I
1
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
KERSTFEEST
MET ELKANDER
VOOR JEN ANDER!
Yerdrijf die Kiespijn!
AKKER.CACHETS
Nieuwjaars-advertentien
KERSTMIS.
No. 9239
MAANDAG 24 DECEMBER 1934
74® Jaargang
De verkeersverbindingen
a 60 cent
EERSTE BLAD
In verband met het
Kerstfeest zal a.s.
Woensdag geen
nummer van dit blad
verschijnen
Kerstinzameling door do Zeeuwsche Pars.
Onze abonne's in het
Buitenland
DE UITGEEFSTER.
H.H. Kantoorhouders
DE UITGEEFSTER.
De abonne's van het
Gefllustreerd Zondagsblad,
DE UITGEEFSTER.
van Zeeuwsch-Vlaanderen
besproken in de lle Kamer
"AKKERTJES"
Voor de abonne's.
te
r«-
r
rwvwMMi nKflWftWth'
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSBinnec Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,55 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika J 2,overige iandep 2,35 per 3 maanden fr. per post
A bonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling.
LHgeefster: Firroa P. J. VAN DB SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,2flL
KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent by vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien by regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrygbaar is. Intending van advertentien liefst ten dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Het Kerstfeest is nabij, wij sluiten dus deze
rubriek. De Zeeuwsche Pers kan met wel-
gevallen neerzien op haar gedanen arbeid ten
belhoeve van hen die het in deze tijden zoo
moeilyk hebben en voor geen emkele steun-
uiUteering in aanmerking komen.
iDat in menig huisgezin een dankbare stem
ming heerscbt mogen de weldoeners voldoe-
ntng geven.
De gevers brengen wy den dank namens
hen die door hun gaven nog een prettig Kerst
feest zullen vieren.
Wy zonden volgens onze eerste opgave aan
den Voorzitter der Zeeuwsche Persvereeni-
ging 85,50, terwijl de nagekomen giften tot
een bedrag van' 13,50 hedenmorgen den
Edelachtb. Heer Burgemeester is ter hand ge-
eteld, zoodat in totaal 99,kon worden
hygedragen.
DE DIRECTIE VAN DE
TER NEUZENSCHE COURANT
A
worden drinqend verzocht, het verschul-
digde abonnementsgeld voof 1 Jan. a.s.
in te zenden. Bij niet-ontvangst voor dien
datum wordt het abonnement gestaakt.
Abonnementen voor het buitenland
worden slechts aangenomen bij vooruit-
betalinq.
worden verzocht het abonnementsgeld
over het 4e kwartaal 1934 van de Ter
Neuzensche Courant voor 1 Jan. a.s. in
te zenden.
Wij vestigen er de aandacht van onze
abonne's op, dat wij bij terug-ontvangst
van eene onbetaalde kwitantie, onmiddel-
lijk de toezending van het blad zulien
cf a If pri
die het blad per post ontvangen. wor
den verzocht, hun abonnementsgeld voor
1 Jan. a.s., in te zenden daar er anders
over bescbikt wordt met verhooging van
15 ceirJ.
ders het meeste een voelen; en hoe
vreemd dit ook op het eerste gezicht moge
lijken dat komt dan vooral hierdoor,
dat er van deze lieden maar zoo heel wei-
nig bekend is.
Immers, wij weten niets van het ver-
leden van deze herders, en wij weten ook
niets over hun verder leven. Het is ons
onbekend, wat het eigenlijk voor menschen
waren. Men heeft er traditioneel-vrome
en conservatieve en hoogst deugdzame
menschen van gemaakt, die ijverig en
nauwgezet profetien zaten te lezen en te
overdenken. Of men is bizonder blij
geweest met deze vinding: die schapen
werden dan gebruikt bij den tempeldienst
te Jeruzalem, en zoo was er dan toch nog
eenig (hoewel zeer uiterlijk) verband met
den Joodschen godsdienst. Anderen
deden er precies andersom weer over: die
maakten er arbeiders van, die dan tevre-
den moesten zijn en ook wel waren met
een karig stuk brood, of zooals wij hier
indertijd eens uit Felix Timmermans heb
ben oververteld: zij maakten er Vlamin-
en van in een Vlaamsch landschap, die
alf slaperig zaten te kaarten. Dit is alles
zuivere fantasie. In werkelijkheid weten
wij niets van hen. Een ding voelen wij
echter wel heel goed: het was absoluut
stil in deze velden en er drong nauwelijks
een bijgeluid tot hen door, 't Was er zoo
plechtig en roerend stil als het daarbuiten
soms stil kan zijn.
