ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
OM DE KONINGIN
No. 9165
WOENSDAG 4 JUL! 1934
74e Jaargang
Binnenland
Buitenland
Feuilleton
TWEEDE BLAD
TER NEUZENSCHE COURANT
ZOMERFEEST VAN DE V.A.R.A.
Begimstigd door goed weer is Zondag op
Birkhoven bij Amersfoort het zomerfeest van
de V.A.RA. gehouden.
Ongeveer 25 extra-treinen stoppende te
Amersfoort en kalte Birkhoven, waren voor
dit doel in den gawonen dienst ingelegd. ter-
wijl ook de aanvoer per autobus en andere
verkeersmiddelen groot was. Het verkeer op
den weg werd geleid door de Amersfoortsche
politie, bijgestaan door politie uit Soest, Rijks-
politie en marechaussde. Alles verliep vlot
van stapel.
Onize indruk was dat op nog grooter bezoek
was gehoopt, hetgeen wel bevestigd werd bij
de openingsrede van den tweeden voorzitter
van de V.A.R.A., de heer Klaas de Jonge,
die o.m. hier naar voren bracbt, dat velen door
werkloosheid of andere crisisoorzaken niet in
staat waren geweest dit feest te bezoeken.
9pr. wekte alien op den strijd tot bet in
stand houden van de V.A.R.A. kraehtig voort
te zetten, ook omdat de V.A.R.A. een der
oudste omroepvereenigingen is.
Spr. besloot zijn rede met een oproep tot
steun voor den komenden strijd in de mijn-
streek.
ffiema .volgde de hoofdscbotel van bet
feest n.I. ,,het zomerfeestspel" onder leiding
van Martin Gleisner en Piet Tiggers. Die tekst
hiervan is geschreven door Martien Bever-
sluis, terwijl tot grondslag van dit massaspel
beeft gediend bet V.AJt.A.-lied „Hallo, hier
Hilversum, Hier is de V.A.R.A."
Het spel, dat als een soort reivue is te be-
schouiwen. waarin alle medewerkers van de
V.AJR.A. ten tooneele komen, bereikte zijn
boogtepunt bij het ten tooneele- brengen van
de beeltenis van wijlen P. J. Troelstra, het
geen met eene ovatie werd begroet.
Na afloop van de revue hebben verscheidene
sprekers nog bet woord gevoerd, waarvoor de
belangstellimg echter niet zoo buitengewoon
groot meer was.
NEDERLAND OP DE BRUSSELSCHE
WERELDTENTOONSTELLING.
Naar de correspondent der N. R. Crt. te
Brussel meldt wordt, door de leiding van de
in 1935 aldaar te houden wereldtentoonstel-
ling, binnen een paar weken de offdcdeele
mededeeling verwacbt van de benoeming van
een Nederlandschen regeeringscommissaris.
De Neiderlandsche deelneming aan deze ten-
toonsteling zal een oppervlakte beslaan van
ongeveer 6000 vierkacte meter.
IN DUITSCHLAND.
De berichten uit Duitscbland vormen, schrijft
de N. R. Crt., slecbts een ruwe en onvolledige
schets van gebeurtenissen, waarvan de inboud
nog moedlijk te bepalen is. Uiterlijk is het
geen gemeld wordt, duidelijk genoeg. Hitler
is zijn tegenstanders voor geweest. Zijn ge-
beime staatspolitie beeft goed werk gedaan,
in zijn soort bewonderenswaardig werk, om
dat zij te doen had met tegenstanders, die de
techniek van dat wwrk niet minder goed ken-
den dan zij zelf. Wat gemeld is, werpt reeds
licht Whteruit op bet verleden. Alleriei ge-
rucbten krijgen nu bun bevestiging. Men
beeft verteld, dat tot de „vacantie" van Roebm
en de Sturm-Abteilungen (S.A.) besloten was
in den krijgsraad, die Hitler met de leiders
van de rijksweer gebouden heeft op zijn be-
kenden tocht met een oorlogsschip naar de
26)
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
(Vervolg.)
