ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN KROOH CACHETS No. 9249 VRIJDAG 18,JANUARI 1935 75e Jaargang Binnenland Buitenland verdrijven kou en pijn EERSTE BLAD nrr bead verschijnt iederen maandag-, woensdag- en vrijdagavond. De Saarkwestie. Wet Doosiz KROONTJES so<t »Wcdt ITLijsihacdi maald goed" NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSRRIJSBinnen Ter Neuzen /1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1.55 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Beigie en Amerika 2,—, overige landen /2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor net buitenland alleen by vooruitbetaling. TJltgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20: KLEINE AD VEKTENTMNper 5 regels 50 cent by vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien by regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrygbaar is. Inzending van advertentien liefst Afin dag voor de nitgave. HINDERWET. Burgemeester en Wetbouders van TEP. NEIUZEN brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeente-secretarie ter inzage ligt een veraoek met brjlagen van LOUIS OPPENEER te Ter Neuzen, om vergunning tot bet op- riehten van een graanmolen met electro motor In perceel kadastraal bekend in Sectie L No. 1442 gelegen aan de Donze-Visserstraat S3, boek 2e Verbindingsstraat. Op Dinsdag 29 Januari a.s., des namid- dags drie uur, zal in het Gemeentebuis ge- legenbeid bestaan om bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te licbten. Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren bebben, kunnen gedurende drie dagen, voor het bovengemelde tijdstip, ter Secretarie der gemeente kennis nemen van de ter zake irage- komen schrifturen. De aandacbt van belangbebbenden wordt er op gevestigd, dat volgens de bestaande juns- prudentie niet tot beroep gerechtigd zijn, zij, die niet overeenkomstig artikel 7 der Hinder- wet op den bovenbepaalden dag voor bet ge- meentebestuur zijn verschenen teneinde hunne bezwaren mondeling toe te licbten. Ter Neuzen, den 15 Januari 1935. Burgemeester en Wethouders voomoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter openbare kennis inge- volge artikel 38, juncto artikel 16 der Drank- wet, dat bij hen is ingekomen een verzoek om een verlof A van HONORe DE NIJS, van beroep schipper, won end© te Ter Neuzen, voor de benedenlocaliteit van bet perceel plaatselijk gemerkt 71 en gelegen aan de Dijkstraat te Ter Neuzen. Binnen twee weken nadat deze bekend- rnAking is gescbied, kan ieder tegen het ver- lenen van het verlof scbriftelijk bezwajresn indienen bij Burgemeester en Wetbouders. Ter Neuzen, 18 Januari 1935. f, i.gemeester en Wetbouders voomoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. BEGRAFENIS minister kalff. In alien eenvoud beeft gistermiddag de overbrenging van het stoffelijk overschot van Minister Kalff van Wassenaar naar Wester- veld plaats gehad om daar te worden ter aardebesteld. De belangstelling in bet deftige en rustige villapark de ,,Kievit" waar de Minister woonde, was niet bijzonder groot. Slechts een klein aantal belangstellenden had zicb in de laan opgesteld om bij het vertrek van den overleden staatsman aanweaig te zijn Naar mate de tijd echter verstreek en het ooigenblik van vertrek naderde, kwamen er meer menschen, waarcnder verscbillende leden van bet personeel van bet dep^rtement van waterstaat, die hun hoogsten chef bij den aanvang van zijn laatsten reis een groet bracbten. De vertegenwoordiger van H. M. de Komingin, Mr. W. J. baron van Lynden, opper- kamerbeer, de Ministers en de familieleden die in den stoet zouden volgen, waren eenigen tijd te voren in bet sterfhuis aangekomen, waar Ds. J. Blaauw een korte rouwdienst leidde. Omstreeks half een werd een aanvang ge- maakt met het opstellen van den stoet. Twee bloemenauto's reden den tuin van 's Ministers villa „de Beukenbof" in tot voor de hoofd- ingang. Een schat van kransen en bloemstuk ken werd vervolgens naar buiten