Bii hel Paleis.
De stoet.
Langs den weg.
De Koningin en de Prinses.
In Delft.
In de kerk.
«reg wachten de duizenden met spanning het
-oogenblik, verbeidende, waarop de stoet voorbij
sal Jrelsken..
JBet loopt tegen acht uur, het tijdstip, waarop
voctr een groot stadsgedeelte alle rijverkeer Wordt
-afgesloten en gaandeweg worden ook de verdere
"verkeers- en ordemaatregelen in toepassing ge-
taaiM.
Even na 8 uur komen de militaire troepen aan-
marcheeren. Het eerst zien wij de militairen,
welke in Den Haag bij het paleis de eere-wacht
zullen betrekken en verder de troepen, Welke
voor de afzetting van het eerste gedeelte van
den weg zullen dienen.
■De eerewacht ter Weerszijden van den ingang
-vac net Koninklijk Paleis aan het Noordeinde
wordt betrokken door een detachement van het
regiment Grenadiers, groot honderd man, met
het omfloerste vaandel. Bij deze eerewacht stel
de zich op de regimentscommandant, de luite-
Toaut-kolonel Jhr. de Brauw en het muziekkorps
■van het lste Regiment Infanterie. De trommels
waren met rouw omfloerst en ook aan de muziek-
instrumenten waren rouwstrikken bevestigd. De
officieren droegen wel een rouwband om den
linkerarm, echter was het zwart van de decora-
ties en van de dragons achterWege gelaten.
■De militaire afzetting langs het eerste ge
deelte van den weg, van Paleis tot Vijverdam,
hestaat hit vertegenwoordigers van bijna alle
korpsen der Nederlandsche landmacht, welke niet
van den stoet deel uitmaken. Het geheele leger
is vertegenwoordigdinfanterie, huzaren, lucht-
vaartafdeeling, schoolcompagnie van den motor-
dienst, wielrijders, veld-artillerie, hospitaalsolda-
ten, motor-artillerie, enz. enz.
Het dichtst bij het Paleis, nog v66r de mili
taire afzetting, stond in het Noordeinde ter
■weerszijden van den weg een eerefront opgesteld
van 100 man van de transportcolonne van het
Nederlandsche Roode Kruis onder commando
van den militairen commissaris, kolonel W. J.
Lu cardie.
Veel publiek "was er in de naaste omgeving van
het Paleis niet toegelaten. Onder den ouden
kastanjeboom, recht tegenover het Paleis, ston-
den de burgemeesters van een groot aantal Ne
derlandsche gemeenten, ongeveer 500 in aantal.
Ook stond hier een Deputatie van de Johanniter-
orde, om hun Oommendator een laatsten groet
te brengen en voorts een groot e vertegenwoordi-
ging van de Nederlandsche padvinders.
Bij de redder colonnade hadden verschillende
oud-opper- en hoofdofficieren van ons leger een
plaats gevonden. De Heulstraat was geheel be
stemd voor de schoolkinderen. Elke school had
een deputatie van vijf kinderen daarvoor mogen
aanwijzen.
Het was negen uur toen de Koningin en de
Prinses van het Huis ten Bosch in het Paleis
Noordeinde aankwamen. De militaire eerbewij-
zen werden gebracht en onder doodsche stllte
betraden Moeder en Dochter het paleis, waaruit
zoo dadelijk een geliefde Man en Vader zou wor
den uitgedragen.
De troepen, die aan het militair .escorte zouden
deelnemen, hadden zich inmiddels uit Waalsdorp
waar zij den nacht hadden doorgebracht, naar
het Malieveld begeven en zich daar opgesteld.
Qmstreeks kwart voor negen gaf de algemeene
troepencommandant, de generaal-majoor J. van
Andel, bevelhebber in de le militaire afdeeling,
het teeken, dat naar het Paleis opgemarcheerd
moest worden. Van het Malieveld zetten de troe
pen zich in beweging langs de Koninginnegraeht,
de Dr. Kuyperstraat, Mauritskade naar het
Noordeinde.
Voorop reed een detachement van de Kon. ma-
rechauss'ee te paard met omfloersten standaard
en standaardWacht. De marechaussee's droegen
den zwarten kolbak en de nestels, Dadelijk daar-
achter kwam de generaal van Andel met zijn
staf. Allen dragende de martiale stalen helm. De
infanterietroepen waren alle gekleed in de grijze
veldtenue met ransel. De officieren droegen den
stalen helm, draagriemenstel, wandelsabel en
witte handschoenen. De huzaren hadden den kol
bak op.
Direct achter den algemeenen troepencomman
dant volgde de Koninklijke Militaire Kapel onder
leiding van den kapitein-directeur Walther Boer.
Vervolgens kwam het voorste gedeelte van het
eigenlijke militaire escorte van den stoet. Als
commandant hiervan fungeerde kolonel Sillevis.
Achtereenvolgens marcheerden voorbij 4 com-
pagnien infanterie, tezamen vormende een batal-
jon en daarna 2 escadrons huzaren te paard met
den omfloersten standaard.