„Precies drie weken! Den dag na dat
eerste diner kwam Da Freitas ons wederom
bezoeken en deed een formeel aanzoek. Ik
verklaarde bem zonder omwegen, dat ik niet
wilde, maar dat speelde geen rol. Oom Philip
betoogde, dat ik bedeesd was en niet wist wat
ik zei en Da Freitas verklaarde op zijn af-
schuwelijke zalvende manier, dat hij zeker
wist, dat, als ik Pedro beter leerde kennen.
ik bem even vurig zou beminnen als bij mij.
Ik oordeelde het 't beste, maar niets meer te
zeggen en besloot op dat oogenblik, dat ik zou
wegloopen".
Tony keek baar goedkeurend aan. ,,Je bent
buitengewoon practisch", zei hij, ,,voor de
dochter van een venbannen koning".
„Er bleef mij toch niets anders te doen,
niet waar?" antwoordde Isabel, ,,maar het
was niet gemakkelijk. U moet weten, ik had
geen geld en oom liet mij nooit alleen uit-
gaan. Waarheen ik ook ging, altijd was
Suzanne, die Frangaise bij mij. De eenige, die
mij zou kunnen helpen, zoo dacht ik, was miss
Watson. Toen zij vertrok, had zij mij haa
adres in Londen gegeven en ik wist, dat zij
alles voor mij zou doen, want zij baatte oom
Philip bijna even erg als ik. Ik sohreef haar
een ibriefje en droeg het dagen ianig tusschen
mijn onderkleerem brj mij, maar ik kreeg nooit
kans het op de post te doen. Zoo stonden de
zaken tot verleden Maandag. Ik gevoelde
mij wanbopig, ellendig, want Pedro was den
vorigen avond bij ons te dineeren geweest. Hij
wilde mij na bet diner kussen en dat beiette
ik hem, er ontstond een hevige ruzie, bij vech-
noordelijlie wateren. Deze gerucbten hebben
nu hua bevestiging en bun verklaring gevon-
den. Men heeft ook gesproken van relaties
tusschen generaal van Schleicher en den radi-
calen vleugel van de S.A., benevens van een
groote activiteit van den generaal. Dit leek
ongeloofelijk, maar wordt voorloopig ook weer
bevestigd door bet naakte feit, van zijn dood.
Dat deze groote a! te groote! tacticus
zich zou hebben gewaagd aan een avontuur
dat zoo groote k an sen van ontdekking en zoo
zekere kansen van mislukking had als men
het nu achteraf za! toekennen, heeft zekere
nadere verklaring noodig. Wrj kunnen die
slechts vinden in het verleden van den gene
raal, in het bijzonder in de politieke positie,
die hij als rijkskanselier in December 1932
was gaan innemen. Eens was hij de verte-
genwoordiger geweest van de ,,Herrenklub"
en als zoodanig een van de hoofdbewerkers
van het verrassende ontslag van Briining, en
van het overdragen van de macht aan het
conservatieve bewind van Von Papen. Toen
Von Papen naar zijn meening te zeer een
reactionaire koers .was uitgedreven en al te
onbewimpeld dictatoriaie neigingen had ver-
toond, was von Schleicher ook weer de bewer-
ker van zijn val geworden. Dat had den gene
raal het vertrouwen gekost van de Herren-
klub, en van vele andere consenvatieven. In
de omgeving van den rijikspresident had dit
reeds lang niet meer bestaan. Toen hij later
zelf ten val kwam, zooals hij Briining ten val
had laten komen, was het dit wantrouwen
an hochster Stelle", dat men gemobiiiseerd
had om hem weg te krijgen. Von Schleicher
was tegen het einde van 1932 sterk genoeg
geweest om zich zelfs als rijkskanselier aan
Hindenburg op te drmgen. Hij was niet sterk
genoeg om zich op dien post te handhaven,
then men Hindenburg vaster dan ooit te voren
geloof had weten in te boezemen in het zeker
verzonnen verhaal, dat Schleicher van plan
was, op een geschikt oogenblik met troepen
uit den omtrek van Berlijn een staatsgreep
te ondernemen, en den rijkspresident gevan-
gen te nemen.
Teekenendvoor deze dingen is het volgend
verhaal, dat wij indertijd uit betrouwbare bron
vemomen hebben. Von Schleicher was minis
ter van oorlog onder Von Papen. Op een
goeden dag komt in zijn departement in de
Bendlerstrasse te Berlijn, president Von Hin
denburg op bezoek. Dit was een heel onge-
woon feit, dat haast ontsteltenis verwekte.