En nu is het mooie en bizondere dit:
dat deze menschen in deze stilte en bij al
deze rust toch bezig waren met hun
gewone werk. Het zullen ook stellig geen
overgeestelijke menschen zijn geweest,
doch alleen maar trouwe werkers, rustig.
stoer enbereid om te luisteren.
Willen wij goed Kerstfeest vieren, dan
moet er iets van deze herders in ons en
over ons komen.
Het eerste dan wat ons bij deze men
schen opvalt is dit, dat zij heengaan
Zoodra zij de boodschap hebben gehoord
en het lied van de Engelen verstomd is,
gaan zij been. Als er niets gebeurd
ware, zouden zij natuurlijk gebleven zijn,
waar zij waren. Het is iets heel bizonders.
dat zij weggaan bij hun schapen. Dit be
wijst reeds, dat zij iets hebben vernomen,
waar zij absoluut zeker van zijn. De
boodschap, die zij vernomen hebben, roept
hen om op te staan. De Engel zendt hen
niet. Er wordt niet gezegd: gaat, of:
gaat zoeken, neen, dat zij er heen zullen
gaan wordt als iets geheel vanzelfspre-
ikends beschouwd. Natuurlijk wordt het
geacht: zij zullen vinden. Zoeken op
zichzelf is iets heel onaangenaams; zaiig
heid is: vinden, omdat wij zelf gevonden
zijn. Men moet eerst gevonden zijn eer
men zelf kan vinden. Deze herders weten
zich gezocht en gevonden, en nu gaan zij
zelf zoeken, envinden. Er is tweeer-
lei zoeken, zooals er ook is tweeerlei
wachten. Er is n wachten, dat verwach-
wonderlijk gesteld. Zacharias, de priester,
vroeg een teeken, en dat werd hem heel
kwalijk genomen, en hij werd er zwaar
voor gestraft. Maria vroeg een teeken,
al werd dat niet met zooveel woorden zoo
door haar gezegd, en z mocht het vragen,
haar trof qeenerlei verwijt. De herders
vroegen geen teeken, zij zwegen verbaasd
en getroffen, maar zij kregen er wel een: j
het teeken van de grootste soberheid en
van de grootst denkbare eenvoud: ,,gij zult
het kindeke vinden, in doeken gewonden,
en liggende in de kribbe'
Nu nog een vraag: Hoe zal daarna het
leven van deze menschen zijn geworden
Zou het anders zijn geworden Wij kun-
nen zeggen: neen en ja.
Neen. Hun leven werd niet anders. Zij
keerden al spoedig weer terug naar hun
schapen, en hun leven zal wel gebleven
zijn een leven, vol moeite en verdriet.
Over t algemeen merkt men op den duur
nooit veel goeds bij die levens, die opeens
zoo vol waren van gejuich en opwinding.
Het leven dezer herders zal voor 't uiter-
lijke wellicht niet veel veranderd zijn.
Maar in de diepte veranderde hun
leven toch wel heel sterk. Waren zij „met
haast" gekomen. zij gingen straks rustig
terug. Er was kalmte en vertrouwen over
hun heele bestaan gekomen. En dan wis-
ten zij nu heel vast en zeker, dat Gods
beloften niet ijdel zijn-- Wij moeten ons
toch vooral het echt vrome van deze
herders indenken. Zij leefden bij de pro
fetien, en zij alien droomden van en ge-
loofden in een betere toekonjst. De Zalig-
maker, Christus de Heer, was hun nu ge-
boren. Het oude Godsbetrouwen van
henzelf en van hun voorgeslacht en van
de besten in hun dagen bleek niet ijdel te
zijn geweest.