Nauwelijks "waren de laatste huzaren het
Noordeinde ingezwenkt of van de andere zijde
Kwam het eerste gedeelte van den rouwstoet
van het Koninklijk Huis, welke zich in de Ko
ninklijke Stallen had opgesteld, aanrijden en
sloot zich bij de militairen aan.
iDe rouwstoet bestaat uit zes gala hofkoetsen,
bestemd voor de buitenlandsche vorstelijke per-
sonen en enkete ihooge hofdignitarissen, voorts
een aantal gala coupes en andere hofrijtuigen.
Tusschen deze koetsen vormt de rouWwagen een
middenpunt als hoofdmoment van den vorstelijken
rouwstoet. Deze rouwwagen biedt voor de dui
zenden, die langs den Weg geschaard staan, een
schouwspel als nog nimmer gadegeslagen. Im-
mers overeenkomstig den reeds jaren geleden
kenbaar gemaakten wensch van den Prins, zou
Zijn begrafenis een witte begrafenis zijn. In ver-
band met dezen wensch was de rouwwagen dan
ook geheel wit geschilderd. Acht zwarte paarden
met witte kleeden en manenkappen omhangen,
trokken den wagen voort. Zes werden van den
bok gereden en het voorste span door een pos
tilion. Het is dezelfde wagen, welke ook het
stoffelijk overschot van Koningin Emma naar
Haar laatste rustplaats heeft gebracht. Het
doffe zwart heeft thans echter plaats gemaakt
voor wit. De Wagen heeft zilveren tuitbanden.
De gala-bok is gedrapeerd met wit laken, om-
zoomd met zilveren franje en draagt ter weers
zijden het Koninklijk Wapen in zilver. De hemel
■van den wagen is afgezet met een zilveren om-
lijsting en draagt een zilveren kroon, terwijl aan
de vier hoeken witte struispluimen met zilveren
franje zijn aangebracht. Ook de lantaarns zijn
met een witten rouwhoes omhangen.
Om kwart voor tien rijdt deze sprookjesachtige
wagen, welke toch het stempel van vorstelijke
soberheid draagt, het voorplein v66r het paleis
op.
Het plechtige oogenblik, waarop de blank-
eikenhouten kist, met zilver gemonteerd, bevat-
tende het zielloos overschot van Prins Hendrik,
het paleis zal worden uitgedragen, is aangebro-
ken.
iMllitaire commando's weerklinken. De gewe-
ren worden gepresenteerd, de vaandels nijgen
tot een laatsten afscheidsgroet. ontroerd ont-
blooten de duizenden de hoofden en teiWijl
plechtig der muziek van het le regiment infan
terie de melodie inzet van een oud-Hollandsch
lied, gemaakt op den dood van Prins Willem
I uit de „gedenkklancken van Valerius", wordt
de kist door 12 hofjagers van het Paleis Het
Loo door de vestibule naar buiten gedragen
en in den rouwwagen geplaatst. De kist wordt
met een ivoorkleurig laken, dat tot op onge
veer 20 c.M. van den grond afhangt, gedekt.
Daaroverheen wordt de Nederlandsche vlag
gespreid. Een wit fluweelen kussen, waarop de
Ordeteekens van Prins Hendrik zijn gehecht,
wordt evenals Zijn admiraalssteek en twee
gekruiste sabels op het witte rouwkleed ge
plaatst.
Als slippendragers fungeeren de gepension-
neerde luitenant-generaal SWart, adjudant
i.b.d. van 'H.M. de Koningin, vice-admiraal
Brutel de la Rivifere, commandant van de
Marine te Den Helder, de gepensionneerde
luitenant-generaal Seyffardt, de gepension
neerde schout-bij-nacht von Muhlen, adjudant
i.b.d. van H.M. de Koningin, de hofmaarschalk
van wijlen Z.K.H. den Prins, von BuloW Stolle,
de kolonel-titulair Jhr. Laman Trip, adjudant
van wijlen Z.K.H., de gepensionneerde kolo
nel-titulair Schmidt, adjudant i.b.d. van H.M.
de Koningin, de luitenant ter zee le klasse
CaUenfels, adjudant van wijlen Z.K.H.
Aan beide zijden van den rouwwagen gaan
16 kamerheeren en Wel ter rechterzijde, van
achterenaf gerekend, Jhr. Mr. H. G. van
Holthe tot Echten, Mr. S. B. W. Graaf van
Limburg Stirum, A. J. Looxma van Welderen
Baron Rengers, Mr. G. W. H. baron van Im-
hoff, Jhr. H. J. Repelaer van Driel, G. S.
Sixma Baron van Heemstra, Jhr. E. R. van der
Wijck, J. M. H. F. J. Baron de Weiche de
Wenne, en ter linkerzijde: F. M. L. Baron van
Geen, Jhr. Mr. Dr. W. F. Roell, Mr. Dr. J.
