ALGEMEEN NiEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN OM DE KONINGIN das ergerf No. 9163 VRIJDAG 28 JUNI 1934 74® Jaargang Gandhi en het Christendom. Fe uiileton Binnenland „Daar gaat m'n STER-TABAK EERSTE BLAD ii. NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSBinnec Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen b:j vooruitbeta.mg. Uitgeefster: Finns P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVac 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichP's worden naar plaatsruimte berekeod. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de nitgave. Drr BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. 1 Wij h ebb en in een eerste arti'kel een poging gedaan om een overzicht te geven van Gand'hi's leidende beginselen. Wij beloofden toen onmiddellijk, dat wij deze beginselen nu nog meer opzettelijk zouden verqelijken met die van het dhristendom. \Vas het moeilijk om de eerste taak te volbrengen, deze tweede is haast nog bezwaarlijker. Laten wij aanstonds dit vooropzetten, dat er bij Gandhi niet de minste begeerte of neiging is om zelf Christen te worden. Hij denkt er geen oogenblik aan om het voorvaderlijk geloof los te laten. Hij is Hindoe en hij wil Hindoe blijven. Voor andere godsdien- sten niet het minst voor het Christen dom heeft hij grooten eerbied, maar hij wordt door zijn eigen godsdienst vol- komen bevredigd. Uit zijn heilige boeken put hij troost en kracht. En Gandhi gaat nog verder. Hij meent zelfs, dat geen enkele Hindoe ooit zijn eigen godsdienst mag prijsgeven. Een bepaald beginsel. dat van ..Swadeshi'' verbiedt dat, ja. maakt dat onmogelijk. Swadeshi'' is die geest in ons, die ons bepaalt en beperkt tot het gebruik en den dienst van onze onmiddellijke omgeving, met uitsluiting van alle verder verwijderde ge'bieden. Dit geldt voor Gandhi niet alleen op oecono- misch en politiek gebied, doch evenzeer op godsdienstig terrein. Mocht iemand bemerkcn, dat zijn eigen godsdienst niet geheel zuiver is (en Gandhi heeft enkele bezwaren 1 dan moet zoo n mensch traahten zijn godsdienst te zuiveren. Dit is zeker merkwaardig, en wij wil- len daar dan ook een oogenblik nog bij stilstaan. Gandhi .heeft zijn reserves, ook tegen het officieele Hindoe'isme; slechts in den vorm van zijn eigen opvattingen wenscht hij het oude, overgeleverde te handhaven, en hij geeft aan dat alles zijn eigen uitlegging en toepassing. Maar op de belangrijkste punten. b.v. van reincar- natie en Karma wijkt Gandhi niet af van het orthodoxe Hindoe'isme, alstaat hij zeer vrij tegenover de autoriteit der heilige qeschriften. ,,Mijn geloof zegt hij o.a., „eischt niet, dat ik ieder woord en ledeys vers als gcddelijk geinspireerd aanneem Elders beweert hij van zijn heilige schritt dat die geen schatkamer is, die louter kostbaarheden bevat, maar dat het een mijn is, die onderzocht dient te worden en diep uitqearaven; waaruit oo>k diamanten kunnen worden gehaald, nadat eerst veel raw materiaal is verwijderd. Wij moeten ook nog hierop wijzen, dat volqens Gandhi de goddelijke openbanng niet tot de Hindoeistische heilige geschnf- ten beperkt is; zij is ook daarbuiten te vrn- den. Op volstrekte, absolute, uitsluitende openbaring mag, volgens hem, het Hin- doe'isme geen aanspraak maken. Nu willen wij ook nog oververtellen wat Gandhi's indrukken van net Christendom zijn. Die eerste indrukken waren zeer ongunstig. Zelfs zegt hij, dat hij in het begin niet weinig moeite had om zijn houding van verdraagzaamheid tegenover het Christendom te handhaven. Hij hoorde Christenen op