ALGEMEEN NIEUWS- EN AOVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Het 350-iarig zelfstandig
bestaan van Ter Neuzen
1934
No. 9190
VRIJDAG 31 AUGUSTUS 1934
74e Jaargang
1584
350 jariglbestaan van TerNeuzen"als stad.
EERSTE BLAD
De stad aan de Sehelde.
vn.
ABQNNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,overige ianden f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alieen bij vooruitbetaling.
Citgeefster: Ftrma P. J. VAN OE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KEEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden n&ar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
In de beschrijvingen die wij in ons nummer
van 20 April 1.1. gewijd hebben aan de histo-
rie van Ter Neuzen en omgeving, waren wij
genaderd tot het jaar 1842 en kan veronder-
steld "worden, dat daarmede de oude geschiede-
nis ongeveer was behandeld. Wij zijn echter
van oordeel, dat het voor de lezers ook nog
wel beteekenis heeft een en ander van de
latere geschiedenis aan de historie te ontruk-
ken. Wij maken daarvoor van de ons welwil-
lend verstrekte aanteekeningen die door wij-
len den bekenden calligraaf Ch. L. van
Bouchaute zijn verzameld uit het werk van
Van der Aa en later o.m. ook uit den inhoud
van de Ter Neuzensche Courant.
Oppervlakte en bevolking in 1844.
f De gemeente Ter Neuzen besloeg een opper
vlakte van 3226 vierkante bunders, 52 vier-
kante roeden en 32 vierkante ellen belastbaar
land; zrj telde 400 huizen, beWoond door 486
huisgezinnen, uitmakende een bevolking van
2300 zielen, die meest hun bestaan vonden in
Iandbouw, kleinen handel en scheepvaart. Men
vond er een meestoof, 3 korenmolens, en een
koren-pelmolen, benevens de eenige scheeps-
timmerwerf in het district Hulst.
Er waren 1960 Hervormden, waarvan 1000
lidmaat der Kerk waren, die tot de classis van
Uzendijke, ring van Axel behoorde, en door
een predikant bediend werd. De eerste predi-
kant die hier het ambt bediende is vermoede-
lijk geweest de bekende Petrus Hondius, die
in 1620 herwaarts kwam.
De erkende Chr. Afgescheidenen maakten
met 70 zielen eveneens een gemeente uit, op^
gericht in 1842, terwijl men er 240 Roomseh-
Katholieken aantrof, die met die der burger-
lijke gemeente Hoek, Zaarpslag en het Noor-
delijke gedeelte van het buiten grondgebied
van Axel eene Parochie vormden, die in 1844
is opgericht, tot het Apostolaat Vicariaat van
Breda, Dekenij van Hulst behoorde en door een
Pastoor bediend werd. De eerste was de
Z.Eerw. heer Marinus Johannes Verkaar.
Voorts vond men er 12 Evangelisch Luther-
sob en, behoorende tot de gemeente te Vlissin-
gen en 11 Israelieten, die tot den ring Syna-
goge van Middelburg 'werden gerekend.
De eenige school "werd bezocht door 200
leerlingen.
De toen bestaande wallen met bastions,
waarvan het sloopen in het begin dezer eeuw
is aangevangen, hadden toen een omtrek van
een uur gaans
De oude vestingwerken, die werden weer-
gegeven in afbeelding no. 4 in ons blad van 20
April 1.1., had men na den Munsterschen vrede
laten vervallen, daar de vestingwerken van
Hulst, Axel, Sas van Gent en de Schans Phi
lippine werden beschouwd als van die zijde den
staat tot voldoenden voormuur te strekken.
In 1680 besloot men die vestingwerken te
slechten en in 1682 werden ze voor een groot
gedeelte door het zeewater vemield. Het laatst
zrjn staande gebleven de waterpoort en de
iandpoort. De laatste is in 1775 afgebroken en
door een aarden dam en een kleine brug ver-
ranigen. In 1844 waren van die vestingwerken
nog overblijfselen zichtbaar.
