ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
No. 9241
Aangiften van fieboorte en Overlijden.
CI^SDAG 1 JANUARI 1935 75© Jaargang
Nieuwjaar.
Binnenland
TWEEDE BLAD
GEMEENTE TER NEUZEN.
HANDDORSEN.
Het aantrekkelijke van Nieuwjaar is
om daarmee te beginnen dat het nieuw
jaar is. Het oude kalenderblok heeft
nu afgedaan, het oude kasboek is afge-
sloten wij beginnen met een nieuwe
bladzijde, misschien zelfs wel met een
heel nieuw boek. Dat was het aantrek
kelijke, toen we nog op school gingen, als
er zoo'n nieuwe cursus begon dan wer-
den we eens verplaatst, en er kwamen
nieuwe boeken en nieuwe cahiers, en
misschien was er nog wel veel meer
nieuws. Wij zelf, zeker, wij waren
dezelfden, precies denzelfden gebleven.
maar toch wij leken iets anders, er lag
over alles en ook over onszelf iets van een
andere kleur, ook al was 't slechts een
verschil in tint wij vonden het zoo fijn
die nieuwe klas in dat andere lokaal, soms
ook nog met een andere leerkracht.
En zoo is het nu ook met Nieuwjaar
er is een en ander, dat veranderd is, en
dat nieuw lijkt of nieuw is. Dat is aan-
trekkelijk, dat trekt ons aan en bekoort
ons. Wij zijn er erg blij om, dat enkele
oude dingen voorbij zijn. Zeker, er blij-
ven oude schulden, die heusch niet weg
zijn, omdat wij nu 1935 in plaats van 1934
zijn gaan schrijven, neen, die schulden
blijven, en er komt misschien straks nog
wat rente" bij. Die schulden blijven; al
het heden mag dan zooals 't bekende
gezangversje zegt verleden worden,
het blijft ons toegerekend. Maar toch zien
wij op Nieuwjaar weer wat licht, en wij
hopen weer, en... wij hebben weer allerlei
goede voornemens
9r
bl
TER NEUZEN, 1 JANUARI 1935.
AXEL.
KLOOSTERZANDE.
Nieuwjaarswensch.
mswzn&ttwjiuiBasisa
TER NEUZENSCHE CO U RANT
De aandacht van belangfheiblbenden wo reft
gevestigd op de volgende wijzigtagen, met ta-
gar^f van 1 Januari 1935 gebracht in de voor-
schriften betrekkelyk de burgerlijks stand.
Vervallen is het voorschrift, dat de aan-
giften van geboorten worden gedaan in tegen-
woordigheid van twee getuigen. DE AAN-
GEVER AI.T.F.FX I)OKT DUS THANS DE
AANGIFTE.
De aangifte van overlijden wordt voortaan
gedaan door een persoon.
Vervallen is dus ide bepaldng, dat de aan-
giften van overlijden geschiedt op de verkla-
rtag van tiwee getuigen.
Tot deze aangifte is bevoegd wie van het
overlijden uit eigen wetenschap kennis draagt. j
Ter Neuzen, 28 December 1934.
DE AMBTENAAR VAN DE
BURGERLIJKE STAND.
Aan de landlbouiwens in deze gemeente is
een circulaire gezonden omtrent handdtorsen
van tarwe en peulvruchten met toeslag van
Rijk en gemeente.
Zij, die deze circulaire niet moobten hebben
ontvangen, wordt alsnog medegedeeld, dat zij
zich v66r acht Januari 1935 ter gemeente-
secretarie kunnen wenden ran inlichtingen.
De igemeentesecretarie is geopend alle werk-
dagen van 92 uur.
Ter Neuzen, 31 Januari 1934.
Burgemeester en We thouders van Ter Neuzen,
J. HUXZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVTJLLE, Secretaris.
Ik houd van Nieuwjaar, al weet ik, dat
er velen zijn, die er anders over denken,
en die dan ook al dat gewensch en al die
beschouwingen vrijwel dwaasheid vinden.
Zij zullen misschien nog wel iets, of zelfs
heel veel voelen voor Oudejaarsviering,
wellicht gaan zij dan zelfs nog wel eens
met hun heele gezin ook naar n kerk, of
luisteren op zijn minst -door de radio naar
een Ci andere ernstige overdenking, maar
van Nieuwjaar, en alles wat daarmede
samenhangt, moeten zij overigens weinig
of niets hebben.