Hindenburg ging rechtstreeks naar de kamer
van von Schleicher. Deze wachtte af, wat
het bezoek te beteekenen had. De president
liet hem niet wachten. Kwasie schertsend
vroeg hij: ,,En, generaal, wanneer laat U de
rijksweer tegen mij oprukken?". Von Schlei
cher schrok, want hij begreep het gevaarlijke
van de daaruit blijkende intrigie, die den presi
dent tot hem had gebracht. De generaal
antwoordde dus emstig en plechtig: ,,Her
General-FeldmarschalT' (opzettelijk dezer
miiitairen titel kiezende), ,,ik ben te lang
Pruisisch officier geweest om op deze vraag
te hoeven antwoorden". Hiermede had bij
Hindenburg voorloopig ontwapend. De presi
dent lachtte gul, sloeg zijn minister bij het
afscheid op den schouder en zeide: „Ik wilde
maar v*agen". Deze beschuldiging tegen von
Schleicher is in Januari nog eens opgedoken.
Toen heeft de rijkspresident zich niet meer
op 'joviale wijze vergewist! Men zeide, dat
dit de hoofdoorzaak ervan was geweest, dat
Hindenburg zijn bekenden afkeer van Hitler
overwon en hem rijkskanselier maakte.
Von Schleicher speelde in December 1932
een buitengewoon ingewikkeld politiek spel
Hij beschouwde zich als vertegenwoordiger
van het conservatieve Pruisen en van de
ten af en zij waren alien vreeselijk kwaad
op mij. Den volgendien morgen begon oom
opnieuw tegen mij. Hij zei, dat hij en Da
Freitas een stokje zouden steken voor, wat
zij noemden, mijn ..nonsens", en dat zij bezig
waren schikkingen te treffen voor een onmid-
dellijk huwelijk met Pedro. Ik gevoelde mij,
zooals ik reeds zei, ellendig, maar ik was niet
voornemens met hen te twisten; daarom zei
ik niets. Oom Phiip ging dien avond ongeveer
half zeven naar Da Freitas en ik bleef met
Suzanne alleen in bet huis achter. Zij ver-
trouwden mij nooit en lieten mij nunmei
alleen. 's nachts werd zelfs mijn slaapkamer
afgesloten". r—
Zij hield even op, om een weerbarstige
koperkleurige haarlok, welke tijdelijk de wijk
naar haar voorhoofd had genomen, naar ach-
teren te strijken.
,Wij zaten in de huiskamer", vervolgde zij
en Suzanne was met haar haakwerkje bezig
terwijl ik deed, alsof ik zat te lezen. Terwijl
ik zoo zat te peinzen, viel mijn oog toevaliig
op een geldstuk een halve kroon dat op
den hoek van den schrijftafel tegenover mij
lag. Ik denk, dat het aan Suzanne toebe-
hoorde. Ik keek er een oogenblik naar en
plotseling nam ik een besluit. Ik stond op
en liep de kamer door, alsof ik een ander boek
uit de boekenkast wilde halen. Toen ik voor-
bij de schrijftafel kwam, nam ik het geldstuk
op. Ik had een geivoel, of Suzanne naar mij
keek, maar ik aarzelde niet. Toen ik bij de
boekenkaast stond, zag ik dat zij nog heel
kalm zat te haken. Ik wachtte niet langer,
liep recht naar de deur en voor zij wist wat er
gebeurde, stond ik in de gang en had de deur
achter mij op slot gedaan".
„Schitterend", riep Tcny opgewonden. „Ik
kaii mij haar woede voorstellen".
,,Nu, zij w a s woest", bekende Isabel, ..rnaar
ik nam niet veel notitie van haar. Ik wist,
dat niemand haar kon hooren, dus liet ik haar
schreeuwen en tegen de deur schoppen en
vloog direct naar mijn kamer. Ik was te op
gewonden om er op te letten, wat ik mede-
nam. Ik stopte eenige dingen in mijn koffer-
I ■»WHCTg'«°TO».UlUmUII HUIWMMII»M»«.IIW»I —UIW11 lll»ILI»H IJIM
nationale opvattingen van de rijksweer
in de regeering. Hitler was voor hem de
vijand en het gevaar. Dictatuur wilde
hij in zoo beperkt mogelijke mate. Hij wilde
van de parlementaire methoden redden wat
ervan te redden was. In een gesprek dat wij
op 7 Januari 1933 te Berlijn met hem hadden,
verklaarde hij ons, op zijn cyniseh-openhartige
wijze van redeneeren, waarom: „<Dictatuur
beteekent burgeroorlog, en wie een burger-
oorlog provoceert, verliest dien. Ik wil geen
burgeroorlog verliezen". Daarom had hij naar
zoo verschillende kanten voelers uitgestoken.