Hindoes wel schim- pen. Het was vrijwel in dien zelfden tijd, dat hij hoorde van een zoogenaamd be- keerden Hindoe, die nu vleesch at en alcohol dronk en in een Europeesoh ge- waad rondliep. Later werden zijn eerste ongunstige indrukken wel iets verzacht. Maar met zijn bijbellectuur vlotte het niet al te best, ,,1'k begon den Bijbel te lezen zoo verklaart hij, ,,,maar ik kon onmoge lijk door het Oude Testament heen komen. Ik las het boek Genesis door, maar daarna viel ik bij ieder Ihoofdstuk in slaap Toch zwoegde hij nog verder, maar die lectuur kostte hem groote moeite en hij begreep er ook weinig of niets van. Het boek Numeri bijvoorbeeld vond hij vreeselijk, maar een heel anderen indruk maakte weer het Nieuwe Testament op hem, en vooral de Bergrede, die als uit zijn hart gegrepen was. Later, in Zuid- Afrdka, ontmoette Gandhi veel Christe nen, voor wie hij niet alleen grooten eer bied koesterde, maar met wie hij ook al spoedig geestelijk contact vond. Daar- onder zijn er, die nog vrienden van hem zijn. Maar toch bleef het Gandhi's con- clusie, dat de levenspraktijk van vrome Christenen zich maar zelden of nooit verhief boven dat wat andere levens lieten zien. De omgang met die velen heeft hem tot het Christendom dus geen stap nader gebracht. Willen wij nu een antwoord gaan geven op de vraag, welke de verhouding is tusschen het Christendom en dezen in- vloedrijken en ongetwijfeld grooten H'n- dhoe, dan zal het noodig zijn om te on- derscneiden tussdhen orthodox en vrij- zinnig Christendom. Zoo doet altbans Dr. Sevenster in het door ons gennemde werk. Nu is Gandhi vrijwel alleen met het orthodox Protestantisme in aanraking ge- komen, het orthodox Protestantisme, dat men zeker wel het zuiverst en ruimst karakteriseert, als men er van zegt, dat volgens deze opvatting God zich slechts ten voile heeft geopenbaard in Zijn Zoon Jezus Christus. Niemand minder dan Brunner heeft gezegd, dat ,,er bestaat geen andere mogelijkheid om Christen te zijn dan door het geloof aan het eenmalige: de openbaring en verzoe- ning door den Middelaar. Wij willen zegt Brunner nadrukkelijk van hem al het mogelijke zeggen, doch slechts een ding wilier wij en mogen wij niet v. hem zeggtn, dit: dat zij Christenen zijn". Wie deze dingen zoo zegt en voelt, ziet een onoverbrugbare tegenstelling. Gandhi echter ziet al deze dingen zoo heel anders. Hij ziet ontzaglijk veel overeenkomst tus schen zijn eigen religie en het Christen- door VICTOR BRIDGES. (Nadruk verboden.) 24) Vervolg) IX. Een weggeloopen koningin. Een ziekelijke opvatting, wat betreft juiste snelheidsgrens, behoorde niet tot de gebreken van Tony en bij legde den afstand, welke hem van het einde van het park scheidde in een tijdsbestek af, dat ongetwijfeld een record zou beteekend hebben, voor de geheele lengte van den parkweg. Bij het uitgangshek genaderd verminderde hij zijn vaart slechts weinig, doch het geluk wilde", dat er niets in den weg kwam, zoodat hij gelegenheid had met een mooien draai de bocht naar den hoofdweg te nemen. „Ik ga graag met jou uit toeren, Isabel zei hij vroolijk. ,,Men weet nooit wat er on- derweg zal gebeuren". Zij gaf geen antwoord, doch richtte zich op en keek over haar schouder, alsof zij zich wilde vergewissen, dat zrj niet gevolgd wer- d0" t Is in orde hoor," zei Tony geruststellend. ,,Ik weet niet, wie die vriend van je is, maar vandaag zullen wij geen last meer van hem hebfben". ,,Het was", kwam het er zwakjes bij haar uit, ,,mijn oom". ..Heusoh?" zei Tony. „Hij schijnt tamelijk bij de hand te zijn". tHij zweeg een