ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
OM DE KONINGIN
£.4. kom
Hij maakt
„Schoon Schip
No 9196
VRIJDAG 14 SEPTEMBER 1934
74e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
Buitenland
CHARLIER-DENEEF, DE BRUYCKER-DE KUYSCHER, EHMER-MIODELKAMP en BILLIET-RAES
TWEEDE BLAD
TER NEUZEN, 14 SEPTEMBER 1934
komen op ZATERDAC 22 SEPTEMBER 1934 om 4 uur km. op de Wfelerbaan TER NEUZEN
ter gelegenheid der Kermis uit in een 'Gala-wereldpr©gramma. Een zesdagenwedstrijd in klein formaat
GAAT DIT SPORTEVE1MEMENT ZIEIVI
LUXOR THEATER.
BKsanMX Mmemamuiam&MmBm
TER NEUZENSCHE COURANT
DE CONFERENTIE DER A. R.-PARTTJ.
In de Woensdagavond gehouden conferen-
tie der A.-R.-partij te Lunteren, heeft Prof.
Dr. J. Ridderbos gesproken over „De Over-
heid en de Wet Gods." Spr. zette ulteen, dat
wat de Schrift (en bij baar licht ook natuur
en historie) ten aaruzien van dit onderwerp
leert, niet bestaat in speciale aanwijzingen
voor allerlei concrete vragen, anaar in hoofd-
zaak beperkt is tot algemeene beginselen en
ordinantien waaruit, onder inroeping van de
ieiding des Heiligen Geestes de conclusie' moet
getrokken worden voor de speciale vragen
van staatsbeleid. Aan de hand van Calvijn
wees ref. aan, dat er onderscheid gemaakt
moet worden tusschen de geestelijke regeering,
die de godvruchtigheid en den godsdienst
onderwijst, en de burgerlijke regeering, tot
welker terrein alleen de burgerlijke en uiter-
lijke rechtvaardigheid der zeden behoort.
Het gezag der overheid, berust op de wet
Gods, die van de onderdanen gehoorzaamheid
aan de overheid eischt, behoudens de uifczon-
dering dat men Gode meer moet gehoorzamen
dan de menschen. Bij bet uitspreken over de
gebondenheid vaD de overheid aan de wet
Gods moet wel onderscheiden worden tus
schen de vraag, of en in hoeverre de overheid
aan de wet Gods gehoorzaamheid is verschul-
digd en de andere vraag, of en in hoeverre dc
overheid geroepen is, de wet Gods te hand-
haven. Aan de in natuur en Schrift geopen-
baarde wet Gods is de mensch altijd en over-
al, dus ook als drager van het overheidsgezag
onvoorwaardelijke gehoorzaamheid schuldig.
De stelling. dat de overheid de wet Gods
heeft te handhaven is, in strengen zin opge-
vat onwaar, daar het karakter der wet hand-
having door overheidsgezag buitensluit. Men
zal hebben te onderscheiden tusschen pri-
maire eischen, die de overheid altijd heeft te
stellen en te handhaven, en secundaire
eischen, waarvan het stellen en handhaven
afhankelijk is van omstandigheden o.a. van
het zedelijk peil der bevolking.
De bevordering van de Qhristelijke religie
kan van de overheid niet gevraagd worden als
handhaving van de Goddelijke wet, ze kan tot
het geloof niet dwingen, maar kan wel als
eisch van Gods wet aan de overheid worden
gesteld op grond van de overweging, dat zij,
gelijk in maatschappelijk en cultureel, zoo
ook in religieus opzicht, en gelijk voor het
heil der onderdanen, zoo ook voor de eere
Gods een nog breedere taak heeft dan het
handhaven van een uiterlijke gerechtigheid.
