Nu is het mijn inziens onbillijk, dat de kof- fiehuishouders voor hunne gelagkameris of wel hunne bedrijfslocaliteiten voor de voile huurwaarde moeten betalen, en de gemeente- raad is nu zedelijik verplidht, waar zij genood- zaakt is de opcdnten op de personeele belas- ting steeds hooger op te voeren, en waardoor dus de koffiehuishouder steeds meer getrof- fen wordt, deze inriohtingen slechts voor e€n- derde te belasten en gelijk te stellen met an- dere neringdoenden. Aangezien er in deze gemeente slechts 5 vergunningzaken zijn, zal, indien, zooals ik mag verwachten, de raad met mijn voorstel medegaat, de mindere opbrengst dezer belas ting zich niet al te erg laten voelen en zullen de belastdnigfbiljetten daardoor niet merkbaar behoeven verhoogd te worden. Aan een groote onibillijikheid tegenover de herbergiers wordt dan een einde gemaakt en dat klemt te meer, nu ook deze neringdoenden in hevige mate in hunne bedrrjven door de crisis worden ge- troffen. De heer HAAK verklaart er ook wel lets voor te gevoelen aan de vraag der koffiehuis- houders tegemoet te komen, op grond van billijkheid, maar de moeilijkheid zit bij hem in de finanoien der gemeente, die dan een deel der belasting moet derven. Er is echter iets anders. Naar hij al eens heeft vernomen, wordt door Burgemeester en Wethouders de schatting wegens vergunningsreoht niet voor het voile bedrag der huurwaarde toegepast. Indien aan de caffihouders een derde vermin- dering van de personeele belasting werd toe- gestaan, doch dan de huurwaarde wegens ver gunningsreoht ten voile werd berekend, zou misschien het eindlbedrag voor hen niet .veel verschil uitimaken, doch dan zou het gemeen- tebestuur toch op een zuiverder standpunt komen. De VOORZITTER verzoekt den SECRE- TARIS inldchtingen te geven omtrent de crjfers. Deze wijst er op, dat de heer 'Haak spreekt van een vermindering met een derde, de heer A. Dees echter over twee derden ver- mindering. Het vorig jaar is bij de behande- ling der begrooting reeds meegedeeld, dat een verlaging met twee derde voor de gemeente een derving van inkomsten ad f 156 zou be- teekenen en bij een verlaging met e6n derde 83. Wat betreft de schatting van de huurwaar de der dranklokalen, deze geschiedt in eerste instantie door Burgemeester en Wethouders. Wanneer de betrokkenen het over den aanslag niet eens zijn, kunnen zij in beroep komen bij den raad. Door Burgemeester en Wethouders is voor de schatting steeds aangenomen het reeds sinds jaren geldend bedrag; wanneer zij in deze minder soepel zouden optreden, in ver- band met een lageren aanslag Wegens de Personeele belasting, dan zou het eindresul- taa.t voor hen wel eens negatief kunnen zijn. De VOORZITTER bevestigt, dat die schat ting door het college steeds soepel is toege past, zoodat het de vraag is, of zij, wanneer zij door een wijziging in de heffing in een an dere verhouding zouden komen, voordeeliger uit zouden zijn. De heer VAN HOEVE wijst er op, dat die mededeelingen ook voonkomen in de notulen der vergadering van 16 October 1933. De heer HAMELINK vraagt ingelieht te worden, of er sinds de hierover in het vorig jaar genomen beslissing, nieulwe motieven worden aangevoerd. De SECRETARIS: Het is een herhaald verzoek. De VOORZITTER: Ze kunnen er ieder jaar op terugkomen. De heer HAMELINK: Als er geen andere motieven zijn, is er voor ons geen aanleiding om een andere beslissing te nemen. !De heer A. DEES herinnert, dat deze zaak to.en in geheime vergadering is besproken. De heer HAAK acht het een onbillijkheid, dat deze gelegenheden ten voile moeten be talen enlde winkelpanden ntet. Hij zou daar- aan eenigszins willen tegemoetkomen, door een korting van een derde toe te passen. Maar er moet ook rekening worden gehouden met de gameentefinancien. Overigens wijst hij er op, dat ook deze menschen geweldig door de crisis moeten worden getroffen. Men zal misschien opmerken, dat dit.aan hun inrich- tingen niet te zien is, dat alles er ooglijik uit- ziet. Maar die menschen zijn tegenover de reizigers verplieht daarvoor te zorgen, om be- zoek te trekken. We weten het toch zelf ook, als we naar elders gaan en ergens iets willen gaan