ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Keem 'n "AKKERTJE"
No. 9248
WOENSDAG 16 JANUARI 1935
75® Jaargang
Binneniand
Feuilleton
De man van Nergenshuizen
EERSTE BLAD
onto 38150 TELEFOON No. 25.
])IT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
DE GEMEENTEN EN DE KAMERS VAN
KOOPHANDEL.
uil zoo'n nieuw handig zakdoosje
bij Gevalte kou, Griep, Influenza.
ENSCHE
ABONNEMJ5NT8PKIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
per post 1.55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
BeigiP en /Uoerika 2.overige ianden 2,35 per 3 maanden fr. per post
j\ r>,jrinr'i)enTen voor het buiteniana aileen by vooruitbetaling.
1. )'v,-tTe(.evFuraa t'. J. VAN OE 8ANDE
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer 0,20
KLE1NE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichc's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen vermlnderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentlen liefst fen dag voor de nltgave.
HET DEPAKTEMENT VAN WATERSTAAT.
Bij Kon. besluit is tijdens de ootstentenis
van een Minister van Waterstaat het beheer
van het departement van Waterstaat ad in
terim opgedragen aan Dr. H. Colijn, Minister
van Staat, Minister van Kolonien, voorzitter
van den raad van Ministers.
MINISTER KALFF. f
Hoewel aanvankelijk is beridht, dat in over-
eemstemming met den wensch van Minister
Kalff bij de teraardebestelling van diens stof-
felijk overschot geen toespraken zouden wor
den gehouden, heeft, naar nader gemeld
wordt, de familie gemeend uitzondering te
mogen maken voor Minister Oolijn en voor
Dr. H. van Manen, directeur der Nederland
sche Spoorwegen, die dus op de begraafplaats
bun gevoelens zullen vertolken.
De besturen van de Kamers van Koophandel
hebben zich bij den Minister van Economische
Zaken beklaagd over het feit, dat bun in den
loop der jaren maar al te weinig om advies
wordt gevraagd door de gemeentebepturen
over ontwerpen van uit te vaardigen verorde-
ningen, waaronder in het bijzonder die veror-
deningen verstaan worden, welke aangelegen-
heden van handel en nijverheid betreffen.
De Minister van Justitie heeft daarin aan-
leidig gevonden om zich te dezer zake te wen-
den tot de verschillende colleges van Ged.
Staten met verzoek de gemeentebesturen de
adviseerenide fimctie van voornoemde Kamer
in herinnerinig te brengen.
OONTINGENTEERING INVOER LINT,
ELASTIEK ENZ.
In de memorie van antwoord inzake boven-
genoemd wetsontwerp merkt de Minister op,
dat de uitvoer der Nederlandsche industrie
steeds meer verminderde en ook in het ver-
bruik geenszins een vermeerdering viel te
oonstateeren, terwijl de invoerstijging een be-
iangr -te vermindering van de bedrijvigheid in
de binnenlandsche bandindustrie ten gevolge
had.
Tijdens de thans verstreken periode was ook
de invoer van zijden en kunstzijden lint en
band aan beperking onderworpen. Aangezien
den Minister is gebleken, dat dit onderdeel
der onderhavige contingenteering groote be-
zwaren voor de verbruikers meebracbt, daar
een belangrijk deel der bedoelde goederen niet
van de binnenlandscbe industrie kan worden
betrokken, is de invoerbeperking van zijden
en kunstzijden lint, band en veters niet ge-
bandhaafd.
Het ligt in de bedoeling, het systeem der
uitgifte van de vergunningen aldus te vormen,
daf een juiste wijze van gebruik van de ver-
gunningen, mede in verband met industrieele
belangen, noodzakelijk wordt.
BESTRIJDING VAN AARDAPPELZIEKTE.
Ingediend is een wetsontwerp, houdende
nieuwe bepalingen tot voorkoming en bestrij-
ding van ziekten van aardappelen.
