OM DE KONINGIN Ter Neuzensche Courant Tweede Blad Binnenland Feuilleton Buitenland Gemengde Berichten Maandag 17 Sept. 1934 No. 9197 VAN INVOER VAN GEROOKTE AAL OF PAIJNG. Gegadigden voor den invoer van gerookte aal of paling, die in een der jaren 1931, 1932 of 1933 gerookte aal of paling voor eigen rekening en risico heibben ingevoerd, kunnen zich ter verkrijgiag van een toewijzing voor den invoer wenden tot de Kamer van Koop- handel en Falbrieken voor het district, waar de plaats van vestiging hunner zaak is ge- legen. INVOER VAN AARDAPPELEN IN ENGELAND. De Board of Trade deelt mede, dat binnen- kort een verordening zal worden afgekotidigd ter regeling van den invoer van aardappelen. Voor de voornaamste aardappelsoorten geldt thans reeds een vrijfwillige invoerregeling. Na 1 November zal de invoer echter slecbts met een vergunning kunnen geschieden. GEEN PRIJSREGELING VAN BENZINE? Bij informatie op de plaatsen, waar men op de hoogte zou moeten zijn van voomemens als in het bericht van het Hbld. door ons over- genomen, bedoeld (een regeling am den ver- koop van benzine aan vaste prijizen te binden, die overal gelij'k zijn), is de N. R. Crt. ge- bleken, dat men van niets weet. Ook groote belanghebbenden hebben er niets van ver- nomen. Onder deze omstandigheden lijkt voorbehoud geraden. BEL ASTINGVERDRAG MET BELGIe. Bij de Tweede Kamer is ingediend 'n wets- ontwerp tot goedkeuring van het op 20 Fetor. 1933 tusschen Nederland en Belgie ontworpen verdrag, dat beoogt om dutotoelen belasting- druk zooveel mogelijk te voorkomen. DE INKRIMPING VAN DEN VARKENSSTAPEL. In Augustus j.l. heeft de Nederlandsche Varkenscentrale wederom een varkensstel- ling gehouden. Het beste, vergelijkingsmateriaal leveren de tellingeh van November 1933 en September 1932, aangezien bij de voorjaarstellingen een kleiner aantal varkens toestemd voor huis- slachting aanwezig is dan in den zomer en in het najaar. Vergeleken met November 1933 is het totaai aantal varkens gedaald met 25 pet., vergeleken met September 1932 met 32 pet. Zelfs wanneer men het totaai aantal varkens vergelijkt met dat, aanwezig in Mei 1934, komt men tot een vermindering n.l. van 10 pet. De sterkste vermindering heeft plaats gevonden in de groep „toiggen tot 6 weken". Het aantal biggen is zelfs belangrijk lager dan dat, aanwezig in 1921, hoewel de vai aensstapel als geheel toen kleiner was. Het aantal aanwezige biggen bedraagt 68 pet. van dat, aanwezig in November 1933 en 55 pet. van dat, aanwezig in September 1932. In overeenstemming hiermede is ook het aantal fokzeugen sterk achteruit geloopen. De vermindering bedraagt 39 pet. vergeleken met November 1933 en 45 pet. vergeleken met September 1932. Het aantal drachtige zeugen bedroeg 79.092 tegen 124.264 in Nov. 1933, het aantal fokzeugen bij de biggen 66.792 tegen 114.262 in November 1933. Ook de groep varkens ouder dan 6 weken, doch lichter dan 60 K.G. is belangrijk afge- nomen. De vermindering bedraagt 42 pet. vergelekea met November 1933 en 44 pet. vergeleken met September 1932. In de groep varkens van 60 tot 95 K.G. heeft een ver- meerdering van 17 pet. plaats gevonden, wanneer een vergelijking gemaakt wordt met November 1933, doch een vermindering van rt 25 pet., indien men een vergelijking maakt met September 1932. Het aantal varkens, zwaarder dan 95 K.G. is in vergelijking met November 1933 ge daald met 6 pet. Het aantal deztr var kens is echter hooger dan dat aanwezig in September 1932. De daling van het aantal varkens zwaarder dan 95 K.G. is veroorzaakt door een vermin dering in de geiwichten beneden 150 K.G. Het aantal varkens van 95120 K.G. daalde van 185.974 in November 1933 tot 113,606; het aantal varkens van 120 tot 150 K.G. van 120.285 in November 1933 tot 107.255. Daaren- tegen heeft, gelijk verwacht werd, een ver- meendering van de varkens, zjwaairder dan 150 K.G. plaats gehad. Het aantal varkens in de gewichten van 150 tot 180 K.G. ver- door VICTOR BRIDGES. (Nadruk verboden.) 