Nu is er zeker een groot verschil tus
schen de stemming van Oudejaarsavond
en Nieuwsjaarsmorgen, al ligt er nauwe-
lijks een korte nacht tusschen. Oudejaar
toch rekent in hoofdzaak met het ver-
leden, met Oudejaarsavond zien wij
achterwaarts, dan halen wij nog eens alles
op, wat er een vorig jaar is gebeurd, en
speciaal wat er dat jaar is verloren en
geleden; Nieuwjaar daarentegen rekent in
hoofdzaak met de toekomst, wij willen
dan vergeten wat achter is en ons uit-
strekken naar hetgeen voor is wij zien
dan vooruit, ook al zullen wij ons niet
wagen aan voorzeggingen. De toekomst
dat weten wij maar al te goed blijft
verborgen. De dingen gaan anders en
ontwikkelen zich anders dan wij denken
of hopen of vreezen wie onzer weet, wat
de dag van morgen, of zelfs de dag van
heden brengen zal Maar ondanks de
zekerheid van deze onzekerheid zien wij
vandaag vooruit.
Het moge dan waar zijn, dat wij niet
weten wat en hoe het wezen en worden
zal, een ding staat vast, een ding is heel
zeker het wordt anders dan het tot nu
toe was.
Wij weten wel, dat er een Luther-
woord moet zijn, dat beweert, dat de weg
naar de hel met goede voornemens is ge-
plaveid, maar dat neemt toch niet weg,
dat, evenzeer als verkeerde daden mees-
tentijds uitvloeisel zijn van verkeerde plan-
nen, zoo ook goede daden kunnen voort-
zoo
vloeien uit goede voornemens. Het moge
waar zijn, dat de beste daden die daden
zijn, die spontaan door ons worden ver-
richt, zoodat wij niet eens er vooruit over
hebben nagedacht, en ons er te voren
geen rekenschap van hebben gegeven
in negen van de tien gevallen zal het toch
wel zoo zijn, dat het goede voornemen al
eeniqen tijd werd gekoesterd voordat de
goede daad werd verricht,
Dit ook is het aantrekkelijke onzes in-
ziens van het nieuwe jaar dat er dan
weer eens nieuwe en goede plannen wor-
den gemaakt. En nu weten wij ook wel:
voor zoo-iets moest het eigenlijk geen
Nieuwjaar behoeven te worden, eh als wij
voelen, dat iets goed of nuttig of noodig
is, dan moeten wij eigenlijk geen moment'
dralen, maar zou het beter zijn om maar
dadelijk aan den gang te gaan en van het
goede plan te komen tot de goede daad,
maar toch lijkt het ons toe, dat in allerlei
gevallen de nieuwjaarsviering daartoe de
rechte termijn kan zijn.
Wij ontkennen dus geen oogenblik, dat
er in en over het verleden heel veel ver-
keerds ligt, heel veel schuld, ook van ons.
Wij willen nu maar eens er mee ophou-
den om de schuld te werpen op anderen,
om b.v. (wat maar al te vaak gebeurt) de
schuld te geven aan de Regeering, neen,
wij willen erkennen: wij zelf waren lang
niet, die wij moesten zijn, er was bij ons
maar al te vaak een gebrek aan toewij-
ding, gemis aan de rechte liefde en op-
offering; wij willen een groot deel van de
schuld nu volgaarne op onszelf nemen.
Maar dan gaan wij juist daarom nu ook
met te meer moed beginnen. Er is nog
ontzaglijk veel te doen; er ligt een
roote, een grootsche taak voor ons. Er
ijven tal van mogelijkheden, en de rem-
ming, die er in deze dagen uitgaat van
allerlei crisis-omstandigheden en maat-
regelen, spoort toch ook weer aan tot des
te grooter ijver en tot taaie volharding.
Het zal zaak zijn gemeenschappelijk de
schouders te zetten onder de zware taak,
die in den nieuwen tijdkring ons alien
wacht. Op elk gebied, op het terrein van
Staat en Kerk, op het gebied van volks-
gezondheid en onderwijs, op nationaal en
op internationaal terrein zal alleen iets
goeds nog kunnen worden bereikt bij ge-
meenschappelijke krachtsinspanning en
bij bewuste terzijdestelling van eigen voor-
keur en vooroordeelen. Wil er nog iets
goeds worden bereikt, en wil straks niet
alles afbrokkelen en ineenstorten, dan zal
er veel eensgezindheid moeten worden
geoefend.