Nog een ding staat er van hen geschre-
ven, dit: zij verheerlijkten en prezen God.
Ook dat mogen wij doen. Als sneeuw,
die een heele wereld opeens wit maakt,
terwijl die geruischlbos neervalt. Zoo
maakt het Kerstevangelie onze levens
licht en zuiver. Er is er dus nog Een, die
ons vertrouwt. er is er nog Een, die tot
ons en in ons komen en bij ons wonen wil
Gloria in excelsis
Eere zij God in den Hooge!
En vrede op aarde in de menschen, die
van goeden wille zijn.
Zooals wy dezer daigen hebben gemeld, was
bij het afdeelingsonderzoek der Tweede Kamer
van de begrootang van Waterstaat een vraag
gesteld betreffende een nieuwe veerverbin-
ding van Zeeuwsch-Vlaanderen, en wel van
Graauw naar Brabant, over het plan alzoo
„We kunnen ons niet voorstellen, dat de
„kamerleden die het woord gevoerd hebben en
,,die daarvan zijn wy verzekerd ook de
„meening van tal van andere kamerleden ver-
„tolkt hebben, genoegen zullen nemen met
„een dergelijik ministerieel bescheid als nu
,,weer gegeven is. Wij hopen, dat zij het er
„dan ook niet by zullen laten en niet zullen
„schroomen am ter verwezenlijking van de
,,toch zoo unaniem in de Kamer noodzakelijk
geachte totstandkommg van een betere ver-
binding van Zeeuwsch-Vlaanderen met
,Noord-Brabant, deze zaak dwingend aan de
,orde te stellen met de middelen waarover
zy als leden der Volksvertegenwoordiging
.beschikken."
Deze vermelding der bespreking kwam ons,
op grond van onze wetensohap omtrent be
staande meeningen wel eenigszins vreemd
voor en we hebben het verschijnen der Han-
delingen afgewacht, om ons nader te orien-
teeren. En daaruit blijkt, dat de besprekin-
gen van geheel anderen aard zijn geweest,
dat het plan nieuw verbinding als het ware
slechts ter loops is besproken, doch dat door
alle sprekers is aangedrongen op verbetering
van de bestaande veerverbindimgen.
De heer BONGAERTS bepaalde zich tot
het volgende: Mynheer de Voorzitter! Over
het nauwer toehalen van den band tusschen
Zeeuwsch-Vlaanderen en het overige deel van
Nederland zal ik van wege den beperkten
spreektijd geen nadere opmerkingen maken.
De heer VAN DER PUTT: Mijnheer de
Voorzitter! In het Voorloopige Verslag op dit
hoofdstuk staat een bemerking, die ik gaame
wat duidelijker had beantwoord gezien in de
Memorie van Antwoord.
Het betreft hier het isolement van
Zeeuwsch-Vlaanderen en de door mij bedoelde
opmerking luidt als volgt:
,,De hier aan het woord zijnde leden
achtten het een nationaal belang, dat de
verbinding met Zeeuwsch-Vlaanderen dus-
danig zij, dat men niet genoodzaakt moet
zijn over het buitenland te reizen om een
belangrijik stuk van het Nederlandsche
grondgebied te bereiken."
De heer Minister antwoordt hierop met den
zin:
,,Betwijfeld mag worden, of het aan tal
Nederlanders, die via Antwerpen Zeeuwsch-
Vlaanderen bezoeken, wel zeer groot is."
Neem die zenuwprikkeling weg
en na 'n kwarlier... weg is ook de /JaX
pijn 1 Dat wonder voltrekken 1 of 2 /Ai£ J -J.
Volgens recept von Apotheker Oumonf
(Ingez. Med.*
- dat van wege het Zeeuwsch-VIaamsch kana-
ten is, en n zoeken dat isgaan vinden. ien-comit6 wordt voorgestaan en voordurend
wordt gepropageerd door het van uit Noord-
Brabant geredigeerde Dagtolad van Zeeland.