Hieilbij is echter te bedenken, dat de zorg
voor den kerkedienst en de prediking de
eigenlijke taak der kerk zijn, en dat de over
heid zich heeft te wachten voor alle be-
moeiing, die deze in haar vrijheid belemmeren,
en voorts dat in ons land ook het gemengd
karakter der bevolking en het in geestelijk
opzicht sterk wisselend regeerbeleid factoren
zijn, die alle ingrijpende [bemoeiing der over
heid in dit opzicht bedenkelijk maken.
Art. Ill van het A.-R. program, toesloot
spr.: ,ook op staatkundig terrein belijdt zij
de eeuwige beginselen, die ons in Gods Woord
geopenbaard zijn; z66 evenwel, dat het
Staatsgezag ten onzent noch rechtstreeks,
gelijk in Israel, noch door de uitspraak van
eenige Kerk, maar in de conscientie beide van
overheid en onderdaan aan de ordinantien
Gods gabonden zij", vereischt herziening,
daar de band der overheid aan de Wet en
het Woord Gods hier niet op de juiste wijze
en ook niet in overeenstemming met de gel-
dende meeningen in onzen kring wordt be-
schreven.
Op het referaat van Prof. Ridderbos, gehou
den op bQvengenoemde conferentie, is een
fbreede bespreking gevolgd, die Woensdag-
morgen werd voortgezet. Aan deze discussie
werd deelgenomen door Prof. Dr. H. Dooye-
weerd, Proef. Dr. V. H. Rutgers, Dr. H. Co
lijn, Prof. Dr. G. M. de Hartogh, Mr. J. W.
Noteboom, Prof. Dr. J. Severijn, Prof. Dr.
H. Th. Vollenhoven. Prof. Dr. J. Waterink en
J. Schouten.
Dr. Colijn verklaarde, dat hij, de wensche-
lijkheid tot wijziging van art. 3 van het pro-
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
54) Vervolg.
Guy zette zich aan de schrijftafel en maakte
eenige aanteekeningen.
,,Nog iets anders?" vroeg hij.
,,Niets meer", antwoordde Tony. „Ja, zorg,
dat Spalding onze spullen inpakt en dat Jen
nings de auto gereed houdt de Rolls na-
tuurlijk. En als je nog tijd over hebt, maak
dan die oogenblikken ten nutte, om je testa
ment te* maken."
Hij nam zijn jas, die nog over den stoel
hing.
„Waar ga je naar toe vroeg Guy.
Tony stak een sigaret op.
,,Ik ga naar een matinde", zei hij, „naar
de opera comique."
Gedurende een paar seconden staarde Guy
hem met verbazing aan.
,,Een matinee!" herhaalde hij. „Wat moet je
in 's hemelsnaam Toen scheen hem plot-
seling een licht op te gaan. „0 jai je moet
zeker naar Molly Monk. Denk je, dat zij je
van eenig nut kan zijn?"
Tony liep naar de deur. „Ik zou graag een
velletje papier van haar Willen leenen. Ik zal
het haar tenminste vragen."
Met een wantrouwend glimlachje nam de
portier van de opera comique het kaartje van
Tony in ontvangst en antwoordde op het ver-
zoek, om miss Monk onmiddellijk voor een
dringend geval te mogen spreken, op dezelfde
manier.
„Ik zal het kaartje laten bezorgen, sir", zei
hij, „maar 't zal niet tfeel baten. De directeur
gram der A.-R. partij in abstracto beamend,
van meening was, dat, alvorens aan dit mo
nument iets gewrjzigd wordt er volkomen
zekerheid moet zijn over den inhoud, en de
redactie van een nieuiw artikel. De tijd is
daarvoor z.i. nog niet aangelbroken.
De eerste vergadering werd door Dr. Colijn
gesloten.
BEDRAGEN INGEHOUDEN BIJ VERKOOP
VAN AARDAPPEES.
