ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN No. 9241 Aangiften van fieboorte en Overlijden. CI^SDAG 1 JANUARI 1935 75© Jaargang Nieuwjaar. Binnenland TWEEDE BLAD GEMEENTE TER NEUZEN. HANDDORSEN. Het aantrekkelijke van Nieuwjaar is om daarmee te beginnen dat het nieuw jaar is. Het oude kalenderblok heeft nu afgedaan, het oude kasboek is afge- sloten wij beginnen met een nieuwe bladzijde, misschien zelfs wel met een heel nieuw boek. Dat was het aantrek kelijke, toen we nog op school gingen, als er zoo'n nieuwe cursus begon dan wer- den we eens verplaatst, en er kwamen nieuwe boeken en nieuwe cahiers, en misschien was er nog wel veel meer nieuws. Wij zelf, zeker, wij waren dezelfden, precies denzelfden gebleven. maar toch wij leken iets anders, er lag over alles en ook over onszelf iets van een andere kleur, ook al was 't slechts een verschil in tint wij vonden het zoo fijn die nieuwe klas in dat andere lokaal, soms ook nog met een andere leerkracht. En zoo is het nu ook met Nieuwjaar er is een en ander, dat veranderd is, en dat nieuw lijkt of nieuw is. Dat is aan- trekkelijk, dat trekt ons aan en bekoort ons. Wij zijn er erg blij om, dat enkele oude dingen voorbij zijn. Zeker, er blij- ven oude schulden, die heusch niet weg zijn, omdat wij nu 1935 in plaats van 1934 zijn gaan schrijven, neen, die schulden blijven, en er komt misschien straks nog wat rente" bij. Die schulden blijven; al het heden mag dan zooals 't bekende gezangversje zegt verleden worden, het blijft ons toegerekend. Maar toch zien wij op Nieuwjaar weer wat licht, en wij hopen weer, en... wij hebben weer allerlei goede voornemens 9r bl TER NEUZEN, 1 JANUARI 1935. AXEL. KLOOSTERZANDE. Nieuwjaarswensch. mswzn&ttwjiuiBasisa TER NEUZENSCHE CO U RANT De aandacht van belangfheiblbenden wo reft gevestigd op de volgende wijzigtagen, met ta- gar^f van 1 Januari 1935 gebracht in de voor- schriften betrekkelyk de burgerlijks stand. Vervallen is het voorschrift, dat de aan- giften van geboorten worden gedaan in tegen- woordigheid van twee getuigen. DE AAN- GEVER AI.T.F.FX I)OKT DUS THANS DE AANGIFTE. De aangifte van overlijden wordt voortaan gedaan door een persoon. Vervallen is dus ide bepaldng, dat de aan- giften van overlijden geschiedt op de verkla- rtag van tiwee getuigen. Tot deze aangifte is bevoegd wie van het overlijden uit eigen wetenschap kennis draagt. j Ter Neuzen, 28 December 1934. DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND. Aan de landlbouiwens in deze gemeente is een circulaire gezonden omtrent handdtorsen van tarwe en peulvruchten met toeslag van Rijk en gemeente. Zij, die deze circulaire niet moobten hebben ontvangen, wordt alsnog medegedeeld, dat zij zich v66r acht Januari 1935 ter gemeente- secretarie kunnen wenden ran inlichtingen. De igemeentesecretarie is geopend alle werk- dagen van 92 uur. Ter Neuzen, 31 Januari 1934. Burgemeester en We thouders van Ter Neuzen, J. HUXZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVTJLLE, Secretaris. Ik houd van Nieuwjaar, al weet ik, dat er velen zijn, die er anders over denken, en die dan ook al dat gewensch en al die beschouwingen vrijwel dwaasheid vinden. Zij zullen misschien nog wel iets, of zelfs heel veel voelen voor Oudejaarsviering, wellicht gaan zij dan zelfs nog wel eens met hun heele gezin ook naar n kerk, of luisteren op zijn minst -door de radio naar een Ci andere ernstige overdenking, maar van Nieuwjaar, en alles