ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN OM DE K0N1NGIN Christendom en Cultuur. dh§t van\Xskstbppiii^ 95 No. 9211 VRIJDAG 19 OCTOBER 1934 74e Jaargang Feuilleton Binnenland Buitenland EERSTE BLAD ffHITI*1 fyn1**rmI w immnBK' ABONNEMENTSPRIJS: Binnec Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post /5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,—, overige ianden /2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen by vooruitbetaling. Uitgeefster: Ftrma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KEEENE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgavc. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. Hier liggen al dadelijk enkele moeilijk- heden. waarover wij tot klaarheid zullen moeten komen, voordat wij dit probleem nader onder het oog gaan zien. Daar is in de eerste plaats de kwestie: Wat wordt fer onder deze beide woorden Christen dom'" en Cultuur" verstaan 1 Wij wagen er ons niet aan om van Christendom' een definitie te geven. Wei willen wij onmiddellijk waarschuwen: wanneer wij hier verder over Christendom gaan spreken, bedoelen wij niet een geloof of geloofsvoorstelling of geloofsovertuiging, waaraan reeds eeuwen geschaafd en ge- pleisterd is, maar willen wij daardoor zien aangeduid het meest positieve in de stich- ters. van het Christendom: datgene dus, wat Jezus predikte en deed, en tegelijk datgene, zooals Paulus het verstond en toepaste. Het zal geen oogenblik onze be- doeling mogen zijn om iets over het Chris tendom te gaan zeggen in zijn verhouding tot de cultuur, nadat wij eerst dit Chris tendom reeds hebben laten vervormen en belnvloeden, zoodat het iets geworden is, waarmede wij danwelveilig en rustig kun- nen gaan opereeren, of... waarop wij nog weer nieuwe en misschien nog ingrijpen- der kunstbewerkingen kunnen gaan toe- passen. Wij nemen dus het Christendom in zijn eigenlijken, wil men: primitieven zin. En tegelijk willen wij dan ook het Christendom zien als een zeer ruimen verzamelnaam. Wij spreken en schrij- ven dus niet over een bepaald Christen dom, maar wij willen ons er toe bepalen om ,,het" Christendom nog te nemen als iets zeer bepaalds en iets zeer positiefs. Aan den eenen kant wordt zoodoende het gevaar vermeden, dat zeker lang niet denkbeeldig is, dat we zoo'n beetje gaan redeneeren in denzelfden trant als die lieden, die beweren, dat eigenlijk a lie menschen nog wel ,,Christenen zijn, misschien zegt men er dan voorzichtig bij: ,,min of meer" en voor dezen, die zoo denken of voelen, bestaat het probleem Christendom en Cultuur niet meer en heeft het nooit bestaan; zij hebben het Christendom laten omvormen, zelfs zoo lang, dat er feitelijk niets positiefs is over- gebleven. En aan den anderen kant wordt op deze wijze voorkomen, dat deze be- schouwingen alleen waarde en beteekenis zouden hebben voor hem of haar. die tot een bepaald soort ..Christenen' behoort terwiil zij voor de anderen dan niet meer dan hoogstens historische waarde zouden bezitten. Dus: met Christendom bedoe len wij tegelijk iets heel positiefs en tege lijk iets heel ruims, laten we zeggen: juist dat eene, dat alien verbindt en ook voort- durend weer naar elkaar toe trekt en el- kander doet zoeken en zelfs wel eens vinden. Wij willen onze meening verduidelijken met een aardig voorbeeld, dat wij juist dezer dagen lazen in een Duitsch boek van een' Roomsch-Katholieken priester. met kerkelijke goedkeuring uitgegeven. Deze vertelde van een bootreis, die hij ge- maakt had, en waarbij hij overvloedig ge- legenheid had gehad om gade te slaan een tooneeltje tegenover zich van een vader met twee jongens, van wie de een heel rustig en vredig tegen den vader aan lag en dien dan ook gansch geen moeite veroorzaakte, terwijl de ander voortdu- rend in de weer was en dan weer boven op het dek, en dan weer beneden in een kajuit vertoefde, zoodat de vader telkens en telkens bezorgd was, het