Bij Koninklijk besluit van 17 Juli 1933 werd
de bevestiging der vestingwerken van Ter
Neuzen opnieuXv bevolen. Met het aanleggen
daarvan is begonnen 15 November 1833, met
het graven van het stadshavenkanaal en op
15 October 1839 waren de werken voltooid,
hieronder niet gerekend de militaire werken,
die later zijn voltooid en "waarmede men in
1844 ook nog bezig was.
Die werken worden beschreven als te ver-
dienen de opmerkzaamheid van alien die
eenige kennis van vestingbouwkunde hebben.
Ze gaven aan het kleine plaatsje een bijzon-
der cachet. De menigvuldige moerassen die het
voordien omringden, waren door frisch vlie-
tende, diepe en met verbazend hooge wallen
omringde grachten vervangen, hetwelk niet
weinig tot verbetering van den gezondheids-
toestand bedroeg. De vermeerdering van be
volking, het gedurig aanbou'wen van nieuwe
huizen en de algemeene bedrijvigheid, als ge-
volg van de ontzaglijke werken die hier tel-
kens werden aaubesteed, de menigte van arbei-
ders die hier hun bestaan vonden, het daar-
uit voortvloeiende vertier voor de ingezetenen,
de scheepvaart en het gamizoen, deden deze
vesting een voorheen zelden gekende welvaart
genieten.
De straten der stad.
In 1844 besloeg de stad slechts een klein
gedeelte van de binnenruimte der vesting en
bestond in hoofdzaak uit een vrij bijna rechte
en lange straat, de Molenstraat en Lange
Noordstraat genoemd, met eenige kleine
straatjes, als: de Kersstraat, de Brouwerij-
straat, de Smidswal of Werfstraat, het School-
straatje, waarbij de Schorsenhoek, het Dijke
en Java drie uithoeken waren.
De kade met de scheepstimmerwerf waren
midden in de kom der stad gelegen, evenals de
Korenbeurs of Markt. Het overige der binnen
ruimte bevatte eenige verspreidde woningen
met bloem- ven moestuinen en weidegronden,
alsmede een oude kazeme op het zgn. Zand-
plein aan de Oostschutkolk.
De binnenruimte werd voorts doorsneden
door een oude, half toegevloeide gracht, zijnde
een spoor van de oude vaart naar Axel, die
in de 9e eeuW werd gegraven.
Voorts wordt beschreven dat de stad behalve
de in de laatste jaren gebouwde nieuwe wo
ningen, b.v. bet ,,Nederlandsche Logement"
tegenwoordige „Hotel der Pays-Bas") 1827,
aanvankelijk de directiekeet voor de sluisWer-
ken, en de "woningen der sluismeesters, wei
nig goede huizen. In de Lange Noordstraat
vend men woningen die den datum hadden
van 1638, 1653, 1660 en later. Men vond er
ook niet alleen houten huizen, maar zelfs lee-
men hutten, vooral in de buurtschap ,,Java",
bij de Axelsche poort, oorspronkelijk een ver-
■ameling van strooien hutten of keeten der
arbeiders die aan het kanaal en de vesting
werken gebezigd zijn.
Militaire gebouwen.
Als militaire gebouwen worden genoemd
een bomvrij arsenaal, zijnde een meesterstuk
van bouwkunde, bestaande uit 5 geWelven,
waarboven een verdieping en waaronder een
kelder is (het nog bestaande gebouw in de
Nieuwstraat)Voorts een bomvrije Cavalier-
kazeme,' insgelijk met 5 gewelven, waarin
300 man geborgen konden Worden (de ka-
zerne in de buurt Java, gesloopt). Twee bom
vrije kruitmagazijnen, een laboratorium en
een brandspuithuis, ook geschikt tot infirme-
rie, en 2 wachthuizen aan de hoofduitgangen.
Kruitmagazijn en wachthuis aan de Sassche
poort bestaat nog.