wat daarmede samenhangt, moeten zij overigens weinig of niets hebben. Nu is er zeker een groot verschil tus schen de stemming van Oudejaarsavond en Nieuwsjaarsmorgen, al ligt er nauwe- lijks een korte nacht tusschen. Oudejaar toch rekent in hoofdzaak met het ver- leden, met Oudejaarsavond zien wij achterwaarts, dan halen wij nog eens alles op, wat er een vorig jaar is gebeurd, en speciaal wat er dat jaar is verloren en geleden; Nieuwjaar daarentegen rekent in hoofdzaak met de toekomst, wij willen dan vergeten wat achter is en ons uit- strekken naar hetgeen voor is wij zien dan vooruit, ook al zullen wij ons niet wagen aan voorzeggingen. De toekomst dat weten wij maar al te goed blijft verborgen. De dingen gaan anders en ontwikkelen zich anders dan wij denken of hopen of vreezen wie onzer weet, wat de dag van morgen, of zelfs de dag van heden brengen zal Maar ondanks de zekerheid van deze onzekerheid zien wij vandaag vooruit. Het moge dan waar zijn, dat wij niet weten wat en hoe het wezen en worden zal, een ding staat vast, een ding is heel zeker het wordt anders dan het tot nu toe was. Wij weten wel, dat er een Luther- woord moet zijn, dat beweert, dat de weg naar de hel met goede voornemens is ge- plaveid, maar dat neemt toch niet weg, dat, evenzeer als verkeerde daden mees- tentijds uitvloeisel zijn van verkeerde plan- nen, zoo ook goede daden kunnen voort- zoo vloeien uit goede voornemens. Het moge waar zijn, dat de beste daden die daden zijn, die spontaan door ons worden ver- richt, zoodat wij niet eens er vooruit over hebben nagedacht, en ons er te voren geen rekenschap van hebben gegeven in negen van de tien gevallen zal het toch wel zoo zijn, dat het goede voornemen al eeniqen tijd werd gekoesterd voordat de goede daad werd verricht, Dit ook is het aantrekkelijke onzes in- ziens van het nieuwe jaar dat er dan weer eens nieuwe en goede plannen wor- den gemaakt. En nu weten wij ook wel: voor zoo-iets moest het eigenlijk geen Nieuwjaar behoeven te worden, eh als wij voelen, dat iets goed of nuttig of noodig is, dan moeten wij eigenlijk geen moment' dralen, maar zou het beter zijn om maar dadelijk aan den gang te gaan en van het goede plan te komen tot de goede daad, maar toch lijkt het ons toe, dat in allerlei gevallen de nieuwjaarsviering daartoe de rechte termijn kan zijn. Wij ontkennen dus geen oogenblik, dat er in en over het verleden heel veel ver- keerds ligt, heel veel schuld, ook van ons. Wij willen nu maar eens er mee ophou- den om de schuld te werpen op anderen, om b.v. (wat maar al te vaak gebeurt) de schuld te geven aan de Regeering, neen, wij willen erkennen: wij zelf waren lang niet, die wij moesten zijn, er was bij ons maar al te vaak een gebrek aan toewij- ding, gemis aan de rechte liefde en op- offering; wij willen een groot deel van de schuld nu volgaarne op onszelf nemen. Maar dan gaan wij juist daarom nu ook met te meer moed beginnen. Er is nog ontzaglijk veel te doen; er ligt een roote, een grootsche taak voor ons. Er ijven tal van mogelijkheden, en de rem- ming, die er in deze dagen uitgaat van allerlei crisis-omstandigheden en maat- regelen, spoort toch ook weer aan tot des te grooter ijver en tot taaie volharding. Het zal zaak zijn gemeenschappelijk de schouders te zetten onder de zware taak, die in den nieuwen tijdkring ons alien wacht. Op elk gebied, op het terrein van Staat en Kerk, op het gebied van volks- gezondheid en onderwijs, op