gedragen. Er waren meer dan 50 bloemstukken. Het plechtige oogenblik, dat de kist met het stof felijk hulsel uitgedragen zou worden, was aangebnokenDe kist werd in den auto ge- plaatst en daarop werd een aantal kransen ge- legd, waaronder die van H. M. de Koningin, van de regeering en de familie. Allereerst werd de lijkauto gevolgd door een bofauto waarin de vertegenwoordiger van H. M. de Koningin, daama kwamen een groot aantal volgauto's, waarin hadden plaats genomen de Ministers Oolijn, De Graaf, De Wilde, Mar chant, Oud, Deckers, Steenberghe, Slotemaker de Bruine en de oud-minlster Mr. Verschuur Het was reeds over 66n uur toen de stoet zicb in beweging kon zetten, geescorteerd door de rykspolitie en motorpolitie tot aan de grens dier gemeente. Wegens de begrafenis van Minister Kalff was aan de regeeringsgebouwen en verschil lende legatiegebouwen de vlag halfstok ge- hescben. Onder buitengewoon groote belangstelling is daama op de begraafplaats Westerveld de plechtigheid geschied van de teraardebestel- ling van bet stoffelijk overschot van den Minister van Waterstaat, Ir. A. J. Kalff. Of- scboon rekening was gebouden met den wensch van den ontslapene, dat aan de be grafenis een eenvoudig karakter zou worden gegeven. werd aan zijn nagedacbtenis alleen reeds 'n groote en grootsche eer bewezen door de aanwezigheid bij zijn laatste rustplaats van tal van boogwaardigbeidsbekleeders, autori- teiten en andere persoonlykheden, die per auto of extra treinen, welke de directie van de Ned. Spoorwegen had doen rijden de reis naar Drie- hudzen-Westerveld hadden aanvaard. Onder degenen, die reeds een klein uur van te voren op de begraafplaats aanwezig waren, behoorden bebalve de directeur-generaal van Waterstaat ,Ir. Ringers, Ir. J. P. van Viissin gen, Ir. P. J. P. van der Steur, de directeur Mr. J. Draayer, de waterbouwkundige D. de Jong en de boofdcommies G. W. J. Zittersteyn. Om half drie hadden zich op het kerkhof tal van belangstellenden opgesteld, w.o. Ministers, Kamerleden, leden van den Raad van State, boofdambtenaren, het boofdbestuur van den Vrijheidsbond, vertegenwoordigers van de Staatsmijnen en van de Zuiderzeewerken en tal van andere personen. Om 3 uur werd de met Woemen bedekte kist uit de kapel gedragen. Achter de dragers schaarden zich de familieleden, onmiddellijk gevolgd door den Minister-President Dr. H. Colijn en andere Ministers van bet kabinet. Terwijl de stoet langzaam grafwaarts schreed, speelde het bij het door een scbat van bloamen en kransen omgeven graf opgestelde Spoor- harmoniecorps Crescendo", waarvan de over- ledene beschermheer is geweest, bet „Ases Tod" van Grieg. Achter het eerste gedeeite van den stoet sloten zich honderden belangstellenden aan. Rijks- en gemeente-politie hadden om en op de begraafplaats voor een uitnemende afzet- ting zorg gedragen. Ook op het heuvelachtlge gedeeite achter bet graf stonden enkele hon derden niet-officieele belangstellenden. Aan de groeve heeft Dr. H. Colijn, Minister- President, het eerst het woord gevoerd. Hij zeide dat op uitdrukkelijk verzoek van de familie Kalff aan deze plechtigheid een een voudig karakter was gegeven, en daarom ook was afgezien van een teraardebestelling met j militair eerbetoon, welke de regeering had aangeboden. Ook was het de wensch van den overledene, dat op zijn graf niet een vloed van redevoeringen zou worden uitgesproken, maar dat slechts enkelen het woord zouden voeren. Spr. betuigde aan de familie zijn erkentelijk- heid, dat hem de gelegenheid was gegeven, hier in het openbaar te getuigen van de groote waardeering, die zijn ambtgenooten en hij zelf voor hun heengeganen collega hebben gevoeld en te meer, zeide hij voel ik mij daar- toe gedrongen, omdat voor de doodelijke ziek- te, die onzen ambtgenoot heeft ten grave doen dalen, de kiem werd galegd tijdens een ambtelijke reis. Men had kunnen meenen, dat zijn krachtig lichaam tegen die ziekte wel be- stand had kunnen zijn, maar verliiest