Verkeersmiddelen.
In 1844 voer wekelijksch een matschuit op
Rotterdam, en 1 op Middelburg. Ook een
barge op Gent. Er bestond geregeld postver-
keer met Elle'woutsdijk, aan de overzijde der
Sehelde, een dagelijksch beurtveer op Vlis-
singen en een overzetveer op Hoedekenskerke,
teiwijl er ook gelegenheid bestond om de Wes-
ter-Schelde op- en af te varen door middel van
een stoomboot, de ,,Stad Vlissingen", varende
van Vlissingen naar Antwerpen en terug, die
viermaal 's weeks aan het havenhoofd van
Ter Neuzen aanlegde.
Voorts bestond ook briefverkeer op Gent,
dat per rijtuig werd uitgevoerd, alsmede op
Hulst, dat door een bode te voet werd onder-
houden.
Winkels.
Er waren toen 10 winkels, waarvan 6 in
kruidenierswaren en manufacturen, 3 galan-
terien en 1 papierwinkel, tevens boekbinderij,
voorts 8 herbergen, zonder de drankverkoo-
pers aan de toonbank te rekenen, 2 vleesch-
houwers, 5 bakkers en 3 smeden.
Volgens privilegie van Prins Willem I van
Oranje, van 23 April 1584, werd aan de stad
Ter Neuzen vergund om des Woensdag van
elke week een markt te houden, en Wel:
„Ten effecte dat alle inwoonsters en de in-
,,gezetene van de steden Axel en Temeuse, en
..derselven Ambagten en Appendnetien gehou-
„den zullen wezen, alle specien van granen en
,,zaden, mitsgaders vlas-granen, lijnwaad, bo
ater, kaas, melk, eijeren en andere aldaar val-
,,lende te voorschreven markt te brengen, zaad
„ende andere waren uit voorschreven steden
„en Ambagten zal mogen brengen, vervoeren,
„verkoopen of verallieneren in eenige manier
„al eer deselve binnen de voorschreven Stad
„van Temeuse ter markt gesteld en eens ver-
„kocht vzullen zijn geWeest, op verbeurde van
„het goed en daar en boven eene boete van 3
„ponden Parisisehe munten."
Deze markt was sedert onheuglijke tijden te
niet gegaan, doch bij besluit van Gedeputeer-
de Staten van Zeeland van den 23 December
1840 was autorisatie verleend, om de week-
markt vodr den graanhandel te Ter Neuzen te
herstellen, die sindsdien elken Woensdag ge
houden is.
Aan de Kaai bestond nog wel de zoogenaam-
de beurs (te zien in afb. no. 8 van 20 April
1.1., rechts), doch de graanmarkt is van af het
herstel der weekmarkt gehouden in het Ne-
derlandsch logement of daarvoor en in de om
geving, in de NieuWstraat.
De kerken.
De kerk der Ned. Herv. wordt omschreven
als een langwerpig vierkant gebouw, in het
midden der stad, waaruit een koepeltorentje,
van slaguurWerk en wijzer voorzien, oprijst.
In de voorgevel stond een steen met het jaar-
tal 1659, 19 Julij. Men meent dat de kerk toen
vemieuwd, vergroot of wellicht verbouwd is.
Op het kerkhof en voor en in de kerk vindt
men grafzerken met de jaarletters 1595, 1630,
1632 en 1634, waaruit is af te leiden dat er
op het einde der zestiende eeuw daar reeds
een kerk bestond.
In 1842 is aan de Oostzijcle der Noordstraat
een kerk gebouWd voor de Christelijke Afge-
scheidenen, een ruim, zindelijk gebouw, zon
der toren of orgel.
De Roomsch-Katholieken oefenden him
eeredienst voorloopig uit in een gedeelte van
een schuur, tot bedehuis ingerieht (zie afbeel
ding no. 7 in voormeld nummer van ons blad).
Dit werd 3 December 1844 ingewijd, onder
het Patronaat van St. Willibrordi.
