITTER deelt mede, dat een be drag voor subsidies aan de voetbalvereenigin- gen is vastgesteld, waarin ook de voetbalver eeniging te Othene haar deel krijgt. Hij ver- moedt, dat dit bij vele bestaande voebbalver- eenigingen echter de moeite niet zal zijn. De heer HAAK merkt op, dat hierbij dus de begrooting kan worden afgewacht. Aangenomen voor kennisgeving. d. Eea schrijven van de Provinciale Com- missie voor werkloozenzorg houdende ver zoek: a. landarbeiders, die werkloos worden met werkverschaffing te helpen, waarin een loon kan worden verdiend van temminste 12 per week van 48 werkuren; b. waruneer geen werkverschaffingsobjec- ten voorhanden zijn, voor de werklooze land arbeiders een steunregeling vast te stellen met een norm van: 1. voor hen, die tegen de gevolgen van werkloosheid zijn verzekerd van: a. gehuwden en kostwinners van f 8 per week plus f 0,75 per gezinslid boven de twee personen; b. kostgangers f 6 per week 2. voor de overigen: a. gehuwden en kostwinners f 7 per week plus f 0,50 per gezinslid boven de twee per sonen b. kostgangers 5 per week; c. aan de gehuwden en kostwinners, die in werkverschaffing werken, uitkeering ontvan gen uit de werkloozenkas of een crisissteun- regeling, een brandstoffenbijslag uit te be talen van f 1 per week d. voor vak- en industriearbeiders dezelfde maatregelen te nemen, doch de steunnorm en/of het loon in de werkverschaffing voor deze arbeiders vast te stellen in verhouding tot de loonen, welke deze arbeiders verdienen. De heer MAAS merkt met betrekking tot den loonnorm op, dat in een vorige ver gadering deze is bestreden en is gezegd dat de loonnorm f 11 inplaats van f 12 zou zijn. Hij is het ermee eens, dat deze, zooals hier ge zegd f 12 bedraagt. Indien men des Zater- dagsmiddags door zou werken, zou het loon toch f 12 zijn, zou men 's Zaterdagsavonds toch 12 bij de vrouw brengen. Wat betreft het punt betreffende een toelage per gezinslid kan spreken als zijn persoonlijke meening te kennen geven, dat dit zeer mooi zou zijn, als dit gegeven zou kunnen worden. De regeling is echter eenmaal vastgelegd, en spreker is ervan overtuigd, dat er ergens een grens moet zijn, daarom zal hij zich scharen aan de zijde van Burgemeester en Wethouders. Aangenomen voor kennisgeving. e. Een schrijven van den Bond van Arbei ders in het Land-, Tuin- en Zuivelbedrijf en van den Nederl. Chr. Landarbeidersbond en Ned. R. K. Landarbeidersbond houdende ver zoek voor zoover nog geen maatregelen dien- aangaande zijn genomen of worden voor- bereid: le. De tewerkstelling in de werkverschaf fing hunner betrokken leden ook in de trek- kingsperiode te willen bestendigen, in elk geval zoolang de weersgesteldheid voortzet- ting mogelijk maakt. De minister van Sociale Zaken, die het voorgaand jaar het verzoek der landarbeiders- bonden ondersteunde, heeft hen thans mede- gedeeld in die richting opnieuw een schrijven te zullen richten aan alle gemeentebesturen. 2e. Plaatsing in de werkverschaffing of het brengen respeotievelijk houden ender de steunregeling van die leden, die 5 jaar achter- een de voile werkloozenkasuitkeering hebben getrokken en die dit jaar niet voor uitkeering in aanmerking komen, evenals die leden, die economisch niet in staat waren sinds de voor- gaande trekkingsperiode 4 weken in het vrije bedrijf te werken. 3e. Aan de leden van hunne botiden, die uit. de werkloozenkas trekken, op die uitkeerin- gen een zoodanigen bijslag te verstrekken, dat hun kasuitkeering en bijslag tezamen min- stens gelijk is aan het bedrag, waarop ze recht hebben, indien ze uitkeering ontvangen krachtens de steunregeling. 