daarbij dan uit het oog, dat de groote spanningen, die ook hy in zijn werk van tijd tot tijd te ver- duren gebad had zijn weerstandsvermogen hadden ondermijnd. Toen ik, ging spr. verder, twee jaar geleden geroepen werd om het kabinet samen te stel len, heb ik gemeend ook de liberale ricbting in ons land daarin te moeten opnemen en al spoedig gingen mijn gedacbten in dit verband naar Kalff, die ik aan bet werk had gezien als directeur van de Spoorwegen en voor wiens krachtige, vaste leiding van dat groote bedrijf ik groote waardeering had opgevat. Hij had de Spoorwegen na een periode van moeilijk- heden weer op ©en gezonde basis gebracht; ook had spr. zicb niet vergist in zijn karakter. Van politieke personen kan men verlangen, dat zij zicb niet onttrekken, zoo zij geroepen worden tot een zware taak in 'a lands belang. Kalff heeft aan de roepstem die tot hem kwam, om zich voor een buitengewoon moei- lijke taak beschikbaar te stellen, gevolg ge- gsven met opoffering van een aangenamen werkkring. Hij heeft belangrij.ke financieele offers gebracht om zicb aan het lief en leed van de staatszaken te wijden. Een moeilijke taak werd hem opgedragen. Op verkeersgebied kwam hij voor een bijna chaotischen toestand te staan, waarin hij ver- betering moest brengen. De grondslagen voor die verbeteririg beeft bij zelf gelegd, doch de voltooiing van zijn werk heeft hij niet meer mogen aanschouwen. Niet het minst daar om is zijn heengaan een groot en bijna onher- stelbaar verlies voor het land. Kalff bezat naast zijn groote bekwaamheid en toewyding eigenschappen, die hem bijzonder gescbikt maakten voor zijn ambt. Hij was op en top een regent en verstond wat regeeren beteekent. Daamaast moet van bem getuigd worden, dat hij in bijzondere mate de gave bezat met menschen van andere richting samen te werken. Als liberaal was bij in bet ministerie ge- treden en liberaal is bij gebleven. Maar een liberaal van zeer voomame allure, die altrjd meewerkte en zocbt naar hetgeen vereenigde in den gemeenschappelijken arbeid. Ook daar heeft hij zicb een man van groote allure be- toond. Als mensch verliezen zijn ambtgenoo ten veel aan bem en het land verliest mede veel. Zijn vervanging zal bijzonder moeilrjk zyn. Een man van hoffelijke welwillendbeid is van ons heengegaan, wiens zakelyke bondig- beid in bet bijzonder zal worden gemist. Een man van een karakter dat, zei spr., boven mijn lof is verheven. Op hem is tenvolle de Engelsche uitdrukking „every inch a gentle man" toepasselijk. Spr. eindigde met eraan te berinneren, dat Kalff zijn groote gaven van hart en verstand van God bad ontvangen. Daarom scbeid ik besloot hij van deze groeve niet zonder getuigd te hebben van den grooten dank, dien wij Gode schuldig zijn voor hetgeen hij aan het Vaderland in dezen man beeft geschonken. Na Minister Colijn werd bet woord gevoerd door den beer Dr. H. van Manen namens de directie der Nederlandsche Spoorwegen, die de groote verdiensten van den beer Kalff her- dacht als directeur van de Ned. Spoorwegen. Zijn nagedacbtenis zal bij de spoorwegen in hooge eere worden gebouden. De oudste zoon van den overledene heeft tenslotte bedankt voor de belangstelling, in het bijzonder H. M. de Koningin en tenslotte een ontroerend woord van afscheiid aan zijn vader gesproken. Hiermede was de plechtigheid teneinde. Kort daama is het stoffelijk overschot van de voorloopige groeve naar het familiegraf over- gebracht en daar bijgezet. BEGRAFENIS ir. J. ROSTER. overschot van Ir. J. Koster, die Zaterdag te Bonn is overleden. Om half drie werd in de woning van den overledene een godsdienstoefening gehouden, die geleid werd door pfarrer Dr. Thorns, predi- kant van de Duitsch Evangelisch Luthersche gemeente te Heerlen. Om half vier vertrok de stoet van bet sterf huis. Aan den kop ging de Kon. Harmonie St. Caecilia, die triermuziek speelde. Daar op volgde de colonne Heerlen van bet Ned. Roode Kruis. Aan de geopende groeve, waarom zich een groot