OM DE KONINGIN
Ter Neuzensche Courant
Tweede Blad
Binnenland
Feuilleton
Buitenland
Gemengde Berichten
Maandag 17 Sept. 1934 No. 9197
VAN
INVOER VAN GEROOKTE AAL OF
PAIJNG.
Gegadigden voor den invoer van gerookte
aal of paling, die in een der jaren 1931, 1932
of 1933 gerookte aal of paling voor eigen
rekening en risico heibben ingevoerd, kunnen
zich ter verkrijgiag van een toewijzing voor
den invoer wenden tot de Kamer van Koop-
handel en Falbrieken voor het district, waar
de plaats van vestiging hunner zaak is ge-
legen.
INVOER VAN AARDAPPELEN IN
ENGELAND.
De Board of Trade deelt mede, dat binnen-
kort een verordening zal worden afgekotidigd
ter regeling van den invoer van aardappelen.
Voor de voornaamste aardappelsoorten geldt
thans reeds een vrijfwillige invoerregeling.
Na 1 November zal de invoer echter slecbts
met een vergunning kunnen geschieden.
GEEN PRIJSREGELING VAN BENZINE?
Bij informatie op de plaatsen, waar men
op de hoogte zou moeten zijn van voomemens
als in het bericht van het Hbld. door ons over-
genomen, bedoeld (een regeling am den ver-
koop van benzine aan vaste prijizen te binden,
die overal gelij'k zijn), is de N. R. Crt. ge-
bleken, dat men van niets weet. Ook groote
belanghebbenden hebben er niets van ver-
nomen. Onder deze omstandigheden lijkt
voorbehoud geraden.
BEL ASTINGVERDRAG MET BELGIe.
Bij de Tweede Kamer is ingediend 'n wets-
ontwerp tot goedkeuring van het op 20 Fetor.
1933 tusschen Nederland en Belgie ontworpen
verdrag, dat beoogt om dutotoelen belasting-
druk zooveel mogelijk te voorkomen.
DE INKRIMPING VAN DEN
VARKENSSTAPEL.
In Augustus j.l. heeft de Nederlandsche
Varkenscentrale wederom een varkensstel-
ling gehouden.
Het beste, vergelijkingsmateriaal leveren de
tellingeh van November 1933 en September
1932, aangezien bij de voorjaarstellingen een
kleiner aantal varkens toestemd voor huis-
slachting aanwezig is dan in den zomer en
in het najaar.
Vergeleken met November 1933 is het
totaai aantal varkens gedaald met 25 pet.,
vergeleken met September 1932 met 32 pet.
Zelfs wanneer men het totaai aantal varkens
vergelijkt met dat, aanwezig in Mei 1934,
komt men tot een vermindering n.l. van
10 pet. De sterkste vermindering heeft
plaats gevonden in de groep „toiggen tot 6
weken". Het aantal biggen is zelfs belangrijk
lager dan dat, aanwezig in 1921, hoewel de
vai aensstapel als geheel toen kleiner was.
Het aantal aanwezige biggen bedraagt 68
pet. van dat, aanwezig in November 1933 en
55 pet. van dat, aanwezig in September
1932.
In overeenstemming hiermede is ook het
aantal fokzeugen sterk achteruit geloopen.
De vermindering bedraagt 39 pet. vergeleken
met November 1933 en 45 pet. vergeleken
met September 1932. Het aantal drachtige
zeugen bedroeg 79.092 tegen 124.264 in Nov.
1933, het aantal fokzeugen bij de biggen
66.792 tegen 114.262 in November 1933.
Ook de groep varkens ouder dan 6 weken,
doch lichter dan 60 K.G. is belangrijk afge-
nomen. De vermindering bedraagt 42 pet.
vergelekea met November 1933 en 44 pet.
vergeleken met September 1932. In de groep
varkens van 60 tot 95 K.G. heeft een ver-
meerdering van 17 pet. plaats gevonden,
wanneer een vergelijking gemaakt wordt met
November 1933, doch een vermindering van
rt 25 pet., indien men een vergelijking maakt
met September 1932.
Het aantal varkens, zwaarder dan 95 K.G.
is in vergelijking met November 1933 ge
daald met 6 pet. Het aantal deztr var
kens is echter hooger dan dat aanwezig in
September 1932.
De daling van het aantal varkens zwaarder
dan 95 K.G. is veroorzaakt door een vermin
dering in de geiwichten beneden 150 K.G.