Wij noemen nu nog een reden waarom
Nieuwjaar ons zoo bizonder bekoort, het
is deze: Nieuwjaar brengt met zich nieu
wen moed. Die nieuwe moed hangt wel
samen met onze Nieuwjaarsviering, maar
hij spruit daar niet uit voort. Het is niet
Nieuwjaar zelf, dat ons moed geeft en
vertrouwen. Die moed en dat vertrouwen
vloeien voort uit ons geloof, en bij geloof
is ervaring een onmiskenbare factor. Mis
schien dat dit anders lijkt. Geloof lijkt
misschien weinig of niets met ervaring te
maken te hebben. Geloof gaat juist wel
eens tegen alle ervaring in. Geloof spruit
niet enkel uit ervaring voort. Geloof is
vaak een sprong, een waag, bij geloof
gaan wij niet zelden in tegen onze er
varing. Maar op den duur komt toch de
ervaring het geloof te hulp. Gelooven
blijft geen soringen, gelooven blijft geen
wagen. Later, verderop, is dat springen
en wagen voorbij, dan consolideert zich
het geloof allengs meer en meer. dan komt
er bij en naast en onder het geloof erva
ring, en zoo groeit dan het geloof en
wordt het krachtig en sterk.
Hierin komen Oud- en Nieuwjaar tot
elkander. Wij scheiden ze nu verder niet
al te zeer. Uit het oudejaar brengen wij
mede de overtuioing, dat het zonder Gods
kracht en hulp niet gaat. En Hij blijft
dezelfde, wat ook wissele of keere -Hij
was met ons. Hij wil met ons blijven alle
de dagen, ook alle dagen van 1935
VRAOHTVERDEELING EN RIJNGEBIED.
Gevolgen van arrest Hoogen Raad.
De corr. van het ..Handelsblad" te Rotter
dam schrijft
Aan het departament van Economische Za-
ken lag een ontwerp gereed tot wijziging van
de wet op de evenreddge vraohtverdeeling.
De regeering wilde daarmee tegemoet
leomen aan de bezwaren der schippers-organi-
saties op het punt der vaste relatdes, waar-
door werk aan de heurtlbevrachting wend ont-
tnokken.
Na het arrest van den Hoogen Raaid van 17
December zal er van deze wijziging vooreerst
niets komen. Het genoemde wijzigta.gson twerp
wordt niet imgediend.
De beslissdnig van den Hoogen Raad, dat
vervoer van en naar bestemmingen in Neder-
land, die in het Rijnigebied liggen, niet onder-
worpem is aan de bepaldngen der evenredige
vnachbverdeeMng, heeft een zeer wijde strek-
king. Er zijn reeds ettelijke besprekimgen ge-
voerd tusschen instamties, belast met de uit-
voering der wet op de evenredige vrachtver-
deelinig en ambtenaren van het hetrokken re-
gee rinigisidepartement
Allen die daarbij betrokken zijn, zijn het er
over eens, dat de wet op de evenreddge vracht-
verdeeling haar basis ontnomen is.
Zal de evenrediige vrachtverdeelimg blijven
voortlbestaan, dan zal er een nieuwe wettelijke
regelinig moeten komen, of zal de bestaande
stenk gewijzigd moeten worden. De moeilijk-
hedd is echter, hoe een doeltreffende regeling
be maken, waardoor geen vervoer onttrokken
wordt aan de vrachtverdeeling en toch niet
in strijd te komen met 'de bepalinigen der Rijn-
v" irt-rkte.
Er zijn reeds verschillende voorstellen in
overweging gegeven om een uitweg te vinden
uit de moeilijiklhedeh, maar tot dusverre is
nog geen systeem gevonden, dat bevredigend
geacht werd.
Zooals de toestand nu is, is de evenredige
vrachtverdeeling grootendeels afhankelijk van
het belang, dat de schipper er in ziet, zich
toch maar te blijven aanmelden bij de be-
vrachtinigscommissie en van den eerbied dien
hij heeft voor den ambtenaar achter het
loket. Als op zekeren dag een aantal sdhip-
pers buiten de lijst om gaat bevrachten, mag
men verwachten dat hun voorbeeld navolging
zal vinden. De verdere functioneerinig is dus
min of meer afhankelijk van factor en van
toevalligen aard. Ook inidien de schippers over
het al'gemeen de regeling trtouw blijven, kan
men niet verbinderen, dat anderen die de be-
schikking hebben over sc'hepen, buiten de re
geling om gaan varen en dan zullen de schip-
pers daar weer de nadeelen van ondervinden.