gebruiken, zien we ook uit naar een ge legenheid die er proper uitziet. Ze moeten dus hier er ook voor zorgen, dat hun inrich- ting aantrekkelijk blijkt. Hij Wil hen dus tegemoetkomen, maar niet verder dan een verlaging met een derde. De VOORZITTER vraagt, of het geen over- weging verdient dit nog eens aan te houden tot het najaar, dan kan worden nagegaan hoe een en ander zich verhoudt. De raad zal in October toch nog eens bij el'kaar moeten komen. De heer D. DEES is er, de bespreking ge- faoord, voor, dit nog eens aan te houden. De heer WISSE merkt op, dat de verschil- len zijn genoemd, de raad kent de gevolgen en den toestand, waarom zal het dan nog eens aangehouden worden? De VOORZITTER blijkt die aanhouding te wenschen, om eens te kunnen nagaan hoe de verhouding zou worden indien de schatting voor de vergunningslokalen op andere wijze zou worden geregeld, en ef de exploitanten dan niet nog slechter af zouden zijn. Het kan toch op die anderhalve maand die zullen ver- loapen eer weer een vergadering gehouden wordt, niet aan komen. De heer WISSE ziet geen aanleiding voor uitstel. Het gaat toch alleen over de vraag, of de aanslag al of niet billijk geacht wordt. Er moet toch ook rekening mee worden ge houden, dat die menschen heel wat minder verdienen dan vroeger. De VOORZITTER: Voor mij is het de vraag, wat voor hen het voordeeligst zal zijn en zoo zullen zij er toch ook over denken. De heer WISSE: Mijn bedoeling is, hen minder te doen betalen. De heer KOOPMAN ziet de onbillijkheid tegenover de winkeliers nog niet zoo in. Die zijn veel slechter af en als de gemeenteraad voor hen ook zulke besluiten Wilde nemen als ten opzichte van de vergunninghouders, zou den die zeker wel wat meer belasting willen betalen. Er is nl. bepaaid, dat hier maar 5 vergunninghouders mogen zijn; het aantal winkeliers is onbeperkt en daardoor ook de concurrents onder hen veel grooter. Hij zou het zoo maar wilen laten; de prijzen die ze voor hun artikelen vragen, laten die hoogere betaling best toe. De heer BUIJZE ziet ook het onbillijke der regeling in en zou het in deze vergadering maar willen beslissen. De heer D. DEES stelt aanhouding tot de volgende vergadering voor. De heer VAN HOEVE verlangt over dat voorstel geen stemming, hij wil er zich wel bjj neerleggen, maar acht uitstel overbodig. De kwestie heeft hetizelfde verloop als 16 October 1933 en is toen afgelwezen. De heer A. DEES wijst er op, dat er toen in de besloten vergadering toch ook reeds voorstanders van verlaging bleken te zijn. De heer VAN HOEVE: Het verliep toen evenals nu, na een uitgebreide bespreking werd een beslissing uitgesteld tot een volgende ver gadering, en toen bleef het zonder hoofdelijke stemming zooals het was. Het gaat nu het- zelfde weggetje. De VOORZITTER zou wenschen, dat Bur gemeester en Wethouders eerst gelegenheid hadden eens na te gaan, hoe het zou loopen bij een andere schatting der huurwaarde. Daar kunnen ze dan mededeeling van doen. De heer DE FEIJTER wil er aan meewer- ken om het dan nog maar eens aan te houden, Hij is de laatste 14 dagen deze zaak ook wel eenigszins uit een ander oog gaan bezien. Burgemeester en Wethouders kunnen dan die schatting van het vergunningsrecht inmiddels eens onder de oogen zien. Met algemeene stemmen wordt alsnu over- eenkomstig het voorstel van den heer D. Dees tot aanhouding eener beslissing besloten. q. Een adres van M. Schieman en 17 an- deren, luidende: Ondergeteekenden, alien ouders van kinde- ren schoolgaande op de voormalige openbare lagere school te Othene, geven met verschul- digden eerbied te kennen, dat zij met groot leedwezen kennis hebben genomen van de Koninklijke beschikking van 1 Mei 1934 waar- bij de opheffing van de openbare school voor gewoon lager onderwijs te Othene is bevolen; dat zij zich daarom genoodzaakt zagen sinds 1 Mei hunne kinderen te zenden naar de openbare lagere dorpsschool, welke school ge- legen is op plus minus 6 K.M. afstand van het gehucht Othene; dat hunne kinderen voornoemde school per autobus bezoeken; dat zij de kosten van venvoer niet heelemaal voor hunne rekening kunnen nemen; dat zij tot hun genoegen hebben mogen