Het aantal varkens van 95120 K.G. daalde
van 185.974 in November 1933 tot 113,606;
het aantal varkens van 120 tot 150 K.G. van
120.285 in November 1933 tot 107.255. Daaren-
tegen heeft, gelijk verwacht werd, een ver-
meendering van de varkens, zjwaairder dan
150 K.G. plaats gehad. Het aantal varkens
in de gewichten van 150 tot 180 K.G. ver-
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
55) (Vervolg.)
Ondanks zichzelf lachte Tony. ,,Maar ver-
onderstel, dat wij Livadia bereiken vercn-
derstel zelfs dat wij te Portriga kunnen ko-
men, wat kan je dan nog doen?
,,Waartoe dient het, mij dat te vragen?"
vroeg Molly. „Ik weet niets meer dan jij
niet voor de tijd daar is. Het eenige is
Zij brak haar zin af, alsof zij niet zeker was,
hoe zij hem zou voleinden.
„Ja, wat?" zei Tony aanmoedigend.
,,'t Is nog maar een idee, meer niet op het
oogenblik, maar maar je hebt mij reeds
eenige malen verteld, dat Isabel zoo sprekend
op mij gelijkt."
Tony knikte. Hij staarde haar met een plot-
selinge uitdrukking van hemieuwde belang-
stelling aan.
,,Nu, zie je niet, wat ik bedoel?" Molly
gooide haar sigaret weg en schoof van de
tafel. ,,'t Is best mogelijk, dat wij door
welke omstandigheid dan ook in staat ge
steld zouden kunnen worden, daar partij van
te trekken". Zij lachte toijna zenuwachtig. ,,0,
ik weet wel, dat het krankzinnig klinkt, maar
Weet jij iets beters?"
Tony deed een paar passen naar de deur
en ging toen weer terug naar de plaats waar
zij stond.
„AUemachtig, dat is een idee, Molly", zei
meerderde van 49.699 in November 1933 tot
91.622, het aantal varkens in de gewichten
boven 180 K.G. vermeerderde van 14.681 ici
November 1933 tot 45.308.
Uit de hiertooven weergegeven cijfers blijkt,
dat de inkrimping van den varkensstapel zich
op bevredigende wijze voltrekt. Dit resultaat
is mede toewerkt door het afnemen van een
aantal biggen. Sedert 22 Mei 1934 zijn door
de Nederlandsche Varkenscentrale 140.868 ge-
merkte en 7300 ongemerkte, in totaai 148.168
biggen afgenomen. Aangezien uit de tellings-
cijfers blijkt, dat in de naaste toekomst geefa.
teveel aan varkens aanwezig Zal zjijn, zal
de verplichting tot het inleveren van ge-
merkte biggen op 17 September komen te
vervallen, zoodat van dien datum af geen ge-
merkte biggen meer door de Nederlandsche
Varkenscentrale zullen worden afgenomen.
Met de afneming van ongemerkte biggen
zal voorloopig worden doorgegaan.
DE K. L. M. DOET MEE AAN DE
MELBOURNE-RACE.
Naar gemeld wordt staat het thans vast dat
de K. L. M. zal meedoen aan de Mac Roto-
bertson-race naar Australie en terug, waar-
voor de Douglas DC 2 is bestemd. De Dou
glas zal zoowel aan de handicap als aan de
snelheidsrace deelnemen onder commando
van Rarmentier met Mol als bestuurder,
Prins als werktuigkundige en Vail Bruggen
als marconist. Voorts gaan 3 passagiers
mee, terwijl op 300 K.G. post wordt gerekend.
De start is 20 October. Aankomst Melbour
ne hopelijk v66r 29 October. Terugreis 7 tot
17 November.
DE OPSCHORTING VAN DEN
VACCINATIE-DWANG.
Ingediend is een wetsontwerp tot verlenging
van den geldigheidsduur van tijdelijke bepalin-
gen betreffende de vaccinatie, veniat in de
wet van den llden Fabruari 1928, zooals zij
zijn gewijzigd toij de wetten van 29 December
1928, van 30 December 1929, van 31 Decem
ber 1930 en van 29 December 1932.
In de memorie van toelichting merkt de
minister van sociale zaken op, dat hij met 1
Januari 1935 andermaal voor de vraag staat
of hij een nieuwe verlenging van de opschor-
ting der zijdelingsche verplicht-ing tot icien-
ting moest bevorderen, of wel eenigen anderen
wettelijken maatregel voorstellen.
De gezondheidsraad heeft te dezer zake van
advies gediend. In overeenstemming met
dat advies, meent de minister, dat hij verlen
ging van de opschorting van de zijdelingsche
verplichting tot vaccinatie moet voorstellen.
Het encephaiitis-verscbijnsel doet zich nog
steeds voor. In 1932 zijn in ons land 26.338
kinderen gevaccineerd. In dat jaar werden
6 gevallen van encephalitis opgegeven, waar-
van een met doodelijken afloop, terwijl enkele
andere gevallen als twijfelachtig werden be-
schouwd.