oogenblik, terwijl de „His- pano" een troep doodelijk verschrikte vost- gangers straal negeerde. Daarna wendde hij zich wederom tot zijn gezellin en voegde er troostend bij: Stoor je er maar niet aan, Isabel. Er zijn veel lieve menschen, die excen- trieke ooms hebben". Zij maakte een afwerend gebaar met haar hand. „Neen, neen", zei zij bijna jammerend. „Zoo kan ik niet doorgaan. Ik moet u de voile waarheid zeggen. Ik had het al in het begin moeten doen". ,,Zooals je wilt", antwoordde Tony, „maar zouden wij niet beter kunnen wachten, tot wij iets gegeten hebben? Het is zooveel gemak- kelijker de waarheid te vertellen, als men verzadigd is". Zij knikte hulpeloos en zonder verder over dit onderwerp te redeneeren, sloeg Tony rechtsaf en reed recht op Cookham aan. Hij ging door, met tot Isabel op zijn eenvoudige losse manier te praten, alsof er niets bijzon- ders was gebeurd en toen zij een kilometer verder Waren, had zij zich reeds zoover her- steld, dat zij hem weer op haar oude manier antwoord kon geven. Hoe het ook zij, het was gemakkelijk te zien, dat onder deze schijn- bare lieftalligheid een bijna even zenuwach- tigen gemoedstoestand verborgen lag, als toen hij haar voor het eerst in Long Acre ontmoette. Zij kwamen te Cookham. Tony liet de auto zachter rijden, toen zij de vriendelijke hoofd- straat insJoegen en stuurde de auto de binnenplaats van den ,,Draak" op. Zij werden begroet door een onvriendelijken hond en een vriendelijke dame, die bleek de eigenares van de inrichting te zijn. De eerste bromde en blafte zoo oorverdoovend en rukte zoo woedend aan den ketting, welke hem in bedwang hield, alsof hij Tony en zijn gezellin voor een paar inbrekers aanzag. De vrouw kWam hun echter vriendelijk lachend tege- moet, want Tony was daar evenals in alle hotels langs de rivier, een welkome gast. „Hoe maakt u het, miss Brown?" zei hij. ,,Dank u, sir Antony", antwoordde zij. „En u, mijnheer?" ,,Ik heb een meer dan buitengewonen eet- lust. Weet u daar raad voor?" vroeg Tony. De waardin dacht even na. ,,Ik heb forellen voor u, taling en geroos- terd brood met merg." Tony keek haar met sprakelooze bewonde- ring aan. ,,Maar, beste miss BroWn dat is heerlijk, dat is een gedicht". Hij wendde zich veront- schuldigend tot Isabel: Gebraden talingen is een van de gerechten, die mij steeds in ver- rukking brengen." dom en Mohammedanisme, en (zegt Gandhi) ,,daar een mensch onvolmaakt is, moet e!ke godsdienst, door hem verkon- digd, ook onvolmaakt zijn". Hier is dus qeen vergelij'k mogelijk. Gandhi ziet in Jezus' kruisdood slechts een voorbeeld, maar in de verzoenende waarde van dit Tit geiooft hij niet. Een erfzonde kent ihij niet. Met het vrijzinnig Protestantisme staat het heel anders. Ook al is dit laatste evenmin een eenheid als de orthodoxie. Prof. Lindeboom, een van de leiders van het Vrijzinnig Protestantisme, heeft ge zegd dat deze richting de neiging 'heeft om een absolute, goddelijke en eens-voor- al geldende openbaring der godsdienstige waarheden zoo al niet geheel te ontken- nen, dan toch in twijfel te trekken, en te beperken binnen grenzen, die in gelijke mate nauwer worden als de doorloopende ,,natuurlijke" openbaring in schepping, mensch en menschelijke samenlevingen zich uitbreidt". Zoo komen, ook volgens het oordeel van Dr. Sevenster, het Vrij zinnig Protestantisme en Gandhi veel dichter bij elkander, al behoeft dit natuur- lij'k nog heelemaal niet te beteekenen, dat zij ook naar den inhoud van hun denk- beelden overeenstemmen. Verwantschap in openbaringsbegrip bewijst nog in geenen