aantal belangstellenden had verzameld, werd in de eerste plaats bet woord gevoerd door pfarrer Thorns en vervolgens door Ds. P. Warners, uit Gaanderen, een neef van den overledene. Mr. P. Droogleever Fortuyn, uit Rotterdam, voercje het woqrd namens de Eerste Kamerfractie van den Vrijheidsbond. Hij huldigde de nagedachtenis van Ir. Koster en memoreerde de voortreffelijke wijze waar- op hij gedurende de zeven jaren dat hij in de Eerste Kamer zitting heeft gehad, de belan- gen van zijn partij heeft vertegenwoordigd. Namens het hoofdbestuur van den Vrij heidsbond werd het woord gevoerd door Mr. Boon en verder spTaken nog een zoon van Mr. P. Rink, die namens zyn vader hulde aan Ir. Koster bracht, terwijl tenslotte de heer Padt uit Amsterdam, een zwager van den overledene dank bracht voor de deelneming bij dit overlijden en bij de begrafenis betuigd. Bij de begrafenis waren nog aanwezig de burgemeesters van Maastricht en Heerlen, de heeren Mr. Van Oppen en van Grunsven, de boofdingenieur van den Provincialen Water staat in Limburg, het bestuur van de Kamer van Koophandel voor de Mijnstreek, vertegen woordigers van de hoofdbesturen van het Ned. Roode Kruis, van de Nederlandsch-Duit- sche Vereeniging en van verscheidene mijnen in Zuid-Limburg. Te Heerlen is Donderdagmiddag onder groote deelneming ter aarde besteld het stoffelyk Een nuttig stormpje? De kwestie die op't oogenblik bet besluit tot teruggave van het Saargebied aan Duitsch- land vertraagt, is schrijft de N. R. Crt. van uiterste duidelijkheid. ,'Het is Duitsch- land verboden eenig versterkingswerk te nandbaven of aan te leggen of op den linker oever van den Rijn, 6f op den rechter oever ten Westen van een lijn die 50 kilometer ten Oosten van den Rijn getrokken is." Aldus luidt artikel 42 van het verdrag van Versail les. En dan volgt artikel 43: „In bet boven aangewezen gebied is bet handhaven of ver- zamelen van geiwapende stTijdkrachten, bet- zijn permanent, betzij tijdelijk, en zijn militaire manoeuvres Aan welken aard ook, benevens het aanhouden van alle permanente werken ten dienste van een motribsatie, op dezelfde wijize verboden." Artikel 44 zegt dan nog: ,,Indien Duitscbland, op welke wijze ook, de bepalingen van artikel 42 en 43 schendt, zal dit gelden als een vijandelijke daad tegen de mogendheden, die onderteekenaars zijn van dit verdrag en zal het worden gerekend, den vrede van de wereld te verstoren." Dat is de volledige inboud van sectie III van bet vredesverdrag. Die inboud is kort en bondig, en van geduchte kracht. Duitscbland beeft zich altyd gewacht, tot op dit oogen blik toe, er tegen te handelen. Zeifs het nationaal-socialistisch bewind is er uiterst voorzichtig mee cxmgesprongen. Er moge dan allerlei gebeurd zijn, dat nauwlettend toezien- de Franschen in strijd moest lijken met de let ter van deze bepalingen, wat den geest ervan betreft beeft de Duitsche regeering getracht de Franscben tevreden te stellen. Zij bad kunnen zeggen, dat S.A. en S.S. geen gewa- pende macht vormden, en hen vrij in de gede- militariseerde zone kunnen laten opereeren. Om iedere reden tot conflict uit den weg te gaan, beeft zij concentratie van bruine of zwarte troepen, die de Franschen als ,,para- militaire organisaties" beschouwen, verboden. Zij heeft dat gedaan, omdat zij wist, dat de Franscben met sectie IH van het vredesver drag niet zouden laten spotten. De Fran scben staan daarin bijzonder sterk, omdat bij het verdrag van Locarno is bepaald, dat over trading van de bepalingen tot deimilitarisatie van de Rijnzone gelijk zou worden geacbt met een aanval op Frankrijk van Duitschen kant. Engeland heeft toen dus uitdrukkelijk de ver- plichting op zich genomen, aan militaire sanc- ties bij overtrading dier bepalingen deel te nemen. Men was te Berlijn overtuigd - en waarschijnlijk niet zonder reden dat iedere poging ze buiten werking te stellen, een mili taire actie van Frankrijk zou hebben uitge- lokt. Deze actie zou, ook nog