D. H. de Beaufort, Mr. C. J. Baron van Tuql
van Serooskerken, R. L. J. H. M. graaf
Marchant d'Ansembourg, Mr. J. C. Baron
Baud, R. F. C. Baron Bentinck van Schoon-
heeten en Jhr. Mr. C. Dedel.
Ter rechterzijde van den rouWwagen reed de
chef van het Militaire Huis, de adjudant-ge-
neraal, gepensionneerd vice-admiraal Bauduin,
en ter linkerzijde de Gouvemeur der Konink
lijke Residentie, luitenant-generaal Jhr. Roell.
De eigenlijke rouwstoet werd achter het
eerste militaire gedeelte geopend door
een rijkneeht-majoor en twee rijknechts te
paard. Daarachter volgde een hofrijtuig, be-
spannen met twee paarden, gaande ei§n lakei
naast elk portier. In dit rijtuig was gezeten
de Kamerheer-Ceremoniemeester Baron van
Hardenbroek van Hardehbroek. In het tweede
rijtuig, dat hierop volgde waren gezeten Dr.
Hannema en Dr. Goteling Vinnis. Daarachter
volgden vier Hofrijtuigen elk bespannen met
twee paarden, gaande edn lakei langs elk por
tier, bestemd voor de 16 Kamerheeren, die het
stoffelijk overschot begeleiden, terwijl direct
daarop volgden twee hofrijtuigen elk bespan
nen met twee paarden, gaande e6n lakei naast
elk portier, bestemd voor de dragers van de
slippen van het rouwkleed. 'Hiema volgde in
den stoet direct rijdende v66r den rouwwagen
een Hofrijtuig, bespannen met twee paarden
gaande een lakei naast elk portier, waarin ge
zeten de Opperceremoniemeester van H.M. de
Koningin, Graaf Du Monceau.
Terwijl zich op het lijkkleed, waarmee de
baar was bedekt, slechts bloemen van Ko
ningin en Prinses bevonden, werden achter in
den stoet in rijtuigen kransen en bloemen mee-
gevoerd.
Qfficianten en het personeel benevens eenige
oud-gedienden van wijlen den Prins, waarvan
een gedeelte als dragers Waren aangewezen,
volgden den rouwwagen.
Daarna kwamen de officieren der landmacht
van het Militair Huis te paard, rijdende twee
aan twee naar ouderdlom en rang, de oudsten
voor.
Daarop volgde in den stoet hofrijtuigen,
waarin gezeten waren de buitenlandsche vors
telijke personen.
In het eerste, dat bespannen was met twee
paarden gaande den Hofjager en twee lakeien
naast het rechter en drie lakeien naast het
linkerportier, bevonden zich Hertog Adolf
Friedrich van Meckelenburg en de erfgroot-
hertog van Oldenburg. In het tweede rijtuig,
eveneens bespannen met twee paarden en
gaande een hofjager en twee lakeien naast
het rechter en drie lakeien naast het linker
portier, waarin gezeten waren Prins Karel van
Belgie, graaf van Vlaanderen en de graaf van
Athlone.
In het derde rijtuig eveneens bespannen met
twee paarden, gaande een Hofjager en tWee
lakeien naast het rechter en drie lakeien naast
het linkerportier, zaten Prins Felix van
Luxemburg en de Vorst van Wied.
In een vierde Hofrijtuig, ook bespannen met
twee paarden, gaande een Hofjager en twee
lakeien naast het rechter- en drie lakeien
naast het linkerportier, waren gezeten de erf-
prins von Wied en Hertog Christiaan Lode-
wijk van Mecklenburg, alsmede de vorst van
Bentheim en Steinfurt.
In daarop volgende hofrijtuigen, bespannen
met twee paarden, gaande een lakei naast elk
portier, reden in 'den stoet mede
Freiheer van Fritsoh, opperhofmaarschalk,
vertegenwoordiger van de Groothertogin van
Saxen Weimar-Eisenach, de vorst Rijngraaf
van Salm Horstmar, commendator van de
Commendarij Westfalen der Johanniter Orde,
Mr. baron van Hovell tot Westerflier, baljuW
van het Kapittel der Souverein Orde van
Malta balije Nederland, de heer Banbey Ador,
vertegenwoordigende het Internationaal Co
mity van het Roode Kruis te Geneve, de gep.
luitenant-generaal Jhr. van Suchtelen van de
Haare, grootofficier van H. M. de Koningin,
Jhr. mr. dr. Schimmelpenninck, oud-waame-
mend grootmeester van het Huis van wijlen
H.M. de Koningin-Moeder, Jhr. Boreel van Ol-
denaller, opperhofmaarschalk van H.M. de
Koningin, mr. baron van Lynden, opperkamer-
heer van H.M. de Koningin, voorts het Con
vent van de Commendarij Nederland der Jo
hanniter Orde in twee hofrijtuigen, in het
eerste daarvan waren gezeten baron Roell van
Hazerswoude, eere-commendator en Jhr. E.