In 1933 bedroeg het aantal inentingen
52.096. In totaai zijn in dat jaar 8 gevallen
van encephalitis aangegeven, waarvan er een
bij nadere beschouwing niet als zoodanig werd
aangemerkt, terwijl 2 gevallen zooveel twij-
fel lieten dat zij vermoedelijk niet als enee-
phalitisgevallen zijn op te vatten. Van deize
2 gevallen was er een met doodelijken afloop.
Het betrof hier een kind van 11 maanden,
Bij de overige 5 gevallen waren 2 sterf-
gevallen.
In het eerste kwartaal van 1934 werd bij
een aantal van 2424 vaccinaties een geval
van encephalitis opgegeven. Het aantal vac
cinaties, in het tweede kwartaal van 1934 ver-
richt, is nog niet bekend. Er werd stof ge-
leverd voor 30.852 inentingen. Naar glotoale
schatting zullen daarmede pl.m. 6000 vacci
naties zijn verricht. Er deed zich, voor zoo-
ver bekend, geen geval voor van encephalitis.
Uit deze gegevens blijkt, dat de omstandig
heden, die den wetgever er toe brachten de
zijdelingsche verplichtingen tot vaccinatie
tijdelijk op te schorten, nog aanwezig zijn
De gevallen van enecephalitis zijn wel is waar
minder frequent, maar daartoij valt te beden-
ken, dat het aantal vaccinaties sterk is terug-
geloopen onder den invloed van de ongunstige
gevolgen.
In dozen stand van zaken kan naar het
oordeel van den minister nog niet gezegd
worden, dat het gevaar van de vaccinatie ge-
we'ken is; daarom kan aan herstel van den
indirecten dwang tot vaccinatie nog niet ge
dacht worden.
Een eindoordeel over het encephalitis-
vraagstuk is nog niet mogelijk. Men zoekt
nog allerwegen naar een oplossing. Zoolang
ten deze niet zekerheid bestaat, hetzij in
positieven, hetzij in negatieven zin, blijft er
voor den wetgever geen andere keus over dan
verder uitstel.
De opschorting wordt daarom voorgesteld
tot 1 Januaji 1937.
GEZAG EN SPELLING.
Negeert de dagbladpers de
regeering
De heer Adolph Krijn schrijft aan het
„Handelsblad":
„Er valt de laatste tijd in de Nederlandse
dagbladen veel te lezen over het gezag en
de nationale eecheid. Ook het „Algemeen
Handelstolad" doet zijn lezers in dit opzicht
hij langzaam. ,,Als wij jou daarheen konden
brengen, zonder dat het werd opgemerkt"
,,Daar heb ik ook al aan gedacht", viel zij
hem in de rede. „Ik heb er op het tooneel
onophoudelijk aan gedacht." Zij zweeg eenige
seconden. ,,Zeg, Tony, herinner je je nog dat
liedje dat ik een paar jaar geleden zong en
wajarmede ik in het costuum van Engelsch
geestelijke optyid?"
Hij knikte.
„Welnu, dat costuum heb ik nog en de bij-
benoodigdheden ook. Het stond mij zoo goed,
dat ik er eens een wandeling mee gemaakt
heb door de stad; zelfs op het strand ben ik,
als geestelijke verkleed geweest en geen le-
vende ziel heeft er iets van gemerkt."
Haar oude ondeugende tintelende blik ving
dien van Tony op en opeens begreep hij haar.
,,'Goede hemel, Molly!" riep hij. „En zou je
de reis in die
„Waarom niet?" vroeg zij. „Ik kan het zeer
goed dragen, heusch, daar kan je op aan. En
bovendien, er is toch niets tegen, dat je een
geestelijke aan boord hebt, niet waar?"
„In't geheel niet", zei Tony, ,,absoluut niet."
Hij leunde tegen den muur en begon vroolijk
te lachen.
Met glinsterende oogen blikte Molly hem
aan.
„Je wilt me dus meenemen, Tony?" riep
zij.
Wederom knikte Tony. „Ik zal je meene
men, Molly", antwoordde hij, „al was het al-
leen maar, om het gezicht van Guy te zien."
Opnieuw klonken er voetstappen op de
gang en de stem van den tooneelknecht
ecade: „Eerste optreders voor de tweede akte,
aantreden!"
Tony hield op met lachen. ,,'Hoe moet het
met je werk gaan; met de rollen in de opera
comique?" vroeg hij.