kind dan weer bij zich riep, om een oogenblik later hem toch weer zich te zien verwijderen. Die schrijver deelde mede: deze beide jongens waren hem een beeld van de twee broers, Protestant en Roomsch-Katholiek. De een zoo wel als de ander hadden vader lief, die beiden waren den vader ook even lief, maar ze hadden beiden zeer tegen- strijdige karakters en eigenaardigheden. Zij zouden echter -dat was de verblij- dende strekking van dit geschrift el- kander moeten waardeeren en plaatsen. En nu de Cultuur. Wij zouden van „cultuur" wel een definitie kunnen geven, namelijk de bepaling, die onder woorden is gebracht door G. Fichte, die het zoo zegt: Cultuur is de oefening en inspan- ning van alle krachten met als doel de voile vrijheid, de volledige onafhankelijk- heid van alles. wat niet onszelf, niet ons reine en zuivere zelf is Maar toch weten wij niet, of wij met die bepaling en defi nitie ook al weer niet geven een be'invloede formuleering, m.a.w.: of dit niet de cul tuur is, zooals menschen als Fichte zich die dachten of hoopten. Het zal wel zeer moeilijk zijn om een voor alien en altijd geldende definitie te geven ook van .cul tuur", te meer, omdat wij ons daarbij niet op historische gegevens kunnen beroepen. En toch weet ieder wel, wat met en onder cultuur" zoo ongeveer moet worden ver staan. Dat wordt vooral duidelijk, als wij spreken van cultureele belangen en cul- tureele waarden. Hierbij zijn er al on middellijk lieden, en ze zijn er in overtal- rijke mate, die eenvoudig de cultuur in de plaats hebben gesteld van het Christen dom, maar dezen maken dan toch tegen- woordig wel een zeer moeilijken en zwa- ren tijd en strijd door. Want laat de groote wereldoorlog en alles wat daarop gevolgd is aan verwording en crisis, aan verwarring en ondergang zeker nog niet alle cultuur hebben vernietigd. een ding staat toch wel vast: hier zijn heel wat din- gen in gevaar en aan het wankelen ge bracht, en op ontstellende en over-duide- lijke wijze is wel gebleken, dat tenslotte de cultuur of 'n cultuur zonder meer. zon- der diepere motieven en hoogere drijf- veeren niet in staat is den menschen rust en zekerheid, troost en blijvende energie te bieden. Reden te meer om met alien ernst ons af te vragen, of het niet zaak zal zijn om het Christendom en de cultuur te samen te brengen. Wij hebben in ons opschrift boven dit artikel met opzet en in voile overtuiging het Christendom voorop gezet. Wij wil len niet spreken van Cultuur en Christen dom, maar van Christendom en Cultuur. In deze woord-schikking schuilt reeds een belijdenis. Er zijn er, bij wie de eerbied voor de cultuur zoo groot is, dat zij haar per se den voorrang willen verleenen. En er zijn ook heel waff christenen, die toch wel erg graag mensdhen van hedendaag- sche cultuur willen zijn of schijne'n. Alles wordt aangewend om in gedraging en gesprek dit te doen iiitkotnen, maar laten wij er dadelijk bij zetfgCii: hier is vaak heel veel aanstellerij en pronkerij. Daarnaast willen wij voor niemand onderdoen in waardeering voor alles, wat de menschheid op een langen en moei lijken weg op allerlei gebied heeft bereikt. Er is om nog eens die woorden van Fichte aan te halen wel een ernstig streven geweest om volledig afhankelijk te zijn of te worden. Daarin lag iets goeds, iets, dat tot groote inspanning en activiteit leidde. Sterker dan velen voelen wij dan ook de noodzakelijkheid om deze dingen op de rechte waarde te schatten. Het Christendom en de Christenen mogen deze dingen niet ontkennen, ze niet ver- waarloozen, en nog minder ze verachten. Wij zullen tot de menschen van dezen tijd moeten spreken in hun eigen taal en op hun eigen wijze. Als het Christendom zoo heeft onlangs een onverdacht pre- diker gezegd niet gloednieuw kan zijn met zijn oude waarheden. heeft het geen zin om het te blijven prediken. Het groote toch van het Pinkstergebeuren was dit. dat zij alien de oude