Wij hebben ook het schrifteiyk antwoord
lt.il lO) cn
En nu gaan zij dus heen. Geloof is altijd
laan. Geloof is niet slechts hooren. Ge-
Als vorige jaren is weer de gelegenheid
opengesteld het abonnementsgeld bij voor
uitbetaling voor een geheel jaar te vol
doen. Het daarvoor verschuldigde bedrag
ad f 5,60 wordt dan gaarne voor 1 Januari
tegemoet gezien. Postrekening 38150.
voor het Nieuwjaarsnummer dat Dins-
dagmorgen in plaats van Maandagavond
zal verschijnen en in de kom dezer ge-
meente huis aan huis wordt bezorgd,
worden weder geplaatst
Voor Nieuwjaarswenschen of gedich-
ten grooter dan 20 regels, zal 60 cents
meer worden gerekend voor elke 20 regels
of gedeelte daarvan.
De inzendingen kunnen geschieden tot
uiterlijk Zaterdag 29 dezer.
Ter Neuzen, 24 December 1934.
Firma P. J. VAN DE SANDE.
De geschiedenis van de herders in de
velden van Betlehem blijft toch maar
,iiet" verhaal voor Kerstmis. Wij zouden
geen enkel van die mooie verhalen gaarne
willen missen. maar toch is de geschiede
nis van de herders nog veel treffender
dan die van de wijzen uit het Oosten, of
het tafereel met Simeon en Anna. Wat
daar toch wel de reden van kan zijn? Het
zal dit wezen, dat wij onSj met deze her-
ioof is: gehoor geven. Hooren, goed
hooren is van groot belang. Maar er
moet toch nog meer volgen. Het mooiste
is dit, als men zelf voelt, dat men iets
doen moet, en als men het er dus niet bij
wil laten zitten. Wij kunnen 't ons haast
niet indenken, dat deze herders niet waren
gegaan, maar op hun plaats waren ge
bleven, en dan bijvoorbeeld waren gaan
discussieeren Zoo zouden wij misschien
hebben gedaan. Dan gaan wij dit alles be
oordeelen: het woord. of de Engelen
boodschap, of het lied van de Engelen,
of op zijn minstde melodie. Dan
wordt het dus niet: „laat ons zien het
woord, dat er geschied is' maar dan
wordt het: „laat ons becritiseeren het
woord, dat ons is verkondigd, of -nog
onmogelijker: laat ons dat ,,met dank
aanncmcn en dsn komt er van dicn
dank meestal weinig of niets terecht, of
laat ons dat „voor kennisgeving aan-
nemen, en dat wil dan zeggen, dat wij er
geen kennis van nemen Neen, zij criti-
seeren niet, en zij nemen niet ,,voor ken
nisgeving aan, maar zij gaan zien het
woord, dat er geschied is. Het is wel een
heel bizondere uitdrukking, die hier ge
bruikt wordt: „het woord zien". En dan
gaan zij samen. Zij gaan niet ieder apart,
niet elk afzonderlijk. Bij ons is zoo vaak
de gebrokenheid: dan gaat de een wel.
maar de ander niet. Doch deze mensdien
gaan samen en zij knielen samen neer, en
straks maken zij alien alom bekend het
woord, dat er geschied is.
Wat zij toen vonden lets heel ge-
woons. Maria en Jozef en het kindeke.
Zouden zij iets anders verwacht hebben
Misschien een tafereel met een wondere
lichtglans er om of er boven? De Engel
heeft hen er op voorbereid, dat zij niets
buitengewoons zouden vinden, en het
eenige ..teeken", dat zij kregen, was dit,
dat zij zouden vinden het kindeke, in
doeken gewonden en liggende in de
kribbe.
Het is met deze ,,teekens" in den bijbel
van den Minister op die vraaig yermeld, waar-
in Z. Exc. de beboefte aan die aieuwe ver
binding bebwijfelde.
In de Kamerzittin'g van. 11 December 1.1. zyn
de veerverbindingen ook ter sprake gekomen.
en het Dagtolad van Zeeland heeft daarvan
in zijn nummer van 12 December melding ge
maakt, doch een voorsteliing van zaken ge
geven, die, indien we de Handelinigen der
Kamer naslaan, wel sterk afiwijkt van de
werkelijikheid. Daaruit kregen we toch den
indruk dat alle sprekers die over de verbin-
dingen het woord voerden, met nadruk had-
den gepleit voor die door het Dagblad ge-
wenschte nieuwe verbinding met Brabant.