4e. Op de werkloozenkas-uitkeering een wekelijksche brandstoffenbijslag te verstrek ken, zooals ook het geval is met de tewerk- gestelcien in de werkverschaffingen en aan werkloozen, vallende onder de steunregeling Ook ten opzichte van de verzoeken onder 3 en 4 genoemd, hebben hunne besturen goede gronden om aan te nemen, dat de Minister van Sociale Zaken de verstrekking van zoo danige bijslagen zal goedkeuren. Het vertrouwen uitsprekende, dat de raad al deze verzoeken in emstige overweging zal willen nemen, teekenen zij. Burgemeester en Wethouders stellen voor de stukken d en e aan te nemen voor kennis geving. Aangenomen voor kennisgeving. f. Een schrijven van de afdeeling Z. Vlaanderen O. D. van de Maatschappij ter be vordering der Geneeskunst voor O. Z.-Vl houdende bericht, dat een ziekenfonds is op gericht. Dit fonds beoogt om, bij wijze van onderlinge verzekering, aan personen, die door hun maatschappelijken welstand niet door eigen middelen op de gewone wijze daarin kunnen voorzien, geneeskundige hulp te ver- schaffen. Hierbij worden gewone genees kundige hulp en genees- en verbandmiddelen verstrekt niet allepp., maar ook chirurgische specialistische hulp. Zoodra ook de omstan digheden het toelaten, zal ook andere specia listische hulp worden verstrekt. De premie is zoodanig gesteld, dat met de tegenwoordlge economische toestanden is rekening gehouden. Toch doet zich nog een Ongunstige factor gelden, n.l. de werkloos heid, waardoor de premie door de personen die hierdoor zijn getroffen, niet altijd kan worden opgebracht. Aangezien er dus een toestand is ingetreden waardoor niet alleen in hun geneeskundige verzorging kunnen voorzien en deze van zeer algemeen belang is, zal hierin o.i. door de overheid moeten worden voorzien. Daar door de ongunstige economische om standigheden de artsen reeds een groot deel van him vorderingen moeten derven, kan in dezen geen beroep op hen gedaan worden. Het bestuur brengt hierbij verder onder Uwe aandacht dat het fonds niet, zooals in de groote steden, over een reservefonds beschikt en dat het in den eersten tijd de ongunstige risico's bij de toetreding der leden voor zijn rekening moet nemen. Hieruit volgt, dat het fonds niet in staat is voor werkloozen een ge- deelte van de premie te laten vallen. Bovendien neemt het fonds de groote on- kosten van operatie's voor zijn rekening waardoor de gemeentelijke armbesturen tot nu toe steeds meer belast werden en dus daarvan ontheven zullen worden. Redenen waarom het bestuur van het zie kenfonds een beroep doet op Uw wijs beleid, om in dezen de noodige regeling te treffen waardoor tijdens de werkloosheid, de personen, die hierdoor getroffen zijn, toch niet van geneeskundige zorg verstoken blijven. Het fondsbestuur is van meening, dat hierin voorzien zou kunnen worden als door de ge meente minstens 50 van de premie voor haar rekening werd genomen. Het bestuur verzoekt U daarom deze aan gelegenheid in emstige overweging te nemen en de noodige overeenkomst met hem te wil len treffen. De heer HAAK staat ten dezen geheel aan den kant van Burgemeester en Wethouders. Het komt hem voor, dat het beter is, hier niet op in te gaan, alvorens over goede gegevens beschikt kan worden. Als men een goede berekening heeft, kan men ongeveer weten wat de kosten gaan bedragen, doch nu kan daarover geen oordeel geveld worden. Het fondsbestuur vraagt 50 °/c van de premie voor rekening der gemeente te nemen, doch men weet niet hoeveel dit zijn zal. Het komt hem ook beter voor, dat hiemaar een onderzoek wordt ingesteld, en in een latere vergadering Burgemeester en Wethouders met een afge- rond voorstel komen. De heer BUIJZE zou het moeten prijzen, dat Burgemeester en Wethouders het nut in- zien van een dergelijke inrichting. Hij vindt het terdege goed, dat de menschen zooveel mogelijk worden geholpen in den tijd dat ze geen werk hebben en het betalen der premie een bezwaar voor hen is. Men mag den werkloozen den kop niet in- drukken, naar sprekers meening zullen er in deze gemeente rijen werkloozen blijven, en indien deze de premie zouden moeten blijven betalen, kan moeder de vrouw deze premie niet missen, want dan heeft ze al haar geld noodig. Spreker zou het toejuichen, als alien in het ziekenfonds georganiseerd waren, dit is een heel goede zaak te achten. Spreker ziet de zaak van dien kant, dat hij het noodzakelijk acht voor den arbeider zich bij een dergelijk fonds aan te sluiten, dan heeft bovendien de gemeente zich niet in de bres te stellen. In dien er nu zouden zijn die ziek zouden wor den, zou dit tengevolge hebben dat deze zich moesten wenden tot het Burgerlijk Armbe- stuur, de diaconie en wie ter wereld meer. 