tijding hoorden ,,in hun eigen taal". Ieder beschavingstijd- perk heeft op zijn wijze behoefte aan ver- lossing en vernieuwing. Het Christendom moet van dezen tijd durven zijn, een Christen moet iemand wezen, die midden in dezen tijd staat. Maar daarmede en zoodoende maken wij nog geen buiging voor heel de cultuur. Wjj moeten nooit uit het oog verliezen, dat het Evangelie de cultuur dient als de meerdere den mindere. De mensch, ,,van boven geboren heeft de cultuur niet noodig als zijn laatst en eenig redmiddel. als zijn hoogste en veiligste schuilplaats. TOT 30 NOVEMBER 1034 ONTVANGT U. TEGEN INLEVERING VAN 60 VOORZIJDEN VAN PRESTO.PAKJES AAN ONS ADRES TE AMERSFOORT, GRATIS EEN PRACTISCH GESCHENK door VICTOR BRIDGES. (Nadruk verboden.) 68) (Vervolg.) Toen lay Jocelyn zoover had gelezen, legde zij de krant neer en leunde achtenover tegen den rug van de sofa. Gedurende ruim een minuut zat zij zoo, bewegingsloos en recht voor zich uitstarend, met een uitdrukking, zooals weinig menschen ooit op haar vrien- delijk, opgewekt gelaat hadden waargenomen. Eindelijk nam zij met een zwak zuchtje de krant wederom op en staarde nogmaals naar bet sclhreeuwerige opschrift. ,pVch, die arme Tony", kwam het fluiste- rend over haar lippen. „Mijn arme Tony, arme jnngen!" [Zij had de medelijdende woorden nog niet uifcgesproleen toen het geluid van een snel naderenden auto tot haar doordrong. Een oogenblik later werd er heftig aan de huisbel gebrokken. Lady Jocelyn stond op, ging langzaam naar de deur en hield de meid tegen, die juist op bet portaal was. „Ik ben niet thuis, Ellen", sprak zjj, „be- hatve voor mr. Henry Conway. Ik verwacht bem en je kan hem direct bij mij brengen". „Ja, mylady", antwoordde het meisje vrien- delijk. Alle diensthoden van lady Jocelyn aanbaden haar en ofschoon het verdwijnen van Isabel nog steeds een ondoorgrondelijk en onbegrepen geheim voor hen was, gevoelden zij zich on- gelukkig, bg het zien van de ongunstige invloed, die dit op het gestel van hun meeste- res uitoeftende. Nadat zij zich weder naar haar kamer had begeven, weerklonken, juist toen zij haar vorige plaats had ingenomen, verschillende stemmen in de hall. Een lichte kreet ontsnapte haar lippen en gedreven door een emotie, waarvan zij zich geen rekenschap kon geven, strekte zij haar arm naar de houten omlijsting van de sofa uit, teneinde zich overeind te houden. Het volgende oogen blik kwamen schuifelende voetstappen de trap op en kwam Ellen met opgewonden rood ge laat de kamer binnenstuiven. „0, mylady! Daar is miss Isabel en sir Antony, mylady en en mr. Oliver!" Terwijl zij stond te gillen, kwam het eerst- genoemde paar de kamer binnen en toen sohoot lady Jocelyn met een zachten jubel- kreet op hen af. ,,Tony! Isabel!" fluisterde zij en toen zij op haar toe vlogen len hun armen om haar heen sloegen, hijgde zij half lachend en schreiend. ,,0, dierbare ondeugende kinderen, wat hebt jelui mij een schrik op het lijf ge- jaagd". Onder al dat omhelzen volgde Guy hen in de kamer. Behalve dat zijn gelaat een weinig door de zon was verbrand, zag hij er even be- zadigd en eieirbiedwaardig uit als voorheen; werkelijik kion men zich hem niet indenken op een met bloedvlekken besmeurd strand met een rookende revolver in zijn hand, zonder den schijn op zich te werpen, dat men zich aan de wildste famtasieen overgaf. „Wij zijn pas vanmorgen te Southampton binnengeloopen", foekende Tony, „en ik wilde expres niiet telegrafeeren". Ellen, die tot nu toe het tooneel met steeds geopenden miond stond aan te gapen, scheen plotseling tot het begrip te komen, dat zij zich aan groote onbescheidenheid had schuldig gemaakt. Met een half onwilligen zucht maakte zij zich geruischloos uit de voeten en vloog de trap met drie treden tegelijk af, om het opzienbarende nieuws aan haar collega s in de keuken te gaan vertellen. Met hun armen om lady Jocelyn heen ge- strengeld leidden Tony en