De aardappelwratziekte, aldus de toelich-
ting, vormt een voortdurende bedreiging voor
een niet onbelangrijk deel van onzen land-
bouwuitvoer. De thans geldende Aardappel-
wet onthoudt aan de regeering twee belang
rijke middelen, n.l. het verbieden van den ver-
bouw van voor wratziekte vatbare aardappel-
rassen en het aan beperkende bepalingen on-
derwerpen van de teelt van andere gewassen
dan aardappelen. Het wetsontwerp strekt in
de eerste plaats tot het verleenen van de be-
voegdheid aan de regeering om deze middelen
aan te wendea.
Onder de hier te lande verbouwde aardappel-
rassen zijn er eenige, welke een zeer groote
ontvankelijkheid voor de wratziekte vertoonen.
Hiertoe behooren o.a. Bravo's, De Wet en
Kampioen. De Ned. Alg. Keuringsdienst heeft
sinds 1928 deze rassen van de keuring voor
den uitvoer van pootaardappelen uitgesloten.
Nu werd de hoop gekoesterd, dat na dezen
maatregel ook de Nederlandsche verbouwer
zou inzlen, dat zijn eigen welbegrepen belang
medebracht den verbouw van dergelijke rassen
te staken. Sleobts een gering aantal verbou-
wers liet zich echter overtuigen.
Het voordeel, dat de gunstige positie op de
binnenlandsche markt van de door een ver-
bouwverbod te treffen rassen aan een deel der
verbouwers biedt, weegt niet op tegen de
kwade kansen, welke de geheele groep van
aardappeltelers en bovendien de groepen van
boom- en bloembollen-kweekers erdoor loopen
en wordt ten koste van deze genoten.
Art. 2 van het ontwerp luidt:
„Bij of kraohtens algemeenen maatregel
van bestuur kan het verbouwen van bepaald
aangewezeci voor aardappelwratziekte vatbare
aardappelrassen worden verboden of niet dan
voorwaardelijk worden toegestaan."
De toelichting wijst er nog op, dat de be-
voegdheid om de teelt van andere gewassen
dan aardappelen aan beperkende bepalingen
te onderwerpen, noodig is am de mogelijkheid
eener aan alle gestelde eischenvoldoende con-
trole op den uitvoer dezer gewassen te ver-
zekeren.
DE NEDERLANDSCHE VOORZITTERS
VAN STEMBUREAUX IN HET
SAARGEBIED.
De extra trein met de 365 Nederlandsche
voorzitters van stembureaux in bet Saarge
bied is Dinsdagmiddag te 13.15 uur van het
hoofdstation te Saarbriicken vertrokken.
De Nederlandsche Spoorwegen hadden ge-'
zorgd voor een trein, bestaande uit tien D-
treinrijtuigen eerste en tweede klasse en twee
restauratiewagens. De helft van eon trein
ging rechtstreeks naar Amsterdam, de andere
helft naar Zwolle. Alle deelnemers waren on-
danks het feit, dat zij bijna geen nachtrust
genoten hadden en zeer vermoeiend werk ach-
ter den rug hadden, in de beste stemming. Zij
verklaarden zich ten zeerste voldaan over de
ontvangst, die zij in het Saargebied hadden ge
vonden en de indruklten die zij hadden opge-
daan. Men had alles gedaan om het hun zoo
aangenaam mogelijk te maken.
Op het station was de Nederlandsche kolo-
nie aanwezig, evenals de commandant van de
Nederlandsche marinetroepen in het Saarge
bied, kapitein De Bruijne met zijn adjudant en
andere officieren.
Voor het vertrek van den trein speelden
zich opgewekte tooneelen af, die mede hun
aanleiding vonden in de geestdrift van de in
feeststemming verkeerende bevolking, die ook
de vertrekkende Nederlanders hartelijk toe-
juichte. Het resultaat was, dat er uit den
trein teruggewuifd werd en de meeste Neder
landsche reizigers uit de raampjes bleven
wuiven toen de trein het station reeds ver-
laten had.
