..Inidien eene gemeente, hoewel geen gebruik „is gemaakt van de bevoegdheid, verleend in ,,het tweede lid, en hoewel de overige heffin- „gen tot redelijke bedragen zijn opgevoerd, er „niet in slaagt de begrooting sluitend te „maken, kan bet getal opcenten tot ten hoog- ,,ste 100 worden opgevoerd". Voigens den inhoud van bet vierde lid doet bet er niet toe, of al of niet gebruik is ge maakt van progressieve opcentenbeffing over- eenkomstig bet tweede lid. Wanneer het een verbod betrof, zou er in plaats van hoewel" moeten staan ,,mits". En dit zal ook wel het standpunt van Burgemeester en Wethouders zijn geweest, waardoor ze tot hun aflwijzend antwoord zijn gekomen. De omstandigheid doet zich echter voor, dat de Regeering, na aanneming van de Gemeen- tewet, aan de gemeenten heeft verboden hoo- ger te gaan dan 80 opcenten, tenzij zich be- paalde omstandigheden voordoen, o.m. .wan neer de andere heffingen niet tot redelijke be dragen zijn opgevoerd". Enkele gemeenten mogen dan ook hooger gaan. Een feit is het echter dat die uitlegging niet op de wet be- rust, de Regeering gaat uit van de stelling, dat het wel z66 is aangenomen, maar dat ze bet niet zoo uitvoert. Men kan nu terstond aanvoeren, indien men met een progressieve heffing van opcenten begint, dat de opcenten van de laagste klassen niet tot een redelijk bedrag zijn opgevoerd en dan is men er al in eens uit. Op grond daarvan trekken spreker en zijn medestanders bet voorstel in. Al zou de raad bet aannemen, dan zou men van regeerings- Wege toch de bezwaren er tegen krijgen. De Regeering is in dit opzicht blijkbaar terug- geschrokken van zijn eigen sociale neigingen. De overweging van een en ander heeft er toe geleid te besluiten, dat het beter is, dit voor stel in te trekken. Wat het voorstel betreft tot progressieve heffing van opcenten op de Personeele belas- ting, ook daartegen heeft het college een af- Wijzende houding aangenomen. Dat hebben ze echter gedaan op andere gronden, daar kon- den ze zich niet achter een verbod verschui- Jem en hebben dus kleur moeten bekennen. De VOORZITTER: We durven best kleur bekennen! De heer HAMELINK vervolgt, dat Burge meester en Wethouders het wel niet ruiterlrjk zeggen, maar toch laten doorschemeren, dat door de verhooging van de opcenten voor een deel der perceelen aanleiding zou worden tot een verminderde opbrengst, aangezien men huizen zou gaan bewonen met een lagere huurwaarde. Dat zou dus zijn, alsof zij die aangeslagen worden in de vermo- gensbelasting en daardoor een hooge belasting moeten betalen, van hun vermogen afstand zouden willen doen, om maar liever minder belasting te betalen. De VOORZITTER: Dat is geen vergelijking. De heer HAMELINK meent, dat zulks in zeker opzicht toch wel het geval is. Iemand die waarde hecht aan zijn huisvesting loopt niet weg, omdat hij enkele guldens meer be lasting zou moeten betalen. De progressieve heffing is bedoeld om ten goede te komen aan de minvermogenden, die dan in alle klassen naar beneden gaan. Eln al zou die veronder- etelde vlucht inderdaad plaats hebben, dan zou dit toch nog zoo heel erg niet zijn, want we hebben nog mooie gemeentewoningen, waarvan er vele leegstaan. Konden die dan daardoor verhuurd geraken, dan zou de ge meente hetgeen zij aan belastingopbrengst minder ontving weer ruimschoots terugkrij- j gen wegens ontvangen huurbedragen, d.W.z. j dat ze dan minder op het daardoor ontstaande tekort zou behoeven bij te passen. Burgemeester en Wethouders wijzen er op, dat tegenwoordig opcenten worden geheven tot 110. Dat aantal opcenten zou, voigens sprekers voorstel, Worden geheven voor een huurwaarde van f 250 en niet hooger dan f 300, dat zijn dus woningen van 5 en 6 per week. Die blijven dus op het peil, waarop thans alle woningen staan, de hooger liggende klassen zouden dan iets meer moeten betalen. ter ontlasting van de bewoners van kleinere woningen. Maar dat zijn dan menschen van eenigen welstand, en die hebben die paar cent die ze meer zullen moeten betalen er Wel voor over en zullen niet naar kleinere woningen Snellen, en moet dat argument van Burge meester en Wethouders als waardeloos worden beschouwd. Aan den anderen kant moet men