'H. van Loon, coadjutor. In het tWeede zaten
Jhr. J. Beelaerts van Blokland, waarnemend
secretaris, Jhr. W. F. A. van Pestel, schat-
meester en F. Ch. C. baron van Tuijll van Se
rooskerken, ridder.
In de hierachter volgende hofrijtuigen had
den plaats genomen het dagelijksch bestuur
van het Nederlandsche Roode Kruis. In het
eerste hofrijtuig hadden plaats genomen gep.
luitenant-generaal Jhr. J. H. Roell, eerste on-
dervoorzitter, generaal-majoor Praag, inspec-
teur van den Geneeskundigen Dienst der
Landmacht, tweede ondervoorzitter, mr. dr.
Donker Curtius, afgevaardigde van de ,,Li-
gue des Socidtd's de la Croix Rouge" te Pa-
rijs, secretaris-generaal en professor Koole-
mans Beijnen. In het tweede hofrijtuig de gep.
luitenant-generaal Bakker, mr. dr. Koolen, lid
van den Raad van State, W. C. J. J. baron
van Voorst tot Voorst en dir. officier van Ge-
zondheid 2e klasse Boosman, alien leden van
het Dagelijksch Bestuur.
Kamerheer Freiherr von Ende en majoor
von Stephan volgden hiema in een hofrijtuig.
Baron Goffinet, gevolg van Prins Karel, en
de Heer van Mecklenburg, gevolg van den
Groothertog van Mecklenburg, hadden in het
volgende hofrijtuig plaats genomen.
I Daarachter kwam een hofrijtuig, waarin de
hofmaarschalk van de Koningin en de oud-
hofmaarschalk van wijlen de Koningin-Moe
der, de heeren baron de Smeth en Juckema
van Burmania baron Rengers van Warmen-
huizen, vervolgens kwamen eenige hofrijtuigen
I met de hoofdofficieren e.a. die aan de buiten
landsche gasten waren toegevoegd tijdens hun
verblqf in Den Haag. In het eerste hadden
plaats genomen de generaal-majoor Fabius,
inspecteur der cavalerie, toegevoegd aan den
graaf van Athlone en kapitein ter zeer Furst-
ner, toegevoegd aan Prins Karel, vervolgens
kolonel Diemont, toegevoegd aan den Groot
hertog van Mecklenburg en mr. baron van
Heeckeren van Zell, toegevoegd aan de vors-
tin van Erbach-Schonberg en luitenant-kolo-
nel baron van Lawick, toegevoegd aan Prins
Felix van Luxemburg.
Nadat de bloemen en kransen, welke in den
stoet zullen worden meegevoerd, zijn opge-
laden, volgt het tweede gedeelte van het
militaire escorte.
Voorop reed de commandant, luitenant-
kolcnel J. E. Haitsma Mulier. Vervolgens
kwam de vertegenwoordiging van de Konink
lijke Marine. De tamfooers en pijpers liepen
aan het hoofd, gevolgd door een compagnie
mariniers en twee compagnien matrozen.
Achter de marinetroepen kwam een compag
nie van 100 man van de koloniale reserve uit
Nijmegen in hun mooie zwarte uniformen met
gele tressen, aan dit gedeelte van het escorte
een bijzonder cachet gevende. Daarna ging
in den stoet het muziekkorps van het 5de
reg. infanterie uit Amersfoort onder leiding
van den kapelmeester Van der Glas en hier
achter marcheerden weer 4 compagnieen in
fanterie, gevolgd door twee batterijen veld-
art.illerie, terwijl een detachement marechaus-
sde den stoet sloot.
Het militair escorte bestond uit circa 2000
man, de lengte van den geheelen stoet was
ongeveer 2V2 K.M.
Het is een compacte menschenmenigte, zoo-
ver het oog reiken kan, welke men langs den
weg, welken de stoet zal gaan, waameemt.
In eerbiedige stilte staan de tienduizenden,
vele rijen dik geschaard, te wachten, op het
aangrijpende schouwspel van het voor.bijtrek-
ken van de vorstelijke begrafenis. Slechts het
gebeier van de klokken verbreekt de stilte,
tevens verhoogende de wijding van het oogen
blik.
Tallooze deputaties hebben langs den weg
een plaats gevonden. Van het gebouw der
Nederlandsche Handels Mij tot aan den Hof-
weg stond een eerefront opgesteld van de
officieren en reserve-officieren der Koninklijke
Landmacht en der Koninklijke Marine, zoo-
mede officieren van het Indisch leger, met
verlof hier te lande en onder-officieren der
land- en zeemacht.
Aan de overzijde van de Plaats stonden aan
weerszijden van het standbeeld van Johan de
Witt de oud-officieren van het Indisch leger,
Voorts hadden zeer vele vereenigingen en or-
ganisaties gelegenheid gekregen zich langs
den bjjna 10 K.M. langen weg, welke de stoet
moest gaan, op te stellen.