HET INZAMELEN VAN GEIJJEN VOOR
DOELEINDEN VAN ALGEMEEN BELANG.
Staatsblad no. 1 bevat een Koninklijk be
sluit van 2 Januard 1935, houdende het ver
leenen van medewerking door het Staatsbe-
drijf der Fosterijen, Telegrafie en Telefonie
bij het inzamelen van gelden voor doeleinden
van algemeen belang. In het eenig artikel van
dit Koninklijk besluit wordt bepaald, dat, in-
dien ten behoeve van nationale instellingen,
welke een doel van algemeen belang nastre-
ven, met den dir^cteur-generaal der Fosterijen,
Telegrafie en Telefonie, coder goedkeuring
van den Minister' van Binnenlandsche Zaken,
een regeling wordt getroffen, krachtens welke
voor dat doel gelden worden ingezameld met
bebulp van postzegels, het geldswaardig be-
drag dezer zegels, na aftrek van het voor die
stukken verscbuldigde port, of port en recht,
en van de aan de afrekening verbonden on-
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
30) Vervolg.
Het mag een boevallige samenloop geweest
zijn, doch hoe het ook zij, dit kleine voorval
liet een etgenaardiig, onbehaaglijk gevoel bij
mij achter. Mijn gemoedsrust herstelde zich
niet, want telkens, als de anderen niet keken,
begunisitigde Lady Baradell mij met een meer
dan vriendelijken gddmlach. Het sdheen, alsof
iik onihewust in een andere vreeselijke compli-
cattie was verward geraakt.
Ik sipeelde echter kalm tot het einde door
en juist bij den laatsten stoat kiwam Maurice
teruig. Wij verwiaselden toen het potspel voor
een ander soort potspel voor vijf ipersonen,
terwiji sir George Vane en tante Mary gingen
pdketten.
Qm half elf werden er eenige dranken op
een blad binnen gedragen en nadat wij. er
ietis van gebruikt hadden, vertolkte tante Mary
de meening, dat goeden-nachtwenschen haar
een zeer heilzaam voorstel toescheen.
T>at vinden wij aliemaal", stemde miss
York in, zeer beleefd een onlbescheiden geeuw
in bediwanig houdend. „Ik kan mijn ooigen
toaast niet open toouden. Wij zullen de heeren
maar aan zichzelf overlaten, dan kunnen zij
zich met bridge of hoe die andere vreeselijk-
heden mogen heeten, ruineeren, als wij weg
eijn."
„Mijn vreeselij'kheid", antwoordde haar
broeder, ,,zal den bescheiden vorm aannemen
kosten door den directeur-generaal der Fos
terijen, Telegrafie en Telefonie aan deze instel
lingen wordt uitgekeerd.
WETTELIJKE REGELING BEDRIJFS-
KINDERBIJ SLAG.
De voorzitter van den Hoogen Raad van
Arbeid heeft benoemd tot voorzitter en leden
van de commissie, welke aan den raad prae-
advies zal uitbrengen omtrent het vooront-
werp inzake wettelijke regeling bedrijfskinder-
bijslag: tot lid en voorzitter Prof. Mr. C. P.
M. Romme en tot leden de heeren S. de la
Bella Jr. (N.V.V.), H. B. Berghuys (N.V.C.),
Prof. Dr. H. W. C. Bordewijk, B. van Eesteren
(Chr. Werkgevers Ver.), Mr. A. M. Engels,
J. Gemen (R.K.W.V.), Prof. Mr. P. S. Ger-
brandy, Mr. A. Haex (Ver. behartiging be
langen Limb, mijnindustrie), Mr. J. A. G. M.
van Hellenberg Hubar (Ned. R.K. Midden-
standsbond), Mr. F. B. M. Janssens (Alg.
R.K. Werkg. Ver,), F. van Meurs (N.V.V.),
A. van der Meys (R.K.W.V.), H. van der Putt,
Mr. Dr. A. L. Scholtens, Mr. B. C. Slotemaker
(Verb. Ned. Werkgevers), Mr. B. J. M. van
Spaendonck (Alg. R.K. Werkgevers Ver.), A.