'Het is gelukkig, dat er thans slechts zeer enkelen zijn, die doktershulp noodig hebben, anders zou het niet te betalen zijn. Spreker is er voor, het adres aan te houden en in de eerstvolgenide vergadering, na rijp overieg, te overwegen. Naar zijn meening is een dergelijke instel ling van groot nut. De heer WISSE is ook van meening, dat deze zaak nuttig is. Indien deze is onderzocht en berekend, kan men hierover nader spreken. En dan twijfelt hij niet of men zal tot een goed resultaat kunnen komen. Indien hij na- gaat, wat het Burgerlijk Armbestuur thans betaalt voor verpleging enz. komt hij tot de conclusie dat dit een heel bedrag is. Naar zijn meening zou, door hetgeen bespaard wordt, de contribute voor een ziekenfonds gemakke- lijk betaald kunnen worden. De heer HAMjELINK kan zich gedeeltelijk bij het voorstel van Burgemeester en Wethou ders aansluiten. Spreker had niet gedacht, dat iniwilliging van het verzoek van het fondsbe stuur een moeilijkheid kon zijn. Er is zoo juist al op gewezen, dat diegenen die hulp be- hoeven en niet meer kunnen betalen, terecht kunnen bij het Burgerlijk Armibestuur. Nu is spreker van oordeel, dat indien de gemeente ertoe zou overgaan, het verzoek van het fondsbestuur in te willigen, hiermede een aan- merkelijike besparing op de bemoeiingen van het Burgerlijk Armbestuur zou worden ver- kregen. Spreker zou daarom ook niet gaame zien, dat van deelname afgezien werd. iHij heeft gelezen, dat een gelijke zaak te Goes ook in den raad is aangenomen. Daar zal worden betaald ddn derde der premie door de gemeente, edn derde door de menschen zelf en 6en derde neemt het fonds voor zijn rekening. Het bedrag dat als uitkeering voor de gemeente wordt geraamd, is f 200. Nu zal natuurlijk Goes en Zaamslag wel wat schelen doch als men te Goes 200 betalen moet, is spreker van meening, dat dit voor Zaamslag zeker niet meer zal zijn. Indien men hiertoe overgaat bespaart dit weer op de uitgaven en is het Burgerlijk Armbestuur hiervoor naar zijne meening bijna niets meer kwijt. De heer KOOPMAN merkt op, dat de groot- ste factor in dit geval is de hijdrage, welke het Rijk verstrekt in de werkloozenzorg. Wist men dit dan had men een groote wetenschap. Er zijn in de buurt gemeenten die 6062 uitgekeerd krijgen, doch de gemeente Zaam slag krijgt van iedere gulden die zij uitbetaalt 27 k 30 cent terug. En dan komt spreker terug op hetgeen hij op een vorige /ergade- ring ook reeds heeft gezegd, n.l. dat de groote steden het rijk het meeste kosten en dat de Minister voor het platteland met een koopje klaar komt. Indien het te Goes zoo weinig kost wordt dit door de bijdrage van het rijk ook weer gemakkelijker gemaakt dan hier het geval zou zijn. Het zou mooi zijn als een regeling getroffen kon worden, waarbij ieder een derde van de premie betaald, hij gelooft ook niet dat dit voor deze gemeente zoo'n bezwaar zou zijn. Men moet echter oppassen, de zaak ook niet te rooskleurig voor te stellen. De heer Hamelink heeft gezegd, dat dan het Burger lijk Armbestuur bijna niets meer kwijt zou zijn, doch de heer Hamelink moet niet uit het oog verliezen, dat er hier versdheidene oude menschen "en gebrekkigen zijn, die geregeld verbanden enzoovoorts noodig hebben, die dus feitelijk als vaste posten zijn te beschouwen. Hij is van meening, dat het Burgerlijk Arm bestuur er niet in die mate door zal verlicht worden als de heer Hamelink zich voorstelde. Het is en blijft echter een mooi idee, en de doktoren zouden door een dergelijke regeling zeker zijn van hun centen. De VOORZITTER moet toestemmen, dat de bijdrage van het rijk in de verwezenlijking van dergelijke zaken inderdaad een groote rol speelt. Deze gemeente krijgt een bijdrage van 27 terwijl andere gemeenten, b.v. Axel, Ter Neuzen en Hoek, een bijdrage van 62 ontvangen. Dit is wel jammer. Het komt erop neer, dat de gemeenten die zuinig geleefd en zuinig beheerd hebben, het loodje leggen. Burgemeester en Wethouders stellen voor deze zaak nog nader te bekijken en in een voligende vergadering met een afgerond voor stel te komen. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. g. Een schrijven van den Christelijken Be- sturenbond, luidende: dat de Minister van So ciale Zaken hij circulaire van 10 Juli 1934 aan gemeenten het recht geeft, om aan werkloo zen boven het uit te keeren steunfoedrag ook nog een toesldg te geven aan diegenen die lid zijn van een ziekenfonds, verzoekt Uw ver gadering, daar ook in onze gemeente zulk een ziekenfonds bestaat om aan de werkloozen die daarvan lid zijn, een toeslag te geven boven het steunbedrag als bedoeld in de circulaire hierboven genoemd. Aangenomen voor kennisgeving. h. Een schrijven van het Ministerie van Sociale Zaken, luidende: dat het wenschelijk is gebleken, dat een nadere regeling wordt gesteld ten opzichte van het verleenen van steun aan werkloozen, die spaargelden of hul- zen bezitten. In overieg met den Directeur van de Rijks- postspaarbank en het Bestuur van den Ne- derlandschen Spaarbankbond heb ik besloten het re6ds in de meeste gemeente in gebruik zijnde zgn. machtigingsformulier, waarbij de ondersteunde de bankinstellingen machtigt, alle gavraagde inllehtdngen omtrent een even- tueel tegoed aan Burgemeester en Wethou ders zijner gemeente te verstrekken, in te trekken. In de plaats daarvan gelieve U in den ver- voige te doen gebruiken de hiemevens gaande verklaring. In het algemeen gelieve U met de taedoelde verklaring te volstaan en slechts in zeer bijzondere gevallen, n.l. dan alleen indien U gegronde redenen aanwezig acht, om de af- gelegde verklaring als onjuist te kwalificee- ren, een nader onderzoek naar de juistheid te doen instellen. In die gevallen gelieve U als volgt te handelen. Den ondersteunde, dan wel den aanvrager om steun, gelieve U ter hand te stellen een brief, waarvan een ontwerp hiemevens gaat. Den betrokkene worde de verplichting opge- legd, dien brief aan de door U aan te wijzen spaarbanken te venzenden, terwijl hem daar bij worde opgedragen, binnen 10 dagen het antwoord van de desbetreffende bank te too- nen. Niet alleen indien uit het antwoord van de spaarbank blijkt, dat de opgave onjuist is geiweest, doch ook, als binnen den gestelden termijn het antwoord niet wordt getoond, worde de betrokkene, zoo hij reeds in onder- steuning was, onverwijld van ondersteuning uitgesloten, terwijl indien U daartoe aanlei ding vindt, de Officier van Justitie met het geval in kennis moet worden gesteld. Nogmaals vestig ik er Uw aandacht op, dat tot het inzenden van een brief door den betrokkene, ale hiervoor bedoeld, slechts bij hooge uitzondering dient te worden overge gaan. Vervolgens heb ik besloten de regeling voor den wachttijd voor bezitters van spaargelden en huizen eenigermate te wijzigen. In de eerste plaats merk ik op, dat in den vervolge in het algemeen kunnen worden vrij- gelaten spaargelden tot een maximum van f 200. Mochten zich zeer bijzondere gevallen voordoen, waarin U meent dat tot afwijking van dezen algemeenen regel termen bestaan, dan kunt U zich daaromtrent tot mij wenden. Voorts kunnen buiten beschouwing worden gelaten bedragen, die door ongehuwden zjjn gespaard met het oog op een uitzet voor een komend huwelijk, indien naar Uw meening redelijkerwijs kan worden aangenomen, dat het huwelijk binnen afzienbaren tijd zal wor den voltrokken. Ook voor gelden, bestemd voor zgn. afhaal- diensten in verband