deele overeenstemming in geloofs- inhoud. Gandhi aldus de conclusie van Dr. Sevenster vertoont nog de meeste over eenkomst met de oud-liberalen. Hij is bijvoorbeeld een overtuigd perfectibilst, hij heeft een sterk geloof in s menschen zedelijke kracht ten goede, en al is hij al vaak teleurgesteld door zijn ondervindin- gen met de menschen hij hoopt toch nog altijd en blijft hopen. Een van de begrippen, die telkens bij Gandhi terugkeeren, is de gedachte der zelf-reiniging. Van de klassieke, ortho- dox-Christelijke zondeleer is hij wel zeer ver verwijderd. Zoo is er dan overeen stemming tusschen Gandhi er. het Vrij - zinnig Protestantisme op het punt van het openbaringsbegrip en bij de beoor- deeling van de zonde, terwijl als derde punt nog genoemd kan worden de .auto nomic". Prof. Lindeboom heeft onder de ken- merken der vrijzinnigheid ook nog ge noemd ,,een nadruk leggen op de zedelijke en godsdienstige autonomie van den mensch, tredend naast, en voor een deel in de plaats van de oude, traditioneele heteronomie Voor die autonomie van den geest nu neemt ook Gandhi het zeer stellig op. God spreekt, volgens hem, in den mensch. In dagen van moedeloos- heid wordt hij opgebeurd door de inner- lijke stem, die hem toefluisterd: ,,Niet gij bent het: maar ik ben het, die alles vol- breng". En zoo getuigt Gandhi dan ook: ,,alle uiterlijke ellende valt tenslotte ge makkelijk te dragen, wanneer wij God in het hart hebben DE BETREKKINGEN VAN BELGIE MET NEDERLAND. Met groote ingenomenheid heeft men te Brussel ketunis genomen van de luisterrijke ontvangst, die H. M. Koningin Wilhelmina aan de Belgische missie, onder leiding van Staatsminister Van de Vijvere, heeft bereid, sohrijft het „Hlbl." Verseheiden bladen meenen hierop een symptoom van toenadering en van een betere verstandhouding tusschen de beide kleine lan den aan de Noordizee te zien. En vooral de Vlaamsohe pers toont zich hierover verheugd. De liberale .Nieuwe Gazet" wijdde zelfs een hoofdartikel aan deze ontvangst, waarin het blad met vreugde vertelt, dat het ijs tus schen het Nederlandsche en het Belgische Hof is gebroken. ,,De betrekkingen tusschen beide Haven", aldus de Nieuwe Gazet", ofschoon zeker seeds volkomen correct, zijn langen tijd toch niet zoo opvallend hartelijk geweest, als velen ondier het volk aan beide zijden van den Moer- dijk hetwel hebben verlangd. Echtvertointenis- sen tusschen beiden zijn vrome wenschen ge- bleven, welke zelfs de meest op Nederlandsch- Belgische toenadering gestelden nauwelijks onder woorden hebben durven brengen". ,,Maar" vervolgt de Nieuwe Gazet" „de droeve slagen die bijna. tegelijkertijd het Belgische en het Nederlandsche volk troffen, blijken het dunne schaaltje te hebben doen breken, dat zich tijdens den oorlog tusschen beiden weer had gevormd. Van de ontvangst op Het Loo hebben de Belgische boodschap- pers een impressie meegebracht, die alle stoutste verwaehtingen te boven is gegaan. Koningin Wilhelmina, die zoo gemakkelijk voor stuursch en vormelijk wordt gehouden. betoonde zich de vriendelijkste, de meest voorkomende der gastvrouwen, en, wat Ko- ning Leopolds hooge boodschapper bij al de complementen voor onzen Vorst en onze natie in haar antwoord diep getroffen heeft, dat was wel de warme hartelijkheid, de onloochen- bare oprechtheid waarmede dit alles werd ver- lioht en opgekleurd." Evenals de andere Vlaamsche bladen stipt ook de Nieuwe Gazet" met bijzondere vol- doening hierbij aan, dat de redevoeringen bij die ontvangsten uitgesproken, in het Neder- landsch werden gehouden en dat ook de