Het Tweede Kamerlid Vervoom heeft aan
den Minister van Economische Zaken de vol-
gende schriftelijke vragen gesteld:
Is het den Minister bekend, dat een groot
aantal landbouwers, die in 1933 en in 1934
aardappelen van den oogst 1933 hebben ver-
kocht, nog niet hetotoen ontvangen het bedrag
hetwelk bij den verkoop op de koopsom werd
ingehouden, ingevolge de daarvoor gegeven
voonschriften
Weet de Minister, dat tengevolge der niet
tijdige uitbetaling van deze bedragen een
groot aantal landbouwers in financieele moei-
lijkheden komt en altbans daardoor groote
schade lijdt
Wil de Minister bevorderen, dat de uitbe-
talingen, waar deze nog niet hebben plaats-
gehad, zoo spoedig mogelijk zullen geschie-
den ingevolge de door Z. Elxc. daarvoor ge
geven voorschrif ten
BEPERK1NG VAN BIJZONDERE
TOEWIJZINGEN VAN CONTINGENTEN
De ervaring iti het tjjdvak, dat de Crisis-
Invoerwet van kracht is, opgedaan, heeft
duidelijk aangetoond, dat tal van importeurs
van goederen, die aan contingenteering zjjn
onderworpen, een niet juist gebruik van de
hun ter beschikking gestelde vergunningen
weten te maken.
Het Is o.a. gebleken, dat zij in den aanvang
van een contingenteeringsperiode hun ver
gunningen zooveel mogelijk gebruiken voor
den invoer van goederen, die ook hier te
lande in voldoende mate worden vervaardigd.
Het gevolg van deze handelwijze is in tal
van gevallen geweest, dat men tegen het einde
van den contingenteeringstermijn moeilijk-
heden ondervindt en dan aanvragen indient
met de motiveering, dat de desbetreffende
goederen, waarvoor men vergunningen vraagt,
door de Nederlandsche industrie niej. of niet
spoedig genoeg kunnen worden geleverd.
Het belang van importeurs en van grond-
stoffen-importeerende fabrieken brengt dus
mede zich er steeds rekenschap van te geven,
dat vergunningen in beginsel moeten worden
gabruikt voor die artikelen, welke hier te
lande niet verkrijgbaar zijn.
Een niet geheel juist gebruik van vergun
ningen kan bij een beroep op het niet ver
krijgbaar zijn van bepaalde goederen hier te
lande onder geen voorwaarde aanleiding zijn
voor het toestaan van overschrijding van de
contingenten.
PRIJSREGEEING VOOR BENZINE?
Er zijn, naar het Hibl. vemeemt, van re-
geeringswege plannen in voorbereiding am
een regeling te ontwerpen waarfoij de verkoop
van benzine aan de benzinepompen aan vaste
prijzen zal zijn gebonden, die overal gelijk
zullen zijn.
De strekking van den maatregel zou zijn te
beletten dat aan de „vrije pompen" benzine
goedkooper wordt verkocht dan aan de pom-
pen der olie-maatschappijen.
Hierbij is zooal hiet direct dan toch indi
rect de invoer van benizine in ons land door
de trusbvrije Amerikaansche raffinaderijien
betrokken. Deze raffinaderijen kunnen tot nu
toe in ons land, zonder dat zij daar zelf
over een distributie-apparaat beschikken, een
afzetgebied vinden bij de vrij talrijke vrije
handelaren, mits het product kan concur-
reeren met dat hetwelk door de verkoop-
maatschappijen van de Koninklijke en de
Standard Oil aan den man wordt gelbracht.
Indien de prijzen gelijk moeten worden ge
steld dreigt het trustvrjje product een deel
van zijn aantrekkelijkheid te verliezen voor
den kooper en daardoor zullen de afzet-
mogelijkheden weer beinfluenceerd worden.
DE DREIGENDE STAKING IN DE
BELGISCHE MIJNEN.
De staking in de Belgische mij nee in ver-
band met een door de directies aangekondigde
loonsverlaging van 5 pet. dreigt nog steeds;
er is nog geen overeenstemming bereikt.