Het probleem, waarvoor de evenredige
vrachtverdeeling hen thans plaatst, die met
uitvoering en naleving zijn belast, Is niet ge-
mak'kelijk op te lessen.
UITVOER VAN SOHAALDIEREN NAAR
FRANKRIJK.
Het Fransche staatsblad vermeldt thans
het contingent voor Nederland van versche of
in verschen staat gecomserveerde schaaldieren,
grijze gamalen, staarten van kleine zeekreef-
ten (langoustes) en staarten van groote zee-
kreeften (voor het tijdvak van 1 Januari tot
en met 30 Juni 1935). Dit bedraagt 145.000
K.G. bruto, en voorzoover in Nederland in na-
tuurlijken staait geconserveerd of geprepareerd
10.000 K..G. bruto.
ONDKRS< HE1DINGE*
Ditmaal zijn ter gelegenheid van Oudejaar
koninklijke onderscheidingca, die bij den jaar-
dag van H. M. de Koningin waren ingehouden,
toegekend.
Tot Minister van Staat is benoemd Mr. P.
J. M. Aalberse, lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, oud-Minister van Arbeid,
Handel en Nijverheid.
In Zeeland werden de volgende onderschei-
dingen toegekend:
Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-
Nassau J. var: Boven, employe in' dienst van
de cargadoorsfirma De Groof te Vlissinigen,
eonsulair ambtenaar van verschillende landen;
C. A. van den Briel, inspecteur der poste-
rijen, telegrafie en telefonie In algemeenen
dienst, aaogewezen als direeteur van het tele-
graafkantoor te Amsterdam (vroeger alhier)
benoemd tot officier in de Orde van Oranje-
Nassau: Dr. B. D. H. Tellegen Azn., griffier
der Provinciale Staten van Zeeland, te Middel-
burg; M. Femhout, burgemeester der ge
meente Miadelburg;
tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau
J. L. van Voorthuysen, burgemeester van
Domburg; A. Dominicus, wethouder van We-
meldinge, J. Delzenne, bureelchef bij den rijks-
waterstaat te Middelburg; C. D. Vereeke,
voorzitter van de waterkeering van den cala-
miteuzen Willem-Annapolder, dijkgraaf van
„de Breede watering bewesten Ierseke", te
Kapelle; Dr. A. J. Hoorweg, districts-tiuber-
culose-arts te Middelburg;
is toegekend de eere-medaille, verbenden
aan de Orde van Oranje-Nassau;
in brons aan F. Vercauteren, besteller bij
den post-, telegraaf- en telefoondienst te Sas
van Gent;
in zilver aan C. van de Plasse, voorzitter der
mannenaangvejreeniging „Ons Genoegen" te
Wemeldinge;
in goud aan J. J. B. Voet, te Ossenisse, siga-
renhandelaar, regenwaamemer;
in zilver aan H. Koole te Ellewoutsdijk,
waterbouwkundig ambtenaar bij het water-
schap Ellewoutsdijk;
in brons aan M. J. van Kerkvoort, te Ter
Neuzen, gep. sluisknecht-helmduiker bij den
rij kswaterstaat
P. J. van Dommelen, in dienst van baron
Collot d'Escury, te Kloosterzande.
INSTALLATIE BURGEMEESTER TE
KOUDEKEF/KE.
De installatie van den nieuwbenoemden
burgemeester der gemeente Koudekerke, den
beer J. L. Dregmans, zal plaats hebben in een
plechtige openibare zitting van den gemeente-
raad op Vrijdag 4 Januari an., des middags
2 uur.
De burgemeester zal des mitddags half twee
aan de grens der gemeente op het Zand wor
den opgewaclht.
NIEUWE AUTOBUSDIENST.
Ged. Staten van Zeeland hebben besloten
aan de N.V. Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg
Maatschappij te Ter Neuzen vergunning te
verleenen tot het in werking brengen van een
dagelijkschen autobusdienst van IJzendijke en
Pyramide over SchoondijkeVeldzicht. Aan
de ondemeemster wordt niet toegestaan op
het trajectgedeelte SchoondijkeBreskens v.v.
reizigers te venvoeren in locaal verkeer.