ge- sprekken met de Koningin alle in het Neder- landsch zijn gevoerd." OERTIFICATEN VOOR DEN UITVOER. De Minister van Economische Zaken heeft de bedragen, ter hestrijding van de kosten, aan het afgeven der certificaten voor den uit- voer naar Belgie en Luxemburg verbonden. met itigang van 25 Juni vastgesteld voor levende runderen en levende varkens op i 0,05 per 100 K.G. of gedeelte daarvan; versch vleesch, vleeschwaren en vleeschcon- serven op 0,25 per 100 K.G. of gedeelten daarvan; levende schapen op/ 0,10 perschaap; slachtpaarden op 0.25 per paard, met een minimum van 0,25 per certificaat; 2. de bedragen ter hestrijding van de kos ten, aan het afgeven der certificaten van den Zij lachte het vroolijke, vrijmoedige, na- tuurlijke lachje, dat Tony zoo gaarne hoorde. „Ik geloof, dat alle heeren gulzige lekker- bekken zijn", verklaarde zij. „Tenminste alle heeren, welke ik ooit heb gekend." Tony knikte. „Het is een van de natuurlijke instincten van den mensch", zei hij peinzend. „Wij moeten gulzig zijn uit zelfverdediging. iemand, die het niet is, wordt door den ander afgemaakt." 'Hij wendde zich vervolgens tot de hotelhoudster, die zijn redeneering met een kalm glimlachje had aangehoord. „Wilt u een paar cocktails in de eetzaal laten bren gen; ik zou mij niet verantwoord voelen, zoo'n lunch zonder eenige voorbereiding te ge- bruiken." Zij gebruikten de lunch in een vriendelijk vertrek, dat op een aardig ouderwetsch aan- gelegd hinnentuintje uitizag. Tony hield tij dens het maal de conversatie op zijn eigen- aardige onderhoudende humoristische manier gaande. Eerst toen zij aan het geroosterde brood met merg waren gekomen, om het den weg van alle aardsche lekkemijen te laten volgen, zinspeelde hij op de beloofde onthul- lingen van Isabel. ,,Wat zou je er van denken, als we de kof- fie buiten gingen gebruiken. Er is daar een aardig zitje, dat mij bizonder geschikt voor- komt, on^ mij het een en ander van je oom te vertellen. Ik vind, dat men nooit in een publieke eetzaal over zijn famdlie moet praten." Een licht knikje was het antwoord van Isabel en nadat Tony den kellner zijn bevelen had gegeven, gingen zij door de openstaande glaizen deur naar buiten en nam'en plaats op een rustieke hank aan het einde van den tuin. Het was een heerlijke, warme lentedag en er hing een geur van in vollen bloei staande hyacinthen en narcissen. ,,Het is een eigenaardige samenloop van omstandigheden", verklaarde Tony, toen de kellner, na de koffie op een tafeltje naast hen te hebben gezet, was vertrokken, „maar ik ge- voel mij werkelijk in een uitmuntende stem ming, om naar je verhaal te luisteren. Ik vermoed, dat die flesch Bourgogne, dat ge- voel heeft teweeg gebracht." Hij streek .een lucifer aan en hield het vlammetje voor Isabel, die zich bukte om de sigaret aan te steken welke zij tusschen haar vingers zat te draaien. ,,Het is het is zoo ontzettend moeilijk (Ingez. Med.J"' om het te vertellen", zei Isabel, terwijl zij zich oprichtte en hulpeloos naar Tony keek. Ik weet heelemaal niet, hoe ik zal beginnen." „Natuurlijk is het moeilijk", zei Tony. Niets vereischt meer overleg, dan de "waar heid zeggen." Hij zweeg even. „Wat dunkt je er van als wij het eens z66 probeeren Ik vraag je: Hoe is je mam en jij antwoordt: Isabel Francis." Zij schudde haar hoofd. ,,Maar dat is mijn naam niet", stamelde zij. ,,Het is - Isabella en dan komen er, ik geloof wel acht andere namen achter." Hij keek haar verrast aan. „0, dat is met mij ook het ellendige geval. Ik acht, dat het alleen maar bij edelen en hooggeplaatste