55) (Vervolg.) Ondanks zichzelf lachte Tony. ,,Maar ver- onderstel, dat wij Livadia bereiken vercn- derstel zelfs dat wij te Portriga kunnen ko- men, wat kan je dan nog doen? ,,Waartoe dient het, mij dat te vragen?" vroeg Molly. „Ik weet niets meer dan jij niet voor de tijd daar is. Het eenige is Zij brak haar zin af, alsof zij niet zeker was, hoe zij hem zou voleinden. „Ja, wat?" zei Tony aanmoedigend. ,,'t Is nog maar een idee, meer niet op het oogenblik, maar maar je hebt mij reeds eenige malen verteld, dat Isabel zoo sprekend op mij gelijkt." Tony knikte. Hij staarde haar met een plot- selinge uitdrukking van hemieuwde belang- stelling aan. ,,Nu, zie je niet, wat ik bedoel?" Molly gooide haar sigaret weg en schoof van de tafel. ,,'t Is best mogelijk, dat wij door welke omstandigheid dan ook in staat ge steld zouden kunnen worden, daar partij van te trekken". Zij lachte toijna zenuwachtig. ,,0, ik weet wel, dat het krankzinnig klinkt, maar Weet jij iets beters?" Tony deed een paar passen naar de deur en ging toen weer terug naar de plaats waar zij stond. „AUemachtig, dat is een idee, Molly", zei meerderde van 49.699 in November 1933 tot 91.622, het aantal varkens in de gewichten boven 180 K.G. vermeerderde van 14.681 ici November 1933 tot 45.308. Uit de hiertooven weergegeven cijfers blijkt, dat de inkrimping van den varkensstapel zich op bevredigende wijze voltrekt. Dit resultaat is mede toewerkt door het afnemen van een aantal biggen. Sedert 22 Mei 1934 zijn door de Nederlandsche Varkenscentrale 140.868 ge- merkte en 7300 ongemerkte, in totaai 148.168 biggen afgenomen. Aangezien uit de tellings- cijfers blijkt, dat in de naaste toekomst geefa. teveel aan varkens aanwezig Zal zjijn, zal de verplichting tot het inleveren van ge- merkte biggen op 17 September komen te vervallen, zoodat van dien datum af geen ge- merkte biggen meer door de Nederlandsche Varkenscentrale zullen worden afgenomen. Met de afneming van ongemerkte biggen zal voorloopig worden doorgegaan. DE K. L. M. DOET MEE AAN DE MELBOURNE-RACE. Naar gemeld wordt staat het thans vast dat de K. L. M. zal meedoen aan de Mac Roto- bertson-race naar Australie en terug, waar- voor de Douglas DC 2 is bestemd. De Dou glas zal zoowel aan de handicap als aan de snelheidsrace deelnemen onder commando van Rarmentier met Mol als bestuurder, Prins als werktuigkundige en Vail Bruggen als marconist. Voorts gaan 3 passagiers mee, terwijl op 300 K.G. post wordt gerekend. De start is 20 October. Aankomst Melbour ne hopelijk v66r 29 October. Terugreis 7 tot 17 November. DE OPSCHORTING VAN DEN VACCINATIE-DWANG. Ingediend is een wetsontwerp tot verlenging van den geldigheidsduur van tijdelijke bepalin- gen betreffende de vaccinatie, veniat in de wet van den llden Fabruari 1928, zooals zij zijn gewijzigd toij de wetten van 29 December 1928, van 30 December 1929, van 31 Decem ber 1930 en van 29 December 1932. In de memorie van toelichting merkt de minister van sociale zaken op, dat hij met 1 Januari 1935 andermaal voor de vraag staat of hij een nieuwe verlenging van de opschor- ting der zijdelingsche verplicht-ing tot icien- ting moest bevorderen, of wel eenigen anderen wettelijken maatregel voorstellen. De gezondheidsraad heeft te dezer zake van advies gediend. In overeenstemming met dat advies, meent de minister, dat hij verlen ging van de opschorting van de zijdelingsche verplichting tot vaccinatie moet voorstellen. Het encephaiitis-verscbijnsel doet zich nog steeds voor. In 1932 zijn in ons land 26.338 kinderen gevaccineerd. In dat jaar werden 6 gevallen van encephalitis opgegeven, waar- van een met doodelijken afloop, terwijl enkele andere gevallen als twijfelachtig werden be- schouwd. In 