niet aan nemen, dat men, dergelijke regeling invoeren- de, in Nederland een uitzondering zal maken. Er zijn in Nederland 135 gemeenten die pro- gressief opcenten heffen, te beginnen bij 110 of lager. Hierbrj zijn 86 gemeenten die bij 70 en lager, ja zelfs enkele bij 50 en ook nog een enkele die bij 45 opcenten begint. Wij begin nen, voigens ons voorstel, bij 70, en doen dus niets bijzonders. Spreker kan dus niet gelooven, dat men, en- kel om de progressieve heffing te doen mis- lukken, er naar zou streven kleinere wonin gen te gaan betrekken, het voordeel is te klein, om daarvoor te gaan verhuizen. Door Burgemeester en Wethouders wordt de bur- gerzin van onze betere burgerij wel zeer klein aangeslagen en spreker wenscht dat niet aan te nemen, en stelt zich dus op het standpunt, dat de resultaten niet zullen zijn, zooals Bur gemeester en Wethouders die afschilderen. De raad is er in het vorig jaar toe overge- gaan de gemeente voor de Gemeentefondsbe- lasting te rangschikken in de derde klasse, zooals destijds gezegd werd met een bloedend hart, omdat men daardoor menschen in de be lasting moest gaan treffen met een dermate laag inkomen, dat het hart er door beroerd Wordt. In het wettelijk recht om daarin een progressieve heffing vast te stellen, zijn de gemeenten gehandicapt. Men heeft dus die menschen moeten treffen, omdat de wet geen andere keus laat. Kan nu, door het invoeren der door spreker vporgestelde regeling het leed dier menschen niet wat worden verzacht Door de laagste groep wat te verlichten, ten koste van de hoogere? Wanneer er geld moet gehaald worden, moet men dat toch halen waar het is? Burgemeester en Wethouders schrijven dat er personen zijn, die van wege hun beroep een huis van hooge huurwaarde moeten be trekken en door die regeling stork zouden wor den gedupeerd. Wie bewoont er hier uithoofde van zijn beroep een woning van hooge huur waarde, die de hoogere heffing niet zou kun- nen betalen? Het zijn er hier maar enkelen, b.v. de domine's, de pastoor en de hoofden van scholen, benevens enkele anderen. Die voor- beelden aanhalende, stipt spreker aan, dat het echter niet gaat om de personen, doch om ont lasting van de kleineren ten koste van de beter gesitueerden en dat hij daarom met een ge- rust geweten een aan slag op de beu rs der laatsten durft te doen. Dan is er een groep, die ingevolge hun be- drijf inderdaad perceelen van hooge huurwaar de moeten nemen, n.l. de cafehouders. Inder daad, die worden onevenredig belast, vandaar dan ook, dat spreker emstig overweegt een voorstel, om die groep gelijk te stellen met de Winkeliers, en hun Personeele belasting voor het deel van hun perceelen voor hun zaak ge bruikt, terug te brengen tot een derde. Dan zijn alle bezwaren tegen het voorstel van spre ker en zijn medestanders ondervangen. Indien men dan nu nog zegt ik doe het niet, dan be- teekent dat feitelrjk dat men zegt ik wil het niet, en weigert de beter gesitueerden wat zwaarder te treffen ten behoeve der laagste groep. En nu de vraag hoe men zal uitkomen met het totaalbedrag der cat-vangsten. Indien in derdaad de restaurants zouden - worden ver- minderd tot een derde van den aanslag, zou de totaalopbrengst der Personeele belasting met dit voorstel niet meer hetzelfde opbrengen als op dit oogeniblik. Mogelijk zal het dan minder worden. Vermoedelijk zou dan een f 1000 minder worden ontvangen. Spreker zou dan deze concessie willen doen, dat ter dekking van het te venwachten tekort al de klassen voor de progressieve heffing er een opschui- ven, en in plaats van met 70 in de laagste klasse zal worden begonnen met 80 opcenten, eniz. Aangezien "nu echter nog niet vaststaat hoe de heffing van de cafe's zal worden ge- regeld, zou hij ook dit voorstel nog opnieuw naar Burgemeester en Wethouders willen ver- wijzen, in afwachting van de beslissing op dat aanhangige voorstel. Wordt de regeling voor de cafe's niet gewijzigd, dan kan ook dit on- ge.wijzigd blijven. In elk geval kan dan in de volgende vergadering, als het voorstel dermate is gereddgeerd dat de totaalopbrengst van de Personeele belasting gelijk blijft, de zaak ob- jectief worden beoordeeld. De VOORZITTER is van oordeel, dat