Deputaties van Oranjevereenigingen, van
het Motoilisatiekruis, van het Nationaal Jon-
geren Verbond, de Weeskinderen, eenige dui
zenden leden van Burgerwachten uit onder-
scheidene plaatsen des lands, eveneens eenige
duizenden leden van den Bijzonderen Vrrjw.
Landstorm, hadden zich langs de wegen ge
schaard. Vele waren met omfloerste ver-
eenigingsvaandels, welke bij het voorbijtrek-
ken van den stoet een laatsten groet aan het
stoffelijk overschot brachten.
Het langzame vertrek van den vorstelijken
rouwstoet was een bijzonder treffend moment,
maar ook langs den weg werd de menigte
overal zichtbaar aangegrepen door dat onuit-
sprekelijke innerlijke gevoel, waardoor in
veler oog een traan opwelde. Voor de duizen
den, die deze begrarenisplechtigheid gade sloe-
gen, was het ongetwijfeld een onvergetelijk
gebeureti, dat hun tot in lengte van jaren bij
zal blijven.
Langs Kneuterdijk, Hofweg, Spui en Plette-
rijikade werd naar het Rijswijksche plein ge
reden. Op de Pletterijkade werd een oogen
blik halt gehouden om aan de slippendragers,
en de kamerheeren, die tot hier toe te voet
den tocht hadden meegemaakt, gelegenheid te
geveci in de voor hen bestemde hofrijtuigen
plaats te nemen. In het gebouw. van het
Gemeenteachief aan het Rijswijkscheplein had
de Haagsche gemeenteraad plaats genomen
om het voorbijtrekken van den rouwstoet
gade te slaan. Verder ging de stoet langs
den Rijswijkscheweg in de richting van Rijs-
wijk.
De massale belangstelling welke overal langs
den weg bestond, te beschrijven, zou monotoon
worden. Overal zag men hetzelfde beeld: een
Gemeentearchief aan het Rijswijkscheplein had
menschenmenigte, welke in stilte en gespan-
aen aandacht het voorbijtrekken gadesloeg,
terwijl alle vaandels negen eh alle hoofden
ontbloot werden.
Omstreeks half elf was de rouw.sWet aan
de grens van het Haagsche gebied gekomen
en schreed de gemeente Rijsiwijk binnen. Ook
hier dezelfde massa belangstelling. V6or bet
raadhuis stond het gemeentebestuur met den
raad opgesteld om den vorstelijken Doode een
laatsten groet te brengen. Vele duizenden
Landstormers hadden hun plaats op Rijswijks
trottoir gekregen. Bjj den Hoornbrug stond dc
officieele vertegenwoordiging van den Bijzon
deren Vrijwilligen Landstorm, samengesteld
uit deputaties van alle gewestelijke commis-
sies. De officieren waren in uniform, de
overige bestuursleden in het zwart.
Tot aan de Hoornbrug deden de muziek-
korpsen zich hooren, de Koninklijke Militaire
Kapel speelde treurmuziek van Chopin, Beet
hoven, Bouwman, Torelli e.a., afgewisseld
door de muziek van het 5e regiment Infan
terie.
Via de Hoornbrug schreed de stoet voort
over den nieu/wen Rijksweg in de richting naar
Delft, gedurende welk gedeelte van den tocht
de tamboers en de pijpers zich deden hooren.
De Koningin, Prinses Juliana en de vrouwe-
ltjke verwanten van Prins Hendrik waren in
het Paleis aehtergebleven. Zij vergezelden
den ontslapene niet op zijn laatsten tocht, doch
zouden zich afzonderlijk naar Delft begeven.
Zoodra het laatste gedeelte van den rouw
stoet de Hoornbrug was gepasseerd, werd dit
aan het Paleis gemeld. Een aantal gesloten
hofauto's reed voor, waarin de Koningin met
de Prinses en d'e dames uit Haar gezelschap
plaats namen.
Langs den afgezetten weg werd naar de
Hoornbrug gereden.
En terwijl de rouwstoet zich plechtstatig
langs de breede heerbaan te midden van de
weilanden bewoog, snelden de auto's over den
ouden weg langs de Vliet en zoo bereikte Hare
Majesteit Delft, geruimen tijd voordat de stoet
in zicht was. Bij de grens der gemeente Delft
stond de burgemeester, Mr. Van Baren, Hare
Majesteit op te wachtep eg, begeleidde Haar
naar de kerk.
Toen de Koningin de Markt opreed en uit
de auto stapte, werden door de daar opgestelde
eerewacht van mariniers de militaire eer-
bewijizen gebracht en speelde de Marinekapel
die ter zijde van den ingang stond opgesteld,
onder leiding van kapelmeester Leistikow het
Wilhelmus.
Ook in Delft was de belangstelling buiten-
gewoon. Langs den weg stonden deputaties
zonder tal opgesteld en daarachter de men
schenmenigte bij duizenden. De afzetting
geschiedde hier door genietroepen en wiel-
rijders en voorts door de weerbaarheidsafdee-
lingen van de studentencorpsen.