1933 bedroeg het aantal inentingen 52.096. In totaai zijn in dat jaar 8 gevallen van encephalitis aangegeven, waarvan er een bij nadere beschouwing niet als zoodanig werd aangemerkt, terwijl 2 gevallen zooveel twij- fel lieten dat zij vermoedelijk niet als enee- phalitisgevallen zijn op te vatten. Van deize 2 gevallen was er een met doodelijken afloop. Het betrof hier een kind van 11 maanden, Bij de overige 5 gevallen waren 2 sterf- gevallen. In het eerste kwartaal van 1934 werd bij een aantal van 2424 vaccinaties een geval van encephalitis opgegeven. Het aantal vac cinaties, in het tweede kwartaal van 1934 ver- richt, is nog niet bekend. Er werd stof ge- leverd voor 30.852 inentingen. Naar glotoale schatting zullen daarmede pl.m. 6000 vacci naties zijn verricht. Er deed zich, voor zoo- ver bekend, geen geval voor van encephalitis. Uit deze gegevens blijkt, dat de omstandig heden, die den wetgever er toe brachten de zijdelingsche verplichtingen tot vaccinatie tijdelijk op te schorten, nog aanwezig zijn De gevallen van enecephalitis zijn wel is waar minder frequent, maar daartoij valt te beden- ken, dat het aantal vaccinaties sterk is terug- geloopen onder den invloed van de ongunstige gevolgen. In dozen stand van zaken kan naar het oordeel van den minister nog niet gezegd worden, dat het gevaar van de vaccinatie ge- we'ken is; daarom kan aan herstel van den indirecten dwang tot vaccinatie nog niet ge dacht worden. Een eindoordeel over het encephalitis- vraagstuk is nog niet mogelijk. Men zoekt nog allerwegen naar een oplossing. Zoolang ten deze niet zekerheid bestaat, hetzij in positieven, hetzij in negatieven zin, blijft er voor den wetgever geen andere keus over dan verder uitstel. De opschorting wordt daarom voorgesteld tot 1 Januaji 1937. GEZAG EN SPELLING. Negeert de dagbladpers de regeering De heer Adolph Krijn schrijft aan het „Handelsblad": „Er valt de laatste tijd in de Nederlandse dagbladen veel te lezen over het gezag en de nationale eecheid. Ook het „Algemeen Handelstolad" doet zijn lezers in dit opzicht hij langzaam. ,,Als wij jou daarheen konden brengen, zonder dat het werd opgemerkt" ,,Daar heb ik ook al aan gedacht", viel zij hem in de rede. „Ik heb er op het tooneel onophoudelijk aan gedacht." Zij zweeg eenige seconden. ,,Zeg, Tony, herinner je je nog dat liedje dat ik een paar jaar geleden zong en wajarmede ik in het costuum van Engelsch geestelijke optyid?" Hij knikte. „Welnu, dat costuum heb ik nog en de bij- benoodigdheden ook. Het stond mij zoo goed, dat ik er eens een wandeling mee gemaakt heb door de stad; zelfs op het strand ben ik, als geestelijke verkleed geweest en geen le- vende ziel heeft er iets van gemerkt." Haar oude ondeugende tintelende blik ving dien van Tony op en opeens begreep hij haar. ,,'Goede hemel, Molly!" riep hij. „En zou je de reis in die „Waarom niet?" vroeg zij. „Ik kan het zeer goed dragen, heusch, daar kan je op aan. En bovendien, er is toch niets tegen, dat je een geestelijke aan boord hebt, niet waar?" „In't geheel niet", zei Tony, ,,absoluut niet." Hij leunde tegen den muur en begon vroolijk te lachen. Met glinsterende oogen blikte Molly hem aan. „Je wilt me dus meenemen, Tony?" riep zij. Wederom knikte Tony. „Ik zal je meene men, Molly", antwoordde hij, „al was het al- leen maar, om het gezicht van Guy te zien." Opnieuw klonken er voetstappen op de gang en de stem van den tooneelknecht ecade: „Eerste optreders voor de tweede akte, aantreden!" Tony hield op met lachen. ,,'Hoe moet het met je werk gaan; met de rollen in de opera comique?" vroeg hij. ,,Daar trek ik mrj niets van aan", zei Molly eenvoudig. ,,Ik heb een goede plaatsver- niets te kort en zelden behoeven zij het een week te stellen zonder aanmoediging om het gezag tc schragen en ^e eeaheid te bevor deren. En ziet, nu doet zich de gelegenheid