Breekt de staking Maandag inderdaad uit, 1
dan kunnen weer vele moeilijkheden worden
verwacht. Naar verluidt zou Koning Leopold
voomemens zijn onafhankelijk van de even-
tueele bemiddlingspogingen van de regee-
ring, ook persoonlijk te intervenieeren ten i
einde het land voor de ramp van een nieuwe
mijnwerksstaking te behoeden. De Koning J
zou er, naar het Hbld. weet te melden, bij de
mijndirecties op aan willen dringen, de loonen
der mijnwerkers onaangetast te laten en pas
tot een verlaging over te gaan wanneer het i
indexcijfer werkelrjk noemenswaardig is ge- j
daald, wat thans nog geenszins het geval is.
Koning Leopold is van meening, dat de moei
lijkheden, waarmede de mijnbouw te worstelen
heeft, niet te overwinnen zijn door de toch j
al zoo karige loonen maar steeds weer te
blijven besnoeien, doch dat de mijnbouw in
samenwerking met de regeering een oplossing
dient te zoeken in de richting van een alge-
heele reorganisatie van het tegenwoordige
stelsel van productie, afzet, import en export.
Met zijn optreden voor het op peil houden
van de mijnwerkersloonen zal de Koning de
belofte inlossen die hij 4 maanden geleden te i
Paturage op het terrein van de Fief de Lam-
brechie, waar toen juist de ontzettende
catastrophe had plaats gehad, aflegde.
Hij verklaarde toen alles te zullen doen om
te verhinderen dat de loonen andermaal ver-
laagd zouden worden.
De emstige botsingen aldaar tusschen onge-
veer 4000 stakende textielarbeiders en 250 man
der nationale garde hebben den geheelen
nacht op Woensdag voortgeduurd.
Tot heftige gevechten is het ook gekomen
in Central Fails in denzelfden Staat, waar de
stakers zich op een kerkhof hadden ver-
schanst, waar zij dekking vonden achter de
grafsteenen. Daar ontvingen zij de oprukken-
de soldaten van de nationale garde met een
hevig bombardement van steenen. Tenslotte
slaagde men er in de stakers van het kerk
hof te verwijderen, doch de strijd werd met
onverminderde verbittering voortgezet in de
met traangaas gevulde straten. De stad lag
j volkomen in het duister, daar de stakers alle
straatlantaams hadden vemield. Het aantal
gewonden was zoo groot, dat een speciaal ver-
bandstation moest worden ingericht.
In Rhodes Island, Connecticut en Maine is
de nationale garde gemobiliseerd daar men
nog meer onlusten vreest.
De stakingsleiding heeft bekend gemaakt,
dat zij de arbitrage-commissie een aanbod zal
overhandigen, wanneer gedurende de onder-
handelingen de fabrieken worden gesloten.
Een verklaring van de vakver-
eenigingen.
De leiders der vakvereenigingen hebben ver-
klaard dat ze van nu af niet meer de verant-
woordelijkheid op zich nemen voor mogelijke
onlusten, daar de Werkgevers de militie te
hulp hebben geroepen. Dit is, naar uit New-
York wordt gemeld, een zeer duidelijke waar-
schuwing van de leiders der vakvereenigingen,
die zich tegen de in vele kringen als onnuttig
beschouwde mobilisatie der militie richt.
ESSEN VERARMT.
Volgens de Boersenzeitung staat Essen, eens
een der rijkste steden in het Roergebied, in
de gemeentebegrooting van 1933 voor een
tekort van 714 millioen mark.
De eerste burgemeester heeft hiervan in
een gemeenteraadseitting mededeeling ge-
daan. Hij voegde hieraan toe, dat van de
totale uitgaven van 90 millioen mark, 45 mil
lioen in 1933 was besteed aan openbare steun-
verleening. Vroeg er, zoo zeide hij, kon Essen
zich een rijke stad noemen, want het bezat
140 millionnairs, een openbare steunverleening
bestond toen niet. Er zijn nu nog slechts
zeven millionnairs overgebleven.