Als verdediger van de constitutie en van de
sociale instellingen meende "hij, met de vak-
vereenigingen tot een accoord te kunnen
komen. Hjj zag beter dan de leiders der vak-
vereenigdngen in, hoe hun belangen nu samen
vielen. Zij vormden voor hem het centrum
van de combinatie, waarmede hij het natio-
naal-socialsme wilde verslaan. Linkervleugel
meost het Zwarte Front van Strasser, de
uiterste, radicale groep van de nazi's vormen.
Met behuip van deze uiterst merkwaardig
samengestelde troepen, bestaande dus uit
conservatieve nationalisten, de vertegenwoor-
digers der sociale democratic en van de onder-
drukte oppositie in de S.A., moest Hitler over-
wonnen worden. Geen van deze groepen
echter had voldoende vertrouwen, of nog vol-
doende vertrouiwen, in den generaal.
Zijn de verhalen Juist, die over hem in om-
loop waren, en die zeker de oorzaak zijn ge
worden van zgn dood, dan heeft hij nu het-
zelfde geprobeerd. Hij zou dan de ontevreden-
heid van een zekere groep der conservatieven
hebben georganiseerd; hij zou weer als storm-
ram. waarschijnlijk om dien later ter zijde
te werpen, de linksche S.A. hebben willen ge-
bruiken. Hij zou op de toenemende sociale
ontevredenbeid onder de oude aanhangers der
sociaal-democratie hebben gerekend. Verder
zou hij waarschijnlijk steun hebben verwacht
van zekere trouiwe aanhangers, die hij nog
altijd in de rijksiweer had.
Heti is zeer wel mogelijk, dat men hem,
als een te gevaarlijk man, als iemand die in
staat ware geweest het verzet tegen Hitler
nu of later te leiden, uit den weg heeft ge-
ruimd. De beschuldiging tegen hem zou dan
een voorwendsel geweest zijn. Na zijn dood
blijven er niet veel mogelijkheden van dien
aard over! Maar heelemaal cndenkbaar mo-
gen wg het niet noemen, dat hij wederom
heeft beproefd, wat hem in December 1932
niet gelukt is.
Men kan echter niet. wantrouwig genoeg
zijn ten opzichte van hetgeen de bericht-
geiving van Berlijn, die door het departement
voor propaganda zorgvuldig geschift en ge-
leid wordt, ons gelieft te melden. Na den
brand in den Rijksdag heeft het waarlijk even-
min aan zeer stellige betichtingen, die vol-
maakt tendentieus en onhoudibaar. zijn geble-
ken, ontbroken. Hoe von Schleicher gestor-
ven is Met mevrouw von Schleicher is waar
schijnlijk de eenige getuige verdwenen. Dat
de generaal, tegen regels, die iedereen te Ber
lijn kent, en een revolver zou hebben gegrepen
of zelfs een vuurgevecht zou hebben geopend,
is een toppunt van onwaarschijnlijkheid. Vol-
gens die zelfde regels is het daarentegen
hoogst waarschijnlijk, dat mevrouw von
Schleicher zich bij haar echtgenoot heeft ge-
voegd, toen de arresteerders kwamen. Nooit
alleen blijven met degenen, die een huiszoe-
king doen of komen om u gevangen te ne
men", is een wijsheid, die alle daarvoor in
aanmerkitig komende Duitschers en buiten-
landers te Berlijn kennen. Men prees dit mild-
del aan tegen den dood ,,tengevolge van verzet
of zelfmoord bij arrestatie". Er had zich een
techniek van beveiliging otitwikkeld, die b.v.
tje, sloop daarna naar beneden en verliet het
huis".'
.Was je niet bang?" vroeg Tony.