met betaling van belas- tinig enz. en gelden door kinderen bijeenge- ■bracht, als deelnemers aan het schooisparen, behoort geen wachttijd te worden voorge- schreven, dan wel aftrek op den steun plaats te hebben. Wat den wachttijd betreft, zij het volgende medegedeeld Tot dusverre vond de regeling, dat het aan tal wachtweken werd verkregen, door het spaargeld te deelen door anderhalf maal het steunbedrag, toepassing. Deze regeling blijft gelden wanneer de betrokken werklooze boven de f 500 spaargeld bezit, en wel voor het be drag boven de 500. Voor bedragen van f 200 tot f 500 (zooals hiervoor werd opgemerkt, kan een bedrag van /200 buiten beschouwing blijven) gelieve U in het vervolg de volgende regeling toe te passen. De betrokkene kan, indien hij daarvoor ove rigens in aanmerking komt, terstond in onder steuning worden opgenomen. Hem worde ech ter niet het voile, doch het halve steunbedrag uitgekeerd. Het aantal weken, gedurende welke halve steun wordt verstrekt, wordt ver kregen door 2/3 van het bedrag boven 200 te deelen door de helft van het steunbedrag, dat de betrokkene zou ontvangen, indien hij geen spaargeld had. Ik meen goed te doen het vorenstaande met een 2tal voorbeelden te verduidelijken. 1. Stel een werklooze bezit 350 en zou, indien hij geen spaargdld had, een steun ont vangen van ,f 10, het halve steunbedrag is mitisdien f 5. Ingevolge het vorenstaande mag een bedrag van 200 buiten beschouwing blijven, zoodat in aanmerking wordt genomen 350 min 200 of 150. De berekening van het aantal weken, waarover de betrokkene halven steun mag ontvangen, is als volgt: 2/3 (spaarg. min /200) 2/3 X 150 100 steun X 20 weken. Na dit aantal weken mag de onder steunde, indien hij daarvoor overigen in aan merking komt, den vollen steun ontvangen. ongeacht, hoeveel hij door zuinig te leven van zijn spaargeld heeft overgehouden. 2. iStel een werklooze bezit 620. Derhalve f 120 meer dan de hiervoor genoemde limiet van 500. Zijn steun zou, indien hij geen spaar geld had, bedragen 10 per week. VoOr dit bedrag van f 120 boven den li miet moet hij voortaan een wachttijd door- maken gelijk aan: het spaarg. min f 500 120 8 weken. 1% steunbedrag 15 Na dezen wachttijd kan hij halven steun ontvangen en wel gedurende een aantal weken, gelijk aan 2/3 v. h. rest, spaarg. min /200 2/3 X /300 steunbedrag X 10 40 weken. Na het verstrijken van den wachttijd en het aantal weken, waarover halve steun is ver strekt, kan de betrokkene indien hij daarvoor overigens in aanmerking komt, vollen steun ontvangen, ongeacht hoeveel hij door zuinig leven van zijn spaargeld mocht hebben over gehouden. De regeling voor diegenen, die een huis be zitten, wordt met het vorenstaande in over- eenstemming gebracht. Gehandhaafd blijft de bepaling, dat, indien zulks nog niet het geval mocht zijn, op het huis een hypotheek moet worden genomen en wel tot een bedrag van ongeveer 50 van de tegeniwoordige waarde. Van dit hypotheekbe- drag kan, evenals ten aanzien van spaargeld Is bepaald, een bedrag van f 200 buiten be schouwing worden gelaten. Met het resteeren- de bedrag wordt gehandeld als is aangegeven met betrekking tot de spaargelden. Ik merk hierbij op, dat het de bedoeling is, dat de verplichting tot het nemen van hypo theek alleen in die gevallen wordt gesteld, waarin de woningen een behoorlijke waarde bezitten. Gebrekkiige woningen en in het al gemeen woningen die een waarde van 1000 niet te boven gaan, kunnen buiten beschou wing worden gelaten. Ook indien de woning meer waarde dan 1000 heeft, doch de be trokkene er niet in slaagt, hypotheek op zijn huis te verkrijgen, kan hem overeenkomstig de regeling steun worden verleend. Uwerzijds dient dan uiteraard te worden nagegaan, of de betrokkene inderdaad emstige pogingen om een hypotheek te verkrijgen, in het werk heeft gesteld. Burgemeester en Wethouders stellen voor,

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 6