constateeren, dat de Raad der gemeente Zaamslag steeds eenparig alles heeft gedaan om de openbare school te Othene te behouden; dat zjj ook daarom een verzoek tot u rich- ben om een jaarlijksche subsidie k f 600 te mogen ontvangen, als tegemoetkoming in de autobuskosten, opdat hunne kinderen ook in de toekomst de openbare lagere school te Zaamslag kunnen blijven bezoeken. Nu de door den raad vastgestelde regeling ex. art. 19 der L\ O. wet 1920 blijkens hier- voren gedane mededeeling door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd, moet bij de beoordee- ling op de vraag om eene vergoeding volgens art. 13 der Lager Onderwijswet 1920 worden nagegaan de afstand van de woning, zoowel van de school te Ter Neuzen als die op het Dorp. Adressanten wonen minder dan 5 K.M. van dfe school te Ter Neuzen, dus kan aan de hand van het bepaalde bij artikel 13 der L. O. wet 1920 geene tegemoetkoming worden toe- gekend. Subsidie verleenen in het laten rijden van een autobus voor bezoek van scholen zou voor de gameentekas verstrekkende gevolgen kun nen hebben, zoodat wij geen vrijheid vinden uwen raad daartoe voorstellen te doen. In verband hiermede komen wij terug op de idee van den heer Wisse om in plaats van het bedrag dat de gemeente verplieht is te geven j aan de gemeente Ter Neuzen, als de kinderen Inaar school C te Ter Neuzen mochten gaan, eenzelfde bedrag ter tegemoetkoming aan de ouders te geven. De heer Wisse ziet daarbij echter over het hoofd dat voor de kinderen die van •Othene naar het Dorp komen eivenals voor de andere kinderen een bepaaid bedrag moet Worden uitgegeven voor leermiddelen, schoonhouden, vertwarmdng en verlichting van een lokaal, zoodat het voor de gemeentekas wel geen ver schil zal opleveren of de kinderen in Ter Neuzen school gaan dan wel te Zaamslag blijven. J Dd ouders helpen zonder dat het de ge meente eenig offer kost is dus niet mogelijk. Al hoewel wij gaarne zagen dat de kinde ren de eenmaal gekozen school blijven bezoe ken, kunnen we geen voorstellen doen tot het verleenen van eenige subsidie ook in welken vorm en stellen Wij u voor op het verzoek van adressanten afwijzend te beschikken. De heer WISSE verklaart zich door het af wijzend voorstel van Burgemeester en Wet houders teleungesteld. Hij had verwacht, dat Burgemeester en Wethouders hieraan zouden hebben willen meewerken. Hij grondt dit op de omstandigheid, dgt de Minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen heeft willen meewerken tot het aanstellen van een derde leerkracht aan de openbare school in de kom, hetgeen een afwijking is van het besluit van Gedeputeerde Staten, waanbij de leerlingen van Othene worden verwezen naar de school te Ter Neuzen. Nu weten toch zooWel de Voonzitter als de Wethouders, dat het niet in het belang der gemeente is, dat die kinderen naar Ter Neuzen ter school moeten gaan. Wat de kosten betreft, kan spreker zich niet vereenigen met de beschouwing daarover van Burgemeester en Wethouders. Als de kinderen in Zaamslbg blijven zal dat niet veel aan de gemeente kosten. Er zijn van de school te Othene en die in den Huijssenspolder nog leermiddelen genoeg. Voor schoonhouden en verwarmen zullen de kosten niet hooger wor den als die leerlingen hier blijven gaan en voor verlichting behoeft men heelemaal niets voor hen uit te geven. Integendeel, de kos ten per kind zullen voor het openbaar onder wijs dalen en naar evenredigheid daarvan worden dan ook de bijzondere scholen uitge- keerd, zoodat dit een voordeel is voor de ge meente. Heel deze zaak in aanmerking nemenide, meent hij dat er alle aanleiding is voor in- williging van dat verzoek. Men moet niet vengeten, dat die menschen daar van de school te Othene verjaagd zijn. Het valt hem daar om tegen, dat Burgemeester en Wethouders hen in niets willen tegemoetkomen. Indien aan de menschen de gevraagde f 600 wordt gegeven, moet er op andere wijze toch nog een belangrijk bedrag bij krisselen en krassen bij elkaar worden gebracht. 