SOHADEVARINGEN.
De op weg van Gent naar Brest zijnde
Nederlandsche motorschoener „Maartje", be-
laden met fosfaat, heeft op het kanaal alhier
een meerstoel aangevairen met het gevolg,
dat deze besehadigd werd. Nadat een onder-
zoek naar de schade was ingesteld, en een
cautie van f 200 was gesteld kon het schip
dat zelf geen averij bekwam zijn reis voort-
zetten.
Tengevolge van den vrij sterken wind kwam
het van Gent komende Letlandsche stoom-
schip „Everalda" in aanvaring met esn trwee-
tal in het kanaal staande ducdalven. Nadat
een cautie van f 1000 was gesteld kon het
schip hedenmorgen zijn reds voortzetten.
BEN OEMIN G.
Ged. Staten hebben met ingang van 1 Jan.
benoemd tot lid van de Provinciale Commissie
tot bevordering van Rijkswege van de Rund-
veefokkerij in Zeedand H. A. A. Baron Collot
d'Escury te Kloosterzande.
De vanwege de afd. Axel van Volksonder-
wijs in 1934 gehouden oollecte voor bet
Fonds tot Steun heeft opgebracht een som van
f 88,31.
Daar het aantal leerlingen aan de apenbare
lagere school in de Molenstraat alhier over
1934 is gedaald beneden 35, is de onderwijze-
res mej. M. Geilleit met ingang vain 1 Januari
1935 ontslagen, zoodat deize op wachtgeld
kemt te staan. Op een maand na is deze
onderwijzeres gedurende 2 jaar aan deze
school verhonden geweest. Het onderwijs
wordt dus voortaan gegeven door het hoofd
alleen, den heer A. P. Neeteson. Een vak-
onderwijigeres voor nuttige bandiwerken zad
trjdelijk worden aangesteld.
door GUUS BETLEM Jr.
P. Zoo is er weer een jaar voorbij,
Th. Wat gaat die tijd toch snel
P. En heel de wereld zit nog steeds
Maar leelijk in de knel.
De bet're dagen, die een elk
Zoo vurig heeft begeerd,
Ze hebben <fns naar 't schijnt althans
De rug wel toegekeerd
Th, Maar Pieternel, hoe kom je plots
Zoo pessimistisch, mensch,
Noem je d&t nou een goed begin
Voor onze Nieuwjaarswensch?
Waarom nu in de aanvang al
Zoo dadelijk getreurd,
Er is in 't afgedoopen jaar
Veel goMs toch ook gebeurd.
P. Ja, Thomas, manik geef het toe,
Je hebt alwCer gelijk,
Th. Heusch, mensch, het is nog niet zoo
[sdecht
In 't Nederlandsche rijk.
Want hebben we niet in 't begin
Van 't afgeloopen jaar
Een aardig sommetje vergaard,
Millioenen bij elkaar?
P. Bedoel je
Th. Dat gewetensgeld
P. Dat was een goeie tijd
Th. Maar 't was toch wel opmerkelijk
Die plotselinge spijt!
P. En al die brave lieden hier,
Ja, wonderbaarlijk is 't,
Die hadden in him aangifte
Zich jarenlangvergist!
Ja, dat wil zeggen, Thomasvaer,
In eigen voordeel, boor
Th. Nou, Piet, da's toch ook logisch-waar
Vergis je j' anders voor?
P. En onzeregenmaker, man,
Th. Bekend in 't heele land,
P. Die werd in 't afgeloopen jaar
Eenzonlichtfabrikant!
Want mensch, inplaats van regenmaken
Wat-ie vroeger enkel kon,
Geeft hij ons in sombere dagen
Voortaan doodeenvoudig zon!
P. Met de brandspuit op de wolken
Spuit ze wCg, enhet is klaar
Tb. Het is, als je 't goed beschouwt, Piet,
Het Columbus-einietwaar?
Maar tdch willen ze beweren
Als je hier en daar zoo leest,
Dat het alles doodeenvoudig
Loutertoeval is geweest!