OIPNIEUW ERNSTIGE STAKINGS-
ONLTJSTEN IN DE VER. STATEN.
Men ziet nog steeds niet veel kans op een
bijlegging van het groote conflict in de tex-
tiel-industrie. De nationale garde van Rhodes
Island, is gemobiliseerd in verband met wan-
ordelijkheden te Saylesville, waar bij een bot-
sing tusschen stakende textielarbeiders en
politie vijf personen door kogels zijn gewond.
BUURTVERKEER HOEDEKENSKERKE—
GOESMIDDELBIRG.
Naar de ,,Msb." verneemt heeft de directie
der Ned. Spoorwegen besloten eerlang, ver-
moedelijk nog voor 1 October a.s., buurtver-
keer in te voeren op het baanvak Hoedekens-
kerkeGoesMiddelburg.
DE STORMACHTIGE VAART ROND
WALCHEREN OP 20 AUG.
Men zal zich herdnneren, schrijft de Midd.
Crt., dat op 20 Aug. j.L, de vaart rond Wal-
cheren van den Prov. Stoomboot Dienst, een
beetje raar verliep. Het woei stormachtig
en de passagiers werden vrijwel allemaal zee-
ziek. Een hunner trof zelfs een ongeluk, de
gevolgen waarvan hij op 't oogenblik nog
nauwelrjks te boven is.
Een der passagiers, niet de laatstbedoelde,
heeft gemeend een klacht over 't geval bij de
bevoegde instantie te moeten indienen. Hij
ontving als antwoord daarop het volgend
schrijven van den inspecteur voor de scheep-
vaart in het 2e district:
,,Ik heb de eer U mede te deelen dat mij
na onder2oek is gebleken dat tijdens de vaart
rond W'alcheren op 20 Aug. 1934, de passa
giers, wat de zeewaardigheid van het schip
betreft, niet in gevaar zijn gebracht.
Het is voor de passagiers welke niet zee-
vast waren, «en onaangename reis geweest
wegens de voorgekomen zeeziekte door het
slingeren en stampen van het schip, maar dat
zal bij elk schip voorkomen, hetwelk buiten-
gaats wordt gebracht.
De Provinciate Stoomboot Dienst heeft zich
echter niet gehouden aan de voorwaarde, ver-
meld op de vergunning, dat de reizen alleen
plaats mogen hebben bij goed weer."
WILS-PlinU MT-usm
laat geen bezoekers in de kleedkameTs ko
men, vooral niet gedurende de uitvoering."
Tony, die inmiddels een sovereign tusschen
zijn vingers heen en weer gedraaid had, legde
het geldstuk naast zijn visitekaartje neer.
„Dat is geWeldig jammer," zei hij peinzend.
Op het gezicht van het goudstuk verhelder-
de het anders volkomen onverstoorbare ge-
laat van den portier tot een bereidwillig glim
lachje. „Ik zal het zelf even brengen, sir", ver
klaarde hij haastig, terwijl hij opstond. „Het
is natuurlrjk een hoogst belangrijke bood-
schap
Met het kaartje in zijn hand^vloog hij zijn
hokje uit en verdween door een tochtdeur, die
tot de trap toegang gafAan het vlugge stap-
pen op de treden, was duidelijk af te meten,
welk een verbazende motorische kracht de
souvereign hij den luiaard had ontwikkeld.
Betrekkelijk spoedig Was hij weer terug;
zijn gezicht straalde alsof hij een overwinning
had behaald, die hem reuzemnoeite had ge-
kost.
,,'t Is dik in orde", kondigde hij fluisterend
aan. ,,Kom maar mee, sir, zij is juist vrij."