de be- handeling van dit voorstel te vergevorderd is, om het nu nog aan te houden, en dat er nu aver beslast moet worden, tenzij de heer Hame- link het zou willen intrekken. De heer HAMELINK: Indien het kams maakt aangenomen te worden Big u heerscbt vermoedelijk de gedachte dat het zal verwor- pen worden. De VOORZITTER gelooft inderdaad, dat de raad nog niet zoover staat, dat het voorstel een meerderheid zal verwerven. De heer 't GILDE wil volstaan met eenige algemeene opmerkingen. In de allereerste plaats schijnt door de voorstellers uit het oog te zijn verloren, dat het getal van degenen die geen belasting meer behoeven te betalen al is dat uit den aard der zaak brj de Perso neele belasting in mindere mate het geval van jaar tot jaar (en helaas!) grooter wordt. Om dan de druk nog meer en nog zwaarder te maken bij de menschen die met de zorgen des tijds vaak in niet mindere mate te kampen hebben is een zeer groot bezwaar. Het is zeer moeilijk daanaan onze medewerking te ver leenen. Het reeds zoozeer ondermijnde, het als het ware verlamde particuliere initiatief moet niet nog meer verlamd worden door ver- zwarende belastingen, daar is de werkman waar men toch al zooveel op verhalen wil het meest de dupe van. De door Burgemeester en Wethouders aan- gevoerde argumenten zijn zeer juist. Het gaat niet aan om verschillende menschen al valt de opbrengst hen ook zwaar te gaan ver- drijven uit perceelen welke zij uit hoofde van hun beroep moeten bewonen. Bovendien leidt het tot schade en nadeel voor de gemeente indien men hen misschien zelfs weer in de richting van de krotwoningen zou gaan drin- gen. Dat is ook een van de groote bezwaren welke verbonden zijn aan deze zaak. Niet het minst, doch doorslaggevend zijn m.i. de door Burgemeester en Wethouders aangevoerde technische bezwaren. Wat het college daar- over aan argumentatie heeft aangevoerd is volkomen juist en daarom rijst hier emstigen twijfel of de voorstellers bij het stellen hunnei redactie wel gelukkig zijn geweest. Wij kun- nen er onder de tegeawoordige omstandig heden en dat mogen wij in zeker opzicht nog gelukkig noemen, nog niet aan denken de belastingen te gaan verzwaren op een der gelijke onevenredige wijze. De behartiging van de belangen der belastingbetalers zou dan te eenzijdig worden. Weliswaar reageerde de heer Hamelink brj de aankondiging van dit voorstel op een interruptie van mij met de op- merking, dat hij „de rijken" bedoelde te tref fen, doch hij moge bedenken, dat het aanta. rijken niet zoo groot meer is en het voor de groote massa een worstelstrijd om het bestaan geworden is. De heer VAN KAMFEJN stemt toe, te heb ben gezegd, dat hrj met een bloedend hart er in toestemde de gemeente voor de Gemeente- fondsbelasting te rangschikken in de derde klasse, maar hij heeft ook gezegd dat het ten slotte toch nog beter is om de menschen met een inkomen van /700 te belasten, dan de Personeele belasting te venhoogen, aangezien er voor de toepassing der heffing van de Ge- meentefondsbelasting in elk geval nog sprake is van inkomen, tenwijl de Personeele belasting ook gegeveo wordt van menschen die geen in komen meer hebben. Het zou wel eens op na deel voor de arbeiders kunnen uitloopen. En dan heeft spreker er ook bezwaar tegen, dat men geen moed bezit om tot loonsverlaging over te gaan, maar wel om de reeds te hooge belasting nog te verhoogen. Dat is het gevolg van dozen democratischen tijd. Er wordt nu wel gezegd, dat 't geld gehaald moet worden waar het zit, maar hij wijst er op, dat we toch ook nog zitten met de 60 millioen voor het wegenplan. De heer DIELEMAN begrijpt dit voorstel tot belastingverhooging met te best. Welis waar juicht hij progressie toe, omdat hij ook meent, dat het betalen moeilijker is voor de kleineren dan voor de hoogeren, maar hij acht het niet logisch. dat tegelijk gestreefd wordt naar verlaging voor de caf6-restauranthou- ders, omdat hij vermeent, dat vele van die menschen nog behoorljjke zaken doen. Als men nu twee derden van hun aanslag laat schieten, is dat wel wat in strijd met de logica. Eenerzijds wU men een groep verhoo- n-en, maar toch ook een andere groep, met tot de minst gesitueerden behoorende