Volgens haar versing werd „het debat
„dienaangaande geopend door het Katlholieke
,,'kamerlid de heer Van der Putt, die g-heel
„oivereerikomstdg hefcgeen wij uit ten treure
„over dit vraagstuk hebben geschreven, den
minister aanspoorde toch mede te willen
werk en aan de totstandikoming van een
"veerveitoinding van Graauw op Noord-Bra-
,,bant. In dit kradhtige pleidooi werd hij niet
minder krachtig bijgevallen door den heer
..Westerman, die bijzomder op de nadeelen
Jan de huiddge verbindingen wees en daarbij
Jo oral de vreemde penetratie schetste, die
,!in Zeeuwsch-Vlaanderen heerscbt en die on-
Jer deze omstanidiglheden nog moet uittorei-
Jen. Tenslotte was het nog het Ghr.-H.
Jamerlid, de heer Krijger, die den minister
,,wees op 't groote nationale belang, dat in de
Jotstandkcming van een betere verbinding
Jan Zeeuwsch-Vlaanfderen op Nooid-Brabant
„verscholen ligt."
Dus zelfs de heer Kryger een paladijn voor
het streven van het Dagtolad!
Het vervolgt dan: „Zelden was er in de
„Kamer onder partijen van diverse richting
..grootere eensgezindiheid dan thans ten op-
..zichte van de wenschelijikheid van een spoe-
„dige totstandikoming van de veerverbinding
,,van Zeeuwsch-Vlaanderen op Noord-Brahant.
'^Een dankbare gelegenheid voor een minister
"zou men zoo denken, om een zaak van groot
"nationaal belang als het beter en inniger
..toiniden van Zeeuwsdh-Vaanderen aan overig
Nederland toch is, met alle kracht te bevor-
i.deren en tot een spoedige en gelukkige op-
„lossimg te brengen.
„Niets van dat alles echter. De minister
„heeft weer maar kalrn de drdngende pleit-
„redenen langs zich heen laten etoben.
Zelfs al zou dit antwoord juist zijn, Mijn
heer de Voorzitter, te bejammeren is het toch
dat de geachte bewindsman dien nationalen
klank in de gemaakte opmerking niet heeft
overgenomen noch onderstreept.
Ik mag er niet aan twijfelen of de Minister
ziet het ook als een nationaal belang, dat de
verbinding met Zeeuiwsch-Vlaanderen dusda-
nig is, dat dit landsdeel ook via Nederland te
bereiken is. (Wij stellen hier de vraag of de
spreker van oordeel is, dat Zeeuiwsch-Vlaan
deren wel via Nederland zou te bereiken zijn,
indien er een veerdienst Graauw-Ossendrecht
werd ingericht. Zou dit dan verschil maken
met de bestaande veerdiensten Red. T. N.
Crt.)
Maar, Mijnheer de Voorzitter, dan is het
antwoord toch wel erg sober.
Laat ik uitgaan van de gedaehte, dat de
vier stoomibootdiensten voldoende zijn om in
het verikeer van Zeeuwsch-Vlaanderen met
het overig deel van de provincie te voorzien.
Ik ben geneigd om met den Minister mee
te gaan, wanneer hy twijfelt, of daarnaast
nog een nieuwe verbinding over Graauw
rechtstreeks met den Brabant sch en wal ge-
motiveend is.
Maar die bestaande diensten behooren in
verschiilend opzicht aangepast te worden aan
de behoeften van de bevolking.
Ik mag mij by dit pleit niet beroepen op
economische noodzakelijkhedd of mogelijkheid.
Mijnheer de Voorzitter! Deze Minister zal
zioh ook niet uitsluitend op dit standpunt
mogen stellen. Er zijn hier andere belangen
dan zuiver economische.
De bevolking wacht nog steeds op inlossing
van vroegere beloften, uit den tijd, Mijnheer
de Voorzitter, toen men aan de gevoelens van
die gelsoleerde Nederlanders wel zeer bijzon-
dere waarde hechtte.