Hij ging Tony voor, de trap op tot aan het
eerste portaal, waar hij voorzichtig op de
tweede deur klopte. Een geheimzinnig doende
juffrouw, uit Wier mond een paar dozijn spel-
deknopx>en staken, deed de deur open en on
middellijk daarop klonk de vroolijke heldere
stem van Molly.
,,Ben jij het Tony? Ja? Kom dan maar bin-
nen."
Gevolg gewende aan de uitnoodiging, be-
vond Tony zich het volgende oogenblik in een
klein, holder verlioht vertrek. Het hoofdmeu-
bilair bestond uit een grooten spiegel, een
lange, smalle toilettafel, een gemakkelijken
leimingstoel en een niet te beschrijven collec-
tie van costumes, welke langs den wand aan
haken hinigen.
Molly zat in den stoel. Zij was gekleed als
eenvoudig boerinnetje; wel te verstaan een
boerinnetje uit een opera comique, wier Wee
ding bij het koeienmelken Weinig practisch
nut zou biijken te beizitten.
„Q. Tony!" riep zij, „gelukkig, dat je ge
komen bent." Vervolgens wendde zij zich tot
haar costumiere. „Je kunt Wel gaan, Jane",
zei ze. „Ik moet mijnheer alleen spreken."
Na deze wenk verliet de juffrouw met de
spelden de kamer en Molly sprong zoodra zij
weg was van haar stoel op.
„Is er iets bijzonders gebeurd, Tony?" vroeg
zij met opgewonden stem. „Ik weet niets, be-
balve hetgeen ik in de kranten heto geiezen.
Ik heb je tWeemaal opgebeM, maar
„Hoeveel tijd heb je nu?" vroeg Tony.
JZij keek op een klein zilvenen klokje, dat op
de toilettafel stond.
K Ongeveer tien minuten. Dan moet ik gaan,
om een lied te zingen en daarna volgt de
pauze."
,,Ik kan je alles wat ik weet, in tien minu
ten vertellen", zei Tony, „als je mij niet in de
rede valt."
Molly trippelde vlug naar de deur en draaide
den sleutel om.
„Steek maar van wal", commandeerde zij.
Vroeger zou het Tony totaal onmogelijk ge
weest zijn, de eenigszins gecompliceerde ge-
heurtenissen der laatste vier en twintig uren,
in den korten tijd welke hij tot zijn beschik
king had, duidelijk te verhalen. De praktijk
had echter zijn talent als geschiedverhaler
aanmerkelijk ontWikkeld en zoo wist hij alles,
zonder eenig belangrijk punt over te slaan,
voor haar duidelijk te maken en hield nog
ruim anderhalve minuut over.
Molly was een uitstekend toeihoordster. Zij
stond bewegingsloos hij de deur, met haar on-
derlip tusschen haar hagelwitte tandjes ge-
klemd, met gespannen aandacht te luisteren.
Zelfs toen hij ophield met spreken, bleef zij
nog een oogenblik zwijgen. Dan kWam zij met
een plotselingen ruk naar hem toe en vestig-
de haar door opwinding flikkerende blauWe
oogen strak op hem. Zichtbaar bedwong zij
zich echter en zei toen met kalme stem: „Is
het je beslist voile ernst Tony, hem te volgen
Ga je heusch vanavond scheep naar Braxa?"
,,Ja, dat doe ik", zei Tony op ongewoon
emstigen toon. ,,Zooals ik je heb verteld! heb
ik pas ontdekt dat ik Isabel bemin en ik zie
geen ander middel, am haar terug te krijgen."
,,En geloof je, dat dit plan eenige mogelijk-
heid biedt!?"
Zij stelde de vraag zoo diep emstig, dat
elke zweem van sarcasme Was buitengesloten.
„Zeer weinig", bekende hij eerlijk, „maar
per slot van rekening kan men nooit weten,
hoe het loopt." Hij zweeg een oogenblik. „Tot
op zekere hoogte, Molly", voegde hij er aan
toe. „hangt het van jou af."