,,Daar trek ik mrj niets van aan", zei
Molly eenvoudig. ,,Ik heb een goede plaatsver-
niets te kort en zelden behoeven zij het een
week te stellen zonder aanmoediging om het
gezag tc schragen en ^e eeaheid te bevor
deren.
En ziet, nu doet zich de gelegenheid voor,
de eerbied voor het gezag en de liefde voor
de eenheid in een kleine daad om te zetten,
en met de geheele jbumalisten-bent past ook
het „Algemeen Handelsblad".
Eeti drager van het gezag, de minister van
onderwijs, heeft de wens te kennen gegeven,
ter verkrijging van eenheid, althans op dit
gebied, om de nationale spelling wat te ver-
eenvoudigen. En de gehele pers meer
eensgezind dan nationaal lapt die wens
aan zijn laars! Omdat hij niet strookt met
de persoonlyke inzichten van directies en
redacties.
Nu is het wel heel gemakkelijk en niet
onprettig, ons te onderwerpen aan het ge-'
zag wanneer de overheidstoesluiten overeen-
komen met onze verlangens, doch van ware
eenbied zouden zij blijk kunnen geven, die
een handvol e's en o's, benevens enkele n's
vermochten te offeren aan geizag en een
heid, ook wanneer hun persoonlijke liefde
naar eelen en eeren uitgaat.
Deze algemeene muiterij in de pers der elf
provincies tegen het gezag op spellingsgebied
heeft mij zeer teleurgesteld.
Ik ir.eende te mogen veronderstellen, dat
men zich gehaast zou hebben met letters te
toonen, wat men met woorden zo ijverig
predikt. Dat op de avertreding der spelling-
voorschriften, tenminste voor dagbladschrij-
vers geen sanctie staat en dat het gezag zijn
wensen niet in de vorm van wetten of be-
velen uitte, maakt dit negeren der regering
wel zeer gevaarloos, doch niet minder
tekenend".
De redactie van het ,,Algemeen Handels
blad" geef hierop het volgende antwoord:
Mogen wij den „teleurgestelden" inzender
even in herinnering brengen, dat er van het
negeeren wij nemen tenminste aan dat
hier van negeeren en niet van negeren spra-
ke is, van het gezag, of van de regeering
in dit geval hoegenaamd geen sprake is?
Integendeel. De regeering zelve past de
nieuwe z.g.n. examenspelling niet toe. Alle
regeeringsstukken, brieven van departemen-
ten, Staatscourant en Staatsbladen, Hande-
lingen der Staten-Generaal enz. blijven voor
loopig gehandliaafd in de spelling van De
Vries en Te Winkel. Wij stellen ons dus
zuiver op regeeringsstandpunt. Heeft de
heer Krijn zijn brief ook al aan de regeering
gericht?
Wij schreven reeds eerder, dat onze regee
ring, indien zij werkelijk het hare had willen
doen om alle Nederlandsch schrijvenden tot
een nieuwe spelling te brengen, ongetwijfeld
wel andere maatregelen zou hebben genomen
dan thans. Dan zou zij in elk geval zelve zijn
voorgegaan in het toepassen van nieuwe
regels; dan zou zij een dringend beroep hebben
gedaan op aller medewerking en zeker op de
medewerking van de dagbladpers. Dit zou in
overeenstemming geweest zijn met de waar-
digheid van de dragers van het gezag, waar-
voor de heer Krijn, evenals wij zoozeer ge-
voelt.
Blijkbaar bestaat er geen eenstemmigheid
in den boezem der regeering ten aanzien
van het spellingsvraagstuk. Althans de con
sequents lijn is zoek. Zoolang de regeering
De Vries en Te Winkel schrijft, beschouwen
wij en velen met ons dit in ons land als
de officieele spelling.
BELGISCHE OUD-STRIJDERS BOUWEN
ZELF EEN MONUMENT.
De oud-strijders van La Hulpe hebben het
treffende idee gehad de herinnering aan hun
overleden vorst te eeren door gezamenlijk,
zonder eenige vreemde hulp een monument te
bouwen. Twee honderd tien mannen zullen
hieraan meewerken. Het gemeentebestuur
van La Hulpe heeft een terrein te hunner be-
schikking gesteld, dat door zijn schilderach-
tige ligging. uiterst gelukkig gekozen is.
Reeds ziin voorbereidingen voor de oprichting
van het omvangrijke monument begonnen,
waarvan de inwijding op 7 October vastgesteld
is. Zelden zal er met zooveel toewijding ge-
werkt zijn, dagelijks kan men de oud-strijders
bezig zien met het metselen, beton maken en
andere bouwwerkzaamheden.