nationaal en op internationaal terrein zal alleen iets goeds nog kunnen worden bereikt bij ge- meenschappelijke krachtsinspanning en bij bewuste terzijdestelling van eigen voor- keur en vooroordeelen. Wil er nog iets goeds worden bereikt, en wil straks niet alles afbrokkelen en ineenstorten, dan zal er veel eensgezindheid moeten worden geoefend. Wij noemen nu nog een reden waarom Nieuwjaar ons zoo bizonder bekoort, het is deze: Nieuwjaar brengt met zich nieu wen moed. Die nieuwe moed hangt wel samen met onze Nieuwjaarsviering, maar hij spruit daar niet uit voort. Het is niet Nieuwjaar zelf, dat ons moed geeft en vertrouwen. Die moed en dat vertrouwen vloeien voort uit ons geloof, en bij geloof is ervaring een onmiskenbare factor. Mis schien dat dit anders lijkt. Geloof lijkt misschien weinig of niets met ervaring te maken te hebben. Geloof gaat juist wel eens tegen alle ervaring in. Geloof spruit niet enkel uit ervaring voort. Geloof is vaak een sprong, een waag, bij geloof gaan wij niet zelden in tegen onze er varing. Maar op den duur komt toch de ervaring het geloof te hulp. Gelooven blijft geen soringen, gelooven blijft geen wagen. Later, verderop, is dat springen en wagen voorbij, dan consolideert zich het geloof allengs meer en meer. dan komt er bij en naast en onder het geloof erva ring, en zoo groeit dan het geloof en wordt het krachtig en sterk. Hierin komen Oud- en Nieuwjaar tot elkander. Wij scheiden ze nu verder niet al te zeer. Uit het oudejaar brengen wij mede de overtuioing, dat het zonder Gods kracht en hulp niet gaat. En Hij blijft dezelfde, wat ook wissele of keere -Hij was met ons. Hij wil met ons blijven alle de dagen, ook alle dagen van 1935 VRAOHTVERDEELING EN RIJNGEBIED. Gevolgen van arrest Hoogen Raad. De corr. van het ..Handelsblad" te Rotter dam schrijft Aan het departament van Economische Za- ken lag een ontwerp gereed tot wijziging van de wet op de evenreddge vraohtverdeeling. De regeering wilde daarmee tegemoet leomen aan de bezwaren der schippers-organi- saties op het punt der vaste relatdes, waar- door werk aan de heurtlbevrachting wend ont- tnokken. Na het arrest van den Hoogen Raaid van 17 December zal er van deze wijziging vooreerst niets komen. Het genoemde wijzigta.gson twerp wordt niet imgediend. De beslissdnig van den Hoogen Raad, dat vervoer van en naar bestemmingen in Neder- land, die in het Rijnigebied liggen, niet onder- worpem is aan de bepaldngen der evenredige vnachbverdeeMng, heeft een zeer wijde strek- king. Er zijn reeds ettelijke besprekimgen ge- voerd tusschen instamties, belast met de uit- voering der wet op de evenredige vrachtver- deelinig en ambtenaren van het hetrokken re- gee rinigisidepartement Allen die daarbij betrokken zijn, zijn het er over eens, dat de wet op de evenreddge vracht- verdeeling haar basis ontnomen is. Zal de evenrediige vrachtverdeelimg blijven voortlbestaan, dan zal er een nieuwe wettelijke regelinig moeten komen, of zal de bestaande stenk gewijzigd moeten worden. De moeilijk- hedd is echter, hoe een doeltreffende regeling be maken, waardoor geen vervoer onttrokken wordt aan de vrachtverdeeling en toch niet in strijd te komen met 'de bepalinigen der Rijn- v" irt-rkte. Er zijn reeds verschillende voorstellen in overweging gegeven om een uitweg te vinden uit de moeilijiklhedeh, maar tot dusverre is nog geen systeem gevonden, dat bevredigend geacht werd. Zooals de toestand nu is, is de evenredige