in den eersten tijd van het nationaal-socialistisch bewind, in het vlak aan de grens gelegen gebied Fraak- rijk geen groote inspanning gekost hebben. Terwijl men te Berlijn gestadig van vrees was vervuld, dat Parijs op de een of andere manier een „preventieven oorlog" zou foreeeren, paste men dus bijzonder op, daartoe geen gelegen heid te geven, nog wel op een wijze, die En geland mede in actie had moeten brengen. Van beide kanten werd weinig over de gedemilita- riseerde zone gesproken. Het was het nete- ligste punt tusschen de beide landen. Infor- meerde men eens te Parijs, hoe Frankrijk op een scbending der bepalingen zou reageeren, dan kreeg men een antwoord, zelfs in anders zeer vreedzame politieke kringen, dat van felle vastiberadenheid getuigde. Neen, met die kiwestie viel niet te spotten. Duitscbland heeft inzake zijn herbewape- ning zijn vrijheid van handelen bernomen. Niet principieel. Men zal zich berinneren, dat nog slechts weinige weken geleden Goering, die in vertrouwden, en oak wel half vertrouwden kring met voorliefde opgeeft over den won- derbaarlijken groei van de Duitsche lucht- vloot, tegenover een Engelschman heeft be- weerd, dat Duitschland slechts enkele model- len van militaire vliegtuigen bezat, alleen om, indien het noodig mocht worden, ten minste te weten hoe men die dingen maken moet. Hij kon niet meenen dat de Engelschen, wien zoo groote leveranties ten deel zijn gevallen voor den bouw van de Duitsche luchtvloot, deze naieve verzekering zouden gelooven. Dat hoefde echter ook niet. Goering gaf daar- mede alleen te kennen, dat Duitschland niet in opzettelijke verloochening van de bepalin gen van Versailles aan het herbewapenen is, maar deze bepalingen, ofschoon ze nog erken- nend, alleen maar ontduikt. Dat kan nu geen kwaad meer. Met de gedemilitariseerde zone echter waagt men geen experimented die in het oog loopen. Op de voorzichtigheid hier mede van Berlijn hebben wij indertijd reeds gewezen, toen Hitler plotseling ontwapenings- conferentie en Volkenbond veriiet. Frankrijk eischte nu toepassinig der demi- litarisatie-bepalingen op het Saargebied. Het was een van zelf sprekende eisch, zoolang de bepalingen van het verdrag van Versailles op dat gebied nog gelden. Berlijn, dat om de Fransche aarzeling reeds zenuwachtig gewor- den heette, gaf dit grif toe. Inderdaad, de ligging van het Saargebied binnen de zone valt niet te loochenen. Berlijn was eveneens bereid, rekening te houden met de opvattin- gen omtrent de paramilitaira organisaties, ook ten opzichte van het Saargebied. Missehien mag men aannemen, dat in de kringen van de rijksweer een stille sympathie heerschte voor deze opvattingen... Nu kwam echter de moeilykheid. Sectie IH bevat niet alleen bepalingen omtrent dingen die niet mogen gebeuren, zy eischt ook din gen, die moeten worden gedaan. Het aanhou den van werken voor mobilisatie b.v. is ver boden. Dat beteekent, dat Duitschland spoor- wegstations, die voor dit doeleinde zijn inge- richt, moest veranderen. Dergelijke stations bevinden zich nog in het Saargebied. Toen de Franschen er de baas waren, hebben zij waarschijnlijk minder gedacht aan den terug- keer van het gebied naar Duitschland, dan aan de strategische beteekenis, die deze in- richtingen voor hen hadden, zoolang zy er zelf partij van konden trekken. Nu echter zijn zij tegenover de Duitschers met den eisch ge- komen te doen, wat zij zelf blrjkbaar hehben nagelaten Wij zijn gewend, dat bij alle intemationale besprekingen over critieke onderwerpen, on middellijk voor de oplossing van de kwestie, nog een „crisis" komt, waardoor onervaranen zich gewoonlijk schrik laten aanjagen. Wy hebben dan ook Woensdag niet aan het era- stige van de beletselen geloofd. De Duitschers zyn nu als fluweel tegen Frankrijk, en Laval is allerminst een doordrijver. Een compro- mis schijnt dus reeds gevonden, of zoo goed als gevonden. Duitschland aanvaardt de be palingen, maar ten opzichte van de