De achtergrond zal gevormd worden door
zwaar geboomte afgewisseld met lichtere
struiken, die met het water van de vlakbij
stroomende Argentine verzorgd worden. In
het midden komt een buste van den koning.
met aan iederen kant een weggevoerd arbei-
der en een soldaat op natuurlijke grootte. Tus
schen twee muurtjes met opschriften, op den
voorgrond, zal de Gallische haan den Duit-
schen adelaar ter aarde werpen.
Het beeldhouwwerk is ontworpen door Paul
Grislain. De leiding en de uitvoering van het
werk berusten uitsluitend bij de oud-strijders
en oorlogsinvaliden.
OPDOEMENDE CONFLICTEN.
De Assemblee van dit jaar wordt schrijft
de N. R. Crt. - langzamerhand een conglo-
vangster en zij moeten het maar met haar
doen." Zij keek vlug naar de klok.
„Hoor eens, Tony wij hebben nog precies
twee minuten en dan moet ik mij verkleeden;
dus moet de costumiere binnenkomen en als
zij er bij is, kunnen wij niets bespreken. Zeg
mij dus kort en zakelijk, wat ik moet doen."
Tony dacht vlug na.
„Ik denk, dat het 't beste is, dat je in de
auto mee gaat", zei hij. „Ik zou Guy en Bugg
in een auto met Jennings vooruit kunnen stu-
ren en jou met een andere auto aan huis af-
halen. Ik zal er Guy niets van vertellen voor
en al eer wij goed en wel aan boord zijn."
,,Waarom?" vroeg Molly. ,,Zou je denken,
dat hij er iets op tegen heeft?"
„Daar ben ik zeker van", zei Tony vriende-
lijk. ,,Maar dan is het te laat om er iets aan
te doen, behalve dat hij kan probeeren, je in
zee te gooien." Hij wachtte even. „Kun je om
half tien klaar zijn?"
(Molly knikte. ,,Ik zal je niet laten wach-
ten", zei ze.
Er werd op de deur geklopt en na een „bin-
nen" van Molly kwam de costumiere binnen.
„Neem me niet kwalijk, miss, dat ik u
stoor', zei ze verontschuldigend, „maar het is i
hoog tijd, om u te verkleeden."
„Goed, Jane", zei Molly. Zij wendde zich tot
Tony en stak hem haar hand foe. „Wel be-
dankt voor de visite, Tony", voegde zij er bij.
„Ik hoop je spoedig weer te zien."
Tony nam haar hand en bracht de toppen
van haar vinger aan zijn lippen.
„Dat hoop ik ook", zei hij, „wij zullen el-
kaar waarschijnlijk nog lang in den weg loo-
pen."
De klok stond precies twintig minuten later,
toen het nette dienstmeisje, de deur van de
huiskamer opendeed en op voor haar tamelijk
gejaagden toon, de komst van sir Antony
meraat van belangwekkende zaken. Er wordt
minder in de openbare vergaderingen gespro-
ken dan gewoonlijk. Slechts moeilijk krijgt
men de sprekers op de katheder. Niet, dat
men met ijver'daarnaar streeft. Een oogen
blik heeft men zelfs de hoop gekoesterd de
heele openbare discussie over het Volken-
bondsjaar, die jaarlijks zooveel fraseologie
ontketent, te kunnen overslaan. Daarna ge-
loofde men die met een paar redevoeringen
te kunnen afdoen. Dat heeft men toch niet
aangedurfd. Er waren te veel staten, die
dezen keer wel degelijk allerlei op het hart
hadden, maar eerst iets meer van den poli-
tieken toestand en den loop der zaken ter As
semblee wilden zien, voor zij het woord namen.
De voorzitter heeft het beproefd met een ter-
mijn. Waren er dan geen sprekers, dan zou
hij de discussies sluiten. Daarvan is ook weer
niets gekomen. Het was inderdaad politiek
ook niet wijs. Immers het kan best zijn, dat
ten slotte niemand het accoord met de Rus-
sen, als dit voorgoed vaststaat, in de Assem
ble zou willen critiseeren. Maar de gelegen
heid om dat te doen mag niet worden afge-
sneden. Dit zou anders achteraf het uitgangs-
punt kunnen worden van bittere verwijten.
Men moet dus de mogelijkheid, het woord te
vragen, openhouden en zoo kan de algemeene
discussie voorloopig leven noch sterven.
Zij kan ieder oogenblik verrassingen opleve-
ren en heeft er reeds een opgeleverd, die niet
geringe opschudding verwekte en die nu nog
zeer nawerkt. Wij bedoelen de verklaring
van Beck, dan Poolschen minister van buiten-
landsche zaken, dat Polen niet meer bereid is
mede te werken bij de klachten over de behan-
deling van minderheden in den Poolschen
staat. Dat hij deze mededeeling heeft gedaan,
behoefde achteraf geen verbazdng te wekken.