Isabel haar lang zaam naar de sofa en zetten zich ieder aan een kant van haar neder. Guy plaatste een leu- ningstoel tegenover hen en liet zich daar op vallen. ,Neem mij niet kwalijk, Guy", zei lady Jocelyn. „Ik hen zoo gelukkig en zoo opge wonden, dat ik je zelfs nog niet leens goeden dag heb gezegd en ik ben er zeker van, dat het door jouw toedoen is, dat ik mijn dwaze kinderen weer terug heb". Zeker", dat is ook zoo", riep Tony. ,,Als Guy niet toegeschoten was en de halve politle- macht van Livadia had afgemaakt, dan zou- dien wij geen schijn van kans gehad hebben, om ons te redden. Niet waar, Isabel?" Isabel knikte. ,,Hij heeft zich zeer dapper gedragen", zei ze op dankbaren toon. ,,Ik zal nooit vergeten wat een heldhaftig, indruk- wekkend figuur hrj .maakte". Het gelaat van dfen bescheiden Guy werd tomaatkleurig. „Ik wenschte, dat ik hem zoo eens had gezicn", zei lady Jocelyn en zoo wel op haar gelaat als in haar toon lag een uitdrukking van ongeveinsde spijt; ,,maar het schijnt mij toe dat wij aan het verkieerde eind zijn he- gonnen. Zij stond op en haalde de „Daily Mail" van de tafel. „Deest dat eens, zei ze op het hoofdartikel wijzend, „en vertel mij in 's hemelsnaam, wat er gebeurd is en wat dat allemaal beteekient". „Ik zal probeeren u alles duidelijk te ma ken", zei Tony ernstig, ,,maar dan moeten Guy en Isabel mij helpen. Het is zoo'n inge- wikkelde geschiedenis. dat er wel drie men schen noodig zijn om beboorlijk te vertellen". Hij begon haar nu van af het begin alles te verhalen; o6k van Molly, hetgeen hij de vorige maal had verzwegen, ook vein haar geheim huwelijk met Pedro; hoe bij haar het idee was opgdkomen, dat zij door Isabel te bevrijden, haar rechtmatige plaats aan de zijde van haar echtgenoot zou kimnen innemen. Toen hij met zijn lang verhaal zoover was gevorderd tot het oogenblik, dat de Count Saint Anna met Molly de trap besteeg, om Isabella geestelijke hulp te verstrekken hield hij op. ,,Tot zoover is mijn aandeel in het ver halen", zei hij onbaatzuchtig. ,,Ga jij nu door, Isabel en vertel tante Fanny die rest". Lady Jocelyn, die onder het vertellen de grootste belangstelling had getoond, zat recht op en hield de hand van Isabel in de hare. Christenen zullen goed doen om niet aan alles maar mee te doen om zoodoende den schijn te wekken, dat zij echte kin deren van hun tijd" zijn. Tal van Chris tenen schijnen er een beetje bang voor te zijn om hun geloof te plaatsen naast dat gene wat de wereld onzer dagen predikt en uitroept. Wij hoorden vaak klachten uit Indie, dat Christenen, die daar wonen en werken, na korten tijd eenvoudig heele- maal een wereldsch leven gingen leiden en hun geheele christelijke overtuiging ten offer brachtcn aan de cultuur. Wij moeten vooral de ..cultuur" niet te hoog aanslaan. Er is in die cultuur een sterke arrogantie, en vaak weinig diepte en wei nig schoonheid, een veel te sterk zoeken van zichzelf, een te weinig of gansch niet zoeken van een ander, en zeker niet van den Ander. Christendom en cultuur kunnen elkan- der niet missen. Het Christendom moet de cultuur belnvloeden, en dat groote en oreede terrein aanvaarden en als operatie- terrein beschouwen. En de cultuur zal telkens, als het goed is, het Christendom stellen voor een nieuwe, soms zelfs zeer zware taak. Laat het Christendom de cultuur los, dan zakt het geheel terug in een ouden sleur van enkel traditie en napraterij, dan leeft het Christendom straks afgedaan of wordt het op zijn hoogst en beste terug- gedreven in kleine zaaltjes en lokaaltjes, waar levensmoede en vragensmoede ziel- tjes samenhokken om zichzelf en elkander nog een beetje vertroosting en opbeuring te verschaffen en zich voorts in slaap te sussen op een wiegeliedje over die ,,ver- foeilijke ,,waereld". Maar zou de cul tuur het zonder Christendom willen doen. dan krijgen wij toestanden, als de heden- daaasche wereld dagelijks te aanschouwen