voor, de eerbied voor het gezag en de liefde voor de eenheid in een kleine daad om te zetten, en met de geheele jbumalisten-bent past ook het „Algemeen Handelsblad". Eeti drager van het gezag, de minister van onderwijs, heeft de wens te kennen gegeven, ter verkrijging van eenheid, althans op dit gebied, om de nationale spelling wat te ver- eenvoudigen. En de gehele pers meer eensgezind dan nationaal lapt die wens aan zijn laars! Omdat hij niet strookt met de persoonlyke inzichten van directies en redacties. Nu is het wel heel gemakkelijk en niet onprettig, ons te onderwerpen aan het ge-' zag wanneer de overheidstoesluiten overeen- komen met onze verlangens, doch van ware eenbied zouden zij blijk kunnen geven, die een handvol e's en o's, benevens enkele n's vermochten te offeren aan geizag en een heid, ook wanneer hun persoonlijke liefde naar eelen en eeren uitgaat. Deze algemeene muiterij in de pers der elf provincies tegen het gezag op spellingsgebied heeft mij zeer teleurgesteld. Ik ir.eende te mogen veronderstellen, dat men zich gehaast zou hebben met letters te toonen, wat men met woorden zo ijverig predikt. Dat op de avertreding der spelling- voorschriften, tenminste voor dagbladschrij- vers geen sanctie staat en dat het gezag zijn wensen niet in de vorm van wetten of be- velen uitte, maakt dit negeren der regering wel zeer gevaarloos, doch niet minder tekenend". De redactie van het ,,Algemeen Handels blad" geef hierop het volgende antwoord: Mogen wij den „teleurgestelden" inzender even in herinnering brengen, dat er van het negeeren wij nemen tenminste aan dat hier van negeeren en niet van negeren spra- ke is, van het gezag, of van de regeering in dit geval hoegenaamd geen sprake is? Integendeel. De regeering zelve past de nieuwe z.g.n. examenspelling niet toe. Alle regeeringsstukken, brieven van departemen- ten, Staatscourant en Staatsbladen, Hande- lingen der Staten-Generaal enz. blijven voor loopig gehandliaafd in de spelling van De Vries en Te Winkel. Wij stellen ons dus zuiver op regeeringsstandpunt. Heeft de heer Krijn zijn brief ook al aan de regeering gericht? Wij schreven reeds eerder, dat onze regee ring, indien zij werkelijk het hare had willen doen om alle Nederlandsch schrijvenden tot een nieuwe spelling te brengen, ongetwijfeld wel andere maatregelen zou hebben genomen dan thans. Dan zou zij in elk geval zelve zijn voorgegaan in het toepassen van nieuwe regels; dan zou zij een dringend beroep hebben gedaan op aller medewerking en zeker op de medewerking van de dagbladpers. Dit zou in overeenstemming geweest zijn met de waar- digheid van de dragers van het gezag, waar- voor de heer Krijn, evenals wij zoozeer ge- voelt. Blijkbaar bestaat er geen eenstemmigheid in den boezem der regeering ten aanzien van het spellingsvraagstuk. Althans de con sequents lijn is zoek. Zoolang de regeering De Vries en Te Winkel schrijft, beschouwen wij en velen met ons dit in ons land als de officieele spelling. BELGISCHE OUD-STRIJDERS BOUWEN ZELF EEN MONUMENT. De oud-strijders van La Hulpe hebben het treffende idee gehad de herinnering aan hun overleden vorst te eeren door gezamenlijk, zonder eenige vreemde hulp een monument te bouwen. Twee honderd tien mannen zullen hieraan meewerken. Het gemeentebestuur van La Hulpe heeft een terrein te hunner be- schikking gesteld, dat door zijn schilderach- tige ligging. uiterst gelukkig gekozen is. Reeds ziin voorbereidingen voor de oprichting van het omvangrijke monument begonnen, waarvan de inwijding op 7 October vastgesteld is. Zelden zal er met zooveel toewijding ge- werkt zijn, dagelijks kan men de oud-strijders bezig zien met het metselen, beton maken en andere bouwwerkzaamheden. De achtergrond zal gevormd worden door zwaar geboomte afgewisseld met lichtere struiken, die met het water van de vlakbij stroomende Argentine