Wij hebben er vorige week in ander verband
reeds van gesproken, dat Polen zwanger ging
van een hervormingsvoorste] in deze aange-
legenheden. Men verwachtte een Poolsch
initiatief om de zaak legaal aanhangig te
maken. Beck heeft het echter gedaan op de
ruwe, uitdagende wijze, die tot het systeem-
Pilsudski behoort. Wat hij zeide, kwam hier
op neer, dat Polen, als men te Geneve verder
ging met de kwesties van zijn minderheden
te bemoeien, zich er eenvoudig niets meer van
zou aantrekken, tot het toezicht op de min
derheden voor alle staten gelijkelijk zou zijn
geregeld. Polen zeide het verdrag niet op. Het
verklaarde alleen voorloopig zich te zullen ge-
dragen alsof het geen verplichtingen van dien
aard had.
Zaterdag is Sir John Simon onmiddellijk
tegen Beck in het krijt getreden. Dat was
juist een werkje voor hem. Was Beck ruig
in zijn vormen geweest, de Engelsche minis
ter was van de volmaakte hoffelijkheid, die de
traditie is van Engelsche redenaars van zijn
soort in critieke aangelegenheden. Deze hof
felijkheid kan soms zeer hinderiijk zijn, wan
neer zij in wanverhouding staat tot den in-
houd van de woorden. Maar dezen keer was
zij bewonderenswaardig afgemikt. De duide-
lijkheid van de verklaring van Simon lijdt er
niet onder. Door het fluweel van zijn formu-
leering heen voelde men den emst, die hij de
zaak toekende. Het moest de beteekenis van
het feit onderstreepen, dat hij zeide, zich met
zijn regeering in verbinding te hebben gesteld
en in opdracht van de Engelsche regeering te
spreken. Hij eindigde dan ook met de woor
den: ,,Mijn opdracht uitgevoerd hebbende,
neem ik mijn plaats weer in." Deze scherpe
de contouren van de rede afsnijdende slotzin
gaf deze rede in al haar beleefdheid een toch
scherper, vermanend, ja waarschuwend ka-
rakter. De rede kon aldus een uitgangspunt
zijn voor velerlei. Simon had er aan herinnerd
dat het dusdanig eenzijdig verloochenen van
een verdrag voor den Volkenbond ondraaglijk
was. O zeker, hij had er aan toegevoegd, dat
Beck dat ook niet bedoeld had. Dit was for-
meel juist. Immers, Beck had gezegd, slechts
een voorloopige narcotee van de overeenkomst
aan te kondigen. Dat echter verhinderde Si
mon niet scherp het onderscheid in karakter
in het licht te stellen tusschen het denkbeeld
van Beck tot algemeen maken van de minder-
hedenverdragen 't welk volkomen gerecht-
vaardigd was, en zijn voomemen, om zoolang
Polen daarin zijn zin niet heeft gekregen, zich
van het eigen verdrag niets meer aan te trek
ken. Had Dr. Curtius indertijd ronduit gezegd,
dat de bescherming der minderheden een ser-
vituut was, dat op den Poolschen staat
rustte, in veel urbaner vorm liet Sir John Si
mon Zaterdag even verstaan, dat de bescher
ming der minderheden terdege er toe had bij-
gedragen, dat men den Poolschen staat zoo
veel minderheden had toevertrouwd en dat
dus dit verdrag een der grondvesten vormt,
waarop de Poolsche staat in zijn tegenwoor-
digen vorm was gebouwd. Zooiets zei hij niet
zoo ronduit als de Duitscher; hoe zou men
dergelijke tactlooze dingen in een openbare
vergadering ook van hem kunnen verwach-
ten? Maar er was wel geen aandachtige toe-
hoorder, die zich in zijn bedoeling vergiste. In
de zesde commissie zou men elkaar nog nader
spreken, zoo gaf hij te kennen.
Barthou heeft zich hierbij aangesloten.
Frankrijk, zoo zeide hij o.a., dat zich to.t op-
perste taak heeft gesteld de eenzijdige wijzi-
ging der verdragen te verhinderen, kon dit
niet over zijn kant laten gaan.
Door deze beide redevoeringen werd het
schokkende der aangelegenheid heel duidelijk
in het licht gesteld. Zij is schokkend niet zoo
zeer om haar materieelen inhoud als wel om
Conway aankondigde. Tony, die haar op den
voet volgde, liep recht op de sofa aan, waar
zijn tante gewoonlijk zat. 't Scheen of zij ouder
geworden was en met bezorgd gelaat strekte
zij haar bevende handen naar hem uit.