,,Niet, voor ik aan het station kwam. Daar
vernam ik, dat de trein pas na tien minuten
vertrok, en dat was vreeselijk. Ik vreesde,
dat oom Philip ieder oogenblik terug zou
kunnen komen. Ik verborg mij in de dames-
wachtkamer en bleef daar zoo lang mogelijk.
Toen de trein voorkwam vloog ik een coupe
binnen. De coupe was vol oude vrouwen. Ik
voelde dat ik een vreeselijke kleur had en ik
was niets op mijn gemak, maar ik was niet
van plan in een andere coupe te gaan en dus
drcmg ik tusschen hen door en nam plaats.
Ik sloot mijn oogen en liet hen maar naar
hartelust naar mij staren.
„Je moet 't hun maar niet kwalijk nemen",
zei Tony. „Oude vrouwen zien ook wel eens
graag een jonge kcningin".
.,0. ik gaf er niet om. Ik ben er wel aan
gewend. In Frankrijk keken de menschen ook
zoo naar mij, als ik in den trein kwam". Na
even gewacht te hebben vervolgde zij„Hoe
het ook zij ik was blij toen wrj aan het Water-
loostaticn waren. Ik was zoo opgewonden,
dat ik bijna geen adem kon halen voor ik door
den uitgang was en toen viel ik bijna in zwijm.
Ik weet nu hoe een dier zich moet gevoelen
als het uit een val ontsnapt". Zij wendde zich
tot Tony. ,,U vindt toch niet, dat ik laf ben,
is het wel
„Ik geloof, dat je zoo moedig bent, als een
leeuw", zei Tony.
,,Ik voelde mij toen toch in het geheel niet
zoo", antwoordde zij. ,,Ik beefde over al mijn
leden en mijn hart ging geweldig te keer. Ik
ging voor eenige oogeoblikken op een bank
zitten en toen bedacht ik, dat ik beter in een
lunchroom een kop thee kon gaan drinken".
„Arm kind", zei Tony aangediaan. ,,Natuur-
lijk had je niet gegeten".
..Neen, ik stond op om te kijken of ik een
restaurant zag, toen ik plotseling twee man-
nen zag, die mij stonden aan te staren als
,,Wat! toch niet onze vrienden uit Long-
Acre?" riep Tony vragend.
de Amerikaansche autoriteiten te Berlijn theo-
retisch badden samengevat in waarschuiwin-
gen voor Amerikaansche joumalisten.
Over de gebeurtenissen in Duitschland zul-
len wij niet veel zeggen.
Men kon de uitbarsting zien aankomen. Het
is te vermoeden, dat wij nog slechts aan het
begin van een reeks gebeurtenissen staan die
in snel tempo of met tussohenpoozen elkaar
zulien opvolgen. Von Papen's positie lrjkt
ons onhoudbaar. Tenminste edn van zijn
adjudanten heeft zelfmoord gepleegd; hg zelf
bevindt zich in huisarrest, of onder scherp
toezicht. Zijn bureau is verzegeld. Kan hij
daarbij vice-kanselier blrjven? Dit ware zelfs
voor een revolutie al te grotesk. Men weet
blijkbaar nog niet hoe verder. Hitler heeft
den weg tusschen rechts en links nog niet
gevonden. Deze is ook moeiiijk te vinden. Hij
hangt nu af van de rijksweer, die uitdrukkelijk
haar politieke onzijdigbeid heeft opgegeven.
Deze noopt hem, niet te ver links af te wij-
ken. Maar de massa's van de S.A., ofschoon
gedemobiliseerd, zijn er nog. De reivolution-
naire gisting zal niet met een slag zijn ge-
bluscht. De toenemende ontevredenbeid van
den arbeider en den kleinen man in het alge-
meen, en zijn eigen socdalistische prediking
zulien Hitler weer dwingen, voorzichtig te zijn
met uitwijken naar rechts, voorai nu hij den
linkervleugel van zijn partij, die de ideologie
van de S.A. en van de partij vertegeniwoor-
digde, zoo fel heeft getroffen.
Of de ziedelgke zuivering, die nu als recht-
vaardiging moet dienen voor den fellen slag
het Duitsche publiek zal overtuigen, nadat
reeds zoovelen jaren lang aanstoot hadden
genomen aan het dulden van afgrijselijke din
gen, waarvan iedereen wist, en die nu eerst.
nu het te pas komt, worden gwraakt? Zal
alleen het thans pas ..ontdekken" dat terreur
en wiilekeur is uitgeoefend, het Duitsche volk
tot dankbaarheid en bewondering stemmen?