Bij het bereiken van het Kalverbosch aan
de grens der gemeente Delft, hadden de slip
pendragers en de Kamerheeren hun rijtuigen
weer verlaten en zich ter weerszijden van den
rouwwagen opgesteld.
Het was omstreeks half een uur, toen de
rouwstoet het Marktplein opreed.
Daar stond aliereerst opgesteld een eere
front van honderd man van de transport-
colcnnes van het Nederlandsche Roode Kruis.
Was aan den Prins bij het wegrijden van het
paleis door het Roode Kruis de laatste eer
bewezen, ook hier in Delft, op deze histori-
sche plek, stonden vertegenwoordigers van
deze organisatie om het zielloos hulsel van hun
betreurden president als het ware in ontvangst
te nemen en bij wijize van symboliek door te
geven aan de eerewacht van aanstaande offi
cieren, die zich ter zgde van de Markt had
opgesteld. Dit waren de korpsen cadetten en
adeliborsten en leerlingen, van aile scholen van
reserve-officieren.
Langzaam marcheerde het voorste gedeelte
van de stoet de Markt op. De Koninklijke
Militaire Kapel zwenkte spelende uit en stelde
zich naast het standbeeld van Hugo de Groot
op met het front naar de kerk. Zachte treur
muziek bleef klinken, terwijl de Markt zich
meer en meer vulde met militairen te paard
en te voet en ook de hofrijtuigen kwamen aan
rijden.
Daar komt de witzilveren rouwwagen om
den hoek van het stadhuis.
Eensklaps zwijgt alle muziek en slechts het
getrappel der paarden is het eenige geluid, dat
deze treffende en indrukwekkende stilte ver-
stoort.
Zoo rijdt de rouwwagen tot voor den ingang
der kerk. Op dat oogenblik zette de Marine
kapel het Wilhelmus in op de oude toonzet-
ting en onder deze plechtige tonen werd de
kist uit den rouwwagen in het voorportaal der
kerk gedragen.
Hier wachten de Koningin en de Prinses
om Haar Gemaal en Vader voor het laatst te
volgen.
Geruimen tijd voor de aankomst van de
Koningin had zich reeds een groote schare
genoodigden in het koor venzameld. De kerk
was ongeveer op dezelfde wrjze ingericht als
bij de plechtige bijzetting van het stoffelijk
overschot van Koningin Emma. Een sobere
versiering in witte en grijze tin ten was aan
gebracht. Om de 12 zuilen der Oranjes waren
parelgrjjze linten bevestigd. Groote kransen
van sparregroen en witte lelies waren in de
verschillende vakken opgehangen. Boven in
de pilaren waren afhangende bouquetten van
witte en Oranje lelies aangebracht, waartus-
schen zinnia's waren veiwerkt.
Aan het stadhuis, dat recht tegenover den
ingang der kerk ligt, is ook een zeer sobere
grijze versiering aangebracht. Aan het balkon
is een wit-zwarte draperie bevestigd. Voor den
hoofdingang is een baldakijn opgerioht in een
witten tint, waar lila als contrasteerende
kleur bij gabruikt is. In het algemeen zijn de
kleuren in een lichteren tint gehouden, dan
bij de begrafenis van H. M. de Koningin-
Moeder het geval was. Ook het corridor,
welke de vestibule der kerk met het koor ver-
bindt, is eveneens in witte kleur gehouden.
Daiardoor maakt deze een zeer voomamtn
indruk.
In het eerste gedeelte van het koor, daar,
waar de kist op de katafalk geplaatst wordt,
is een hangend baldakijn bevestigd, dat even
eens veel bijdraagt tot een stemmig en stijlvol
effect. Recht tegenover den ingang van den
grafkelder is een groote krans van de Noord-
Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij ge
plaatst, terwijl andere kransen om den ingang
heen zijn gerangschikt. Ook de tunnel is een
groote bloemenpracht. Zeer schoone kransen
van Leopold en Astrid, van koningin Elisabeth
van den koning en de koningin van Engeland,
van zeer vele buitenlandsche regeeringen, als
mede een reusachtig bloemstuk van den keizer
van Japan sieren de wanden.
Het aantal plaatsen was dit keer grooter
dan bij de vorige gelegenheid. Voor de ont
vangst en de verdere regeling in de kerk
waren een aantal ceremoniemeesters aange
wezen. Hetgeheel stond hier onder leiding
van den Kamerheer Jhr. A. G. Sinkinghe,
generaal-majoor b.d., adjudant i.b.d. van Hare
Majesteit de Koningin. Als ceremoniemees
ters fungeerden: Mr. A. baron van Heeckeren
van Kell, Mr. A. baron Schimmelpenninck van
der Oye, S. J. baron van Tuyll van Seroos
kerken, Mr. J. F. baron van Haersolte en de
kamerjonkers W. Graaf van Limburg Stirum,
Mr. J. H. L. J. baron Sweerts de Landas Wy-
borgh, Ph. J. Graaf van Zuylen van Nyevelt
en Jhr. Mr. P. M. van Baert van Sminia.