Laat ik voorop stellen, dat ik hier niet kom
aanidragen met verlangens naar groote en
dure werken, al wil ik den Minister gaarne
nog eens in herinnering brengen hetgeen ik
gezegd heb hij de behandeling van het wets-
ontwerp Krediet voor werkverruiming. Ik
heb zoo de vrees, dat de aanleg van inloop-
havens in Hansiweert en in Walsoorden ergens
dreigt te stranden. Mogelijk kan de heer
Minister hierover eenige medeideeling doen.
Zyn Exeellentie late de zich gepasseerd voe-
lerude bevolking niet langer dan hoogst nood
zakelijk in de onzekerheid.
Maar, Mijnheer de Voorzitter, ook al bleef
alles bij het oude, dan nog iis er aan de wen-
schen van de bevolking op velerlei wijzen te
gemoet te komen.
Ik wil met een paar vooribeelden demon-
streeren hoe primitief de toestand daar is.
Van Vlissingen gaat 's middags om 4 uur
de laatste boot naar Ter Neuzen. Mist men
die, dan zit er niets anders op dan de terug-
reis via Goes te maken. Maar het retour-
kaartje, dat men 's morgens in Ter Neuzen
genomen heeft, geldt dan niet en moet men
bijbetalen. Of wel een lateren dienst uit Vlis
singen 6f de mogelijkheid van een van beide
routes te kiezen zou hier uitkomst kunnen
brenigen. Dan nog de prijs. De goedkoopste
retourkaart van Zeeuwsch-Vlaanderen naar
het overige Zeeland kost 80 cent. En wat
heeft men dan nog bereikt? Dan staat men
althans wanneer men van Walsoorden
komt in Hansweert.
iGeen wonder, dat er nog duizenden
Zeeuwsch-Vlamingen zijn, die nooit de over-
tocht gemaakt hebben. Een sterke tariefver-
laging is dus zeker noodzakelijk. Rekent men
met de draagkracht van de bevolking dan is
50 cent hoog genoeg. Een derde tegemoet-
koming, die ik vraag, is, om de retourkaarten
een langeren geldigheidsduur te geven
En waar de Minister zegt, dat op de nieuwe
booten ruime berging is voor automobielen,
moet ik nog zijn aandacht vragen voor het
feit dat de accomodatie by de aanlegplaatsen
in Walsoorden en Hansweert dusdanig is, dat
vrachtauto's van eenige afmeting niet eens de
boot kunnen bereiken of er af kunnen,
Het komt voor, dat zulk een auto, wanneer
de aanlegplaats is bereikt, am die reden weer
teruggestuurd wordt naar Antwerpen.
Deze toestand mag toch niet langer dan
hoogst noodzakelijk worden bestenddgd
Mijnheer de Voorzitter! Als er in overige
landsdeelen groote bruggen gebouwd worden
met of zonder tolheffing dan mag men
de kosten van een overtoeht over de Schelde
ook niet hooger stellen dan hoogst noodzake
lijk is. Het betreft hier een even noodzake-
lijike verbinding, en moet het kostenvraag-
stuk niet den doorslag geven.
De Minister zou kunnen zeggen: Die veer
diensten zijn geen Rijiksondememing, Maar,
Mijnheer de Voorzitter, in feite is dat wel zoo.
'Het Rijk draagt 80 pet. van het exploitatie-
tekort, en hier is dus wel degelijk de Regee-
ring bevoegd en ook in de mogelijkheid om
iets in de door my aangegeven richting te
doen.
U ziet, Mijnheer de Voorzitter, ik kom met
geen groote dingen. Maar ik mag den heer
Minister niet onkundig laten van de stemming
van de Zeeuwsch-Vlaamsche bevolking, die
reeds jaren gevoelt, dat niet voldoende re>ke-
ning gehouden wordt met haar belangen.
Mijnheer de Voorzitter! Ik zal het by deze
korte opmerkingen laten en ik vlei mij met
de hoopt dat de Minister zonder eenige terug-
houding zal verklaren, dat ook hij het natio
naal belang van een welwillende houding ten
aaozien van Zeeuwsch-Vlaanderen inziet.