verlagen, waardoor men een f 1000 zou tekort komen. >De heer HAMELINK merkt op, dat de heer Dieleman een progressieve heffing der opcen- ten wel toejuicht, doch hij acht het met logisch, dat spreker pleit voor verlaging van den aanslag der cafehouders. Hij meent, dat, na al hetgeen daarover gezegd is, dit toch ■waarlijk geen toelichting meer noodig had. De winkeliers betalen slechts e6n derde van hun aanslag voor hun zaken, de cafehouders echter drie derde, dat treft die menschen dus zwaar in hun beroep, dat toch een volkomen wettig beroep is. De cafehouders in onze ge meente zijn zeker niet minder dan de winke- liersstand, zij zijn achttienkaraats en het is dus onbillijk om hen onevenredig te belasten tegenover een andere groep middenstanders. En aan de andere zijde, moet men, met de be- wering dat we zouden heffen waar geen in- komsten zijn, niet al te dramatisch worden. Maar het is nu eenmaal zoo: de heer Dieleman draagt de cafehouders geen goed hart toe. De heer DIE1LE3MAN: Dat moet u niet zeggen De heer HAMELINK: Ja, als beroeps- menschen. De heer DIELEMANEr is voigens mij Wel eenig verschil in hun handel, of ze het ver- dienen met den verkoop van bitters, of wel met het verhandelen van bonnen! De heer HAMELINK: U hecht er een ver- keerde bedoeling aan. De heer DE RUIJTE3R verklaart veel voor progressie te gevoelen, indien het mogelijk zou zijn die te heffen van de gemeentefondsbelas- ting, doch hij is er tegen dat te doen op de Personeele belasting, omdat die belasting ook drukt op mensbhen die evenhiin als de arbei ders nog inkomen hebben of in elk geval ge- weldig naar beineden zijn gegaan. Hij acht het onbillijk om die menschen nog zwaarder 1 te gaan belasten. Bij de Gemeentefondshelas- ting is het anders, daar wordt dan althans nog rekening gehouden met het inkomen, al- zoo met de draagkracht. Voor de menschen met inkomen is het wat meer betalen dan niet zoo'n overwegend bezwaar, al is het ook beter dat hunnerzijds geen hoogere heffing behoeft te worden' ingevoerd. De heeT HAMELINK merkt op, dat de heer 't Gilde heeft beWeerd, dat door Burgemeester en Wethouders doorslaggevend zijn aange voerd technische bezwaren. Wat verstaat hij onder technisohe bezwaren De heer 't GILDE: 'Het rapport ligt voor u. De heer HAMELINK zal dan daarover heen stappen. Hij kan er geen technische bezwa ren uit halen. Hij kan ook niet vatten, dat het juist voor de arbeiders een nadeel worden zal. Nu betalen alien 110 opcenten, terwijl het voigens zijn voorstel voor woningen van 2 per week zou worden teruggebracht tot 70 en voor die van 3 tot 80 opcenten, en zoo kan hij doorgaan. Het is dus niet wel moge lijk, dat de minder gesitueerden daardoor niet zouden worden outlast. Indien men dus be- weert, dat die heffing schade zou kunnen doen aan de arbeiders, ligt daarin op een andere wijze een stelling opgesloten, n.l. dat de beter gesitueerden, met woningen van 6, 7, f 8 of 9 huurwaarde of hooger represaillemaat- regelen zouden nemen, omdat ze iets meer zullen moeten betalen voor de minder draag- krachtigen. Door den heer 't Gilde is aangevoerd, dat er geen rekening mee zou zijn gehouden, dat er zooveel belastingbetalers afgevallen zijn. Maar dat aantal is juist voor de Personeele belasting juist miniem, en juist dadrom drong zich bij spreker de noodzakelijkheid van invoering eener progressieve heffing op. Men krijgt niet gemakkelijk vrijstelling van Personeele belasting. Door den heer Van Kampen is op- gemerkt, dat met de Gemeentefondsbelasting menschen moesten getroffen worden met 700 inkomen, maar ziet deze dan over het hoofd, dat men met de Personeele belasting men- schen treft die nog veel en veel minder inko- men hebben Als spreker het in dit opzicht ooit met den heer Van Kampen eens is ge weest, dan is het nu, maar dan moet deze ook de consequentie van die meening willen aan- vaarden en bedenken, dat thans menschen die Woningen bewonen van f 9 per week 110 op centen betalen, dat zijn dus menschen met een behoorlijken welstand, doch dat de menschen die in woningen huizen van 2 per week even- zeer 110 opcenten moeten betalen. Spreker gelooft dus, dat de beide bezwaren van die zijde door zijn wederlegging