P. Zes'es Thomas, jij sprak strakjes
Van... eh... het Oolumbus-ei,
Maarbelastingplaatjes stelen
Is nu voortaan ook voorbij,
Nu je 't plaatje bij de gratie
Op je borstkas dragen mag
Voor een smetteloos gedrag!
Th. Och, wat gCeft dat alles feitelijk,
Waar of je zoo'n plaatje draagt,
Hoofdzaak is toch maar... gddn plaatje,
Als je 't mij nou zoo'es vraagt!
Maar dat is muziek die 'k in de
Verste verte Jiog niet hoor
P. En muziek man, dat is zeker
Int'resseeren wij ons voor!
Th. Wij wie wij
P. Nou, wij in Holland,
Da's toch logisch, beste vent
't Lijkt of je 't concert daar in het
Stadion vergeten bent!
Wat een m£nschen... wat een mCnschen
P. En dan wordt er nog beweerd,
Dat men hier, brj ons in Holland
Ware kimst niet apprecieert.
Th. Ja, maar Piet... het is bij ons hier
Met de menschen zoo gesteld:
Ware kunst vindt wel waardeering
Maar danop bet voetbalveld!
P. Van het voetbalveld gesproken
Onze jongens
Th. Stil maar Piet,
Onze jongens af gaan vallen
Zal ik wis en zeker niet!
En al hebben ze in Rome
Dan ook drommels pecb gehad,
Ziwitserland had in November
Op ons landje toch geen vat!
P. Ja, daar zijn ze zelfs van hieruit
H6dl naar toegeloopen, zeg,
Th. Nou, dan rijd ik toch maar liever
In een auto langs den weg.
P. 's Jongeik heb nooit geweten
Dat jij zooveel geld
Th. Och, wat,
Ik bedoel de autobussen
Van de 6dn naar de and're stad!
Voor een veertig, vijftig centen
Toerde je ons landje rond
P. Dat wil zeggen als je lid was
Van 'n vereeniging of bond!
Th. Ja 't was gewoon den laatsten tijd
Haast ni5t te g'looven, vrouw,
Je reed maar voor een habbekrats
Waarheen of je ook wou!
Voor veertig cent van Amsterdam
Zoo naar de Maasstad toe
Voor tachtig centen een retour
P. En, ho6, Thomasen hoe
WiC reed er voor drie-vijftig nog
Per spoor
Th. En zat tot dank
Tlh. In een benauwde rookcoupd
P. En op een houten bank!
Th. Mddr, nu we 't dan toch zoo hebben
Tb.
P.
Th.
P.
Th.
P.
Th.
P.
Th.
P.
Th.
P.
Th.
P.
Tlh.
P.
Th.
P.
Th.
P.
Th.
Th.
P.
Th.
P.
Tlh
P.
Th
P.
Th
P.
Th.
P.
Over onze spoor, nietwaar,
Moet ik plotseling ook denken
Aan het ovenweg-gevaar!
't Is gewoon ontzettemd, als je
Leest wat hier zooal gebeiurt...
Onlangs nog... vier jonge rennere
Werden er daarbij betreurd.
En het lijstje groeit maar tanner
Elke week gestadig aan...
En van Hcogerihand Piet, wordt er
Veel te weinig vaak gedaan!
Maar 6ns kan niets meer gebeuren.
Wij betaalden leergeld, hoor...
iZorgt men ginds niet voor ons haclne
Zorgen wrj d'r zelf wel voor!
En wanneer ik op de fiets hen
Ik bezweer U, ik stap af...
Beter dat ze lachen nog, dan
Dat ze huilen bij je graf!
Zeg'es, wat ik je wou vragen.
't Versch kadetje, Thomasvaer,
Is dat... net nog zoo oudlbakken
Als vandaag voor zooveel jaar?
Ja... maar Rotterdam, Piet, gaf ons
Hier de oplossing, voor kort,
Wijl daar aanstonds 6Hk. kadetje
In de koelcel wordt gestopt!
Wel, dat hadden z' in de hoofdstad
Met die relletjes van toen
Met de grootste oproerkraaiers
Net precies zoo moeten doen!
Want dan zou er daar tenmtaste
Niet zoo'n bloed vergoten zijn...
Daaraan nog te denken, Thomas,
Doet m'hier weer van binnen pijn.
M]aar, ja... de tijden zijn ook sleoht
De zorgen drukken zwaar...
Dat stemt vaak tot verbittering
't Is droeviig, ja, maar waar!