De vraag, hoeveel gaat er by de diensten bij,
mag hier niet den doorslag geven, maar wel
de vraag, hoe kunnen die Zeeuwsch-Vlammgen.
nader tot ons gebracht worden.
Dat moet ons alien een offer waard zyn
Habhen wij daar geen, offer voor over, dan
aanvaarde men een andere oonsequentie.
De heer WESTERMAN: Mijnheer de Voor
zitter! Ik zou zeer in het byzonder het be-
toog willen onderstrepen. dat zooeven door
den heer Van der Putt gehouden is
In het Voorloopig Verslag is opnieuw de
wenschelij'kheid bepleit om de verbindingen
tuschen Zeeuwsch-Vlaanderen en het overige
gedeelte van Nederland te verbeteren. De
quaestie is reeds vele jaren oud, maar dat ver-
fcindert niet, dat zij^actueel blijft. En hef
schijnt helaas ook niet te verlhinderen, dat
iedere nieuwe Regeerimg zich voor de belan
gen van dit gelsoleerde stuk Nederland maar
weinig interesseert.
Ik geoof niet, dat iemand zai willen ont-
kennen, dat Zeeuwsch-Vlaanderen op het stuk
van verbindingen met iik zou bijna zeggen:
het ,,moederland" zeer misdeeld is,
Antwerpen, Brussel en Luik zijn van Neder
land uit gemakkelijker te bereiken dan Axel
en Hulst. Dat weet de Minister van Water
staat zoo goed als ieder ander. De klacht
wordt voortdurend opnieuw gehoord, maar
men doet er bitter weindig aan. Men legt er
zich rustig bij neer, dat een bevolking van
70.000 zieleni die goed Nederlandsch voelt en
denkt, zich economisch en ook in allerlei an
dere opziohten, ieder jaar meer op Beigie
orienteert. 40 pet. der gronden het per
centage is ook in het Voorloopig Verslag ge-
noemd in Zeeuwsch-Vlaanderen, is in Bel-
igische handen; de industrie is er reeds seder!
tientallen van jaren overwegend Belgisch; de
bevolking wordt door Belgische winkels en
warenhuizen van uit Belgisch grondgebied be-
diend.
Maar de Minister van Waterstaat noemt
dat geen penetratie; daarvan mag volgens den
Miniser alleen worden gesproken als de bui-
tenlandsche gTondeigenaren zich ook in
Zeeuwsch-Vlaandereii vestigen. Is dat met
een erg naieve opvatting van het begrip pene
tratie? Mocht men in Zuid-Afrika pas van
een uitlandersquaestie en van, penetratie spre-
ken, toen de buitenlanders zich in Johannes
burg vestigden of was er al penetratie toen
het buitenlandfsche kapitaal zich ging interes-
seeren in de goudmijnen?
Ik zou willen vragen: heeft de Minister
nooit gehoord van de begrippen: economische
penetratie en kapitaalspenetratie Het eer
ste het beste boek, waarin over penetratie
wordt gehandeld, zal de Regeering kunnen-
leeren, dat er verschillende vormen van pene
tratie zijn en dat het nog volstrekt niet uitge-
maakt is, welke vorm van penetratie voor bet
nationale gezag, dat in een bedreigde land-
streek wordt uibgeoefend, het meest gevaar-
lijk is.
In het Voorloopig Verslag wordt een lans
getoroken voor een nieuwe vfeerverbinding en
wel voor een verbinding tusschen Graauw en
Noord-Brabant en verder voor den aanleg vam
het kanaal van Graauw over Hulst naar
Sluiskil. Dat is de bekende lievelingsdenk-
beeld van den heer Bongaerts, zoodat men.
niet over een buitengeiwoon fiinen neus be-
hoeft te beschikken om te begrijpen, uit wea
ken hook deze verlangens komen.
Mijnheer de Voorzitter! Ik ben overtuigd,
dat er voor beide denkbeelden iets te zeggen
i-
d
r
n
A
:n
a-
lij
in
;n
►ol
ee
en
Zii
de
rig
al
die
ul-
uen
►en
xie
ng,
ens
ide
sel-
>rt-
aar
53-
sich
veg
Lan
kan
1, en
k.
V/