geert, een vruchteloos zoeken en trachten naar wereldvrede, ontwapening en op- lossing uit moeilijkheden, zoo overwel- digend groot en verward, dat een heele wereld er aan dreigt ten onder te gaan. Neen, de cultuur zonder meer zal ook nu geen uitkomst geven. Wij hebben het Christendom noodig, of zeg nog liever: Christus, die redt en die in alle waarheid leidt. TWEEDE KAMER. Vergadering van Woensdag. Voortgezet wordt de behandeling van het wetsontwerp tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van onderwijsinrichtingen. Minister Marchant neemt over een amende- ment-Suring om in artikel 2 de „benoeming" van leerkrachten te vervangen door „toela- ting" met het oog op de vrijheid der school- besturen. De heer Thijssen (s.d.) verdedigt een amen- dement op artikel 3, strekkende om misbruik van een oude gezondheidsverklaring bij een nieuwe sollicitatie te voprkomen. De minister acht het overbodig. De heer Thijssen trekt het amendement in. De heer Suring (r.k.) verdedigt een amen dement op art. 3 om belanghebbenden de kos- „Wat een bekoorlijk en begaafd meisje moet die Molly Monk zijn", riep zij. ,,En dat zij de kleindoehter is van dien ouden Monk! Wie zou het ooit geloofd hebben!" „Ik geloof, dat zij het moedigste en verstan- digste meisje is, dat ooit heeft geleefd", zei Isabel met schitterende oogen. ,,U moet weten, dat ik niet het minste vermioeden had, dat zij geen echte geestelijke was, voor d'e Count de kamer uit was. U kunt zich niet voorstellen, wat er in mij omging, toen zij den knip op de deur deed en met mij begon te spreken. Ik was in het begin zoo verbaasd, dat ik niet geloof, iets uit mijzelve te hebben kunnen doen, maar zij was zoo kalm en rus tig, alsof het de gewoionste zaak ter wereld was. En ondier het spreken door hielp zij mij mijn kleeren uittrekken, en toen ik de hare moest aan doen, had zij mij zooveel moed in- gesproken, dat ik in 't geheel niet bevreesd meer was. En terwijl zij mijn haar opbond en de pruik vasthechtte, vroeg zij mij een en ander waarom ik met den Count Engelsch sprak ik had dit steeds gedaan hoe ik mij gewoonlijk tegenover hem gedroeg, als hij in de kamer kwam en al dergelijke din gen meer. Ik trachtte haar zooveel mogelijk over alles in te lichten en u kunt zich niet voorstellen, hoe begrijpelijk zij was. Zij leerde mij loopen als een geestelijke en hoe ik moest gaan zitten en hoe weinig ik moest spreken en toen zij zioh zelf had verkleed en het haar precies als het mijne had opgemaakt, geleek zij zoo precies op mij, dat ik bijna niet kon gelooven, dat ik het zelf niet was. Aangezien wij den Count Saint Anna elk oogenblik kon- den terugverwachten, schoof zij den knip van de deur en vertelde mij zoo vlug mogelijk, wat ik moest doen, als hij binnen kwam. Zij beval mij, dat wet er ook gebeuren mocht, ik niet meest antwoorden als hij tegen mij zou spreken, doch siechts knikken of hoofdschud- den en het overige aan haar overlaten. Toen wij hem op de trap hoorden aankomen, ging zij kalm op den stoel zitten, welke ik geregeld getoruikte en liet mij naast haar gaan staan met mijn rug naar de deur". Isabel zweeg eenige oogenblikken alsof de herinnermg aan *het spannende van dat oogen- Gebruik dan Laxeer-Akkertjes, de nieu we vinding van Apoiheker Dumoni. Ge proefl niets. Geen kramp, geen over- matige ontlasting, geen her-constipatie. Ze hersiellen de normale werking Uwer darmen en bevalien bovendien besiand- deelen, die heel Uw gestel verbeteren. Per 12 sluks 60 cent TfiaJcen. ScAovrt Schw Ingez. Med. ten van onderzoek volgens een vast tarief te vergoeden. De Minister neemt het over. De heer Suring verdedigt een amendement op artikel 5, dat een ontslag niet imperatief, doch facultatief stelt. Voorts om de bezoldi- ging van den betrokken onderwijzer niet lon ger dan drie maanden na afloop van den ge- stelden termijn ten laste van rijk of gemeente te doen komen. De Minister neemt het over, evenals daarbij aansluitende amendementen op de artikelen 6 en 7, evenzoo een amende ment op artikel 9 om de kosten der wettelijke maatregelen door het rijk te doen vergoeden, alsook een amendement op artikel 10, waar- in beroep tegen een besluit tot sluiting van. een school wordt ingelast. Mevr. de Vries-Bruins (v.d.) verdedigt een amendement inhoudende dat iedere onder wijzer binnen 2 jaar in het bezit moet zijn van een gezondheidsverklaring. De Minister bestrijdt het, zijnde overbodig. Het wordt verworpen met 59 tegen 21 stemmen. V<56r de soc.