vrachtverdeeling grootendeels afhankelijk van het belang, dat de schipper er in ziet, zich toch maar te blijven aanmelden bij de be- vrachtinigscommissie en van den eerbied dien hij heeft voor den ambtenaar achter het loket. Als op zekeren dag een aantal sdhip- pers buiten de lijst om gaat bevrachten, mag men verwachten dat hun voorbeeld navolging zal vinden. De verdere functioneerinig is dus min of meer afhankelijk van factor en van toevalligen aard. Ook inidien de schippers over het al'gemeen de regeling trtouw blijven, kan men niet verbinderen, dat anderen die de be- schikking hebben over sc'hepen, buiten de re geling om gaan varen en dan zullen de schip- pers daar weer de nadeelen van ondervinden. Het probleem, waarvoor de evenredige vrachtverdeeling hen thans plaatst, die met uitvoering en naleving zijn belast, Is niet ge- mak'kelijk op te lessen. UITVOER VAN SOHAALDIEREN NAAR FRANKRIJK. Het Fransche staatsblad vermeldt thans het contingent voor Nederland van versche of in verschen staat gecomserveerde schaaldieren, grijze gamalen, staarten van kleine zeekreef- ten (langoustes) en staarten van groote zee- kreeften (voor het tijdvak van 1 Januari tot en met 30 Juni 1935). Dit bedraagt 145.000 K.G. bruto, en voorzoover in Nederland in na- tuurlijken staait geconserveerd of geprepareerd 10.000 K..G. bruto. ONDKRS< HE1DINGE* Ditmaal zijn ter gelegenheid van Oudejaar koninklijke onderscheidingca, die bij den jaar- dag van H. M. de Koningin waren ingehouden, toegekend. Tot Minister van Staat is benoemd Mr. P. J. M. Aalberse, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, oud-Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid. In Zeeland werden de volgende onderschei- dingen toegekend: Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje- Nassau J. var: Boven, employe in' dienst van de cargadoorsfirma De Groof te Vlissinigen, eonsulair ambtenaar van verschillende landen; C. A. van den Briel, inspecteur der poste- rijen, telegrafie en telefonie In algemeenen dienst, aaogewezen als direeteur van het tele- graafkantoor te Amsterdam (vroeger alhier) benoemd tot officier in de Orde van Oranje- Nassau: Dr. B. D. H. Tellegen Azn., griffier der Provinciale Staten van Zeeland, te Middel- burg; M. Femhout, burgemeester der ge meente Miadelburg; tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau J. L. van Voorthuysen, burgemeester van Domburg; A. Dominicus, wethouder van We- meldinge, J. Delzenne, bureelchef bij den rijks- waterstaat te Middelburg; C. D. Vereeke, voorzitter van de waterkeering van den cala- miteuzen Willem-Annapolder, dijkgraaf van „de Breede watering bewesten Ierseke", te Kapelle; Dr. A. J. Hoorweg, districts-tiuber- culose-arts te Middelburg; is toegekend de eere-medaille, verbenden aan de Orde van Oranje-Nassau; in brons aan F. Vercauteren, besteller bij den post-, telegraaf- en telefoondienst te Sas van Gent; in zilver aan C. van de Plasse, voorzitter der mannenaangvejreeniging „Ons Genoegen" te Wemeldinge; in goud aan J. J. B. Voet, te Ossenisse, siga- renhandelaar, regenwaamemer; in zilver aan H. Koole te Ellewoutsdijk, waterbouwkundig ambtenaar bij het water- schap Ellewoutsdijk; in brons aan M. J. van Kerkvoort, te Ter Neuzen, gep. sluisknecht-helmduiker bij den rij kswaterstaat P. J. van Dommelen, in dienst van baron Collot d'Escury, te Kloosterzande. INSTALLATIE BURGEMEESTER TE KOUDEKEF/KE. De installatie van den nieuwbenoemden burgemeester der gemeente Koudekerke, den beer J. L. Dregmans, zal plaats hebben in een plechtige openibare zitting van den gemeente- raad op Vrijdag 4 Januari an., des middags 2 uur. De burgemeester zal des mitddags half twee aan de grens der gemeente op het Zand wor den opgewaclht. NIEUWE AUTOBUSDIENST. Ged. Staten van Zeeland hebben besloten aan de N.V. Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg Maatschappij te Ter Neuzen vergunning te verleenen tot het in werking brengen van een dagelijkschen autobusdienst van IJzendijke en Pyramide over SchoondijkeVeldzicht. Aan de ondemeemster wordt niet toegestaan op het trajectgedeelte SchoondijkeBreskens v.v. reizigers te venvoeren in locaal verkeer. SOHADEVARINGEN. De op weg van Gent naar Brest zijnde Nederlandsche motorschoener „Maartje", be- laden met fosfaat, heeft op het kanaal alhier een meerstoel aangevairen met het gevolg, dat deze besehadigd werd. Nadat een onder- zoek naar de schade was ingesteld, en een cautie van f 200 was gesteld kon het schip dat zelf geen averij bekwam zijn reis voort- zetten. Tengevolge van den vrij sterken wind kwam het van Gent komende Letlandsche stoom- schip „Everalda" in aanvaring met esn trwee- tal in het kanaal staande ducdalven. Nadat een cautie van f 1000 was gesteld kon het schip hedenmorgen zijn reds voortzetten. BEN OEMIN G. Ged. Staten hebben met ingang van 1 Jan. benoemd tot lid van de Provinciale Commissie tot bevordering van Rijkswege van de Rund- veefokkerij in Zeedand H. A. A. Baron Collot d'Escury te Kloosterzande. De vanwege de afd. Axel van Volksonder- wijs in 1934 gehouden oollecte voor bet Fonds tot Steun heeft opgebracht een som van f 88,31. Daar het aantal leerlingen aan de apenbare lagere school in de Molenstraat alhier over 1934 is gedaald beneden 35, is de onderwijze- res mej. M. Geilleit met ingang vain 1 Januari 1935 ontslagen, zoodat deize op wachtgeld kemt te staan. Op een maand na is deze onderwijzeres gedurende 2 jaar aan deze school verhonden geweest. Het onderwijs wordt dus voortaan gegeven door het hoofd alleen, den heer A. P. Neeteson. Een vak- onderwijigeres voor nuttige bandiwerken zad trjdelijk worden aangesteld. door GUUS BETLEM Jr. P. Zoo is er weer een jaar voorbij, Th. Wat gaat die tijd toch snel P. En heel de wereld zit nog steeds Maar leelijk in de knel. De bet're dagen, die een elk Zoo vurig heeft begeerd, Ze hebben <fns naar 't schijnt althans De rug wel toegekeerd Th, Maar Pieternel, hoe kom je plots Zoo pessimistisch, mensch, Noem je d&t nou een goed begin Voor onze Nieuwjaarswensch? Waarom nu in de aanvang al Zoo dadelijk getreurd, Er is in 't afgedoopen jaar Veel goMs toch ook gebeurd. P. Ja, Thomas, manik geef het toe, Je hebt alwCer gelijk, Th. Heusch, mensch, het is nog niet zoo [sdecht In 't Nederlandsche rijk. Want hebben we niet in 't begin Van 't afgeloopen jaar Een aardig sommetje vergaard, Millioenen bij elkaar? P. Bedoel je Th. Dat gewetensgeld P. Dat was een goeie tijd Th. Maar 't was toch wel opmerkelijk Die plotselinge spijt! P. En al die brave lieden hier, Ja, wonderbaarlijk is 't, Die hadden in him aangifte Zich jarenlangvergist! Ja, dat wil zeggen, Thomasvaer, In eigen voordeel, boor Th. Nou, Piet, da's toch ook logisch-waar Vergis je j' anders voor? P. En onzeregenmaker, man, Th. Bekend in 't heele land, P. Die werd in 't afgeloopen jaar Eenzonlichtfabrikant! Want mensch, inplaats van regenmaken Wat-ie vroeger enkel