verzorgd worden. In het midden komt een buste van den koning. met aan iederen kant een weggevoerd arbei- der en een soldaat op natuurlijke grootte. Tus schen twee muurtjes met opschriften, op den voorgrond, zal de Gallische haan den Duit- schen adelaar ter aarde werpen. Het beeldhouwwerk is ontworpen door Paul Grislain. De leiding en de uitvoering van het werk berusten uitsluitend bij de oud-strijders en oorlogsinvaliden. OPDOEMENDE CONFLICTEN. De Assemblee van dit jaar wordt schrijft de N. R. Crt. - langzamerhand een conglo- vangster en zij moeten het maar met haar doen." Zij keek vlug naar de klok. „Hoor eens, Tony wij hebben nog precies twee minuten en dan moet ik mij verkleeden; dus moet de costumiere binnenkomen en als zij er bij is, kunnen wij niets bespreken. Zeg mij dus kort en zakelijk, wat ik moet doen." Tony dacht vlug na. „Ik denk, dat het 't beste is, dat je in de auto mee gaat", zei hij. „Ik zou Guy en Bugg in een auto met Jennings vooruit kunnen stu- ren en jou met een andere auto aan huis af- halen. Ik zal er Guy niets van vertellen voor en al eer wij goed en wel aan boord zijn." ,,Waarom?" vroeg Molly. ,,Zou je denken, dat hij er iets op tegen heeft?" „Daar ben ik zeker van", zei Tony vriende- lijk. ,,Maar dan is het te laat om er iets aan te doen, behalve dat hij kan probeeren, je in zee te gooien." Hij wachtte even. „Kun je om half tien klaar zijn?" (Molly knikte. ,,Ik zal je niet laten wach- ten", zei ze. Er werd op de deur geklopt en na een „bin- nen" van Molly kwam de costumiere binnen. „Neem me niet kwalijk, miss, dat ik u stoor', zei ze verontschuldigend, „maar het is i hoog tijd, om u te verkleeden." „Goed, Jane", zei Molly. Zij wendde zich tot Tony en stak hem haar hand foe. „Wel be- dankt voor de visite, Tony", voegde zij er bij. „Ik hoop je spoedig weer te zien." Tony nam haar hand en bracht de toppen van haar vinger aan zijn lippen. „Dat hoop ik ook", zei hij, „wij zullen el- kaar waarschijnlijk nog lang in den weg loo- pen." De klok stond precies twintig minuten later, toen het nette dienstmeisje, de deur van de huiskamer opendeed en op voor haar tamelijk gejaagden toon, de komst van sir Antony meraat van belangwekkende zaken. Er wordt minder in de openbare vergaderingen gespro- ken dan gewoonlijk. Slechts moeilijk krijgt men de sprekers op de katheder. Niet, dat men met ijver'daarnaar streeft. Een oogen blik heeft men zelfs de hoop gekoesterd de heele openbare discussie over het Volken- bondsjaar, die jaarlijks zooveel fraseologie ontketent, te kunnen overslaan. Daarna ge- loofde men die met een paar redevoeringen te kunnen afdoen. Dat heeft men toch niet aangedurfd. Er waren te veel staten, die dezen keer wel degelijk allerlei op het hart hadden, maar eerst iets meer van den poli- tieken toestand en den loop der zaken ter As semblee wilden zien, voor zij het woord namen. De voorzitter heeft het beproefd met een ter- mijn. Waren er dan geen sprekers, dan zou hij de discussies sluiten. Daarvan is ook weer niets gekomen. Het was inderdaad politiek ook niet wijs. Immers het kan best zijn, dat ten slotte niemand het accoord met de Rus- sen, als dit voorgoed vaststaat, in de Assem ble zou willen critiseeren. Maar de gelegen heid om dat te doen mag niet worden afge- sneden. Dit zou anders achteraf het uitgangs- punt kunnen worden van bittere verwijten. Men moet dus de mogelijkheid, het woord te vragen, openhouden en zoo kan de algemeene discussie voorloopig leven noch sterven. Zij kan ieder oogenblik verrassingen opleve- ren en heeft er reeds een opgeleverd, die niet geringe opschudding verwekte en die nu nog zeer nawerkt. Wij bedoelen de verklaring van Beck, dan Poolschen minister van buiten- landsche zaken, dat Polen niet meer bereid is mede te werken bij de klachten over de behan- deling van minderheden in den Poolschen staat. Dat