'Het geldt hier geen gewone zaak. Met moet den raad daar om niet bang maken met te wijzen op de mogelijkheid dat dan ook anderen zullen komen. Het is hier iets geheel bijzonders. Er heeft in Othene een openbare school gestaan en die is aan de bevolking ontnomen. Hij meent, dat er op den raad in deze een moreele verplichting rust, om die ouders, die het open baar ondedwijs voor him kinderen wenschen, tegemoet te komen. Meent men hen dan niet de voile f 600 te kunnen geven, laat het dan ,f 400 zijn, dan zal het misschien nog mogelijk zijn, de autobus voor het halen en brengen der kinderen in dienst te houden. De heer MAAS is er zeer diep van over- tuigd, dat die ouders van Othene, als ze hun kinderen per autobus naar Zaamslag willen laten brengen, den gevraagden steun noodig hebben. Hij weet uit ervaring, niet uit theo- rie, hoe het met een werkmansgezin gesteld is, als men ieder het zijne wil geven. Hij kan daarom zeer goed begrijpen, dat die menschen met dit verzoek gekomen zijn, maar toch kan hij geen vrijmoedigheid vinden daar vddr te stemmen, omdat er dan verschillende men schen zijn die in gelijke omstandigheden ver- keeren maar niet geholpen worden. De heer BUIJZE vindt het ook zeer eigen- aardig; Gedeputeerde Staten bevelen de kin deren naar Ter Neuzen te sturen, maar de Minister keurt de aanstelling van een derde leerkracht aan de school op het dorp goed. Hij meent, dat dit bewrjst, dat de Minister het goed vindt, dat de kinders de school op Zaam slag blijven bezoeken. Hij wilde wel eens weten wat daar achter zit., Hij zou wel eens willen weten, wat het ver schil in prijs is per leerling te Ter Neuzen en te Zaamslag. Hij vermoedt, dat dit nog al een beetje zal verschillen. Hij is ook van oor- deel, dat de totaalkosten van het ondetwijs voor Zaamslag niet zooveel zullen kunnen strjgen, als de kinders hier op de school blijven gaan. De kosten voor verwarming en schoon houden zullen ongeveer hetzelfde zijn. Laat men het verschil dat aan Ter Neuzen zal moe ten worden betaald en wat het hier zal kos ten, in aanmerking nemen. Met andere te verwachten verzoeken behoeft men geen rekening te houden. Ieder geval zal op zich- zelf worden beschouwd en hier betreft het menschen, die uit hun school gezet zijn. Met het voorstel van den heer Wisse om in plaats van 600 dan 400 toe te staan, zou hij zich wel kunnen Vereenigen. Hij herhaalt nog, graag wel eens te willen weten wat er achter zit, dat Gedeputeerde Staten de kinders naar Ter Neuzen willen sturen, en de Minister ze hier op het dorp blijkt te willen houden. De heer VAN HOEVE wil thans op de zaak zelf nog niet ingaan, doch wenscht de heeren Wisse en Buijze er op te wijzen, dat het be sluit van den Minister van Onderwijs, tot goedkeuring der aanstelling van een tijdelijk onderwijzer aan de openbare school alhier met de kwestie waarover het gaat niets te maken heeft. Volgens de wet moeten er 3 leerkrach- ten zijn wanneer het aantal leerlingen boven een zeker aantal is gestegen. Dat was hier het geval, zoodat die derde leerkracht er in- gevolge de wet moest komen. Daalt het aan tal leerlingen beneden dat cijfer, dan moet er weer een afvloeien. De heer WISSE geeft te kennen, dat op verschillende plaatsen waar zich een dergelijk geval voordeed, toch geen goedkeuring is ver- kregen voor het aanstellen van een leerkracht meer. De heer VAN HOEVE: Indien dat juist is, is niet gehandeld in overeenstemming met de wet. Hij kan daar niets over zeggen, want die gevallen zijn hem niet bekend. Dat heeft echter ook met deize zaak niets te maken. Er was hier een leerkracht meer noodig, de Minister heeft daaraan zijn medewerking verleend en voerde als zoodanig niets anders dan de wet uit. Dat het in an dere gemeenten anders zou gegaan zijn, is van geen beteekenis voor de onderhavige kwestie. De heer KOOPMANHet is misschien een lichtpunt voor de ouders, als in andere ge meenten geen goedkeuring is verkregen, dat Minister Marchant spijt heeft van zijn besluit tot opheffing der school en is er misschien aanleiding voor ons den verkoop der school op te schorten. Als het een verleende gunst is geweest, komt er misschien nog verandering en dan zijn de ouders van de kosten af. De heer WISSE: Ik kan nu de namen dier gemeenten waar geen medelwerking werd ver kregen niet noemen, maar Burgemeester en Wethouders kunnen er zich wel