Voor de ontvangst van de diplomaten was
speciaal aangewezen de Chef van het Kabinet
van het Departement van Buitenlandsche
Zaken Jhr. Mr. P. D. E. Teixeira de Mathos,
bijgestaan door de gezantschapssecretarissen
F. R. W. H. M. J. Graaf de Marchant d'An
sembourg en Dr. H. J. van Royen, de gezant-
schaps-attache Jhr. A. P. C. van Kamebeek,
alien werkzaam aan het Departement van
Buitenlandsche Zaken en Jhr. Mr. J. D. van
Kamebeek, ambtenaar bij dat Departement.
Als adjunct-commissarissen fungeerden de
volgende officieren: de kapiteins van het
N. I. L. Van Heerde en Schaap; luitenant-ter
zee le klasse Merens, en luitenant-ter zee 2e
klasse Brouwer, officier-vlieger tweede klasse
Mulder en officier der Administratie tweede
klasse Homing; de kapitein van den Gene-
ralen Staf Van der Kroo en de kapitein der
Grenadiers Nolthenius; reserve-luitenant der
Grenadiers Oxenaar, reserve-kapitein der
Jagers Kruis en de eerste luitenant der Jagers
Van Ernbden, eerste luitenant Baay, eerste
luitenants-adjudant Paters en Mekkers, reser
ve eerste luitenant Karres, reserve eerste-
luitenants der huzaren Dr. Vein der Put en
Dr. Van Schaik; de eerste luitenant-adjudant
Van Heuven, eerste luitenant der genie Van
Boven, de eerste luitenants Post en Van der
Flier en de eerste luitenant-magazijnmeester
Huisman.
Ruim 900 personen waren in de kerk aan-
wezig. Het koor bood een schitterenden aan-
blik, het ambtscostuum der vele hoogwaardig-
heidsbekleeders, de officieele kleedrj der diplo
maten, het ceremonieele tenue der officieren,
wisselden af met de zwarte of purperen toga's
der geestelijkheid en professoren. Het is on-
doenlijk alle aanwezigen bij de pleehtigheid te
noemep. Slechts de voomaamste kunnen wij
vermelden.
Het eerste vak, links van den ingang, was
bestemd voor de vorstelijke personen, groot-
officieren van het Huis der Koningin, leden
der Hofhouding en verdere personen, die in
den stoet meekwamen. 'Hier hadden o.m. ook
de deputaties van het Roode Kruis, van de
Johanniter Orde en van de Malthezer Ridders
een plaats gekregen. In het tweede vak zaten
de hofprediker, zes leden van de Eerste Kamer
met den Griffier en 15 leden van de Tweede
Kamer eveneens met den griffier, voorts ver
tegenwoordigers van de gemeentebesturen van
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag. Delft,
Rijsiwijk en Voorburg, de Gedeputeerde Sta-
ten van Zuid-Holland met den griffier, de oud-
burgemeester van Apeldoom en de president
van de Nederlandsche Bank.
In het derde vak zaten deputaties van alle
vereenigingen, waarvan de Prins Bescherm-
heer of eere-voorzitter was. Daarnaast zaten
in het vierde de rectoren-magnifici en de pre-
sidenten-curator van de verschillende Rijks-
universiteiten, van de Technische Hooge
School, Landbouwhoogeschool, van de Ge-
meentelijke Universiteit van Amsterdam, de
Vrije Universiteit, van de R.K. Universiteit
van de Rotterdamsclje Handels Hoogeschool,
en van de R.K. Handels Hoogeschool. Ook had
den hier een plaats gevonden vertegenwoordi
gers van de geestelijkheid der verschillende
kerkgenootschappen in Delft, de gamizoens-
commandant, de voorzitter en secretaris van
de Koninklijke Academie van Wetenschappen
en van de Rijkscommissie voor den Monumen-
tenzorg, de architect van der Kloot Meyburg
en verschillende vrienden van den Prins.
Het vijfde vak Was in tweeen verdeeld on
bood rechts plaatsen aan het corps diploma
tique, aan de leden van het Permanente Hoi
van Internationale Justitie en aan hot Per
manente Hof van Arbitrage, alsmede aan vijf
Duitsche vrienden van den Prins.
Links zaten de Ministers van Staat, de Raad
van State, de voorzitter van de Algemeene
Rekenkamer, de vice-president en de procu-
reur-generaal van den 'Hoogen Raad, de Mi
nisters, de voorzitters van de Eerste en
Tweede Kamer, de directeur van het Kabinet
der Koningin, de Ridders-Grootkruis der Ne
derlandsche Ridderorden, de Commissaris der
Koningin in Zuid-Holland, enkele Nederland
sche gezanten, de voorzitter van den Hoogen
Raad van Adel en de Landcommandeur van
de Duitsche Orde Balije van Utrecht.