hij deze mededeeling heeft gedaan, behoefde achteraf geen verbazdng te wekken. Wij hebben er vorige week in ander verband reeds van gesproken, dat Polen zwanger ging van een hervormingsvoorste] in deze aange- legenheden. Men verwachtte een Poolsch initiatief om de zaak legaal aanhangig te maken. Beck heeft het echter gedaan op de ruwe, uitdagende wijze, die tot het systeem- Pilsudski behoort. Wat hij zeide, kwam hier op neer, dat Polen, als men te Geneve verder ging met de kwesties van zijn minderheden te bemoeien, zich er eenvoudig niets meer van zou aantrekken, tot het toezicht op de min derheden voor alle staten gelijkelijk zou zijn geregeld. Polen zeide het verdrag niet op. Het verklaarde alleen voorloopig zich te zullen ge- dragen alsof het geen verplichtingen van dien aard had. Zaterdag is Sir John Simon onmiddellijk tegen Beck in het krijt getreden. Dat was juist een werkje voor hem. Was Beck ruig in zijn vormen geweest, de Engelsche minis ter was van de volmaakte hoffelijkheid, die de traditie is van Engelsche redenaars van zijn soort in critieke aangelegenheden. Deze hof felijkheid kan soms zeer hinderiijk zijn, wan neer zij in wanverhouding staat tot den in- houd van de woorden. Maar dezen keer was zij bewonderenswaardig afgemikt. De duide- lijkheid van de verklaring van Simon lijdt er niet onder. Door het fluweel van zijn formu- leering heen voelde men den emst, die hij de zaak toekende. Het moest de beteekenis van het feit onderstreepen, dat hij zeide, zich met zijn regeering in verbinding te hebben gesteld en in opdracht van de Engelsche regeering te spreken. Hij eindigde dan ook met de woor den: ,,Mijn opdracht uitgevoerd hebbende, neem ik mijn plaats weer in." Deze scherpe de contouren van de rede afsnijdende slotzin gaf deze rede in al haar beleefdheid een toch scherper, vermanend, ja waarschuwend ka- rakter. De rede kon aldus een uitgangspunt zijn voor velerlei. Simon had er aan herinnerd dat het dusdanig eenzijdig verloochenen van een verdrag voor den Volkenbond ondraaglijk was. O zeker, hij had er aan toegevoegd, dat Beck dat ook niet bedoeld had. Dit was for- meel juist. Immers, Beck had gezegd, slechts een voorloopige narcotee van de overeenkomst aan te kondigen. Dat echter verhinderde Si mon niet scherp het onderscheid in karakter in het licht te stellen tusschen het denkbeeld van Beck tot algemeen maken van de minder- hedenverdragen 't welk volkomen gerecht- vaardigd was, en zijn voomemen, om zoolang Polen daarin zijn zin niet heeft gekregen, zich van het eigen verdrag niets meer aan te trek ken. Had Dr. Curtius indertijd ronduit gezegd, dat de bescherming der minderheden een ser- vituut was, dat op den Poolschen staat rustte, in veel urbaner vorm liet Sir John Si mon Zaterdag even verstaan, dat de bescher ming der minderheden terdege er toe had bij- gedragen, dat men den Poolschen staat zoo veel minderheden had toevertrouwd en dat dus dit verdrag een der grondvesten vormt, waarop de Poolsche staat in zijn tegenwoor- digen vorm was gebouwd. Zooiets zei hij niet zoo ronduit als de Duitscher; hoe zou men dergelijke tactlooze dingen in een openbare vergadering ook van hem kunnen verwach- ten? Maar er was wel geen aandachtige toe- hoorder, die zich in zijn bedoeling vergiste. In de zesde commissie zou men elkaar nog nader spreken, zoo gaf hij te kennen. Barthou heeft zich hierbij aangesloten. Frankrijk, zoo zeide hij o.a., dat zich to.t op- perste taak heeft gesteld de eenzijdige wijzi- ging der verdragen te verhinderen, kon dit niet over zijn kant laten gaan. Door deze beide redevoeringen werd het schokkende der aangelegenheid heel duidelijk in het licht gesteld. Zij is schokkend niet zoo zeer om haar materieelen inhoud als wel om Conway aankondigde. Tony, die haar op den voet volgde, liep recht op de sofa aan, waar zijn tante gewoonlijk zat. 