van over- tuigen. De heer D. DEES meent, dat dit niets met i de aanhangige kwestie heeft te maken. Hij vraagt of de raad, als hij het verzoek inwil- ligd, niet in strijd komt met de wet. De kin ders zijn verWezen naar Ter Neuzen. De VOORZITTER acht de raad bevoegd, de subsidie toe te staan. Burgemeester en Wet houders hadden evenWel niet veilwacht, dat de eigen kosten nog zoo hoog zouden blijven. De heer HAAK wijst er op, dat de Lager Onderwijswet hier niets mee heeft te maken, op grond van die wet kan geen bijdrage ver leend worden. Maar het gemeentdbestuur is vrij, om een bijdrage te geven. Dat staat dan buiten de wettelijike regeling. Een bedrag van f 600 acht hij echter te bezWarend voor de gemeentekas en hij gelooft niet, dat e6n lid dezer vergadering bereid zou zijn voor het bedrag te stemmen. Het is een voor de be- trokken ouders zeer onaangename zaak, dat ze voor hun kinderen worden verwezen naar een andere school. Hij zou er, als hij in hun geval verkeerde, ook prijs op stellen dat zijn kinderen in de eigen gemeente konden blij ven gaan. Hij meenj: echter, dat het bezwaar- lijk zal gaan, om dat op deze manier be blij ven befwerkstelligen. De heer Wisse heeft in de vorige vergadering aan Burgemeester en Wethouders vragen gesteld, betreffende het verschil in de kosten, wanneer de kinderen hier ter school gaan, of wanneer deze naar Ter Neuzen zullen worden gestuurd. Burge meester en Wethouders zijn echter niet in de mogelijkheid die cijfers met juistheid te ge ven, omdat de kostende prijs per kind pas na afloop van het exploitatiejaar kan worden vastgesteld. Indien de kosten der school in de kom thans bedragen 400 en het zou er nu worden f 550, zou het beteekenen, dat het per kind f 5 meer is. Hij weet niet, wat de kosten per kind zijn in Ter Neuzen, die zullen wel hooger zijn. Als hij daarvoor aanneemt f 15, is dat een verschil van 10 per kind en zou dat neerkomen op een 300. Spreker gelooft niet, dat de gemeente ge- bruik moet maken van een voordeeltje, dat de gemeente daardoor zou behalen en meent dat dan het voordeel dat de gemeente door het naar het dorp zenden der leerlingen zou be- reiken als subsidie zou mogen worden udtge- keerd aan de ouders, in de kosten van ver- plaatsing hunner kinderen. Hij zou zulks in dit geval willen doen. Er is gezegd: dit hier is een bijzonder ge val! Zeker, maar men moet toch niet uit het oog verliezen, dat er meer bussen rijden om kinderen naar school te brengen en dat het gevaar bestaat, dat die vereenigingen ook zullen komen. En daar kan de gemeente niet aan beginnen, dat is in strijd met de finan- oieele belangen der gemeente. Die kan aan al de buitenkinders voor het bezoeken der school geen steun geven. De VOORZITTER heeft volkomen toege- stemd, dat het in het belang van Zaamslag is, dat die kinders hier naar school komen, en op d&t standpunt staat hij nog. Maar het moet kunnen. Als men de kinderen per autobus wil laten rijden, moet dat aan de gemeente een te groot bedrag kosten. Die kan daarvoor geen f 600 beschikbaar stellen. Maar zou het niet anders kunnen. Kunnen' die kinderen niet per fiets komen. Dan zou hun een fiets kunnen verschaft worden. Daar kunnen ze een jaar of drie mee doen en dan Waren de kosten heel wat minder. Het is toch een goede pad. Wat de kosten in Ter Neuzen zijn, weten Burgemeester en Wethouders nog niet. Zoo lang er geen sprake van is dat er kinderen naar toe gaan, hadden ze daar niets mee te maken. Hij kan niet aannemen, dat dit een verschil van f 10 zal zijn. Burgemeester en Wethouders kunnen ook evenmin zeggen, wat het kosten zal, als de kinderen hier op school blijven. Ze kunnen dus het verschil van kosten in de een of andere richting niet aangeven. De heer WISSE geeft te kennen, dat deze zaak, alvorens men die bus heeft laten rijden, breedvoerig is besproken door het bestuur der afdeeling van Volksonderwijs en de oudercom- missie te Othene. Men heeft een oplossing traohten te zoeken, om voor de kinderen van Othene in de eigen gemeente openbaar onder wijs te kunnen vinden. Als het anders gekund had, dan zou deze regeling niet getroffen zijn. De voorzitter vraagt, of het per fiets niet zou