-dem. en de heeren Arts (R.K. Volks- partij), de Visser (comm.) en van Houten (chr.-dem.). Over het wetsontwerp zou Donderdag wor den gestemd. Voortgezet wordt de behandeling van het wetsontwerp betreffende de tegemoetkoming aan oud-gepensionneerden van zee- en land- macht. De heer Van Rappard (lib.) zegt, dat de regeering de verwachting heeft gewekt, dat niet de steun maar het pensioen zal worden verbeterd. De heer De Visser (comm.) protesteert tegen de behandeling van de oud-gepension neerden. ONVERMENGDE MARGARINE VOOR WERKLOOZEN. De crisis-zuivel-centrale heeft aan de ge- meentebesturen naar aanleiding van een ge- stelde vraag meegedeeld, dat werkloozen, die gedurende eenige dagen van de week in loon- dienst werken en gedurende de overige dagen van de week steun ontvangen van overheids- wege, alleen voor den tijd, gedurende welken zij steun ontvangen voor het verkrijgen van onvermengde margarine in aanmerking kun nen komen. Wanneer zij b.v. 2 dagen in de week steun genieten en de rest werken, dan kunnen zij gedurende die week aanspraak maken op Vs van de hoeveelheid margarine, waarop zij recht zouden hebben bij algeheele werkloos- heid, dan wel eenmaal in de drie weken op de geheele hoeveelheid. (Wordt vervolgd.) BOEDAPEST EN JANKA PUSZTA. Op het oogenblik heerseht er schrijft de N. R. Crt. politiek beschouwd, eerbiedige stilte rondom het lijk van koning Alexander van Zuid-Slavie. Het volk van Zuid-Slavie blik nog haar geest beheerschte. ,,'t Zou mij diuizend pond waard geweest zijn, als ik er bij tegenwoordig had kunnen zijn", verklaarde Tony spijtig. ,,Dat moet het interessantste oogenblik van de geheele ge schiedenis geweest zijn". ,,Ik zou het voor niets ter w:areld een tweede maal willen meemaken", verklaarde Isabel met een lichte huivering. ,,Het was alsof ik op den rand van een afschuwelijken afgrond stond, waarin ik elk oogenblik kon worden neergesmakt". Wederom zweeg z(j even. ,,Ik kan u niet precies zeggen, wat er ge— beurde", vervolgde zij. ,,Ik was te opgewon den, om mij voor alles rekenschap te geven. Ik weet, dat hij, eerst tegen mij begon te spre ken en dat Molly hem in de rede viel en hem iets zei, dat zij zich veel gelukkiger gevoelde en nu niet meer tegen het huwelijk opzag. Ik herinner mij, dat zij haar zakdoek tegen haar oogen drukte, alsof zij geweend had en dat de Count zeer voldaan scheen en haar gemoe- delijk op den schouder klopte. Vervolgens, nog voor ik wist, wat er eigen lijk was gebeurd, liepen wij reeds samen de trap af. Ik hoorde hem wel spreken, maar wat .hij zei, drong niet tot mij door, omdat ik toen wij den overioop afkwamen plotseling Tony en mr. Dale in de hal zag staan; dat. maakte mij geheel van streek. Ik moest al mijn zelfbeheersching aanwenden, dm ie trap ndiet af te vliegen". ,,Nu, van dat alles was niets aan je te be- merken", zei Tony, ,,ik heb nooit ingetbgender- vicaris gezien". ,,Ik geloof, dat ik van opwinding dood ge- bleven zou zijn", verklaarde lady Jocelyn vriendelijk. „Het is verwondierlijk, dat je zulke sterke zenuwen hebt". „Alles ging zoo vlug", zei Isabel, „dat ik geen gelegenheid had, iets verkeerd te doen. Ik staple onmiddellijlk in de auto en het vol gende oogenblik reden wij in voile vaart weg. Van af dat oogenblik scheen alle leed ge- leden."

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1934 | | pagina 1