ondervangen zjjn. Voorbgaande merkt hij op, dat de heer De Ruijter zich er al zeer goedkoop afmaakt. Deize zou progressie wenschen op de opcenten der Gemeentefondsbelasting. Hij weet, dat dit niet kan, dus op die manier is hij er gemakke lijk van af. Hrj motiveert die stelling, dat die belasting' wordt geheven naar het inkomen. Wethouders op onize warme sympathie bogen en is het een hoopgevend teeken, dat in dezer, het college Axel op een niveau wenscht te brengen waarop het als de tweede" der 35 Zeeuwsch-Vlaamsche gemeenten ook volkomen recht heeft te staan. De heer VAN KAMPEN heeft er zich wel een beetje over verwoniderd, dat men hier 50 voor vraagt. Die gelden zijn reeds uitgegeven, i in de goede hoop, dat de gemeente die wel geven zal. Hij meent, dat hieraan een onjuiste gedachtengang ten grondslag ligt en dat, wanneer de gemeenteraad hiervoor 50 zou voteeren omdat het algemeen belang der ge meente daarbij betrokken is, dit op die manier niet tot uiting komt. Principieel is dat niet juist. Ook is hij het eens met de vraag van iden heer De Feijter, dat er zekerheid zou moe ten gegeven worden betreffende het niet-ver- toonen op Zondag der- film. De VOORZITTER deelt mode, dat de op- vatiting van den heer Van Kampen niet juist is. Die bijdrage ad 50 is nog niet betaald, er is dus nog niet over beschikt. Er behoorde echter om het maken der film mogelijk te maken een bepaald bedrag worden bijeenge- bracbt. Dat zou ponas-pondsgewijs worden verdeeld over de deelnemers. Ook al zouden die f 50 niet worden toegestaan, dan zal de film toch wel gemaakt worden, maar dan wordt er zooveel minder van Axel afgedraaid. De heer VAN KAMPEN heeft uit het adres den indruk, dat het geld al is uitgegeven. De VOORZITTEIR noemt die opvatting niet juist. Worden ze niet toegestaan, dan wordt van Axel minder, van Hulst meer gedraaid. De heer VAN BENDEGEM merkt op, dat, waar we steeds moeten sukkelen om de touw- tjes aan elkaar te knoopen, het geven van subsidies uit moet zijn. Op grond van bezui- niging is hij er tegen. Zij, die dan voor Axel reclame wiilen maken, moeten dat maar zelf betalen. Hij kan niet meegaan met het voor stel, om daarvoor uit de gemeentekas sub- sidie te geven. De VOORZITTER merkt op, dat het er hier van afhangt, of men deze ondememing al of niet in het belang der gemeente acht. Hij acht op grond daarvan het verleenen eener subsidie gerechtvaardigd. De heer VERSCHELLING acht onthouding hieraan een verkeerde zuinigheid. Met die film wordt ook reclame gemaakt voor de be- drijven en wanneer die er meerdere bedrijvig- heid door krijgen, is er weer minder werk- loosheid, en wordt het nog een voordeel. De bedoeling is, aan de gemeente meer bekend- heid te geven. De heer SEGHERS ziet in deze zaak eene van algemeen belang en kan zich aansluiten bjj hetgeen de heer 't Gilde daaromtrent ge zegd heeft. En wat het vertoonen op Zondag betreft, ja, dat weet men hier niet. Hij acht het ook beter van niet, maar men kan hier toch niet nagaan wat ze in andere gemeenten doen. De heer VAN BENDEGEM staat ook op het standpunt, dat er aan Zeeuwsch-Vlaanderen meer bekendheid dient te worden gegeven, maar meent, dat men dit moet doen door het belasting wordt geheven naar net lnxomen. maar meent, uat men uit uioet uum uwi uei Ook spreker voelde daar meer voor en had leveren van goede waaf, aan goedkoopen prijs ook meer zijn hart geopend voor een progres- j De heer HAMELINK gelooft, dat deze uit- sie op die belasting, maar nu dit niet blijkt j gaaf als een te groot bezwaar wordt bezien. te gaan, meent hij toch de gelegenheid om de Wanneer Burgemeester en Wethou'dens de vrij- minder bedeelden,te belpen langs den weg van heid hebben gehad dit voor te stellen, vindt progressie op de opcenten der Personeele be- hij het een verheugend teeken, dat ze meenen lasting niet te mogen laten vallen, omdat die dat de kas er zoodanig voorstaat, dat ze nog VvAinatimcr teubi ook eenieermate een beeld iets ten alaemeenen nutte kunnen doen. De belasting toch ook eenigermate een beeld geeft van den welstand van deri belasting- plichtige, men woont over het algemeen naar zjjn welstand, tenzij men een vrek is, die woont. in een te, klein, of