spoorweg- inrichtingen zal de Fransche regeering min der strikt zrjn dan de nauwlettende militaire deskundigen, die het eerst haar eischen heb ben geformuleerd. Zooals Berlijn het Saar gebied wenscht te gebruiken als een politieke brug tusschen de beide landen, zoo kan ook deze kwestie nog daartoe dienen. Men heeft daarmede een compact begin bij den kop van Fransch-Duitsche besprekingen over de kwes- i ties van bewapening. Men laat nu aan j Duitschen kant steeds meer den schroom voor Geneve vallen. Een bericbt van het D. N. B., in de Duitsche pers, dat de Engel sche opvattingen omtrent de onderhandelin- gen met Duitschland, waarbij terugkeer naar Geneve op den voorgrond stond, vriendelijk en zonder commentaar weergaf, was in dit op- zicht zeer leerzaam. Het stormpje te Geneve kan beide partijen niet onwelkom geweest zijn. Het dreef hen naar elkaar toe. De positie van de regeerings- commissie is thans zwak gewor- den. Nog slechts een schijn- gezag. Gaan de Franschen er uit De vluehtelingen. einde daardoor alle incidenten te voorkomen.. Of dit precies de tekst van den brief is, blijve in het midden, het is de strakking zooals de heer Heimlburger die ziet en hy beschouwt dezen brief als een soort ultimatum en heeft er op gereageerd door... aan Knox te telegra- feeren. Inderdaad it niet in te zien wat de regee- ringscommissie tegen dergelijke dingen zou kunnen doen. Indien zij in alle geval moeilyk- heden uit den weg wenscht te gaan, dan is niet uitgesloten, dat de Fransche leden onder eenig voorwendsel stilletjes praematuur zul- len vertrekken. In deze omstandigheden gaat het natuur- lijk niet aan om van de regeeringscommissie te verlangen, dat zij den leden, die zich poli- tiek emstig compromitteeren, een gevoel van. veiligheid en vertrouwen op haar gezag in- boezemt, want zij beschikt nauwelrjks over eenig ander gezag meer dan dat wat het Duitsche front haar laat behouden. De Berirjnsche correspondent der N. R. Crt. telefoneerde gistermiddag uit Saarbriicken: Men zal ter beoordeeling van hetgeen in den eerstvolgenden tijd in het Saargebied volgt, in aanmerking moeten nemen, dat de positie van de regeering na de groote overwinning van het Duitsche front uitermate zwak geworden is. Dat zich in het Saargebied met snelheid een gelijksohakeling voltrekt, is een elemen- taire onvermijdelijkheid. Het gevolg daarvan is, dat de politie-bevoegdheid, welke formeel bij de Volkenbondsregeering berust, in werke- lijfcheid wordt uitgeoefend door den ,,Ord- nungsdienst" van het Duitsche Front, in samenwerking met de landspolitie. Formeel is de landspolitie nog een orgaan van de regee ringscommissie van den Volkenlbond; zij zal zich echter, zooals de zaken na de volksstem- ming geworden zijn, uit den aard der zaak moeten richten naar de intenties van den Or- nungsdienst. De vreemde troepen staan daar geheel buiten, zij zijn geen politietroepen. iHoe thans, na het duidelijike resultaat van de volksstemming, de positie van de regeering is geworden, zal volmaakt duidelijik worden uit het volgende feit: Bij ontstentenis van den heer Knox ver- vangt hem de heer Heimlburger, een Fransch- man, commissaris van binnenlandsche zaken; deze is dus ad interim het hoofd van de regee ring. De heer Heimburger heeft nu, naar wij uit zeer goede bron vememen, van den heer Nietmann, den leider van het Duitsche Front, een brief ontvangen, waarin hem de heer Niet mann opmerkzaam maakt op de mogelijkheid, dat er omstandigheden intreden, waarin hij, de heer Nietmann, niet meer voor de veilig heid van den heer Heimburger (het hoofd van de regeering ad interim) zou kunnen instaan. Op grand daarvan geeft de heer Nietmann den heer Heimburger in overweging, om het ter rain van zijn werkzaamheid te verlaten, ten (Ingez Med.) De stroom van vluehtelingen is nog niet verminderd; hij schijnt integendeel nog leven- diger en wy konden aan den anderen kant van de Fransche grens vaststellen, dat honderden uit het Saarland zich bij de