In het volgende vak hadden vele opper-,
hoofd- en vlagofficieren van land- en zee
macht plaats genomen, onder wie de chef van
den Generalen Staf van het Indisch leger. Hier
hadden ook een plaats de leger- en vlootpre-
dikant in algemeenen dienst, de hoofdaalmoe-
zenier, de hoofdcommissaris van politie in Den
Haag en voorts vele hooge rechterlijke amb-
tenaren uit de residentie.
In vak 7 zaten de vertegenwoordigers van
de verschillende kerkgenootschappen in Ne
derland en ook de twee zonen van den sultan
van Djokja, van den Soesbehoenan van Solo
en een zoon van den sultan van Pontianak.
In het achtste vak zat het personeel van
wijlen de Koningin-Moeder en van H.M. de Ko
ningin, zoowel in de residentie als van Het
Loo, alsmede de twaalf jagers van Het Loo.
Toen de muziek buiten Weerklonk als het
teeken dat de rouwstoet voor de kerk was
aangekomen en de kist in het voorportaal was
ingedragen, verhieven zich alien van hun zit-
plaatsen.
Ter weerszijden van den ingang van den
grafkelder stond een eerewacht opgesteld van
het korps adelborsten en van de cadetten,
met hun korpsvaandels. Ter zijde van het mo
nument van Willem den Zwijger stonden vier
bazuinblazers. Het waren de heeren Jan Zon-
neveld. P. H. Zalme, J. van Poortvliet en L.
W. SchWeitzer.
Achter het monument stond het koor van
de Duinoordkerk te 's Gravenhage, onder lei
ding van zijn directeur, den heer "H. Ph. Bles.
De muzikale leiding van den dienst berustte
bij Dr. Joh. Wagenaar, het orgel werd be-
speeld door den heer J. H. Storm.
Terwijl buiten de muziek van LeistikoW's
treurlied ,,De laatste eer" weerklonk, stelde
de Koninklijke stoet zich in het voorportaal
der kerk op. Langzaam en plechtstatig werd
de kist door den 45 meter langen corridor ge
dragen naar den ingang van het Koor, waar
zich de grafkelder der Oranjes bevindt.
Het stoffelijk overschot werd begeleid ter
rechter en ter linkerzijde door de slippendra
gers en de daarvoor aangeWezen kamerheeren
en voorafgegaan door den kamerheer ceremo-
niemeester, de beide adjudanten van den over-
ledene Jhr. Laman Trip en luitenant ter zee
eerste klasse Callenfels, dragende de militate
kenteekenen en ordeteekenen.
De ceremoniemeester, gevolgd door de groot-
officieren en den opperceremoniemeester, stel-
den zich daarna op v66r het stoffelijk over
schot.
Achter de baar schaarden zich de Koningin
met Prinses Juliane aan haar rechterzijde en
Hertog Adolf Friedrich van Mecklenburg ter
linkerzijde. De overige vorstelijke personen
volgden hierachter.
Tijdens den gang van den lijkstoet van het
voorportaal der kerk speelde de organist
zacht op het orgel. Het was een preludium
Waarin de melodie van het Mecklenburgsche
volkslied weerklonk.
Nadat de groote deuren welke de rouwstoet
aan het oog van de schare in de kerk ont-
trokken, waren geopend, vertoonde de stoet
zich in een wondere mengeling van kleur-
schakeering voor de erbiedig staande menigte
Toen de kist naar het midden van het koor
was gedragen en op de katafalk was ge
plaatst, speelde de bazuinen het adagio van
Wagenaar.
De kist Werd gedekt met het rouwkleed en
daarover werd de vlag gelegd.
De chef van het Militaire Huis plaatste
vervolgens het kussen met de ordeteekenen op
de kist. Hierop ving de plechtige rouwdienst
aan. Prof. Dr. H. Th. Obbink betrad den kan-
sel en las, na het uitspreken van het votum
de eerste zeven verzen uit Mattheus 28 en
eenige verzen uit Romeinen 18.
Vooraf werd gezongen gezang 189 vers 4
en 6.
Na het lezen uit den Bijbel zongen de aan
wezigen gezang 271 vers 7 en 8.
Prof. Obbink hield daarna de volgende toe-
spraak
Wie had den 27sten Maart kunnen vermoe-
den, dat nu reeds weer de deuren van den
Koninklijken grafkelder zich zouden ontsluiten
om den zoo vroeg en onverwacht ontslapen
Prins der Nederlanden te ontvangen! Toen
stonden wij met gebogen hoofden, dlep be-
droefd om het heengaan van onze beminde
Koningin-Moeder. Maar zij had ,,de dagen
der jaren", waarvan Mozes sprak in den
90sten Psalm, voleindigd en wij wisten, dat
haar lang en gezegend leven ten einde
spoedde.
En nu staan wij hier, bij den geopenden
grafkelder am den Prins der Nederlanden.
weggerukt in de kracht zijner jaren, en den
,bloei des levens, ten grave te geleiden. En
onze ziel is verschrikt om zooveel leed als