Zeg, Thomas, wat 66k droevig is.
Zoo op 't eind van 't jaar...
De Uiver, Piet... 'k begrijp je al...
't Is vrees'lijk, Thomasvaer!
De tegenstelling is wel groot,
Na eerst die pracht-prestatie
Thans rouw hfj onze K.L.M.,
Ja bij de he61e Natie!
Ontroering heersciht in heel ons land,
Voor wat da4r is geschied,
Dat onder woorden brengen, vrouw.
Ik kan het bijna niet!
Voor nabestaanden heb ik slechts
E6n bede: sterkte, kracht!
Bemanntag en de passagiers...
Twee woorden maar:... Rust Zadhtr
Eens kijken, Thomasvaer,... wat is
Er nu nog te verteilen?
Eh... dat... eh... dat... eh... dat...
W' opnieuw weer zijn gaan spell en!
Precies, dat is het wat ik. zocht
Maar waar 'k niet op kon komen,
J' hefbt ip_e_ de woorden als het ware
Uit den mond genomen!
En Mtijd nog maar vechten ze
Hoe of het nu moet wezen?
En onderhand krrjgt het pulbliek
Een mengelmoes te lezen!
De een schrijft zus, de ander zoo...
Een chaos gang men stichten...
Een bond voor Spell tags-v rede moest
Men zelfs al op gaan richten!
Ja, Thomas, da's nou goed en we!
Maar goeie, beste man,
Jij maakt nou bijna overal
Zoowaar een grapje van!
Doch ook de emst die mogen we
Toch waarlijk niet vergeten...
Maar vrouw, dat doe ik toch ook niet,
Dat moest jij toch wel weten!
Of dacht je dat 'k vergeten was
Die d'roeve, droeve dagen?
Het leed dat er ons Vorstenhuis
Dit jaar heeft moeten dragen!
Ja, van den eersten wreeden slag
Was 't Rijk nog niet hersteld,
Of weer een nieuwe, groote ramp
Werd aan het volg gemeld.
Want plots kwam fel en onverwacht
Het tweede droef bericht...
En waren ginds in het Palais
Opnieuw de vensters dicht.
Het was een leed, dat he61 ons volk
En heel ons hart vervulde...
En brengen wij Hen samen thans.
Een kleine, stille Hulde!.
Nog twee vorsten zijn gevaHen
Doch met welk een onderschedd,
Koning Albert gtag in vrede
Alexander ging door strijd!
Zulke vorsten, als die beiden,
Heel hun hart aan 't volk verpand,
Welk regime er ook mag heerschen
Zijn een saeraad voor hun land!
Zeg Thomas, het was dit jaar ook
Tien jaar alweer geleden,
Dat onze Herman Heijermans
Helaas is overleden!
Tien jaren!!!, ja.zijn er voorbjj
Stads Heijermans verscheiden
En daarom wil 'k een enkel woord
Hier even aan hem wijden.
Zijn leven was een. harden strijd
Die dapper werd gestreden,
Hij was een groot en nobel mensch
Die heel wat heeft geleden!
Tot in het verste nageslacht
Zal men zijn naam gedenken.
Vol eerbied en vol dankbaarheid
Voor wat hij ons mocht schehken!
De schrijver zelf hij is niet meer
Maar al z'n mooie stukken,
Daar kan het jonge geslacht
Nog steeds de vrucht van plukken!
Tien jaren zijn er thans voorbij
Doch, wat bij ons mocht geven,
Zal Heijermans hier, in ons hart
Voor altijd voort doen leven!
Ziezoo, nu nog een enkel woord
Dan is het weer gedaan,
En kunnen we tevreden samen
Weer naar huis toe gaan!
Maar eerst een welgemeende wensch
Voor onze Koningin,
Weer nieuwe kracht en nieuwe moeo
In 't nieuwe jaarbegin!
Ook de Prtases, zij deele hier
In onze beste wenschen
En verder als 'k het zeggen mag.
Aan alle, alle menschen!
Een nieuwe reis vangt thans weer aan
Drie-honderd zooveel dagen,
Geen mensch die zeggen kan, waarheen
Hoe vaak we het ook vragen!
Maar moed, vertrouwen, levensdurf
Neem dat mee als Uw gading
Dan vindt ge vast op 51ke reis
Wel iets toch van Uw gading!
(Nadruk verboden.