Plotseling hield zij haar adem in.
„Van mij?"
Tony knikte. Jij bent mijn troefkaart", zei
hij optimistisch. ,,Je hebt die geteekende pas,
welke onze vriend Peter zoo vriendelrjk was
je te geven en waarmede jij overal in Livadia
toegang hebt als hij koning wordt?"
,,Ja", zei Molly langzaam.
,.Welnu, als jij dat ding op 't oogenblik niet
noodig hebt, zou ik je ulterst verplicht zijn, als
je het mij zoudt willen leenen. Als het maar
de kelft doet van hetgeen er in staat, zou het
mij drommels goed te pas komen."
Br ontstond een oogenblik van stilte en toen
drong het geluid van haastige voetstappen tot
hen door en Werd er een seconde later hard
op de deur geklopt.
,,Miss Monk, optreden", riep een schelle,
doordringende stem.
Molly keek in de richting van het geluid.
„In orde, Charles'^ riep zij kalm terug; toen
keerde zij zich om en keek in den spiegel.
..Binnen een paar minuten ben ik terug,
Tony", sprak zij, terwijl zij een en ander aan
haar toilet in orde bracht. „Daar staan de si-
garetten en maak je maar niet bezorgd om
die pas. Dat komt in orde."
„Dus je wil'm mij Jeenen?" riep Tony dank-
baar.
Op den drempel bleef Molly even staan en
keek hem ondeugend met haar heldere kij-
kers aan.
,,Neen!" zei ze. „Ik leen 'm je niet, maar ik
zal 'm zelf op reis medenemen."
Want ook de uitwerking van haar laatste
woorden op Tony moge geweest zijn, zooveei
Ingez. iyxcu.
DE OOFT- EN TUINBOUWTIENTOON-
STELLING TE ZUIDZANDE.
De tentoonstelling van ooft- en tuinhouw te
Zuidzande op 22, 23 en 24 September a.s. be-
looft een succes te worden. Een groote tent,
60 X 18% M., zal alle inzendingen bergen. Er
worden prachtige standen ingericht door de
afdeelingen van de maatschappij en verschil-
lende kweekers, terwijl ook particulieren heel
wat van plan zijn. Vermoedelijk zal er op
cactus-gebied aardig wat te beWonderen val-
len! Met het oog op de minder gunstige tijds-
omstandigheden worden de toegangsprijzen
laag gehouden.
De feestcommissie heeft gezorgd, dat er
behalve van fruit, groenten, planten en bloe-
men nog te genieten valt van veel muziek en
zang en 's Zondags van een schitterend vuur-
werk, zoodat er op een paar gezellige dag'en
gerekend kan worden.
Zaterdags heeft een korfbalwedstrijd plaats
tusschen een* Middelburgsch en een Zuid-
zandsch tWaalftal. Het is te hopen, dat de
Zuidzanders niet al te vermoeid zullen zijn
van de vele feestvoorbereidingen
De koningin had bezoek.
Toen Ter Neuzen eenige weken geleden
voor het eerst Claudette Colbert een groote
rol zag spelen, was het een openbaring:
„Torch Singer" Nachtclub-madonna
is een der films geweest die men door ve6i
seizoenen heen onthoudt. Thans krijgt men
haar opnieuw te zien, en we6r verbaast men
zich over het zuivere en klare en charmee-
rende talent van deze vrouiw: een filmactrice
Ibij de boogste gratie die een kracht, een
overtuigendheid en een plastiek bezit als
uiterst weinig anderen.
Zij speelt dit stuk van Coward dat de
wereld al» ,,The queen was in the parlour"
kent met een volmaakte gratie, een vol-
maakten stijl en een volmaakt cachet. Zrj is
tot in bet kleinste onderdeel dit koninginne-
tje dat na een miseraJbel huwelijk Parijs en
alle vreugde van Parijs als redding- voor baar
ziel zoekt; dat daar den man ontmoet van wien
zij vol en groot en diep gaat houden, en dat
dien man weer moet verlaten als haar ko-
ningsplicht haar roept.