Het stadhuis.
Het stadhuis is volgens opschrift op eene
in den voorgevel gemetselden steen m 1647
gebouwd; dat gebouw, Waarop een lage maar
zeer dikke toren stond, op welke gedurende_
den Franschen tijd eene Semaphore (tele-
graafstond, bevatte behalve den zolder, geen
andere vertrekken dan een vrij mime raad-
zaal, eene secretarie, een lokaal tot berging
van archieven en een zoogenaamd bodekamer-
tje. Het was in 1822 aanmerkelijk verbeterd
en vemieuwd.
Dijkje geslecht en Nie j-vstraat
aangelegd.
In 1844/45 is de oude vaart of gracht ge-
dempt en het zoogenaamde Dijkje platgelegd,
waardoor een aanvang is gemaakt met het
aanleggen der Nieuwstraat en de thans be
staande Lange Kerkstraat, terwijl voorts ook
de Dijkstraat werd aangelegd, waar het dijkje
bestaan heeft, van af den Noordkant tot ach-
ter den Pelmolen. Het eene deel behield den
naam „Dijkje", het andere deel kreeg den
naam „NieuWediep".
Omstreeks denzelfden tijd zijn de overgeble-
ven vestingaardewallen der oude vesting aan
den Zuidelijken kanaalarm geslecht en de uit
het kanaal komende watergaten gedempt,
o.m. die stroomende van af de Axelsche brug
achter de Heerengracht, door de Jongestraat
naar de haven, thans de Markt.
OudA toren van't stadhuis.
In 1845 is de oude dikke toren op het stad
huis afgebroken en op het Zuidelijk uiteinde
van het dak een klein vierkant houten toren-
tje geplaatst, waarin een bel werd gehangen
ten gebruike bij afkondiging en bij brand.
Straatweg naar Axel.
In 1849 is van Wege de provincie Zeeland
de weg van "f*euzen naar Axel met straat-
klinkers verhard, werden daarop tollen geves-
tigd en kantonniers aangesteld.
Nieuwe R.K. kerk.
In datzefde jaar verviel de bidplaats der
R. K. in bovenvermelde schuur, die weer tot
bergplaats werd ingerieht. Een nieuw gebouw
was inmiddels gesticht (het tegenwoordige
PatronaatsgebouW), nevens de Pastorie, op
een vrij in eigendorp verkregen groot terrein.
De kerk is, schrijft de historieschrijver, van
Corintische bouworde, heeft drie geWelven, die
door acht pilaren gedragen worden, 3 altaren,
2 sacristijen en een hoogzaal; tegen de voor
gevel rijst uit den grond een steen en toren
met klokkekamers en spit.
Boven de groote deur in den toren is een
langwerpig vierkant arduin, Waarin het vol-
gende is uitgehouwen:
D. O. M.
Sub invocatione S. Willebrordi
ex Fidelium oblatis fundarunt
M. I. Verkaar et I. Cammaert
Pastores
hetwelk vertaald beteekent: „Onder de be-
scherming van den H. Willebrordus hebben
de Eerw. Heeren M. J. Verkaar en J. Cam
maert, Pastoors, uit de bijdragen der geloovi-
gen deze kerk gesticht".
Achter het hoogaltaar is insgelijks zoo'n
arduin steen, waarin uitgehouwen:
(een kruis)
Primarium Lapidem posuit
Illmus, avec Prevus Dnus
I. van Hooijdonck Ep. Dard. vie. Apost.
Anno Dni MDCCCXLIX
dat is: ,,Zijne Doorluchtige HoogWaardigheid
J. van Hooijdonck, Bisschop van Dardanie,
Vicaris Apostolicus van het Vicariaat van
Breda, heeft den eersten steen gelegd in het
jaar onzes Heeren 1849".
Begraafplaatsen.
In 1849 zijn vsoort in gebruik genomen de
nieuwe begraafplaatsen aan den Baandijk
(Kerkhoflaan). De oude begraafplaats op het
Zwaantje is toen opgeheven.