„Tony", riep zij meewarig, „arme jongen."
(Hij ging naast haar zitten en hield haar
handen in de zijne.
„Tante Fanny", zei hij ernstig, „u heeft
zich niet aan onze afspraak gehouden. U weet,
dat u nooit bezorgd of verdrietig moogt kij-
ken."
,,Het was heusch mijn schuld niet, dat het
gebeurd is. Ik zou graag het restje van mijn
onverstandig, nutteloos leven tweemaal heb
ben willen geven, als ik het had kunnen voor
komen."
Op teedere, half schertsende wijze sloeg hij
zijn arm om haar tengere leest. „Zoo moet
u niet praten, lieve tante Fanny", sprak hij.
,,Wat meer is, u moet in het geheel niet pra
ten. U moet zoet en stil blijven zitten en luis-
teren naar hetgeen ik ga vertellen. Er is ner-
gens anders tijd voor op 't oogenblik."
Lady Jocelyn vouwde haar handen samen
op haar schoot.
Gedurende zijn rit van de opera comique
naar Chester Square had Tony zitten peinzen,
hoeveel van de waarheid raadzaam was, haar
te zeggen. Hij kende zijn tante door en door
en was niet bevreesd, dat zij zou trachten,
hem van zijn voornemen, hoe gevaarlijk het
ook mocht schijnen, af te brengen. 'Hij was
echter zoekende naar den vorm waarin hij
het zou gieten, om haar zooveel mogelijk voor
begrijpelijken angst te sparen. Met dit idee
voor oogen, vefrzweeg hij de aanslag op de
machinerie van de „Betty" en bepaalde zich
hoofdzakelijk tot het bezoek van .Congosta.
Hij herhaalde, hetgeen deze van het gebeurde
met Isabel had medegedeeld en vertelde haar,
hoe het plan om haar hulp te bieden, plotse-
ling bij hem was opgekomen. Weloverlegd
haar principieel karakter. Het is een nleuw-
conflict tusschen een eisch van rechtsgelfjk-
heid en handhaving der verdragen. De Russl-
sche kwestie heeft al dagen geen levendige be-
langstelling meer, omdat zij in beteekenis niet
te vergelijken is met de dingen, die hier bezig
zijn aan den honizont op te doerhen. Daartoe
behoort het geval Polen; daartoe behooren ook
andere conflicten, waarvan de crisis snel
het rijpen is en die wellicht spoedig aan de
internationale orde zullen komen. Een con
flict Frankrijk-Zuidslavie van zeer verstrek—
kende beteekenis komt steeds duidelijker voor
den dag. Wij zullen nog gelegenheid hebben
daarop terug te komen.
PRIKKELDRAAD OVER DEN WEG
GESPANNEN.
Onbckcnden hebben een piikkeldiaati ge-
spannen ter hoogte van 1% M. over den
straatweg bij Den Dungen (N.-B.>. Twee
wielrijders raakten er in verward. De eene
werd aan het gelaat gekwetst, de andere kreeg
een wonde aan de knie. De politie stelt een
onderzoek in naar de daders van dezen laffen
streek.
ONTPLOFFING IN EEN ELECTRITEITS-
STATION.
In het eledtriciteitsstation te Maassluis is
een olieschakelaar uit elkaar gesprongen. De?
ontploffing was zoo hevig, dat de deur onder
luid geknal opensprong. De schade is tame
lijk groot. Persoonlijke ongelukken hadden
niet plaats. Tengevolge van de ontploffing
zat Maassluis zonder stroom.
DE 100.000s te EINDHOVEN AAR KOMT.
De stad Eindhoven zit op zijn lOO.OOOste in~
gezetene te wachten. Wijl er reeds tal van
cadeaux in de plaatselijke bladen worden be-
loofd, heeft de winkelierscommissie van den
R.K. Middenstandsbond zich tot commissie
van ontvangst geconstitueerd, om de feeste-
lijkheid van den komenden dag het zal m-
tusschen nog wpl een maandje aanloopen te
regelen. Behalve dat deze commissie de
komst van de lOO.OOOste ingezetene tot een
feest wil maken voor de familie, wil zij ook
een feest voor de heele stad arangeeren, wip
de geboorte van de lOO.OOOste dienen kan als
blijk van heroptoloei van industrie en gemeente
MEISJE ONDER EEN AUTO.
Op de Keizersgracht nabij de Leidsche-
straat te Amsterdam is een verschrikkeBjk
ongeval gebeurd met een dertienjarig meisje,
wonende in de Van Baerlestraat aldaar.