Stapelkamp (C.N.V.), Dr. J. van den Tempel
en Prof. Mr. F. de Vries.
EEN ONDERHOUD MET DEN
COMMANDANT DER NEDERLANDSCHE
TROEPEN.
Een speciale verslaggever van V.D. te Saar
briicken schrijft:
Voor een groote poort van een gebouwen-
complex in de Bleichstrasse, nabij de Saar te
Saarbriicken, staat een Nederlandsche mari-
nier op post en boven de poort staat een bord,
in de Nederlandsche kleuren, dat melding
maakt van de aanwezigheid van de troepen,
die de eer hebben, het Nederlandsche volk als
politie-orgaan van den Volkenbond in het
Saargebied, te vertegenwoordigen.
Op het binnenhof achter de poort staat een
langgerekt gebouw, dat eens een chemiscshe
fabriek herbergde. Thans is het de ge'impro-
viseerde kazerne der Nederlandsche troepen,
De Nederlandsche commandant, kapitein M.
R. de Bruijne, ontvangt mij zeer vriendelijk en
zegt, dat de Nederlandsche militairen, van
militair standpunt bezien, gedurende hun ver-
bljjf in het Saargebied, zwaren dienst hebben
gedaan. In den korta! mogelijken tijd was bet
noodig, een betrekkelijk groot gebied in vele
dag- en nachtoefeningen zoo goed te leeren
kennen, dat officieren en manschappen zich er
vokomen vertrouwd voelen. De commandant
wijst er daarbij op, dat er in dit mooie land
weliswaar tal van hoofawegen zijn, doch wei
nig dwarswegen. Vooral door de nachtelijke
oefeningen hebben de manschappen het gebied
echter zeer goed leeren kennen. Het was hem
bij de oefeningen opgevallen, dat de bewoners
vooral van dit gedeelte van het Saargebied
vriendelijke menschen zijn, die steeds bereid
bleken, de noodige inlichtingen te verschaffen,
wanneer de troepen zich omtrent verbinding
op de hoogte wilden stellen.
Kapitein de Bruijne vertelde, dat zijn man
schappen volkomen overtuigd zijn, voor welke
belangrijke zaak zij in het vreemde land zijn
en welke delicate, doch ook eervolle opd'racht
zij hebben te vervulleci. Hij kon niet mede-
deelen, hoe lang deze taak zou duren.
„Wij zijn slechts soldaten", merkte hij
lachend op, „en hebben onze bevelen op te vol-
gen. Overigens hebben wij in deze in politie-
ken zin zoo opwindende dagen onze manschap
pen zooveel mogelijk terug gehouden. Zij en
de officieren zijn nauwelijks in aanraking ge-
komen met de burgerlijke bevolking, omdat
wij alles wilden vermijden, wat tot ordever-
storingen aanleiding zou kunnen geven. Wan
neer echter eerst de volksstemming achter den
rug is en de opwinding is gaan liggen, hopen
wij ook met de bevolking in vriendschappelijk
verkeer te komen en het mooie gebied te
leeren kennen, waarin wij ons op hoog bevel
bevinden".
Kapitein de Bruijne gaf vervolgens nog
eenige inlichtingen omtrent bet verblijf van
het andere deel van zijn troepen in het slot
Kraemer te St. Ingbert. Hij vertelde, hoe ver.-
vallen dit verblijf er bij aankomst uitzag en
hoeveel werk noodig was, om het voor het ver
blijf van de offipieren en manschappen ge-
schikt te maken. Alles zat dik onder bet stof.
De troepen die er liggen, zijn thans echter zeer
tevreden.