kon, Geeft hij ons in sombere dagen Voortaan doodeenvoudig zon! P. Met de brandspuit op de wolken Spuit ze wCg, enhet is klaar Tb. Het is, als je 't goed beschouwt, Piet, Het Columbus-einietwaar? Maar tdch willen ze beweren Als je hier en daar zoo leest, Dat het alles doodeenvoudig Loutertoeval is geweest! P. Zes'es Thomas, jij sprak strakjes Van... eh... het Oolumbus-ei, Maarbelastingplaatjes stelen Is nu voortaan ook voorbij, Nu je 't plaatje bij de gratie Op je borstkas dragen mag Voor een smetteloos gedrag! Th. Och, wat gCeft dat alles feitelijk, Waar of je zoo'n plaatje draagt, Hoofdzaak is toch maar... gddn plaatje, Als je 't mij nou zoo'es vraagt! Maar dat is muziek die 'k in de Verste verte Jiog niet hoor P. En muziek man, dat is zeker Int'resseeren wij ons voor! Th. Wij wie wij P. Nou, wij in Holland, Da's toch logisch, beste vent 't Lijkt of je 't concert daar in het Stadion vergeten bent! Wat een m£nschen... wat een mCnschen P. En dan wordt er nog beweerd, Dat men hier, brj ons in Holland Ware kimst niet apprecieert. Th. Ja, maar Piet... het is bij ons hier Met de menschen zoo gesteld: Ware kunst vindt wel waardeering Maar danop bet voetbalveld! P. Van het voetbalveld gesproken Onze jongens Th. Stil maar Piet, Onze jongens af gaan vallen Zal ik wis en zeker niet! En al hebben ze in Rome Dan ook drommels pecb gehad, Ziwitserland had in November Op ons landje toch geen vat! P. Ja, daar zijn ze zelfs van hieruit H6dl naar toegeloopen, zeg, Th. Nou, dan rijd ik toch maar liever In een auto langs den weg. P. 's Jongeik heb nooit geweten Dat jij zooveel geld Th. Och, wat, Ik bedoel de autobussen Van de 6dn naar de and're stad! Voor een veertig, vijftig centen Toerde je ons landje rond P. Dat wil zeggen als je lid was Van 'n vereeniging of bond! Th. Ja 't was gewoon den laatsten tijd Haast ni5t te g'looven, vrouw, Je reed maar voor een habbekrats Waarheen of je ook wou! Voor veertig cent van Amsterdam Zoo naar de Maasstad toe Voor tachtig centen een retour P. En, ho6, Thomasen hoe WiC reed er voor drie-vijftig nog Per spoor Th. En zat tot dank Tlh. In een benauwde rookcoupd P. En op een houten bank! Th. Mddr, nu we 't dan toch zoo hebben Tb. P. Th. P. Th. P. Th. P. Th. P. Th. P. Th. P. Tlh. P. Th. P. Th. P. Th. Th. P. Th. P. Tlh P. Th P. Th P. Th. P. Over onze spoor, nietwaar, Moet ik plotseling ook denken Aan het ovenweg-gevaar! 't Is gewoon ontzettemd, als je Leest wat hier zooal gebeiurt... Onlangs nog... vier jonge rennere Werden er daarbij betreurd. En het lijstje groeit maar tanner Elke week gestadig aan... En van Hcogerihand Piet, wordt er Veel te weinig vaak gedaan! Maar 6ns kan niets meer gebeuren. Wij betaalden leergeld, hoor... iZorgt men ginds niet voor ons haclne Zorgen wrj d'r zelf wel voor! En wanneer ik op de fiets hen Ik bezweer U, ik stap af... Beter dat ze lachen nog, dan Dat ze huilen bij je graf! Zeg'es, wat ik je wou vragen. 't Versch kadetje, Thomasvaer, Is dat... net nog zoo oudlbakken Als vandaag voor zooveel jaar? Ja... maar Rotterdam, Piet, gaf ons Hier de oplossing, voor kort, Wijl daar aanstonds 6Hk. kadetje In de koelcel wordt gestopt! Wel, dat hadden z' in de hoofdstad Met die relletjes van toen Met de grootste oproerkraaiers Net precies zoo moeten doen! Want dan zou er daar tenmtaste Niet zoo'n bloed vergoten zijn... Daaraan nog te denken, Thomas, Doet m'hier weer van binnen pijn. M]aar, ja... de tijden zijn ook sleoht De zorgen drukken zwaar... Dat stemt vaak tot verbittering 't Is droeviig, ja, maar waar! Zeg, Thomas, wat 66k droevig is. Zoo op 't eind van 't jaar... De Uiver, Piet... 