Ge ziet haar wezen openbloeien in een stil
geibaar waarin haar heele Iiefde leeft; ge ziet.
haar even stil en evenzeer aandoenlijk in haar
smart, wanneer zij alles opgeeft voor haar
land dat zij moet gaan regeeren. Dan dapper:
in den vasten wil van dat regeeren Mies wat
zij kan te maken;, dan verscheurd, wanneer
opeOns de man weer voor haar staat en heel
het kaartenhuis van plichtsvervulling stuk
ligt; en ge ziet haar groot en droevig in den
nacht voorafgaand aan haar vorsten-huwe-
lijk: den nacht waarin zij haar geiiefde tot
zich toelaat
Een groot actrice. Zij heeft een stijl en een
Ibekoring en een smaak, waarin zij niemand
imiteert; zij is een klasse op zichizelve. Geen
van de trues of de manieren van haar groote
mededingsters heeft zij noodig: in voaSfcOViftSsA
eenvoud is zij door en door zichizelve, en haar -
prachtige talent komt onbesmet en ongema-
niereerd uit haar natuurlijke en soibere en
klare spel te voorschijn.
Met March als een uitnemend partner geeft
zij dit verhaal op een manier die Coward's
taal en situatie op hun allerbest en allerfijnst
lanceert. Is het geluk van het begiin en in
de spanning van het midden slechts het
slot valt even uit den toon is ieder woord
en elk gebaar brillant; men kan zich het
voortreffelijke stuk niet gaver. niet bekoren-
is zeker, dat hij toen zij terug kwam, zich ta-
melijk goed had hersteld. Zij vond hem name-
lijk op zijn gemak achterover in den stoel
zitten met een sigaret tusschen zijn ippen
even rustig als toen zij de kamer verliet.
Waren die laatste Woorden ernst, Molly'"
vroeg hij op zijn gewone vriendelijke manier.
Terwijl hij sprak stond hij op, om plaats
voor haar te maken en zij maakte er aan-
stonds gebruik van, want zij was een weinig
buiten adem.
,Ja". zei ze, „volkomen ernst. Als je dat
papier van Peter wilt hebben, moet je mij
medenemen naar Livadia." Zij Wachtte even
en keek naar hem op. ,,Zeg maar ja, Tony"
voegde zij er energiek aan toe, „zie je niet dat
ik niet scherts?"
Tony, die met eerbiedige bewondering op
haar neerblikte, knikte.
„Ik zie, dat het emstig gemeend is, Molly",
zei hij kalm, „maar het is zooiets als een don-
derslag uit een helderen hemel. Het zal geen
aangename reis zijn, als de boel verkeerd
uitvalt."
Molly ging op den hoek van den toelettafel
zitten en stak een sigaret op.
,,Beste Tony, ik ben maar een actrice varr
de opera comique, maar daaruit volgt nog
niet dat ik een idioot ben. Ik begrijp volko
men, dat wij ons in een avontuur begeven,
dat zoo gevaarlijk en hopeloos is als ooit een
avontuur is geweest. Indien Da Freitas het:
ontdekt, geloof ik, dat het twintig tegen een
is, dat niemand van ons ooit zal terugkeeren."
,,Ben je nu voldaan?" vroeg zij.
„Ja, je schijnt een goeden kijk op den toe-
stand te hebben", beaamde Tony. ,,Maar daar
is het niet minder gewaagd om." Een oogen
blik zweeg hij. ,,Lieve hemel, Molly, 't is
dWaasheid, neen, krankzinnig!"
,Dat zie ik niet in", antwoordde Molly
halsstarrig. ,,De plaats van een vrouw is aan
de zijde van haar echtgenoot, vooral wanneer
hij met een andere vrouw er van door is ge-
gaan."
(Wordt vervolgd.>