Fransche mijnen om werk hebben gemeld. Tegen deze vlucht is niets te doen; de vluehtelingen hebben geen vertrouwen in de toekomst. Op het Fransche consulaat alhier blijft het dan ook druk door de aanvragen om visa. De uittocht der eirtigranten Het D.N.B. meldt: Bijna onopgemerkt in het nog feestelyk ver- sierde Saarbriicken rijden, vooral 's morgens vroeg, verhuiswagens in de richting van de Fransche grens. De meesten zijn afkomstigr van de Fransche firma Jager te Forbach in den Elzas en zij bevatten de bezittingen van de meest op den voorgrond tredende emigran- ten. Het Fransche consulaat te Saarbriicken wordt belegerd door propagandisten en geld- sc'hieters van het Eenheidsfrcnt, maar het is zeer moeilijk een visum te krijgen en Frank rijk, dat theoretisch zijn grenzen niet gesloten heeft, weert al het gepeupel en laat slechts enkele bevoorrechten toe die referenties te Straatsburg, Nancy of Forbach bezitten en daar een onderkomen kunnen vinden zonder dat zy den staat ten laste kunnen vallen. Het aantal douaniers aan de Fransche grens is belangrijk versterkt en een onbemerkt pas- seeren der grenzen is in feite onmogelijk. Max Braim en Pfordt zijn via Geneve ge- vlucht en wat ook hun plannen mogen zijn, een ding is zeker: te Saarbriicken zal men hen niet terugzien. Hoffmann, de leider van het katholieke deel van het Eenheidsfrcnt, heeft politiebescherming aangevraagd, maar deze is hem geweigerd. Hrj is daarop Donder- dagmorgen naar Forbach vertrokken, voor- loopig zonder meubelwagens. Heimburger, een der leden van de regeeringscommissie, heeft dicht bij de grens een samenkomst gehad met zijn vriend den Franschen commissaris Macht die hem waarschijnlijk ook geraden zal heb ben te verdiwijnen; hij is althans niet naar Saarbriicken teruggekeerd. De beslissing van den Volken- bondsraad. De corr. der N. R. Crt. te Geneve meldt De Volkensbondsraad is toch nog in staat geweest gisteravond de behandeling van het Saarvraagstuk, onvoorziene omstandigheden voorlbehouden, geheel en al af te doen. Te 7 uur was overeenstemming tusschen de Duit sche en Fransche regeeringen verkregen, zoo- dat de Raad om 8 uur weer kon hijeenkomen om de van alle zijden gewenschte beslissing te treffen. De moedlijkheden, welke des middags nog moesten Worden opgelost, betroffen de demi- litairisatie van het Saargebied. De Fransche generale staf had gewenscht dat de Volken- bondsraad in de resolutie, waarby het Saarge bied aan Duitschland zou worden toegekend. uitdrukkelijk Duitschland op de verplichtingen van het Verdrag van Versailles tot demilitai- riseering van dit aan den linker Rijnoever ge legen gebied zou wijzen en daarbij zelfs nog enkele maatregelen zou voorschrijven, die Duitschland ter uitvoering van deze verplich tingen nog zou hebben te nemen, zooals ver- nietiging van een bestaande spoorlijn, waar- aan de Franschen militair strategische betee kenis toekennen, uit den weg ruiming van de op het station te Saarbriicken bestaande ge legenheid om gemakkelijk troepen uit te la den enz. De Duitsche regeering moet haar verplich tingen tot naleving van de demilitairisatie-be- palingen van het verdrag van Versailles in hel Saargebied niet betwist hebben, maar achbtc het toch met Duitschlands prestige in strijd indien de Volkenbond hierover nog precieuze voorschriften zou geven. De Dui'tsche regee ring verzette zich er ook tegen, dat Laval in een initerpretatieive verklaring, die de Raad stilzwijgend zou aanvaarden, de Fransche eischen zou opsommen. De Duitsche regeering heeft tenslotte in dezen haar zin gekregen en. de resolutie van den Volkenibondsraad maakt met geen enkel woord melding van de demr- litairisatie-verpliehitingen van het verdrag van Versailles. Laval heeft er ook niet over gesproken. Daarentegen heeft de Duitsche regeering zich bereid verklaard in directe besprekinsren met de Fransche regeering deze demilitairisatie- kwestie te regelen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 1