'k begrijp je al... 't Is vrees'lijk, Thomasvaer! De tegenstelling is wel groot, Na eerst die pracht-prestatie Thans rouw hfj onze K.L.M., Ja bij de he61e Natie! Ontroering heersciht in heel ons land, Voor wat da4r is geschied, Dat onder woorden brengen, vrouw. Ik kan het bijna niet! Voor nabestaanden heb ik slechts E6n bede: sterkte, kracht! Bemanntag en de passagiers... Twee woorden maar:... Rust Zadhtr Eens kijken, Thomasvaer,... wat is Er nu nog te verteilen? Eh... dat... eh... dat... eh... dat... W' opnieuw weer zijn gaan spell en! Precies, dat is het wat ik. zocht Maar waar 'k niet op kon komen, J' hefbt ip_e_ de woorden als het ware Uit den mond genomen! En Mtijd nog maar vechten ze Hoe of het nu moet wezen? En onderhand krrjgt het pulbliek Een mengelmoes te lezen! De een schrijft zus, de ander zoo... Een chaos gang men stichten... Een bond voor Spell tags-v rede moest Men zelfs al op gaan richten! Ja, Thomas, da's nou goed en we! Maar goeie, beste man, Jij maakt nou bijna overal Zoowaar een grapje van! Doch ook de emst die mogen we Toch waarlijk niet vergeten... Maar vrouw, dat doe ik toch ook niet, Dat moest jij toch wel weten! Of dacht je dat 'k vergeten was Die d'roeve, droeve dagen? Het leed dat er ons Vorstenhuis Dit jaar heeft moeten dragen! Ja, van den eersten wreeden slag Was 't Rijk nog niet hersteld, Of weer een nieuwe, groote ramp Werd aan het volg gemeld. Want plots kwam fel en onverwacht Het tweede droef bericht... En waren ginds in het Palais Opnieuw de vensters dicht. Het was een leed, dat he61 ons volk En heel ons hart vervulde... En brengen wij Hen samen thans. Een kleine, stille Hulde!. Nog twee vorsten zijn gevaHen Doch met welk een onderschedd, Koning Albert gtag in vrede Alexander ging door strijd! Zulke vorsten, als die beiden, Heel hun hart aan 't volk verpand, Welk regime er ook mag heerschen Zijn een saeraad voor hun land! Zeg Thomas, het was dit jaar ook Tien jaar alweer geleden, Dat onze Herman Heijermans Helaas is overleden! Tien jaren!!!, ja.zijn er voorbjj Stads Heijermans verscheiden En daarom wil 'k een enkel woord Hier even aan hem wijden. Zijn leven was een. harden strijd Die dapper werd gestreden, Hij was een groot en nobel mensch Die heel wat heeft geleden! Tot in het verste nageslacht Zal men zijn naam gedenken. Vol eerbied en vol dankbaarheid Voor wat hij ons mocht schehken! De schrijver zelf hij is niet meer Maar al z'n mooie stukken, Daar kan het jonge geslacht Nog steeds de vrucht van plukken! Tien jaren zijn er thans voorbij Doch, wat bij ons mocht geven, Zal Heijermans hier, in ons hart Voor altijd voort doen leven! Ziezoo, nu nog een enkel woord Dan is het weer gedaan, En kunnen we tevreden samen Weer naar huis toe gaan! Maar eerst een welgemeende wensch Voor onze Koningin, Weer nieuwe kracht en nieuwe moeo In 't nieuwe jaarbegin! Ook de Prtases, zij deele hier In onze beste wenschen En verder als 'k het zeggen mag. Aan alle, alle menschen! Een nieuwe reis vangt thans weer aan Drie-honderd zooveel dagen, Geen mensch die zeggen kan, waarheen Hoe vaak we het ook vragen! Maar moed, vertrouwen, levensdurf Neem dat mee als Uw gading Dan vindt ge vast op 51ke reis Wel iets toch van Uw gading! (Nadruk verboden.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 5