Dit meisje reed op een rijwiel Iangs een stil-
staande auto, waarbij zij vermoedelijk dit
voertuig heeft geraakt. Door den schok viet
zij naar den anderen kant, waar juist een
ztoaar beladen vrachtauto haar achterop reed.
Zij viel voor 6dn der achterwielen, hetwelk haar
over het hoofd ging. De dood trad onmiddel
lijk in. Het stoffelijk overschot werd per am
bulance-auto naar het Binnengasthuis ge-
bracht.
Het gebeurde veroorzaakte een grooten op-
loop. Het heeft weer bewezen, hoe gevaarlijk
het rijden langs en tusschen auto's is.
BRANDSTAPEL TE STHENWIJK IN
BRAND GEVLOGEN.'
Tijdens de oefeningen van den luchtbescher-
mingsdienst te Steenwijk werden uit de boven
de stad cirkelende vliegmachines imitatie-
bommen geworpen, waarvan een brandbom
o.a. brand moest veroorzaken bij de gasfa-
briek. De daarvoor opgerichte brandstapel
kwam, doordat hierbij benzine gebruikt werd,
plotseling tot voile ontbranding, ten gevolge
waarvan e6n der gemeente-gasfitters brand-
wonden bekwam aan zijn handen. Een 12-
jarige jongen die per rijwiel passeerde, werd
door de uitslaande vlammen gegrepen, ten ge
volge waarvan hij van zijn rijwiel viel te mid
den der vlammen. Direct toegeschoten hulp
wist de vlammen te dooven, maar niettenain
had de jongen reeds ernstige brandwonden be-
komen aan armen en toeenen.
DEN GEHEELEN NAOHT BUITEN
GELEGEN.
Een bestuurder van een bodewagen kwam
op het hoofdbureau van politie te Groningen
met de mededeeling, dat aan het Winschoter-
diep, ter hoogte van het voormalig tolhuis, een
man lag, die aangereden was en daar den ge-
heelen nacht gelegen had. De politie-motor-
brigade trok er onmiddellijk op uit, en vond
ter plaatse een 70-jarigen man uit Foxham.
Uit het onderzoek bleek, dat de oude man
Dinsdagavond te Foxham door een kar aan
gereden was en daarna naar zijn zoon was
geloopen. Deze zou echter zijn vader niet
hebben willen ontvangen, zoodat de crude man
weer was weggegaan met de bedoeling naar
Foxham terug te keeren. Hij is echter kort
na den aanvang van zijn terugreis neergeval-
len en daar blijven liggen. Na behandeld te
zijn is hij naar Foxham vervoerd.
wist hij zijn verhaal zoo te kleuren, dat het
heel wat aannemelijker klonk, dan toen hg
het denkbeeld bij hem thuis uiteenzette. Van
zijn bezoek aan de opera comique en van het
plan, Molly, vermomd als vicaris aan board
te nemen, sprak hij niet.
Lady Jocelyn luisterde naar hem met aan-
dacht, zonder onderbreking. Haar gelaat ver—
raadde niets van hetgeen er in haar omging
en gedurende eenige oogenblikken, nadat hg
geeindigd had, verkeerde Tony in de mee-
ning, dat zijn pogingen met het verwachte
resultaat waren bekroond. Dan legde zij met
een flau'w vriendelijk glimlachje haar hand
op zijn mouw.
,,'Wel bedankt, beste Tony", zei ze. „Het
was heel lief van je, hier te komen en het
j mij te vertellen en het was nog liever van je,
het zoo voor te dragen als je hebt gedaan
Natuurlijk geloof ik er het mijne van. Ik ben
er heilig van overtuigd, dat het een veel ge-
vaarlijker onderneming is, dan je mij voor-
spiegelt, doch.zoolang er nog een schijn van.
leans is, om Isabel te helper., zal ik de laatste
zijn, je terug te houden. Ga dus, Tony en doe>
wat in je vermogen is voor haar. God z.gene
en helpe je."
Plechtig stil bleeft het eenige oogenblikken.
Toen boog Tony zich naar haar toe en kuste
haar.
„Het doet mij zoo goed, tante, dat u ook
zooveel van Isabel houdt."
,,Zij is het liefste, dapperste meisje, dat ik
ooit heb gekend", antwoordde lady Jocelyn.
„Als je dat huwelijk van haar niet kunt ver
hinderen, geloof ik, dat mijn hart zal broken."
Tony stond op en knoopte zijn jas dicht.
,,Maak u daarover niet bezorgd, tante", zei
hij. Peter zal haar niet hebben, al moest ik
hem bij de trouwplechtigheid aan haar zijide
neerschieten."
(Wordt vervolgd.i