't Scheen of zij ouder geworden was en met bezorgd gelaat strekte zij haar bevende handen naar hem uit. „Tony", riep zij meewarig, „arme jongen." (Hij ging naast haar zitten en hield haar handen in de zijne. „Tante Fanny", zei hij ernstig, „u heeft zich niet aan onze afspraak gehouden. U weet, dat u nooit bezorgd of verdrietig moogt kij- ken." ,,Het was heusch mijn schuld niet, dat het gebeurd is. Ik zou graag het restje van mijn onverstandig, nutteloos leven tweemaal heb ben willen geven, als ik het had kunnen voor komen." Op teedere, half schertsende wijze sloeg hij zijn arm om haar tengere leest. „Zoo moet u niet praten, lieve tante Fanny", sprak hij. ,,Wat meer is, u moet in het geheel niet pra ten. U moet zoet en stil blijven zitten en luis- teren naar hetgeen ik ga vertellen. Er is ner- gens anders tijd voor op 't oogenblik." Lady Jocelyn vouwde haar handen samen op haar schoot. Gedurende zijn rit van de opera comique naar Chester Square had Tony zitten peinzen, hoeveel van de waarheid raadzaam was, haar te zeggen. Hij kende zijn tante door en door en was niet bevreesd, dat zij zou trachten, hem van zijn voornemen, hoe gevaarlijk het ook mocht schijnen, af te brengen. 'Hij was echter zoekende naar den vorm waarin hij het zou gieten, om haar zooveel mogelijk voor begrijpelijken angst te sparen. Met dit idee voor oogen, vefrzweeg hij de aanslag op de machinerie van de „Betty" en bepaalde zich hoofdzakelijk tot het bezoek van .Congosta. Hij herhaalde, hetgeen deze van het gebeurde met Isabel had medegedeeld en vertelde haar, hoe het plan om haar hulp te bieden, plotse- ling bij hem was opgekomen. Weloverlegd haar principieel karakter. Het is een nleuw- conflict tusschen een eisch van rechtsgelfjk- heid en handhaving der verdragen. De Russl- sche kwestie heeft al dagen geen levendige be- langstelling meer, omdat zij in beteekenis niet te vergelijken is met de dingen, die hier bezig zijn aan den honizont op te doerhen. Daartoe behoort het geval Polen; daartoe behooren ook andere conflicten, waarvan de crisis snel het rijpen is en die wellicht spoedig aan de internationale orde zullen komen. Een con flict Frankrijk-Zuidslavie van zeer verstrek— kende beteekenis komt steeds duidelijker voor den dag. Wij zullen nog gelegenheid hebben daarop terug te komen. PRIKKELDRAAD OVER DEN WEG GESPANNEN. Onbckcnden hebben een piikkeldiaati ge- spannen ter hoogte van 1% M. over den straatweg bij Den Dungen (N.-B.>. Twee wielrijders raakten er in verward. De eene werd aan het gelaat gekwetst, de andere kreeg een wonde aan de knie. De politie stelt een onderzoek in naar de daders van dezen laffen streek. ONTPLOFFING IN EEN ELECTRITEITS- STATION. In het eledtriciteitsstation te Maassluis is een olieschakelaar uit elkaar gesprongen. De? ontploffing was zoo hevig, dat de deur onder luid geknal opensprong. De schade is tame lijk groot. Persoonlijke ongelukken hadden niet plaats. Tengevolge van de ontploffing zat Maassluis zonder stroom. DE 100.000s te EINDHOVEN AAR KOMT. De stad Eindhoven zit op zijn lOO.OOOste in~ gezetene te wachten. Wijl er reeds tal van cadeaux in de plaatselijke bladen worden be- loofd, heeft de winkelierscommissie van den R.K. Middenstandsbond zich tot commissie van ontvangst geconstitueerd, om de feeste- lijkheid van den komenden dag het zal m- tusschen nog wpl een maandje aanloopen te regelen. Behalve dat deze commissie de komst van de lOO.OOOste ingezetene tot een feest wil maken voor de familie, wil zij ook een feest voor de heele stad arangeeren, wip de geboorte van de lOO.OOOste dienen kan als blijk van heroptoloei van industrie en gemeente MEISJE ONDER EEN AUTO. Op de Keizersgracht nabij de Leidsche- straat te Amsterdam is een verschrikkeBjk ongeval gebeurd met een dertienjarig meisje, wonende in de Van Baerlestraat aldaar. Dit meisje reed