1851.
Er werd een begin gemaakt met het beleg-
gen met grind van de straten en Wegen in de
achterhuurten der stad.
Onder beschermheerschap van Z.M. Koning
Willem III werd op 15 Augustus opgericht de
Koninklijke Handboogschutterij Prins van
Oranje".
1852.
In den loop van dit jaar stapte hier .op
zekeren dag (onbekend) aan wal de Engelsche
Koningin, H.M. Victoria, die met Haar jacht
en 9 oorlogschepen op reis Was naar Antwer
pen. Zij was hier op de reede ten anker ge-
komen. H.M. wenschte een rijtoer door het
land te doen. Zij kWam in aanraking met A.
van Driel, die zijn wagen inspande waarop de
onbekende dame, vergezeld van 3 heeren en 'n
kind, daarin plaats namen. Koningin Victoria
liet een der heeren, die als tolk dienst deed,
verzoeken, op de eerste de beste boerenhoeve
aan te rijden. Dit was de thans nog bekende
hofstede „De Leeuwtjes", aan de Axelsche-
straat, toen bewoond door mej. de wed. W. de
Feijter.
De voerman wees den tolk de vrouw des
huizes aan, waarop deze aan mej. De Feijter
verzocht met de Dame en de heeren de hoeve
eens te mogen zien, er aan toevoegende, dat
het Engelschen waren, die geen 'Hollandsch
verstonden.
Heel vriendelijk. ate rude de huisvrouw in het
verzoek toe. Vergezeld van haar dochter Pie-
temella leidde zij het gezelschap de geheele
hoeve door, zoowel in de schuur met de stal-
len als in de woning. De Dame scheen uiterst
voldaan, maar kon niet verbergen, dat zij bij-
zondere aandaoht had voor de kleeren der
huisvrouw en hare dochter. De laatste haalde
daarop alles te voorschijn wat zrj aan kleeren
en sieraden bezaten, ook zelfs hetgeen aan
haar broer Willem behoorde. Hoogst voldaan
liet Koningin Victoria de gastvrouw danken,
ook de bij het gezelschap aanwezige heeren,
waarna de huisvrouw vroeg, of zij het gezel
schap ook met eenige verversching van dienst
kon zijn. Koningin Victoria gaf den wenseh
te kennen een glas melk te gebruiken. doch
Haar gevolg bedankte. De Dame en het kind
bewezen echter dat de melk hen overheerlijk
smaakte. Koningin Victoria nam afscheid, na
de dochter des huizes een flinke fooi in de
hand te hebben laten stoppen, en verliet met
Haar gezelschap onbekend de hoeve.
Gedurende den rit naar de hoeve was de
prachtige sloep, die het gezelschap aan wal
had gebracht, op de terugkomst blijven wach-
ten. Het gezelschap nam daarin weer plaats
en Werd terug naar het jacht geroeid. Tijdens
het wachten, had de bemanning der sloep ech
ter verteld, dat de Dame de Koningin van
Engeland was, de eene heer Haar man, Prins
Albert, en de Kleine Haar kind. De andere
heer was de Britsche Minister van Oorlog.
Als een loopend vuurtje deed deze mede-
deeling door de stad de rondte, en de inwoners
waren toen alien zeer belangstellend^om a.1-
thans de vloot nog te zien. Zoodra Koningin
Victoria aan boord van Haar jacht gekomen
was, werd1 de Koninklijke standaard gehe-
schen. Daarop had men van af den wal ge-
wacht, want nu was men z^ker, dat het inder-
daad de Engelsche Koningifl was, die een be-
zoek aan Ter Neuzen had gebracht en op de
groote schutsluis werd toen ook terstond de
vlag geheschen.
Korten tijd nadien werd het commando:
vertrekken, aan de schepen geseind. De oor-
logsschepen lichtten het anker, en stoomden
driemaal rond het koninklijke jacht. De
matrozen stonden daarbij in het want, en wuif-
den, onder hoera-geroep, met hun hoeden.