Over de betrekkingen tot de troepen van de
andere landen verklaarde de commandant, dat
de internationale troepen een uitstekenden op-
perbevelhebber in generaal Brind en zijn mede-
werkers hebben, zoodat een zeer goede ver-
standhouding tusschen de opperste leiding en
de territoriale commandanten bestaat. Ook
bij de Engelschen, in wier sector kapitein de
Bruijne zijn zetel heeft, verklaarde hij zeer
goede vrienden te hebben gevonden. Deze uit-
stekende verhouding tusschen de verschillen
de troepen, vergemakkelijkt natuurlijk de taak
en zal ook op de bevolking een prettigen in-
druk maken.
Onder leiding van een der officieren kon ik
daama de verblijven der manschappen be-
zichtigen, waarover reeds eerder is gesproken.
De zalen, waar vroeger de machines stonden,
en waar de mannen thans op eenvoudige veld-
bedden met stroozakken slapen, zien er keu-
rig uit. Alles is eenvoudig, doch goed ver-
zorgd. Het is er behagelijk warm en de sol
daten zullen, naar het zich laat aanzien, zeker
later met genoegen aan hun ,,oorlogstocht'
naar de Saar terug denken.
INDISCHE LEGERAVOND TE
s-GRAVENHAGE.
Van het Nationaal Jongeren Verbond,
In de geheel bezette schouwburgzaal van
bet Gebouw van Kunsten en Wetenschappen
te 's-Gravenhage, is Zaterdag de Indische
legeravond gehouden, welke was georgani-
seerd door de afd. Den Haag van het Natio
naal Jongeren Verbond. Nationale kleuren
sierden bet podium en de ballustrades.
Tal van autoriteiten waren aanwezig, o.w.
de Minister van Defensie, mr. dr. L. N.
Deckers, de oud-gouverneur-generaal van
Ned. Indie mr, D. Fock, Staatsraad Muller
Massis, oud-oommandant van het veldleger,
oud-minister Welter, luit.-generaal jhr. W.
Roell, gouvemeur der Residentie en comman
dant van het veldleger, vice-admiraal De
Graaff, chef van den Marinestaf, generaal H.
N. A. Swart en tal van oudere opper-, vlag-
(Ingez. Med.)
Heutz, aan wiens krachtig beleid het is te
danken, dat het geheele Atjeh-gebied tot <m-
derwerping werd gebracht.
Koninklijk was het optreden van dien.
staatsman, koninklijk was het werk van het
Indische leger bij verscheidene geheurtenis-
sen, het optreden van zoovele militairen van
hoog tot laag, die meer dan hun plicht deden.,
onder zedr moeilijke omstandigheden,
Wanneer er te velde soms geen voedsel was
voor den soldaat, dan was het er ook niet voor
den officier, die naast hem in de modder lag-.
Toch werd geen enkele klaeht van zoovele
helden vemomen.
Bovenal gold de leuze: ,,Ik dien". Zij zal
voor het Indische leger blrjven gelden en daar
nevens het „Je maintiendrai", Ik zal hand-
haven. (Langdurig applaus).
De algemeen voorzitter van het N.J.V., Mr,
W. de Vries, hield na de pauze een rede, waar
in hij doel en streven van het Verbond uiteen-
zette.
Kapitein A. Struyvenberg van den Gene-
ralen Staf van bet Kon. Ned. Ind. Leger die als
laatste spreker optrad, gewaagde met vreug-
de van de toenemende belangstelling hier te
lande voor volk en weermacht in Indie.
Aan het eind van den avond gaf het deta-
chement van de Koloniale Reserve een oefe-
ning ,,colonne geweer".
HET ITITVERKOOPEN EN OPRUIMEN IN
HET WINKELBEDRIJF.
Een wetsontwerp is ingediend, houdende
regeling betreffende het uitverkoopen en op-
ruimen in het winkelbedrijf.