Het Duitsche volk kan, zooals ieder ander
volk, kritiekloos en volgzaam zijn. Men heeft
het in den oorlog gezien. Maar men heeft
het ook zien ontwaken. Wat nu gebeurd is,
is een gevolg van kenteringsverschijnselen,
die reeds lang vielen waar te nemen. Het is
zeer denkbaar. dat het gebeurde emstige da-
den van verzet voorkomt of tegenhoudt. Een
moreele kentering echter kan het temauiwer-
nood stuiten. Het Duitsche publiek was
reeds weder sceptisch, ja, argwanend gewor
den. Waar deze gevoelens wortel hadden ge-
vat, zgn niet meer uit te rooien. Misschien
laat de openfbare ommekeer nog langen tijld
op zich wachten. Maar de roes van geloof en
verwachting is aan het vervliegen.
Te Essen, waar Hitler was voor hij in den
nacht naar Munchen vloog, zal men zijn
philippica tegen weelde en verkwisting bij de
S.A. met eenige bijgedachten vemomen heb
ben. Hg was daar in hoofdzaak voor het hu-
welijksfeest van een partijgrootheid. En voor
deze particuiiere aangelegenheid was de stad
versierd. Nogmaals, de Duitscher is bezig
weer critisch te worden.
In het ochtendblad vac Zondag stond, tus
schen de talrijke kolommen van sensationeel
nieuws, een stukje van drie regels, dat voor
de naaste ontwikkeling van den toestand in
Duitschland haast nog gewichtiger kan zijn,
dan heel de luidruchtige rest. Dr. Puppe uit
Dusseldorp is tot commissaris van grondstof-
fen benoemd. Organisatie van den voorraad,
met haar onvermijdelijk gevolg van rantsoe-
neering of in ieder geval van bezuiniging,
wordt dus voorbereid. Gebrek aan grond-
stoffen beteekent duurte en vermeerderimg
van werkloosheid of nog verder verdunning
van de loonen. De dreigende oeconomisohe
nood is het ware gevaar. Het stoken van de
liaden, waarvan men er nu zoo velen zonder
vorm van proces heeft opgeruimd, was daarbij
vergeleken slechts van secundair belang. Zon
der de naderende oeoonomische crisis ware
het machteloos geweest.
Isabel knikte bevestigend. „Ja", zei ze,
„dat waren zij. Zij stondien aan den overkant
bg een boekenstalletje samen te praten. Zij
keerden hun hoofden om, zoodra ik naar hen
keek, doch ik bemerkte zeer goad, dat zij nuj
gadesloegen. Ik had hen geen van beiden
ooit gezien en ik werd vreeselijk bang. Ik
bedacht dat oom Philip misschien naar Lon
den getelefoneerd kon hebben en dat zij twee
politieagenten waren, die mij kwamen in-
rekenen".
,,Je kan een Engelsche politie-agent in bur-
gerkleeding altgd herkennen", viel Tony haar
in de rede. ,,Zrj kijken zoo bedeesd, alsof zij
over zichzelf beschaamd zijn".
„Dat wist ik niet", zei Isabel. ,,Ik was te
opgewonden, om na te denken en toen zij mij
an het restaurant volgden, had ik het wel uit
kunnen gillen. Ik verwachtte, dat zij mij zou
den aanspreken, maar zij deden het niet. Zij
hleven zitten, terwijl ik mijn thee gebruikte
en daarna volgden zij mij op de stoep. Ik vroeg
den portier den kortsten weg naar Long'-Acre
en hij ried mij aan, den ondergrondschen trein
naar Leicester square te nemen. Ik boopte en
trachtte hen kwijit te raken, maar het ge-
lukte niet. Zij gingen in denizelfden trein en
zelfs in dezelfde coupe als ik en stapten ook
bij Leicester square uit".
,,Ik wou, dat ik bij je was geweest, zei Tony
spijtig. ,,Ik heb het nog nooit ondervonden,
dat iemand mij gevolgd is. Het moet een
wonderlijk gevoel bij iemand te weeg bren
gen."
(Wordt vervolgd.)