een siermaker, die een voor zijn doen te groot huis bewoont. iets ten algemeenen nutte kunnen doen. De raad kan zich daarin verblijden en dat zal de stemming gunstig be'invloeden. Er is echter een element ingeslopen, dat hjj onjuist acht. Er is nl. gezegd, dat de film een propaganda zou zijn voor de hier gevestigde fabrieken in voor zijii doen te groot mus lkjwooiil. zou zijn vouj. ue mci gcvcotigut: iaiunvivcii. Spreker eindigt met het uit te spreken, dat 5 Hij meent, dat die zelf de kosten der propa- aVioffirva- vnnr dp hotel o-A.n/ia voor hun ondememinsr moeten betalen. ganda voor hun ondememing moeten betalen, zooals h\j en andere zakenlieden dit ook moe ten doen. De VOORZITTER: Maar die <Joen dat ook. De heer HAMELINK: Dan is het wat an ders. De heer Van Bendegem ziet over het hoofd, dat ook onze streek niet van natuur- schoon verstoken is, en er naar gestreefd moet worden ook bezoekers naar deze streek te krijgen. Indien dit gelukt zal ook Axel zijn deel daarvan krijgen en is dat wel f 50 per jaar waard. Het doel van de V.V.V.'s is toe te juichen en wanneer bet plan op een behoor- ljjke wijze wordt uitgevoerd, zullen die 50 er dubbel en dwars uitkomen. Het is tegenwoor- dig een precaire toestand en wanneer er eenig perspectief voor den middenstand ge opend kan worden, moet dat niet verzuimd worden. Hij zal voor het voorstel stemmen De heer DIELEMAN siuit zich aan bij de de Burg-emeesters, de V.V.V.'s, wmKeners- i eerste sprekers, die voorbeboud bebben ge- vereenigingen en vertegenwoordigers van maakt, ten opzichte van dea Zondag. e gaan Averse industrien uit de verschillende plaat- er natuurlijk ook mee naar Engeland en sen in vergadering bijeen waren teneinde de 1 draaien die daar ook af. de door hem voorgestelde heffing voor de beter gesitueerden geen bezwaar is. Het voorstel wordt verworpen met 9 tegen 3 stemmen. Voor stemmen de heeren Seghera, Dieleman en Hamelink; tegen stemmen de heeren Van Kampen, Oggel, de Ruijter, VerscheUing, Van Bendegem, Van de Bilt, I. de Feijter, J. de Ferjter en 't Gilde. 8. Bijdrage in de kosten van het samen- steUen van een reelamefilm van Zeeuwsch-Vlaanderen. Ingekomen is een adres van A. B. van Maale en A. P. Esselbrugge resp. voorzitter en secretaris van de Vereeniging tot Bevorde- ring van Vreemdelingenverkeer die daarin te kennen geven: dat op Donderdag 14 Juni jl. te Ter Neuzen Burgemeesters, de V.V.V.'s, Winkeliers- Otiu *-»-»■ O O W mogelijkheid te bespreken van het tot stand komen van een propagandafilm voor Zeeuwsch- Vlaanderen dat op die vergadering besloten werd dat elke V.V.V. trachten zou haar aandeel in de kosten bijeen te krijgen; dat de V.V.V. Axel teneinde de noodige spoed achter de zaak te zetten zich bereids garant voor het genoemde bedrag heeft ver- klEtstrcl dat zij hierbij echter rekent op den steun der gemeente als zijnde behalve een V.V.V. ook een algemeen plaatselijk belang; redenen waarom zij zich tot den raad wen - den met verzoek him hierin met een bedrag van b.v. 50 tegemoet te komen. Burgemeester en Wethouders deelen hier- omtrent nog mede, dat van wege diverse ver- eenigingen tot bevordering van het Vreemde lingenverkeer en de vertegenwoordigers van industrieen het plan is opgevat om een pro pagandafilm van Zeeuwsch-Vlaanderen samen te stellen. Hieraan zijn belangrijke kosten verbonden, die teneinde de noodigen spoed met deze aangelegenbeid te betrachten door de plaatselijke V.V.V. zijn toegezegd, daarbij rekenende op 'den steun der gemeente, als zrjnde ook een plaatselijk belang. Zij stellen voor, op grond dat het voor deze gemeente van beteekenis is, dat op een film van Zeeuiwsch-Viaanderen Axel een belang rijke plaats inneemt, hiervoor een bedrag van 50 te verleenen. De heer I. DE FEUTER merkt op, dat men met zoo'n film het geheele land doortrekt Wordt die ook 's Zondags vertoond? De VOORZITTER weet dat niet. De heer 't GILDE: Wanneer wij nagaan op welke laatdumkende wjjze men over dit gedeel- te van ons land soms op vergaderingen en bij- eenkomsten hoort spreken, dan kan en mag een streven als dat van V.V.V. tot de samen- stelling van een propagandafilm voor Zeeuwsch-Vlanaderen slechts toejuichmg ver- dienen. Het