De toelichting wijst op de klacht over ex-
cessen op het gebied van uitverkoopen en op-
ruimingen in den detailhandel, in midden-
standskringen vemomen. De geopperde be-
zwaren richten zich bepaaldelijk tegen die ge-
vallen, waarin uitverkoopen of opruimingen
ontijdig worden aangekondigd of wel onder.
voorwendsels, die aan het publiek ten onrechte
den indruk van een hijzonder voordeelige aan-
bieding geven. Het euvel geeft tot voort
durende verwarring aanleiding. Het van de
hand doen van moeilijk verkoopbare artikelep
wel het ontij-
1 UUUCi v ui/wva j O j
hoofdofficieren v„ he. N.d.rl.ndsoh._«
van een welriekend sigaretje. Lady Baradell
heeft mij dezen mildidag doen loopen, tot ik
niet meer kon."
iledereen lachte en Maurice ging naar het
tafeltje, om de kaarsen aan te stefken.
,,Wel terusten", zei Lady Baradell, terwijl
zij York en sir George een hand gaf. „Ik ge-
loof, dat ik de eenige ben, die niet venmoeid
is". Toen zij mij pa.sseerde zei ze: „Goeden
nadht, mijnheer North cote", en daama zoo
zacht, dat niemand anders dan ik het hoorde,
slechts deze twee woorden: ,,au revoir".
Het was een saltuatie, welke 'n zeker soort
heeren" met geestdrift zou hebben vervuld;
i'k voor mij bleef er oniverschilliig voor. Ik be-
antwoordde het sipecdale zadht haniddirukje en
zei i
„Goeden nacht, Lady Baradell Ofschoon
mijn bedoeling was, geen bijzondere toenade-
ring aan den dag te leggen, zei ik het toch
zoo vriendelijik mogelijk. Onder de gegeven
omisitanidigheden kon ik toch bezwaarlijk an
ders hanidelen.
Ik gelioof niet, dat ik gedurende het half
uur, dat volgde, erg spraakzaam was. De an
dere heeren hadiden ihet druk over paarden en
wedrennen. Afgezien van het feit, dat ik niet
op de hoogte was van de Engelsehe paarden-
sport, hieiden andere onderwerpen van meer
delicaten aard mijn gedachten bezig. Het zal
mdissdhien vreemd schijnen, dat het gedrag
van die dame mij zoo van mijn stuk bnacht
(wat zou Billy mij helblben uitgelac.hen)maar
ik voorzag allerlei nieuwe moedlijkheden en
verwikkelingen. Maurice, die al een paar maal
nieufwagierig naar mij had gekeken, vroeg ter-
loops of ik sorns slaap had.
„lk verlamg hard naar bed", zei ik. ,,'t Is
vannacht ellendig laat geworden bij San-
igatite."
,,Ik ga ook naar boven", viel York hierop
in. „Wij zullen Vane en Fumivall maar over
de sport laten boomen."
Ik nam afscheid van de heeren en ging de
trap op met York, wien ik op den overloop
goeden nacht wenschite; daama begaf ik mij
naar de andere gang, die naar mijn kamer
leidde. Toen dk voorbij de kamer van Lady
Baradell ging, hoorde ik den kruk van haar
deur omdraaien en een oogenlblik later hoor
de ik haar met sterke fluisterstem roepen:
,,Stuart!'.'
XIV.
Ik keerde mij verrast om en daar s.tond zij
met uitgestoken handen voor mij. Zij droeg
een lange blauwizijden ochtendjapon en was
blootsvoets, terwijl haar weelderige bronzen
haren de schoonheid van haar knap gezichtje
verh(K>g(icnIk wist niet, wat iik doen moest
en ik geloof niet, dat ik mij ooit in mijn leven
zoo onbeholpen heb gevoeld, als op dat oogeh-
blik. Ik zei niets, doch keek haar vragend
aan.
Ik zag nu achterdocht en woede geleide-
lijk in haar opwellen; einidelijik deed zij een
stap achterwaarts en balde haar handen.
„Waaram tradht je mij te bedriegen?" brak
zij hartistodhtelijk fluisterend los. „Ib er
iemand anders tusschen gekomen Zeg mij de
waaihedd, Stuart, direct!"
Aangezien de waarheid juist datgene was,
wat iik haar niet wenschite te zeggen, bewaar-
de ik een pijnlijk stilizwijgen.