Toen stoomde de vloot op naar Antwerpen.
Eenigen tijd nadien kwam de heer E. van
Kuick, kunstschilder te Brussel, op verzoek
van den Gelgischen Koning en met goedkeu-%
ring van onzen Koning te Ter Neuzen, om den
wagen, "waarin Koningin Victoria had gere-
den, de hoeve van de weduwe De Feijter, en
haar portret en dat van haar zoon en dochter
in de mooie kleederdracht, die Hare Majesteit
gezien had, te schilderen. Dit ondervond niet
het minste bezwaar en is dan ook alzoo uit
gevoerd.
Nog eenigen tijd later werd mej. de wed. De
Feijter op het stadhuj^ ontboden. Toen "werd
haar daar door den burgemeester een brief
overhandigd, benevens een kist, komende uit
Londen. De brief bevatte nogmaals een dank-
betulging van Koningin Victoria voor het ge-
noten gastvrij onthaal, dat 'Haar op de hoeve
was te beurt gevallen, terwijl ter herinnering
bijgaand gesehenk werd aangeboden. De kist
bevatte een prachtige gouden beker, waarop
het wapen der Engelsche Vorstin en dat van
Ter Neuzen prijkte, benevens de namen der
weduwe De Feijter en haar zoon eh dochter
met die der Koningin en den datum Harer
komst op de hoeve. Deze beker werd, door
alien die deze zagen een prachtig kunstwerk
genoemd, dat ongetwijfeld 'wel in acbt zal
worden genomen. (Deze veronderstelling van
den historieschrijver is wel vervuld. De beker
is tegenwoordig eigendom van den heer Joh.
de Feijter, burgemeester der gemeente Zaam-
slag.)
Vestiging eerste. drukkerij en uitgave
van de Courant.
In April 1853 werd hier door den heer C. W.
Overbeeke eene boekdrukkerij gevestigd. Hij
begon op 1 Januari 1854 met de uitgave van
de eerste courant in deze stad en omgeving,
getiteld „Algemeen Nieuws- en Advertentie-
blad voor Zeeuwsch-Vlaanderen". Dit blad,
dat toen eenmaal per week met 2 bladzijden
verscheen, is de oorsprong van de Ter Neuzen-
|che Courant, die dus feitelijk dit jaar zijn
80e jaargang is ingetreden. Dat aan het hoofd
van het blad een korteren tijd vermeld wordt,
vindt zijn oorzaak in het feit, dat de opvolger
van den heer Overbeeke, de heer J. Sturm, die
in 1860 dit blad begon te exploiteeren, die
eerste 6 jaren verwaarloosde.
1858.
Op 5 Mei werd de eerste paarden- en vee-
markt gehouden, waarbij premien werden uit-
geloofd.
1859.
17 November werd de telegraaflijn van Ter
Neuzen naar Gent voor het publiek gebruik
opengesteld. Het kantoor daarvoor was een
gedeelte van de sluismeesterswoning aan de
Westkolkstraat en de dienst werd waarge-
nomen door den eerstaanwezend Directeur de
heer J. C. Pilaar.
1860.
Het muziekgezelschap „Apollo", dat in 1845
was opgericht, kwam in het bezit van een rijk
met goud geborduurd vaandel, waarop ook het
wapen van de gemeente.
Dat jaar werd ooleihet in 1845 op het stad
huis aangebrachte houten torentje gesloopt,
en op de fundeering van den ouden, dikken
toren een fraaien nieuwen steenen toren met
klokkenkamer en spits gebouwd. Aangebracht
werd daarin een slaguurwerk met 4 wijzer-
borden, een groote klok voor alarmeeren bjj
brand en de kleine bel uit het torentje.