per- sonen het geval was." „Ja, maar, ik ben feitelijk", begon Isabel; toe zweeg zij. „0, ik begrijp, dat het zoo allerdwaast klinkt'", ging zij voort, op ge- jaagden toon, „maar u moet weten, dat ik feitelijk een koningin ben." Tony verschikte zijn sigaret tusschen zijn lippen. ,,Een wat?" vroeg hij. ,,Wel niet precies een koningin eigenlijk", verbeterde zij zichzelf. ,,In zekeren zin hen ik het toch, weet u. Ik bedoel, dat ik eigen lijk koningin moest zijn. Tenminste, dat zegt men." Zij brak hevig blozend af, hetgeen haar nog hekoorlijker maakte. Tony leunde achterover en keek haar met innig welbehagen aan. ,,Je wordt elke mi- auut volmaakter, nicht Isabel", zei hij. ,,Maak maar geen haast, vertel mij maar langzaam en bedaard, wie je werkelijk bent." Isabel haalde diep adem. „Mijn vader Was Don Francisco van Livadia en sommige menschen zeggen, dat ik de koningin behoor de te zijn." Tony was niet licht verrast, maar nu ging hij voor het eerst in zijn leven, als door een electrischen schok geraakt, met een plotse- lingen ruk rechtop zitten. Zelfs zijn nimmer falende welsprekendheid liet hem in den steek. Hij had natuurlijk van Don Francisco ge- hcord dat hardnekkig heerschap, dat twin- tig jaar geleden, met krampachtige, vergeef- sche pogingen, getracht had, den troon aan een vader van Pedro te ontrukken. Maar dat Isabel zijn dochter zou zijn en wat meer is, schijnbaar erkende erfgename van zijn koninklijke aanspraken, was een van die schokkende verrassingeni waarvoor de Engel- sche taal geen gepaste uitdrukkingen heeft. Gedurende eenige oogenblikken bleef hij haar in de meest. verslagen verbazing aan- staren; dan drong de humor van den toestand. plotseling in zijn voile beteekenis tot hem door en hij barste in een vroolijk lachen uit. Isabel hield haar amberkleurige oogen met een blik van sympathie op hem gericht. ,,'Het is heusch waar", sprak zij. „Ik be grijp, dat het onzinnig klinkt, maar het is werkelijk waar." ,,Ik zie er absoluut niets onzinnigs in", zei Tony, die zich nu wederom geheel had her- steld van zijn verbazing. „Ik vindt het de mooiste en redelijkste ge- schiedenis, welke ik ooit heb gehoord. Na tuurlijk ben je of behoor je tenminste koningin te zijn. Dat voelde ik al, toen ik. je voor het eerst ontmoette." Hij wachtte even met spreken, am een nieuwe sigaret op te steken. ,,Dat het met Livadia in verband stond, was de reden van zijn verbazing", ver klaarde hij haar. Isabel knikte. ,,Dat begrijp ik", sprak zij. ,,Ik hoorde u zeggen, dat u Pedro en Da Freitas kende. Dat was een van de redenen, waarom ik gevoelde, dat ik u de waarheid moest zeggen." ,,Het bewijst slechts", merkte Tony met kalme voldoening op, dat de oude geleerden .volkomen gelijk hadden. Als iemand geloof en geduld beoefent, verkrijgt hij vroeg of laat gewoonlijk hetgeen hij verlangt. Ik heb mijn geheele leven een hevig verlangen gekoesterd, om - in een of andere werkelijke samen- zwering in de groote wereld betrokken te worden, met koningen en kontnginnen en bommen en vreemde geheimzinnige personen, die rondsluipen met het doel elkaar te ver- moorden. Ik hegon al te vreeaen. dat zooiets in werkelijkheid niet meer voorkwam."' Hij inhaleerde een rookwolk en ademde haar langzaam genietend in de Warme lucht uit. ,,Wat een voorrecht, dat ik toen juist in Long-Acre moest zijn, vindt je ook niet?" ,,Ik ben blij, dat dit uw gevoelen is", zei Isabel opgetogen; „ik was bang, dat u mij niet *verder zoudt willen helpen, als u alles wist." (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1934 | | pagina 1