kunnen. Dat zou in den zomer gaan, maar in den winter, als het sneeuWt of regent, in den bietentijd, als de wegen zoo modderig zijn, is dat voor die kinders niet doenlijk. En dan zal het voor die van het eerste leerjaar toch moedlijk gaan. De VOORZITTER ziet dat bezwaar nog niet zoo in. Hij heeft indertijd moeten loopen van de Kraag naar Ter Neuzen, voor het be zoeken der school. We beschikken toch over goede wegen. Die fietsen kosten tegenwooidig geen groot bedrag meer. En als het al te sleoht Weer is, de ouders zijn tegenwoordig in dien tijd veel werkloos, dan konden ze hun kinders toch ook wel eens brengen. Ze moe ten blijk geven er zelf ook wat voor over te hebben. De heer WISSE: Nu spreekt u van een tijd van 70 jaar geleden, er is inmiddels veel ver- anderd, en da&r kunnen we nu toch niet meer op terugkomen. De toestanden zijn nu zoo ge heel anders. De VOORZITTER weet nog zoozeker niet, of We niet tot die toestanden zullen moeten terugkeeren. Men moet practisch en billijk blijven en niet het onmogelijke eischen. Men kan wel gaan eischen dat voor ieder kind een auto wordt beschikbaar gesteld! Hij wil ook wel meewerken om de kinders op Zaamslag te houden, maar het moet mogelijk zijn. De heer WISSE: Is dat dan nu toch zoo'n groote opoffering voor de gemeente, om een bedrag van /400 toe te kennen? De heer BUIJZEIk ben er ook voor 400 te geven. De heer WISSE: Die opoffering is niet zoo groot en ook in het belang van den midden- stand. Zoo zou het indirect nog een voordeel voor de gemeente zijn. De VOORZITTER stemt dat toe. De heer HAAK geeft te kennen, dat hij niet zoover zou Willen gaan om f 400 te geven. Hij zou zich willen bepalen tot het verschil in de kosten die men in Ter Neuzen vermoedelijk zal moeten geven en die de kinders hier kos ten. Als het te Ter Neuzen 15 is en hier 7, maakt het een verschil van 8. Hij zou het toe te kennen bedrag willen afronden op f 200. Hij zou er, als de kinders hier blijven, geen winst op willen maken. Daar moet de raad boven staan. Een som van f 400 acht hij te bezwarend. Het is wel is waar hier een bij zonder geval, maar andere vereenigingen kun nen toch ook komen en dan zouden de kosten voor de gemeente veel te zwaar worden. Spr. gelooft ook, dat het voor de gemeente en de ingezetenen een voordeel is als de kinders hier blijven. De kosten per leerling worden er ook door omlaag gedrukt en daardoor zal de uitkeering aan de andere scholen ook iets lager zijn. Hij stelt voor, als tegemoetkoming in de kosten van het rijden der autobus voor de kinderen fan Othene een subsidie toe te ken nen van f 200. De heer MAAS wil zich voor dit bedrag aansluiten bij het voorstel van den heer Haak, dat is niet zooveel. De heer HAMELINK vraagt, of het ook be kend is, of de ouders ook iets betalen in de kosten van het rijden van de autobus, als de gemeente 600 geeft. De heer WISSE: Die autobus kost per jaar tweemaal f 600. zoodat de menschen daarin wel degelijk toch nog moeten betalen. De heer HAMELINK: Dus, ze betalen zelf ook 600? De heer WISSE: Dat wil zeggen, dat dit bedrag bovendien moet betaald worden; hoe dat er komt, doet minder ter zake. De heer KOOPMAN heeft ook al eens een berekening gemaakt hoeveel kilometers die autobus jaarlijks moet rijden. Maar als die dan f 1200 rekent, zit er een mooi winstje op. Als hij 15 cent per kilometer rekent zou dat op 750 's jaars komen. De heer WISSE wijst er op, dat indien de heer Koopman kans zou zien om voor 750 's jaars een autobus te leveren, de ouders dat graag zouden accepteeren. Men moet echter niet uit het oog verliezen, dat die autobus steeds gereed moet staan voor het vervoer der kinderen, daar moet bij de berekening van den kostprijs ook rekening mee gehouden worden. Er is alleen op Zaterdag en Zondag gelegenheid om er op andere wijze iets mee te verdienen. De heer KOOPMAN acht het toch goed berekend, en vind het jammer, dat die zoo duur komt. Het gevraagde bedrag voor sub sidie is te hoog en als het z66 veel kost, kun nen ze met die 200 ook niet doen. De heer DE FEUTER acht het een zeer moeilijk geval. Het ligt voor de hand, dat als de kinders naar Ter Neuzen gaan, aan die gemeente een hooger