„0, je behoeft niets te zeiggen", vervolgd-
de zij bitter. „Ik ken je maar al te goed".
Toen vlaimde er plotseldng woede, neen, moord-
zuchitige orfbediwingfbare razemij in haar
oogen.
,,Dwaas, die je bent. Meen je dat ik tot
dat soort vrouwen behoor, die zich door een
mannengril laten aannemen en weer wegwer-
pen? Zou je je slechts een oogenlblik kunnen
verlbeelden, dat je mij kunlt bedriegen?"
,,Neen", bekende ik somber, ,,dat kan ik
niet."
Zij lachte onaangenaam bitter; toen streek
Ned.-Indische Leger, leden van hooge colleges,
van het college van Burg, en Weth. der Resi
dentie, vertegenwoordigers van bevriende
organisaties, afdeelingen van het N.J.V. uit
tal van plaatsen des lands. Het orkest van
den Ned. Toonkunstenaarsbond, bestaande uit
werklooze musici, onder leiding van Henri
Zeldenrust, verleende medewerking.
Te acht uur kwamen H. M. de Koningin en
H. K. H. Prinses Juliana binnen, terwijl het
muziekkorps het Wilhelmus deed hooren.
Mr Th M. Bautz, voorzitter van de afd.
Den Haag van het N.J.V. sprak woorden van
welkom in de eerste plaats tot de beide
Vorstelijke Personen en voorts tot den Minis
ter-President Dr. H. Oolijn, den Minister van
Defensie en verdere autoriteiten en belang-
stellenden. Spr. herdacht den dezer dager
overleden luitenant-generaal Gerth van vyijk
Vervolgens zette de heer Bautz met enkele
woorden het doel van dezen Indischen leger-
avond uiteen.
Hierna werd wederom het Wilhelmus ge-
speeld, gevolgd door een driewerf hoezee voor
Koningin en Prinses.
Generaal-majoor M. Boerstra sprak namen.
het Ned.-Indische Leger.
De Minister van Kolonien, Minister-Piesidert
Dr H. Colijn, daarna het woord verkrijgend,
bracht versohillende groote figuren uit de
historie van het Indische Leger in hennnermg
en noemde in het bijzonder generaal Von
ZD
mingen e.d. Het gevolg van deze praktijk
waarbij enkelingen tal van vakgenooten met
zich medesleepen en hun zoodoende vaak aan-
zienlijke verliezen berokkenen, doet ook bij de
produoenten en groothandelaren zijn schade-
lijken invloed gevoelen.
Naar het den Minister voorkomt, is een
regeling bij de wet de eenige uitweg. Uit bet
einde Augustus 1933 door den Middenstands-
raad uitgebrachte advies is hem gebleken. dat
in de kringen van belanghebbenden de ver-
eischte eenstemmigheid aanwezig is. wesbalve
hij niet aarzelt de onderhavige regeling, welke
in hoofdzaak rust op de door den genoemden
raad aangegeven grondslagen, aanhangig te
maken.
Het is de bedoeling, in de wet niet anders
dan de hoofdlijnen der beoogde regeling vast
te leggen. De practische uitvoering wordt
overgelaten aan de Kamers van Koophandel.
Aan art. 2 ligt het vergunningsstelsei ten
grondslag: Vergunningen voor het aankomii-
gen van een verkoop als uitverkoop of als op-
ruiming zullen worden afgegeven door de
Kamers van Koophandel.
Art. 3 bevat een belangrijke afwijking van
het vergunnitigsstelsel voor wat betreft de
periodiek terugkeerende verkoopen, verband
houdende met jaars- of seizoenswisseling -
aankondiging van deze verkoopen worden niet
afhankelijk gesteld van een vergunning. Ten
haar lokken, die naar voren waren geval-
len teruig en keek mij met starende oogen j
vla'k in het gelaait; een prachtige tijgerin
gelrj'k.