op een rijwiel Iangs een stil- staande auto, waarbij zij vermoedelijk dit voertuig heeft geraakt. Door den schok viet zij naar den anderen kant, waar juist een ztoaar beladen vrachtauto haar achterop reed. Zij viel voor 6dn der achterwielen, hetwelk haar over het hoofd ging. De dood trad onmiddel lijk in. Het stoffelijk overschot werd per am bulance-auto naar het Binnengasthuis ge- bracht. Het gebeurde veroorzaakte een grooten op- loop. Het heeft weer bewezen, hoe gevaarlijk het rijden langs en tusschen auto's is. BRANDSTAPEL TE STHENWIJK IN BRAND GEVLOGEN.' Tijdens de oefeningen van den luchtbescher- mingsdienst te Steenwijk werden uit de boven de stad cirkelende vliegmachines imitatie- bommen geworpen, waarvan een brandbom o.a. brand moest veroorzaken bij de gasfa- briek. De daarvoor opgerichte brandstapel kwam, doordat hierbij benzine gebruikt werd, plotseling tot voile ontbranding, ten gevolge waarvan e6n der gemeente-gasfitters brand- wonden bekwam aan zijn handen. Een 12- jarige jongen die per rijwiel passeerde, werd door de uitslaande vlammen gegrepen, ten ge volge waarvan hij van zijn rijwiel viel te mid den der vlammen. Direct toegeschoten hulp wist de vlammen te dooven, maar niettenain had de jongen reeds ernstige brandwonden be- komen aan armen en toeenen. DEN GEHEELEN NAOHT BUITEN GELEGEN. Een bestuurder van een bodewagen kwam op het hoofdbureau van politie te Groningen met de mededeeling, dat aan het Winschoter- diep, ter hoogte van het voormalig tolhuis, een man lag, die aangereden was en daar den ge- heelen nacht gelegen had. De politie-motor- brigade trok er onmiddellijk op uit, en vond ter plaatse een 70-jarigen man uit Foxham. Uit het onderzoek bleek, dat de oude man Dinsdagavond te Foxham door een kar aan gereden was en daarna naar zijn zoon was geloopen. Deze zou echter zijn vader niet hebben willen ontvangen, zoodat de crude man weer was weggegaan met de bedoeling naar Foxham terug te keeren. Hij is echter kort na den aanvang van zijn terugreis neergeval- len en daar blijven liggen. Na behandeld te zijn is hij naar Foxham vervoerd. wist hij zijn verhaal zoo te kleuren, dat het heel wat aannemelijker klonk, dan toen hg het denkbeeld bij hem thuis uiteenzette. Van zijn bezoek aan de opera comique en van het plan, Molly, vermomd als vicaris aan board te nemen, sprak hij niet. Lady Jocelyn luisterde naar hem met aan- dacht, zonder onderbreking. Haar gelaat ver— raadde niets van hetgeen er in haar omging en gedurende eenige oogenblikken, nadat hg geeindigd had, verkeerde Tony in de mee- ning, dat zijn pogingen met het verwachte resultaat waren bekroond. Dan legde zij met een flau'w vriendelijk glimlachje haar hand op zijn mouw. ,,'Wel bedankt, beste Tony", zei ze. „Het was heel lief van je, hier te komen en het j mij te vertellen en het was nog liever van je, het zoo voor te dragen als je hebt gedaan Natuurlijk geloof ik er het mijne van. Ik ben er heilig van overtuigd, dat het een veel ge- vaarlijker onderneming is, dan je mij voor- spiegelt, doch.zoolang er nog een schijn van. leans is, om Isabel te helper., zal ik de laatste zijn, je terug te houden. Ga dus, Tony en doe> wat in je vermogen is voor haar. God z.gene en helpe je." Plechtig stil bleeft het eenige oogenblikken. Toen boog Tony zich naar haar toe en kuste haar. „Het doet mij zoo goed, tante, dat u ook zooveel van Isabel houdt." ,,Zij is het liefste, dapperste meisje, dat ik ooit heb gekend", antwoordde lady Jocelyn. „Als je dat huwelijk van haar niet kunt ver hinderen, geloof ik, dat mijn hart zal broken." Tony stond op en knoopte zijn jas dicht. ,,Maak u daarover niet bezorgd, tante", zei hij. Peter zal haar niet hebben, al moest ik hem bij de trouwplechtigheid aan haar zijide neerschieten." (Wordt vervolgd.i

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1934 | | pagina 5