bedrag zal moeten wor den uitgekeerd, dan hetgeen het onderwijs hier in de gemeente per kind kost. De vraag is nu: hoe groot dat verschil zal zijn. Dat weten Burgemeester en Wethouders niet. Vermoedelijk zal het in het algemeen in het voordeel zijn, de kinderen hier te houden (als geen verplaatsingskosten worden bere kend). Er moeten dan 4 in plaats van 3 loka- len verwarmd worden, en dat zal zoo geen verschil maken, maar dan komen toch ook nog de kosten der jaarlijks terugkomende aan- schaffingvan leermiddelen, die dagelijks ge- bruikt worden, schriften, pennen, inkt enz., waarvan de levering jaarlijks wordt aanbe- steed. Er is thans niet te zeggen hoe groot dat verschil aal zijn, maar in elk geval kost dat toch geld. Dat de kosten in Ter Neuzen 10 zullen verschillen met die in Zaamslag neemt hij niet aan. Het zal hoogstens een verschil van 3 a 4 zijn, en dat beteekent op het hierbij betrokken aantal kinders niet zooveel. In elk geval kan de autobus met dat verschil niet in stand gehouden worden. Er is nu ook een voorstel om 400 te geven, en een van 200, maar spreker acht het een groot bezwaar, om er mee te beginnen. Als men eenmaal begint hiervoor subsidie te geven zal men er noodzakelijkerlwijs toe over moe ten gaan het oak aan anderen te geven, als ze het vragen. Men komt van die anderen inderdaad niet zoo gemakkelijk af, als de heer Buijze wel denkt. De heer BUIJZE meent, dat er wel degelijk aanleiding is, om eventueel verschil te ma ken; die andere kinders hebben een school, deze niet. De hear DE FEIJTER: Ja, want ze kun nen naar Ter Neuzen. De heer BUIJZE is daarmede niet tevreden en blijft er bij, dat die kinders niets anders hebben dan de school op het dorp en dat ze een bus noodig helbben om er te komen. De heer DE FEIJTER: We kunnen dat nu wel zeggen, maar hij betwijfelt, of het wel zoo gemakkelijk zal gaan dat in stand te houden. De heer KOOPMAN merkt op, dat de heer Buijze er de onbillijkheid niet van inziet, om voor deze kinders een autobus te subsidiee- ren en anderen eventueel af te wijzen. maar er zitten nog meer raadsleden, en die kunnen er wel anders over denken. En dan zou het aan de gemeente veel centen gaan kosten. Ook andere ver af wonende kinderen zouden graag met een autobus worden gehaald en gebracht. Maar de gemeente kan dat niet betalen. De heer BUIJZE komt terug op de beslis sing van -Gedeputeerde Staten, die de kin ders naar Ter Neuzen sturen en de Minister van Onderwijs, die er in Zaamslag een onder- wijzeres voor beschikbaar stelt. Naar zijn meening, zit daar wat achter. Er moet met de kinders van Othene wat gebeuren. Een school is gesloten en hij zou zeggen, dat zooWel uit het voorstel van den Wisse als uit dat van den heer Haak blijkt, dat men ze hier op het dorp wil houden. De heer A. DEES verklaart zich voor het voorstel om f 400 te geven. De heer D. DEES wijst er op, dat de kin ders van Othene in verband met de getroffen regeling en den kortsten afstand op Ter Neu zen zijn aangewezen. Men kan dat nu hier wel liever anders hebben, maar als de raad begon met het verleenen van subsidie voor het rijden van een autobus, dan zou dat voor de gemeente zeer ver strekkende gevolzen hebben. s De VOORZITTER acht de zaak nu vol- doende besproken en zal het voorstel van Burgemeester en Wethouders, dat van de verste strekking is, eerst in stemming bren gen. Het wordt aangenomen met 6 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren Hamelink, Koop man, Bakker, De Feijter, Van Hoeve en D Dees; tegen stemmen de heeren Haak Maas Buijze, Wisse en A. Dees. 5. Vaststelling suppietoir kohier honden- belasting 1934. Burgemeester en Wethouders leggen ter vaststelling over een door hen opgemaakt suppietoir kohier hondembelasting dienst 1934 ten bedrage van f 12,50 met voorstel te bepa len dat de betaling van den aanslag moet geschieden in een termijn vervallende 15 October 1934. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 6. erkoop van de school met onderwij- zersivoning en erf te Othene. Door Burgemeester en Wethouders wordt overgelegd het navolgende concept-besluit: De Raad der gemeente Zaamslag, overwegende dat bij besluit van Gedepu teerde Staten van Zeeland van 22 December 1933, No. 52a, lste afdeeling de opheffing is bevolen van de openbare lagere school te Othene met ingang van 30 April 1934; dat gemelde school met onderwijzerswoning voor de gemeente geen waarde meer heeft en het gewenscht is deze geibouwen van de hand te doen; dat bjj besluit van den Raad van 25 Juni 1.1. aan Burgemeester en Wethouders opdracht werd gegeven de school met onderwijzerswo ning en erf van de hand te doen; dat bij de op 23 Juli 1.1. door Burgemeester en Wethouders gehouden openbare verkooping de hoogste bieder voor een en ander bood 3100; dat dit een aannemelijk bod is; gelet op de gemeentewet; besluit: aan Francois Romeijnsen, timmerman, wo nende te Ter Neuzen te verkoopen de voor malige openbare lagere school met onderwij zerswoning en erf te Othene, kadastraal bekend gemeente Zaamslag, sectie G summer 854 voor de som van drie duizend een honderd gulden en zulks onder de navolgende voor- waarden 1. Het verkochte gaat op den kooper over in den staat en stand, waarin het zich thans bevindt, zoo groot en klein het werkelijk is, komende over of ondermaat geheel te zijnen voor- of nadeele, met alle lusten en lasten, rechten en verplichtingen, heerschende en lij- dende erfdienstbaarheden en voor vrij en zui- ver van hypotheken. 2. De kooper kan zijn gekochte terstond na goedkeuring van dit besluit door Gedepu teerde Staten van Zeeland in bezit en genot aanvaarden. De grondlasten moet hij betalen met ingang van 1 Januari a.s. en de polderlasten met in gang van 1 Mei 1935. 3. De betaling van de koopsom moet plaats hebben franco in handen en ten kan- tore van den ontvanger der gemeente Zaam slag voor het passeeren der op te maken koopacte. 4. De kosten der op te maken koopacte komen ten laste van den kooper. De heer HAAK: De kwestie is, dat hoe langer die gebouwen leeg staan, hoe minder ze waard worden. Hij kan zich met het voor stel wel vereenigen. Het wordt aangenomen met algemeene stemmen. 7. Voorloopige vaststelling rekeningen, dienst 1933. Burgemeester en Wethouders stellen voor voorloopig vast te stellen de volgende reke- ninigen a. de gemeente-rekening dienst 1933, ge wone dienst: in ontivang op 108.476,09en in uitgaaf op 108.158, batig slot 318,09%; kapitaaldienstin ontvang op 14.099,84 en in uitgaaf 12.282,24, batig slot 1817,60; b. de rekening van het gemeentelijk elec- trisch bedrijf dienst 1933, gewone dienst: in ontvang en uitgaaf op 20.837,90; kapitaal dienst in ontivang en uitgaaf op 6030,57 c. goed te keuren de rekening van het Algemeen Burgerljjk Armbestuur dienst 1933, in ontvang op 6062,77 y2 en in uitgaaf op 5569,54, batig slot 493,23%; d. goed te keuren de rekening van de Vrij- willige brandweer, dienst 1933, in ontvang op 500,87 en in uitgaaf op 347,02, batig slot 153,85. Met algemeene stemmen wordt het voorstel aangenomen. 8. Oinvraag. a. De heer MAAS deelt mede, dat op Othene de balonnen van 3 straatlampen stuk zijn en vraagt, wanneer die weer zullen wor den aangebracht. De SECRET ARIS deelt mede, dat die niet meer worden aangebracht, omdat ze in den regel stuk worden gegooid. De heer MAAS: Maar dan ontstaat het gevaar dat de lampjes stuk zullen worden gegooid. De VOORZITTER: Die kosten dan althans minder. b. De heer MAAS vraagt herstel der pomp te Othene; het is voor de buurt een groot ongerief, als die pomp niet werkt. De VOORZITTER vindt het ook in dit opzicht jammer, dat de jeugd toch zoo bal- dadig te werk gaat. De pomp is al dikwijls gemaakt, maar wordt door hetgeen de jeugd er mee uithaald telkens onibruikbaar gemaakt Het was toch wel gewenscht, dat den ouders eens op het hart werd gedrukt, dat ze hunne kinderen van zoodanig optreden dienen terug te houden. De heer MAAS: Ja, ze zullen dan ook eens moeten uitkijken. 9. Bespreking overgave gemeentelijk edec- trisch bedrijf aan de N.V. P. Z. E. M. De VOORZITTER schorst de openbare ver gadering, die overgaat in een zitting met ge- i sloten deuren. Na het weder openbaar worden der verga dering, wordt deze door den VOORZITTER door het uitspreken van het dankgebed ge sloten.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1934 | | pagina 6