Stuart, ik bemin je", sprak zij nu kalm,
vagtberaden. „Ik bemin je, zooals naar ik ge
loof, niet veel vrouwen ooit een man bemind
hebben, maar eerder zal ik je dooden, dan
je door een andere vrouw te laten bezitten
Dan keerde zij zich, zonder verder een
woord te spreken, om en ginig haar kamer
binnen.
Ik stond voor een oogembLik wezenloos naar
de pas gesloiten deur te staren. Ik bad een
gevoel als iemanid, die onibewust een dynamiet-
patroon had doen ontploffen.
Ik sloop naar mijn kamer en deed de deur
op slot.
Wat ook de juiste waarde van haar laatste
bedreiging mocht zijn, ik wist tenimlnste ze
ker, dat ik een ivijandiin had, die gevaarlijker
was, dan alien die Northcote tot nu toe op
mijn dak had gestuund en uit den grond van
mijn hart vervloekte ik mijn duibbelganger en
al zijn gedragingen.
Eenigszins opigelucht door deze ontboeze-
ming begaf ik mij naar bed. Als slaapdrankje
vond ik Lady Baradell echter een totale mis-
lukking. Ik moet gedurende minstens twee
uren onrustig gewoeld hebben, vol gedachten
aan de nieuiwe geschiedenis, waardoor mijn dan
toch al hachelijk bestaan nog errrstiger iwerd
bedreigd. Het was werkelijfc slechts lichame-
lijke vermoeidhieid, welke tenislotte mijn oogen
sloot en mij in welkome beiwusteloosheid
dompelde.
Slaap, hoe kort ook, heeft op mij steeds de
aangename uitwerkinig, mij mijn naituurlijke
vroolijke stemminig terug te geven.
Ik ontwaakte den volgenden morgen zoo
frisch en opgewekit, alsof geen nachtelijke
tete a tete imlbreuk op mijn gewone acht uren
had gemaakt.
De morgenizon schittende door het geopen-
de venslter in mijn kamer en ik zag een be
scheiden huiisknecht, die mijn bad in ot*
„Wensicht U 't warm of koud, mijnheer"
vroeg hij.
,,Geef het maar koud", zei ik. ,,Hoe Saat
onttoijten wij
„Om negen uur, mijnheer; 't is nu kwart
voor achiten."
„Goed", zed ik met een tevreden knikje. Ik
had dus volop tijd mij behoorlijk te kleeden
en daarna Billy op den straatweg te onfimoa-
ten, alvorens de overige gasten op hun sptie-
geleieren met ham zouden aan vail en. Precies
half 9, volgens de pendule op den schoorsteen-
manitel, verliet ik mijn kamer. Ik ging sta sa
vlug de trap af, want ik gevoelde geen uist,.
Maurice of iemand anders tegen het njf
loopen. Diwars door den tuin en door een
klein zijhek kwam ik op den hoofdweg- De
vogeis zongen blijde hun morgenlded en van
uit het blauwe hemelgewelf straalde de zon
een wldadiige warrnte af. Ik gevoelde mij be~
sl'ist ,,lekker".
Billy zat bij de eerste kromiminig van den
weg op een bank zijn pijp te rooken. Hij wirif -
de mij, reeds van verre armslingerend, toe-
„Zoo, ze heblben je dus vannacht geen kopje-
kleiner gemaakt", lachte hij met voldoening.
,,Integendeel, Biilly", zei ik. ,,Ik heh niets-
vriendelijikheid en hartelijikhedd onder-
vonden." Ik zette mij naast hem neder en
haalde critisch mijn neus op.
„Ik kan je geen compliment maken over Je
Varinas", zed ik lachend.
,,'t Is de beste tabak, welke in ,,de Ploeg
te krijgen is", verweerde Billy zich, ,,maar j§
bent ook zoo reuzen verwend!" Hij Mopte mij
op m'n schouder. ,,Jack", sprak hij, ,,ik hefo
succes gehad, ik kan Sherlock Holmes een
-goede voorgift geven en hem nog in de eerste-
ronde kloppen."
(Wordt vervolgd.