initiatief van V.V.V. in dezen is dan ook prijzenswaardig, niet alleen t. o. v. onze Axelsche kleederdraoht maar vooral ook in het belang van de industrie. In dit opzicht is Zeeuwsch-Vlaanderen met zijn 80 a 90.000 iniwoners in Zeeland toonaangevend. Sas van Gent en ook onze plaats met de l'Azote en Breskens met zijn wereldvermaarde fabriek van Van Melle, het zijn allemaal zaken die dit overjordaansche in cultuur-eoonomisch op zicht op den voorgrond verdienen te plaatsen. Daarom kan dit voorstel van Burgemeester en onder de uitgaven te verhoogen den post jaarwedde van de wethouders f 51 te verlagen de posten jaarwedde van den burgemeester 80, idem van den secretaris /80, aandeel in het batig slot van den keu- ringsdienst ingevolge de Vleeschkeuringswet 300. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 11. Vaststelling van den staat van onin- bare posten. Burgemeester en Wethouders stellen voor den staat van oninbare posten, zooals die door den gemeente-ontvanger is overgelegd, op een totaal bedrag van 39,60 goed te keuren. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 12. Aanbieding van diverse rekeningen 1933. Door Burgemeester en Wethouders worden diverse rekeningen aangeboden: a. de gemeenterekening, dienst 1933, met de navolgende crjfers: gewone dienst: ontvang- sten 250.794,53 V2, uitgaven 239.160,38, batig slot 11.634,15%; kapitaal dienst: ontvang- sten 72.691,78y2, uitgaven 66.367,87%, batig slot /6323.91 b. de rekening van het Gasbedrijf: gewone dienst: ontvangsten f 90.194,80, uitgaven 90.194,80; kapitaal dienst: ontvangsten 77.250,06%, uitgaven i 60.196,51, batig slot 17.053,55%; c. de rekening van het Vieeschkeuringsbe- drijf: gewone dienst: ontvangsten 5436,59,. uitgaven 5436,59; kapitaal dienst: ontvang sten 163,64, uitgaven 163,64; d. de rekening van het Burgerlijk Armbe- stuur: ontvangsten 10189,19, uitgaven f 10.189,19. Wordt voorgesteld deze rekeningen door de diverse commissie te laten onderzoeken. Aldus wordt besloten. Door den VOORZITTER worden aangewe- zen als lid der commissie voor het nazien der gemeenterekening de heeren Dieleman, Seghers en Van Bendegem; voor de rekening van het Burgerlijk Arm- bestuur en het Vleeschikeuringsbedrijf de hee ren I. de Feijter, 't Gilde en Hamelink; voor die van het gasbedrijf de heeren De Ruijter, Verschelling en Van Kampen. De benoemden verklaren de opdracht te aanvaarden. De VOORZITTER geeft te kennen, dat de raad daar niets aan doen kan; zoo ziet hij het in. Het voorstel wordt in stemming gebracht met het resultaat dat de stemmen staken, met 6 tegen 6. Voor stemmen de heeren Oggel, Seghers, Verschelling, Van de Bilt, t Gilde en Hame link; tegen stemmen de heeren Van Kampen, De Ruijter, Van Bendegem, Dieleman, I. de Feijter en J. de Feijter. 9. Onthelfing van schoolgeldbelasting. Naar aanleading van ingekomen verzoeken am ontheffing van schoolgeldbelasting, stellen Burgemeester en Wethouders voor, te beslis- sen als volgt: afschrijving te verleenen aan J. L. M. Boot f 10,E. Caessens 6,50. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 10. Vaststelling comptabiliteitsbesluiten. Burgemeester en Wethouders stellen voor: a. te wijizigen de begrooting der inkoAisten en uitgaven voor de gemeente over 1933, door onder de uitgaven te verlagen den post jaar wedde der wethouders met f 15 en te verhoo gen den post onvoorziene uitgaven met 15; b. te wijzigen de begrooting voor het ge- meentelijik vleeschkeuringsbedrijf, door onder afdeeling I den post onvoorziene lasten te ver hoogen met 232,50 en de uitkeering wimst- saldo te verminderen met een gelijk bedrag; onder afdeeling n onder de baten den post uitkeering van de gemeente ter toevoeging aan de reserve te veihoogen met 163,64, en onder de lasten den post reserve op 31 December over te brengen naar den volgen- den dienst f 163,64 c. de begrooting der inkomsten en uitgaven van de gemeente voor het dienst jaar 1934 te wijzigen door onder de inkomsten te verhoo gen de posten opcenten op de hoofdsom der vermogensbeiasting met 155, 80 opcenten op de hoofdsom der Gemeentefondsbelasting J1800; tc verlagen de volgende posten. uiitkeenng uit het gemeentefonds ingevolge art. 3 der Wet van 1929 480, verhaal van. pensioen in gevolge de ziektewet 45, idem 25, belasting wegens de classificatie der gemeente in de Ge meentefondsbelasting 1107uitkeering van het bedrijf wegens batig slot 500; 13. Benoemen vasten jwerkman aan de gas- fabriek. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat de termijn, welke bepaald was als proef- tijd voor den werkman Sal. Dieleman op de gasfabriek, is verstreken. Overeenkomstig het Ambtenarenreglement rust thans op Burgemeester en Wethouders den plicht, den raad te dien opzichte een voor stel te doen. De Gascommissie is hierover gehoord en haar rapport is bij de stukken overgelegd. De VOORZITTER deelt mede, dat den wensch is te kennen gegeven, alvorens tot een benoeming over te gaan, hierover in besloten vergadering te beraadslagen. Hij schorst mitsdien de vergadering, die overgaat in een zitting met gesloten deuren. Na het weder openbaar worden der verga dering, noodigt de VOORZITTER den raad uit, over te gaan tot het doen eener benoeming en verzoekt de heeren Van Kampen en Hame link met hem het stembureau te vormen. De stemming heeft tot uitslag dat van de 12 briefjes 4 den naam bevatten van Sal. Dieleman, 5 briefjes bianco zijn en 3 van on- waarde worden verklaard, n.l. 2 briefjes waar op het woord ,,voor" en 1 waarop tegen". Aizoo wordt gekozen verklaard Sal. Diele man. 14. Onderzoek gedoofsbrief nieuw benoemd lid van den raad. De VOORZITTER stelt de geloofsbrief met bijlagen van het in de plaats van den heer Orteiee benoemd verklaard lid van den raad, den heer Adr. Hamelink in hamden eener com missie, waarvoor hij benoemd de heeren De Ruijter, Van Kampen en Hamelink, om daar over te rapporteeren. x Hij schorst tijdens het onderzoek der com missie de vergadering. Na heropening der vergadering rapporteert de commissie bij monde van den heer De Ruijter dat de stukken in orde zijn bevonden en de commissie tot toelating van den be- noemde adviseert. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 15. Omvraag. a. De heer SEGHERS vraagt hoe de rege ling is voor het huren van een paard. Meer- maleti komt het voor, dat door drukte van werkzaamheden of anderszins 'n tweede paard ivoor den dienst der gemeente noodig is. Hij heeft bemerkt, dat dit telkens genomen wordt van denzelfden persoon. Mogelijk zou toch ook een andere voeranan wel in aanmerking willen komen. Is er soms met dien voerman een bepaalde overeenkomst gesloten, omdat dit naar hij meent den voerman is, waar ook het paard der gemeente gestald wordt? De VOORZITTER weet niet hoe dat ge- regeld is en zal in de volgende vergadering antwoorden. De heer OGGEL: Er zijn paarden van ver schillende menschen genomen. De VOORZITTER Ja, dat is wel mogelijk. hij weet het niet en zal daarom eerst na in- formatie antwoorden. b. De heer t GILDE vraagt, of Burge meester en wethouders nog werkzaam zijn geweest, om stappen te doen voor het te werk- stellen bij het lanidlbouwbedrijf, en of er uit- zicht bestaat, dat dit bij dezen oogst nog zou kunnen gebeuren. De VOORZITTER antwoordt, dat door Bur gemeester en Wethouders daaromtrent bij den betrokken minister stappen zijn gedaan, doch dat dit niet tot een bevredigende oplossing heeft geleid. Overigens is de correspondentie nog niet uit en allee in handen van den Minister. c. De heer 't GILDE vindt, dat deze ge meente op 't getoied van. urinoirs erg mis- deeld is. Hij wil niet zeggen, dat men die nu maar klakkeloos moet gaan plaatsen, dat zou ook niet overeenkomen met de noodige bezui- niging. Maar toch wenscht hij de aandacht op een plaats te vestigen waar dit wel noodig zou zijn, n.l. aan de Brug. Daar vertoeven steeds menschen, waaronder veel ouden van dagen. Door de omwonenden wordt veel ge- klaagd, dat hunne eigendommen op minder nette manier wordt gebruikt. Zou er daar geen kunnen staan? De VOORZITTERHet is bekend, dat het plaatsen van urinoirs niet gemakkelijk is. De heer OGGEL meent, dat er daar wel een zou kunnen staan. De VOORZITTER: Burgemeester en Wet- houders zullen een onderzoek instellen. j Hij sluit de vergadering, door het uitspre ken van het dankgebed.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1934 | | pagina 8