In denzelfden tijd werd het front van het
stadhuis vemieuwd, waarbij de steen met het
jaartal 1647 is weggenomen. De nieuwe ramen
en de hooge dubbele ingangsdeur van Gothi-
sche bouworde, maken, zegt de kronieksehrjj-
ver, te zamen een schoon front uit, veel gelij-
kende aan een kerk. (In deze dagen wordt met
dien lof wel niet meer ingestemd, en vooral
aan den toren heeft in de sinds verloopen 74
jaren de tand des tijds erg geknaagd.)
Wordt^vervolgd.
i.
Wij zijn de kind'ren van de Sehelde,
Gnz' wieg stonid aan de boord van die stroom,
Hier leefden en zwoegden de vaad'ren,
Door hun werken veribreedde de zoom.
Landouwen henwonnen, ons dikiwijls cntrukt:
Zeeuiwsoh-Vlaanderen heeft nooit voor *t geweld zich gebukt.
Refrein:
Vooruit op de stroom van het lev en,
Vooruit naar het verre verschiet.
Maar mannen en vrouwen van NEUZEN
Vergeet uw historie toch niet.
II.
Wij zijn de mannen van de Sehelde,
De rivie^ die in Frankrij.k ontsproot,
Bracht leven in't land van de buren,
Gaf 't aanzijn aan steden, in 't verleden reeds groot;
Naast Antwerpen, Gent en Doomik mee,
Deed ze ook verrijzen onize huiidige stee. (Refrein.)
HI.
Wij zijn de vrouwej^ van de Sehelde;
Zjj meldde in *t rond onze trouiw,
De mannen streden voor 't behoud onzer have,
Steeds denkend aan kind'ren en vrouiw.
'Wij waren hun hulp en ocmisbare kracht
In moeilijke dagen, als 't leven vaak bracht. (Refrein.)
IV.
Onze woonstee aan d'oever der Sehelde,
Zij herdenkt haar langdurig bestaan.
Drielhnnderd en vijflig getijiden,
Wat werd niet en is reeds vergaan!
Trots zorgvolle tijden bieef ons stadje gespaard
Is dat niet voor ons alien een dankgetoed waard? (Refrein.)
V.
Gfl mannen en vrouwen der Sehelde,
Zeeuwsch-Vlaanderen blijft immer uw land.
De God onzer Vaad'ren schonk hun
Dit goed tot't onvervreemdbare pand.
Bedenk: deze dierbare plek hier op aard,
Ze wordt alleen door trouw en door eendracht bewaard.
VI.
(Refrein.)
O heerlijke, stroomende Sehelde,
Uw getijden gaan staag op en neer,
Gij, geeft in uw ebbe en vloeden
Een beeld van ons leven steeds weer.
Nu toont ge u in kalme, waardige rust,
Dan beukt ge toormg onze dierbare kust. (Refrein.)
Het was de grootste der Oranjes,
Die u, NEUZEN, het stederecht schonk.
En in laat're eeuwen was 't de vlag der Nassauwers,
Die in 't licht der vrijheid hier blonk.
Het volk hier, strijdend voor vrijheid en recht,
Streed ook voor TER NEUZEN in menig gevecht. (Refrein.)
VIII.
't Sas, Hulst en Axel, zij mogen 't getuigen
En verder naar 't Westen Aardeniburg. Oostburg en Sluis;
De eeuwen door moesten zij strijden
Voor vrijheid en een vredig tehuis.
Herdenkt dus deez' feestdag trots moeilijke tijd,
't Bestaan onzer sted,e, als vrucht van veel strijd. (Refrein.)
IX.
Heidenk dus, o stad aan de Sehelde,
Erkent'lijk de dag der geboort,
Wees kloek en bereiid tot het einide,
Behoed steeds dit pand onverstoord.
En komt ook voor ons eens de jongste dag,
't Geruisch van uw stroom zij 't inniig rouw:beklag.
Vooruit op den stroom van het leveo,
Vooruit naar het verre verschiet.
Maar mannen en vrouwen van NEUZEN,
Vergeet uw historie toch niet.